MENGELWERK. De flotielje-vaartuigen „Bali" en „Borneo" versterken onze scheepsmacht. fDat de brief, waarin do Radja de vrij lating als een bewijs van vriendschap voor stelde, na zijne eerste trouwelooze handeling, onzerzijds niet beantwoord werd, sprak vanzelf. Uit de modedeeling, dat vier schoten van Mataram uit onze achtergelaten veldkanonnen in zee kwamen, schijnt to moeten worden opgemaakt, dat het "Woensdag door het „Nieuws van den Dag" ontvangen bericht, dat Mataram verlaten was, minder juist is]. De „Staatscourant" meldt verder: Van een ingezetene van 's Gravenhage is bij het departement van koloniën ontvangen ©ene som van /"1000 ten behoeve van de militairen of gewonden van de Lombok expe ditie. Dit bedrag zal, overeenkomstig do be doeling van den gever, ter beschikking worden gesteld van het Centraal-Comité van het „Roode Kruis" te Batavia. Door tusschenkomst van dit departement worden, met hetzelfde doel, naar Indië ver zonden 50 kisten, elk inhoudende 24 halve flesschen portwijn, aangeboden door den heer E. Emmen, wijnhandelaar te Rotterdam 20,000 sigaren, ontvangen van den heer L. Lange, sigarenfabrikant te 's-Gravenhage. Tja lsvensgevaar. Vit het Fransch van JULES LEGOUX. Juist even vuor den bepaalden tijd van ver trek gelukte het m\j nog den trem te halen, sprong in den eersten coupé den besten en met een ruk werd de deur achter mij dicht geslagen door den conducteur, die tegelijkertijd het schrille, snerpende geluid van zijn fluitje liet weerklinken, en weg reden wij. Tot mijne verbazing was het compartiment, waarin ik neergezegen was, niet zoo overvol als gewoonlijk het geval is, en behoefde ik mij niet zooals moestal half door geweld, half door vriendelijke overreding een be scheiden plaatsje zien te veroveren tusschen ontevreden reizigers, die met de grootste koel bloedigheid de eerste regelen der gastvrijheid schenden. Ik was de vijfde reiziger in den waggon; de beide hoekplaatsen waren ingenomen door een officier on een oudachtig beer. Tegenover mij zat eene eenvcudig gekleede vrouw van omstreeks dertig jaar en naast haar een klein meisje met het guitigate gezichtje, dat ik ooit gezien heb. Het blonde baar viel in krullen van onder den grooten strooien hoed langs de fijne rozerood© oortjes, terwyi het neusje wel den spot scheen te drijven met de onveranderlijke lijnen der klassloko schoonheid; guitig naar hoven opgewipt, vormde het een goed geheel :aet het kleine mondje. Zij had oen donker blauw jurkje aan van eene dunne stof, witte katoenen kousjes on erge lompe schoentjes en ik noet hot bekennen, hoewel tot mijne spijt, heel erg gedragen ook. Handschoenen droeg zij niet, wel mofjes, en welk een hart grondigon afschuw ik nu ook van mofjes heb, ik ben voor alles een slaaf der waarheid en dus moet ik wel bekennen dat mijne kleine heldin (en ik hoop met dat zij hierdoor in uwe schatting zal dalen) mofjes aan had. Het ensemble vormde een allerbekoorlijkst geheel. Van tyd tot tijd keek zij eens uit het portierraampje in de richting der locomotief en dan namen hare vriendelijko blauwe oogen ©ene peinzende uitdrukking aan, wat baar eensklaps van het onbezorgd lachende kind van daareven in eene vrouw veranderde, die liefhad en leed, iets, wat heel dikwyia in bet loven op hetzelfde neerkomt. Intus8chen redon wy met groote snelheid; Vrij waren eenige minuten te laat vertrokken en de machinist wilde die ongetwijfeld inhalen. WiJ vlogen voort met de snelheid van den Wind; steeds duizelingwekkender werd onze vaart. Hoe harder wy gingen, hoe meer pleizier mijn overbuurtje schoon te hebben; hare oogen straalden van genot en zy keek zoo fier in het rond, alsof zy het was, die zoo in iollen ren over bergen en langs afgronden voortstoof. Wy naderden een station en de trein hield stil. „Vyf minuten oponthoud l" riep de con- lucteur. Het kleine meisje stak haar hoofdje uit hot raampje en riep: „Ik zie hem niet, ik zie hem nietl" Plotseling echter verhelderde haar gezichtje ©n eene onbeschrijflijke vreugde sprak uit hare oogen; eene ruwe mannenhand werd op den rand van het portier gelegd. „O, vader, vader 1" riep het kleine ding met al de naïeve uitbundigheid van hare zes jaren en liefkoozend legde zy hare zachte wang op de behaarde, vereelte hand. Met welk eene teedere liefde zag zy naar hem op en welk een grappigen trots sprak er uit haar geheele persoontje! En hy, de eigenaar van de vereelte handen, wat was hy gelukkig en dankbaar in het bezit der liefde van dit aanhankeiyke kind l Hy was de machinist van onzen trein on kwam eens even naar zyn vrouw en kind zien; zyne kleederen waren bedekt met roet en stof door den rook van zyne machine zooals de uniform van den soldaat bezoedeld is door den kruitdamp na een veldslag. Zyn gezicht teekonde goedheid en vastberadenheid ©n er straalde eerbied door in de teederheid, waarmede hy zyn kind aanzag. „"Wat rydon wy snel," merkto zyne vrouw op. „Wg moeten den verloren tyd inhalen; zyt gQ bang, Jeanne?" „Neen, vader; gy zyt het immers, die den trein stuurt!" „Tot straks, kinderen!" „Dag, vadertje." Het kind omhelsde hem harteiyk. Wy vlogen weder voort in yiende vaart. Ik maakte het my zoo gemakkelijk mogeiyk en begon na te denken. Eene geestige vrouw heeft eens gezegd van een man, wien het waariyk ook niet aan vernuft ontbrak: „Hy heeft niet veel idéés, maar heeft hy er eenmaal een, dan laat hy het niet spoedig losde armen van geest zyn als de armon aan geld: zy houden gaarne wat zy hebben Ik ben stellig een van die armen van geest, want een eenmaal opgevat denkbeeld houd ik vast met de koppigheid van oen ezel. Onder meer wonderiyke stokpaardjes houd ik er vooral dit op na: de opvoeding van kinderen. Ik zette er my dus expres toe het kleine ding op te nemeo, dat daar tegenover my zat ala een geopend boek, want op dien leeftyd weten de kinderen zich nog niet zoo aan te stellen, dat men waarheid niet van schyn kan onderscheiden, en al wat er omgaat in hunne jeugdige hersentjes teekent zich m hun doen en laten af. Het was alleraardigst de kleine Jeanne aan te zien, zooals zy daar in haar hoekje zat, aanhalig jegens hare moeder, streng voor hare pop en telkens nieuwsgierig naar buiten kykend. Zy wist wel dat ik haar opnam, die geboren coquette, en zy spreidde al de behaagzucht van hare zes lentes ton toon, om voortdurend mijne attentie te biyven trekken. Eensklaps riep een der heeren verschrikt: „Wy gaan inderdaad veel te snel; op die manier moeten wy dérailleeren 1" „O, wees maar niet bang", antwoordde het kind kalmeerend, „vader stuurt den trein." De officier keek uit het venster, hervatte zyne lectuur en maakte verder geene opmer king. De andere reiziger hernam: „Het wordt nu al te dwaas, uw man is gek of dronken, juffrouw." „O, mynheer, myn man drinkt nooit te veel; daareven hebt gy hem nog gezien. Wy ryden ontzettend snel, ik bogrüp met De officier sloot zyn boek en strekte zich in zyne volle lengte op de bank uit. „Ik raad u hetzelfde te doen", zeide hy, na met de grootste koelbloedigheid permissie gevraagd te hebben om eene sigaar te mogen opsteken. „Als gy zoo blyft zitten, worden uwe beenen zonder twyfel gekneusd; herinnert ge u niet meer het ongeluk by Versailles?" Het viel niet te ontkennen dat wy met eene yzingwekkende snolheid voortvlogen; wat be zielde toch dien ongelukkigen machinist? Ik ben zoo bang", kermde de andere rei ziger, wit van angst. De officier wenkte mfi. „Hier hebt gy myn naam en myn adres", zeide hy op zachten toon; „zweer my dat, indien gy er heelhuids af mocht komen, ter wyi ik wellicht doodeiyk gewond zal zyn binnen weinig oogenblikken, gy, zonder tyd te verliezen, onmiddeliyk deze depêches aan den generaal overhandigt, wiens naam gy op het papier zult vinden, wanneer ge dit couvert verscheurd zult hebben." Ik beloofde het hem. „Het is goed, ik vertrouw u." De moeder had het kind in hare armen genomen en kiemde het vast tegen zich aan, alsof zy het wilde beschermen tegen de vreoseiyke gebeurtenis, die ieder oogenblik kon plaats grypenmaar de kleine glimlachte slechts en zeide herhaaldeiyk„Ik ben niet bang, moeder, want vader is immers op de locomotief!" Zy alleen in don coupé, ja, waarschyuiyk zy alleen in den geheelen trein was vol vertrou wen. Uit de andere waggons hoorden wy angstkreten en uitroepingen van wanhoop; zy alleen was vol moed. „Vader stuurt immers den treml" werd zy niet moode te herhalen. Het lieve, onschuldige kind I Te midden van de algemeen© opgewondenheid was zy de eenige, die kalm bleef, omdat zy liefhad met de teedere, heilige liefde, die het kind voor zyn vader heeft, en die niemand het vermocht te ontrooven. De trein heeft intusschen zyne vaart ver minderd, om eindeiyk geheel stil to houden aan een tusschenstation. De machinist vertoont zich weder aan het portierraampje. „Wy hebben verbazend hard gereden, maar al zou de machine onderweg ook springen, het moet, want wy moeten vóór de Pruisen in Reims zyn." Met tranen in de oogen zag hy zyn kind aan. „Men heeft my gezegd," vervolgde hy tot zyno vrouw, „dat wy belangrijke depêches overbrengen. „Geef my de hand," riep de officier opstaande, ,gy zyt een dapper man; ik ben de persoon, die de depêches moet overbrengen." „Op weg danl" Teeder drukte hy het blonde hoofd van zyn kind aan zyne borst, innig, als tot een laatst vaarwel. Maar Jeanne was niet bang en geen der reizigers toonde meer eenige vrees; wy wisten immers dat wy ons leven waagden voor het vaderland? En de trein vloog weder verder met duizelingwekkende vaart. Hy: „Nu wy geëngageerd zyn, zou ik wel eens willen weten of ja vrooger nooit iemand gekust heeft?" Zy„Maar, George, hoe kunt ge my nu zoo iets vragen, ik heb je eon hart geschonken, dat evenals het uwe voor de eerste maal in liefde is ontvlamd." George vindt het maar beter hierop te zwygen. Een enfant terrible. Een heer schelt op Nieuwjaarsdag by een zyner vrienden aan en diens dochtertje komt de deur opendoen. „Is Papa thuis, beste meid?" „Ja, papa is wel thuis, maar er is belet, omdat papa en mama juist vreeseiyke ruzie hebben." „Ik heb zooveel ondervinding opgedaan met wedden, dat ik or my nimmer meer aan schul dig zal maken." „Och kom! Wedden om ƒ25?" „Aangenomen 1" In een magazyn van nouveautés: Kooper: „Ik vind die dassen toch niet erg gedistingeerd." Vorontwaardigd winkelbediende: „Verbeeld jel En ik draag deze soort nog wel altyd zelf I" Echtgenoot onder een huiselyken twist: „Och, je praat altyd van koopjes, ik geloof dat je je leven lang nooit anders hebt gedaan." „Ja, en vooral op myn huwelyksdag, dat was nog het grootste koopje." Twee kleine meisjes komen van de prys- uitdeelingde een is beladen met boeken, de handen der andere zyn leeg. „Leen my een boek, alleen maar voor op straat," zegt de laatste, „het staat zoo gek, dat ik niets gekregen heb." Het is verbazend welk een invloed een enkele zonnestraal op onze ziel kan uitoefenen; alles doet zich in een heel ander licht voor, nieuwe gedachten verrijzen in onzen geest, onuitsprekeiyk heerlyke gewaarwordingen doorstroomen ons hart. Dostojeioski. De wonderbloem van het geluk, hoe weinigen vinden haar, en die bevoorrechten, op wier pad ze bloeit, hoe dikwyls besteden ze weinig zorg aan het teedere plantje, al te gerust, dat het zal biyven voortblooien, totdat de bloem plotseling met gebroken stengel en slappe blaadjes aan hunne voeten ligt. Evo. Meer nauwkeurige waarnemingen echter leerden ons de dioronwereld kennen als eene afzonderlyke wereld, vol poëzie, opoffering, moederliefde, echtelyke trouw, vriendschap; begaafd met verstand, vatbaar voor zekere ontwikkeling, toegerust zy het met eene, zy het ook ongeaccentueerde taal, maar begrype- ïyk voor de soort. Uren aan een ziekbedWie die kent, weet wat de droevigste stonden des levens zyn; stonden, waarin de tyd zoo akelig langzaam voortkruipt, dat de dag geen eind scbynt to nomen, en die het verlangen toch niet waagt te bespoedigen, want do nacht volgt er op, die vreeseiyke nacht, die zulk eene eeuwigheid duurt, wanneer het oog wakend in zyne duister nis staart. Wallis. Vermaak is voor de vrouw, wat de zon is voor de bloemen: zy krygt er kleur en schoon heid door, maar zoodra het de gestelde maat te boven gaat, verkwynt ze er onder. Beauchêne. Gemengd Nieuws. Heden zyn in bet kamp te Kat wyk aangekomen de kwartiermakers (zyndo per bataljon een officier, de fouriers-menage- meesters en eenige manschappen) van het lste bat. te Delft en het 3de bat. te Haarlem, tot het in gereedheid brengen van het kamp voor de komst der bataljons op Maandag a. s. De Zoetorwoudsche kormis, ge- duurd hebbende van Woensdag tot en met Vrijdag, is zondor ongeregeldheden afgeloopen. In hot dorp stonden eene poffertjeskraam, twee koekkramen, eene oliebollenkraam, twee slagmachines en eone goocheltent, aan de Heerenstraat eene oliebollenkraam en de koek kramen van Van Buuren en „Jaapie de Rik ketik", die het des avonds by de koekver lotingen, waaraan dit jaar zelfs extra-pryzen, bestaande in schilderyen, verbonden waren, ondanks do hevige regens, zeer druk hadden. De Warmondsche kermis, welke ook door een draaimolen wordt opgeluisterd, is nog in vollen gang. Morgen hebben in verschillende gedeelten van Warmond en op onderscheidene uren muziekuitvoeringen plaats. Als steeds zullen morgen wel, 't weder dienende, vele Leidenaars die kermis met een bezoek vereeren. Door eene der weinige, maar felle bliksemschichten, werden gisteravond te Zoeterwoude tweo hoopen hooi van den landbouwer R. v. d. W., in den Zuidpolder, Zuidbuurt, getroffen. De hooihoopen ver brandden. Van het drogen van hooi komt ook in het begin van September niet veel terecht; de stortbuien beletten het. Door den schrik renden een paard, eene koe en een stier van den landbouwer J. v. L., van de weide naast het stuk land, waar het hooi verbrandde, in het water. In het zuideiyk deel der gemeente Wassenaar, naby de grens van 's Gravenhage, komen onder het vee eenige gevallen van mond- en klauwzeer voor. Als eene grootebyzonderheid kan worden gemeld dat sedert 27 April in de gemeente Wassenaar slechts acht personen zyn overleden. Zoodra de sluizen te Haarlem mermeer voor het algemeen verkeer geopend worden, komt in de vaart een beurtschip, varende van Hoofddorp (Haarlemmermeer) op Amsterdam en Leiden. De hoofdprys in de Woerden- sche verloting, nl. eene equipage met twee paarden, is gevallen op No. 8418. Blykens de opgaven van het bureau „Veritas" zyn in Juli verongelukt 46 zeilschepen, waaronder geen Nederlandsch, en 14 stoomschepen, waaronder 1 Nederlandsch. Ook in de gemeente Laagnieuw- koop komt het eerste geval van mond- en klauwzeer voor, by den veehoudèr W.Ekelschot. Sedert gisteren is cholera asia- tica te Amsterdam geconstateerd by eene vrouw uit de Willemstraat, een man uit de Boomstraat en eene dienstbode uit het Binnen gasthuis, resp. op 5 en 6 dezer in het Wil- helmina-gasthuis opgenomen. Te Zaandam heeft zich by eene dienstbode een geval van cholera voorgedaan met doode- lyken afloop. Te Maastricht is één van de drie door cholera aangetaste kinderen overleden. Nieuwe gevallen kwamen sedert de vorige opgave niet voor. Te Nieuwerkerk aan den IJsel heeft zich by een man uit Kortenoord een geval van Aziatische cholera voorgedaan met doodeiyken afloop. Door de rechtbank te Breda i de heer G. Van Deth tot 1 maand gevange nisstraf veroordeeld, wegens beleediging van den officier van justitie te Arnhem. De politie te Brussel heeft vier Fransche anarchisten in hechtenis genomen, In hunne woning werden brieven gevonden, waaruit bleek dat zy in verstandhouding stonden met de leiders der anarchistische be weging te Londen en te Parys. De politie te Dresden houdt zich thans bezig met het onderzoek van eene zaak, welke veel punten van overeenkomst heeft met de misdaad, waarvan men den beruchten Hendrik De Jong verdenkt. Een dienstmeisje, Ida Knappe genaamd, maakte in het voorjaar kennis met een man, die zich voor „meester bakker" uitgaf en haar ten huweiyk vroeg. In het begin van Juni verdween het paar en niemand wist wat er van het dienstmeisje geworden was, totdat men nu onlangs in een bosch by Tharandt een geraamte vond, dat aan verschillende kenteekenen herkend werd als het overschot van Ida Knappe. Het was duidelyk te zien, dat haar de schedel was in geslagen. Men kreeg dadelyk vermoeden dat de bakker zich de bezittingen van het meisje had toegeëigend en daarna zyne „bruid" in het bosch had vermoord. De bakker werd overal gezocht en eindelyk in een dorp naby Freiberg opgespoord. Hy bleek een oud bekende van de justitie te zyn, een zekere metselaar Krezschmar, die reeds lang gehuwd is; na zyne arrestatie trachtte hy vergeefs te ont vluchten. Eenige voorwerpen, welke aan het vermoorde dienstmeisje hebben toebehoord, werden in zyne woning gevonden. Ook in Canada hobben over eene groote uitgestrektheid boschbranden gewoed De geheele streek langs Rainy-River, aan het noordeiyk gedeelte van Minnesota gronzende, is verwoest. De settlers zyn allen zonder dak, en velen hebben by de ramp het leven verloren. In de staten Minnesota en Wisconsin woedt de brand nog op enkele plaatsen voort. De stad Bromwell, in Minnesota, is, op het school gebouw na, geheel in do asch gelegd. In eene steengroeve naby Sandstone vond men de lyken van 18 personen, die daar eene schuilplaats hadden gezocht tegen het vuur. Uit allo doelen der Staten wórden bydra- gen gezonden voor de noodlijdenden. De heer Hill, president van den Great Northern Rail road, zond 5000 dollars en schonk bovendien 5000 acres land, waar huizen zullen gebouwd worden voor de slachtoffers, die door den brand van alles beroofd zyn. Nader meldt men aan hot „Vad.", dat het de luit. ter zee Pompe van Meerder- voort was, wiens trommelvliezen sprongen by het ongeluk op de „Guinea". De milicien L. Lap werd aan het gezicht verwond en naar het ziekenhuis overgebracht. In de vorige week kwam, zooals gemeld is, ds. H., uit Dronryp, op eene nood lottige wyze om het leven. De omstandigheden, onder welke het lyk in het vaarwater tusschen Menaldum en Leeuwarden werd gevonden, gaven grond van waarschyniykheid aan het vermoeden, dat hier minder aan een ongeluk dan aan opzet was te denken. In de „Leeuw. Courant" werd bericht, dat volgens gerucht de dood van den ongelukkige met een onzedeiyken levenswandel in verband zou staan. In het jongste nummer der „L. C." wordt nu de waarheid dezer geruchten door den kerkeraad van Dronryp pertinent tegen gesproken en eene zeer gunstige verklaring afgelegd van den levenswandel van den over ledene. De geruchten, die ten onware omtrent hem waren verspreid, moeten hem zoo zwaar hebben gedrukt, dat hy tot de noodlottige daad is overgegaan. In de buurt Tan St.-Cerques, in Zwitserland, by de Fransche grens, beerscht groote ontsteltenis. Tweo leeuwen, een tyger en drie luipaarden zyn uit eene reizende mena gerie ontsnapt en in do bergen gevlucht. Eiken nacht worden schapen en andere dieren vermist. Eene klopjacht zal worden gehouden om het land van de wilde dieren te bevrijden. hebben opgemeikt, zich bewegende langs de Vlietlaan in de richting van h6t spoorweg station naar het dorp, of wel op het terrein van de zoogenaamde „Spiegel." Voorts wordt evenzeer dringend om mede- deeling verzocht, voor hot geval iemand op dien avond tegon den voorgeschreven tyd of wellicht vroeger één of meer militairen mocht hebben waargenomen, zich ophoudende in de Veerlaan te Bussum, ter hoogte van het yzeren hek, dienende tot afscheiding van dien weg en het terrein van den heer Minnigh. De moord te Bussum. In zake den onlangs gepleegden moord te Bussum heeft de officier van justitie te Am sterdam opnieuw eene oproeping gedaan, met dringend verzoek om inlichtingen aan allen, die op den avond der misdaad (Zondag 19 Augustus jl.) ongeveer halfnegen of daarna, het dochtertje met de dienstbode hetzy alleen, vergezeld, voorafgegaan of gevolgd door één of meer militairen te Bussum mochten Familie-berichten uit verschillende bladen. Gehuwd: L V*n der Snoek en M. C. A. Yan den Ende, Den Haag. A. Spoor en B. L. L. Krull, Hamburg. O. Martens en M. Minderop, Botter dam. H. A. J. J. Meneen en M. C. E. Scheepens, Wilnifl. A. J. Backer en A. G. Van Dnrj en. Kampen. O. Grollcman en C. Post, Den Haag. Bevallen: Mevr. Bolandua DrognatLandré, d., Voorburg. E. W. EzermanVan Het», z., Botterdam. M. E. Van der Veen—Walther, z., Bueaum. M. E. KronenbergLammerte van Bueren, d., Zaandam. M. B. GabrijWölchen, d., Gouda. Overleden: Ph. Qualm, m., 60 j., Pcrnie. H. J. Van den Bueache, m., Wageningen. Wed. A. Muilwijk—Den Braankor, 67 j., Oud-Alblae. J. Hoytema, m., 39 j., Antwerpen. P. Dekker, m., 28 J., Opperdoes. G. Van Niones—Dikker, 61 j., Noordscharwoudo. D. O. Zijlatra, m., 66 j., Har- lingeD. E. N. Boonacker, d., 7 j., Ofcerleek. BUITENLAND. Duitschland. De rede, door keizer Wilhelm by de feesten te Koningsbergen gehouden, is vooral van gewicht, omdat het protest des keizere tegen de houding der agrariërs, geheel aan zyn eigen initiatief is te danken. Men beweert zelfs dat de keizer eigenhandig de namen van de leiders der agrariërs, graaf Mirbach, prins Kanitz en anderen, geschrapt heeft van de lyst van hen, die by het feestmaal waren genoodigd. De „Kreuz-ZeituDg" is natuuriyk allesbe halve ingenomen met de rede des keizers. Het hoofdorgaan der agrariërs maakt de op merking, dat keizer Wilhelm de wijziging, welke Duitschlands handelspolitiek gedurende de laatste jaren heeft ondergaan, steeds als zyn eigen werk beschouwt. „Derhalve" zegt het blad „is het zeer verklaarbaar, dat de keizer hen byzonder eert, die deze handelspolitiek steunen, terwyi hy daarentegen zyne afkeuring betuigt over de houding van hen, die zyno plannen be- stryden. Niettemin zullen de conservatieven, ondanks deze teleurstelling, geen wrok koes teren jegens den keizer." De liberale bladen bespreken natuuriyk ook '8 keizers rede. Hun oordeel komt in het algemeen hierop neer, dat de keizer geen recht heeft om zyne onderdanen, hetzy dezen tot den adel of tot de niet-adellyken behooren, het recht te ontzeggen om zich te verzetten tegen de voorstellen, welke de regeering in dient. De Pruisische adel kan zokor niot tot voorbeeld gesteld worden, maar toch acht men het zeer heilzaam, dat den adel eens duidelijk worde gemaakt, dat nu een einde komt aan de toongevende positie, welke de adel voor heen in Pruisen heeft ingenomen. Ten opzichte van de maatregelen tot be strijding van het socialisme, welke door den keizer werden aangekondigd, wijzen de libe rale bladen er op, dat de intrekking der bekende socialisten wet in de eerste plaats ge schied is op verlangen van keizer Wilhelm II. Derhalve wordt de vraag geopperd, of de socialisten zich, na de intrekking dezer wet, minder goed hebben gedragen dan de agrariërs, die er nu met eene berisping afkomen. Se slotsom, waartoe de bladen komen bfj de beoordeeling van 's keizers rede, is, dat deze moet beschouwd worden als een open lijk bewijs van vertrouwen, door den keizer afgelegd ten opzichte van de staatkunde, welke kanselier Caprivi tot dusver heeft ge, voigd. Mexico. Se regeering zal besluiten openbaar maken betreffende de Openbare Schuld. Het eerste kondigt de conversie aan der subsidiebonds on het overige gedeelte der vlottende schuld, het tweede creéert eene in zilver aflosbare 6 pCts. binnenlandsche schuld. Om de boven gemelde conversie te kunnen uitvoeren wordt officieel verklaard, dat hot eenige doel is maat regelen te treffen om de talrijke fondsen van dien aard te consolideeren; om deze, welke tegenwoordig geen markt hebben en om ze kere uitstaande verbintenissen te delgen, is het bij de conversie alleen te doen; niet om geld te verschaffen. Bulgarije. Se meer dan vrijmoedige wijze, waarop Stambuloff zich in een onderhoud met den correspondent der .Frankf. Ztg." over vorst Ferdinand heeft uitgelaten, heeft hem eene gerechtelijke vervolging wegens beleediging op den hals gehaald. Se ex-premier werd Woensdag door den rechter van instructie ver hoord, maar tegen borgstelling van 36,000 franken voorloopig in vrijheid gesteld. Toen hij het paleis van justitie verliet, wierp da menigte met steenen naar hem, onder het geschreeuw: ,Weg met StambuloffI" Ken man sloeg hem met een stok op den arm. Stambuloff heeft het voorgevallene dadelijk aan den vorst geseind. Be gerechtelijke vervolging tegen dezen gewezen minister heeft, uit den aard der zaak, vooral te Weenen de aandacht getrokken. Het den arm in een doek, zittende in zijn leuningstoel, ontving hjj den volgenden dag terstond den correspondent der ,Neue Freie Presse," wien hij zijne verontwaardiging be tuigde over de bejegening, welke hem te beurt was gevallen. Natuurlijk verklaarde Stambuloff ook nu weer, dat alleB de schuld

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 8