Hl». 10590. "Vrijdag 31 Augustus. A0. 1894. <§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Naar aanleiding van den 31sten Augustus. Leiden, 30 Augustus. Feuilleton. Twee Portretten. m. LEIDSCH DAGBLAD. PELTS DEZEB. COURATfT: Voor Leiden per 3 maandenf 1.10. Franco per post 1.40. Afzonderlijke Nommers 0-05. PELTS DEK AD VERTEN Tl ÜN Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad wordt f 0.05 bel^kend. Morgen, Vrijdag, is onze jeugdige Koningin Wilhelmina jarig. Zij wordt dan 14 jaren. De datum van 31 Augustus is voor Nederland een feestdag b\] uitnemendheid, al zal er ditmaal een sluier over verspreid liggen, ten gevolge van de treurige berichten uit Indië, daardoor zooveel familiën van vaderlandsche zonen in rouw gedompeld zijn, van die kloeke mannen en jongelingen, die de eer van Neder land en zijne vlag in het verre Oosten wen- achen te handhaven en hulp zouden brengen aan degenen, die door boven hen staanden Werden onderdrukt en uitgemergeld. Gehuichelde vriendschap was hun toon. Zjj worden er het slachtoffer van. Al zullen andere zonen opstaan om hunne door het verraderlik lood gevallen wapenbroeders op geduchte wijze te wreken, dezen zeiven zullen morgen geen „hoezee voor Oranje l" meer aanheffen, voor dat aloude Huis, door hetwelk ons land groot is geworden, van welk roem rijk vorstengeslacht Neorlands jonge Koningin eene afstammelinge is en omtrent wie een zoo goed als algemeen besef kan worden waargenomen dat zij binnen enkele jaren volkomen waardig zal zijn den troon harer Vaderen te bestijgen, dank zij de groote zede lijke kracht, welke er uitgaat van onze Koningin-Regentes. Bezwaarlijk kostbaarder vermaking had Willem III ons kunnen doen dan die beide persoonlijkheden ons achter te laten. Wilhelmina's vader was een man van rijperen leeftijd, over wiens huiselijk loven vele stormen waren heengegaan. Reeds acht en dertig jaren was hij gehuwd geweest en Waren hem drie zonen geboren. Maar de dood maaide alles weg. Eerst een zoon, toen zjjae gemalin, ten laatste ook de twee andere zonen. Was het wonder, dat die man wederom verlangde naar een huiselfjken haard, om, waar zijn jarental voortschreed, in het stil genot van het huiselijk leven eenige ver goeding te vinden voor de zware verliezen, Welke hij geleden had? INog ruim elf jaren was hem het voorrecht geschonken eene vrouw aan zijne zijde te zien, die, rijk begaafd, den avond van zijn leven verhelderde. Wilhelmina is het eonig kind uit dat huwe lijk, hetwelk te kort heeft geduurd. Mot hoeveel blijdschap werd dat kind, ander half jaar na het sluiten van het huwelijk, ontvangen niet alleen door de ouders, maar ook door allen, die hot wèl meenden met dat Huis. Toen de kleine tien jaren oud was, moest kÜ haren vader voorgoed vaarwel zeggen toen werd zijn Itfk bijgezet in den grafkelder, waar reeds zoovelen van zijn geslacht waren toeergelegd. Z|j is half-wees, maar de wijsheid ten liefde der moeder zullen haar beschermen On leiden. Zy wordt nu een meisje van veertien jaren, Voor wie de moeder en duizenden met haar Wenschen dat zij zich verder ontwikkelen moge, die veelbelovende knop, tot eene schoone bloem, dat vorstenkind, op wier hoofd na enkele jaren de koningskroon van Nederland zal gezet worden, de kroon der Oranjes, welke nu voor haar nog door hare moeder gehou den wordt. Indien het monarchaal beginsel, dat onder de Germaansche landen in deze eeuw nog nooit zoo sterk heeft gestaan als thans, met de Oranjes ook ooit eens mocht te loor gaan, dan behoeven w|j niet meer te vragen wat er van ons vaderland worden zou. Wat er binnenslands gebeuren zou, is eene vraag, welke men slechts even heeft aan te roeren, om van alle beantwoording ten eenen- male afkeerig te worden. En naar buitendaar zijn wij thans de Nederlanden; als staat dit i6 waar-weinig of geen ontzag inboezemend; maar als mo narchie in aanzien. Thans zijn wij Nederland, dat rekenen mag op den steun en de bescherming der monar chale staten van Europa, die alle belang hebben bfj de onverzwakte instandhouding van het monarchaal beginsel, die alle belang hebben het, ook buiten hunne grenzen, hoog te houden tegenover republikanisme, socialisme en anar chisme. Ten onzent is alle monarchisme van staats- behoudenden aard. De voorbeeldelooze geest drift onzer Friezen en Zeeuwen, toen de Koninginnen hunne gewesten bezochten, heeft dus eene hooge nationale beteekenis. De warme en de algemeene ingenomenheid, welke aan het bezoek van don keizer van Duitschland ten deel vielen, heeft de beteekenis, dat het volksinstinct begrijpt hoe gezond het met onze nationale onafhankelijkheid er nog uitziet, zoolang wij vrienden hebben, wier belang het is en wier streven het z|jn zal, haar te schragen. Dat tot het aanzien, hetwelk wij genieten en tot die vriendschappelijke gezindheid van buiten, behalve de beminnelijke persoonlijk heden onzer Koninginnen, alles wordt b|j gedragen door den luister van den Oranje- naam, wie is er, die dat niet weet? Oranje heeft altoos beduidmenscheiyk- heid, persoonlijkheid, vrijheid, beschaving. En die klank van dat heeriyk woord wordt overal begrepen; zij is een zinnebeeld, van pool tot pool. In mijn huis, zegt de Hohenzollern-keizer, wordt de naam Oranje niet dan met eer bied genoemd. En in het democratisch Amerika wordt allerwegen door de ontwikkelden die naam slechts met bewondering uitgesproken. Nederland kan noch dien naam, noch zijn luister ontberen. Zonder Oranje niets. Met Oranje, de onafhankelijkheid, dat isalles. Wilhelmina, de dochter van een consti tutioneel vorst by uitnemendheid, zal, regee- rende gelijk haar vader, dus de vrouw worden, die den wil des volks tot haren wil maakt, om zoo, terwijl haar oog over alles gaat, de belichaming te zijn van de volkseenheideene vrouw, die door hare wijsheid toont te weten dat allen, die onder haren schepter sta n, leden zijn van hetzelfde volk. Zy behoort aan ons, maar ook wij behooren onder haar. „Met en voor Vaderland en Oranje!" zy en biyve aller leus. Naarmate de kring der Oranjes inkromp, naarmate de dood telkens en telkens een hunner wegroofde, werd de gehechtheid aan wie overbleven te sterker; hoe minder ons overbleef, hoe krachtiger wy de waarde ge voelen van wat ons overbleef, en nu wy niets meer hebben dan Koningin Wilhelmina, nu vereenigt al onze liefde zich op haar hoofd en nu bidden wy vurig, dat zy althans ons bespaard blyve en zoo de band in stand ge houden worde, die gedurende eeuwen gelegd is en door gemeenschappeiyk gedragen leed, en gemeenschappeiyk genoten zegen, steeds sterker geworden is. Daarom vieren wy op 31 Augustus zy het nu wegens de tyds- omstandigheden niet zoo luidruchtig als an ders, feest en hopen dat wy het nog vele jaren doen mogen l God zegene onze jonge Vorstin! By do promotie en prysuitdeoling van het gymnasium, die hedennamiddag geschiedde, zgn bevorderd: Van de eerste klasse tot de tweede: H. Werkman, A. S. Van Ingen, L. Pool, A. Evelein, J. Kroon, Chr. H. Nijkamp, D. Hartgerink, D. Van Riessen, G. F. Evelein, L. F. A. De Rooy, H. J. Van Dyi, H. C. Harmsen en C. H. Verstoeg. Van de t w e o d e klasse tot de d e r d e: Jacoba A. H. Van Velzen, J. P. Fockema Andrea), C. Brunt, J. A. Ruys, C. A. J, Quant, C. Boorsma, H. C. Ruys, B. Batelaan, A. Grivel, J. Th. Goossens, J. W. Coebergh, L. J. C. Kastoiyn, J. Steynis en J. H. Van der Wal. Van de derde klasse tot de vierde: J. Adam, P. C. Briet, J. Fontein, P. C. Pel- tenburg, I. Serrurier, F. J. Van Tubergen, J. J. Reyst, N. Chr. Kist, W. F. Kaiser, C. H. Hagen, H. Van der Hoeven, D. J. Jongeneel, H. W. E. Klomp, M. Elion, J. P. Th. Van der Lith en A. J. Th. De Van. Van de vierde klasse tot de vyfde: M. Carpentier Alting, C. Oorthuys, J. Van Duyvenbooden, P. Ladago, J. Coert, H. Ch. Gooszen, J. Draa(jer, P. Mulder en A. Van Riessen. Van de vyfde klasse tot de zesde: K. J. Pen, J. Siegenbeek van Heukelom, G. Oorthuys, Chr. Van Oordt, W. Briet, B. Kievit, J. Ten Brink, R. Van dor Moy, P. F. K. Fabor en E. Th. Grivel. De gratiarum actio is gebonden namens de 1ste kl. door H. Werkman in het Nederlandsch; namens de 2de kl. door Jacoba Van Velzen in het Fransch; namens de 3de kl. door J. Adam in het Hoogduitsch; namens de 4de kl. door M. Carpentier Alting in het E n g e 1 s c hnamens de 5de kl. door K. J. Pen in het L a t y n. Voor het tweede toelatingsexamen, dat den 28sten en 29sten Augustus is afgenomen, hadden zich 5 candidaten aangemeld. Toegelaten zyn: tot de 1ste klasse: H. Kruseman, W. Satter, Aem. W. Wybrands; tot de 5de klasse: J. Moll van Charante. In de gemeenteraadszitting van 6 Sep tember 1892 werd besloten tot verpachting van het bedienen der overhaalschouw over het Galgewater by de Stadstimmerwerf, terwyi by de daarop volgende openbare verpachting de pacht werd gegund aan W. Wijnnobel voor f 625 per jaar gedurende den tUd van 6 jaren, ingaande 1 October 1892. Het is, naar we reeds met een enkel woord meldden, B. en Ws. wenscheiyk voorgekomen, dat mede van gemeentewege eene overhaal schouw worde geplaatst aan den Witten Singel tusschen de Kaiserstraat en Vreowyk, alwaar voorzeker behoefte bestaat aan eene gelegen heid tot passage en waarvan de verpachting eene niet onbelangryke bate aan de gemeente zal kunnen opleveren. BiykenB een ingesteld onderzoek zoude het inrichten van eene overhaalschouw voor voet gangers aldaar eene uitgave vorderen van f 850, onder welk bedrag is begrepen het maken van een gedeelte eenvoudige houten beschoeiing, een plankier, eene pont met reep, eene petroleum-lantaarn en eenig straatwerk. Verder is gerekend om het wachthuisje aan de Kerkstraatsbrug, dat niet gebruikt wordt, te bezigen voor den veerman en dat te plaatsen aan de Kaiserstraat. Mocht de gemeenteraad tot het doen aan leggen van de overhaalschouw besluiten, dan zouden B. en Ws. de bediening voorloopig slechts voor twee jaren wenschen te ver pachten, mot het oog op de onzekerheid van de opbrengst, ook in verband met eene even- tueele uitbreiding van de bevolking op Vree wijk, en overigens dergelyke bepalingen in de verpachtingsvoorwaarden op te nemen, als waaronder do bediening van de overhaal schouw aan het Galgewater is verpacht, dat nl. door den pachter niet meer mag worden geheven dan één cent per persoon, en hy vorplicht is om voor zyne rekening zorg te dragen voor het onderhoud en de vernieuwing van reep, touwen en losse gereedschappen, b. v. petroleum-lantaarn, enz. B. en Ws. geven mitsdien in overweging te besluiten tot het maken van eene over haalschouw over den Witten Singel, by de Kaiserstraat, tot beschikbaarstelling van een bedrag van f 850 op den post Volgn. 92. Onderhoud van bruggen en overzetveren van de gemeente-begrooting van dit jaar, door afschryving van dat bedrag van den post voor Onvoorziene Uitgaven en tot openbare verpachting van de bediening van de schouw voor den tyd van twee jaren. Een staat van af- en overschry ving wordt tevens ter vaststelling aangeboden. - Voor drie onzer stadgenooten zal do 1ste September een gedenkwaardige dag wezen. De heer C. Voet, hoek Botermarkt en Koorn- brugsteog, zal bier dan 25 jaren als sigaren fabrikant en -handelaar zyn gevestigd, terwyi dan tevens J. Stouto als meesterknecht en A. Stoute als kerver gedurende eene kwart eeuw by genoemden patroon zullen werkzaam geweest zyn. De berichtgever omtrent de aanstelling van den fourier De Bruyne tot opperwacht meester by de 5de battery veld-artillerie waa verkeerd ingelicht. Deze fourier wordt opper wachtmeester by de 6de battery. De Nederlandsche mail, met berichten uit Indié, wordt heden (Donderdag) avond hier verwacht. Tot lid van den gemeenteraad van Aals meer is gekozen de heer D. Boen Jbz. (lib.) met 181 st. De heer J. v. Zyverden (anti-rev.) bekwam 112 stemmen. Burgemeester en Wethouders van Zoo- termeer brengen ter openbare kennis, dat de begrooting der plaatselyke inkomsten cn uit gaven voor het volgend dienstjaar op hedon den Raad is aangeboden, veertien dagen ter inzage van een ieder ter secretarie dier ge meente is nedergelegd en aldaar tegen betaling der kosten in afschrift verkrijgbaar gesteld is. De gemeenteraad van Alfen besloot in zyne heden gehouden vergadering een subBidio van f 300 te verleenen aan do Vereenigine „de Alfensche Kaasmarkt", zoodat die Ver- eeniging dit jaar te zamen f 600 aan subsidie ontving. Wegens de treurige berichten, uit Indié ontvangen, heeft Hare Majesteit de Koningin- Regentes bepaald, dat het diner ten hove op 31 Augustue niet zal doorgaan. De ministers, te 's-Gravenhage aanwezig, en enkele militaire en koloniale autoriteiten, hebben gisteren vergaderd ter bespreking van de Lombok-aangelegenheden. Door het gerechtshof te Arnhem is, tor vervulling van eene vacature van raadsheer ln dat college, opgemaakt de navolgende alpha- betische lyst van aanbeveling: mr. M. E. Bocy, rechter in de arr.-rechtbank te Tielmr. A. J. Karseboom, rechter in de arr.-rechtbank ts Amsterdam, en mr. P. W. Scholten, vice- president van laatstgemelde rechtbank. Ten gevolge van den uitslag van het onlangs gehouden vergelykend examen voor toelating tot den Artillerie-cursus te Delft, komen, blykens eeno kennisgeving van den minister van oorlog in de „Staatscourant" van 30 dezer voor eene plaatsing by die inrichting, tegen 1 October a. 6., de navolgende jonge lieden in aanmerking: G. Klinkhamer, D. A W. Van der Moer, Th. W. Te Nuyl, L. A. M. Willemse, N. O. J. De Pauw Gerlings, D. J. Oouvée, J. H. Van Velzen, W. J. Küller, J. P. Mlnderhoud. Een medewerker van het „Vad.", de hear G. Jager, is overleden. Op tooneelgebied heeft hy zich doen kennen door twee stukken: „Familieleven" en „Noodlot", waarvan vooral het laatste byval heeft gevonden. Het „Weekblad van het Recht" van 29 Augustus bevat een hoofdartikel naar aau- leiding van de 25ste vergadering der Neder landsche Juristenvereeniging en herinnert dat zy te 's Gravenhage, waar voor 24 jaren de Juristenvereeniging voor de eerste maal byoen- kwam, binnen weinige dagon (31 Aug. on 1 Sept. a. s. voor de vyf-en-twintigste maal zal vergaderen. Slot.) „Kunt gy dat maken", vroeg de markies, „eierlyk en mooi?" „Zeker, markies 1" „Binnen hoeveel tyd?" „Binnen drie weken." „Goedl Gy hebt zelfs vier weken tyd. Ik geef u vyftig Louis d'or voor het werk. Is het genoeg?" „Meer dan genoeg I Ik had zooveel niet durven vragen." De markies knikte weer goedig. Buiten Zich zei ven van vreugde over de kennismaking met een zoo invloedrijk kunstenaar, boog de jonge man, nadat hy nog eenmaal bedankt had voor de opdracht. De emailplaat kon uit het deksel van het juweelenkistje geschoven worden. Jules wik kelde haar en ook de schets van Leblanc zorgvuldig in een papier en nam het pakje direct mee. Thuisgekomen, vertelde hy zyn geluk en liet de schets zien. „O, hoe schoon!" riep Gabrielle. „Vader, dat is toch wezenlyk heelwat anders dan het afschuwelUke, dat u-" Verschrikt stokte zy. Doch haar vader werd niet toornig, maar glimlachte. „Waarom zullen wy er voor Jules eigenlyk hog altyd een geheim van maken?"zeidehy. „Hy zal my wel niet verraden. Nu zul je het scherpste contrast zien, Jules I Ik ben nameiyk ook sedert eenigen tyd in alle stilte druk bezig geweest met De Pompadour. De plaat is gereed en sedert drie dagen afgeleverd. Sluit de deur, Gabrielle I" Terwyi zyne dochter dit deed, haalde hy eon afdruk van eene kleine koper ets in octaafformaat te voorschyn. Het in zyne soort zeor goed en met zorg uitgevoerde portret vertoonde wel is waar eenigszins potsierlyk, maar toch zeer gelykend, de in vreeselyken angst en vertwyfeling met verwrongen ge zicht zich verzettende markiezin De Pompadour, hoe zy door de wraakgodinnen naar de wyd- geopende hellepoort gesleept wordt. „Het is het effect-makende titelportret van een satirisch pamflet, dat weldra in vele dui zenden exemplaren verspreid zal worden" verklaarde Jéréme Cazin. „De titel van het boek is: De hellevaart der schandelyke mar kiezin. Ik denk dat het veel opgang zal maken." „Wie is de schryverj?" „Dien ken ik evenmin als hy my. Ik heb het anonieme manuscript ln het geheel niet gezien en ken alleen den titel. De drukker is myn vriend, en dan was er nog een ge heimzinnige tU88chenpersoon, wiens naam ik je niet noemen mag, in de zaak werkzaam." „Maar dat is toch zeer gevaarlyk", meende Jules verschrikt. „Hoevelen, die iets derge- ïyks tegen de markiezin ondernamen, smachten sedert jaren ln de kerkers der Bastille?" „Och wat, ik heb my immers niet op het portret als graveur genoemd? Het komt niet uit, wordt stellig- niet verraden. Ik maakte dit portret naar eon my gegeven vluchtig ontwerp. Ik kreeg duizend livreB voor het werk. Als ik niet nu en dan op zulk eene wyze goed verdiende, zou het my slecht gaan. De markiezin, hoe machtig zy ook is, hoeft toch ook geheimzinnige, machtige vyanden, prinsen, hertogen, afgedankte ministers, die met veel geld zulke werken steunen of zeiven uitvoeren." Jules bleef niettemin by zyne meening, dat het raadzamer zou wezen, zich niet met zulke zaken in te laten. Het zou spoedig blyken, dat hy gelyk had. Drie weken gingen voorby. De Bierlyke emailteekening, met de meeste zorg uitge voerd, was gereed gekomen. Eenmaal had de markies schriftolyk naar den voortgang van het werk geïnformeerd en daarop een bevre digend antwoord ontvangen. Op zekeren avond het was reeds donker geworden was Jules beneden by Gabrielle, om met baar te praten. Jéróme Cazin was voor zaken uitgegaan. Ook diens vrouw was niet thuis, maar by eene zieke buurvrouw op visite. Eensklaps werd de deur open- gestooten en twee politie beambten traden binnen. Gabrielle werd bleek van angst. „Zyt gy de schilder Cazin?" vroeg de politie-beambte, een commissaris, barsch. „Die ben ik", antwoordde Jules. „Hebt gy een portret geschilderd, dat de markiezin De Pompadour voorstelt?" „Ja." „Ah, gy ontkent niet - dat ie goed en vergemakkolykt de zaak. In naam des konings en op bevel van den politie minister De Sar- tines arresteer ik ul" En hy vertoonde het bevel tot gevangenneming. Jules begreep het verband onmiddeliyk en nam een heldhaftig besluit. „Sta my toe, dat ik afscheid neem van myne bruid", zeide hy. „Doe dat", zeide de commissaris. „Ik ben geen onmensch en ik vermoed dat gy niet zoo spoedig weer gelegenheid zult vinden, uwe geliefde te kussen." De jonge man kuste zyne snikkende bruid teeder en fluisterde haar zacht in het oor: „Houd moed, liefste. Dit misverstand, deze verwisseling redt je vader, die anders in de Bastille zou moeten omkomen. Hy moet direct naar 't buitenland vluchten. Voor my behoef je niet bezorgd te zyn, want ik kan my beroepen op de opdracht van den markies De Mangny. Dus: moed gehouden 1" Intu8schen vroeg de eene beambte den commissaris fluisterend„Zullen wy ook eene huiszoeking houden?" „Dat is niet noodig", antwoordde deze. „Wy hebben alles, de gebeele oplaag en ook de koperplaat." „Ik ben bereid", zeide Jules. In onbeschryflyke zorg bleef Gabrielle achter. Hare moeder geraakte by hare thuis komst in nog grooter angst. Vervolgens kwam Jéréme Cazin bleek en mistroostig thuis. Nadat hy vernomen had, wat er ge beurd was, sprak hy„Die verwenschte politie iB dus toch op het juiste spoor gekomen. Myn vriend, de drukker Letellier, is door een zyner werklieden verraden, maar heeft, bytyds gewaarschuwd, kunnen vluchten. De geheels oplaag van het boek is in beslag genomen. Ook ik moet vluchten, naar Amsterdam, waar ik bevriende collega's heb en waarschyniyk ook Letellier zal vinden. Jules iB een brave jongen; aan zyn moedig besluit heb ik myne redding te danken; gelukkig kan men hem niets doen. Je zult spoedig weer vereenigd en gelukkig met hom zyn, Gabrielle 1" Er was geen tijd te verliezen. Eeno kleins reistasch word haastig gepakt. Do helft van zyn geld gaf Jéróme Cazin aan zyne vrouw. Na een droevig afscheid verliet hy het huis en verdween in het nachteiyk duister. Jules was niet direct naar de Bastille, maar eerst in preventieve hecht9nis gobracht. Hy moest eerst verhoord worden, en dat wol door den politie-minister zeiven, omdat het in deze zaak eene tegen Do Pompadour gorichte samenzwering gold. Sartines was nameiyk een der gehoorzaamste creatursn der mar kiezin en door haren invloed tot lüne g wichtige betrekking geroepen. Doch hy Bcheen voorloopig niet veel haast met het verhoor te hebben of door andere zaken verhinderd te worden. Eerst den dor den dag na do arrestatie werd Jules voor den politie minister gebracht. „Gy zyt de schilder Cazin, gy hebt een portret, de markiezin De Pompadour voor stellend, vervaardigd en dit by uwe arres tatie onmiddeliyk bekend, zooals uit hot rap-, port van den commissaris biykt", zeide Sar

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 1