Tafel-Aardappelen H. A. TIMMERMAN, Pelterijen, Nieuwe Rijn 46, Leiden. Orthopedische Rechthonder, BBEEBiART'sIapzijm J AANBESTEDING Maandag: X£> October. 1894. N«. 10628. feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van .Zon- en feestdagen, uitgegeven. Tweede Blad. PERSOVERZICHT. Café Iïillai'd, H. Ft. SCHEEFt. MAATKNIPPEN! Yervolg der Advertentiën. Prima Daberscbe A.dolf Hentschel, HOFLEVERANCIER. Voorradig: eene fijne Collectie tegen billijke prijzen. BEUZEMAKER Co., I1HII Manufacturen, Zwarte eu Gekleurde JaponstoHen; C. Th. BREEBAART, Mare 60, Leiden. "SCHÖDA&BLAD. PEIJS DEZER, COURANT: Voor Loiden per 3 maanden. f 1.10. Franco por post 1.40. Afzonderlijke Nommors 0.05. PEIJS DEE ADVEETENTIËN: Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.171. Grootora letters naar plaatsruimte. Voor hot incasseeron bulten de stad wordt f 0.05 berekend. Onder het opschrift „Boter en Kaas" treffen we in het Rotterdamsch Nieuwsblad het vol gende artikel aan: Dezer dagen ontvingen wy per post eene briefkaart 7an eene stoomzuivelfabriek, waarop de boter a 50 cents per pond genoteerd stond. Dat is een lage prijs voor natuurboter; voor een boor, die zalf boter maakt, te laag. En het is nog zeer de vraag, of zoo'n boer wel vjjftig cents maakt, want hij kon immers, in het algemeen en den goeden niet te na gesproken, tegen de fabrieken niet concur- reeron met hare keur van werktuigen en uit muntende bereiding. Maar als hy nog minder moet ontvangen dan de fabriek, waar moet bet dan met hem heen? De man moet in de eerste plaats met zyn gezin toch leven en in de tweede plaats, kan het zyn, ook nog iets overhouden voor den ouden dag. 't Klinkt byna als scherts, dat woord „over houden" in den tegenwoordigen tydl ja, en toch, daarnaar moet men streven en een elk zou dat moeten kunnen, een elk n!., die zyno krachten inspant om in zyne affaire uit te munten. Werken en geld toegeveD, zegt men weleono, maar waarlyk, het heeft er by tal van landlieden tegenwoordig veel van. Is 't wonder, dat hun de moed begint te ont zinken, nu ze er geen gat meer in zien, en dat de boerenstand meer en meer ge- drukt gaat onder den goedkoopen tyd? Goedkoope boter en kaas, daarby gesloten grenzen, zyn voor een boer hoogst onbegeer- lyke zaken, maar doe er eens iets aanl Het land moet ook beter bewerkt worden, zegt men, opdat het meer opbronge en de boer in die meerdere opbrengst een evenredig aanvulsel vinde voor don lagen prys van granen en zuivelproducten. Alles goed en wel, maar laat eens werken en bewerken en koop eens mest en krachtvoer, als het vrywel onverschillig is of je beurs al of geen bodem heeft. Neen, de goede wil is by onze nyvere boeren wel aanwezig, maar ze zyn meerendeels finantiëel onmachtig, om hun land tot een voortreffelyken staat van vrucht baarheid te brengen en hun vee tot oen hoogst begeerd handelsartikel. Als de boer gold heeft, laat hy geld ver dienen ook en steekt hy het voor een deel in zyne zaak, maar als hem de banden go- bonden zyn, door de tydsomstandigbeden, dan kan by met den besten wil niet voel doen. Er zjjn duizenden boeren en boerinnon, die voortreffelijke botor en kaas kunnen maken, maar onder hen zjjn or, wier woning byv. zich daartoe niet leent, hetzij dat deze te laag van vertrekken is, of geen voldoenden kelder heeft of geen onberispeiyk water, ofzie, zyn dan zulk9 meneohen niet go- noodzaakt buiten hunne schuld waar van mindere hoedanigheid te maken, boter byv., dje nu nog geen 50 cents kan halen? Is 't niet verschrikkelijk, dat zy daaronder nu moeten lyden? En als ze niet op eigen spul zitten, zyn ze dan in dezen niet onmachtig? O, zeker, er zyn 9dole figuren onder de land bezitters en gelooven doon we het dan ook, dat die een open oog en een open oor hebben voor do belangen van hunne boeren. Maar er zyn cok anderen! Ons dunkt, dat de pachten geövenredigd moesten zyn aan de opbrengsten. Of dan de landheer de dupe van een slecht jaar zou zyn? In geene meerdere mate dan de huurder. Komt er een be8t jaar, dan zyn beiden daar mee ook weer gebaat. Zie, de boer moet minstens burgerlyk met de zynen kunnen leven; is hy er zeker van dat hy, volgens overeenkomst, dat kan, dan behoudt hy zyne energie en die komt het geheele bedryf, dus ook „mynheer", ten goede. De moed moeter in blyven, want: moed verloren, veel verloren. ■Waarlyk, buiten moed kan men het tegen woordig niet redden. wy hebben meer dan uén boer hooren zeggen op verschillende tyden: „Er moet van 't jaar weer geld by", of „wie myn tekort van 't jaar voor zoo- of zooveel wil hebben, hy kome maarl" Zie, dat is verschrikkelyk I Dat ia om er meöiy mee te krygen. Als er nog eens meer zuivelfabrieken ver- rezon, zou dat geen goed ding zyn? 'tSchynt ons toe van wel, het zelf verwerken van de molk brengt veel onkosten mee; men moet net alles punctueel ingericht en een bolleboos m zyn vak zyn. De eischen van het publiek, de ainemers, moeten ingewilligd worden, daar aan valt niets te veranderen. Er moet eerste qualiteit zuivel geleverd worden en de zuivel fabrieken kunnen dat, dank zy hare geheele inrichting en den deskundigen, diezy aan haar hoofd hebben. Een particulier kan daartegen haast niet concurreeren, tenztf by hem alles ook volmaakt is. Welnu, dan ook de handen ineengeslagen, belangstellenden, en niet ver traagd Er zyn inrichtingen genoeg, waar men zich op de hoogte stellen kan, waar men in lichtingen kan bekomen van alles en nog wat. De melk verkocht en nog wat meer koeien gehouden, als er bouwland is, dat in gras ge gooid kan worden. Maar het contract 1 Ja, als dat verbiedt van een deel van het bouwland grasland te maken, dan is eene vergrooting van uw runderental niet wel mogelijk. Maar anders I Bouwland wil ook wel eens rusten, zie je, en als de granen zoo laag in prys bleven, dan zou het als grasland gewis meer opbrengen, indien gy nl. de melk uwer koeien niet zelf verwerkt, maar ze naar de fabriek brengt, die we ons voorstellen in uwe om geving te zien verrijzen. Da (liberale) Nederlander bespreekt de millioen, door de Regeering gevraagd voor betere bewapening. Allereerst vreest het blad dat vandaag of morgen de minister zal komen om andere kanonnen, eveneens met een beroep op het „voorbeeld der ons omrin gende natiën." Verder wjjst het er op, dat voor het leger alleon ƒ11,200,000 noodig is, wanneer men de nieuwe ammunitie er by rekent. En verder zegt het dan „Nu kan men het dwaas vinden, een beter vuurwapen ook al te willen aanschaffen voor onze brave schutterij; oordeelend, dat zij met het Mannlicher-geweer even onbruikbaar voor don oorlog blijft als met het dito-Beaumont. Nog dwazer echter zou het zijn, nieuwe ge weren voor haar te bestemmen, maar er geeno 'patronen by te doen. Dat kan de Regeering in geen geval bedoelen. Doch dan is het zev dui delijk, dat de rekening, welke zij aan de Volks vertegenwoordiging heeft voorgelegd, danig geflatteerd is." Maar het ergst vindt het blad het, dat hier zoo spoedig mogelijk betere vuurwapenen moeten komen, „zelfs voor de onschuldige schutterij, doch eerst later- ginds, in Indië, waar onze troepen, helaas, niet zelden tegen over den vijand staan." „Het staaltje, dat niet vergeton dient te worden." Onder dit hoofd worden door A. K(erdyk) eenige opmerkingen gemaakt in Het Sociaal Weekblad over de nationale nijverheid en de leverantiën ten be hoeve van het Rijk. Minder groot dan voorheen is hot getal van hen, die onvoorwaardelijk vasthouden aan het beginsel, dat de Regeering, bij hare contrac ten voor leverantiën als anderszins, uitsluitend heeft te zien, wie voor werk, in deugdelijkheid gelijk staande, hot minste geld vordert; onverschillig of het een ingezetene des Rijks is dan wel een buitenlander, en ook al is het prijsverschil onbeteekenend. Velen zijn tot de meening gekomen, dat vaderlandsche belan gen noodeloos schade lijden, wanneer niet de Regeering, behalve op de onmiddellijke prijs- quaestie, óók let op de middellijke voordeelen, welke aan het houden van het werk binnen onze grenzen verbonden zijn. Ongetwijfeld een lastig puntl Althans voor degenen, die evenmin als ik bekeerd zijn tot de zaligmakende leer der protectie. Want zoo goed zij in acht te nemen hebben het voren staande, even goed moeten zij bedenken welke de gevolgen zijn, wanneer aan den binnen- landschen gegadigde het werk wordt gegund, ofschoon hy veel duurder is dan zijn mede dinger uit den vreemde bedenken, dat daardoor niet alleen rechtstreeks belangrijk nadeel wordt berokkend aan de schatkist, maar bovendien, wat grooter kwaad nog is: de Nederland8che industriëel gaat dutten op gemakkelijk verworven winst, in stede van geprikkeld te worden tot verhoogde inspan ning. Precies aangeven, hoever men behoort te gaan, kunnen zij niet. Het is voor hen eene vraag van meer of minder, waarop allicht door ieder anders wordt geantwoord dan door zijn buurman. Doch, zoo al lastig, daarom nog niet ter zijde te schuiven met een beroep op die moei lijkheid. Bestaat die niet soortgelijk op bijkans elk gebied van Staatsbestuur? Zou de kunst van regeeren niet veel te gemakkelijk wezen, indien alles slechts behoefde te worden neer gelegd in eens-voor-al klaarstaande loketjes van beginselen? Is niet overal handhaving van een beginsel iets anders, dan het zóó toe te passen, dat er eene caricatuur van wordt gemaakt? En wordt het dit niet, wanneer by uitbestedingen als bovenbedoeld aan een buitenlander de voorkeur wordt gegeven zelfs b(j het allergeringste verschil? Van zulke beginselruiterij, die nog altijd sommigen voor beginsel vastheid willen doen doorgaan, heeft oDlangs de heer J. T. Cremer uit het verleden een kras en waarschuwend voorbeeld in herinnering gebracht, toen hij te Haarlem eene redevoering hield over de ont wikkeling van het stoomvaartverkeer in den Nederl.-Indischen Archipel. Zooals men weet, is thans, ten gevolge van een in 1888 door de Regeering gesloten contract, dat verkeer in den Archipel voorna melijk in handen van de „Koninkiyke Pakket vaart-Maatschappij." Eene zuiverNederlandsche onderneming. Door hare nauwe betrekking tot de Maatschappij „Nederland" en de „Rot- terdamsche Lloyd" is behoorlijk verband ver zekerd tusschen den dienst in den Archipel zei ven en dien met het moederland. Haar personeel, ook dat der machinisten, bestaat uit Nederlanders. Reeds heeft zij dertien stoomschepen doen bouwen op een zestal Nederlandsche werven. En laat my aanstippen, dat de heer Cremer, zelf commissaris der Maatschappij, er bijvoegde: „Na drie-en-een- halfjarig gebruik zijn de berichten bijzonder gunstig omtrent al deze schepen; z\j doen eer aan de Nederlandsche nijverheid." Hoe daarentegen was het vroeger met die pakketvaart gegaan? Ten jare 1862 was het, dat eene nieuwe uitbesteding er van plaats had voor het tijd vak 1866 tot 1875. Overwinnaar in den wed loop was de heer Robinson, te Londen, die de concessie kreeg, doch haar later overdroeg aan de „Nederl.-Ind.Stoomvaart-Maatschappij". Deze bleek, toen het andermaal kwam tot eene uitbesteding voor den tyd van vijftien jaren, als gevolg van hare eenmaal verkregen organisatie en ervaring, sterk genoeg om het wederom te winnen vaa hare mededingers. Zoo is zij vijf en twintig jaren lang meester gebleven van het terrein. Eene Maatschappij met een Hollandschen naam, maar eene volbloed-Engelsche onder noming. Al had zi) een schijn-directeur te 's-Gravenbage, haar bestuur zetelde te Londen. Do bezorging van den gewichtigen postdienst in onze koloniën was overgelaten aan onze grooto concurrenten op koloniaal gebied. Yoor den Noderlandschen dienst werd niet óón schip hier te lande gebouwd, niet cén ketel ten onzent vernieuwd. Britsche machinisten be stuurden de machines. Herstellingen in Indië werden in hoofdzaak uitgevoerd te Singapore. Een groot deel der Nederlandsch-Indische producten werd gedreven naar die Engelsche havenplaats. Yan pogingen, om het verkeer van producten by voorkeur naar Batavia of onder Nederlandsche vlag naar Europa te leiden, was geen sprake. En waarom dat alios gedurende een tijdvak van volle vijf en twintig jaren? Omdat in 1862 aan het ministerie van kolo niën het inschrijvingsstelsel een triomf had gevierd ten koste van nationale handels- en scheepvaartbelangen en van het gezond ver stand. Ziehier toch wat er gebeurd was I Naast den hee'r Robinson had als inschrijver gestaan eene Nederlandsche combinatie van de heeren Paul Van Vlissingen en Dudok van Heel. Maar terwijl de eerste een subsidie had gevorderd van 6.97 per mijl en per jaar, wasdeeisch der laatsten ƒ6.98 geweest. Zegge: één cent meer wat, over een totaal van 42,156 te bevaren geographische myien, een verschil maakte van 421.56 in het jaar. Het jaar'.jjkscbe subsidie, waartoe de Regee ring tegenover den Engelschman zich verbond, beliep 293,827. Hij verkreeg de voorkeur boven de Nederlanders, omdat aan dezen, op een bedrag van omstreeks drie ton, ruim vierhonderd gulden méér zou moeten zijn be taald 1 Wat had men zich ook te bekommeren om de stoffeiyke zoowel als maatschappelijke en staatkundige voordeelen, die zijdelings uit eene vaderlandsche onderneming van zoo grooten omvang en beteekenis zouden zijn voortgevloeid? De cent gaf bij onze Regeering den doorslag, enterwijl in Engeland braaf werd gelachen om den goeden „Dutchman", heeft men hier gedurende eene kwart-eeuw de gevolgen er van ondervonden. De straf is hard geweest. Gelukkig ten minste, dat wij door de schade en de schande wat wijzer zijn geworden. DeHaagsche correspondent van dQZutfensche Courant zegt omtrent het plan van den minister van koloniën om anderhalf millioen aan nieuwe belastingen te heffen, wat vooral ten laste zou komen van den minderen man (waarvan in de nieuwsberichten reeds met een enkel woord in dit blad werd melding gemaakt) Om de bronnen van inkomsten te versterken, wil de minister de invoerrechten op aarde werk, manufacturen, minerale wateren, enz. aanzienlijk verhoogen, alsmede hst uitvoer recht op de koffie. De toelichting op die belastingvoorstellen is vrij sober. Het heeft er veel van of het in de bureaux als eene vrij onverschillige zaak wordt beschouwd, hoeveel men de geduldige en reeds zoo zwaar gedrukte Javaantjes laat betalen. Maar dit maal betwijfel ik toch, of deze fiscale maat regel voor Iodië er door zal gaan. Hoeveel verzet is er niet reeds geweest tegen de petroleum- en de lucifersbelasting van den minister Van Dedem, zelfs zóó, dat de minister in 1892, na eene heftige bestrijding van den heer Van Houten, die voorstellen voorloopig terugnam. Thans echter is er veel mëer redén voor oppositie. Er is nog niet eens aangetoond, dat versterking van middelen in 1895 noodig is, maar bovendien zijn met de thans inge diende belastingvoorstellen nog andere be langen dan die van de Javanen gemoeid. Hot aardewerk voor Indië komt moest uit Maas tricht, de katoentjes komen grootendeels uit Twente en het sproekt vanzelf, dat de indus trie in die streken van ons laud er weinig mee ingenomen zal zyn, dat men hoogere rechten wil gaan heffen van de fabrikaten, die zy naar de Oost uitvoert. De Regeering weigert en terecht om aan die takken van industrie eenige protectie te verleenen, maar aan den anderen kant is het nu ook haar dure plicht om niets te doen wat de vrye ontwikkeling en uitbreiding van die nijverheid zou kunnen belemmeren. Met groote moeite is het aan onze nyverheid gelukt, voor hare producten op Java een groot en vruchtbaar terrein van afzet te ver overen; zou het nu niet onverantwoordeiyk zyn, dat zonder hooge noodzakeiykheid ook maar eenigszins in gevaar te brengen? Naar ik verneem, zyn dan pok 's ministers belastingplannen, die maar ingediend zyn zonder dat eenige andere hervorming in uit zicht is gesteld, in de afdeelingen der Kamer niet gunstig ontvangen en men verwacht, dat er in elk geval van invoering op 1 Januari 1895 niets zal komen. NARMSTRAAT No. 7. Van af heden verkry'gbaar: verscho Zeeuwsche MosselenGemarineerde Haring en Zuur, tegen billyken prys. Aanbevelend, 6646 10 UEd. Dw. Dienaar, By genoegzame deelneming zal te Hat- w()k en Warmond een CURSUS wor den GEOPEND in het maalknlppcn. Dames, die dit vak tegen f 6 grondig wenschen te leoren, zenden hare brieven aan Mej. A. J. VAN WIJK, Haven 3, Leiden. 6597 9 NB. Geeft ook Privaatles en Ces aan huis. In het jongste nummer van de Vragen des Tijde wydt de heer Bruinwold Eiedel een artikel aan het vraagstuk der Werkeloos heid. De ecbryver wil de belangrykste pogingen, die aangewend zyn om het ver- schynsel der werkeloosheid to verklaren, of wel de middolen, die kunnen en worden be proefd om baar te bestryden, onder de aan dacht brengen, ten einde zoodoende te komen tot eene dougdelyke voorbereiding. Wanneer wy weten waarnaar en hoe gevraagd moet worden, kunnen later de statistieken de cyfers geven betreffende den omvang en de onderscheidene vormen van het kwaad, dat onder de oogen moet wor den gezien. In dit artikel het eerste gaat de schry- vor de oorzaken na der werkeloosheid en behandelt achtereenvolgens: a. de groep der physische oorzaken; 6. die der technische oorzaken; c. die der politieke oorzaken; d. die der sociale oorzaken; e. de moreele oor zaken. Aan 't slot bespreekt de schry ver de ge volgen der werkeloosheid, en wel meer speciaal het feit, dat velen der werkeloozen gevaar loopen tot do chronische armen te gaan behooren en voor hunne kinderen eene zeer droeve en slechte levensschool opleveren. Bovendien houdt het reserveleger der werk zoekenden den stoffelyken en zedelyken, doch vooral den maatschappelyken vooruitgang van den werkman in 't algemeen tegen. Het streven naar meer loon, naar korter arbeidsduur, Zondagsrust, naar hooger levensstandaard in 't algemeen wordt door deze concurrenten uit het reserveleger onderdrukt en verlamd. Zy toch hebben niets te verliezen. Eiken arbeid is haar welkom en het is voor den flinken werkman onmogeiyk aan deze concurrentie op den duur weerstand te bieden. Hy moet zyne eischen lager gaan stellen of zyne plaats gaan innemen in de ry der werkeloozen. Eenige beschouwingen over de middelen tot bestryding zullen in eene volgende aflevering worden gegeven. worden aangeboden door 6587 8 Czcmpln (Prov. Posen). Ook worden alle Bontartlkelen vermaakt en van mot gezui?ord. 6647 16 door HH. Doctoren aanbevolen, voorkomt het voor over loopen en ronde ruggen bij Kinderen en Vol wassenen, ver sterkt de longen en verruimt de borst. 9 a 10 jaar. 14 a 15 jaar. 10 12 Dames. 12,14 Hesren. fS.-. f 3.50. Franco na ontv. van postxo. 13. VISCHMARKT. 13. 2326 21 Mare 60, I.eitlen, heeft ruime keuze in: Baal en Bever in alle kleuren; de nieuwste Rokstrepen en Randen prima qual. Wollen Onderl(|f|cs; Wollen en Katoenen Ondergoe deren; Wollen, Sitsen en Molton Dekens en Spreien; Huishoud-on Zwarte Boezelaars; prima Fransche Horsellcn; gekleurd en wit Flanel; Tafclkleeden; Boorden, Man chetten; alle soorten van Witte Goederen, I.Innen en Damast Tafelgoed. 6689 32 Enz., enz., enz., enz. Aanbevelend, van het verwyden en verdiepen van de tocht- slooten tusschen den Veenpolder Llsser- broek en den Veldweg van den Haarlem mermeerpolder, in 3 perceelen. Aanwyzing 1? October e. k., voorm. te 11 uren, van af perceel 1. Bestek ligt van af den 12den ter inzage by den Voorzitter van het Veenbestuur, den Heer A. ROTTEVEEL, te Lisse, alwaar inschryvingsbiljetten worden ingewacht op Vrydag 19 October 1894, tot des namiddags te 2 uren. 6608 14

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 5