N°. 10632. Vrijdag 19 October. A0. 1894. <§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. EeneHeldin. Feuilleton. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. i f 1-10. Franco per posti o Afzonderlijke Nommers 0.05. PRIJS DER AD VERTEN TLËN Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Over enkele dagen zal een aanvang "wor den gemaakt met een nieuw, boelend FEUILLETON De Leidsche vleeschkeuring. De "Leidsche Runder- en Varkensslagers- Vereeniging heeft aan den gemeenteraad twee adressen ingediend. In het eerste wordt, verzocht: lo. dat het wegen van varkens ook tfidens de kaasmarkt kan plaats hebben en 2o. dat de verlichting op de Beestenmarkt, welke des morgens alleen door de groote lantaarn geschiedt, zoo danig worde aangebracht, dat zfi ook voorde kalverenmarkt voldoende is, daar deze nu zelfs niet naar behooren kan worden onder scheiden. Aan beide verzoeken, zeggen B. en Ws., is of zal worden voldaanaan het eerste door uitbreiding van het personeel aan de Waag tijdens de kaasmarkt met twee stadswerklie den; aan het tweede in overleg met den directeur der Gasfabriek. Het tweede adres betreft de Verordening op de keuring van vee en vleesch, waar omtrent B. en Ws. ook een advies van de Kamer van Koophandel en Fabrieken alhier ontvingen. In dit adres verzoekt de Vereeniging dat in de Verordening op de keuring van vee en vleesch de volgende wijzigingen zullen wor den aangebracht: lo. dat de heffing van keurloon worde opgeheven. 2o. dat bet keurlokaal worde opengesteld: a. op feestdagen van vm. 9nm. 1 uur en van nm. 3—6 uren; b. ook des winters op werkdagen tot nm. 6 uren; 3o. dat de kalveren bij inwendige keuring niet geheel van het vel behoeven te zijn ontdaan; 4o. dat bU gebleken noodzakelijkheid het levende vee op stal mag worden gekeurd; 5o. dat de tijd tusschen keuren en slachten worde verlengd van 2 x 24 uren tot op 5 X 24 uren; 6o. dat het keuren des morgens kan ge schieden op den tijd, waarop de Waag ge opend is, en 7o. dat het Amerikaansche spek zoodanig worde gemerkt, dat daaruit de buitenlandsche herkomst blijkt. Uit het advies van de Kamer van Koop handel blijkt, dat de Vereeniging haren wensch sub 2a reeds bereikt zou zien, als besloten werd om, wanneer drie Zon- of feestdagen op elkander volgen, het keurlokaal op den derden dag open te stellen gelijk op gewone werkdagen het geval is, en dat het verzoek sub 6o. alleen geldt voor den Maandag. Ten aanzien van dit adres van de Leidsche Runder- en Varkensslagers Vereeniging deelen B. en W8. den gemeenteraad mede dat door hen is ontworpen eene wijziging van de Verordening op de vee- en vleeschkeuring van 2 April 1893, welk voorstel in handen is gesteld van de commissie voor de huishoude lijke verordeningen en binnenkort den Raad zal bereiken. Onder de voorgestelde wijzigingen, welke ook om andere redenen noodzakelijk gebleken zijn, zijn bepalingen opgenomen, waardoor voldaan wordt aan de wenschen der Leidsche Runder- en Varkensslagers-Vereeniging, zooals die blijkens het advies der Kamer van Koop handel by mondelinge toelichting zijn beperkt, sub 2o. a en b} sub 4o., sub 5o. eD sub 6o., terwijl, voor zoover de tijdstippen van het openstellen en de sluiting van het keurlokaal bfi die Verordening aan Burg. en Weths. zijn overgelaten, zij bereid zijn aan de wenschen der Vereeniging te dien aanzien gevolg te geven. Tot eene andere conclusie echter zijn zij gekomen ten aanzien van de wenschen der Vereeniging sub lo., sub 3o. en sub 7o. B. en Ws. meenen dat die wenschon niet ingewilligd moeten worden, en wel om de vol gende redenen lo. De Vereeniging wenscht, dat de heffing van keurloon icorde opgeheven. Zij voert daarvoor twee gronden aan: a. Het keurloon drukt thans alleen op de slagers, terwijl die belasting behoort te worden gedragen door het algemeen, ten wiens be hoeve de keuring is ingevoerd; b. de heffing is vooral bezwarend voor hen, die kleine zaken hebben. Noch het eerste, noch het tweede argument kunnen B. en Ws. toegeven. Het zijn niet de slagersdie het keurloon betalen, doch ten slotte de consumenten. De vleeschprfizen worden geregeld naar de kosten van productie en zonder twijfel zullen de slagers bjj de vaststelling dor prijzen reke ning houden met hunne algemeene onkosten, waartoe ook de keurloonen behooren. De vleeschprijzen zijn hier ter stede hoog genoeg, om dat vermoeden te wettigen. Bracht men de keurloonen ten laste van de gemeenschap, dan zou daarin ook betaald worden door de vele belastingschuldigen, voor wie vleesch een exceptioneel voedingsmiddel is, en de omwonenden, die in de gemeente lasten niet bijdragen, doch evenzeer genieten van het voorrecht om hier gezond vleesch te verkrijgen, zouden ook van die belasting zijn vastgesteld. Evenmin kunnen B. en Ws. toegeven, dat de vee- en vleeschkeur alleen is ingevoerd ten behoeve der consumenten. De slagers zeiven hebben er groot belang bij om goede waar te leveren. De goedgezinden zijn zonder offlciëele keu ring buiten staat de deugdelijkheid van het vleesch in alle gevallen te controleeren, den kwaadgezinden wordt door de keuring belet hunne kwade praktijken ten nadeele van het publiek uit te oefenen. Daarom is het billfik, dat het keurloon ten laste van de slagers wordt gebracht, die het uit den aard der zaak op de consumenten verhalen. Tot nadere staving van deze bewering wjjzen B. en Ws. er op, dat in den laatsten tyd algemeen de wenschelfi'kheid wordt betoogd van de oprichting van gemeentelijke abattoirs. In het belaDg van de volksgezondheid worden de slagers verplicht hun veë daar te slachten, terwijl de keuring daar eveneens geschiedt. De oprichting van een abattoir gaat met belangrijke kosten gepaard en toch is dit het eenige afdoende middel om de zaak der keu ring behoorlijk te regelen. Wilde men nu de kosten van de abattoirs ten laste van de gemeenschap brengen en derhalve de gemeente begrooting belasten met de renten en aflossing van de kapitalen, voor dergelijke inrichtingen benoodigd, dan zoude zeker nooit tot de verwezenlijking van die algemeen gewenschte oplossing kunnen wor den overgegaan. Alleen dèn is zulk eene nuttige inrichting te verkrijgen, als uit de slacht en keurloonen alle onkosten, daaraan verbonden, kunnen ge vonden worden. In Duitschland (Pruisen) is bij de wet, regelende de oprichting van abattoirs, dit on derwerp uitnemend geregeld en zijn de ge meentebesturen bevoegd verklaard tot heffing van keurloonen, om de kosten van oprichting en amortisatie te dekken. Dat het keurloon bezwarend zou zfin voor hen, die kleine zaken hebben, kunnen B. en Ws. niet beamen. Daarvoor is het keurloon te gering en juist bij de kleine slagers wordt door de keuring de waarde van het product verhoogd. 3o. De Vereeniging wenscht, dat bij inwen dige keuring de kalveren niet geheel van het vel behoeven te zfin ontdaan. De Kamer van Koophandel wenscht zich van deze uitsluitend deskundige quaestie van een oordeel te onthouden. De deskundige van B. en Ws., de inspecteur der vee- en vleeschkeuring, verzet zich ten sterkste tegen dezen wensch der Vereeniging. Hfi is van oordeel, dat het keuren van kal veren in de huid of in het vel niet mogelijk is, daar ook de door de huid bedekte deelen onderzocht moeten worden. Evenals de Kamer van Koophandel willen B. en Ws. deze zaak aan het deskundig oordeel overlaten, en sluiten zfi zich dus aan bfi het gevoelen van den inspecteur, die hun steeds blijken heeft gegeven van te zfin een des kundige bij uitnemendheid. 7o. De Vereeniging wenscht dat het Ame rikaansche spek zoodanig worde gemerkt, dat daaruit de buitenlandsche herkomst blfikt. De Vereeniging zegt in haar adres: „dat het ter bevordering een er eerlijke concurrentie noodzakelijk voorkomt, dat het Amerikaansche spek, naast het qualiteitsstempel, een stempel ontvange, waaruit de buitenlandsche herkomst blijkt, of daarvoor een geheel afzonderlijk stem pel worde ingevoerd." Nu zyn B. en Ws. van oordeel, dat inwilliging van dien wensch niet ligt op den weg van het Gemeentebestuur en zeer zeker een der gelijk protectionisme al ware dit overigens gewenscht niet zou vallen binnen het kader van eene vee- en vleeschkeuring. De keuringsdienst kan zich niet bezig houden met de herkomst van ter keuring aangeboden vleeschwaren, daar de herkomst op zichzelve aan de geschiktheid der waren ter consumptie niets afdoet. Het vleesch is voor de consumptie geschikt of is dit niet. Alleen deze vraag moet beant woord worden en verder mag men bij deze verordening en bfi deze keuring niet gaan. De herkomst moet, dunkt B. en Ws., daarbij geheel onverschillig zfin. Nu wil de Kamer van Koophandel aan den wensch der Leidsche varkensslagers indirect te gémoet komen door te bepalen dat het te Leiden geslacht varkensvleesch met een spe ciaal stempel wordt voorzien, waardoor vol doende kan blyken ''at het vleesch afkomstig is van een varken, dat hier te Leiden ook levend is goedgekeurd. Door zoodanigen maatregel zullen de ver bruikers zich kunnen overtuigen of het vleesch al of niet afkomstig is van hier ter stede levend gekeurd vee en daarvoor is voorzeker voel aan te voeren, omdat uit den aard der zaak eene voorafgegane keuring van het levend vee meer zekerheid aanbiedt voor de goede hoedanigheid van het vleesch. Zoodanige maatregel moet alsdan, naar het inzien van B. en Ws., niet alleen worden toegepast op het varkensvleesch, maar op alle vleesch, omdat dezelfde motieven voor. zoo danige onderscheiding bestaan voor runder en ander vleesch. Zij zijn alzoo bereid om in de instructie van den inspecteur van de vee- en vleesch keuring de bepaling op te nemen, dat het vleesch, dat afkomstig is van hier tor stede levend gekeurd vee, afzonderlijk wordt ge stempeld met de aanduiding „levend gekeurd." Leiden, 18 October. In antwoord op een schrijven van Burg. en Weths. van 2 October heeft de commissie van het Stedelijk Museum van Oudheden en Schilderijen de eer hun het volgende mede te deelen: In hunne vergadering van Zaterdag 6 Oct. is uitvoerig de zaak besproken, of er aanleiding kon zfin om te vreezen voor het gevaar, dat het Museum zou ontaarden in een Museum van beschavingsgeschiedenis. De commissie was eenstemmig van oordoel, dat hiervoor geene reden betaat. Ziet men de lijst der ingekomen voorwerpen in, die aan het verslag van dit jaar is toege voegd, dan zal men ontdekken dat, op eene enkele uitzondering na, alles ten geschenke is ontvangen en betrekking heeft op de be schavingsgeschiedenis van Leiden, en op de lijst der aankoopen is geen enkel voorwerp vermeld, dat niet eene aanwinst kan heoten voor het Museum. Uit de tweede alinea meent de commissie op te moeten maken, dat, met hoeveel bijval de tentoonstellingen in de Kunstzaal werden begroet, men zou wenschen, dat er ook meer van Oudere Kunst zouden worden gehouden. De commissie moet hierop antwoorden, dat tot nu toe de gelegenheid daarvoor zich niet aanbood, en dat, wat de meesten der ge houden tentoonstellingen betreft, het doel was- kennis te maken met de nieuwe richting ir de schilderkunst. De hulde van B. en Ws. omtrent de werk zaamheid van den conservator is de commissie zeer aangenaam en wordt door haar gedeeld. Na een ingesteld onderzoek deelen B. en Ws. mede dat er bij hen geene bedenkingon bestaan tegen de inwilliging van het verzoek van P. Kooreman, om vergunning tot het leggen van eene stoep voor het perceel Zonno- veldsteeg N°. 12, zoodat zij den Raad in overweging geven do gevraagde vergunning te verleer.en, onder voorwaarde dat de rooilijn worde gevolgd van de stoepen, liggende voor de perceelen Zonneveldsteeg Nos. 14 en 15. In de Memorie van Antwoord op het sectieverslag der gemeente-begrooting voor 1895 werd bfi Volgn. 115, Kosten der Schut terij, medegedeeld dat omtrent de begrooting van den Schuttersraad nog in overleg is go- treden met den Schuttersraad, zoodat nog geen vast cijfer voor dit artikel kon worden opgegeven. Op de begrooting van den Schuttersraad was namelijk eene verhooging uitgetrokken voor de jaarwedde van den Kwartiermeester, tot dusver bedragende f 300, met f 200. Vermits B. en Ws. zich met de voorge stelde verhooging niet konden vereenigen, hebben zfi den Schuttersraad uitgenoodigd de zaak nader te overwegon en den bedoelden begrootingspost wederom op het vorig bedrag terug te brengen. Blijkens nader schrijven heeft echter do Schutters~aad zfin voorstel gehandhaafd, omdat hfi het gevoelen bleef toegedaan, dat de werk zaamheden, verbonden aan de betrekking van Kwartiermeester, het aangevraagd verhoogd bedrag ten volle wettigen, terwfil voor de voorgestelde verhooging, nacx het B. en Ws. voorkomt, geene voldoende termen bestaan. Zfi geven den gemeenteraad mitsdien in overweging Volgn. 4 van de begrooting van den Schuttersraad met f 200 te verminderen en weer vast te stellen op f 300 en de be grooting aldus gewfizied voorloopig goed to keuren en de toelage uit de gemeenteka vast te stellen op f 8696. De Nederlandsche mail, met berichten uit Batavia tot 18 Sept., kan 20 dezer alhier worden verwacht. De ritmeester R. H. O baron Vzd der Capellen, van het 3de reg. huzaren, is mot ingang van 1 Nov. a. s. eervol ontheven uit de functie van instructeur, en met dien datum van Leiden naar Den Haag overgeplaatst, met bestemming als commandant over het 6de eskadron van vermeld corps. Op de 838te Ifist der vrfiwillige bfi- dragen voor Z. H. den Paus in de „Tfid," komt o a. voor eene gift van 5 uit Leiden, van M., „om het gevaar, waaraan ik ben blootgesteld, te vermfiden en de gaaf van het H. Geloof niet te verliezen." De gemeenteraad van Valkenburg heeft de begrooting voor 1895 in ontvangst en uit gaaf vastgesteld tot een bedrag van ƒ4788.975. Te Aalsmeer is een winter landbouw- cursus aangevangen met 16 leerlingen. Een huwelijk op Helgoland. i) Wie zeveD uren op eene stoomboot heeft doorgebracht, is dankbaar, wanneer hfi einde- Ifik den vasten wal onder de voeten krfigt, al is het dan ook maar een klein stukje, zooals Helgoland. Wat toch beteekent eene oppervlakte van 4000 meter in omtrekt Nog nooit he6ft mfi dan ook „Jung Werners Abschiedslied" zoo aangenaam gestemd, als toen de wind het weemoedige trompetgeschal uit de muziektent tot ons bracht, terwfil ik met moeite op den steiger klauterde. Men begrfipt dus hoe verheugd ik was, toen ik onder de menigte het welbekend gelaat ont dekte van mfin vriend, Clemens Lothrng, dien ik geheel uit het oog had verloren, sedert hfi de colleges aan de universiteit niet meer bezooht en de loopbaan van architect had gekozen. Wfi liepen haastig op elkander toe en schudden elkaar hartelfik de hand. De zeelucht, welke den blos der gezondheid doet terugkeeren, scheen nog geen invloed te heb ben gehad op het bolbleeke gezicht van mfin vriend. Zfine kleeding was ook geheel anders dan die der overige badgasten; hfi droeg een zwarten of zeer donkeren rok en op zfin door vo8sig-blondo, ietwat borstelachtige lokken omkranst hoofd den breedgeranden hoed van een kunstbroeder. Aafl vragen en antwoorden scheen geen einde te komen, tot groote ergernis der pas sagiers eener tweede boot, wien wfi mooi den weg versperden. Een politie-agent wierp ons zelfs een blik toe, waarin duidelfik te lezen stond, dat, als wfi nog langer het open baar verkeer belemmerden, hfi tot krasser maatregelen de toevlucht zou nemen. Wfi zouden er misschien nog staan, als ik Clemens niet voortgeduwd hadzóó opgetogen was hfi over onze ontmoeting en vroeg letterlfik naar iederen academiemakkermenige hunner was mfi reeds geheel uit de gedachte gegaan. Spoedig vond ik een geschikt verblfif. Mfin vriend vond het uitstekendde kamers waren voor mfi als geknipt en zeer gezellig. Met een vloed van woorden deelde hfi mfi deze troostrfike gedachte mede, wisebte zich het zweet van het voorhoofd, drukte den breeden vilten hoed weer op zfine tamelfik verwaaide lokken en besloot met een „Ziezoo, daar ben je nu weer ingekwar tierd; maak het je zoo gemakkelfik mogelfik, frisch je eens op en dan drinken wfi samen koffie, hè? Bfi Reimer; dien ken je nog wel van vroeger; afgesproken dus, zoodra je klaar bent, kom je bfi ons. Wfi hebben veel met elkander te bepraten. Zoo sprekende schudde hfi mfi de hand, ik knikte van ja en met dreunende stappen filde hfi de gang door en het huis uit. Toen ik mfi een beetje huiselfik ingericht en verkleed had, begaf ik mfi, volgens af spraak, naar het strand. Voor het paviljoen zat Clemens en naast hem eene teedere blon dine, die op s^jn steedsch en hoogst bevallig gekleed was; haar toilet verried niet dat streven der behaagzieke dames, om zooveel mogelfik op eene zeenimf te gelfiken. Zoodra mfin vriend mfi in de verte zag aankomen, stond hfi op en wenkte uit alle macht. „Dat '8 braaf, heel braaf van je, dat je zoo gauw komt; ga zitten.... Lieve Betsy, ik stel je mfin oudsten en besten vriend voor. Vervolgens zich tot mfi wendende en de blanke hand der jongedame, die op tafel lag, streelende, zeide hfi: „Mfine echtgenoote; sedert tweemaal vier en twintig uur is zfi mfine vrouw; ik begrfip het zelf nog niet; wfi spreken daarover later weieens 1" Ik was ten hoogste verbaasd, want hfi had geen woord van zfin huwelfik gerept; maar ik liet, beleefdheidshalve, mfine verwondering niet blfiken. „Je moet weten, wfi zfin hier getrouwd", ging Clemens opgewonden voort, „uit nood zakelijkheid, beste vriend, het kon niet anders, het moest; want eene tweejarige verloving is, dunkt mfi, lang genoeg; is het waar of niet? Betsy is haast twintig, van eene getrouwde vrouw mag men den leeftfid wel zeggen, maar mfine beste schoonmama vond haar nog een beetje te jong, die wilde haar nog niet afstaan; nu vraag ik jel Toen ik dus na twee jaar geduldig wachten be greep, dat deze doodgoede, maar halsstarrige vrouw niet te vermurwen was, dacht ik bfi mfizelvenHier kan enkel en alleen eene krfigs- list baten 1 Op een mooien dag verraste ik de lichtgeloovige vrouwen met het heuglfike nieuws, dat ik 1 September te Cairo moest zfin. De onderkoning wilde een hofje laten bouwen voor zfine bejaarde favorieten en had met dit doel eene prfisvraag uitgeschreven; ik had mfin ontwerp ingezonden en 'was nu met de uitvoering van groote bouwwerken belast. Ik stelde voorzichtigheidshalve den duur van mfin verblfif op twee jaar en het bevel van den onderkoning, zeide ik, was even onwrikbaar als de wet der Meden en Perzen. Nu moest de goede mama wel toestem men, ja, wfi hadden zelfs niet eens den tfid ons huwelfik met de noodige plechtigheid thuis te vieren. Op Helgoland maakt men niet veel omslag, als er twee één van ziel en zin willen wordenmen wendt zich een voudig tot het kerkbestuur; de kerkeraad wordt bfieengeroepen en men zweert dat men ongehuwd is. Éón, twee, drie, is het klaar. Men wordt prompt en civiel bediend.... en ik vind het uitmuntend. En zoo zfin wfi dan man en vrouw. Zie jel" besloot hfi en keek welbehaaglijk naar den glinstorenden trouwring. „Dat is nu het ongelooflfike, waar over ik met u spreken wilde. Overmorgen vertrekken wfi waarheen, denk je? Naar Cairo zeker niet. Dat was maar eene nood leugen van twee minnende harten en kwaad is er niet bfi want ik heb voor het vol gende jaar een aantal stukken in mfin zak, zoodat wfi er ons ook zonder onderkoning van Egypte wel door zullen slaan, nietwaar, Betje? De hoofdzaak is: hoe redden wfi er ons uit? Mama is eene doodgoede vrouw, maar zfi vergeeft het nooit, als iemand haar om den tuin heeft geleid; dan is zfi onver- zoenlfik. Waar blfift zfi toch, Betje?" „Mama heeft een kennis uit Hamburg ge vonden en zal wel zoo aanstonds komen", antwoordde de medeschuldige, op haar hor loge ziende. „Nu ken je het netelige geval, wat zou y in onze plaats doen?" Het vrouwtje sloeg hare oogen tot mfi op twee lieve, onschuldige oogen, welke zeer dui- delfike taal wisten te spreken. „Gelukkige sterveling", zeide ik, geroerd door den blik van het bekoorlfike vrouwtje, die Clemens zóó hartelfik liefhad, datzfizelfr medeplichtig aan zfin bedrog was geworden en getroffen door de hulpeloosheid van mfin anders zoo kordaten vriend, riep ik uit: „Ik zal zien wat ik kan, maar het is een drommels netelig geval. „Dat behoef je mfi niet te zeggen, het is ellendig, allerellendigst!" bevestigde Clemens zeer mistroostig. „Ben je soms jaloersch?" vrceg ik na eeuig nadenken. „Wat bedoel je? Ik ben nog niet in de gelegenheid geweest, maar ik geloof, dat ik den eerste den beste, die al te vrfipostig met mfine vrouw was, op staanden voet doodsloeg." „Zóó I Dat wilde ik juist weten, want ik ben besloten je vrouw hot hof te maken." Hfi keek mfi ongeloovig en vrfi onnoozel aan. „Bepaald het hof maken 1 En wel onder jouw oogen en in het bfizfin van je schoonmoeder. „Zfi is, helaas, stokdoofl" fSlot volgt.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 1