N°. 10637. Donderdag 25 October. A0. 1894. <§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Premie. Leiden, 24 October. Feuilleton. EENE HELDIN. IEIDSCH DAGBLAB PRIJS DEZER COURANT: Voor leiden per 3 maanden. Franco per post Afzonderlijke Nommers f 1.10. 1.40. 0.05. PRIJS DER ADVERTENTTËN Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17 Grootero letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad wordt 0.05 berekend. De boo, waarmede het PREMIE-BOEK WERK Vrydag en Zaterdag a. s. kan worden afgehaald, zal morgenavond (Donderdag) in het Leidsch Dagblad worden afgedrukt. Door den rector magnificus prof. mr. P. A. Van der Lith zyn tot heden aan de Leidsche universiteit voor de eerste maal ingeschreven 144 studenten, verdeeld als volgt: in de godgeleerdheid 30, rechten 42, rechten en letteren 1, geneeskunde 38, wis- en natuur kunde 16 en in de letteren 17 studenten. In het Nutsgebouw alhier heeft de eerste vergadering plaats gehad van de afdeeling Leiden en Omstreken der Nederlandsche Ver- eeniging tot Bescherming van Dieren. De heer R. Koopraans van Boekeren vertelde in het kort de geschiedenis van het ontstaan dezer afdeeling en deelde den aanwezigen mede dat op de laatste vergadering van het voorloopig comité de toen aanwezige leden zich als af deeling hadden geconstitueerd, daar het leden tal toen het getal van twintig was overschreden. Het doel der Vereeniging werd toen, naar aanleiding van enkele vragen, door eenige belangstellenden gedaan, nader uiteengezet door de heeren Van der Lip en Ter Laag, waarby vooral op den voorgrond werd gesteld dat de Nederlandsche Vereenigiüg tot Bescherming van Dieren zich niet kant tegen de vivisectie (hiervoor bestaat eene aparte bond „de anti- vivisectie-bond") en geene propaganda maakt voor het oprichten van asylen voor honden, enz. De Vereeniging heeft alleen ten doel het tegengaan van het mishandelen der dieren op welke wfize dit hot doelmatigst zal kunnen geschieden, zal een punt van nadere en latere bespreking uitmaken, doch nu werd reeds door den heer Ter Laag medegedeeld dat het bestuur voornameiyk zal trachten in te werken op het gemoed van de kinderen en zich te dien einde in contact zal stellen met de hoofden van scholen en andere leiders der jeugd, zooals dit te Haarlem met de schoonste resul taten geschiedt. Na deze inlichtingen traden nog enkele aanwezigen als lid toe, zoodat het ledental thans tot 45 geklommen is. Tot bestuursleden werden gekozen de heeren R. Koopmans van Boekeren, J. J. Ter Laag Cz., J. C. Van der Lip, A. L. Quant, A. De Stoppelaar Fz. en G. Henri Sythoff. Ten slotte deelde do voorzitter nog mede, dat het bestuur zoo dit mogeiyk is een plaatseiyk reglement zal ontwerpen en aan de goeakeuring der leden onderwerpen. Met een opwekkend woord werd deze vergadering gesloten. De minister van binnenl. zaken hoeft, met ingang van 25 dezer, aan dr. H. J. Ger- lings, op zyn verzoek, eervol ontslag verleend als assistent voor de scheikunde aan de Ryks- universiteit te Leiden. Het definitief bestuur van den „Ned. R.-K. Volksbond" alhier is als volgt uit deze heeren samengesteld: president G. J. Bik, vice president J. P. Bonnet, 1ste secretaris J. M. J. Verhaaff, 2de secretaris W. Peeters, lste penningmeester W. La Rivière, 2de pen ningmeester H. S. Fles, commissarissen van toezicht C. F. Diemei, J. J. Sommeling en C. Van Hensbergen. Een heden door ons ontvangen nommer van het. tydschrift „Revue universale inter nationale illustrée", dat te Genöve by F. Taponnier wordt uitgegeven, bevat, onder de rubriek „De groote Hollandsche industrie", o. a. een breedvoerig en voor de firma waar- deerend artikel over „Een bezoek aan de Jeneverstokery van de firma Hartevelt en Zoon „de Fransche Kroon", te Leiden, welke reeds 134 jaren, zonder verandering van naam der firma en overgaande van vader op zoon, bestaat. By onderhand8che aanbesteding is het maken eoner waterleiding te Harderwyk ge gund aan den heer C. De Ruiter, te Zoeter- woude, voor ƒ41,970. Het tweetal ter beroeping van een predikant by de Ned.-Hervormde gemeente van Woubrugge bestaat uit ds. P. S. Meer burg, predikant te Capelle a/d. IJsel, en ds. J. C. Klomp, predikant te Lunteren. By genoegzame deelneming zal voor dit winterseizoen het herhalingsonderwys te Woubrugge met 1 November aanvangen; de jongelui moeten zich daartoe vóór den 30sten dezer by het hoofd der openbare lagere school in het dorp aanmelden. Op de 88ste lyst van vrijwillige bijdra gen voor Z. H. den Paus in „De Tyd" staat o. a. vermeld: Aalsmeer. N. N. Coupon ƒ1.235. By den Haagschen gemeenteraad was gisteren ingekomen mededoeling dat de minis ter van buitenlandsche zaken heeft afgewezen het dezerzfidsch verzoek om Rykssubsidie ten behoeve van het gymnasium. Na eene geheime zitting werden door B. en Ws. opnieuw voorstellen gedaan en goed gekeurd tot het aankoopen van gronden zoowel voor de vaartverbetering om de stad als tot verbreeding van den Bezuidenhout- Schen wog. Terwyi aan de Scherpschuttersvereeniging een subsidie van ƒ500 werd toegekend, werd daarentegen de voor de Toevlucht van Dak- loozen gevraagde ondersteuning afgewezen, omdat men vreesde daardoor dakloozen en hulpbehoevenden naar Den Haag te lokken. Uit eene inlichting van den burgemeester bleek, dat de aankoop van de herberg „De Dolfijn" niet afgestuit is op eene geldquaestie, maar op de publiekrechteiyke vraag betreffende de zekerheid, die men verlangde dat eene drankvergunning zou worden gegeven op eene andere plaats. Tot lid van den gemeenteraad te Gouda is gekozen de heer Herman (lib.) met 405 st. De heer Yan der Sanden (katholiek) had 402 van de 807 geldige stemmen. By het wapen der infanterie nemen 24 luitenants, die met St.-Nicolaas het Officiers- Kruis voor 15 jarigen dienst ontvangen, in de ranglyst de nummers 7296 in. De heer Tb. Stutterheim, chef der firma Stutterbeim en Zoon, te 's Gravenbage, die sedert ruim 25 jiren belast was mot de finan- tiöele aangelegenheden van de pauselyke intern untiatuur, is benoemd tot ridder van do Pius Orde. De heer F. P. Röpcke, majoor by de schuttery te Rotterdam, is benoamd tot com mandeur in de Militaire Orde van Jezus Christus. De heer C. H. A. A. Engelenberg heeft, om gezondheidsredenen, met ingang van 1 Nov. a. s., ontslag genomen als lid van Ged. Staten van Overy'sel. (Z. G.) De pedel van de Universiteit te Utrecht, de heer Arie Ducro, heeft zyne 25-jarige ambts vervulling gisteren recht feestelijk gevierd. Een groot aantal belanghebbenden by den bloei en de welvaart van Indië heeft zich per adres tot de Tweede Kamer gewend om op te komen tegen de voorgestelde verhoo ging van de invoerrechten in Indië op natuurlyke minerale wateren (van 3.60 6), eene levensbehoefte in Indië. Adressanten verzoeken de Kamer aan dat wetsvoorstel hare goedkeuring te onthouden. Door den pauseiyken internuntius werd Maandag in zyne woning een diner gegeven ter eere van den Belgischen gezant, baron d'Anethan, die, tot eene andere betrekking geroepen, weldra Den Haag gaat verlaten. Aan het diner, hetwelk oen geheel intiem karakter droeg, werd deelgenomen door enkele leden van den Raad van State, van de Tweede Kamer en de rechterlyke macht. De plaats tegenover den gastheer werd in genomen door baron d'Anethan. Naar „De Tyd" verneemt, is de toestand van dr. Kuyper zooveel verbeterd, dat men hoopt dat hy over een Veek of drie, vier, uit Pau in ons land zal kunnen terugkeeren. De liberale kiesvereeniging te Zype stelde den heer H. Yan Calcar candidaat voor het lidmaatschap der Tweede Kamer in het dis trict Helder. De liberale kiesvereeniging op het eiland Wieringen heeft met algemeene stemmen can didaat gesteld den heer J. C. Jansen, oud minister van marine, oud-lid der Provinciale Staten van Noord-Holland en van den Hel- derschen gemeenteraad. De Tesselsche Schippers- en Visschersbond en de vereeniging „Neptunus", te Oude-Schild, hebben candidaat gesteld den heer A. Maas, opzichter by 's Rijks Waterstaat. Te Arnhem heeft zich eene maatschappy gevormd, die met 1 Jan. a. s. een door den oud-directeur van het „Hótel des Pays-Bas", den heer F. Simon, saamgestelden Hotelgids voor geheel Nederland zal uitgeven, bewerkt naar officiëelo gegevens. Dit werk zal de namen vermelden van alle hotels en logementen (in dorpen) in Nederland, benevens de ligging, het aantal kamers, de pryzen, kortom alle inlichtingen, welke strekken kunnen om het gebruik er van tot eene behoefte te maken voor allen, die hetzy reizen, hetzy een gedeelte van het jaar buiten de plaats hunner inwoning doorbrengen. By koninklyk besluit van 22 dezer is bepaald dat de stembriefjes ter verkiezing van een lid der Tweede Kamer in het hoofd kiesdistrict Helder, op 30 Oct. a. s. en, in geval van herstemming, op 13 Nov. d. a. v. in te leveren, zullen worden geopend onder- scheideniyk op 1 en 15 Nov. a. s. Naar het „Hbl." verneemt, hebben de anti-revolutionnaire kiesvereenigingen van de districten, die te zamen het hoofdkiesdistrict Rotterdam vormen, besloten tot de oprichting van eene Centraio Anti-revolutionnaire Kies vereeniging. Eerstdaags zullen de statuten, welke reeds ontworpen zyn, aan de goedkeuring eener vergadering worden onderworpen. Het stoomschip „Glaucus," van Amster dam naar Java, arriveerde 20 Oct. te Singapore; de „Reichstag," van Oost- Afrika naar Vlissingen en Hamburg, arriveerde 22 Oct. te Marseille; de „Admiral," van Hamburg en Amsterdam naar Natal, vertrok 22 Oct. van Zanzibar; de „Veendam," van Nieuw-York naar Rotterdam, passeerde 23 Oct. Wight. By koninklyk besluit is de heer W. J. Oudendyk benoemd tot leerling-consul. Benoemd tot notaris binnen het arr. Heeren veen, ter standplaats Lemmer, gemeente Lem- sterland, S. Spannenburg, thaps notaris te Grypskerk. Benoemd tot griffier by het kantongerecht te Gorkum mr. A. Van de Koppel Gz., wonende te Baarn. Aan N. Pons Nz., op zyn verzoek, eervol ontslag verleend als 2de luit.-kwartierm. by het corps Koninklijke Scherpschutters, gevormd uit de Vereeniging tot bevordering van 's lands weerbaarheid te Rotterdam, en benoemd tot kapitein-commandant van voornoemd corps H. J. J. Bos, thans kapitein by dat corps. Met ingang van 1 Jan. a. s. benoemd tot leeraar aan de Ryks hoogere burgerschool te Middelburg H. De Leeuw, onderwyzer aan eene openbare lagere school te Winschoten. Op den voet van het koninklyk besluit van 3 Oct. 1877, voor het tydvak van 1 Sept. 1894 tot en met 31 Aug. 1895, tot onder steuning in zyne studiën, van Rykswege eene beurs van ƒ800 verleend aan A. A. H. Struiken, student in de faculteit der rechtsgeleerdheid by de Ryks-universiteit te Leiden. Benoemd, by den generalen staf, tot kapitein, de lste luit. G. J. C. A. Pop, van den staf der infanterie, werkzaam by de Koninklyke Militaire Academie, en by het wapen der genie, by den staf van het wapen, tot laten luit., de 2de luit. J. E. Roorda, van dien staf. Met ingang van 1 Nov. a. s. benoemd tot commies der telegraphie van de 4de kl. J. J. C. Van der Maas en J. F. Peeters, beiden thans telegrafist. Be Indlcche begrooting voor 1895. By het onderzoek in de afdeelingen der Tweede Kamer werden inlichtingen gevraagd omtrent de navolgende punten: 1°. Welke is de meening des Ministers omtrent de door zyn voorganger ingediende wetsontwerpen betreffende de comptabiliteit on daarmede verband houdende restitutie van uitgaven, voor Ned.-Indië gedaan; betreffende den Raad van Indië, betreffende de instelling van gewesteiyke of plaatselyke raden en be treffende mynontginningen? 2°. Hoe dunkt de Minister over de gouver nementscultuur en over do door de Kamer aangenomen motie van den heer Van Houten 3°. Welk standpunt zal de Minister inne men ten opzichte van de bevordering van het Christendom in Indië? In verband met de sub 1°. gestelde vragen werd de opmerking gemaakt, dat, waar hot ministerie voor Nederland nevens de kies rechtregeling verschillende belangryke maat regelen van wetgevenden aard in uitzicht stelt, ook van den minister van koloniën ver wacht mocht worden, dat hy de noodige voor stellen zou doen tot bevordering van de be langen van Indië. Met nadruk werd aangedrongen op eene spoedige indiening van een wetsontwerp be treffende de mynontginningen. Splitsing van het wetsontwerp van 's Mi nisters voorganger ten aanzien van do comp tabiliteitswet werd door verschillende loden wenschelyk geacht. Op spoedige aanhangig- making van oene wyziging in dien zin werd aangedrongen en ook de Comm. van Rapp. is eenparig van oordeel, dat spoedige weder- indiening van bedoelde wyzigingen aanbeve ling verdient. Gevraagd werd of de Minister voornemens is aan de toezegging van zyn ambtsvoorganger gevolg te geven betreffende de instelling van afzonderlyke begrootingen en rekeningen voor de inkomsten en uitgaven omtrent de cultures. Sommige leden waren van oordeel, dat de toestand der Indische financiën zorgelyk moet worden geacht, geiyk zy met cyfers trachtten aan te toonen. Van andere zyde werd be toogd, dat tot beoordeeling van den Staat der Indische geldmiddelen eene betere toelichting van den toestand noodig is, dan by de begro tingsstukken pleegt gegeven te worden. Vol mondig werd erkend, dat de regeling van het Indische finantiewezen voor don minister van koloniën eene zeer moeiiyke taak is, vooral omdat de uitgaven voor een zeer groot gedeelte gedekt moeten worden door de zeer wissel vallige inkomsten uit de producten. Vele andere leden achtten den finantiëelen toestand niet ongunstig. Zy moenden dat by voor zichtig beleid de toestand geenszins zorgelyk kan worden genoemd, zelfs al moesten de inkomsten uit de producten in de toekomst nog dalen, hetgeen voorshands echter nog onzeker mocht genoemd worden. Toegegeven werd, dat ter bestryding van buitengewone uitgavon in de toekomst eene nieuwe leening noodig zou zyn. Omtrent de vraag, of er thans voldoende redenen zyn om over te gaan tot nieuwe versterking der middelen waren dc gevoelens verdeeld. Uit het verhandelde omtrent de verschillende posten valt het volgende aan te stippen De onrustbarende sty ging van de pensioens. 6) O neenZou hare dochter het misschien nóg moeilyker, nóg harder te verantwoorden hebben dan zy het gehad had? Nog nooit had zy. hieraan gedacht. Zy had zich alles ontzegd, elk gemis gewillig gedragen zonder den minsten zweem van berouw te gevoelen; zij was er zoo ten volle van over tuigd geweest, dat hare ontberingen de on bezorgde toekomst harer kinderen bevorderden. En nu dAt was dan het hoogste, dat men had bereikteen klein huis en het voor uitzicht op achthonderd mark pensioen, als haar man dood was. In één en twintig lange o hoe lange 1 jareD, niet meer gewonnen dan ditl Slechts één en twintig jaren? Niet langer? Het scheen haar toe, dat het vele menschen- levens moest hebben geduurd, zóó eindeloos lang rekte die tyd zich in hare herinnering uit. Haren man trof geen enkel verwyt. Zy wist het immers: hy had gearbeid en ge spaard, meer zelfs dan zyne gezondheid het hem veroorloofde. Dat zy er hem niet dank baar voor wezen kon, was ontzettend; zou het daarvan komen, omdat hy zich die be zuinigingen en dien arbeid niet met blymoe- digheid had getroost? Haar groot, krachtig gebouwd lichaam was als door machteloosheid gebonden. Zy viel op een stoel neder, legde de handen slap in haren schoot. Zy had de gewaarwording van iemand, die met inspanning een berg beklom men heeft en die nu, op den top gekomen, in plaats van het gehoopte, ruime vergezicht, weer een nieuwen doolhof van rotsen vindt. Do moeiiyke wandeling was tevergeefs ge weest De deur werd eenigszins onstuimig open gedaan en zenuwachtig, als zy op het oogen- blik was, schrikte mevrouw Steiner zelfs hiervan. Het dienstmeisje kwam binnen en met de verbazing en de onhandigheid eener dienstbode in een gezin, waar nooit bezoek komt, hield zy tusschen hare vingertoppen, die zy eerst aan het grove keukenschort had afgeveegd, een visitekaartje. „Er is een heer, die u wil spreken, mevrouw Hy ziet er vreeseiyk deftig uit. Waar moet ik hem laten? In de huiskamer of in de mooie kamer?" Steiner keerde zich om en nam het meisje het kaartje uit de hand. Hy deed het niet om zyne vrouw te coDtroleeren, maar ook in onschuldige verbazing over het feit, dat zy bezoek ontving; dat gebeurde eigeniyk nooit. Zyn gezicht nam eene hulpelooze uitdruk king aan. „Daarzeide hij, het kaartje verder gevend. Als by zyn arm uitstrekte, kon hy mevrouw Steiner, die voor het raam zat, juist bereiken. Zy hield het witte stukje papier in de hand. Zy wilde opstaan. De eerste poging mislukte. Hare lippen trilden en zy wilde iets zeggen, maar zy kon 't niet verder dan tot een on verstaanbaar mompelen brengen. Eindeiyk stond zy werkeiyk op. Haar ge laat was doodsbleek. Haar man sprong over eind. Hy scheen ontroerd en in zyn oog lichtte nu werkeiyk een warme straal. Zyn hart klopte van medeiyden en vriendeiyk zeide hy „Houd je goed, bestel Ontvang hem niet, als hy je zoo ontroert." „Neon", zeide zy met inspanning; „ik wil hem zien." De opwelling van het oogenblik verdoofde reeds weer in zyne borst. „Zooals je wilt", zeide by schouderophalend; en toen tot de meid: „Laat dien heer in de mooie kamer." Het dienstmeisje vertrok. Mevrouw haalde diep adem, alsof zy zich van een drukkenden last, die hare borst be zwaarde, wilde bevryden. Vervolgens stapte zy naar de deur der andere kamer, terwyi haar man zyne schriften weer in de hand nam. Het naamkaartje lag op den grond. „Gerd Graaf Von Rakitsch" stond er op. II. Oude vrienden. De vreemde heer volgde het dienstmeisje, nadat hy eerst de muren in de kleine gang met den geschilderden, maar afgesleten vloer had gemonsterd, om zich naar dezen maat staf eene voorstelling van het huis te vormen. Achter aan de gang zag hy eene trap naar boven en daarnaast stond de deur van eene kleine keuken open. Daarenboven kwamen nog twee deuren in de gang uit; door die, het naast by de huisdeur, liet het meisje hem binnengaan. Hy kwam in eene schamel gemeubelde hoekkamereen wit zeildoek lag over de tafel, die voor drie personen gedekt was, en waaraan men scheen te willen koffiedrinken. Een witte kroes en eene boterham daarnaast een klein kopje en eene groote, dikke tasch met twee kolossale boterhammen; de koffie melk dampte uit alle drie de koppen. By het raam stond een jongmensch met eene leeiyke huidkleur en donker haar, biykbaar op het verder koffie-personeel wachtende. „Beheim", zeide de keukenmeid, zonder zich in het minst te geneeren, „mevrouw Steiner heeft visite gekregen. Ik zal u je koffie wel boven brengen. Ga u maar vast vooruit." Het jongemensch maakte eene tameiyk linkscbe buiging voor den vreemden heer. Vervolgens deed de meid de deur naar Walburga's „prachtige kamer" voor dezen open. Zy lag tusschen de eetkamer en het studeervertrek van den heer des huizes, maar zy had geene deur, die op de gang uitkwam. Aan het scherpziend oog van den vreem deling was het by 't doorloopen van de eet kamer niet ontgaan, dat er in den eenen hoek by bet raam oene naaitafel stond, waarop een vest lag, dat zeker versteld was; de helpende hand had er de naald-en-draad nog aan vastgestoken. Thans ja, nu stond hy in de kamer met blauw-en-wit. Hy had eene gewaarwording alsof hy droomde. In zyne oogen blonk iets vochtigs. Sedert twintig jaren had hy die dierbare oude meu belen niet meer gezien. O waar hadden zy toen ge8taanl Gerd Graaf Von Rakitsch was een mooie man, van gemiddelde lengte; niettegenstaande zyn zwaren baard, had zyn gelaat iets week hartigs, ja, vrouweiyk8. Misschien lag dit aan dat zachte blauwe oog, dat zoo weinig gebiedend rondkeek. Het blanke voorhoofd vormde eene sterke tegenstelling met de door de zon gebruinde lagere helft van zyn aan gezicht. De trekken waren regelmatig en edel gevormd. De geheele indruk, dien doze man op het eerste gezicht maakte, was die van adel, in de beste beteekenis van dit zoo vaak misbruikte woord. Hy zag rond. Hy kenae elk stuk. Zie daarginds het bokken- paar; reeds op het enkele gezicht er vau meende hy het wyeje uit de speeldoos te hooren tj in gelen Daar bewoog zich iets by de deur! Zynbart klopte hoorbaar. Zy, de óénige, voor wio hij bier gekomen was, stond tegenover hem, met neergeslagen oogen, maar vast en met hoog opgericht hoofd. Hy nam hare beide handen in de zyne en zag haar aan met een van biydechap etralenden blik. In do vreugde van het oogenblik scheen zy hem geheel dezelfde van toen. Dat was nog het heeriykc blondo haar, het erfdeel van haren stam, dat Lr zware vlechten om het hoofd was gelegd. Nog het zelfde uiteriyk kalme gelaat, waaraan opper vlakkige menschen niets van beteekenis had den kunnen vinden, maar waarin hy had kunnen lezen; en hy had er in gelezen, dat die fijne trekken om den mond van hartstocht spraken, van fierheid en volharding. En dan die oogen hy had hunne macht leoren kennen I Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 1