LOMBOK. volgd door de woedende boeren, naar het bureel in de Meermansstraat gebracht voor hunne eigen veiligheid. De boeren werden daarop door de politie verjaagd. Heden stond het bewuste vee nog hier in spoorwaggons, stallen, enz., wachtende op eene beschikking des ministers. Gisterochtend kwam een zeer net gekleed beer in don rijwielhandel van de firma Augustinus en Witteveen, te Haarlem, en vroeg om twee rijwielen, één voor hem- zelven en één voor zijn meester, die zich op dit oogenblik in hotel Funckler bevond. Daarby gaf hy twee kaartjes af, waarvan het eene tot opschrift had: Adriaan C. W. Siegmund, Borlicum, N.B., en het andere den woidschen naam droeg van Comte Grégoire StroganofF. De heeren Augustinus en Witteveen waren op dat oogenblik beiden afwezig, maar de bediende, die den bezoeker te woord stond, kreeg als by intuïtie een vermooden, dat de zaak wel eens niet in den haak wezen kon. Hy verklaarde daarom dat hy geene wielen kon afgeven en vroeg of meneer eens over een kwartiertje terug wilde komen. Dat zou meneer doen. Toen de patroons terugkwamen, werd er dadelyk eene boodschap gezonden naar hotel Funckler, om te onder zoeken of daar ook een graaf Stroganoff logeerde. Men wist er echter van dezen graaf niets af. Nu naar het bureel van politieOf de politie gauw even de rechercheurs wilde zenden, als da man terugkwam om zyn wiel. „Hy zal niet terugkomen", meende de inspecteur, maar nauweiyks was de heor Augustinus thuis, of daar komt meneer aanstappen. „Wilt u maar binnenkomen, meneer?" vroeg de heer Augustinus hoogst beleefd. Maar terwyi meneer in het kantoor kwam, ging de heer Witteveen de deur uit om de politie te waarschuwen. Intusschon gaf de klant zyne bestelling op„Twoo ry wielen, uitstekend fabrikaat, één voor meneer den graaf en één voor myzelven." En daarby zette Oom Kool zulk een onschuldig gozicht en lispelde zoo fijn van Zyne Excellentie, dat Augustinus zyn komediespel bewondorde. Maar Witteveen was lang terug, en daar verscheen nog maar geen rechercheur. „Bert, goef oens dadelyk twee ry wielen, oerste klasl" Bert haalt met veel bewoging twee fietsen voor den dag on gaat aan het oppompen van de banden, alios om tyd te winnen. Als do snuiter zich even omkeerde, liet hy den band maar weer leegloopen. „Zou Zyne Excellentie ook niet eene mooie lantaren willen hebben?" „O ja, dat zou Zyne Excellentie wel goed vinden. En dan ook maar eene op do myno." „Bert, twee mooie lantarens en goad vullen, hoor!" Maar by zichzelven dacht Augustinus: „Waar biyft nu toch de politie 1" vooral omdat de klant wat onrustig scheen to worden en er al van sprak, dat hy zyn wiel maar zou meenemen, en dat bet andere met zyne paraplui i (die wilde hy er dus aan geven) maar naar het hotel moest worden gebracht. Zoodat opeens Augustinus meende dat zyn hondje or van door ging en de straat opvloog, het lieve dier achterna, maar eiganiyk aileri» om te zien of de politie nog niet kwam. Daar kwamen ze aangostapt, Verkerk cn Van Halst, en Wittoveen, die met zyn rug naar de deur stond en don liefhebber in het oog hield, voelde eeno hand op zyn schouder: „Zeg ereis, wio ben jy eigoniyk?" „Ja maar, jo moet my niet hebben, hoor 1" zei Witteveen, en daarop werd do rechte man, die erg bleek was geworden, ingerekend. Hy had intusschen het ontvangbewys voor het wiel met Miezorius onderteekend, maar een van de rechercheurs zei: „Mo dunk, ik heb jou meer gezien. Je woonde in de Van der- Helm-straat, hé?" Nu ja, dat verhaal van graaf Stroganoff was eon verzinsel, dat wilde hy nu wel erkennen. Maar kwaad had hy niet in den zin gehad. Hy had maar alleen naar Botterdam willen ryden en dan hot wiel eeriyk terugsturon. In afwachting, dat zyne deugd nader blyken zou, namen Verkerk en Van Halst hem mee naar het bureel van politie. Gelukkig is het, dat deze oplichtery ver ijdeld is geworden. Niet alleen voor do firma, die er hot slachtoffer van zou zyn geworden, maar ook omdat het een afschrikwekkend voorbeeld zal zyn voor de individu's, die er hun vak van maken met eens andermans rywiel er van door te gaan. (H. D.) Nader vernoemt men, dat het ongeluk op de „Guinea" moet veroorzaakt zyn, doordien een zeemilicien, juist toen do lading in den vuurmond was gebracht, door eene onvoorzichtige bewoging op het aftrek- touw stapte, waardoor het slagpypjo ontbrandde en hot schot onvorhoods afging. Van het roerende verhaal om trent oeno daad dor Koningin-Bogontes, door de „Hoogeveenscbe-Ct." by onze bladen geïn troduceerd, is volgens het „Haagscho Dag blad" geen woord waar. Dat is wol jammer 1 Omtrent den verdronken predi- kant E. J. H., te Dronryp, kan nog worden vermeld dat zyn lyk werd opgehaald door een visscher, die op oenigen afstand van het dorp zyn bedryf uitoefende. Op den drenkeling werd nog eeno vry aanzieniyke som gelds gevonden, ongeveer f 120. Het gouden horlogo was op één uur biyven staan. Hy was op den terugkeer van oen reisje, dat op dien middag was gemaakt. Do arrondissements - rechtbank to Groningeu hield gisteren zitting, ter behan deling van do zaak tegen mr. G. W. Wtyeker- held Bisdom, advocaat en procureur aldaar. De gedaagde was niet versoheneu, zoodat togen hem verstek was verleend. Beklaagde had zich te verantwoorden ter zake dat hy, met het oogmerk om zich of een andor woderrechteiyk te bevoordeelen, den heer D. D. H., landbouwer te Uskwert, die sedert overleden is, door bedreiging met smaadschrift en openbaarmaking van een ge heim had gedwongen tot de afgifte van eene som van duizend gulden. Beklaagde had, als gelastigde van mej. C., van den heer H. inge vorderd eene som van ruim f 200, welko som, volgens bewering zyner cliënte, de heer H. haar schuldig was, en had hem daarvoor schriftelyke kwyting afgegeven, in welke stond dat hy thans te dier zake finaal mot den heer H. had afgerekend. Eonige dagen later echtor had hy den heer H. geschreven, dat deze zich ten aanzien van mej. C. had schuldig gemaakt aan verduiste ring en vervreemding van gelden, en hem gedreigd dit feit in de bladen te zullen publi ceeren, indien hy niet binnen eenige dagen ten zynen kantore f 1000 stortte. Door storting van die som zoude de publiceoring worden voorkomen. De hoer H. had daarop den 29sten Juli ton kantore van beklaagde de som van f 1000 betaald. Zyne cliönto had hom tot deze handelwyze geene opdracht gegeven. In don bewusten brief had do beklaagde er nadruk- kelyk op gewezen, dat de zaak een geheim van den heer H. was en dat by betaling der f 1000 niemand er iets van zoude hooren, terwyl hy hem in een eenige dagen later geschreven brief nog met nadruk er op gewezen had, dat by met niemand over deze zaak moest spreken. In zyn requisitoir zeide jhr. rar. W. Alberda van Ekenstein, substituut-officior, dat de beklaagde het land verlaten had. Do wet gaf hem daartoe de bevoegdheid, omdat do wet gever voor eon misdryf als het aan beklaagde ten laste gelegde, geene preventieve hechtenis toelaat. De zaak werd dus by verstek behan deld, wat de taak van het O. M. gemakkeiyker maakte, omdat was de beklaagde tegen woordig spreker zich byna niet kalm zoude kunnen houden, daar hy voor zich de over tuiging hoeft, dat er in dezen byna geeno lichtpunten zyn. Beklaagde heeft gezegd dat do bestemming van het geld nog niet was geregeld. Wil dat, vraagt spr., zeggen, dat het geld was voor con liefdadig doel? Geloove wie het wil, maar spr. niet. Hy heeft do vaste overtuiging, dat beklaagdo zichzelven wildo bevoordeelen. Spreker kan do daad van den beklaagde niet anders qualificoeron dan eene schandeiyko daad, zyn stand onwaardig en waarmode hy eene smet heeft geworpen op de advocaten. Nadat beklaagde de f 1000 had ontvangen, hoeft hy nog een brief geschreven, waarin hy don heer H. dreigde, voor het geval deze met con ander over do zaak sprak. Do gevolgen van do handelwyze van beklaagden zyn vor srhrikkelyk. Diep weemoedig is de laatste brief, in wolken de hoer H. afscheid neemt van zyne familie. In dezen brief zegt hy o. a. ook: „zoo waar er oen God loeft, ik heb de waarde gegeven." Do handelwyze van be klaagde heeft aanleiding gegeven tot hetgeen gobourd is. Zyn goweten moge hem zoggen, of hy moreel aansprakeiyk is. Het misdryf weidt tienmaal ergor doordat het is gepleegd door een advocaat, dio cone goede positie had en een goeden finantiöelen toestand. Spr. vordert schuldigverklaring aan hot ten laste gulegde en veroordeeling tot eene gevangenis straf van tweo jaren. Uitspraak Donderdag 13 September. Te Dordrecht heeft 30 Augustus jl. een onbekend persoon, tusschen 25 en 30 jaren, onder voorgeven naar de telephoon te moeten zien, toegang woten te verkrygen tot hot dak eoner woning, en eenigo huizen vor der, op de slaapkamer eener dienstbode, zich schuldig gemaakt aan diefstal. De commissaris van politie to Delft verzoekt to worden bekend gemaakt met den naam en de verbiyfplaats van een persoon, die on- getwyfeld dozelfdo als to Dordrecht is geweest. Ook deze wist, onder voorgeven telephoon-ver bindingen te mooten aanleggon, op de daken der woningen te komen, met het doel, zoo men hem niet vergezelde, zich van voorwerpen van waardo meester te maken. Eene broche on een zilveren dames-horlogo, op die wyze bemach tigd, zyn bereids in beslag genomen. Een instituteur uit Bochum, die voor zyn genoegen een uitstapje naar Antwerpen maakte, werd daar op do onschul digste wyze in een diefstal betrokken, en ofschoon hy by hoog en laag zyne onschuld betuigde, voor den rechter van instructie gebracht. Daar hy zyne identiteit niet kon bewyzen, werd hy zes dagen in voorloopige hechtenis gehouden, en eerst toen er uit Bochum antwoord kwam op do information naar zyn porsoon, werd hy in vryheid gesteld. Te Nieuw - York hob ben 15,000 kleermakers den arbeid gestaakt. Hun eisch is verhooging der loonen en beperking van het sweating-stelsel, dat niot alleen te Londen, maar ook in de Yereenigdo Staten zich steeds uitbreidt. Te Nieuw -York zyn weer ongun- stigo berichten ontvangen uit Kingstown betreffende don toestand op het eiland Haïti. Te Port-au-Princo, do hoofdstad dezer neger republiek, is eeno samenspanning ontdekt, waarvan het doel was de dochter van presi dent Hyppolite te ontvoeren. Het booze plan werd nog bytyds ontdekt. Op last van den president werden terstond zeven personen gefusilleerd, die onder verdenking stonden, dat zy deel hadden genomen aan dit komplot. Te Gronau, in Westphalen, stal eergisternacht een 20 jarig Duitscher een paard. Hy trok hiermede over onze grenzen en ver kocht het dier te Woolde. gemeente Henureloo aan een to:r. De marochaussees aldaar, door de Duitsche politie van een en ander in kennis gesteld, arresteerden den dief en brachten hem over de grenzen, alwaar de Duitsche politie hem in bewaring nam. Het paard werd den bestolen landbouwer teruggegeven. Do uitlevering van misdadigers schynt dus daar op de meest „eenvoudige" wyze te ge schieden, voegt het Vad." by deze mededeeling. Do eerste boekhouder der katoen spinnery te Leipzig heeft op het kantoorden directeur Teger doodgeschoten, omdat deze hem den dienst had opgezegd. Do moorde naar joeg daarna zichzelven een kogel door het hoofd. Een 70jarig vrouwtje uit Paterson (Noord-Amerika) is in hare woonplaats in Friesland teruggekeerd. Echter niet voor vast. Na eenigen tyd trekt zy weer naar „tho far Wost", waar zy, naar haar zoggen, mot handenarbeid flink in haar onderhoud kan voorzien. Dat het een kras en moedig vrouwtje is, behoeft zeker niet gezegd te worden. fierkoiy^o Bcrichteiu Bonthuizen: De heer Yan Veen, gods- dienstonderwyzer te Hazerswoude, zal Zondag voormiddag de vacaturebeurt vervullen. Hoogmade: Zondag-namiddag te twee uren, ds. B. Bennink Bolt, predikant te Zwammerdam. Oude- en Nieuwe-WeteringZondag voormiddag te 10 uren, ds. H. G. Van Endt, predikant te Woerden. Woubrugge: Zondag-namiddag te tweo uren, ds. A. Keers, predikant te Hazerswoude. Uit Amsterdam is, aldus meldt de „Sts.-Ct.", van iemand, die onbekend wil blyven, by het departement van koloniën ontvangen eene som van f 100 (éénhonderd gulden) ten be hoeve van de militairen of gewonden in ver band met de Lombok expeditie. Dit bedrag zal, overeenkomstig de bedoe ling van den gever, tor beschikking worden gesteld van het centraal-comitó van hot „Boode Kruis" te Batavia. The Continental Bodega Company heeft twee fusten rooden en een fust witten port- wyn, van hare bekende merken No. 12 en en No. 17, ter beschikking gesteld van het „Boode Kruis" in Indiö, ten behoeve van do op Lombok gewondo militairen. De „N. B. Ct." verneemt dat de Nederlandsch- Amerikaansche Stoomvaart niaatschappy twee harer snelvarende stoomschepen ter beschik king van het gouvernement heeft gesteld voor het transport van troepen naar Lombok. Do stoomschepen zouden tweo dagen na voorafgaande kennisgeving tot vertrek ge reed zyn. Aan do oproeping van don heer L. Den Beer Poortugaei, om vrijwilligers voor Lom bok, hebben reeds een 150 jongelui gehoor gegeven. Naar het „Hbl." verneemt, zal de kolonel der dd. schuttery J. W. Boellaard te Amsterdam met het muziekcorps der schuttery Zaterdag ochtend a. s. de naar Indiö vertrekkende troepen aan boord der „Prinses Wilhelmina" uitge leide doen. Don officieren is verzocht morgen ochtend zooveel mogeiyk in uniform tegen woordig te zyn. Biykens een te Amsterdam ontvangen particulier telegram heeft het „Bataviaasch Nieuwsblad" voorgesteld eene lotery ten bedrage van een half millioen te houden, ten bate van de Lombok expeditie. Opgoroepen door eene commissie, bestaando uit hot keur van Breda's actieve en gepen- sion.neerde opper en hoofd-officieron van land en zeemacht uit Nederland en zyne Koloniën, waren gisteren ruim 1000 ingezetenon in de zaal van Concordia aldaar aanwezig. Daaronder telde men schier alle officieren van 't garnizoen en der dd. schuttery, talryke gepensionneerde officieren, op menigo borst van wie het ridderkruis der Militaire Willoms- orde prykte, voorts vele oud-gedienden van het Indische leger, deputation van de verschillende wapens van het garnizoen en eene groote menigte dames en heeren, die uit belang stelling tot het by wonen der betooging ge komen waren; immers, Breda is door zoo menigen innigen band aan Insulinde nauw verbonden. Nadat Chopins treurmarsch voor orgel was ten geboore gebracht, trad de indruk wekkende figuur van den geponsionneerden generaal majoor Baedt van Oldenbarnevoldt op het podium. Door hem werd in eeno hartroerende rede, in korte trekken, de ramp op Lombok geschetst en een warm woord van hulde aan de vele dapperen gewyd, die hun bloed daar lieten door snood verraad, doch als helden vielen. Ook hunne betrekkingen bracht hy troost, waarby Neerlands weldadigheidszin zich krachtiger dan ooit zou uiten. Na het spelen van Beethovens treurtonen door het orgel, zette hy zyne rede voort, nu echter tintelende van vertrouwen en geestdrift voor Neerlands Leeuw, die, hoewel zwaar gewond, zou toonen, dat geene smet hem straffeloos kan treffen. De rede werd met waardig stilzwygen aan gehoord on besloten door het „Wien Neer- landsch Bloed", door allen met vuur gezongen, waarna een ieder, geheel onder den indruk dezer grootsche plechtigheid, huiswaarts keerde. Het zilver van vele meergegoeden naast den kleiDen penning van menig soldaat, vloeide in ruime mate by de collecte, door eenige jongedames gehouden, ten bate van de nagelaten betrekkingen der gesneuvelde braven. Het aantal weerbare mannen op Lombok werd vóór den opstand der Sasaks geschat op pl. m. 100,000 Sasaks en 10,000 Baliërs. De Balièrs zyn thans nagenoeg allen ge wapend met geweren, waaronder vuursteen percussie Snider- en Beaumontgeweren. Dooi den opstand van de Sasaksche bevolking togen het Lombokach bestuur beschikken do Lomboksche vorsten nog slechts over pl. m. 6000 weerbare mannen, Baliërs, waaronder ongeveer 2000 uit Bali. Laatstgenoemden staan onder hun eigen vorst Goesti Djilantik. Yan die weerbare mannen zyn steeds 150 onder de wapenen en vormen een ïyfwacht van den vorst van Lombok (Balier) die alleen- heerscher is. Die ïyfwacht wordt „Batoe bataq" genoemd, heeft een uniform, bestaande uit een rood buis van baai, een witten hoofd doek en een saron tusschen de beenen opge trokken, en is gewapend met Beaumont geweren. Overigens mag aan de krygsmacht der vorsten geeno te groote waarde wordei. toegekend, daar zelfs van de minste oefening in vredestyd geen sprake is. Wordt een man opgeroepen, dan moet hy zyn eigen leeftocht medebrengen en het komt herhaaldeiyk voor, dat hy don 2den of 3den dag slechts verzuurde ryst te eten heeft. Hierdoor, en doordat hy veelal niet in staat is zich oenig onderkomen te verschaffen, ontstaan vele ziekten onder do opgeroepen benden. Het geheel aantal geweren op Lombok werd eenige jaren geleden op pl. m. 25,000 go- schat, waaronder een vry groot aantal achter laders. Thans zy orenwel vele dier geweren in handen der opstandelingen, terwyl boven dien vele defect zyn geraakt. De Balische hulptroepen gaan slecht met vuurwapenen om, zyn bepaald bang voor het schot en draaien by het afvuren het hoofd om. Er is munitie voor ongeveer twee jaren in voorraad. Al deze munitie is te Tjakra-Negara geborgen. Een telegram van het „Hbl." uit Batavia van lieden meldt het vol gende De vermiste kapitein Lindgreen, de inlandsche officier van gezondheid Ujlaki, de luitenant Van der Plank en een detachement van 60 soldaten zijn gisteren te Ampenan terugge keerd, onder vrijgeleide van den Radja. De vijand is uit Aroen door de artillerie verdreven. Door een nieuw bombardement is de kroonprins van Lombok gewond. De oude vorst van Lombok (een Baliër) is van plan ons aan te vallen Een telegram aan het „N. v. d. D." meldt nog het volgende: Kapitein Lindgreen, de officier van gezondheid Ujlaki, luitenant Van der Plank en de zestig minderen, die uitgeleverd zijn, waren door den vijand goed behandeld. De begraven lijken werden ongeschonden gelaten. De Balineezen keeren naar de ber gen terug. Het tweede bataljon bezet de ver laten borstwering westelijk van Mataram; het negende, dat Haieh bezet, vuurde op den vijand, die teruggeslagen werd, met achterlating van repeteer-geweren en lansen. Onzerzijds geen verlies. De marine belet de vlucht van vorst Goesti Djilantik naar Bali niet. INGEZONDEN. „Loinl>ok (SpsaDsche peper), voor degenen, die er aan gewend zyn, een smakelyk toekruid by de rijsttafel, laat voor degenen, die er niet aan gewend zyn, een scherpen, prikkelenden smaak achter, welko nog lang nablyft." Dit is de definitie van het woord Lombok in een oud-Hollandsch woordenboek. Doch ook het Nederlandsche volk zal nog lang den bitteren nasmaak van „Lombok" onthouden. Het spreekwoord zegt: „Eene wel daad blyft nimmer onbeloond." Dubbel treurig. Immers, de expeditie naar Lombok was ook eene weldaad Het Gouvernement zond dio daarheen, met het menschlievend doel om ver drukten te helpen, om die te verlossen. Hoo echt christelykl Want zulk een oorlog kost geld, veel geld, om nog niet eens te spreken van men8chenlevens. En hier in ons land zouden duizenden arme landgenooten met dat geld geholpen kunnen zyn, terwyl zy het nu wederom meer zullen moeten opbrengen. Maar schuilt er niet meer achter? Was het enkel en alleen met het doel om goed te doen, dat men dien oorlog begon? Do oud-minister van koloniön, de oud-G.-G. waren er tegen, beiden mannen, met de Indische toestanden bekend. Doch hun raad werd in den wind geslagen. De expeditie werd toch gezonden. En hoe schitterend was de uitkomst 1 Daar kwam het telegram, dat de zaak „Lombok" geschikt was zonder een enkelen droppel bloeds te hebben gekost. Droevig ontwaken! Want opeens kwam de mare van de neder laag. Maar die nederlaag hadden ze niet aan zichzelven te danken. Neen, 't was verraad l Heeft dan de ondervinding niet reeds sedert honderden jaren geleerd, hoe men die men- schen als vijanden daar moet wantrouwen? Ik cursiveer: als vijandenwant als vrien den houden ze hun woord en hunne gast- vryheid is onschendbaar. Zou het hier niet evenals by deFranschen zyn, die ook van verraad spraken waar de schuld lag aan de onvoldoende maatregelen die men had genomen, of in de onvolledigheid der gewapende macht? Hier kwam nog by, geheele onbekendheid met het land. En groot vertrouwen bracht ook hier weer de nienschen in gevaar. Met zulke vyanden geldt het spreekwoord: „Weest trouw, maar ver trouwt niemand." En nu leest men overal oproepingen om den smaad ons aangedaan te wreken. Eilieve, vóór dien te wreken, denkt aan de ongeluk kige gevangenen, die nu in handen van een wreeden, bloeddoratigen vyand zyn. Die moeten d tout prix gered worden. Anders worden zy vermoord, zult gy zeggen. Vermoord? Ja, maar niet op de gewone manier, by beschaafde oorlogvoerende volken in praktyk gebracht.' Neen, zy sterven duizend dooden! Zy worden op verschrikkeiyke cp ontzettende wyze langzaam doodgemarteld. Geene pen kan die martelingen beschryven. Lees de beschryvin- gen der „Vivisectie", dan kunt gy er u een flauw denkbeeld van vormen. Menig oud-offi cier, menig oud-soldaat zal zich den nacht herinneren, doorgebracht in de benting, toen zy gedurende den ganschen nacht het akelig gekerm hoorden van den door de Atjehers gevangen officier, dien ze langzaam doodmar telden, in het gehoor zyner wapenbroeders, die hem niet konden verlossen. Want zo waren omsingeld. Daar stonden ze machteloos, die wapenbroeders, met gebalde vuisten ten hemel geheven! Ze moesten die kreten aan- hooren! Menigen nacht zal de slaap hunne oogen ontvlieden, als ze zich dat tooneelher inneren. Wat helpt het dien ongelukkigen als ze schitterend gewroken worden! Troost hot hunne nagelaten betrekkingen? Lenigt het hunne smart? Geenszins, die is niet te lenigen. Daarom in plaats van aan te sporen tot bloedige wraak, spoort aan tot ontzetting op vredelievende manier der ongelukkige gevan genen. Vox Popüli. BUITENLAND. Frankrijk. Prins Francois Marie van Bourbon, een afstammeling der Bourbons, die te San Sebas- naan woont, heeft een manifest uitgevaardigd, waarby hy zyne aanspraken op den Franschen troon staande houdt. Deze prins, door een klein gedeelte der Royalisten gesteund, heeft steeds geweigerd den graaf van Parys als hoofd van hot Huis van Frankryk te erkennen. Met het oog op de ernstige ziekte van den graaf van Parys verklaart nu deze prins, dat hy den titel aan neemt van hertog van Anjou en zich als den eenigen wettigen erfgenaam der Fransch© kroon zal blyven beschouwen. Het manifest is gericht tot prins Valori, den leider zyner partijgenooten in Frankryk. De in Frankryk bestaande belasting op de rywielen heelt het vorige jaar 050,000 opgebracht. De „Figarc" bericht dat koning Alexander van Servië de volgende maand incognito t© Parys zal komen. Het bezoek zal ongeveer een© week duren oc daarna begeeft de jonge vorst zich naar zyne mooder te Biarritz. De minister president Dupuy is nu geheel hersteld. De minister wordt weldra te Parys verwacht. De Sultan van Turkye heeft den heer Dupuy het grootkruis der Osmanieh-orde verleend. X)uitsolilan<l» Prof. Helmholtz te Berlyn heeft gicteren eon nieuwen aanval van beroerte gehad. Zyn toestand is bodenkeiyk. Vier doctoren staan aan het ziekbed, waar allo familieleden byeen zyn. Aan het parade-diner, dat te Konings bergen werd gehouden, stelde koizer Wilhelm oen toost in op don koning van Saksen, „den roemryken aanvoerder van het Maas leger in 1870." Nadat koning Albert hierop had geantwoord met een dronk op den Duit schen keizer, wydde Wilhelm zyn tweede glas aan het lste legercorps, dat aan do groote parade deelnam. 's Avonds bezocht de keizer met de kei zerin, prins Albrecht van Pruisen en den koning van Saksen, de gala-voorstelling, welke te zyner eer in den schouwburg werd gegeven. By hun rit door de stad werden de keizer en zyne gasten door de bevolking met by- zondere geestdrift begroet* By de onthulling van het gedenkteeken voor den ouden keizer te Koningsbergen heeft de keizer gezegd, dat hy, evenals zyn groot vader, de diep ernstige overtuiging heeft, dat hy alleen uit Godes hand zyne kroon ont vangen heeft, en daarin het richtsnoer van zyn handelen vindt. Groot-Britauaië» Do graaf van Parys wordt dagelyks iwak*. ker, maar blyft steeds by helder bewujtzyn. Zyne dochters, de koningin van Portugal en prinses Helene, zyn oudste zoon en zyn broeder, de hertog van Chartres, waken des nachts by hem. Toen Maandag-ochtend de koningin van Portugal by hem kwam, vroeg hy naar den datum, en of die dag niet voor haar vertrek bepaald was. Zy zeide echter moeilyk te kunnen heengaan, nu juist zooveel familieleden waren aangekomen, die zy in lang niet gezien had. „Kom, myn kind," hernam de kranke waartoe die omweaen? Gi4

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 2