hem gaan, omdat lij bang voor hem was. Ztf heeft tan eene vriendin van baar verteld, dat zy hem loo gcvaarlyk vond en wel in staat een moord te doen. Wat de verhouding der beklaagden betreft, wordt medegedeeld dat Boes reeds geruimen tyd bevriend was met Alot. Deze kwam veel btl Boes aan huis. Den 13den en 14den is h(J op de Haarlemsche kermis geweest, waarvoor hi) van zijne moeder te Scbagen 2.50 ontvangen heeft en terug kwam met veel geld in z(Jn zak, niettegen staande hi) zonder werk was. Hü vertelde dat hy Maandag te Uitgeest weer werk had en daarheen zou gaan. Naar de „Haarl. Ct." verneemt, is een derde slachtoffer door een toeval gespaard. Het ge beurde nl. veel, vooral op Zaterdagnacht, dat er nog een tweede meisje in huis was, dat 's avonds behulpzaam was in den winkel en zorgde voor het wegbrengen van de bestelde waren. Dit meisje bleef dan veeltyds over. Dezen nacht echter was zy toevallig niet in huis, daar zy 's avonds nog per laatste gele genheid naar Haarlem vertrokken was. De moordenaars wisten dit waarscbyniyk niet, dsar afdrukken van bloedige handen aan het bedgordyn en op de kussens van het bed, waar andera dit meisje sliep, waren te zien. Behalve eenlge lyfsieraden, werd een pakje toet gouden tientjes, ter waarde van f 1000, hl den tuin van Boes begraven gevonden. Nog wordt vermeld dat Boes behoorde onder de dragers, die het lyk van Anna Beyers, het vermoorde meisje, naar het kerkhof droegen. Hy toonde toen groote aandoening. Verleden Eondag heeft hy met twee kameraden het kerkhof bezocht, om de kransen te bezichtigen. Hy uitto toen, evenals de anderen, de ergste bedreigingen en verwenschingen tegen de moordenaars. De „Tel." meldt nog: Reeds Dinsdag-morgen trachtte Boes sich van een der gestolen voor- Werpen, een koralen ketting, te ontdoen. Hy bad dien op straat neergeworpen, in de mee ning, dat niemand dit had gezien. Intusschen bleek dat hy by deze daad was bespied. By ondervraging door den rechter van in structie verklaarde Boob, dat hy op den avond ▼an den moord elders was gewoest, doch het mocht gelukken, hem de onwaarheid daarvan aan to toonen. Aldus in het nauw gebracht, heeft hy eindeiyk bekend, medeplichtig aan den moord te zyn geweest. Hot gestoleno bad hy op het erf van zya vader verborgen. Een paar uur vóór den moord had Boes nog met het meisje gesproken. Volgens Boes moet Alot hem hebben voor gesteld den moord te plegen, waarby hy o. a. ■eide: „Ik heb dien te Haarlem ook gopleegd als wy maar wat overleg gebruiken, dan komt het niet uit." Er wordt dan ook gemeld dat Alot vroeger Ook reeds in verhoor is geweest naar aan leiding van den moord op de beide oude ▼rouwen te Haarlem, doch wegens gebrek aan bewys op vrye voeten werd gelaten. De moord te Bussum. In de Suikorbakkerssteeg een smal steegje, Uitkomende op den N. Z.-Voorburgwal te Am- Iterdam, en met eene bocht doorloopende tot de Nieuwstraat denkt men volstrekt niet loo ongunstig over Henriette Momber, dat men in dit meisje eene door de natuur voor beschikte moordonare8 moet zien. Alle buren Waron vorschrikkeiyk ontsteld, toen zy hoorden ▼an de vreeseiyke gebeurtenis te Bussum. "Wreed was ze volstrekt niet, wel wat los handig," zoo is hot algemeone oordeel. De oudera *yn nog niet in verhoor geweest, zy kunnen zich niet voorstellen dat hunne dochter tot eene daad als zware mishandeling ▼an een kind in staat was; veel minder tot een kindermoord. De vader is knecht in een manufacturen-magazyn en verdient vyf gulden weeks, en do moeder tracht er met het tenten van petroleum een paar gulden by te verdienen. Met tranon in de «ogen de vrouw ziet er erg knap en fatsoeniyk uit vertelde de moeder van Jet Momber, dat het leed zoo iwaar was. En nu werden so ook nog in hun brood benadeeld; en xe hadden zooveel te doen, om voor hunne drie nog jonge kinderen het brood te verdienen. Henriette Momber heeft ongeveer 7 weken te Bussum godiend. Ze had te Amsterdam ▼erkeering met den artillerist Kooleman, maar toen deze to Naarden wegens straf werd over geplaatst, had hy haar overgehaald te Bussum een dienst te zoeken. Door een misverstand was zy later weer èenige dagen thuis, maar toen had zy een brief ontvangen met de vraag, of zy weer te Bussum wilde komen. Henriette, zoo vertellen de buren en ook de Ouders, word selve wel eens door Koeleman mishandeld. Zoo kwamen zy een drietal maanden go- leden thuis met de mededeeling, dat zy op het Damrak door een haar onbekend persoon met een mes was gestoken. Aan eene vriendin echter had ze later ver teld, en zoo waren de ouders het ook gewaar geworden dat Koeleman het had gedaan by gelegenheid van eone dansparty in „Neerlands Werkman", omdat zy tegen een anderen danser had gelachen. Hy had haar mede naar beneden gelokt en toen op den N.-Z.-Voorburgwal verraderiyk aangegrepen. De steokwonde moet nog in het schouderblad zichtbaar wezen. Ook word Henrlotte niet lang geleden door Koeleman met een kolenschop zóó op het hoofd geslagen, dat zy bloedde; dit moet gebeurd zyn in eene tappery in de Dirk- Van Hasselt-steeg. Gistermiddag zyn Henriette Momber en de soldaat Koeleman door den rechter van in structie te Amsterdam verhoord. Wy vernemen dat de dienstbode thans allerlei verklaringen heeft afgelegd, die geheel in stryd zyn met hare bekentenis by het voorloopig verhoor. (Tel.) Eene geheimzinnige geschiedenis. Men leest in het „Handelsblad": „In de Vechtstreek wordt druk gesproken over een geheimzinnig geval, dat zich heeft voorgedaan. Een jong rechtsgeleerde, die, zeer tegen den zin zyner ouders, eene ryke en geachto familie in eene naburige stad, in een dorp aan de Vecht eene betrekking had aangeknoopt, werd dezer dagen, terwyi hy vóór een koffiehuis zat, aangesproken door een advocaat, die door eenige politie beambten vergezeld werd. Er volgde een ge sprek, waarvan de inhoud niet bekend is, en kort daarop is de bewuste jonge man met den advocaat en de politiedienaren ver dwenen. „Naar gezegd wordt, is hij naar een klooster in Noord-Brabant gebracht. „In de buurt weet men te vertellen, dat de advocaat en eenige politiedienaren reeds lang op den jongen man geloerd hadden. Deze is reeds eenige jaren meerderjarig." De „Tyd'' teekent hierby het volgende aan „Wy gelooven dat correspondenten van liberale bladen, als zy' de lezers met klooster geschiedenissen willen bangmaken, goed zullen doen, iets meer op waarschynlykheid te letten. „Dat oen kind of een jong meisje in alle stilte tegen haren zin naar een klooster wordt weggevoerd en daar wordt opgesloten, zal een zeker gedeelte van ons Protestantsch publiek, als bet dergelyk bericht leest, ge- loovig aannemen. Doch hoe te veronderstellen, dat hetzelfde publiek ook maar een oogonblik zal geloof hechten aan een verhaal als dit? Een rechtsgeleerde dus iemand, bekend met de wetteiyke voorschriften omtrent weder- rechteiyke vryheidsboneming en met de auto riteiten, tot welke hy zich. in dergeiyk geval te wenden heeft laat zonder eenig verzet op klaarlichten dag zich in het publiek op lichten, om naar eene kloostergevangenis te worden overgebracht I En die ontvoeriDg ge schiedt door „eenige" Nederlandscho politie agenten, onder aanvoering van een anderen advocaat, welke reeds lang op hunno prooi ge loerd hadden en nu waarscbyniyk om zoo veel opspraak te verwekken! het gruwoiyk feit volvoeren, terwyi het slachtoffer ton aan zien van het voorbygaand publiek mogeiyk in gezelschap zyner vrienden vóór een koffiehuis zyn glas bier of zyn bittertje zat te gebruiken. „Inderdaad, een dergeiyk vertelsel moet zelfs den lezers van „Do Zwarte Non," „Barbara Ubryk" on verdere roman lectuur van dien aard te kras voorkomen. „Met de meeste belangstelling blyven wy intusschen het verhaal van de verdere lot gevallen van den jeugdigen rechtsgeleerde afwachten. Misschien gelukt het denyverigen correspondent van het „Handelsblad" eenige byzonderheden omtrent den aard der „gevan- gonis", waarheen hy door den tweeden advo caat heengevoerd werd, op te diepen, en wie weet, welke onthullingen ons dan nog te wachten staan l" Volgens „Het Centrum" lost het geheim zinnig geval zich op in oene kleino familie historie. Het bewuste jongmensch is volstrekt geen rechtsgeleerde; en indien aan zyn ver- biyf in het dorp aan de Vecht een einde is gomaakt, dan is dit alleen geschied in zyn eigen belang, op volkomen rechtmatige en ook op volmaakt wettige wyze. Van het onvry- willig overbrengen naar een klooster in Noord- Brabant is natuurlyk geen sprake. Maar ware deze byvooging niet uit den duim van eon of anderen praatjesmaker ge zogen geworden, het geheelo nieuwtje van den al te yverigen dorpscorrespondent zou wellicht niet zwart op wit in de wereld zyn gekomen. De Koninginnen In Zeeland. Het weder voorspelde weinig goeds, toen gisterochtend de Koninginnen per extra trein uit Middelburg vertrokken. Te ruim halfelf beroikten HH. MM. de Koninginnen het nieuwe station van Vlissingen, alwaar het gemeente bestuur en enkele autoriteiten ter ontvangst aanwezig waren. De echtgenoote des burge meesters en hare dochter boden HH. MM. bouquetten aan. De oerowacht dor schuttery, die met hot stafmuziekcorps van het 3de rog. inf. op het perron geschaard stond, werd daarna door HH. MM. geïnspecteerd. Hoewel het inmiddels hard was gaan regenen, stond by het station oene groote menigte, die een luid hoezee aanhief. Byna onmiddellyk na aankomst begaf do Koninklyke stoet zich naar het stoomschip „Nederland", alwaar HH. MM. door de directio opgewacht werden. Onder de saluutschoten van Hr. Ms. oorlogs schepen, die voor deze gelegenheid naarVlis singen gedirigeerd zyn, werd de tocht aan vaard naar de reede, om de flotielje in oogen- schouw te nemen. De maatschappy „Zeeland" gaf aan vertegenwoordigers der dagbladen wel willend gelegenheid om den tocht mede te maken. Juist by het aan boord gaan was er een zeer onaangenaam incident. Eene stoomsloep van de „Stier" bracht zeven gewonden aan. Eene vuurplaat in de machinekamer van ge noemd oorlogsschip was gesprongen. Het go zicht der verminkten, waarvan sommigen, naar men vreest, levensgevaariyk, was af schuwolyk. Één was zoo zwaar gewond, dat hy per brancard vervoerd moest worden. Onder geleide van den Marinedokter werden zy naar het hospitaal getransporteerd. Dit incident had plaats een half uur vóór de aan komst van de Koninginnen. Nog xy vermeld dat verschillende stoom bootjes, overvuld met passagiers en met muziek aan boord, de boot der Koninginnen escorteerden. De kajuiten, waar het vorsteiyk gezelschap vertoefd had, waren eenvoudig versierd. Staande had men champagne en biscuits ge bruikt. In een stortregen kwam men aan wal. De Vorstinnen keerden te 11% uur terug. HH. MM. werden naar eene der zalen van het nieuwe station geleid, ter deelneming aan een déjeuner, aangeboden door do gemeente, de My. tot Expl. van Staatsspoorwegen en de Stoomvaart-maatschappy „Zeeland," een déjeu ner, waaraan o. a. ook aanzaten graaf R. De Kerckhove d'Exaerde, gouverneur van Belgisch-Vlaanderen, en mr. De Grave, grif fier der Prov. Staten van dat gewest, door don Koning van Belgic naar hier afgevaardigd om de Koninginnen to begroeten. De burge meester van Vlissingen hield een toost, waarin hy een dronk wydde aan de gezondheid en do voorspoedige regeering van onze Koningin Wiihelmina en van H. M. deKoningin-Regentes Ziehier het antwoord van de Koningin- Regentes: „In de eerste plaats U, Mynheer de Burgemeester, en verder U allen, Myne Heeren, wensch ik dank te zeggen voor den heildronk, uitgebracht op de Koningin en mij. In de verplaatsing van het standbeeld van den grooten burger der stad, aan wiens nage dachtenis wy zoo straks eene dankbare hulde zullen brengen, vind ik eone reeds lang ge zochte gelegenheid, Zeeland en Vlissingen te bezoeken. De uitnoodiging, tot de Koningin en my gericht door den gemeenteraad van deze stad, de Exploitatiemaatschappy der Staatsspoorwegen en de Stoomvaartmaat- schappy „Zeeland" ter by woning van dit feestmaal, was ons zeer aangenaam en ik stol het op hoogen prys, mot myne dochtor te mogen aanzitten met U, Myne Heeren, die allen, elk op uwe wyze en hoe uitge breid uw gewichtige werkkring zyn moge, toch voorzeker door uwen arbeid bydraagt tot den bloei, on werkzaam zyt voor de be langen van deze stad, met U te mogen aan zitten in dit gebouw, waarin zoo veler belangen hun middelpunt zullen vinden. Terecht werd door U, Mynheer do Burgemeester, gewezen op den alouden band tussclien Oranje on Vlissingen. "Wat het verleden te zamen hechtte, zal de toekomst zeker niet verbreken, en wy zyn overtuigd, dat de oude trouw en gehecht heid aan het Oranjehuis voortleeft in do harten van de inwoners dezer stad. Bewyzen van liefde en trouw, s?y werden ons voorzeker niet onthouden, en de wyze, waarop oud en jong, arm en ryk ons eene hartelyke ontvangst voorbereidde, heeft ons zeer getroffen. De herin nering, welke wy van ons bezook aan Vlis singen zullen bewaren, kan niet anders dan eene dankbare zyn. Myne Heeren, ik stel U voor te drinken op den bloei van de Stoora- vaartmaatschappy „Zeeland", die schoone stichting van den botreurden Prins Hendrik der Nederlanden, op den voorspoed onzer Staatsspoorwegen, aan wier goede zorgen do exploitatie is toevertrouwd, en eindeiyk, Myne Heeren, op hot heil, het geluk, de toekomst van dezo oude, trouwe stad, en het welzyn van- hare inwoners." Toen de maaltyd afgeloopen was, begaven de Vorstinnen zich op het stoomschip „Wal cheren" door het kanaal naar do Marinehaven tot voor het Raadhuis ter bezichtiging van de belangwekkende De-Ruyter-tentoonstelling. By het passeeren der ryk versierde arbei derswoningen dor maatschappy „De Schelde" stonden de kinderen der werklieden in drie ryen amphitboatersgewys langs den kanaal- boord geschaard, gekleed in de kleuren van onze vlag, de eerste ry in het blauw, de tweede in het wit, de derde in het rood. 20 meisjes, uit alle rangon der burgory gekozen, in het wit gekleed en met oranje gesierd, bestrooiden den weg voor de Koninginnen mot bloemen. „Vlissingens Mannenkoor" luis terde de ontvangst ton raadhuize op met do uitvoering van een lied, gecomponeerd door den directeur H. C. De Waal, op woorden van P. Louwerse. By de Intrede der tentoon stellingszaal werden den hoogen gasten bou quetten aangeboden door eenige dames. Na een vluchtig bezoek aan de tentoon stelling vertrokken HH. MM. thans per rytuig en begeleid door eene eerewacht, die een vaandel, kostbaar en smaakvol geschenk van eenige Vlissingsche dames, voerde, naar do Rotonde van don Noordzee Boulevard, alwaar aan het standbeeld van De Ruyter thans eene waardige plaats is aangewezen. Op de Rotonde werden HH. MM. ontvangen door het bestuur van het departement Vlis singen der Maatschappy tot Nut van 'tAlge meen, welk departement, geiyk men zich herinneren zal, indertyd het initiatief nam tot de oprichting van het standbeeld. Jonge dames boden HH. MM. bouquetten aan en onder het spelen van het „Wilhelmus" wer den de hooge gasten naar de zeer fraai ge decoreerde koninklyke loge geleid. Na de uitvoering van een zangnummer door 800 leerlingen der openbare en byzondere scholen, onder leiding van den heer W. Van Kamer, hield de voorzitter van het Nutsdepartement, mr. Tuteyn Nolthenius, eene toespraak, waarin hy de geschiedenis der stichting van het standbeeld herdacht en na de onthulling ein digde met de uitnoodiging, de plechtigheid te besluiten met een driewerf hoezee voor HH. MM., eene uitnoodiging, waaraan met geest drift gehoor werd gegeven. Na de toespraak van den Nuts-voorzitter, tevens burgemeester van Vlissingen, voor het standbeeld van Do Ruyter was de plechtigheid zeer spoedig afgeloopen. De regen was zóó sterk geworden, dat het feiteiyk onmogelyk was langer op het terrein te blyven. Toch was er nog een allerliefst oogenblik, toen de jonge Koningin, geholpen door twee admiraals, een reusachtigen krans op het voetstuk neer legde. Zy hielp zelve mede den krans te dragen en lachte daarby zoo verlegen, zoo charmant, dat het publiek en de autoriteiten in een spontaan gejuich losbarstten. Op dat oogenblik was de jonge Koningin een echt en een aardig kind. Na zyne toe spraak bood de burgemeester het geschenk aan der Vlissingsche ingezetenen, bestaande uit eene afbeelding in zilver van het ont hulde standbeeld, waarop gegraveerd staat: „Aan H. M. Koningin Wilhelmina der Neder landen, aangeboden door de ingezetenen van Vlissingen by gelegenheid van Hoogstderzolver bezoek aan die gemeente op 23 Augustus 1894". De jonge Koningin zeide toen: „Ik vind het heel mooi" en do Regentes bedankte met eenige korte woorden. Dadelyk daarop vertrokken de Koninginnen. De overige zangnummers der 800 kinderen bleven achterwege, zoodat de aardige kleuters voor niets oen uur in den regen gestaan hebben. Verviel dit gedeelte van het programma, ook de optocht had niet het gewachte succes Door de stortregens verloor de optocht met praalwagens veel van zyn luister. Gaande door de stad met druipende kleeren, nat tot op het hemd, met laarzen wegende kilo's en kilo's, kwam een correspondent mislukte ge deelten tegen, maar begreep dat by wat zon alles een heel ander effect zou hebben gehad. Te vier uren, een half uur vroeger dan aangegeven op het programma, arriveerde ae koninklyke stoet op het „Badhotel", waar ruim een half uur gerust werd en waar ver- verschingen gebruikt werden. De concertzaal van hot hotel was eenvou dig versierd en alle aanwezige vreemdelingen brachten hartelyke ovaties. Den Koninginnen werden bouquetten aangeboden door de doch tertjes van de heeren Siegers en Meyer, directeuren van het hotel. Daar de Koningin Regentes verklaard had, niet te willen afwyken van het vastgesteld programma, werd de geheele rytoer door de stad gedaan. In de Palingstraat werden bouquetten aan geboden door de weduwe Geertruida Mos, eene der oudste ingezetenon van Vlissingen, 92 jaren oud. Ook de Roomsche weezon boden ruikers aan, evenals twee dochtertjes van Belgische loodsen. In het Badhuis werden slechts enkelen toegelaten, maar eene groote menigte trotseerde buiten den plasregen en juichte geestdriftig. Den ganschen middag was het in Vlissingen zeer vol, vooral by de Rotonde. Op den weg, dien de Koninginnen moesten passeeren, zaten reeds een halfuur te voren menschen heel lakoniek onder parapluies op nokken van daken. Na het bezoek aan het Badhuis vertrokken ce Koninginnen terstond naar Middelburg, waar zy om vyf uren aankwamen. Onmiddel lyk werd vanwege de Regentes aan den burgemeester van Vlissingen een telegram gezonden, om te bedanken voor de hartelyke ontvangst. De Koninginnen dineerden in het gouverne mentsgebouw, de jonge Koningin afzonderlijk. Des avonds was het in Vlissingen droog, zoodat taptoo en vuurwerk doorgingen, maar de illuminatie was niet veel zaaks, daar veel verregend was en dus mislukte. Toch maakten de oorlogsschepen op de reo, die geheel verlicht waren, een schitterenden indruk en gaveu de electrische werpstralen een prachtigen fantastischen schyn. De vetkaarsverlichting is uitmuntend gelukt. Vlissingen zag er tooverachtig uit. Het vuur werk werd ontstoken aan boord der kanon neerboot „Dog", welke voor het telegraaf kantoor lag. Voorts zyn nog de volgende byzonderheden te melden. Baron De Kerckhove, gouverneur van Vlaan deren, die de Koninginnen namens den koning van België te Vlissingen begroette, is tot grootofficier in de orde van Oranje-Nassau benoemd. Het album, dat by de scbildery van Klin kenberg is aangeboden, is prachtig, eerwaardig van fcoektype, in oud Hollandschen styl, in half leeren bruinen band gebonden door den heer Dhuy, met eonvoudjge gouden ly&ton. De bladen zyn van onafgesnoden Hollandsch papier, waarop gecalligrapheerd meer dan 6400 handteekeningen van ingezetenen van Mid delburg. Verder meldt het „Hbl." nog dat de Koning innen f 300 gegeven hebben aan eene com missie, bestaande uit de heeren J. F. Van Dunne, J. A. Froderiks, L. K. Van der Harst, mr. W. Polman Kruseman, A. Littoo, J. Meyer en D. J. Mes, dio zich geconstitueerd had om hulp te verleenen aan de weduwe en vyf kinderen van A. Honseveldt, een werk man, die by de illuminatie op 21 Augustus lampions aanstak in do Abdy en viel, zoodat by, helaas, aan de gevolgen overleed. Jammer, dat zich dus zoowel te Middelburg als aan de reede te Vlissingen te midden der feesttonen zulk een paar treurige wanklanken deden hooren. In het eene vond de liefdadigheidszin, waarin onze Regentes aan de natie zulk een schoon ▼oorbeeld geeft, reeds gelegenheid om zich te doen gelden. Van den toestand der verwonde matrozeq zal de Regentes, op haar verlangen, op do hoogte gehouden worden. BUITENLAND. Franlirjjk. President Casimir Pórier is nog te Pont- sur-Seine. Gisteren gaf de president daar zyn eerste officiëele diner aan de regeerings- beambten en de leden van den aopartemen- talen raad in het departement Aube. In bjjna alle departementale raden is hulde gebracht aan de nagedachtenis van Garnot, en vertrouwen uitgedrukt in zyn op volger. In den Raad in het departement Bouches-du-Rhêne heeft de maire van Mar seille voorgesteld den wensch kenbaar te ma ken tot intrekking der anarchisten-wet, terwijl tevens te kenuon wordt gegeven dat dc Raad de indiening dier wet diep betreurt, en den republikeinschen afgevaardigden, die tego^ de wet gestemd hebben, gelukgewenscht wordt met hunne houding. De Raad heeft dit voor stel met nagenoeg algemeens stemmen goed gekeurd. Waarscbyniyk zal dit besluit worden vernietigd. Don Carlos laat tegenspreken, dat hy den president der republiek heeft verzocht eenige dagen te Parys te mogen doorbrengen. Belffife. Te Seraing ontmoette een persoon, air; werkman gekleed, den heer Leclercq, politie commissaris. Hy sprong toe en loste van zeer dichtby twee revolverschoten op den commis saris. De eerste kogel trof zijn doel niet, doch de tweede kogel vloog in den mond en kwam door de wang uit. Eene groote bewoging ont stond dadelyk onder het volk, dat den com missaris omringde. De moordenaar maakte van de verwarring gebruik, om zich door den kop te schieten. Hy viel dood neer. Het archaeologisch museum te Brugge is in hot bezit gekomen van het „yzeren hoofd." In 1437 waren do Bruggenaars op 't punt Philips den Goeden gevangen to nomen, maar een stadgenoot hielp den vorst vluchten. De man werd door zyne medeburgers ont hoofd en zyn hoofd in een yzeren helm aan de poort opgehangen, waardoor hy den vorsi liet vluchten. Deze helm, bekend als het yzeren hoofd, is thans aan liet gemeente museum geschonken. Dr. Renson, het voornaamste slachtoffer der bekende dynamiet-ontploffing te Luik, i3 in zooverre hersteld, dat hy het gebruik van liet rechteroog heeft teruggekregen. Nog steeds moet hy echter het bed houden, daar de toestand zyner gewonde beenen hom nog niet veroorlooft te loopen. Zyne echtgenoote is genezen. Hun vriend, dr. Bodart, is echter nog altyd lydondc. Hij vertoeft thans te Ostende. De politie zoekt nog altyd tevergeefs naar den pseudo-baron Van Sternberg, die der. aanslag pleegde. De kans, dat men den man nog in handen zal krygen, wordt steeds ge ringer. De Belgische regeering heeft besloten met de Engelsche regeering in onderhandeling te treden betreffende eene directe onderzoe- sche telephoonverbinding van Londen naar Brussel via Ostende, evenals die, welke te Calais begint en Londen met Parys verbindt. Ook is er sprake van eene telephooniyn BerlynBrussel en dus ook van eene ver binding tusachen Londen en Berlyn, via Ostende. Het dossier der zaak-Joniaux is thanx te Brussel aangekomen. De rechter van in structie, M. Hayoit, hoeft zelf do kist, die het dossier bevat, naar Brussel vergezeld met twee boden van het justitie paleis van Ant werpen. Het dossier bevat 6000 documenten, die, opeongelegd, een hoop zouden vormen van 1.50 M. hoog. De inventaris alleen maakt een boekdeel uit van 150 bladzyden. De procureur generaal heeft nu vyf dagen tyd om de zaak voor de kamer van in-be- schuldiging-8telling te brengen. De Belgische legermanoeuvres zullen var? 3 tot 14 Sept. wordon gehouden, onder lei ding van de generaals Van Alderwerelt, Dalooa en Wouters. In dit jaar zullen daar ook vesting-oefeningen plaats hebben. Er zal een schynaanval beproefd worden tegen Luik, Namen en Antwerpen, uit te voeren door dc infanterie, cavalerie en artillerie, die in dezo plaatsen in garnizoen liggen. Dr. Renson, het voornaamste slachtoffer der bekende dynamiet-ontploffing to Luik, is in zooverre hersteld, dat hy althans het onder scheid tusschen licht en duisternis kan waar nemen, doch men vreest dat hy het gezicht nimmer geheel terug zal krygen. Zyne echt genoote is genezen. Hun vriend, dr. Bodart, is echter nog altyd lijdende Hy vertoeft thans te Ostende. Italië. In verschillende plaatsen der provincio Carrara worden door de autoriteiten huis zoekingen gedaan. Er zyn onderscheidene belangryke papieren en wapenen in beslag genomen, terwijl reeds vyf leiders van de anarchisten gearresteerd zyn. Uit Rome wordt gemeld dat koning Menelik, de koning van Abessiniê, weldra een bezoek zal brengen aan Europa. In de eerste plaats zal de Abessinische vorst dan Rome bezoeken, ten einde het verbond te bekrachtigen, dat hy met koning Humbert heeit gesloten. Portugal. Tot dusver hebben reeds twee derden van de schuldei8chers der Koninklyke Portugoescb*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 2