Voor de arrondisseraents-recht-
bank te Haarlem waren gisteren ter verant
woording geroepenHerman Rudolph Budden-
borg, 44 jaren oud, voorloopig in arrest; Petrus
Gregorius De Groot, 53 jaren oud, wonende
te Hillegom, en Johannes Bernardus Sernó,
40 jaren oud, thans wonende te Londen, ter
zake wat den eersten beklaagde aangaat, dat
hy, die by vonnis van de Haarlemsche recht
bank dd. 13 Oct. 1893 werd verklaard te zyn
in staat van faillissement, in het eind van
September en de eerste dagen van October
1893, terwyi hy reeds lang in finantiöele
moeiiykheden verkeerde en wist, althans kon
weten en behoorde te weten/dat hfy niet meer
by machte was aan zyne finantiëele verplich
tingen te voldoen, zoodat een reeds herhaal-
deiyk aangevraagd faillissement niet meer te
ontkomen was, ter bedrieglyke verkorting der
rechten van zyne schuldeischers aan De Groot
heeft overgedragen, ver beneden de waarde,
zyn gebouwen, meubilair, bloembollen, enz
dat hy in zyne boeken geene melding heeft ge
maakt van de baten, uit bovenstaande handelin
gen voortvloeiende, en met alles, wat hem aan
geld of geldswaarde was overgebleven, op 7
October naar Engeland is vertrokken, met hot
doel zich daar te vestigen; en dat hy, door het
afgeven van een zyner boeken aan den twee
den beklaagde De Groot, niet heeft voldaan
aan de verplichting, om als koopman zyne
boeken te bewaren.
Wat den tweeden en den derden beklaagde
aangaat, dezen wordt ten laste gelegd, Bud-
denborg in de boven aangehaalde bedrieglyke
handelingen willens en wetens te hebben ge
holpen, daar zy wisten dat B. niet kon vol
doen aan zyne verplichtingen, en zy dus, door
van hem te koopen op de wyze, als zy voor
geven te hebben gedaan, konden weten, de
3ndere schuldeischers te benadeelen.
Mr, Caroli en mr. Yan Glgch te Amsterdam
traden voor Buddenburg op en voor de be
klaagden Sernó en De Groot mr. D. Simons.
Alle beklaagden waren aanwezig.
Nadat de akte van dagvaarding was voor
gelezen, nam de officier van justitie het woord
on vroeg schorsing der zaak, omdat de bekl.
op 8 Sept. jl. in verzet was gekomen van
hot vonnis der rechtbank, waarby hy failliet
was verklaard, en eerst moet worden uitgo
maakt wat ten civiele wordt ten laste gelegd,
nl. het failliet zyn.
De off. van justitie had daarom ook do 37
getuigen niet gedagvaard.
Nu het zelfs by benadering niet was te
zeggen, wanneer de strafzaak nu zou kunnen
worden behandeld, oordeelde de officier dat,
hoewel Buddenborg zich rechtens in preven
tieve hechtenis bevindt, thans dia preventieve
hechtenis moest eindigen, waarom by dan
ook requireerde schorsing der zaak en ont
slag uit do preventieve hechtenis van be
klaagde Buddenborg.
Mr. Van Gigch sloot zich, hoewel op andere
gronden dan de officier, aan by het verzoek
om invryheidstelling. Hy deelde mede wat
Buddenborg heeft geledon on drukte den
rechters op het hart, wel te bedenken, dat
van hun beslissing het wel of wee van een
mensch afhangt. Sernó, die ook eerst ge
vangen is geweest, is toch, niettegenstaande
hy zich te Londen bevond, thans hier aan
wezig en hoewel verdediger geen garantie op
zich durft nemen, gelooft hy toch dat op den
dag der verantwoording Buddenborg hier zal
verschynen. Op dien dag zal een geheel ander
licht over deze zaak opgaan en zal duideiyk
blyken, dat Buddenborg niot voortvluchtig was.
Verdediger verzoekt reods nu te boslissen
over het requisitoir van den officier.
Do rechtbank begaf zich in raadkamer.
De zaak is geschorst tot na afloop van ie
civielo quaestie. Do beklaagde is voorloopig
in vryheid gesteld, op grond dat by niet voor
onbopaalden tyd kan worden gevangen ge
houden.
Hot „Hbl." m e 1 d t h e t v o 1 g e n d e:
Door do raadkamer der arrondissements-recht-
bank te Winschoten is mr. S. C. H. Piccardt
C.Hzn. geschorst als advocaat voor den tyd
van éón jaar en ontslagen als procureur. Naar
we met zekerheid vernemen, staat een en
ander in verband met een proces tuschen den
stukadoor Postma en den heer W. J. Post,
dat loopt over de huur van een huis. Voor
laatstgenoemde trad mr. P. op als advocaat,
voor eerstgenoemde mr. N. J. Wilkens, die
het pleidooi voor de rechtbank te Winschoten
won. De rechtbank kende mr. P. voor zyne
bemoeiingen toe eene som van tachtig gulden,
terwyi gebleken moet zyn, dat hy daarvoor
reeds vierduizend gulden heeft ontvangen.
Deze som echter kunnen we niet anders dan
onder voorbehoud mededeelen.
Do bedelwagen in denoptocht
te Groningen beeft opgebracht: 4 muntbiljetten,
1 gouden tientje, 322 guldens, 87 ryksdaalders,
28 halve guldons, 1615 kwartjes, 6111 dub
beltjes, 431 stuivertjes, 7809 halve stuivers,
43085 centen, 7500 halve conten, 11 biermarken
en nagekomen en gewisseld geld teh bedrage
van 21.22, samen ƒ2171.02, benevens buiten
en binnenlandsche niet meer gangbare munt,
oude penningen, knoopon, ulevelletjes, noten,
pepermunt, erwten, boonen en verbruikte
hoeveelheden tabak.
Uit Maassluis meldt men: Gis-
termorgen werd door het Vlaardingsche
loggerschip 118 in de Noordzee naby de
Nederlandsche kust aangotroffen do verlaten
Italiaansche driemastschoener „Magdala,"
thuisbohoorende te Livomo en goladen met
hout. Het schip was lek en door de be
manning verlaten. De logger deed 7 man
van do equipage op de „Magdala" overgaan,
die er in slaagden het vaartuig binnen te
brengen en het anker lieten vallen by het
vuurschip voor den Rotterdamschen Waterweg.
Toen het volk even van boord was gegaan
om van het loggerschip schoon goed af te
halen, heeft de Belgische oorlogsboot „Ville
d'Anvers," welke in de nabybeid was, het
anker gelicht en de „Magdala" op sleep
touw genomen on naar den Waterweg gebracht,
zonder dat van verdere hulp der manschappen
werd gebruik gemaakt. De „Magdala" ligt
thans te Maassluis in de haven.
De eigendommen van de Rot-
terdamsche Suikerraffinadery, te zamen in
bod staande op 170,912, zyn gisteren in
perceelen afgeslagen en hebben opgebracht
179,912, en zyn daarna in massa verkocht
voor ƒ221,912. Naar men verneemt, is de
gemeente Rotteidam de koopster.
Het lot van de Rotterdamsche Suiker-
raffiDadery is dus beslist. Niettegenstaande
men daar tot het laatste oogenblik had ge
hoopt, dat oene combinatie tot voortzetting
dezer voor Rotterdam zoo belangryke industrie
tot stand zou komen, is dat niet het geval
geweest. Daar de opbrengst f 220,000 heeft
bedragen, is het resultaat voor de aandeel
houders, die indertyd met het voorstel der
directie meegingen, allesbehalve schitterend
en zou vermoedeiyk bevredigend zyn geweest
als zy op de voorstellen der destijds benoemde
commissie waren ingegaan.
Woensdag-avond had voor Po o-
derooyen eene aanvaring plaats tusschen de
passagiersboot „Cornelia," komende van Gor-
kum, naar Heusden, en de goederenboot
„Amsterdam," komende van 's-flertogenbosch,
naar Amsterdam. De „Amsterdam" werd aan
stuurboordzyde aangevaren en bekwam zooveel
schade, dat do kapitein verplicht was de boot
aan den Zuiderwal aan den grond te zetten,
waar de boot direct zonk. De „Cornelia"
bekwam eenige schade aan den steven.
De man te 's-H ertogenbosch,
die zyne vrouw met een mes verwondde, is
tot 10 jaar gevangenisstraf veroordeeld.
Onder Renswoude heeft een land
looper, zadelmaker van beroep, die nota-bene
4.50 's weeks pensioen als gepensionneerd
Indisch militair geniet, het op de hofstede
van Van 'tLand zeer lastig gemaakt en de
dochter des huizes met een ketel geslagen-
De politie van Veenendaal stelt een onder
zoek in.
Als eene merkwaardigheid wordt
gemeld dat men te Vucht op het Roomseh
Katholieke kerkhof een treurwilg kan zien,
beladen met peren. De geheele kroon bestaat
uit wilgetakken en wilgeblaren, en daartus-
schen groeien peren, die ongeveer de grootte
van eene okkernoot hebben. Op een perestam
werden wilgetakjes geënt, en deze schynen
dus uit den stam eigenschappen te hebben
overgenomen, die hem in staat stelden bloe
sems en vruchten te dragen, eigen aan den
moederstam, terwyi de bladeren niets van
vorm veranderen.
Eene kantteekening, die dr. Cattie aan de
„Arnh. Ct." zond, ontneemt aan dit geval veel
van zyne merkwaardigheid. Enting van boomen
of struiken van de eene familie op die eener
andere mislukt, volgens dezen deskundige,
zoogoed als zeker altyd. Het geval is hier
aldus: Op een Pirus salicifoliauit W.-Azië
afkomstig, dat is een siorboom tot het ge
slacht der peren behoorende, maar met bladeren,
lang en smal als die van wilgen, is eene peer
geënt: ziedaar alles. De soort, waarop geënt
is, mag niet algemeen voorkomen, maar is
toch volstrekt niet onbekend.
Spoorloos verdwenen. In de
chemische fabriek te Müblhausen heeft zich
een verschrikkeiyk geval voorgedaan. Een
werkman, Wuchner genaamd, is spoorloos
verdwenen zonder de febriek te hebben ver
laten. Wuchner was des morgens om halfzes
aan hot werk gegaan; zyn werk bestond
daarin, alles in gereedheid te brengen voor
de komst der andere werklieden. Op den
noodlottigen morgen moest hy nitrobenzine
uit zeven yzeren reservoirs in grootere
reservoirs laten loopen. De laatste, van 1 M.
middeliyn en 3 M. hoogte, bevinden zich in
een bassin, maar staan zoo diep, dat hun
bovenkant geiyk is met den grond. Terwyi
de man hier bezig was, had er eene gewel
dige ontploffing plaats, gevolgd door brand.
Van de zeven reservoirs waren er zes gebar
sten on het zevende sprong tydens den brand.
Toen do brand was gebluscht, was do grond
meer dan een meter hoog met kokend zout
zuur en nitrobenzine bedekt. De vloeistof ont
wikkelde zulk een stank, dat het reddings
werk don eersten dag onmogeiyk was. Den
volgenden dag werkte men tot dos avonds
door, maar van Wuchner was geen spoor te
vindenblykbaar was hy in de vloeistof op
gelost. Door proeven kwam men tot de over
tuiging, dat dit volstrekt niet onmogeiyk was;
eenige stukken vleesch, beenderen en tanden
van dieren werden in dezelfde vloeistof ge
worpen en waren na twee uur geheel ver
dwenen.
Valsche munters.
Voor de Haagsche rechtbank werd gisteren
behandeld de zaak van den Duit6chen kleer
maker en eene by hem, in de Kettingstraat
te 's Gravenhage, inwonende Haagsche naai
ster, beklaagd: de eerste van het vervaardi
gen van valsche ryksdaalders, de laatste van
het in omloop brengen van die valsche munt
stukken, wetende dat zy vervalscht waren.
Achttien getuigen werden in deze zaak ge
hoord. De loop dezer zaak werd eenige weken
geleden omstandig medegedeeld en het ge
tuigenverhoor bevestigde eenvoudig hetgeen
toen werd vermeld. Het groote aantal getul
gen betrof dan ook meer de uitgifte dan het
maken van de ryksdaalders.
De man bekende de vervaardiger te zijn
van de vervalschte muntstukken; de vrouw
geweten te hebben dat het haar gegeven geld
valsch was. Over de by de vervalsching ge
volgde methode, misschien uitstekend ter
leering, is het beter niet uit te weiden. Vol
doende zy het mede te deelen dat de ver-
valschiog zóó slecht was, het geheele
randschrift ontbrak zelfs dat men al heol
onachtzaam moest zyn om er in te loopen.
Bovendien was de man zoo mededeelzaam
omtrent zyne „werkzaamheden", dat het een
wonder moet heeten dat hy niet eerder ge
snapt werd.
De persoon, die van een en ander kennis
had gedragen, ja, volgens beklaagde, zelfs
had medegeholpen aan de vervaardiging van
18 stuks, en niet ongenegen was om er mede
van te profiteeren, kreeg van den president
eene berisping over zyne stilzwygendheid in
eene zoo hoogst gevaarlyke zaak.
Ook andere personen, die van de kwade
praktyken van den beklaagde hadden kennis
gedragen en geene aangifte by de politie hadden
gedaan, kregen eene ernstige vermaning van
den president en hun werd gewezen op hunne
plichten als staatsburger, en op het voorbeeld,
dat een kleine knaap hun gisterochtend had
gegeven, die, diefstal ziende plegen, daarvan
dadeiyk mededeeling deed.
Daarna werden de 13 getuigen gehoord, die
allen de dupe van de geschiedenis waren ge
worden en allen de naaister herkenden als
de vrouw, die een of ander by hen had ge
kocht, meestal kleinigheden, en daarvoor steeds
oen valschen ryksdaalder in betaling bad ge
geven. Vooral boter- en kaaswinkels had het
naaistertje voor hare operatiën gekozen, waar
zy dan tevens eene bestelling deed, waardoor
de men8chen geen argwaan kregen. Werd de
vervalsching ontdekt en gingen de bedrogen
winkeliers naar het voor de bestelling op
gegeven adres zoeken, dan bleek dit niet te
bestaan.
Nadat voorlezing was gedaan van de rap
porten van het muntcollege, waaruit bleek
dat de ryksdaalders waren samengesteld uit
lood met zwakke sporen van tin, en van
eene ambtseedige verklaring, waaruit bleek
dat de eerste beklaagde, de kleermaker, reeds
herhaalde malen in het buitenland was ver
oordeeld wegens diefstal en tot 2 jaron door
het Hof te 's-Hertogenbosch, ging het O. M.
over tot het nemen van zyn requisitoir.
Subst. off. van justitie mr. Van Buttingha
Wichers wees er op, dat muntvervalschingen
in ons land byna altyd door buitenlanders
gepleegd worden. De schuld van de be
klaagden achtte het 0. M. wettig en over
tuigend bewezen en het vorderde voor den
kleermaker Pietor Brucksen 6 jaren en voor
de naaister Gerardina Johanna Hendrika
Rekko 3 jaren gevangenisstraf.
De toegevoegde verdediger mr. H. Visser
riep in een zeer gevoelvol en kort pleidooi
do clementie in van do rechters voor zyne
vrouweiyke cliënt, die alles had opgeofferd
om Brucksen tot een huwelyk te brengen.
By het voorlezen der verklaring der vroegere
veroordeelingen van Brucksen werd beklaagde
Rekke door een zenuwtoeval getroffen en
bood de Rechtszaal een diep treurig tooneel.
De uitspraak in deze zaak is bepaald op
over 8 dagen.
Moord te Behagen.
Nog altyd scbynt twijfel te bestaan of Boes
allóón den moord op de beide vrouwen heeft
gepleegd. Men weet dat de olie uit de in
het huis van de wed. Bute aanwezige lampen
over de lyken was gegoten, blykbaar met het
doel om door den daarna gestichten brand de
sporen van de misdaad te doen verdwy-
nen, hetgeen echter niet is gelukt. Op de
photographieên, welke op last van do justitie
van de slachtoffers op de plaats van de mis
daad zelve zyn genomen, komen deze lampen
dan ook voor. Terwyi nu twee der drie toen
aanwezige lampen door personen, die meer
malen ten huize van de wed. Bute hadden
verkeerd, zyn herkend als behoorende aan
de weduwe, is het, voor zoover bekend, tot
heden niet gelukt de herkomst van de derde
lamp op te sporen, dewyl deze, zooals uit
een desbetreffend nauwkeurig onderzoek is
gebleken, noch aan de weduwe Bute, noch
aan Boes toebehoorde. De justitie tracht nu
den eigenaar van deze lamp te vinden.
De Joopers binnen de
gemeente en de Agen
ten van het Leidsch
Dagblad buiten Leiden bezorgen
op verzoek het Dagblad alléén
ties Zaterdag-avonds ad
2'/, Cent per nummer.
BUITENLAN D.
Frankrijk.
De radicaal-socialistische gemeenteraad van
Toulouse is ontbonden, omdat hy de kiezers-
lysten had vervalscht. Eene delegatie van vyf
leden is ingesteld, om de functièn van den
Raad te vervullen. De prefect van het depar
tement (Boven-Garonne), de heer Cohn, die
het geknoei had toegelaten, is overgeplaatst
naar dat der Loire en door dien der Loire ver
vangen. Bedoelde commissie, zegt de „Temps",
zal nagenoeg uitsluitend tot taak hebben nieuwe
kiezereiysten samen te stellen. Die van 1892 en
1898 *yn door de justitie in beslag genomen,
in verband met een proces tegen zes der by
bovenbedoelde knoeieryen betrokken personen,
welk proces in November zal worden behandeld,
Men zal niet vóór 25 December gereed zyn en
eerst daarna zullen de verkiezingen voor den
nieuwen gemeenteraad kunnen geschieden. Het
„Journal des Débats" spreekt hare voldoening
uit over deze -^daad der gerechtigheid". Vroe
gere ministers, zegt het blad, hebben het even
goed geweten, maar recht en billykheid aan
de belangen der „concentratiepolitiek" opge
offerd. De minister-president Dupuy heeft nu
als eerlyk man deze traditie vastberaden afge
broken. Hy heeft de raadsleden teruggezonden
naar de kiezers, die hen niet gekozen hadden,
en het algemeen stemtecht zal nu kunnen
spreken zonder dat de Toulouser dwingelandjes
zyn vonnis meer kunnen vervalschen. De
„Jour" en de „Liberté" pryzen evenzeer den
heer Dupuy. Do „Gazette de France", de
„Monïteur", de „Univers" vinden dat de prefect
Cohn de hoofdschuldige is en er veel te goed
afkomt. De daad der Regeering is louter
boerenbedrog, beweert de „Moniteur".
De „Figaro" bevat het verhaal van mgr.
a'Hulst over de laatste oogenblikken van den
Graaf van Parys, hetwelk getiteld is: „Une
ame royale et chrétienne." Mgr. d'Hulst ver
zekert dat de Graaf van Parys eene koninklyke,
maar bovenal eene christelyke levensopvatting
had, en geeft daarvan verscheidene voorbeelden.
Hy verhaalt dat de ziekte van den graaf
duurde van het voorjaar van 1889 en van
den beginne af wist de graaf dat zy onge-
neesiyk was. Eene operatie had plaats in 1892,
welke het leven van den Graaf van Parys
met twee jaren verlengde, maar de ziekte
verergerde in den afgeloopen winter gedurende
zyn verblyf in Spanje. In Engeland terug
gekeerd, heeft de graaf op 29 Augustus het
sacrament der stervenden en op 31 Augustus
het laatste oliesel ontvangen, zonder dat zyne
geesteskalmte er in het minst door werd
verstoord. Hyzelf had om den Pauselyken
zegen gevraagd. Mgr. d'Hulst wyst vervolgens
op de vroomheid van den zieke, wiens laatste
oogenblikken hy by woonde en voor wien hy
het gebed der stervenden heeft gelezen. Mgr.
d'Hulst eindigt met te zeggen, dat de Graaf
van Parys in Engeland wilde begraven worden
„Ik wil niet ergens begraven worden, waar
myn zoon niet op myn graf kan komen
bidden."
Italia.
De teekenen van een terugkeerend algemeen
vertrouwen in Italië zoo telegrapheert men
uit Rome worden hoe langer hoe duidely-
ker. In den laatsten tyd zyn van verschillende
soorten van staatsfondsen groote inkoopen
gedaan, hetgeen in lang niet was gebeurd;
de iubrengst in spaar- en deposito-banken
neemt too, de opbrengst der spoorwegen,
vooral van goederen-vervoer, vermeerdert ge
stadig en in verschillende takken van nyver
heid is vooruitgang te bespeuren.
Oosteurjik-Honü;.-Monarohie«
In Hongarye troodt de korkeiyk politieke
quaestie weder op den voorgrond.
Het ministerie-Weckerló heeft indertyd vyf
kerkelyk'politieke wetten ingediend. Het Huis
der Afgevaardigden heeft die alle aangeno
men; daarentegen heeft het Hoogerhuis tok
nog toe slechts een over de invoering van
het burgeriyk huwelyk na de bekende
moeilykhoden goedgekeurd. Het moet er dus
nog vier behandelen: over het houden der re
gisters van den burgeriyken stand door den
Staatover do vrye godsdienstoefening; over do
positie der Joden en over den godsdienst der
kinderen, nameiyk van de kinderen, die uit
een gemengd huwoiyk zyn geboren.
De commissie van het Hoogerhuis heeft nu
de behandeling der vier wetsontwerpen aange
vangen en met spanning wordt het resultaat
te gemoet gezien.
Het wordt niet waarschyniyk geacht, dat
de commissie zich sterk tegen die wetten zal
verzetten, maar des te heftiger zal in het Hoo
gerhuis de oppositie zyn. Alle moeiiykheden,
die de aanneming der wet op het burgeriyk
huwelyk hebben vertraagd, zullen zich opnieuw
voordoen.
Vereeuigde Staten.
Op den partydag der democraten in den
staat Nieuw York werd met algemeene stem
men Hill candidaat gesteld voor het gouver
neurschap. Hill had vooraf de candidatuur ge
weigerd. De vergadering nam eene motie aan,
hare vreugde uitdrukkende over de afschaffing
van het Mc Kinley tarief en instemming be
tuigende met Cleveland.
C li in a en Japan.
E-:ne offlciöele mededeeliog der regeering
van Japan bevestigt, dat in den laatsten
zeeslag geen Japansch schip is verloren ge
gaan, en een telegram uit Chineesche bron
meldt, dat ten minste een deel der Japansche
vloot weder in zee is gestoken; met eene
onbekende bestemming, wordt er by gevoegd,
alsof het in oorlogstyd gewoonte ware, vooraf
bekend te maken, waarheen oorlogsschepen
worden gezonden.
Europeesche officieren te Shanghai houden
het er voor, dat het tweede Japansche leger
van 80,000 man niet naar Corea gaat, maar
zal trachten te landen by Neu-Chwang, aan
het noorden van de Golf van Petchili, waar
het de Chineesche troepen in Corea van Peking
en Mukden zou kunnen afsnyden. Deze troepen
staan te Wi-Yoe, waar zy zich sterk hebben
verschanst en den Japanschen maarschalk
Yamagata met zyne troepen afwachten, die
waarschyniyk op ondersteuning van de vloot
wacht, om hen aan te vallen.
De keizer van China heeft eene kennisge
ving uitgevaardigd, waarin hy zyn diep leed
wezen betuigt over den dood van generaal
Tso, die aan het hoofd der troepen, in den
slag by Ping-Yang sneuvelde. Aan de zoons
en overige familieleden van den generaal heeft
de keizer verschillende gunstbewyzen verleend.
Do generaal moet inderdaad, volgens de ver
zekering van ooggetuigen, een buitengewonen
moed aan den dag hebben gelegd Ofschoon
door een kogel in den schouder gewond, bleef
de generaal aan het hoofd der troepen, totdat
by bij het maken van eene charge door een'
tweeden kogel gedood werd.
Te Peking wordt de stemming tegen de
vreemdelingen steeds meer vyandigop straat
worden zy door de soldaten beleedigd en
lastig gevallen.
De Chineezen spreken reeds van eene moge»
lyke bezetting der hoofdstad door de Japanners.,
Als het zoover dreigt te komen, zal de keizepj
zich met zyne hofhouding naar Nanking be-,:
geven; de onderkoning daar ter stede iS]
reeds met het voornemen van Z. M. in ken-<
nis gesteld, om bytyds de toebereidselen t»>
kunnen maken. Alvorens Peking te verlaten^
zou de keizer het corps diplomatique uitnoo-
oigen hem naar Nanking te volgen, maar1
men verwacht dat de buitenlandsche verte
genwoordigers de voorkeur zullen geven aan.
Shanghai, waar zy Europeesche oorlogsschepen
tot hunne beschikking hebben.
Nanking was vroeger de residentie der
Chineesche keizers; in de twaalfde eeuw
vestigden zy zich te Kambalu, om de oproe
rige Mongolen beter onder het oog te hebben.
Kambalu kreeg toen den naam Peking, d. I.
„hoofdstad van het Noorden", terwyi Nanking
beteekent „hoofdstad van het Zuiden".
Te Londen was gisteren het gerucht ia
omloop, dat tusschen China en Japan em.
wapenstilstand was gesloten, en wel op voor
stel der Engelsche en Russische regeeringen,
die hare bemiddeling hadden aangeboden.
Uit Tokio wordt nu evenwel gemeld, dat
daar niets van dergelyke voorstellen bekend
is. De Japansche regeering althans heeft geen
voorstel tot het sluiten van een wapenstilJ"
stand gedaan en ook is daar niets van dien
aard, betreffende Ruslands of Engelands plan
nen, vernomen.
Integendeel wordt nu spoedig een nieuwe
aanval der Japanners verwacht. In plaats,
van den minister van oorlog, graaf Oyama,
die het opper-bevel over het leger te Hieroa-l
hyma heeft aanvaard, heeft de minister vaa
marine, graaf Saïgo, tevens het bestuur over
het departement van oorlog op zich genomen.'
De transportschepen, die deze troepen naar
hun tot dusver niet bekende, plaats van be
stemming zuilen overbrengen, worden bege
leid door een eskader, bestaande uit andere
schepen, dan die, welke aan den zeeslag op
de Yaloe-rivier hebben deelgenomen. Dit.
eskader, voor zoover het nog zeewaardig is,
bevindt zich nog in de baai van Corea, ten
einde do Chineesche vloot in het oog t$
houden.
Op dringend verlangen van de keizerin
weduwe van China wordt van de feesteiyka
viering van haren ÖOsten verjaardag afgezien
om groote uitgaven te vermyden.
De keizerin-moeder van China heeft 3,000,00Q
taels van haar jubilé geschenk gegeven tot
bestryöing der kosten van den oorlog.
De toestand der vreemdelingen in de kust-^
steden wordt dageiyks gevaariyker. Te Tientsin
en te Peking worden de Europeanen dagelykg
door het gepeupel en de soldaten op straat
beleedigd.
Oost-Afrika,
Over den Kafferopstand in Oost-Afrika be
helzen de Engelsche bladen nog slechts weinig
byzonderheden, buiten die, welke reeds be
kend zyn. Te Kaapstad was het gerucht in
omloop, dat er reeds een gevecht had plaat»
gehad met de inboorlingen naby Lorenzo-
Marquez, maar do Portugeezen ontkende zulks.
Zeker is bet, dat de houding der Kaffers zee*
dreigend is. De geheele stad is onder da
wapenen en heeft zich op een eventueelea
inval voorbereidin de straten zyn barricades
opgeworpen, waarachter Nordenfelt-kanonnen.
zyn opgesteld. De gouverneur heeft de hulp
der Britsche ingezetenen ingeroepen en dezen
hebben terstond aan die roepstem gehoor ge-*
geven. De geheele blanke bevolking is doof
den gouverneur van wapenen en patronen
voorzien, om zich te kunnen verdedigen.
De teruggeroepen Portugeesche troepen zyn
door de inlanders onder Mahazula achtervolgd
tot de stad Lorenzo Marquez. Zy hebben hunne
kanonnen en hunne munitie achtergelaten.
De gouverneur heeft een protest naar Lis
sabon gezonden tegen de ontscheping yan de
Engelsche zeesoldaten.
De geheele macht der Portugeezen wordt
geschat op 120 Europeesche soldaten en 20O<
zwarten. Mahazula beschikt over 7000 man»'
Het is niet zeker of de stam Maputa dq
Portugeezen zal helpen. Men vreest voor een,
opstand in Gungunuama.
Volgens de laatste berichten schynt de
toestand by de Delagoa-baai echter niet zoo."
ernstig te zyn als de Engelsche bladen beweren.
Ten minste, heden wordt geseind, dat d»
Engelsche mariniers, die te Lorenso Marquez.
aan wal waren gezet tot bescherming van.'
het Engelsche consulaat, weer aan boord van
hunne kanonneerboot zyn teruggekeerd, daar,
alle gevaar voor een aanval op het Engelsche
consulaat bleek geweken te zyn.
Het Kafferhoofd Mahazula bevindt zich nog'
steeds met zyne krygalieden in de nabyheid
der stad, maar volgens de Portugeezen i*,,
van hen geen gevaar te vreezen. De Portu-''
geesche regeering blyft verzekeren, dat har»y
strydkrachten by de Delagoa-baai voldoepdar'
zyn om de stad tegen een mogelyken Mfivat]
der Kaffers te beschermen.