MENGELWERK. Finantiëele Kroniek. De afgeloopen week kenmerkt zich voor vele fondsen door oene betore stemming, welke voornamelijk te danken was aan de gunstige tijdingen, welke omtrent den ziektetoestand van den Czaar werden vernomen en voor hot oogenblik geene redenen tot groote bezorgd heid schijnen te geven, en de meer kal- meorende politieke berichten, waaruit blijkt dat hel optreden der groote mogendheden tegen- ovor de China Japansche oorlog, geheel in onderlinge overeenstemming geschiedt. Toch blijft de verbetering binnen beperkte grenzen, daar bij do groote gevoeligheid der markt (on hierop werd reeds vroeger gewezen) by do geringste aanleiding wel een reus achtige drang tot verkoopen wordt waarge nomen, doch bU eenlgszins gunstiger teekenon niet zoo spoedig eene evenredig gunstige houding der markt merkbaar wordt. De ver schillende fondsen zyn in de laatste jaren buitengowoon opgedreven, zóó, dat wel een teruggang, doch moeiiyk verhooging der koer- eon is te verwachten, en nu is juist do vrees voor mogeiyko groote kentering oorzaak, dat by de geringste alarmgeruchten onmiddellyk een groote drang tot verkoopen ontstaat, om zooveel mogelyk tegen grooter verlies govry- waard te zyn. In onze 3taatsfondeen ging niet veel om, do handel daarin heoft ook al weinig te boduiden, hoewel het geld zeer overvloedig en de koers laag blijft. Over het algemeen was de 2'/j pets. W. Schuld in de minst gunstige positie; de koersverbetering, welke daarin voor een oogenblik plaats vond, ging spoedig weer geheel verloren. De uitslag der Tabakveilingen was oorzaak dat voor de meeste Tabakaandeelen oene willige markt bestond. Wel maakten Sen om ball's eene kleine buiteling, doch do koers verbeterde zich spoedig. Assahan schynt, een ongelukkig land te zyn, ten minsto voor die ondernemingen, welker waarden hier ter Beurze worden verhandeld. Aandeelen A s s a h a n-T a b a k-Maatscbappy en A s s a- hanCultuu r-Maatschappy ondervonden een belangrykon teruggaDg. Overigens was de markt der Indische waarden buitengewoon kalm. Alleen rescontro llandel-Maatschappü bleef een gelief koosd fonds voor de speculatie, die voortging bet aangenomen dalingsprogramma ton uit voer to brengen. Do afdeeling der Nederlandscbe spoor wegwaarden was flink; hoewel do om- tellen niet voel te beteekenen hadden, bleef toch oono vaste stemming behouden. Europeeeche waarden haddon oen gun- stigo week. Do borichton omtrent den gezond heidstoestand van den Czaar blyven gunstiger lulden en thans wordt algemeen aangenomen dat aanvankoiyk niet zonder bedoeling - (lat zo zeer overdreven waren. De al of niet juistheid daarvan zal moeilyk kunnen beoordeeld wor den, doch van de meest betrouwbare zyden worden do berichten van geruststellender aard goacht. Ten slotte werd hierdoor veel van den plotseling veroorzaakten schrik en angst weg genomen en kon daardoor een gedeelto van hot niet onbelangryk koersverlies worden her wonnen. Toch is nog veel in te halen alvorens bet hoogo peil van eene maand geleden wederom is bereikt en voor de zooveelste maal wordt bowaarheid dat by eene crisis, of iets wat daarop gelykt, do koersen wel zeer snel om laag gaan, doch, by eono gunstige wending, verbetering slechts langzaam en voorzichtig plaats heeft. Hongaarsche fondsen bleven zeer pryshoudend. Do finantiéele toestand van dit land biyft steeds meer en meer de aandaebt trekkon. Hoewel de dezer dagen door den minister van financiën ingediende begrooting oen kleiner saldo aanwyst dan do vorige, had men toch vóór do indiening eene minder gün- stige opinie, daar do uitgaven eene niet on belangryke vermeerdering aantoonden. Nu echtor de ontvangsten ook een hooger cyfor aanwyzen, is de ongunstige verhouding daar door weggenomen. Zoowel de 4 pets. goud- leening, als de spoorwegleening, wyzen een niet onbelangritken vooruitgang aan. Yoor Italië was do opinio minder gun stig, hoewel de lang voorbereid zyndeoprich ling eener Duitsch-Italiaansche Bank eindelyk haar beslag hoeft gekregen. Het is nu maar to hopen dat dezo instelling zal beantwoorden aan de verwachtingen, aan haar oprichten vastgeknoopt, nl. het verbeteren van den han delstoestand, hoewel de pogingen daartoe uit don aard slechts zoer bescheiden kunnen zyn. Portugal hoeft mede van do gunstige stemming kunnen profiteeren. Al is de ver betering voor deze fondsen niet buitengewoon groot, toch bleef do houding der markt be vredigend. Spaansche fondsen wordendoor de Pavyscho Bours zeer sterk gesteund, al waar do markt voor de nieuwo leening moet worden voorbereid. Het nieuwe ieeningsplan, hotwolk reeds langer dan een jaar in de lucht heeft gehangen, is thans in afgeronden vorm openbaar gemankt. In November zal do Cortez daarover hebben to beslissen. De niouwo loening zal 5 pet. rente dragen, tegen den koers van 90 pet. worden uitgogoven en oen gedeelte dor tabakopbrengst tot waar borg hebben. In den laatsten tyd is do stemming voor T u r k 8 c h o waarden niet zoo geanimeerd als sedert lang het geval is. Waarschijnlijk wordt dit fonds, hetwelk te Pnrys do hoofd markt heeft, oonigszins verwaarloosd. Belang rijk is hel in het thans openbaar gemaakt uitvoerig verslag oen blik te slaan, in verband met do vraag omtrent eene aanstaando ver hoogde rentebetaling op de geconver teerde Turken. Hoewel hierover in den laatsten tyd van verschillende zyden mee ningen zyn uitgesprokon, is een beslist ant woord nog niet gegeven. Het is daarom niet te onpas in het kort de positie der geldmid delen van Turkye, voor zooverre zy met boven bedoeld vraagstuk in verband staan, te be spreken. Het nominaal bedrag der schuld is in 1893/94 met ruim 1,460,000 T. ponden verminderd, terwyl het fonds, waaruit de ver- hooging van den interest zou moeten worden ge vonden, vermeerderd is met 108,000 T. ponden. Aan het bedrag om op de geconverteerde schuld pet. rente meer uit te betalen, ont breekt nu nog 68,000 T. pond, welk bedrag men ovenwei verwacht dat in het loopend jaar gemakkelyk zal kunnen worden opge bracht. Is dan het noodige fonds voorhanden om de Maart-coupon op den voet van 1'/, pet. te voldoen, eene andere vraag blyft dan echter te beantwoorden, welke wellicht de verhoogde rentebetaling voor de eerstkomende jaren nog zou kunnen tegenhouden. Het is nameiyk nog niet uitgemaakt of de uitkeering van pet. extra reeds mag plaats hebben, zoodra het beschikbaar bedrag daarvoor (voor dón coupon) aanwezig is, dan we) of daarmede zoolang moet worden gewacht totdat het reservefonds zoodanig zal zyn aangegroeid, dat daaruit ook de verhoogde uitkeering voor moerdera vol gende coupons zal kunnen geschieden. Eene beslissing hieromtrent Bchynt nog niet ge nomen. Hoowol de middelen in 1893/94 niet zyn vooruitgegaan zooals in 1892/93 het geval was, wordt toch do verwachting gekoesterd, dat zy voldoende zullen blyven toenemen. De Russische Spoorwegmarkt was zeer levendig. In den laatsten tyd heerschte voor deze waarden eene geanimeerde stemming, welke ten deele wordt in het loven geroepen door verschillende geruchten omtrent naasting van spoorwegen door de regeering. Nu worden echter in een der toongevende Russische finantiéele bladen op in hst oog loopende wyze dezo geruchten tegengesproken en ge waarschuwd tegen de opdrijving der koersen van verschillende spoorweg-aandeelen. Van do aandeelen Russ. Zuid-We et-S po or wordt verklaard dat van eventueele schadeloosstelling by de overname van dezen spoorweg geen sprake zal zyn en evenzoo wordt gewaarschuwd tegen enkele voorstellingen aangaande de voorwaarden, waarop de overname derWar- schau-Weenen, Fastowo en Balti- sche Sporen zou geschieden. Hoewel het niet onwaarBchyniyk, is dat de conditiën ten op zichte der laatstgenoemdo spoorwegen toch nog gunstig zullen zyn, is toch de bedoeling van het Russische blad, nl. te waken tegen speculatie op ovordreven geruchten, niet anders dan te billijken. Het valt overigens te betreuren dat do aandeolen Russ. Zuld-West-Spoor uit de handen der houders zullen moeten gaan, daar de ontvangsten dezer lijn in buitengewone mate blyven toenemen en vooruitzichten op een zeer gunstig extra dividend opleveren. De markt der Zuid-Amerikaansche waarden bleef zeer kalm on de verschillende soorten geven gcene aanleiding tot eonjgerlei bospreking. Do Amerikaansche Spoorweg- markt blyft moer dan treurig. De handels berichten blyven dan ook zeer teleurstellend. Niettogenstaando de katoenoogst reusachtiger i3 dan ooit, zullen de zeer lage pryzen weer oorzaak zyn, dat het profijt voor do spoor wegen, door de lago tarieven, slechts van weinig beteekenls kan zyn. Een der kwade punten blyft steeds de A t c h i s o n-geschie- denis, waaromtrent ln den laatsten tyd ge ruchten wordon vernomen, dat eene bevoor rechte leening boven de 4-pet.-obligatiën zou worden gesteld. Hoewel nog geen definitief reorganisatieplan bestaat en dus bovengenoemd gerucht niet andors dan als zeer voorbarig moet worden aangemerkt, werkt toch de langdurige crisis der Atchison doodend op de geheelo spoorwegmarkt. De onderhandelingen, welke reeds langertn tyd gevoerd worden omtrent do overneming der 6-pcts. obligation Chesapeake Sc Ohio S. W., scbynen nu daartoo te hebben ge leid, dat men hoopt voor deze obligatiën een koers van 104'/» pet. te kunnen bodingon, daaronder niet begrepen het bedrag dor beide onbotaald gebleven coupons, hetwelk nog afzonderlyk zal worden vergoed. Iiijnlandschc Bank. INGEZONDEN. Lombok. Geachte Redactie! Mogelyk is het voorbarig of overbodig, maar zoo mogelyk zag ik onderstaand in uw blad opgenomen. Er is op 't oogenblik in den lande geene zaak, die meer de aandacht trekt dan de expe ditie op Lombok on do mannen, die daaraan deelnemen. Terocht hoerscht er eene algemeeno deelnoraing met lien, die daar als slachtoffers van hun plicht er. militaire disciplino zyn ge vallen en nog zullen vallen, dikwyis bevelen opvolgend, dio later gebleken zyn onjuist te zyn goweest. Toch kan ik my by al die oproepingon, enz. om steun voor de nagelaten betrekkingen van hen, dio op Lombok vallen en znllen vallen, een zekeren wrevel niet onderdrukken. Is er buiten Lombok geene plaats meer in den Archipel, waar onze dapperen ons pres tige moeten ophouden? Is er geen Atjeh meer, waar eene voortdurendo waakzaamheid noodig is, om niet eiken dag of eiken nacht overvallen te worden, dat zeker een afmat tender toestand teweegbrengt dan eene gere gelde expeditie? Zooals de Lombok zaak thans staat, zal er, hopen wy, spoedig beslist worden, doch wan neer zal de Atjeh zaak geëindigd zyn en niet jaar in jaar uit slachtoffers vragen? My dunkt, voor de nagelaten betrokkingen van officieren en minderen is het tamelyk hetzelfde of hun kostwinner op Lombok of op Atjeh gevallen of voor altyd verminkt ia. Het verlies, dat geleden is, is oven zwaar; waarom dan alleen gelden verzameld voor 'de nagelaten betrek kingen der deelnemers apn de Lombok-expe ditie? Is er misschien van militair oogpunt verschil; wy, leoken, mogen daarin geen on derscheid maken. Die in Aljeh vallen, zyn niet minder slacht offers van hun plicht, dan die in Lombok. Men diene dit in het oog te houden en daarnaar te bandelen I Onder dankzegging, Hoogachtend, Haarlem, UEd. Dw. Dienaar, 11 October '94. Sp. [Wy horinneren den inzender dat het vol strekt niet de bedoeling is enkel aan de op Lombok gevallenen te denken. Het centraal- comité voor het „Nationaal Fonds" wenscht, zooals ook in zijne oproeping met vette letters gedrukt staat: „In den ruimsten zin des woords werk zaam te zyn in het belang van do nagelaten betrekkingen van allo militairen, behoord hebbende tot leger of vloot, die in of door den strijd tegen den vijand in Indiö, of door zi6kto en vermoeienis, als gevolg van den dienst in de tropen, vielon of in don vervolge zullen bezwyken." De commissie heeft die wyde omschrijving gegeven van haar doel, omdat ook zij vermoedt, dat velen, indachtig aan den nog immer voort- durenden stryd tegen Atjeh en do telkens terugkeerendo expedities naar verschillende deelen van den Indischen Archipel, gaarne eeno ruimere bestemming aan do door hen ge storte gc-lden wenschen te geven. Zy vertrouwt dat de Lombok commissies, door wier krachtig initiatief reeds zooveel verkregen werd, met haar onderlinge aaneensluiting wenscholyk achton en als plaatselyke comités of sub-com missies van het contraal-cohuté werkzaam willen blyven. Zy vraagt dus bydragon tot het byeou- brengen van een Nationaal Fonds voor bet bovengenoemde ruime doel. Blijkt het later mogelyk, dan zal men den werkkring uitbreiden door ook ondersteuning te verlecnen aan die militairen, die, na een eervollen dionst by land- of zoomacht, door ziekto of verwondingen onbekwaam zyn te blyven dienon, en, in Nederland teruggekeerd, riiet in staat zyn in het onderhoud van hun gezin to voorzien; maar hoofddoel blijft: onder steuning der nagelaten betrekkingen. Red j IV o t e n. Uit hel Fransclc eau Jules Charelie. Ik zit in de grijze schemering voor het vroolyk brandond vuurtje, dat daareven is aangelegd omdat de avonden al zoo kil wordeD, en onder myn raam boor ik de schrille stem van den een of anderen Israëlietischen ventor. „Noten, noten!" schreeuwt by en zyn ge roep klinkt my in de ooren als het luiden eener doodsklok, de doodsklok der zonnige dagen en warme avonden van den zomer, die helaas weder achter ons ligt. Nog lang dringt het kryschende geschreeuw tot my door: „noten, noten I" en ik voel my droefgeestig gestemd worden. Het is alsof een somber floors over myn gezellige kamer wordt uit gespreid; er vermengt zich zelfs rook met de helder opvlammende houtblokjes. Gowooniyk ziet men ze voor het eerst aan tafel, de hatelyke vrucht, juist op het oogen blik dat de digestie begint en het gesprek, dat daareven nog zoo opgewekt was, begint te verflauwen kleine Bacquos die ons komen verkondigen dat de winter ophanden is. Zonder ons ook maar eenigszins op hun komst voor te bereiden, liggen ze daar eens klaps voor u op de kristallen dessertschaal en de anekdote, die ge nog pas half verteld hadt, blyft onvoltooid; het goestigo woord besterft u op de lippen, terwyl één gedachte zich geheel van u meester maakt: vaartwel, schoons dagen en lichte zomornachtende natte, koude winter staat voor de deur. En zu vertollen u verder dat het nu gedaan is met de sappige vruchten, de donkerblauwe druiven en do fluweel-zachte perziken. De zomer is voorbygesneld, nu begint het seizoen van de noten: do herfst. En overal op de straten hoort men het droefgeestig geroop van: „noten, noten 1" weggalmerid in de vochtige lucht over de natte daken en half ontbladerde boomen. „Mag ik u de noten eens presenteeren?" Men kan oven goed zeggen: „hier is uw aandeel in den winter met zijne guro regen dagen, vorst, Ijs on sneeuw." En men moet het wel aannemen, het wordt ons arme stervelingen niet gevraagd of de dagen ons te kort en de koude ons te streng is. In het bosch kraken reeds de dorre takken, waar nog onlangs da voet wegzonk in het zachte mos; do boomen prykon reeds in hun herfstdos: verdorrende bladeren in alle nuances van geel tot rood bruin en goud toe. Hat is stil in de natuur, een enkele maal het lichte geritsel van een vallend blad, als een onuitgesproken klacht, verder oen drukkend stilzwijgen. En in de atad het nimmer eindigend geroep van: „noten, noten 1" II. „Noten, noten I" Wat al onaangename dingen brengen ons die enkele woordon niet in herin nering 1 En al die misères, al die humeur- bedervende kleinigheden staan ons ook nu weer te wachten. Een verschiet van sombere, donkere dagen, ochtenden als men ontwaakt door den piassenden regen die gestadig neer valt, dagen ja weken lang, gryze luchten, morsige straten en wat nog het ergst ia van allesoene kille vochtige koude, die de huizon binnendringt en de kleoderen, en die ons tot op het gebeente doet rillen. Dat alles zegt ons het geroep van den armen Israëliet, die daar geduldig, den gansehen langen dag, zyn handkarretje voortschuift. Hoort go hem wel schreeuwen? Duidelyk klinkt zyn stem uit, boven het verward ge- druisch op de straat, voor my ten minsto, die den onBChuldigen venter zou kunnen haten, alleen om de waar die hy zoo luidruchtig tracht aan den man te brengen. Ja, ik haat ze die herauten van den winter met hen komt ook do gure regen, de mist en de modder der straten, de alles doordrin gende vochtigheid van het notenseizoen. En toch ontmoetto ik laatst iemand, die durfde beweren dat de noten wel degelyk ergens goed voor zyn, nameiyk tot dooding van den tyd. Nu, voor sommigen is dit een groot voordeel, en aan hen gun ik gaarne het genoegen een lofdicht op de gehate vrucht te vervaardigen of eene pleitrede er voor op te stellen. Myne inzichten zullen er niet door gewyzigd wor den, al zou een verstokt notenliefhebber de ge wraakte vrucht ook nog zoo ophemelen. Ik weot heel goed dat zoo iemand zou aanvoe ren dat het gezelligo van het noten-eten be staat in het langzame, in tegenstelling van allerlei gerechten, die mon zoo snol mogelyk moet verorberen, uit vrees dat die anders smelten of stollen eer men ze naar den mond gebracht heeft. Hoe geheel anders is dat met de noten 1 Eerst kraakt men ze voorzichtig, om vooral de zoeto, witte kern niet te be schadigen. Het is eene inspanning om de vrucht zoo te pellen, dat er geene stukjes los laten: met gebogen rug, geheel oor en oog voor do noot, dio hy onderbanden heeft, zit daar de notenliefhebber, zyn geheels wezen gaat op in de zaak, lichaam en ziel behoort hy de noot toe. En onder het ingespannen pellen vergeet hy de teleurstelling van giste ren, de vermoeienissen van heden en de be zwaren van morgen. Hy vindt troost en vergetelheid in de vrucht, wier naam alleon my reeds kregel maakt. Want terwyl hij bezig is, verloopt do tyd, dio gewapende vyand. Men tracht hem to dooden met speldenpiikken, zoo lang dat hy ons zonder eenige waarschuwing afmaakt met éun slag van zyne scherpe byi. Dat is zyne manier van doen als hy lang genoeg gewacht heeft en zyn geduld uitgeput is. III. En toch, in spyt van dat alles, herzeg ik, dat ik de noten haat: die boodschappers van slechte tyding. Er is niet meer aan te ver anderen, van die droevige werkelykheid ben ik overtuigd, de herfst heoft zyne intrede gedaan. Welnu, do tyd is aangebroken om dichtby don haard en het kunstlicht te. blyven, den gebeelen langen avond, of om den schouwburg of de bals te bezoeken, de voeten beklemd in te nauwe schoenen en de banden in knel lend chovreauleder, terwyl men tovergeefs den hals tracht te wenden in het hooge, wit- gesteven linnen. Daar zullen wy geduldig mot heldenmoed de ondraaglykste warmte doorstaan, afgewis seld met yzigen tocht uit een raam dat kiert; daar zullen wy uitbundig lachen, met eene leegte in het. hart, om zotte romancen on nog zotter vaudovilles. „Noten, noten!" dat wil zoggen de tyd nadert van de concerten/waarop zich beroemdheden d09n hooron op de viool, op de plano, op de fluit, op do trombone, ja waarop niet al, beroemdheden, welker namen onveranderiyk eindigen op „k(j" en „rmann." Helaas, de avonden zyn voorby, dat we aan de muziek dor vogelen genoeg hadden, de heerlijke zomeravonden, wanneer het een genot was naar de kleine gevederde zangers te luisteren, die nu zwygen of naar verre streken vertrokken zijn. „Noten! Noten!" De stom van den armen venter sterfc lang zaam weg in de modderige straat, de scheme ring valt reeds; kom, laten wy do lamp aan steken Vaarwel schoons, bloomen en sappige vruchten; vaarwel, tot een volgend jaar, het is nn de tyd der noten. Onherstelbaar. Uil het Franoch van Pierre Loti. De volgende kleino geschiedenis is my verteld, door Yves, den avond, waarop hy mot zyne boot eene lading veroordeelden voor Nieuw- Culedoniu naar hot groote transpoitschip bracht. Onder hen bevond zich een oud man, een grysaard van minstens zeventig jaar, die met groote teederheid een vogelkooitje met eene kleiuo musch er in op do knieën hieid. Yv63 had, om den tyd te dooden, een praatje met don oude gemaakt. Hy was met een yzeren ketting gebonden aan een jeugdigen aristocraat mat een lorgnet op den dunnen bleeken neus, en die zeker niet om zeer aristocratischo handelingen tot de galeien was veroordeeld. De grysaard vertelde aan Yvee dat hy reeds voor do zesde maai wegens diefstal en landloepery was veroordeeld; „als men een3 gestolen heeft en men ie zonder werk, en niemand laat zich aan u gelegen ligger, waarom zou men het dan niet voor den tweeden keer doen", voegde de ongelukkige er by, „men moet toch eten op de oene of andere manier." De laatste maal ben ik veroordeeld, omdat ik oen zak aardappelen, eene zweep en wat knollen van een land had meege nomen. En kon men my nu daarom niet in Frankryk laten sterven, in plaats van my op myn ouden dag nog zoo ver weg te zenden? Daarna had hy Yves zy'n vogeltje getoond, het kostbaarste wat hij op aarde bezat, kin- derlyk verheugd dat iemand hem zyne aandacht schonk en met een zweem van medelydon aanhoorde. Een jaar lang had hot diertje zyne ge vangenis gedeeld, en wat had het hem eene moeite gekost, het to mogen meevoeren naar Nieuw Caledonië! En by liet den goedhar- tigen zeeman vol trots zyn kooitje zien, „gy begrypt, hy moest toch een geschikt verblyfje hebben gedurende den overtocht." In myn vryen tyd heb ik het geknutseld van wat hout en een weinig yzordraad; de groene verf heeft het heelemaal opgeknapt Ik herinner my nog woordelyk wat Yvee zoide „Het arme muscbje had niets dan wat grys gevangenisbrood om te eten, en toch huppelde het zoo vroolyk zyn kooitje op en neer, alsof het zich daar recht gelukkig voelde." Eenige uren later, toen men het transport schip bereikt bad en de gevangenen werden ontscheept, kwam Yves toevallig langs den ouden galeiboef, dien hy reeds weer ver geten was. „Hier, neem gü het maar," zeide de arme oude op geheel veranderden toon, terwyl hy hem het kooitje toehield; misschien hebt gy er nog iets aan." „Volstrekt niet", bedankte Yves, „neem gy het veel liever mede, dan hebt gy nog ge zelschap daar." „Acb, hot muechje is er niet meer in; wist gü het niet, dat het weggevlogen ie?" En twee tranen, zichtbare teekens van zyn onbeschrytlyk verdriet, rolden hem over de wangen. Gedurende het traject was door oen schok het deurtje opengegaan en hot arme muscbje was van schrik er uitgevlogen om dadelyk weer neer te vallen in zee. Zyne vleugeltjes waren immers gekort, hoe kon het dus ook anders 1 O, dat ontzettend oogenblik, toen hy zyn kleinen kameraad zag worstelen tegen den dood, zonder iets te kunnen uitrichten 1 En hy moest het lydeiyk toezien. Eerst had by nog willen roepen om hulp, Yves willen smeoken zyn beestje te reddenYves, die van het geheele geval niets gezien had; maar het volgend oogenblik had by zich bedacht. Wie zou hem willen heipon, ham, den on teerde; wie zou er iets voelen voor zyn verdriet, de emart van zulk een verstokten ellendeling; hu kon toch niet vragen of men even stil wilde houden om zoo iets onbeduidends als een verdrinkend vogeltje en dat nog wet van een ouden galeislaaf te reddeDl En hy was weer bedaard gaan zitten, uiteriyk kalm het kleine gryze lichaampje nastarend, dat zich nog steeds tevergeefs trachtte op te hetlèn uit het witte, wolligo schuim der zee. Nu was hy voor altyd alleen groote tranen, tolken van onuitgesproken wanhoop en eenzaamheid, verduisterden zyn bliktotdat hy door een uitbundig gelach weer opmerkzaam gemaakt werd op zyn medereiziger, die aan hem vastgeketend was. Is er ook iets grappigers te bedenken dan een weenenden grysaard en dan nog wel om oen vogeltje 1 Nu zijn kleine kameraad er niet meor was, wilde bij het kooitje ook niet meer houden, dat by met zooveel liefde voor den kleinen doode vervaardigd had; nu wilde by het den vriendelykeii matroos geven, die zoo geduldig zyn verhaal had aangehoord, als een aan denken oer hy zyne groote en laatste reis begon. En Yves had met een bedroefd hart het goschenk aangenomen, om den armen ver latene geen verdriet aan te doen, alsof het kooitje, waaraan by zoovool arbeid gehad had, hem to min was. Ik geloof met dat het my gelukt is al het aangrypende van de eenvoudige geschiedenis neer te leggen in d6Ze weinige, koele woorden. Des avonds lag ik nog lang wakker, vervuld met het onherstelbare verlies van den ouden man. Ik, die zooveel bloedige tooneelon, zoo veel drama's, zooveel aangrypende gebeurte nissen had bygewoond, zonder daardoor hevig geschokt te worden, kon nu den slaap niet vatten, denkonde over de doffe wanhoop en de algeheels verlatenhoid van den grysaard. „Kon ik hem maar een ander vogellje zenden „Daar heb ik ook al aan gedacht, misschien kunt u morgen nog eon mooi vogeltje koopen by een handelaar in de stad en hem dat nog z9ndon vóór het vertrek. U alleen kunt daartoe do toestemming veikrygen, en dan kunt u hem het zelf brengendat ia do eenige manier. Maar, men zal het wel vreemd vinden." „Dat zou mon zeker, daaromtrent moet men zich nooit illusies maken, laat men zich daar gerust vroolyk over makon Toch hob ik mijn plan den volgenden mor gen niet ten uitvoer gebracht; by het ont waken was de eerste indruk geweken en schoon my kinderachtig en belacheiyk toe. Dat verdriet was niet te lenigen met een enkel geschenk. Arme, eenzame galeislaaf, de mooiste paradysvogel zou do eenvoudige musch, met hare gekortwiekte vleugels, niet kunnen vervangen, die had vermocht het oude verharde hart to verteederen, dat reeds byua gestorven was.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 6