N°. 10642.
Woensdag 31 Octol>eï*.
A*. 1894.
<§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven
Leiden, 30 October.
Feuilleton.
EENE HELDIN.
LEIDSCH
DA&BIAD
9
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per S maanden. f 1.10.
Franco per post. ,1.10.
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17}. Grooter®
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad
wordt f 0.05 berekend.
In de Stadszaal werd gisteravond als
hummer twee van het abonnement door de
Koninklijke Vereeniging ,Het Nederlandsch
Tooneel" voor eene flink bezette zaal opge
voerd het tooneelspel in vier bedrijven van
D. M. Maaldrink: „Cleopatra."
Dit stuk speelt in het begin van het jaar
veertig vóór Christus in het paleis van de
trotsche, roemzuchtige en heerscbzuchtige
Egyptische koningin Cleopatra, de heldin van
het tooneelspel. Geen wonder dus dat men
een eigenaardig uitziend tooneel, rijk aan
kleuren, wierookgeurend, met Egyptische
rustbedden en Oostersche sierplanten te zien
krijgt, waarop zich, behalve de heeischeresse,
nedervljjen, knielen of zich in dienstbaarheid,
bevelen opvolgend, of aan koozerjjen zich
overgevend of fler zich bewegen: veldheeren
of hoofdlieden, lijfwachten, slavinnen, gla
diatoren, enz., in oogverblindende kostuums.
Oostersche pracht, Oostersche gewoonten ver-
toonen zich aan het bewonderend oog.
Het stuk is eene liefdesgeschiedenis, veel
hartstocht te aanschouwen gevende en het
oor vergastende op uitingen van dien
hartstocht.
Maar niet alleen liefde, ook andere ziels
uitingen komen in Maaldrinks tooneelspel
voor: vurige haat, zucht naar wraak, verlan
gen naar den dood door lediging van den
gifbeker: hij voor haar, zij voor hem, van
twee elkander minnenden.
De hoofdrollen waren aan uitstekende han
den toevertrouwd. Mevr. Frenkel Bouwmees
ter was inderdaad de groote Cleopatra, zoo
in hare gunst, als in haren tot ongenade
leidenden toorn, zoo in hare heerschzucht, als
in hare liefde, in haren haat. Hoe onweer
staanbaar schoon, voor den minnaar tot
knielende aanbidding nopend, was hare majes
tueuze houding na het afwerpen van de kroon,
die hare weelderige lokken had gesierd, en
den langen purperen mantel, welke hare
schouderen had omkleed!
En Jason, de Griek, hoe fier, maar hoe
vermeesterd ook door de liefde, aanschouwden
wij hom in den persoon van den heer Louis
Bouwmeester 1 Hoe verheven boven Cleopatra,
hoe veel sterker dan deze machtigste aller
vrouwen; hoe kruipende aan bare voeten,
zelfs met haren kleinen voet op zijn andera
onbuigbaren nek, hoe klein door haar schoon
bedelend, smeekend, zich in het stof verneerend
vooreen kus.
De gunstelingen van Cleopatra, in hare
dienende toewijding, maar ook in hare derheid
op geboorte en in hare liefdesomstandigheden,
in hun toorn, angst en verzoening, ze wer
den gds door mevr. Holtrop en mej. De Leur
fijn geteekend. Waartoe nog meer? Het is
reeds genoeg gebleken dat hetgeen gisteravond
in de Stadszaal gegoven werd, goed is geweest,
en hierop vooral komt het aan. Het komt
ons voor dat het voor de optredenden geene
gemakkelijke taak is zich door de geheele
zaal verstaanbaar te maken; gisteravond viel
echter over onduidelijk of te zacht spreken
van hunne zijde niet te klagenblijkbaar deden
zjj hun best zoo luide mogelijk te zijn. Niet
temin vernamen wij van sommige bezoekers
dat zij het gesprokene toch nog niet geregeld
konden volgen. Dat is jammert
Ook gaf menigeen er zijne verwondering over
te kennen dat, niettegenstaande de zaal goed
bezet was, de foyer in de groote pauze ge
sloten bleef.
Nummer drie van het abonnement zal eene
voorstelling zijn van het gunstig bekende
specialiteiten-gezelschap van Frits Van Haarlem.
De Hervormingsdag zal Woensdag-avond
a. s. worden herdacht in de Remonatrantsche
kerk alhiót, waar prof. dr. H. Oort voorganger
zal zjjn.
Voor het examen in de vrije- en orde-
oefeningen is te Rotterdam geslaagd de heer
M. W. Karstens, van Leiden.
De 1ste luit. T. L. S. Nedermeijer Ridder
van Rosenthal, thans gedetacheerd bjj de
rijschool te Amersfoort, wordt 1 November
ingedeeld bij het depöt-eskadron 3de regiment
huzaren te Leiden.
Gedurende de 1ste helft der maand Oct.
zijn aan het postkantoor alhier bezorgd de
volgende brieven, welke, door onbekendheid der
geadresseerden, niet besteld konden worden:
Moj. J. A. Voet, Van Munnick, S. J. K Hoek,
Mej. Bronkers, Alberts, Amsterdam; Wed. S.
Winkelman, A. A. Du Calavon, Mevr. Koch,
A. Rogge, wed. Munterman, A. Goossens,
wed. Van der Linden, G. Hendrikman Meer
man, 's-Gravenhage; C. Lodder, Ter Schuur;
Sijbrandaburon, niet vermeld.
BriefkaartenB. F. Hagen, wed. Consenfen,
C. B. v. Streyen, Rotterdam.
Brieven, bestemd voor het buitenland:
Electrical Accumulator Co., Nieuw-York (2
stuks); A. Bernhard, Berlijn; mej. H. E. W.
Meyer, Paneveggio.
De Staatscourant van 30 Oct. bevat een
koninklijk besluit van 19 Oct. jl., waarbij, °P
voordracht van den minister van oorlog, worden
benoemd de militaire loden van de militie
raden en hunne plaatsvervangers, voor de
lichting van 1896.
In Zuid-Holland zijn als zoodanig gokozen
lste Militiedistrict 's Gravenbage: lid Clocke-
ner Brousson, luit. kol., prov.-adj. in Zuid-
Holland, 's-Qravenhage; plaatsverv. De Bock,
idem, reg. grenadiers en jagers, idem.
2de Militiedistrict Rotterdam: lid De Wijs,
luit.-kol., plaatsverv. Van Deinse, kapitein,
4de reg. inf. Delft.
3de Militiedistrict Leidenlid Mac Lood,
luit. kol., 4do idem, Leidenplaatsverv. Calkoen,
majoor, 4de idem, idem.
4de Militiodistrict Dordrecht: lid Van Lely-
veld, idem, corps pontonniers, Dordrecht, plaats
verv. baron Van Wassenaer van St.-Pancras,
kapitein, idem, idem.
Bij koninklijk besluit is de heer J. H.
Slicher mot ingang van 1 Nov. a. s. benoemd
tot burgemeester van Zoeterwoude, met toe
kenning van eervol ontslag als burgemeester
van Leimuiden.
Benoemd is aan de Chr. school te Rijns-
burg (hoofd de heer J. G. Vreeswijk) de heer
J. Smink Jr., te 's Gravenhage.
Op 31 December 1892 bedroeg het saldo
der inlagen en terugbetalingen bij de Rijks-
Postspaarbank te Roelof-Arendsveen de som
van f 27,356.79. Gedurende het jaar 1893
werd ingelegd f 17,997.83 en terugbetaald
f 20,225.70; negatief saldo f 2227.87, zoodat
het saldo der inlagen en uitkseringen op 31
Dec. 1893 bedroeg f 25,128.92. Het aantal
boekjes, in omloop, hetwelk op 31 Dec. 1892
179 bedroeg, vermeerderde in 1893 door uit
gifte met 34 en verminderde door intrekking
met 8 boekjes, saldo 26, zoodat op uit. Dec.
1893 205 boekjes in omloop waren.
De uitslag van de aanbesteding tot leve
ring der brandstoffen voor de openbare lagere
scholen en het Raadhuis te Zoeterwoude is
als volgt:
Vuurmakers per 1000 voor f 1.60 door W.
Van Velde, aldaar.
Lange turven per 1000 voor f 4.75, steen
kolen per hectoliter voor 70 cents en cokes
per hectoliter voor 55 cents door Omtzigt,
aldaar.
Men schrijft ons uit ZoetermeerZog-
waard A. s. Dinsdag 6 November, des avonds
te halfzeven, hoopt ds. H. Pierson, van Zetten,
albiei in de Chr. school op te treden om eene
rede te houden over de noodzakelijkheid en
het belang van het christelijk onderwijs. Tegen
standers van de School met den Bijbel worden
ook uitgenoodigd tot het by wonen dier Unierede,
daar er gelegenheid gegeven wordt tot debat.
Aan de ondersteuningskas der Vereeni
ging van den Nederlandscben bond van oud-
onderofflcieren is oon bedrag van f 2032 64E
afgedragen als netto opbrengst eener door dien
Bond te Utrecht gehouden lotery.
De audiëntiebeurt by H. M. de Koningin-
Regentes was gisteren aan do ministers van
marine en van financiën.
De leden van bet civiele en militaire
Huis van HH. MM., die gedurende ééne maand
tot het gevolg der Koninginnen op het Loo
zullen bebooren, zyn gisteren van Den Haag
daarheen vertrokken.
Het Kamerlid de heer Conrad is te
's Gravenhage teruggekeerd van een verblyf
te Parys, alwaar hy do vergaderingen der
Suez-maatschappy heeft bygewoond.
De Nederlandsche Maitschappy van
Geneeskunde heeft besloten een onderzoek te
doen instollen aangaande de mogelykheid en
wenschelykheid van staatsapotheken, en dat
opgedragen aan de heeren P. H. Van Eden,
J. F. Ph. Herz en A. W. Freeling.
Het „Fremdenblatt" te Weenen bericht
dat de heer Okoliczanyi d' Okolicsna, thans
Oostenryks-Hongaarsch gezant by het Wur-
tembergsche hof, te Stuttgart, als zoodanig
benoemd is te 's-Gravenhage, als plaatsver
vanger van baron Von Walkerskirchen.
De heer P. Van Dyk van Mathenesse,
die door het proces-Beffers (oud gemeente ont
vanger van Schiedam) zoo in opspraak is ge
bracht, neemt, naar de „Maasbode" meldt,
het burgemeesterschap van Schiedam niet
meer waar.
De ofQciëele bekendmakingen van het ge
meentebestuur worden, met den secretaris,
geteekend door den heer G. Visser, oudsten
wethouder, als loco-burgemee3ter.
Sinds het proces zyn door de heeren wet
houders reeds twee vergaderingen gehouden,
waarby de heer Van Dyk niet tegenwoordig was.
De Nederlandsche Bond van Ryks belas
ting klerken hield Zondag-middag in het „Zuid-
Holl. Koffiehuis" te 's-Gravenhage zyne gewone
jaarvergadering, welke door een 125-tal leden
uit verschillende plaatsen des lands bezocht
werd.
Zoowel uit het jaarverslag van den secre
taris, als uit de rekening en verantwoording
van den penningmeester, welke rekening was
nagezien en accoord bevonden door eene daar
toe aangewezen commissie, bleek de gunstige
stand van zaken van den Bond. 't Zelfde kan
gezegd worden van het ondersteuningsfonds.
Het fonds neemt steeds in bloei toe, omdat
er weinig behoeft te worden uitgekeerd. Tot
nog toe werden de gelden van dit fonds buiten
de vereeniging beheerdbesloten werd echter,
dat die gelden in 't vervolg onder 't beheer
van den penningmeester zouden gebracht
worden. Dit bestuurslid zal bygestaan worden
door een tweetal leden. Met applaus werd
door de aanwezigen begroot een verslag van
den president aangaande.eene audiëntie, welke
hy had verkregen by den minister van finan
ciën. Z Exc. had nl. verbetering van het lot
voor de Ryks-belasting-klerken in het voor
uitzicht gesteld.
Als plaats voor het houden der volgende
jaarvergadering werd Amsterdam aangewezen.
De aftredende bestuursleden werden by
acclamatie herkozen. Voor één, die bedankt
had, werd gekozen de heer Van Veen, van
Amsterdam.
Uit den boezem der vergadering werd den
voorzitter dank gebracht voor diens uitmun
tende leiding der werkzaamheden van den Bond.
De gemeenteraad van Opsterland (Fr.)
nam kennis van het rapport der commissie
over het gebruik der armengelden uit het
fonds der verveningen in Friesland.
De conclusie luidde aldus:
De gemeenteraad van Opsterland, het rap
port gehoord, enz.
Overwegende, dat het bedrag der armen
gelden van het fonds der verveningen, inge
schreven op het grootboek voor deze gemeente,
tot eene som var, ƒ231,600 is aangegroeid;
Overwegende, dat van dit kapitaal de ge
meente geen ander voordeel trekt, dan dat de
rente, thans niet meer dan ongeveer 2pet.
bedragende, in do gemeentekas vloeit en aan
het burgeriyk armbestuur wordt afgedragen;
Overwegende, dat het van veel belang zou
zyn bedoeld kapitaal of de rente er van, ge
heel of gedeeltelyk, meer ten voordeele van de
armen in de gemeente aan te wenden, dan
tot nu toe het geval 1b;
Overwegende, dat het vooral wenscheiyk
zou zyn maatregelen te nemen, om aan de
toeneming der armoede in deze gemeente
paal en perk te stellen, wat door eon doel
matig gebruik van bedoeld kapitaal zou kun
nen worden verkregen.
Besluit:
1°. Ged. Staten van. Friesland, onder toe
zending van het rapport, te verzoeken aan
den Raad mede te deelen, of zy geneigd zyn
hunne medewerking te verleenen, tot het tot
stand brengen van die wijzigingen in de kon.
besluiten en resoluties van hun college, als
noodig zullen zyn om het genoemde doel te
bereiken
2°. Het rapport te zenden aan al de by do
armengelden betrokken gemeente- en polder
besturen in Friesland met uitnoodlging het
verzoek van den Raad te ondersteunen.
3°. Afdrukken van het rapport te zenden,
aan de leden der Prov. Staten in Friesland, da
Friesche Kamerleden en aan autoriteiten, van
wie mag worden verondersteld, dat zy in het
byzonder de belangen van dit gewest zullen
behartigen.
Met algemeene stemmen werd aldus besloten.
Op verzoek van Gedep. Staten werd de be
paling in de nieuwe verordening op het open
baar lager onderwys, waarby voedsel en deksel
van gemeentewege den schoolkinderen wordt
voorgeschreven, daaruit verwyderd, terwijl
eindelyk nog werd besloten om by Ged. Staten
machtiging aan te vragen tot het verstrekken
van f 3400 subsidie aan 't armbestuur, ten
einde de bedeeling nog eene maand te kunnen
volhouden.
De Rotterdamsche hoofdcommissaris van
politie, de heer W. Voormolsn, is door den
koning van Denemarken benoemd tot ridder
3de kl. van de Danebrog-orde.
Blykens mededeeling van den consul-
generaal van Denemarken te Rotterdam heeft
de Deensche Regeering op de Oostkust van
Groenland naby Angmagssalik op 65° 36'Nbr.
en 37° 30' W.l. een zendings- en handels
station opgericht. (Sts.-Ct.)
Blykens by de Kamer van Eoophandol
te Amsterdam ontvangen bericht, zal de reis
van Hr. Ms. korvet „Sommelsdyk" naar Dela-
goabaai niet doorgaan, maar bestaat het
voornemen, met 1 November zee te kiezen, om
eeoige havens op de westkust van Afrika
(St.-Vincent, Monrovia, Congo, etc.) aan te
doen en voorts koers naar Curacao te zetten.
Het stoomschip „Rotterdam" arriveerde
29 Oct. van Rotterdam te Nieuw York; de
„Prins Hendrik" arriveerde 28 Oct. van Am
sterdam te Batavia; de „Utrecht", van Java
naar Rotterdam, vertrok 28 Oct. van Perim;
de „Bellerophon", van Amsterdam en Liverpool
naar Java, vertrok 28 Oct. van Algiers; da
„Iris", van de Middellandsche Zoo naar Am
sterdam, passeerde 29 Oct. Dungeness
By koninkiyk besluit is de heer H. R. Du
Mosch erkend en toegelaten als consul van
Portugal te Batavia.
Benoemd tot notaris binnen bet arr. Arnhem,
ter standplaats de gemeente Arnhem, H. W.
A. J. Torwindt, thans notaris te GroeBbeek.
Met ingang van 1 Nov. a. s., op daartoe
godaan verzoek, eervol ontslag verleend: lo.
aan mr. J. D. Dibbits, als burgemeester van
Borger, met dankbetuiging voor de door hem
in die betrekking bewezen diensten; 2o. aan
W. J. Vader van 's-Gravenpolder, als burge
meester van Wiasekerke.
Met ingang van 8 Nov. a. s aan mr. C.
Witholt, op zyn verzoek, eervol ontslag ver
leend als schoolopziener in het arr. Bolsward.
14)
Beheim zeide eens tegen haar: „Op deze
manier zal je er nimmer toe komen examen
voor onderwyzeres te doen, Walburgal"
Zy lachte en verklaarde met een geheim
zinnig gebaar, dat zy er in de verte niet aan
dacht dit te doen.
Beheim hielp haar tusschenbeide wel eens
aan hare Fransche opstellen.
Zoo verliepen de jaren, men wist eigeniyk
niet hoe. De eentonigheid deed ze, als ze
voorby waren, kort scbynen; maar voor het
tegenwoordige waren zy verbazend lang.
Het éénige, wat "Walburga met blydschap
vervulde, was het vertrek van Beheim, die
na afgelegd eind-examen het gymnasium met
de beete getuigschriften verlaten had. Zoo,
nu raakte men dien vervelenden jongen, die
aan tafel altyd de grootste porties moest
hebben, dan toch eindelyk kwytl
Maar het was vreemd: het afscheid zelf
was volstrekt niet vroolyk. Mevrouw Steiner
was blykbaar bedroefd over zyn aanstaand
vertrek, want als zy zich onopgemerkt waande,
gleed haar blik soms dof en omfloerst naar
hst jonge mensch over.
Walburga was in don voortuin met haar
bloemperk bezig; zy kweekte daar werkeiyk
prachtige soorten. Het was vroeg in het
voorjaar; de lucht was koel en de aarde, die
onze jonge tuinierster losmaakte, rook vochtig.
Het grasveld rondom den molen begon
groene sprietjes te vertoonen en de molen
wieken zwiepten door de onrustig bewogen
lucht. Het raam der eetkamer stond open,
om de lucht van den maaltyd, die juist afge-
loopen was, te laten uitstroomen.
In de kamer stond Beheim tegenover zyne
gastvrouw.
„Ik dank u hartelyk, mevrouw", zoide hy
met eene van aandoening trillende stem,
„voor alles alles! U is eene moeder voor
den ouderloozen knaap geweest."
„Neen, beste jongen, zeg dat niet; ik ver
dien dat niet. Ik weet veel te goed, dat het
niet in myn karakter ligt, den toon eener
teedere moeder aan te slaan. Ik gevoel hot,
ik had meer voor je kunnen zyn."
Met eeno voor haar buitengewone open
hartigheid sprak zy die woorden uit en zy
zag hem daarby ernstig, maar vriendeiyk in
bet gelaat.
„Ik heb u altyd begrepen, mevrouw", zeide
hy eenvoudig.
Hierop volgde een kort stilzwygen, zoo
natuuriyk, waar twee menschen by elkander
zyn, die zich beiden te zeer ontroerd gevoelen,
om te kunnen spreken.
„Je gaat naarBerlynmocht je soms
Lars.begon mevrouw Steiner zeer zacht.
„Ik zal hem opzoekon. Wat en hoe ik
hem ook vind ik zal u de waarheid zeggen
over Lars", verzekerde hy plechtig.
Hiema hoorde Walburga niets meer.
Twee minuten later stond Beheim tegen
over haar.
Hy was in die laatste twee jaren nog ge
ducht gegroeid en een onbebbelyk lange
jongen geworden. Zyne broek en zyne mou
wen waren hem te kort en zyne huid zag er
onfrisscher uit dan ooit. Op dit oogenblik zag
Walburga deze dingen byzonder goed.
„Nu, vaarwel dan, lieve Walburga!" Hy
stak baar zyne hand ten afscheid toe.
„Wacht, ik heb aarde aan myne vingers.
Zoozy droogde die aan haren boe
zelaar af. „Je kunt wel bly wezenje gaat
naar Berlyn."
„Ik ben er volstrekt niet bly over; want
nu zal ik jou en je lieve moeder niet meer
zien", antwoordde hy. De blik zyner donkere
oogen had iets, dat maakte, dat zy hem niet
goed kon aankyken. Zy voelde ook iets voch
tigs in hare eigen oogen. „Neen dat was
toch hl te dwaas!
„Je wordt nu zeker student?" begon zy,
om toch iets te zeggen.
„Eerst zal ik myn jaar in dienst zyn."
„Natuuriyk. Maar dan? Wat wil je eigen
iyk worden?"
„Doctor in de philosophie; philoloog
anders gezegd schoolmeester."
Walburga liet de spade, waarop zy geleund
had, vallen.
„Juist iets voor jou", zeide zy schamper.
„Je wilt zeker myn vader nadoen t"
„Werkeiyk is het je vader, die in my het
besluit in deze richting heeft doen rypen",
antwoordde hy ernstig, „hoewel in een anderen
zin als jy denkt. Dit kan ik je nu nog niet
duideiyk maken."
„O zoo I"
„Ik zal je van tyd tot tyd eens schry-
ven", hervatte hy het afgebroken gesprek.
„Ocb, doe dat maar niet; het kan my niet
schelen hoe het jou als schoolmeester gaat",
zeide zy, meer oprecht dan beleefd.
„Ook goed; zooals je will Ik ben nu vyf
jaren by jullie in huis geweest en ik heb je
zeer lief gekregen, Walburga. Het spyt my,
meer dan ik zeggen kan, dat ik in dien tyd
niet heb kunnen maken, dat jy ook een weinig
van my bent gaan houden. Vaarwel!"
Hy stak haar nog eens zyne hand toe.
Eenigszin8 vreesachtig zag zy tot hem op.
Plotseling werd het haar wonderlyk om het
hart en toen Beheim buiten het hek voorby
stapte, om den man, die zyne koffers Toor
hem uit op een kruiwagen wegreed, in te
halen, kon zy bare tranen niet langer inhouden.
„Adieu, Victor!" riep zy hem snikkend
achterna.
Hy zag om en groette haar nog met de
hand; hy scheen zeer bedroefd.
Zy ging voort met het losmaken van de
aarde op het perk en by dien arbeid rolden
de tranen nog lang over hare wangen en
langs bet aardige neusje af naar den grond,
tot ze er eindelyk boos om werd.
„En dat over dien akeligen Beheim dat
zou er nog aan ontbreken!"
En die gedachte gaf haar weder hare kalmte
terug. De voordeeltjes, waarop zy had ge
hoopt, verschenen ook niet; nadat op de twee
eerste dagen de schaaltjes even vol geweest
waren als toen Beheim nog mede at, maakte
haar vader de opmerking, dat men by de
hoeveelheden er toch op moest rekenen een
persoon minder aan tafel te hebben. Eu na
die opmerking was het weer als vanouds
„mondjes-maat" by alle maaltyden.
Walburga dacht in stilte, dat zy, in de
plaats van hare moeder zynde, niet altyd zoo
blind gehoorzamen zou, maar zeer dikwyis
hare geliefkoosde spyzen zou opdisschen.
Beheim schreef kleine briefjes aan me
vrouw Steiner, waarin hy zeide dat zyne
dienstplichten hom beletten veel uit te gaan
en dat hy nog geen zyner vroegere school
kameraden was tegengekomen. Na die briefjes
werd Walburga's moedor nog bleeker.
Tegen bet Kerstfeest stuurde Beheim eeno
doos met geschenken; voor Walburga eene
keurige broche: eene vlieg van amethist. De
blydschap hierover werd do kleine spoedig
vergald, want er diende een bedankbrief aan
Victor te worden geschreven. Walburga had
nog nooit aan iemand een brief geschreven.
Het was een verschrikkelijk werk I En zy kon
dien grooten Beheim, die in dienst was, toch
niet met jou en jy aanspreken.Moeder
weigerde glimlachend haar te hulp te komen.
Wel oen uur lang zat Walburga voor een
wit velletje papier, waar zy een gelinieerd
blad ondergescbovon had, om niet al te erg
schuins te schryven. Op de vraag hoe zy
„hem" moest aanspreken, was het ant
woord gevolgd:
„Zooals je wilt."
Wordt vervolgd)