Voor de arrondisseraents-recht- bank te Haarlem waren gisteren ter verant woording geroepenHerman Rudolph Budden- borg, 44 jaren oud, voorloopig in arrest; Petrus Gregorius De Groot, 53 jaren oud, wonende te Hillegom, en Johannes Bernardus Sernó, 40 jaren oud, thans wonende te Londen, ter zake wat den eersten beklaagde aangaat, dat hy, die by vonnis van de Haarlemsche recht bank dd. 13 Oct. 1893 werd verklaard te zyn in staat van faillissement, in het eind van September en de eerste dagen van October 1893, terwyi hy reeds lang in finantiöele moeiiykheden verkeerde en wist, althans kon weten en behoorde te weten/dat hfy niet meer by machte was aan zyne finantiëele verplich tingen te voldoen, zoodat een reeds herhaal- deiyk aangevraagd faillissement niet meer te ontkomen was, ter bedrieglyke verkorting der rechten van zyne schuldeischers aan De Groot heeft overgedragen, ver beneden de waarde, zyn gebouwen, meubilair, bloembollen, enz dat hy in zyne boeken geene melding heeft ge maakt van de baten, uit bovenstaande handelin gen voortvloeiende, en met alles, wat hem aan geld of geldswaarde was overgebleven, op 7 October naar Engeland is vertrokken, met hot doel zich daar te vestigen; en dat hy, door het afgeven van een zyner boeken aan den twee den beklaagde De Groot, niet heeft voldaan aan de verplichting, om als koopman zyne boeken te bewaren. Wat den tweeden en den derden beklaagde aangaat, dezen wordt ten laste gelegd, Bud- denborg in de boven aangehaalde bedrieglyke handelingen willens en wetens te hebben ge holpen, daar zy wisten dat B. niet kon vol doen aan zyne verplichtingen, en zy dus, door van hem te koopen op de wyze, als zy voor geven te hebben gedaan, konden weten, de 3ndere schuldeischers te benadeelen. Mr, Caroli en mr. Yan Glgch te Amsterdam traden voor Buddenburg op en voor de be klaagden Sernó en De Groot mr. D. Simons. Alle beklaagden waren aanwezig. Nadat de akte van dagvaarding was voor gelezen, nam de officier van justitie het woord on vroeg schorsing der zaak, omdat de bekl. op 8 Sept. jl. in verzet was gekomen van hot vonnis der rechtbank, waarby hy failliet was verklaard, en eerst moet worden uitgo maakt wat ten civiele wordt ten laste gelegd, nl. het failliet zyn. De off. van justitie had daarom ook do 37 getuigen niet gedagvaard. Nu het zelfs by benadering niet was te zeggen, wanneer de strafzaak nu zou kunnen worden behandeld, oordeelde de officier dat, hoewel Buddenborg zich rechtens in preven tieve hechtenis bevindt, thans dia preventieve hechtenis moest eindigen, waarom by dan ook requireerde schorsing der zaak en ont slag uit do preventieve hechtenis van be klaagde Buddenborg. Mr. Van Gigch sloot zich, hoewel op andere gronden dan de officier, aan by het verzoek om invryheidstelling. Hy deelde mede wat Buddenborg heeft geledon on drukte den rechters op het hart, wel te bedenken, dat van hun beslissing het wel of wee van een mensch afhangt. Sernó, die ook eerst ge vangen is geweest, is toch, niettegenstaande hy zich te Londen bevond, thans hier aan wezig en hoewel verdediger geen garantie op zich durft nemen, gelooft hy toch dat op den dag der verantwoording Buddenborg hier zal verschynen. Op dien dag zal een geheel ander licht over deze zaak opgaan en zal duideiyk blyken, dat Buddenborg niot voortvluchtig was. Verdediger verzoekt reods nu te boslissen over het requisitoir van den officier. Do rechtbank begaf zich in raadkamer. De zaak is geschorst tot na afloop van ie civielo quaestie. Do beklaagde is voorloopig in vryheid gesteld, op grond dat by niet voor onbopaalden tyd kan worden gevangen ge houden. Hot „Hbl." m e 1 d t h e t v o 1 g e n d e: Door do raadkamer der arrondissements-recht- bank te Winschoten is mr. S. C. H. Piccardt C.Hzn. geschorst als advocaat voor den tyd van éón jaar en ontslagen als procureur. Naar we met zekerheid vernemen, staat een en ander in verband met een proces tuschen den stukadoor Postma en den heer W. J. Post, dat loopt over de huur van een huis. Voor laatstgenoemde trad mr. P. op als advocaat, voor eerstgenoemde mr. N. J. Wilkens, die het pleidooi voor de rechtbank te Winschoten won. De rechtbank kende mr. P. voor zyne bemoeiingen toe eene som van tachtig gulden, terwyi gebleken moet zyn, dat hy daarvoor reeds vierduizend gulden heeft ontvangen. Deze som echter kunnen we niet anders dan onder voorbehoud mededeelen. Do bedelwagen in denoptocht te Groningen beeft opgebracht: 4 muntbiljetten, 1 gouden tientje, 322 guldens, 87 ryksdaalders, 28 halve guldons, 1615 kwartjes, 6111 dub beltjes, 431 stuivertjes, 7809 halve stuivers, 43085 centen, 7500 halve conten, 11 biermarken en nagekomen en gewisseld geld teh bedrage van 21.22, samen ƒ2171.02, benevens buiten en binnenlandsche niet meer gangbare munt, oude penningen, knoopon, ulevelletjes, noten, pepermunt, erwten, boonen en verbruikte hoeveelheden tabak. Uit Maassluis meldt men: Gis- termorgen werd door het Vlaardingsche loggerschip 118 in de Noordzee naby de Nederlandsche kust aangotroffen do verlaten Italiaansche driemastschoener „Magdala," thuisbohoorende te Livomo en goladen met hout. Het schip was lek en door de be manning verlaten. De logger deed 7 man van do equipage op de „Magdala" overgaan, die er in slaagden het vaartuig binnen te brengen en het anker lieten vallen by het vuurschip voor den Rotterdamschen Waterweg. Toen het volk even van boord was gegaan om van het loggerschip schoon goed af te halen, heeft de Belgische oorlogsboot „Ville d'Anvers," welke in de nabybeid was, het anker gelicht en de „Magdala" op sleep touw genomen on naar den Waterweg gebracht, zonder dat van verdere hulp der manschappen werd gebruik gemaakt. De „Magdala" ligt thans te Maassluis in de haven. De eigendommen van de Rot- terdamsche Suikerraffinadery, te zamen in bod staande op 170,912, zyn gisteren in perceelen afgeslagen en hebben opgebracht 179,912, en zyn daarna in massa verkocht voor ƒ221,912. Naar men verneemt, is de gemeente Rotteidam de koopster. Het lot van de Rotterdamsche Suiker- raffiDadery is dus beslist. Niettegenstaande men daar tot het laatste oogenblik had ge hoopt, dat oene combinatie tot voortzetting dezer voor Rotterdam zoo belangryke industrie tot stand zou komen, is dat niet het geval geweest. Daar de opbrengst f 220,000 heeft bedragen, is het resultaat voor de aandeel houders, die indertyd met het voorstel der directie meegingen, allesbehalve schitterend en zou vermoedeiyk bevredigend zyn geweest als zy op de voorstellen der destijds benoemde commissie waren ingegaan. Woensdag-avond had voor Po o- derooyen eene aanvaring plaats tusschen de passagiersboot „Cornelia," komende van Gor- kum, naar Heusden, en de goederenboot „Amsterdam," komende van 's-flertogenbosch, naar Amsterdam. De „Amsterdam" werd aan stuurboordzyde aangevaren en bekwam zooveel schade, dat do kapitein verplicht was de boot aan den Zuiderwal aan den grond te zetten, waar de boot direct zonk. De „Cornelia" bekwam eenige schade aan den steven. De man te 's-H ertogenbosch, die zyne vrouw met een mes verwondde, is tot 10 jaar gevangenisstraf veroordeeld. Onder Renswoude heeft een land looper, zadelmaker van beroep, die nota-bene 4.50 's weeks pensioen als gepensionneerd Indisch militair geniet, het op de hofstede van Van 'tLand zeer lastig gemaakt en de dochter des huizes met een ketel geslagen- De politie van Veenendaal stelt een onder zoek in. Als eene merkwaardigheid wordt gemeld dat men te Vucht op het Roomseh Katholieke kerkhof een treurwilg kan zien, beladen met peren. De geheele kroon bestaat uit wilgetakken en wilgeblaren, en daartus- schen groeien peren, die ongeveer de grootte van eene okkernoot hebben. Op een perestam werden wilgetakjes geënt, en deze schynen dus uit den stam eigenschappen te hebben overgenomen, die hem in staat stelden bloe sems en vruchten te dragen, eigen aan den moederstam, terwyi de bladeren niets van vorm veranderen. Eene kantteekening, die dr. Cattie aan de „Arnh. Ct." zond, ontneemt aan dit geval veel van zyne merkwaardigheid. Enting van boomen of struiken van de eene familie op die eener andere mislukt, volgens dezen deskundige, zoogoed als zeker altyd. Het geval is hier aldus: Op een Pirus salicifoliauit W.-Azië afkomstig, dat is een siorboom tot het ge slacht der peren behoorende, maar met bladeren, lang en smal als die van wilgen, is eene peer geënt: ziedaar alles. De soort, waarop geënt is, mag niet algemeen voorkomen, maar is toch volstrekt niet onbekend. Spoorloos verdwenen. In de chemische fabriek te Müblhausen heeft zich een verschrikkeiyk geval voorgedaan. Een werkman, Wuchner genaamd, is spoorloos verdwenen zonder de febriek te hebben ver laten. Wuchner was des morgens om halfzes aan hot werk gegaan; zyn werk bestond daarin, alles in gereedheid te brengen voor de komst der andere werklieden. Op den noodlottigen morgen moest hy nitrobenzine uit zeven yzeren reservoirs in grootere reservoirs laten loopen. De laatste, van 1 M. middeliyn en 3 M. hoogte, bevinden zich in een bassin, maar staan zoo diep, dat hun bovenkant geiyk is met den grond. Terwyi de man hier bezig was, had er eene gewel dige ontploffing plaats, gevolgd door brand. Van de zeven reservoirs waren er zes gebar sten on het zevende sprong tydens den brand. Toen do brand was gebluscht, was do grond meer dan een meter hoog met kokend zout zuur en nitrobenzine bedekt. De vloeistof ont wikkelde zulk een stank, dat het reddings werk don eersten dag onmogeiyk was. Den volgenden dag werkte men tot dos avonds door, maar van Wuchner was geen spoor te vindenblykbaar was hy in de vloeistof op gelost. Door proeven kwam men tot de over tuiging, dat dit volstrekt niet onmogeiyk was; eenige stukken vleesch, beenderen en tanden van dieren werden in dezelfde vloeistof ge worpen en waren na twee uur geheel ver dwenen. Valsche munters. Voor de Haagsche rechtbank werd gisteren behandeld de zaak van den Duit6chen kleer maker en eene by hem, in de Kettingstraat te 's Gravenhage, inwonende Haagsche naai ster, beklaagd: de eerste van het vervaardi gen van valsche ryksdaalders, de laatste van het in omloop brengen van die valsche munt stukken, wetende dat zy vervalscht waren. Achttien getuigen werden in deze zaak ge hoord. De loop dezer zaak werd eenige weken geleden omstandig medegedeeld en het ge tuigenverhoor bevestigde eenvoudig hetgeen toen werd vermeld. Het groote aantal getul gen betrof dan ook meer de uitgifte dan het maken van de ryksdaalders. De man bekende de vervaardiger te zijn van de vervalschte muntstukken; de vrouw geweten te hebben dat het haar gegeven geld valsch was. Over de by de vervalsching ge volgde methode, misschien uitstekend ter leering, is het beter niet uit te weiden. Vol doende zy het mede te deelen dat de ver- valschiog zóó slecht was, het geheele randschrift ontbrak zelfs dat men al heol onachtzaam moest zyn om er in te loopen. Bovendien was de man zoo mededeelzaam omtrent zyne „werkzaamheden", dat het een wonder moet heeten dat hy niet eerder ge snapt werd. De persoon, die van een en ander kennis had gedragen, ja, volgens beklaagde, zelfs had medegeholpen aan de vervaardiging van 18 stuks, en niet ongenegen was om er mede van te profiteeren, kreeg van den president eene berisping over zyne stilzwygendheid in eene zoo hoogst gevaarlyke zaak. Ook andere personen, die van de kwade praktyken van den beklaagde hadden kennis gedragen en geene aangifte by de politie hadden gedaan, kregen eene ernstige vermaning van den president en hun werd gewezen op hunne plichten als staatsburger, en op het voorbeeld, dat een kleine knaap hun gisterochtend had gegeven, die, diefstal ziende plegen, daarvan dadeiyk mededeeling deed. Daarna werden de 13 getuigen gehoord, die allen de dupe van de geschiedenis waren ge worden en allen de naaister herkenden als de vrouw, die een of ander by hen had ge kocht, meestal kleinigheden, en daarvoor steeds oen valschen ryksdaalder in betaling bad ge geven. Vooral boter- en kaaswinkels had het naaistertje voor hare operatiën gekozen, waar zy dan tevens eene bestelling deed, waardoor de men8chen geen argwaan kregen. Werd de vervalsching ontdekt en gingen de bedrogen winkeliers naar het voor de bestelling op gegeven adres zoeken, dan bleek dit niet te bestaan. Nadat voorlezing was gedaan van de rap porten van het muntcollege, waaruit bleek dat de ryksdaalders waren samengesteld uit lood met zwakke sporen van tin, en van eene ambtseedige verklaring, waaruit bleek dat de eerste beklaagde, de kleermaker, reeds herhaalde malen in het buitenland was ver oordeeld wegens diefstal en tot 2 jaron door het Hof te 's-Hertogenbosch, ging het O. M. over tot het nemen van zyn requisitoir. Subst. off. van justitie mr. Van Buttingha Wichers wees er op, dat muntvervalschingen in ons land byna altyd door buitenlanders gepleegd worden. De schuld van de be klaagden achtte het 0. M. wettig en over tuigend bewezen en het vorderde voor den kleermaker Pietor Brucksen 6 jaren en voor de naaister Gerardina Johanna Hendrika Rekko 3 jaren gevangenisstraf. De toegevoegde verdediger mr. H. Visser riep in een zeer gevoelvol en kort pleidooi do clementie in van do rechters voor zyne vrouweiyke cliënt, die alles had opgeofferd om Brucksen tot een huwelyk te brengen. By het voorlezen der verklaring der vroegere veroordeelingen van Brucksen werd beklaagde Rekke door een zenuwtoeval getroffen en bood de Rechtszaal een diep treurig tooneel. De uitspraak in deze zaak is bepaald op over 8 dagen. Moord te Behagen. Nog altyd scbynt twijfel te bestaan of Boes allóón den moord op de beide vrouwen heeft gepleegd. Men weet dat de olie uit de in het huis van de wed. Bute aanwezige lampen over de lyken was gegoten, blykbaar met het doel om door den daarna gestichten brand de sporen van de misdaad te doen verdwy- nen, hetgeen echter niet is gelukt. Op de photographieên, welke op last van do justitie van de slachtoffers op de plaats van de mis daad zelve zyn genomen, komen deze lampen dan ook voor. Terwyi nu twee der drie toen aanwezige lampen door personen, die meer malen ten huize van de wed. Bute hadden verkeerd, zyn herkend als behoorende aan de weduwe, is het, voor zoover bekend, tot heden niet gelukt de herkomst van de derde lamp op te sporen, dewyl deze, zooals uit een desbetreffend nauwkeurig onderzoek is gebleken, noch aan de weduwe Bute, noch aan Boes toebehoorde. De justitie tracht nu den eigenaar van deze lamp te vinden. De Joopers binnen de gemeente en de Agen ten van het Leidsch Dagblad buiten Leiden bezorgen op verzoek het Dagblad alléén ties Zaterdag-avonds ad 2'/, Cent per nummer. BUITENLAN D. Frankrijk. De radicaal-socialistische gemeenteraad van Toulouse is ontbonden, omdat hy de kiezers- lysten had vervalscht. Eene delegatie van vyf leden is ingesteld, om de functièn van den Raad te vervullen. De prefect van het depar tement (Boven-Garonne), de heer Cohn, die het geknoei had toegelaten, is overgeplaatst naar dat der Loire en door dien der Loire ver vangen. Bedoelde commissie, zegt de „Temps", zal nagenoeg uitsluitend tot taak hebben nieuwe kiezereiysten samen te stellen. Die van 1892 en 1898 *yn door de justitie in beslag genomen, in verband met een proces tegen zes der by bovenbedoelde knoeieryen betrokken personen, welk proces in November zal worden behandeld, Men zal niet vóór 25 December gereed zyn en eerst daarna zullen de verkiezingen voor den nieuwen gemeenteraad kunnen geschieden. Het „Journal des Débats" spreekt hare voldoening uit over deze -^daad der gerechtigheid". Vroe gere ministers, zegt het blad, hebben het even goed geweten, maar recht en billykheid aan de belangen der „concentratiepolitiek" opge offerd. De minister-president Dupuy heeft nu als eerlyk man deze traditie vastberaden afge broken. Hy heeft de raadsleden teruggezonden naar de kiezers, die hen niet gekozen hadden, en het algemeen stemtecht zal nu kunnen spreken zonder dat de Toulouser dwingelandjes zyn vonnis meer kunnen vervalschen. De „Jour" en de „Liberté" pryzen evenzeer den heer Dupuy. Do „Gazette de France", de „Monïteur", de „Univers" vinden dat de prefect Cohn de hoofdschuldige is en er veel te goed afkomt. De daad der Regeering is louter boerenbedrog, beweert de „Moniteur". De „Figaro" bevat het verhaal van mgr. a'Hulst over de laatste oogenblikken van den Graaf van Parys, hetwelk getiteld is: „Une ame royale et chrétienne." Mgr. d'Hulst ver zekert dat de Graaf van Parys eene koninklyke, maar bovenal eene christelyke levensopvatting had, en geeft daarvan verscheidene voorbeelden. Hy verhaalt dat de ziekte van den graaf duurde van het voorjaar van 1889 en van den beginne af wist de graaf dat zy onge- neesiyk was. Eene operatie had plaats in 1892, welke het leven van den Graaf van Parys met twee jaren verlengde, maar de ziekte verergerde in den afgeloopen winter gedurende zyn verblyf in Spanje. In Engeland terug gekeerd, heeft de graaf op 29 Augustus het sacrament der stervenden en op 31 Augustus het laatste oliesel ontvangen, zonder dat zyne geesteskalmte er in het minst door werd verstoord. Hyzelf had om den Pauselyken zegen gevraagd. Mgr. d'Hulst wyst vervolgens op de vroomheid van den zieke, wiens laatste oogenblikken hy by woonde en voor wien hy het gebed der stervenden heeft gelezen. Mgr. d'Hulst eindigt met te zeggen, dat de Graaf van Parys in Engeland wilde begraven worden „Ik wil niet ergens begraven worden, waar myn zoon niet op myn graf kan komen bidden." Italia. De teekenen van een terugkeerend algemeen vertrouwen in Italië zoo telegrapheert men uit Rome worden hoe langer hoe duidely- ker. In den laatsten tyd zyn van verschillende soorten van staatsfondsen groote inkoopen gedaan, hetgeen in lang niet was gebeurd; de iubrengst in spaar- en deposito-banken neemt too, de opbrengst der spoorwegen, vooral van goederen-vervoer, vermeerdert ge stadig en in verschillende takken van nyver heid is vooruitgang te bespeuren. Oosteurjik-Honü;.-Monarohie« In Hongarye troodt de korkeiyk politieke quaestie weder op den voorgrond. Het ministerie-Weckerló heeft indertyd vyf kerkelyk'politieke wetten ingediend. Het Huis der Afgevaardigden heeft die alle aangeno men; daarentegen heeft het Hoogerhuis tok nog toe slechts een over de invoering van het burgeriyk huwelyk na de bekende moeilykhoden goedgekeurd. Het moet er dus nog vier behandelen: over het houden der re gisters van den burgeriyken stand door den Staatover do vrye godsdienstoefening; over do positie der Joden en over den godsdienst der kinderen, nameiyk van de kinderen, die uit een gemengd huwoiyk zyn geboren. De commissie van het Hoogerhuis heeft nu de behandeling der vier wetsontwerpen aange vangen en met spanning wordt het resultaat te gemoet gezien. Het wordt niet waarschyniyk geacht, dat de commissie zich sterk tegen die wetten zal verzetten, maar des te heftiger zal in het Hoo gerhuis de oppositie zyn. Alle moeiiykheden, die de aanneming der wet op het burgeriyk huwelyk hebben vertraagd, zullen zich opnieuw voordoen. Vereeuigde Staten. Op den partydag der democraten in den staat Nieuw York werd met algemeene stem men Hill candidaat gesteld voor het gouver neurschap. Hill had vooraf de candidatuur ge weigerd. De vergadering nam eene motie aan, hare vreugde uitdrukkende over de afschaffing van het Mc Kinley tarief en instemming be tuigende met Cleveland. C li in a en Japan. E-:ne offlciöele mededeeliog der regeering van Japan bevestigt, dat in den laatsten zeeslag geen Japansch schip is verloren ge gaan, en een telegram uit Chineesche bron meldt, dat ten minste een deel der Japansche vloot weder in zee is gestoken; met eene onbekende bestemming, wordt er by gevoegd, alsof het in oorlogstyd gewoonte ware, vooraf bekend te maken, waarheen oorlogsschepen worden gezonden. Europeesche officieren te Shanghai houden het er voor, dat het tweede Japansche leger van 80,000 man niet naar Corea gaat, maar zal trachten te landen by Neu-Chwang, aan het noorden van de Golf van Petchili, waar het de Chineesche troepen in Corea van Peking en Mukden zou kunnen afsnyden. Deze troepen staan te Wi-Yoe, waar zy zich sterk hebben verschanst en den Japanschen maarschalk Yamagata met zyne troepen afwachten, die waarschyniyk op ondersteuning van de vloot wacht, om hen aan te vallen. De keizer van China heeft eene kennisge ving uitgevaardigd, waarin hy zyn diep leed wezen betuigt over den dood van generaal Tso, die aan het hoofd der troepen, in den slag by Ping-Yang sneuvelde. Aan de zoons en overige familieleden van den generaal heeft de keizer verschillende gunstbewyzen verleend. Do generaal moet inderdaad, volgens de ver zekering van ooggetuigen, een buitengewonen moed aan den dag hebben gelegd Ofschoon door een kogel in den schouder gewond, bleef de generaal aan het hoofd der troepen, totdat by bij het maken van eene charge door een' tweeden kogel gedood werd. Te Peking wordt de stemming tegen de vreemdelingen steeds meer vyandigop straat worden zy door de soldaten beleedigd en lastig gevallen. De Chineezen spreken reeds van eene moge» lyke bezetting der hoofdstad door de Japanners., Als het zoover dreigt te komen, zal de keizepj zich met zyne hofhouding naar Nanking be-,: geven; de onderkoning daar ter stede iS] reeds met het voornemen van Z. M. in ken-< nis gesteld, om bytyds de toebereidselen t»> kunnen maken. Alvorens Peking te verlaten^ zou de keizer het corps diplomatique uitnoo- oigen hem naar Nanking te volgen, maar1 men verwacht dat de buitenlandsche verte genwoordigers de voorkeur zullen geven aan. Shanghai, waar zy Europeesche oorlogsschepen tot hunne beschikking hebben. Nanking was vroeger de residentie der Chineesche keizers; in de twaalfde eeuw vestigden zy zich te Kambalu, om de oproe rige Mongolen beter onder het oog te hebben. Kambalu kreeg toen den naam Peking, d. I. „hoofdstad van het Noorden", terwyi Nanking beteekent „hoofdstad van het Zuiden". Te Londen was gisteren het gerucht ia omloop, dat tusschen China en Japan em. wapenstilstand was gesloten, en wel op voor stel der Engelsche en Russische regeeringen, die hare bemiddeling hadden aangeboden. Uit Tokio wordt nu evenwel gemeld, dat daar niets van dergelyke voorstellen bekend is. De Japansche regeering althans heeft geen voorstel tot het sluiten van een wapenstilJ" stand gedaan en ook is daar niets van dien aard, betreffende Ruslands of Engelands plan nen, vernomen. Integendeel wordt nu spoedig een nieuwe aanval der Japanners verwacht. In plaats, van den minister van oorlog, graaf Oyama, die het opper-bevel over het leger te Hieroa-l hyma heeft aanvaard, heeft de minister vaa marine, graaf Saïgo, tevens het bestuur over het departement van oorlog op zich genomen.' De transportschepen, die deze troepen naar hun tot dusver niet bekende, plaats van be stemming zuilen overbrengen, worden bege leid door een eskader, bestaande uit andere schepen, dan die, welke aan den zeeslag op de Yaloe-rivier hebben deelgenomen. Dit. eskader, voor zoover het nog zeewaardig is, bevindt zich nog in de baai van Corea, ten einde do Chineesche vloot in het oog t$ houden. Op dringend verlangen van de keizerin weduwe van China wordt van de feesteiyka viering van haren ÖOsten verjaardag afgezien om groote uitgaven te vermyden. De keizerin-moeder van China heeft 3,000,00Q taels van haar jubilé geschenk gegeven tot bestryöing der kosten van den oorlog. De toestand der vreemdelingen in de kust-^ steden wordt dageiyks gevaariyker. Te Tientsin en te Peking worden de Europeanen dagelykg door het gepeupel en de soldaten op straat beleedigd. Oost-Afrika, Over den Kafferopstand in Oost-Afrika be helzen de Engelsche bladen nog slechts weinig byzonderheden, buiten die, welke reeds be kend zyn. Te Kaapstad was het gerucht in omloop, dat er reeds een gevecht had plaat» gehad met de inboorlingen naby Lorenzo- Marquez, maar do Portugeezen ontkende zulks. Zeker is bet, dat de houding der Kaffers zee* dreigend is. De geheele stad is onder da wapenen en heeft zich op een eventueelea inval voorbereidin de straten zyn barricades opgeworpen, waarachter Nordenfelt-kanonnen. zyn opgesteld. De gouverneur heeft de hulp der Britsche ingezetenen ingeroepen en dezen hebben terstond aan die roepstem gehoor ge-* geven. De geheele blanke bevolking is doof den gouverneur van wapenen en patronen voorzien, om zich te kunnen verdedigen. De teruggeroepen Portugeesche troepen zyn door de inlanders onder Mahazula achtervolgd tot de stad Lorenzo Marquez. Zy hebben hunne kanonnen en hunne munitie achtergelaten. De gouverneur heeft een protest naar Lis sabon gezonden tegen de ontscheping yan de Engelsche zeesoldaten. De geheele macht der Portugeezen wordt geschat op 120 Europeesche soldaten en 20O< zwarten. Mahazula beschikt over 7000 man»' Het is niet zeker of de stam Maputa dq Portugeezen zal helpen. Men vreest voor een, opstand in Gungunuama. Volgens de laatste berichten schynt de toestand by de Delagoa-baai echter niet zoo." ernstig te zyn als de Engelsche bladen beweren. Ten minste, heden wordt geseind, dat d» Engelsche mariniers, die te Lorenso Marquez. aan wal waren gezet tot bescherming van.' het Engelsche consulaat, weer aan boord van hunne kanonneerboot zyn teruggekeerd, daar, alle gevaar voor een aanval op het Engelsche consulaat bleek geweken te zyn. Het Kafferhoofd Mahazula bevindt zich nog' steeds met zyne krygalieden in de nabyheid der stad, maar volgens de Portugeezen i*,, van hen geen gevaar te vreezen. De Portu-'' geesche regeering blyft verzekeren, dat har»y strydkrachten by de Delagoa-baai voldoepdar' zyn om de stad tegen een mogelyken Mfivat] der Kaffers te beschermen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 2