Woensda» 3 October.
A0. 1894.
feze «Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van §on- en feestdagen, uitgegeven.
PERSOVERZICHT.
Feuilleton.
LIEFDE OF PLICHT?
10818.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden. 1.10
Franco per post1 40.
Afzonderlijke Nommers p 0.05
PRIJS DER ADVERTENTTËN
Van 1—6 regels f 1.05. Iedere regel meer 0.17J Grootere
letters naar plaatsruimte. - Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Tweede Blad.
Onlangs, zoo schreven een paar inzenders
aan het Handelsblad, spraken wy met een
kapitein van eene der groote Maatschappijen,
die bare schepen naar onze Oost uitzenden
(o. a. de #Lloyd", Nederland", enz.)
.Hoeveel doktoren hebt gy op elk schip?"
„Eén en meest een vreemdeling, die genees
kundige hulp by de overvaart naar Indiè ver
leent, 't Mag eene schande genoemd worden,
daar zich aan onze universiteiten tal van artsen
vormen, geschikt voor die betrekking
.Is die toestand nogal voordeelig?"
.Voor een jeugdig Nederlandsch arts bestaat
er op 't oogenblik geen betere. Nauwelijks
toch heeft bU de academie verlaten, of hu vor
dient als scheepsdokter ƒ150 per maand
terwijl hem tevens eene eerste-klasse-pla1'
als passagier wordt aangeboden Verder tio<
hij op de boot een leven als een vorst en is
hi) op de boot een man van invloed Ook kan
zflne versch geleerde theorie hier zich toetsen
aan de practijk, daar onder de talrijke pas
eagiers zich de meost verschillende kwalen
kunnen voordoen, 't Is dus veel beter dan
zijne practiscbe loopbaan als bus-dokter te
beginnen, terwijl in 16 reizen naar Indiè
wel zóóveel verdiend wordt, dat by zicb
daarna bij zijne vestiging in ons land terstond
,in bonie" bevindt. Dit nu", eindigde spreker
.zou ik gaarne onsen Naderlandscben
artsen onder 't oog brengen, die er 't grootste
belang bij moeten hebben, dat aan eene der
gelijke wanverhouding een einde komt."
Eenige menschenvrienden, zoo lezoo we in
een der .Brieven uit de Residentie" aan Hel
Nieuws van den Dag ^..waaronder een uoud
minister, hebben een vernuftig denkbeeld
verwezenlijkteene aasu r a.n t ie-m a a t
Bchappd tegen de schadelijke gevol
gen van besmettelijke ziekten.
Winkeliers, die klanten verliezen, als zij het
briefje .besmettelijke ziekte" boven hunne
deur hebbenwerklieden, die door hun patroon
Worden bedankt, als er in hun gezin iemand
aan zulk eene ziekte ljjdt, en dergeiyken meer,
wil men bewegen, zich togen 42 ets. per jaar
Öf veelvouden daarvan voor de bovenbedoelde
eventualiteit eene wekelijksche uitkeering van
éón- of meermalen 10 to verzekeren.
Drie-en-een-halve cent per maand, dat is
zeker nogal te doen. Maar of mon daarom
toch wel veel deelnemers zal vinden, is te
betwijfelen. Als men nagaat, hoevele mon-
8chen - juist onder die .kleine luyden", van
wie men 't ook in dit geval moet hebben -
Zelfs niet tegen het veel meer voor de hand
liggende gevaar voor brandschade zyn geas
sureerd, dan is het te voorzien, dat de wervers
voor deren nieuwen verzekermgsvorm beelwat
moeite zullen hebben om de lieden te over
tuigen.
Bijna evenveel moeite als de Kookschool
Zal hebben te doen om meisjes te krijgen op
hare volkscursussen in .huishoudelijke zaken",
waarvoor zij ateuD van de gemeente kreeg
Want hoe gering de kennis ook is van de
meest elementaire beginselen oijv der kook
kunst, - aardappelen uitgezonderd - de
dochteren des volks meenen in den regel, dat
zij daarvan alles weten, an zien meestal met
absolute minachting neer op alles, wat op
wetenschappelijke beoefening der culinaire
kunst gelijkt. Traditie is hier de heerscheres,
en de strijd daartegen ia zwaar.
Met de mededeeling, dat sedert 1890 voor
219,694,824 gulden aaD goud is gedolven in
een klem deel van Transvaal, begint de
heer J Th. C Koch in het Handelsblad eeno
oproeping aan Nederlandsche werkkrachten
en Nederlandsch kapitaal Want het zijn alleen
Engelschen, die bovengenoemde belangryk-
sjcj uit bet land haalden .Een paar mislukte
ondernemingen", aldus de inzender, .mislukt
door eigenbaat en onbekwaamheid, hobbon het
N«-derlancJ-eIio kapitaal zóódanig afgeschrikt,
dat ik het een voor my unmogelijken arbeid
acht, onze kapitalisten tot betere gedachten
te brengen".
Hij wil daarom iets ander- mededeeien aan
landbouwers en bekwame handwerkslieden in
eenige vakken, en wel het volgende .Daar
is plaats, eene zorglooze toekomst, eene wei
vaart in hot verschiet, voor ieder, die wat
oude gewoonten wil afleggen en van de opgu
zetenon uit hunne ervaring wat leeren wil
waarvoor ik. bereid oen, hun beproefde en
volkomen vertrouwbare gidsen aan te wijzen
Plaats is er zoowel voor den jongen man, die
slechts over het noodige voor zyne passage
beschikken kan, als voor hen, die, hetzij direct,
betzij na éón of twee jaren zicb eene oigon
plaats willen koopen, voor een paar duizend
gulden. Nieuw aankomenden, die slechts over
zóóveel middelen kunnen beschikken om zicb
een span ossen en eemg gereedschap, etc te
kunnen verschaffen, kunnen gronden in huur
krijgen voor minder prijs dan menig boer hier
aan polder- en andere z. g. kleinere lasten te
betalen heeft Bovendien heeft hi) natuurlijk
eemg geld noodig om in zyne behoeften te
voorzien totdat zijn eerste oogst binnen en
het te veel verkocht is".
Het is alles reeds gezegd, maar de heer
Koch heeft gemeend thans deze belangrijke
aangelegenheid weder eens ter sprake te moe
ten brengen
Van geacht' tijde werd der Redactie van
De Residentiebode het onderstaande ter plaat
sing aangeboden.
Voor eenige dagen las ik het volgende in
De. Maasbode
,Wi) z0n in don regel gemakkelijk te vin
den, om offors te brengen voor een of ander
goed werk, maar dan moeten wjj dit ook
dadelijk tot stand zien komen. Kan dit om
eene of ander;» reden eerst later gebeuren,
dun taster» wij niet zoo gemakkelijk in onze
beurs. En zal het wark eerst na onzen dood
orden uitgevoerd, dan zijn wij menigmaal
in het geheel niet te spreken.
.Niet zoo de lijk verbranders. Toen zij voor
mu.M di 20 j iar hunne Vereeniging sticht
ten was er weinig vooruitzicht, dat zij zou
der» slagen Toch gingen zy aan den arbeid,
al bepaalde deze zich tot het ophalen van
contributiön. het houden eener jaarvergadering
het verspreiden eener brochure en het zenden
van een adres aan de Kamer. Er werden dus
bijna geeno gelden gebruikt en daarom de
cootributies eenvoudig uitgezet. Nu is het
ledental altijd zeer klein en de contributie
laag geweest, tocb bezir do Vereeniging thans
een kapitaal van ƒ298,000. Krijgen de ïyk-
verbranders eenmaal hun zin, dan baden zij
tn het geld en kunnen doen wat zy willen".
[De trouwe lezer* van bet Overzicht zullen
opmerken dat wij Zaterdag jl. in bet Pers
overzicht deze woorden uit De Maasbode reeds
opnamen. Zl) zullen het ons evenwel zeker
niet euvel duiden dat wij ze nu nog eens
door dezen mzender laten zeggen en dat wel
ter wille van hen. die minder trouw het Over
zicht volgen of niet iD het bezit zijn van
oen voldoend geheugen en ten gevolge van
het een ot bet ander nu weinig zouden heb
ben aan dit deel dezer Overzicht-lectuur]
Een enkei woord wil de inzender hieraan
toevoegen.
Hij zou nl. gaarne zien dat de gerechtvaar
digde grief van De Maasbode nog een ander
resultaat had dan met Waardeering gelezen
te worden WU, Katholieken, zegt hU, koeste
ren ook een wensch, welke vroeg of laat ver
vuld moet worden. Eens zal en moet er eene
Katholieke Universiteit komen. Het
kan lang of kort duren, er kan eene halve,
misschien nog eene heele eeuw voorbygaan
vóoi wl) zoo ver zyn, maar de wensch is te
levendig in aller harten, om niet eenmaal in
vervulling te gaan.
En dan zal er geld, veel geld noodig zijn,
meer dan één menschengeslacht kan opbren
gen. Waarom zouden wU dus niet voor dit
doel hot voorbeeld der iykverbranders volgen?
Stichten wij eene Vereeniging, welke zicb
zal bepalen tot het ophalen van contribution
voor eene eventueel te stichten Katholieke
Hoogeschool I
Wy zyn zoo velen in getal en kunnen dus
na een twintigtal jaren eene veel grooter som
byeengespaard hebben dan bet aanzienlijk be
drag van 3 ton, door de ïykverbranders op
gespaard. Is or zulk een fonds, dan zullen
zeker ook vrome erflaters het gedenken, en
komt er dan eenmaal hoeveel jaren later ook
- eene Katholieke Universiteit, dan zullen do
fondsen byeen zyn, om wat wy verrichten
willen, goed te doen. Een millioen is daarvoor
niet te veel en een millioen voor dit enkele
werk is voor éón geslacht niet weinig. Helpen
wij dus het nageslacht, dan zullen wy de eer
hebben, de grondslagen te hebben gelegd van
het grootsche werk, hetwelk onze kleinkinderen
misschien zullen stichten.
Doen zy dit, dan zullen ook de pogingen
der ïyk verbranders worden beschaamd, in
zoovere hun streven het verrijzen eener
Katholieke Universiteit zal hebben bevorderd.
Mochten er naar ik my vlei onder
uwe lezers wezen, die «ie vervullii g van dit
plan willen bevorderen, dan zorgen zy alleen,
dat nooit of nimmer de gelden voor een ander
doel kunnen worden gebruikt dan voor de
stichting eener Katholieke Hoogeschool.
Er kunnen tocb oogenblikken van ontm e
diging komen, waarop men meent dat het geld
beter voor een ander goed werk kan worden
gebruikt, docb wil men het doel bereiken, dan
is geen middel te streng en ge ne zekerheid te
groot ;m hiortegor. te waken.
Order den (itel .Eene belofte" scuryft
het Handelsblad het volgende;
Etno flinke daad van prof. Winklerl
Anderhalt jaar geleien werd hy te Utrecht
benoemd ter vervulling van den nieuwen leer
stoel. die aan de Utrechtsche universiteit was
ingesteld voor de psychiatrie (zielsziekten) en
zenuwziekten Voor deze ziekten, welke in
onzen tyo zulk eene groote rol spelen, was
toen aan geene der hoogescholen bier tekr.de
eene specialiteit als hoogleeraar verbon ien.
De overheid liet bet onderwys aan lectoren
en privaat-docenter» ovei Eindeiyk werd (in
1893) »an Rykswege overgegaan tot instelling
van den nieuwen leerstoel, en wel te Utrecht.
Dr C Winkler, die sedert 1885 te Utrecht
lector to de psychiatrio geweest was, nam
de benoeming tot hoogleeraar aan. Voor de
goede vervulling van zyne taak heeft hy
een afzonderlijk gasthuis noodig, wat wegens
den aard der ziekten, welke tot zyn vak
behooren ook nogal voor de hand ligt. By
zyne benoeming of kort daarna schynt dan
ook van Regeenngswego toezegging te zyn
gedaan dat zulk eeno kliniek zou worden
gebouwd Maar op do Staatsbegrooting voor
1895 is geen penning daarvoor uitgetrokken.
Liever dan zyn ambt niet naar bohooren te
vervullen, heeft prof. W. besloten het neder te
leggen, maar zich eerst nog tot de Tweede
Kamer gewend Deze kan bezwaarlijk den
ontbrekenden post op de begrooting brengen.
De verantwoordelijkheid voor dergelyke zaken
behoort aaD Jb Regeering te worJen gelaten,
die tocb niet kan worden gedwongen gebruik
te maken van een krediet, dat tegen haren
zin op de begrooting is gebracht.
Maar wel kan de Kamer den minister van
binnenlandscho zaken, den heer Van Houten,
inlichtingen vragen, wat or is van de belofte,
aan prot Winkler gegeven, en waarom in de
behoefte aan eene, in allen gevalle niet over
bodige, afzonderlijke inrichting niet wordt
voorzien.
De inlichtingen zullen, naar het Handelsblad
Loopt, van zoodanigen aard zyn, dat prof.
Wmkler voor de Utrechtsche universiteit
wordt behouden.
Regeling van het kiesrecht en herziening
van de personeele belasting heeft de
Troonrede op don voorgrond gesteld. De
daartoe strekkende ontwerpen zullen „in d.t
zittingjaar" worden ingediend.
„In dit zittingjaar*' is eene rekbare uit-
drukking. Als de ontwerpen in Augustus 1895
inkomen, zal toch nog aan de toezeggi- g i
de Troonrede voldaan zyn. Nu moet echter
de herziening van de personeele belasting be
schouwd worden als eene zeer dringende zaak,
o.udat van de Regeeringstafel erkend is, dat
19)
En nimmer zou hy haar voor het altaar
geleiden, nimmer zou haar bet bruidskleed
Bieren, haar gisteren door heur vrienden ge
schonken. Het was alles, alles voorbybet
was alles slechts een. droom geweestl
Maar waarom? Welke macht had dan de
fondamenten van dit zoo sterk en zoo schoon
opgetrokken gebouw ondermynd? Hoe, zou
hy aan een onbeduidend, dartel kind zyn en
haar levensgeluk opofferen?
Indien het eens een offer was, dat hy op
het punt stond te brengen aan zelfbedrog?
O, welk een vreeseiyk ontwaken zou hem
dan te wachten staan!
Wat bad Hólène zichzelve en hem zoo vaak
en zoo heilig gezworen? Standvastig te zyn;
met een helder oordeel te handelen, wanneer
eUn driftig temperament hem tot onbezonnen
heden verloidde. Die zeven jaren hadden
menig ernstig uur opgeleverd - Hélène her
innert zich thans alles met eene pjjniyke
juistheid menig uur, waarin Henri onte
vreden, mokkend, zichzelven niet was, en
waarin Hélène hem met overleg en met eene
zachte hand leidde, hem kalm toesprak en
hem de kracht schonk op het pad, hem door
oer en plicht aangewezen, voort teschryden.
Dankbaar en berouwvol had hy dan altyd
hare handen gekust en gezegd: „Gy zyt
myne schutsengel 1 Zonder u sou ik te gronde
gaan. Mocht ooit het uur slaan, waarop ik
gevaar liep van u vervreemd te worden,
waarin myn hart zich van bet uwe kon los
scheuren, o houd my dan vast, steun
my danl"
Thans schieten Hólène deze woorden te
binnen l Mag zy zich thans, al is zy gekrenkt
door hem in hare edelste gevoelens, van hem
afwenden, nu zy beseft, dat hy in gevaar
verkeert? Als hy maar reeds haar echtge
noot was en eigeniyk is zy immers reeds
met hem gehuwd, al hebben de uiterlyke
vormen daartoe Dog niet plaats gehad
ware hy reeds haar echtgonoot geweest, hoe
zou zy dan gehandeld hebben, wanneer zyn
hart zich tot Adelheid getrokken gevoelde?
Diep bedroefd, maar met verschooning hem
zyne ontrouw vergeven, met teederheid en
zorg zyne liefde weder trachten te boeien,
om zich dan, na overwonnen te hebben, nog
ééns zoo gelukkig te gevoelen. Zou zy den
verloofde anders behandelen dan den echtge
noot? Ja, wanneer hy haar eerst sinds zeven
weken zyn woord had verpand, dan zou zy
hem moeten gelooven en hem zyn woord
teruggeven. Maar zeven jaren hebben haar de
verzekering verschaft, dat zy onmisbaar voor
hem is, dat hy haar liefheeft, dat zy man
en vrouw moeten worden om z y n bestwil 1
Zy vergeet zichzelve, zy vergeet haar eigen
leed. Zy denkt slechts aan hem; aan het ge
vaar, waarin hy verkeert, aan zyne toekomst.
Een nieuw leven bezielt haar terneerge
slagen lichaam.
Lang, zeer lang lag Hélène op de knieën,
vóór zy zich oprichtte, om doodsbleek, maar
sterk door haar besluit, naar de deur te gaan.
.SophieI" riep zy.
Sophie en mevrouw Sauvage, beangstigd
door een wachten van byna twee lange uren,
stonden reeds aan de deur te luisteren en
traden schuchter binnen.
„Mama," begon Hélène, o, hoe zwaar viel
het haar een enkel woord uit te brengen
zu streek met den zakdoek eenige malen
langs haar gelaat: „Mama en Sophie! Ein-
deiyk heb ik een besluit genomen; tracht
niet dit aan 't wankelen te brengenhet staat
onherroepeiyk vast. Ik weet welke
plichten ik tegenover Henri te vervullen heb,
ik weet hoe ik heb te handelen."
Na deze inleiding verwachtten de beide
dames dat Hólène het besluit zou genomen
hebben, Henri zyn woord terug te geven,
wat geheel in den geest van Sophie, niet
echter in dien der moeder viel. Want telkens,
wanneer mevrouw Sauvage jammerde: „Ze
mag hem zyn woord niet teruggeven,"
mompelde Sophie in stilte voor zich heen:
„Ze is te goed voor hem."
Hólène voer intusschen voort: „Het is myn
plicht, den wankelende te schragen, den
dwalende vergiffenis te schenken. Ik laat
hem niet los."
Snikkend viel mevrouw Sauvage hare doch
ter om den hals, Hólène bedekte het voorhoofd
barer moeder met brandende kussen. Sophie
Btond er als een zoutpilaar by.
„Ongetwyfeld wacht hy met koortsachtig
ongeduld myn antwoord, ik zal hem even
een paar regels schrijven; wilt gy hem die
bezorgen, Sophie?'
een deel der belastingschuldigen door d be-
drofsbela8ting te zwaar wordt gedrukt, en
zonder den twist ov6r het kiesrecht reeds
verlichting van dien druk zou zyn aangebracht.
Regeenng en Vertegenwoordiging behooren
het zich tot een plicht van eer te maken, op de
spoedigste wyze de fout to herstellen, die by de
belastinghervorming vaD den Minister Piereon
is begaan, - aldus meent de Kamper Cl.
Kan eene geheele herziening van de personeele
belasting niet zoo tydig tot stand komen, dat
de belastingschuldigen daarvan reeds in 1825
de voordeelen genieten, dan ware het wensche-
lyker, dat de Minister van Financiën eene
partiëele verbetering voorgerteld had, zooals
door zyn voorganger beoogd werd Zulk eeu
voorstel had gemakkeiyk nog in dit jaar den
weg tot het Staatsblad kunneD vinden.
Vreemd, dat by de discussie in de Tweede
Kamer over het adres van antwoord wel do
oelangen dor landbouwers zyn tor Bprake
gekomen, die van Pierson's belastinghervor
ming de meeste voordeelen genie':en en die
in de bedryfsbelaating geen cent bydragon,
maar dat geen der afgevaardigden zich scheen
te bekommeren over het lot van dat andere
deel der bevolking, dat niet minder den druk
der tyden gevoelt en zich een nieuwen las.
ziet opgelegd, zonder dat ei eenige verlichting
tegenover staat.
INGEZONDEN,
Mijnheer de Redacteur l
De schryver van het ingezonden stukje in
het „L Dagblad" van 1 Oct. jl., „Y.", heeft
my biykbaar niet goed begrepen.
Niet omdat er van Defregger's schilderyen
reproducties bestaan, kan deze volgens anderen
en my geen artist, zyn, doch zijn werk zelf
is zoo ongevoeld, dat hy o. i niet onder de
„groote kunstenaars" behoort te worden go-
rangschikt.
Methet feit, aat in „Y's" kamers photogra-
phieèn hangen naar doeken van Mosdag, Israële
en Maris, wensch ik ZEd welgemeend geluk;
zy zullen een sieraad der vertrekken vormen.
Indien echter Defreggei onder „die andere
schilders" begrepen is, zou ik den heer „Y."
ern6tig in overweging willen geven dezo photo's
liever in oen atzonierlyk album of eene porte
feuille te plaatsen
Ten slotte nog dit.
Het doet my veel geDoegen dat WY.' graag
wat van „Kunst wil weten, en vleiend is 't
voor my zeker, dat hy myne oordeelvellingen
„kundig" noemt.
Voor t6 veel overdryving most ZEd. zich
echter toch hoeden, en niet zoomaar alles
klakkeloos aannemen wat een ander zegt. Hy
blyvo met eigen oogen zien i Ik meen daarom
ZEd. gerust te mogen aanraden, (als 't hem
ernst is met de KunsO, op den duur degelijker
geschriften to raadplegen dar deze vluchtige
„Vlokken", waarin, uit der. aard der zaak,
het gevoelen is neergelegd van slechts éón
persoon.
U, Mynheer de Redacteur, dankend voor dn
verleende plaatsruimte. Uw dw.
Leiden, 30 Sept. 1894. C. V.
[Herplaatsing wegens misstelling.]
Sophie knikte heftig met het hoofd.
Met bevende hand schreef Hólè e
„Lieve Holh, kom dadelyk by myi Oog
in oog wil ik u verklaren, waarom Ik het
my ten plicht reken, u de verlangde vryheid
niet weer te geven.
Uwe Hólène."
Sophie maakte zich gereed om te gaan;
op hare geelachtig bleeke wangen brandden
twee scherp altetoekende roode vlekken. Z,j
schudde Hólè ie do hand, zoo krachtig en vast
als oen man, en deed dit zelfs haro oude
tegenstandster, mevrouw Sauvage. Toen ver
liet zy met vasten tred, zonder dat Hólène
ook nog maar een enkel woord over hare
lippen had hooren komen, het vertrek.
Terwyi Hólène, de armen om den hals
barer moeder geslagen, bittere tranen schreide,
die haar verlichting schonken, nam Sophie,
met hetzelfde strakke, onheilspellende gelaat,
eene vigilante, gelastte den koetsier zoo hard
te ryden als maar mogelijk was, en stapte
tien minuten later voor Henri's woning uit.
Vaster klemden hare vingers zich om den
brief, als om het gevest van een degen, ea
driftig klopte zy aan de deur zyner kamer.
„Binnen 1" riep Henri's stem.
Met een kwaiyk te verbergen wrevel zag
by Sophie voor zich staan hy was bang
voor zyne beste vriendin. Zy echter, toen zy
haren „halfgod" zoo bleek, zoo ontdaan voor
zich zag, zy had een gevoel alsof haar de
keel werd dichtgenepen, alsof zy stikken zou.
Oogenblikkeiyk echter herstelde zy zich en
plaatste zich vlak voor hem, die dadelyk
begreep dat zy reeds alles wist
„Daar", zei ze, en de woorden stokten hapr
in de keel, „pak aanl Ze stuurt ie eene bood
schap, maar je bent het niet waar.., jy.
jij, ellendige kerel."
Een oogenblik was Henri diep getroffen
geweest, toon hy Sophie's vreeselyLe opge
wondenheid zag; haai gezegde trof hem in
zyn gevoel van eigenwaarde on hy wapende
zich met zyn trots
„Zoo, noemt gy my een „ellendeling", om
dat ik, in plaats van de verandering, diezLh
in myne gevoelens hetfc geopenbaard, lai-
hartig te verzwygon en mot eene leugen op
de lippen voor hbt altaar te versohynen, rond
borstig den toestand van myn hart blootleg,
thans, nu het nog tyd is? Door onze veel
jarige vriendschap hebt ge üet recht verwor
ven 6en oordeel to vollen o^er myn doen en
laten, altyd tot zekere grenzen; maar het
recht my de wetten te stelleD, mij te bo-
leedigen, dat recht ontzeg ik ui" zoi
Henri driftig.
Met de handen diep in de zakken van zyn
jacquet gestoken, liep by op en neer, terwyi
Sophie onbeweeglyk midden in het vertrek
stond en voor zyn heen en weer loopen be
paald hindorlyk was.
„Het komt niet in my op, u de wetten te
stellen. Loop mynentwege alle blonde, onnoo-
zele wichten na, zoover ge dit met uw gevoel
van eer cn plicht jegens Hólène kunt over
eenbreng Ik zal u niet tegenhouden."
Wordt vervolgd.)