hem gaan, omdat lij bang voor hem was. Ztf
heeft tan eene vriendin van baar verteld, dat
zy hem loo gcvaarlyk vond en wel in staat
een moord te doen.
Wat de verhouding der beklaagden betreft,
wordt medegedeeld dat Boes reeds geruimen
tyd bevriend was met Alot. Deze kwam veel
btl Boes aan huis.
Den 13den en 14den is h(J op de Haarlemsche
kermis geweest, waarvoor hi) van zijne moeder
te Scbagen 2.50 ontvangen heeft en terug
kwam met veel geld in z(Jn zak, niettegen
staande hi) zonder werk was. Hü vertelde
dat hy Maandag te Uitgeest weer werk had
en daarheen zou gaan.
Naar de „Haarl. Ct." verneemt, is een derde
slachtoffer door een toeval gespaard. Het ge
beurde nl. veel, vooral op Zaterdagnacht, dat
er nog een tweede meisje in huis was, dat
's avonds behulpzaam was in den winkel en
zorgde voor het wegbrengen van de bestelde
waren. Dit meisje bleef dan veeltyds over.
Dezen nacht echter was zy toevallig niet in
huis, daar zy 's avonds nog per laatste gele
genheid naar Haarlem vertrokken was. De
moordenaars wisten dit waarscbyniyk niet,
dsar afdrukken van bloedige handen aan het
bedgordyn en op de kussens van het bed,
waar andera dit meisje sliep, waren te zien.
Behalve eenlge lyfsieraden, werd een pakje
toet gouden tientjes, ter waarde van f 1000,
hl den tuin van Boes begraven gevonden.
Nog wordt vermeld dat Boes behoorde
onder de dragers, die het lyk van Anna
Beyers, het vermoorde meisje, naar het kerkhof
droegen.
Hy toonde toen groote aandoening. Verleden
Eondag heeft hy met twee kameraden het
kerkhof bezocht, om de kransen te bezichtigen.
Hy uitto toen, evenals de anderen, de ergste
bedreigingen en verwenschingen tegen de
moordenaars.
De „Tel." meldt nog: Reeds Dinsdag-morgen
trachtte Boes sich van een der gestolen voor-
Werpen, een koralen ketting, te ontdoen. Hy
bad dien op straat neergeworpen, in de mee
ning, dat niemand dit had gezien. Intusschen
bleek dat hy by deze daad was bespied.
By ondervraging door den rechter van in
structie verklaarde Boob, dat hy op den avond
▼an den moord elders was gewoest, doch het
mocht gelukken, hem de onwaarheid daarvan
aan to toonen. Aldus in het nauw gebracht,
heeft hy eindeiyk bekend, medeplichtig aan
den moord te zyn geweest. Hot gestoleno
bad hy op het erf van zya vader verborgen.
Een paar uur vóór den moord had Boes
nog met het meisje gesproken.
Volgens Boes moet Alot hem hebben voor
gesteld den moord te plegen, waarby hy o. a.
■eide: „Ik heb dien te Haarlem ook gopleegd
als wy maar wat overleg gebruiken, dan
komt het niet uit."
Er wordt dan ook gemeld dat Alot vroeger
Ook reeds in verhoor is geweest naar aan
leiding van den moord op de beide oude
▼rouwen te Haarlem, doch wegens gebrek
aan bewys op vrye voeten werd gelaten.
De moord te Bussum.
In de Suikorbakkerssteeg een smal steegje,
Uitkomende op den N. Z.-Voorburgwal te Am-
Iterdam, en met eene bocht doorloopende tot
de Nieuwstraat denkt men volstrekt niet
loo ongunstig over Henriette Momber, dat
men in dit meisje eene door de natuur voor
beschikte moordonare8 moet zien. Alle buren
Waron vorschrikkeiyk ontsteld, toen zy hoorden
▼an de vreeseiyke gebeurtenis te Bussum.
"Wreed was ze volstrekt niet, wel wat los
handig," zoo is hot algemeone oordeel.
De oudera *yn nog niet in verhoor geweest,
zy kunnen zich niet voorstellen dat hunne
dochter tot eene daad als zware mishandeling
▼an een kind in staat was; veel minder tot
een kindermoord. De vader is knecht in een
manufacturen-magazyn en verdient vyf gulden
weeks, en do moeder tracht er met het
tenten van petroleum een paar gulden by te
verdienen.
Met tranon in de «ogen de vrouw ziet er
erg knap en fatsoeniyk uit vertelde de
moeder van Jet Momber, dat het leed zoo
iwaar was.
En nu werden so ook nog in hun brood
benadeeld; en xe hadden zooveel te doen,
om voor hunne drie nog jonge kinderen het
brood te verdienen.
Henriette Momber heeft ongeveer 7 weken
te Bussum godiend. Ze had te Amsterdam
▼erkeering met den artillerist Kooleman, maar
toen deze to Naarden wegens straf werd over
geplaatst, had hy haar overgehaald te Bussum
een dienst te zoeken.
Door een misverstand was zy later weer
èenige dagen thuis, maar toen had zy een
brief ontvangen met de vraag, of zy weer te
Bussum wilde komen.
Henriette, zoo vertellen de buren en ook de
Ouders, word selve wel eens door Koeleman
mishandeld.
Zoo kwamen zy een drietal maanden go-
leden thuis met de mededeeling, dat zy op het
Damrak door een haar onbekend persoon met
een mes was gestoken.
Aan eene vriendin echter had ze later ver
teld, en zoo waren de ouders het ook
gewaar geworden dat Koeleman het had
gedaan by gelegenheid van eone dansparty in
„Neerlands Werkman", omdat zy tegen een
anderen danser had gelachen. Hy had haar
mede naar beneden gelokt en toen op den
N.-Z.-Voorburgwal verraderiyk aangegrepen.
De steokwonde moet nog in het schouderblad
zichtbaar wezen.
Ook word Henrlotte niet lang geleden door
Koeleman met een kolenschop zóó op het
hoofd geslagen, dat zy bloedde; dit moet
gebeurd zyn in eene tappery in de Dirk-
Van Hasselt-steeg.
Gistermiddag zyn Henriette Momber en de
soldaat Koeleman door den rechter van in
structie te Amsterdam verhoord. Wy vernemen
dat de dienstbode thans allerlei verklaringen
heeft afgelegd, die geheel in stryd zyn met hare
bekentenis by het voorloopig verhoor. (Tel.)
Eene geheimzinnige geschiedenis.
Men leest in het „Handelsblad":
„In de Vechtstreek wordt druk gesproken
over een geheimzinnig geval, dat zich heeft
voorgedaan. Een jong rechtsgeleerde, die,
zeer tegen den zin zyner ouders, eene ryke
en geachto familie in eene naburige stad,
in een dorp aan de Vecht eene betrekking
had aangeknoopt, werd dezer dagen, terwyi
hy vóór een koffiehuis zat, aangesproken
door een advocaat, die door eenige politie
beambten vergezeld werd. Er volgde een ge
sprek, waarvan de inhoud niet bekend is,
en kort daarop is de bewuste jonge man
met den advocaat en de politiedienaren ver
dwenen.
„Naar gezegd wordt, is hij naar een klooster
in Noord-Brabant gebracht.
„In de buurt weet men te vertellen, dat
de advocaat en eenige politiedienaren reeds
lang op den jongen man geloerd hadden.
Deze is reeds eenige jaren meerderjarig."
De „Tyd'' teekent hierby het volgende aan
„Wy gelooven dat correspondenten van
liberale bladen, als zy' de lezers met klooster
geschiedenissen willen bangmaken, goed zullen
doen, iets meer op waarschynlykheid te letten.
„Dat oen kind of een jong meisje in alle
stilte tegen haren zin naar een klooster wordt
weggevoerd en daar wordt opgesloten, zal
een zeker gedeelte van ons Protestantsch
publiek, als bet dergelyk bericht leest, ge-
loovig aannemen. Doch hoe te veronderstellen,
dat hetzelfde publiek ook maar een oogonblik
zal geloof hechten aan een verhaal als dit?
Een rechtsgeleerde dus iemand, bekend met
de wetteiyke voorschriften omtrent weder-
rechteiyke vryheidsboneming en met de auto
riteiten, tot welke hy zich. in dergeiyk geval
te wenden heeft laat zonder eenig verzet
op klaarlichten dag zich in het publiek op
lichten, om naar eene kloostergevangenis te
worden overgebracht I En die ontvoeriDg ge
schiedt door „eenige" Nederlandscho politie
agenten, onder aanvoering van een anderen
advocaat, welke reeds lang op hunno prooi ge
loerd hadden en nu waarscbyniyk om zoo
veel opspraak te verwekken! het gruwoiyk
feit volvoeren, terwyi het slachtoffer ton aan
zien van het voorbygaand publiek mogeiyk
in gezelschap zyner vrienden vóór een
koffiehuis zyn glas bier of zyn bittertje zat
te gebruiken.
„Inderdaad, een dergeiyk vertelsel moet
zelfs den lezers van „Do Zwarte Non,"
„Barbara Ubryk" on verdere roman lectuur
van dien aard te kras voorkomen.
„Met de meeste belangstelling blyven wy
intusschen het verhaal van de verdere lot
gevallen van den jeugdigen rechtsgeleerde
afwachten. Misschien gelukt het denyverigen
correspondent van het „Handelsblad" eenige
byzonderheden omtrent den aard der „gevan-
gonis", waarheen hy door den tweeden advo
caat heengevoerd werd, op te diepen, en wie
weet, welke onthullingen ons dan nog te
wachten staan l"
Volgens „Het Centrum" lost het geheim
zinnig geval zich op in oene kleino familie
historie. Het bewuste jongmensch is volstrekt
geen rechtsgeleerde; en indien aan zyn ver-
biyf in het dorp aan de Vecht een einde is
gomaakt, dan is dit alleen geschied in zyn
eigen belang, op volkomen rechtmatige en ook
op volmaakt wettige wyze. Van het onvry-
willig overbrengen naar een klooster in Noord-
Brabant is natuurlyk geen sprake.
Maar ware deze byvooging niet uit den
duim van eon of anderen praatjesmaker ge
zogen geworden, het geheelo nieuwtje van
den al te yverigen dorpscorrespondent zou
wellicht niet zwart op wit in de wereld zyn
gekomen.
De Koninginnen In Zeeland.
Het weder voorspelde weinig goeds, toen
gisterochtend de Koninginnen per extra trein
uit Middelburg vertrokken. Te ruim halfelf
beroikten HH. MM. de Koninginnen het nieuwe
station van Vlissingen, alwaar het gemeente
bestuur en enkele autoriteiten ter ontvangst
aanwezig waren. De echtgenoote des burge
meesters en hare dochter boden HH. MM.
bouquetten aan. De oerowacht dor schuttery,
die met hot stafmuziekcorps van het 3de rog.
inf. op het perron geschaard stond, werd
daarna door HH. MM. geïnspecteerd. Hoewel
het inmiddels hard was gaan regenen, stond
by het station oene groote menigte, die een
luid hoezee aanhief. Byna onmiddellyk na
aankomst begaf do Koninklyke stoet zich
naar het stoomschip „Nederland", alwaar
HH. MM. door de directio opgewacht werden.
Onder de saluutschoten van Hr. Ms. oorlogs
schepen, die voor deze gelegenheid naarVlis
singen gedirigeerd zyn, werd de tocht aan
vaard naar de reede, om de flotielje in oogen-
schouw te nemen. De maatschappy „Zeeland"
gaf aan vertegenwoordigers der dagbladen wel
willend gelegenheid om den tocht mede te
maken.
Juist by het aan boord gaan was er een
zeer onaangenaam incident. Eene stoomsloep
van de „Stier" bracht zeven gewonden aan.
Eene vuurplaat in de machinekamer van ge
noemd oorlogsschip was gesprongen. Het go
zicht der verminkten, waarvan sommigen,
naar men vreest, levensgevaariyk, was af
schuwolyk. Één was zoo zwaar gewond, dat
hy per brancard vervoerd moest worden.
Onder geleide van den Marinedokter werden
zy naar het hospitaal getransporteerd. Dit
incident had plaats een half uur vóór de aan
komst van de Koninginnen.
Nog xy vermeld dat verschillende stoom
bootjes, overvuld met passagiers en met
muziek aan boord, de boot der Koninginnen
escorteerden.
De kajuiten, waar het vorsteiyk gezelschap
vertoefd had, waren eenvoudig versierd.
Staande had men champagne en biscuits ge
bruikt.
In een stortregen kwam men aan wal.
De Vorstinnen keerden te 11% uur terug.
HH. MM. werden naar eene der zalen van
het nieuwe station geleid, ter deelneming aan
een déjeuner, aangeboden door do gemeente,
de My. tot Expl. van Staatsspoorwegen en de
Stoomvaart-maatschappy „Zeeland," een déjeu
ner, waaraan o. a. ook aanzaten graaf R.
De Kerckhove d'Exaerde, gouverneur van
Belgisch-Vlaanderen, en mr. De Grave, grif
fier der Prov. Staten van dat gewest, door
don Koning van Belgic naar hier afgevaardigd
om de Koninginnen to begroeten. De burge
meester van Vlissingen hield een toost, waarin
hy een dronk wydde aan de gezondheid en
do voorspoedige regeering van onze Koningin
Wiihelmina en van H. M. deKoningin-Regentes
Ziehier het antwoord van de Koningin-
Regentes: „In de eerste plaats U, Mynheer
de Burgemeester, en verder U allen, Myne
Heeren, wensch ik dank te zeggen voor den
heildronk, uitgebracht op de Koningin en mij.
In de verplaatsing van het standbeeld van
den grooten burger der stad, aan wiens nage
dachtenis wy zoo straks eene dankbare hulde
zullen brengen, vind ik eone reeds lang ge
zochte gelegenheid, Zeeland en Vlissingen te
bezoeken. De uitnoodiging, tot de Koningin
en my gericht door den gemeenteraad van
deze stad, de Exploitatiemaatschappy der
Staatsspoorwegen en de Stoomvaartmaat-
schappy „Zeeland" ter by woning van dit
feestmaal, was ons zeer aangenaam en ik
stol het op hoogen prys, mot myne dochtor
te mogen aanzitten met U, Myne Heeren,
die allen, elk op uwe wyze en hoe uitge
breid uw gewichtige werkkring zyn moge,
toch voorzeker door uwen arbeid bydraagt
tot den bloei, on werkzaam zyt voor de be
langen van deze stad, met U te mogen aan
zitten in dit gebouw, waarin zoo veler belangen
hun middelpunt zullen vinden. Terecht werd
door U, Mynheer do Burgemeester, gewezen
op den alouden band tussclien Oranje on
Vlissingen. "Wat het verleden te zamen hechtte,
zal de toekomst zeker niet verbreken, en wy
zyn overtuigd, dat de oude trouw en gehecht
heid aan het Oranjehuis voortleeft in do
harten van de inwoners dezer stad. Bewyzen
van liefde en trouw, s?y werden ons voorzeker
niet onthouden, en de wyze, waarop oud en
jong, arm en ryk ons eene hartelyke ontvangst
voorbereidde, heeft ons zeer getroffen. De herin
nering, welke wy van ons bezook aan Vlis
singen zullen bewaren, kan niet anders dan
eene dankbare zyn. Myne Heeren, ik stel U
voor te drinken op den bloei van de Stoora-
vaartmaatschappy „Zeeland", die schoone
stichting van den botreurden Prins Hendrik
der Nederlanden, op den voorspoed onzer
Staatsspoorwegen, aan wier goede zorgen do
exploitatie is toevertrouwd, en eindeiyk, Myne
Heeren, op hot heil, het geluk, de toekomst
van dezo oude, trouwe stad, en het welzyn
van- hare inwoners."
Toen de maaltyd afgeloopen was, begaven
de Vorstinnen zich op het stoomschip „Wal
cheren" door het kanaal naar do Marinehaven
tot voor het Raadhuis ter bezichtiging van
de belangwekkende De-Ruyter-tentoonstelling.
By het passeeren der ryk versierde arbei
derswoningen dor maatschappy „De Schelde"
stonden de kinderen der werklieden in drie
ryen amphitboatersgewys langs den kanaal-
boord geschaard, gekleed in de kleuren van
onze vlag, de eerste ry in het blauw, de
tweede in het wit, de derde in het rood. 20
meisjes, uit alle rangon der burgory gekozen,
in het wit gekleed en met oranje gesierd,
bestrooiden den weg voor de Koninginnen
mot bloemen. „Vlissingens Mannenkoor" luis
terde de ontvangst ton raadhuize op met do
uitvoering van een lied, gecomponeerd door
den directeur H. C. De Waal, op woorden
van P. Louwerse. By de Intrede der tentoon
stellingszaal werden den hoogen gasten bou
quetten aangeboden door eenige dames.
Na een vluchtig bezoek aan de tentoon
stelling vertrokken HH. MM. thans per rytuig
en begeleid door eene eerewacht, die een
vaandel, kostbaar en smaakvol geschenk van
eenige Vlissingsche dames, voerde, naar do
Rotonde van don Noordzee Boulevard, alwaar
aan het standbeeld van De Ruyter thans eene
waardige plaats is aangewezen.
Op de Rotonde werden HH. MM. ontvangen
door het bestuur van het departement Vlis
singen der Maatschappy tot Nut van 'tAlge
meen, welk departement, geiyk men zich
herinneren zal, indertyd het initiatief nam
tot de oprichting van het standbeeld. Jonge
dames boden HH. MM. bouquetten aan en
onder het spelen van het „Wilhelmus" wer
den de hooge gasten naar de zeer fraai ge
decoreerde koninklyke loge geleid. Na de
uitvoering van een zangnummer door 800
leerlingen der openbare en byzondere scholen,
onder leiding van den heer W. Van Kamer,
hield de voorzitter van het Nutsdepartement,
mr. Tuteyn Nolthenius, eene toespraak, waarin
hy de geschiedenis der stichting van het
standbeeld herdacht en na de onthulling ein
digde met de uitnoodiging, de plechtigheid te
besluiten met een driewerf hoezee voor HH.
MM., eene uitnoodiging, waaraan met geest
drift gehoor werd gegeven.
Na de toespraak van den Nuts-voorzitter,
tevens burgemeester van Vlissingen, voor het
standbeeld van Do Ruyter was de plechtigheid
zeer spoedig afgeloopen. De regen was zóó
sterk geworden, dat het feiteiyk onmogelyk
was langer op het terrein te blyven. Toch
was er nog een allerliefst oogenblik, toen de
jonge Koningin, geholpen door twee admiraals,
een reusachtigen krans op het voetstuk neer
legde. Zy hielp zelve mede den krans te
dragen en lachte daarby zoo verlegen, zoo
charmant, dat het publiek en de autoriteiten
in een spontaan gejuich losbarstten.
Op dat oogenblik was de jonge Koningin
een echt en een aardig kind. Na zyne toe
spraak bood de burgemeester het geschenk
aan der Vlissingsche ingezetenen, bestaande
uit eene afbeelding in zilver van het ont
hulde standbeeld, waarop gegraveerd staat:
„Aan H. M. Koningin Wilhelmina der Neder
landen, aangeboden door de ingezetenen van
Vlissingen by gelegenheid van Hoogstderzolver
bezoek aan die gemeente op 23 Augustus 1894".
De jonge Koningin zeide toen: „Ik vind
het heel mooi" en do Regentes bedankte
met eenige korte woorden.
Dadelyk daarop vertrokken de Koninginnen.
De overige zangnummers der 800 kinderen
bleven achterwege, zoodat de aardige kleuters
voor niets oen uur in den regen gestaan
hebben.
Verviel dit gedeelte van het programma,
ook de optocht had niet het gewachte succes
Door de stortregens verloor de optocht met
praalwagens veel van zyn luister. Gaande
door de stad met druipende kleeren, nat tot
op het hemd, met laarzen wegende kilo's en
kilo's, kwam een correspondent mislukte ge
deelten tegen, maar begreep dat by wat zon
alles een heel ander effect zou hebben gehad.
Te vier uren, een half uur vroeger dan
aangegeven op het programma, arriveerde ae
koninklyke stoet op het „Badhotel", waar
ruim een half uur gerust werd en waar ver-
verschingen gebruikt werden.
De concertzaal van hot hotel was eenvou
dig versierd en alle aanwezige vreemdelingen
brachten hartelyke ovaties. Den Koninginnen
werden bouquetten aangeboden door de doch
tertjes van de heeren Siegers en Meyer,
directeuren van het hotel.
Daar de Koningin Regentes verklaard had,
niet te willen afwyken van het vastgesteld
programma, werd de geheele rytoer door de
stad gedaan.
In de Palingstraat werden bouquetten aan
geboden door de weduwe Geertruida Mos,
eene der oudste ingezetenon van Vlissingen,
92 jaren oud. Ook de Roomsche weezon boden
ruikers aan, evenals twee dochtertjes van
Belgische loodsen.
In het Badhuis werden slechts enkelen
toegelaten, maar eene groote menigte trotseerde
buiten den plasregen en juichte geestdriftig.
Den ganschen middag was het in Vlissingen
zeer vol, vooral by de Rotonde. Op den weg,
dien de Koninginnen moesten passeeren, zaten
reeds een halfuur te voren menschen heel
lakoniek onder parapluies op nokken van daken.
Na het bezoek aan het Badhuis vertrokken
ce Koninginnen terstond naar Middelburg,
waar zy om vyf uren aankwamen. Onmiddel
lyk werd vanwege de Regentes aan den
burgemeester van Vlissingen een telegram
gezonden, om te bedanken voor de hartelyke
ontvangst.
De Koninginnen dineerden in het gouverne
mentsgebouw, de jonge Koningin afzonderlijk.
Des avonds was het in Vlissingen droog,
zoodat taptoo en vuurwerk doorgingen, maar
de illuminatie was niet veel zaaks, daar veel
verregend was en dus mislukte.
Toch maakten de oorlogsschepen op de reo,
die geheel verlicht waren, een schitterenden
indruk en gaveu de electrische werpstralen een
prachtigen fantastischen schyn.
De vetkaarsverlichting is uitmuntend gelukt.
Vlissingen zag er tooverachtig uit. Het vuur
werk werd ontstoken aan boord der kanon
neerboot „Dog", welke voor het telegraaf
kantoor lag.
Voorts zyn nog de volgende byzonderheden
te melden.
Baron De Kerckhove, gouverneur van Vlaan
deren, die de Koninginnen namens den koning
van België te Vlissingen begroette, is tot
grootofficier in de orde van Oranje-Nassau
benoemd.
Het album, dat by de scbildery van Klin
kenberg is aangeboden, is prachtig, eerwaardig
van fcoektype, in oud Hollandschen styl, in
half leeren bruinen band gebonden door den
heer Dhuy, met eonvoudjge gouden ly&ton.
De bladen zyn van onafgesnoden Hollandsch
papier, waarop gecalligrapheerd meer dan 6400
handteekeningen van ingezetenen van Mid
delburg.
Verder meldt het „Hbl." nog dat de Koning
innen f 300 gegeven hebben aan eene com
missie, bestaande uit de heeren J. F. Van
Dunne, J. A. Froderiks, L. K. Van der Harst,
mr. W. Polman Kruseman, A. Littoo, J.
Meyer en D. J. Mes, dio zich geconstitueerd
had om hulp te verleenen aan de weduwe en
vyf kinderen van A. Honseveldt, een werk
man, die by de illuminatie op 21 Augustus
lampions aanstak in do Abdy en viel, zoodat
by, helaas, aan de gevolgen overleed.
Jammer, dat zich dus zoowel te Middelburg
als aan de reede te Vlissingen te midden der
feesttonen zulk een paar treurige wanklanken
deden hooren.
In het eene vond de liefdadigheidszin, waarin
onze Regentes aan de natie zulk een schoon
▼oorbeeld geeft, reeds gelegenheid om zich
te doen gelden.
Van den toestand der verwonde matrozeq
zal de Regentes, op haar verlangen, op do
hoogte gehouden worden.
BUITENLAND.
Franlirjjk.
President Casimir Pórier is nog te Pont-
sur-Seine. Gisteren gaf de president daar zyn
eerste officiëele diner aan de regeerings-
beambten en de leden van den aopartemen-
talen raad in het departement Aube.
In bjjna alle departementale raden is
hulde gebracht aan de nagedachtenis van
Garnot, en vertrouwen uitgedrukt in zyn op
volger. In den Raad in het departement
Bouches-du-Rhêne heeft de maire van Mar
seille voorgesteld den wensch kenbaar te ma
ken tot intrekking der anarchisten-wet, terwijl
tevens te kenuon wordt gegeven dat dc Raad
de indiening dier wet diep betreurt, en den
republikeinschen afgevaardigden, die tego^ de
wet gestemd hebben, gelukgewenscht wordt
met hunne houding. De Raad heeft dit voor
stel met nagenoeg algemeens stemmen goed
gekeurd. Waarscbyniyk zal dit besluit worden
vernietigd.
Don Carlos laat tegenspreken, dat hy
den president der republiek heeft verzocht
eenige dagen te Parys te mogen doorbrengen.
Belffife.
Te Seraing ontmoette een persoon, air;
werkman gekleed, den heer Leclercq, politie
commissaris. Hy sprong toe en loste van zeer
dichtby twee revolverschoten op den commis
saris. De eerste kogel trof zijn doel niet, doch
de tweede kogel vloog in den mond en kwam
door de wang uit. Eene groote bewoging ont
stond dadelyk onder het volk, dat den com
missaris omringde. De moordenaar maakte
van de verwarring gebruik, om zich door den
kop te schieten. Hy viel dood neer.
Het archaeologisch museum te Brugge
is in hot bezit gekomen van het „yzeren
hoofd." In 1437 waren do Bruggenaars op
't punt Philips den Goeden gevangen to nomen,
maar een stadgenoot hielp den vorst vluchten.
De man werd door zyne medeburgers ont
hoofd en zyn hoofd in een yzeren helm aan
de poort opgehangen, waardoor hy den vorsi
liet vluchten. Deze helm, bekend als het yzeren
hoofd, is thans aan liet gemeente museum
geschonken.
Dr. Renson, het voornaamste slachtoffer
der bekende dynamiet-ontploffing te Luik, i3
in zooverre hersteld, dat hy het gebruik van
liet rechteroog heeft teruggekregen. Nog steeds
moet hy echter het bed houden, daar de
toestand zyner gewonde beenen hom nog niet
veroorlooft te loopen.
Zyne echtgenoote is genezen. Hun vriend,
dr. Bodart, is echter nog altyd lydondc. Hij
vertoeft thans te Ostende.
De politie zoekt nog altyd tevergeefs naar
den pseudo-baron Van Sternberg, die der.
aanslag pleegde. De kans, dat men den man
nog in handen zal krygen, wordt steeds ge
ringer.
De Belgische regeering heeft besloten
met de Engelsche regeering in onderhandeling
te treden betreffende eene directe onderzoe-
sche telephoonverbinding van Londen naar
Brussel via Ostende, evenals die, welke te
Calais begint en Londen met Parys verbindt.
Ook is er sprake van eene telephooniyn
BerlynBrussel en dus ook van eene ver
binding tusachen Londen en Berlyn, via
Ostende.
Het dossier der zaak-Joniaux is thanx
te Brussel aangekomen. De rechter van in
structie, M. Hayoit, hoeft zelf do kist, die
het dossier bevat, naar Brussel vergezeld met
twee boden van het justitie paleis van Ant
werpen.
Het dossier bevat 6000 documenten, die,
opeongelegd, een hoop zouden vormen van
1.50 M. hoog. De inventaris alleen maakt een
boekdeel uit van 150 bladzyden.
De procureur generaal heeft nu vyf dagen
tyd om de zaak voor de kamer van in-be-
schuldiging-8telling te brengen.
De Belgische legermanoeuvres zullen var?
3 tot 14 Sept. wordon gehouden, onder lei
ding van de generaals Van Alderwerelt, Dalooa
en Wouters. In dit jaar zullen daar ook
vesting-oefeningen plaats hebben. Er zal een
schynaanval beproefd worden tegen Luik,
Namen en Antwerpen, uit te voeren door dc
infanterie, cavalerie en artillerie, die in dezo
plaatsen in garnizoen liggen.
Dr. Renson, het voornaamste slachtoffer
der bekende dynamiet-ontploffing to Luik, is
in zooverre hersteld, dat hy althans het onder
scheid tusschen licht en duisternis kan waar
nemen, doch men vreest dat hy het gezicht
nimmer geheel terug zal krygen. Zyne echt
genoote is genezen. Hun vriend, dr. Bodart,
is echter nog altyd lijdende Hy vertoeft thans
te Ostende.
Italië.
In verschillende plaatsen der provincio
Carrara worden door de autoriteiten huis
zoekingen gedaan. Er zyn onderscheidene
belangryke papieren en wapenen in beslag
genomen, terwijl reeds vyf leiders van de
anarchisten gearresteerd zyn.
Uit Rome wordt gemeld dat koning
Menelik, de koning van Abessiniê, weldra
een bezoek zal brengen aan Europa. In de
eerste plaats zal de Abessinische vorst dan
Rome bezoeken, ten einde het verbond te
bekrachtigen, dat hy met koning Humbert
heeit gesloten.
Portugal.
Tot dusver hebben reeds twee derden van
de schuldei8chers der Koninklyke Portugoescb*