N°. 10574. Maandag 13 Augustus. A0. 1894. (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Tweede Blad. Feuilleton. Uit het leven eener Kunstenares. LEIBSCH DAGBLAB. PRUS DEZER COURA1ÏT: Voor Leiden por 3 maandenf 1.10. Franco per post 1.40. Afzonderlijke Nommors 005. PRIJS DER AD VERTEN TIEN Van 1-6 rogols 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. - Grootere lettors naar plaatsruimte. - Voor het incasseeren bulten do stad wordt f 0.05 berekend. Gemengd Nieuws. Het was heden aan de bloem- markt alhier duidelijk te zien dat in het plantenrijk, tot groot nadeel van de bloemisten, ontzaglijke schade door den hagelslag van Maandag-avond is veroorzaakt. Er was toch zeer weinig aanvoer, bitter weinig voor den tijd des jaars. Onder verdenking van brandstich ting in zijne woning, is gevankelijk naar Haarlem overgebracht C. De V., te Haar lemmermeer. Het reeds tweemaal plaats hebben van brand dien dag in zyne woning gaf hiertoe aanleiding. De verzoenende werking van grachtwater. Donderdag-avond was te Amsterdam de geheele Binnenkant in op* schudding. Een geëngageerd paar liep langs de straat in geenszins eensgezinde stemming eindelijk liep de twist zóó hoog, dat het meisje in het water sprong. Van alle kanten werd hulp verleend, maar toch kostte het heelwat moeite om de toor nige juffer op het droge te brengen. Eindelijk gelukte dit aan eenige schippers. Het bad had merkwaardig gewerkt. De ver bittering waa volkomen gewekenzelfs rees er bi) het meisje een gevoel van dankbaarheid, toen zij zag, dat haar vriend zich ook nu nog, hoe nat zy ook was, over haar wilde ontfermen. Yol berouw over het voorgevallene trok zy aan zyn arm huiswaarts. Eene treurige begrafenis had gistermorgen plaats in de Nieuwe Loliestraat, te Amsterdam. Eene aldaar gestorven vrouw zou begraven worden op de Nieuwe Ooster begraafplaats. Onderweg naar genoemd kerk hof werd in de Plantage opgemerkt dat een harer zonen dood in het volgrytuig zat. Men kan zich de ontsteltenis der overige familie leden voorstellen 1 Eene aangekondigde betooging ten gunste van Zondagsrust, door de kappers- en barbiers-vereeniging „Ons Ideaal", te Utrecht, kon eergisteravond niet gehouden worden, zooals zy die zich had voorgesteld, daar de hoofdcommissaris van politie afwyzend had beschikt op het verzoek om met muziek door de stad te trekken. Eene groote menigte, waaronder biykbaar vele 80cialisti8ch-gezinden, was eergister avond na 10 uren naby de plaats van byeen- komst, het koffiehuis van den heer Kusters in de Potterstraat byeen, en toen de betoogers zonder muziek en alleen met eene blykbaar voor deze gelegenheid vervaardigde banier in nationale kleuren, waarop stond: „Ons Ideaal, leve Zondagsrust 1" hunne wandeling begonnen om eene ovatie te brengen aan die patroons, welke reeds tot geheele sluiting op Zondag overgaan, hief een gedeelte der menigte socia listische liederen aan. Rustig trokken echter de betoogers over de Neude, Schoutenstraat, Ganzenmarkt, Stad- huisbrug, Choorstraat, Steenweg, Mariastraat, Mariaplaats en Zadelstraat, waar een klein incident plaats had, doordat een agent gebood de banier omlaag te houden en anderen rie pen om haar op te houden. Toen de banier echter omlaag was gehaald, ging het weder ongemooid verder, terwyi de betoogers steeds strooibiljetten verspreidden, waarin, behalve dat hun goed recht op Zondagrust werd bepleit, de hulp en medewerking van 't publiek dringend en vriendeiyk werd ingeroepen om aan hunnen wensch gehoor te geven en hen te helpen: 1°. door die patroons te willen be gunstigen, wier zaken des Zondags gesloten zyn, opdat die heeren by hun eens genomen besluit kunnen blyven volharden; 2°. door des Zondags de salons zoo min mogeiyk te bezoe ken, ook al zyn ze nog geopend; hierdoor zal het den patroons des te gemakkoiyker vallen te sluiten; en ten 3°. vragen zy den voor standers hunner zaak vriendelyk, voor hen by de patroons te willen spreken en aan te dringen de Zondagsrust in te voeron!" Op de Ganzenmarkt aan den ingang der Schoutenstraat stond echter de politie met getrokken sabel gereed om de steeds grooter geworden menigte te keeren; de betoogers alleen werden doorgelaten, de menigte echter tegengehouden, waarby nu en dan wel eens een klap of stomp werd uitgedeeld, maar geene ernstige feiten voorkwamen en waarop de menigte zich spoedig verspreidde. De bliksem sloeg in eene woning te Broek-in-Waterland, zonder daar evenwel brand te veroorzaken. Een der bewoners een meisje werd door den schrik sprake loos en heeft sedert nog geen woord kun nen uiten. Het 3-jarig dochtertje van den sigarenmaker L. G., te Roermond, zat in oen kiuderwagen naby de Roer, terwyi hare moe der de wasch in die rivier spoelde. De wagen geraakte, waarschynlyk door den wind, in beweging en liep in het water, met het onge lukkig gevolg dat de kieine verdronk. In den Beetschen polder (F r.), waar men druk bezig is met de groote inpol dering, hebben de gravers en grondwerkers het werk wegens den hoogen waterstand moeten staken. De diepe opening, voor eene nieuwe sluis gegraven, is volgeloopen, dat den aannemer f 400 schade veroorzaakt. By het omslaan van den hoek van de Leeuwenstraat en de Groest, te Hil versum, kwam door het te kort nemen van den draai het paard van een rytuig van den stalhouder L. Van den Brink met de borst in een der boomen van een aldaar stilstaan- den goederenwagen, met dit gevolg, dat het paard, yiings naar den stal gebracht, aldaar plotseling doodviel. Het rytuig leed ook veel schade. Caserio, de moordenaar van Carnot, heeft den geestelyke Grassi, die hem te Lyon in de gevangenis bezocht, den vol genden brief meegegeven aan zyne moeder: „Ik schryf u deze paar regelen, om u mede te deelen, dat ik ter dood veroordeeld ben. Geloof niet, lieve moeder, dat ik, nu ik deze daad gepleegd heb, een moordenaar, een boos doener ben, want u kent myn goed hart, myne zachtheid, wanneer ik by u was. Welnu, nog heb ik datzelfde hart. En wanneer ik deze daad heb gepleegd, is het alleen ge schied omdat ik het moede was, langer in zulk eene schandeiyke wereld te leven. Ik dank don Alessandro, dat hy my is komen bezoeken, maar ik heb niet willen biechten. Voor heden zal ik u niets meer zeggen. Ik groet u en al myne broers en myne lieve zuster en schoonzusters en bloedverwanten. Ontvang duizend kussen van uw u liefheb benden zoon Santo." De terechtstelling van Carnots moordenaar zal den löden Aug. te Lyon plaats hebben. Men meldt uit Beriyn dat aan het ministerie van oorlog eene ontplofbare stof is aangeboden, welke tienmaal sterker is dan dynamiet. Te Kopenhagen is brand uitge- broken in de machine-werkplaats op de werf der heeren Burmeister en Wain. De werk plaatsen zyn nagenoeg geheel eene prooi der vlammen geworden. De schepen, welke in aanbouw waren, zyn erg beschadigd; het in de nabyheid liggende stoomschip „Knutenberg" vatte ook vuur, dat evenwel spoedig gebluscht werd. Onder de schepen, die op stapel staan, behoort ook het nieuwe keizeriyk Russische schip „Standard." Een groote gierigaard is in Cleve land, Ohio, gestorven. Hy heette Benjamin Weller en bereikte den ouderdom van 85 jaren. Hy zoowel als zyne vrouw hadden het zich tot levenstaak gesteld zooveel mogeiyk geld by elkaar te krfigen. Ieder had zyn eigen vermogen. Hun huishouden was zeer eigen aardig ingericht. Zy voerde de huishouding en werd door haren man hiervoor betaald. Wanneer hy een kop koffie of iets anders gebruikte, moest hy zyne vrouw daarvoor betalen. Alles, wat zy voor elkaar deden, werd betaald. 's Winters zaten zy beiden in pelsen gewik keld in de koude kamer; dat spaarde geld uit, men behoefde dan niet te stoken. Werd het donker, dan ging het paar naar bed; op deze wyze werd het licht bespaard. In het eerste jaar van hun trouwen was Weller hoefsmid en hielp zyne vrouw hem; door hun ambacht en spaarzaamheid zyn ze ryk geworden. Voor acht jaren werd vrouw Weller ver moord gevonden en werd Weller verdacht, doch omdat men geene bewyzen kon vinden, werd hy losgelaten. Nu hy ook gestorven is, bleek dat er een half millioen dollars in zyn bezit was. Zyn gebeele vermogen komt aan een verren bloedverwant. Tydens het jongste onweder is een wielry'der uit Namen te Wepein het volgende ongeval overkomen. Maandag-avond zegt een der Belgische bladen terwyl er een hevig onweder heerschte, keerde de heer H. met eenige vrienden terug uit het dorp en spoedde zich naar Namen, om zich zoo gauw mogelyk aan den stortregen te onttrekken. Eensklaps sloeg de bliksem op den guidon dor machine van den heer H.die met zyn ry wiel met geweld ten gronde geslingerd werd. Daar hy bewusteloos liggen bleef, kwamen de vrienden van den heer H.toegesneld en hielpen hem op de been. Doch groot was hunne verwondering, toen de heer H. hun te kennen gaf dat hy met blindheid geslagen was. Geluk kig was die blindheid 6lechts tydelyk, allengs kwam het licht terug en een uur na het ge beurde werd hy niets meer gewaar. De heer Hbad zich in zyn val nogal erg aan het been verwond. Een goed voorbeeld. Uit Dalfsen wordt gemeld: Aan verscheidene pachters van hooiland van den heer A. baron Van Dedem is, nu zooveel land onder water staat, belangryke vermindering van pacht toegestaan. Zeker een voorbeeld tot navolging voor anderen, waar zoovele kleine boertjes geen spier hooi van hun gepachten grond zullen kunnen krygen. Volgens een telegram, dat de „Standard" uit Athene ontvangt, ontplofte in de stad Corfu, op het eiland Corfu, eene bom in de wyk, waar de Israëlieten wonen. Zeven personen werden door deze ontploffing gedood. Vreemd testament. Te Enyckze (Hongarye) heeft men dezer dagen het testa ment geopend van een zekeren heer Szabo. Het luidde als volgt: „Ik vermaak alles wat ik bezit aan de familie van graaf Zichy. Het geld moet daar terugkeeren, waar het vandaan is gekomen. De graaf zal bet beter beheeren dan myne wettige erfgenamen." De heer Szabo was rentmeester geweest van graaf Zichy. Het legaat bedraagt 90,000 fl. De „Figaro" komt opnieuw met politieke onthullingen. Het zyn uittreksels uit een boek, dat over eenige weken zal ver- schynen en waarvan de schryver, Vitrac- Desroziers, de tusschenpersoon is geweest in verschillende ministeriëele intriges en by do veelbesproken onderhandelingen van den minister-president Dupuy met de „Cocarde", die tydens de gevangenschap van haren direc teur door de regeering gesubsidieerd werd uit de geheime fondsen. Het blad drukt een der meest verrassende hoofdstukken af, bevattende het relaas van de onderhandelingen van het ministerie met de „Libre Parole." Vitrac had in opdracht, den directeur Drumont over te halen, zyne aan vallen tegen de regeering en den prefect van politie te staken, en zyne campagne tegen de candidaten der regeering by de algemeene verkiezingen, Rouvier, Burdeau en Arène, allen by de Panama zaak betrokken, te staken tot na de verkiezingen. De regeering wilde het zwygen van Drumont koopen met eene plaats als afgevaardigde on eene som van 28,000 franken; Drumont weigerde echter beslist. De schryver belooft later bekend temaken, hoe en waarom hy de agent werd van eene regeering, die hy verachtte. Ik heb, zegt hy ten slotte, mijne vryheid gewaagd, en door het ontsluieren van de manoeuvres van deze politieke onderdrukkers, die in hunne misda dige handen bet lot des vaderlands hebben, hoop ik de zaak der vryheid en van den vooruitgang te dienen. Examens en promotAën. 3) Zooals het ten allen tyde by tooneelgezel- schappen placht te gaan, zoo ging het ook by de „Comédie fran^aise." De hoogmoedige heldinnen behandelden de ondergeschikte col lega s altyd uit de hoogte. Daarom werden zy even bitter gehaat als benyd. Op een voormiddag by eene repetitie, toen de dames Quinault en Desmaret weer eens onuitstaanbaar door haren hoogmoed waren geweest, was de „komische Alte", die als oude steunpilaar van het tooneel het minst bang voor de twee sterren was, zoo driest, recht spottend tot haar te zeggen: „Och, dames, zie maar Diet zoo hoog op ons, arme aardwormen, neorl Gy wordt ook eenmaal oud en raakt uit de mode! Dat kan eerder geschieden dan ^y denkt. Hier dichtby is eene wagenschuur-komedie, waarin een jong meisje uwe beste rollen met meer vuur en talent speelt dan gy ooit geopenbaard hebt." Hierna maakte de „komische Alte" oone spot tende buiging, zooals alleen eene in woede ont btokon oude actrice er eone vermag te raakeD. De beleedigdeheldinnen beefden van ergernis. Daarop lachten zy krampachtig en verach- teluk. Quinault waaide zich lucht toe en mur melde venynig: „Oude zottin!" en Desmaret verscheurde woedend eene kanten mouw, terwyl zy riep: „Oude domkop 1" Niettemin hadden de woorden der bejaarde dame zeer gevoelige plaatsen getroffen. Ondanks de aan den dag gelegde geringschatting, boorden zy eenige stekels in de zielen der trotsche heldinnen. Wat was er eigenlyk aan van het zoogenaamde jonge genie in den ellendigen wagenschuur schouwburg? Daar wilden do heldinnen meer van weten en zy besloten, de kunstspelonk met een bezoek te vereeren, uit de grap, naar zy zeiden, om hare werkeiyke beweegreden te verbergen. Op zekeren avond, toen geen van beiden meespeelde, omdat in de „Comédie fran^aise" een blyspel van Molière gegeven werd, voer den zy haar voornemen uit. De verschyning der beroemde kunstenaressen in de wagen remise, waar zy, den neus optrekkend, in de voorste ry op de drie-sous-plaatsen zich majes tueus neerzetten, wekte, zooals te begrypen is, groote sensatie by het publiek en ook achter het gordyn by den jongen kunstenaarstroep. „Wy moeten van avond byzonder ons best doen", fluisterde Adrienne, „anders lachen die trotsche dames ons uit!" En zy besloot haar uiterste best te doen, om den by val van zulke uitgelezen kunstenaressen te verwerven. „In dat geval zou het mogelyk zyn, dat zy iets voor my doen, dat zy weten te bewerken, dat ik by de „Comédie franijaise" geöngageerd word!" dacht het jonge meisje. Ach, de arme Adrienne I Hoe weinig kende zy toen de wereld, de menschen en de groote kunstenaressen 1 De voorstelling begon. Eerst werd een biy- spelletje gegeven, waarin Adrienne niets te doen had. Het publick in 't algemeen beviel het zeer goed. Alleen do dames Quinault en Desmaret glimlachten spottend en verachtelyk. Daarop volgde eene groote scène uit een treurspel van Corneille, waarin Adrienne de hoofdrol speelde, en dat wel zóó meosteriyk, dat de verbaasde heldinnen verbleekten. Ja, dat moesten zij nu wel inzien; de boos aardige „oude" had gelijk gehad l Wolke kunst! En vooral, welk eene bezie lende voordracht, welke eene wonderbare declamatie l Zóó aangrijpend hadden tot nu toe deze algemeen bokeDde monologen en tirades nog nooit gewerkt. Het publiek applaudisseerde enthusiastisch maar de beide beroemde tooneelspeelsters namen er geen deel aan. „Die Adrienne Lecouvreur is zeer schoon", fluisterde Quinault zeer jaloersch. „Ach, zy bezit de tooverkracht der jeugd 1" „En meer nog ook de meesleepende tooverkracht van het echte tooneelspelers talentl" murmelde Desmaret ontsteld. „Als zy ooit tot haar recht komt, zal zy ons bei den overtreffen, daar valt niet aan te twyfelen." „Dat moeten wy voorkomen, zoo lang wy nog de macht daartoe hebben." „Het zelfbehoud eiscbt dat van onsl" „Laten wy de verdere voorstellingen in deze spelonk verhinderen 1 Dat kan gemakkeiyk geschieden op grond van het privilege der „Comédie fran^aise." „Je hebt gelykl Op onzen aandrang moeten de directie en de politie onmiddellyk de noo- dige maatregelen nemen. Men moet deze Adrienne de planken, waarop zy ageert, om zoo te zeggen onder de voetenwegnemen dan zal zy wel spoedig in het met terug zinken—" „In het zeepsop van hare wasehtobbe. Zy moet immers een waschmeisje zyn!" „Ja! Gelukkig is haar talent in deze arm zalige wagenloods blyven steken. Hol opzien, dat zy gemaakt heeft, zal spoedig ver geten zyn." Nadat de beide heldinnen op dio wyzo be sloten hadden, het haar zoo hinderiyke talent der jonge Adrienne in de kiem te onder drukken, verlieten zy den remise-kunsttempel. Daar zy veel invloed hadden, viel het haar gemakkeiyk, hare plannen door te dry ven. En de directie der Comédie Fran^aise" had inder daad voldoende reden om tegen de onbevoegde jonge tooneelspelers op te treden. Want het behoorde destyds tot de voorrechten der Comédie, dat zy alleen en geen andere Parysche schouwburg treurspelen mocht opvoeren. In het boek van het noodlot echter stond alles geheel anders geschreven. De intriges van de dames Quinault en Desmaret brachten haarzelven den ondergang. By de volgende voorstelling in de wagen schuur had het volgende plaats: Men was juist begonnen te spelen, toen een commis saris van politie met twee agenten den kunst tempel binnentrad, het publiek wegjoeg, be slag legde op de kas en de jonge acteurs en actrices tot hun grooten schrik arresteerde. „Waarom geschiedt ons dit?" vroeg Adrienoe bevend. By koninkiyk besluit van 28 Juli jl. (Stsbl. 140), opgenomen in de Staatscourant van 10 dezer, is de volgende nadere wyziging ge bracht in het koninkiyk besluit van 27 April 1877, waarby de in artt. 84, 88 en 92 der wet van 28 April 1876 bedoelde examens en promotiën zyn vastgesteld: Art. I. Artikel 24 van het koninkiyk be sluit van 27 April 1877 (Stsbl. 87) wordt ge lezen als volgt: Doctoren in de rechtswetenschap, die do bevoegdheid wenschen te verkrygen om, be houdens nadere voreischten inbyzondere wetten of verordeningen gevorderd, in Nederlandsch- Indië by de rechterlylr.e macht of den Lurger- ïyken dienst te worden benoemd, leggen voor de voreenigde faculteiten der rechtsgeleerdheid en der letteren en wysbegeerte een aanvul lingsexamen af in: a. het Mohammedaansch recht en de overige volksinstellingen en gebruiken in Necerlandsch- Indië; b. het Staatsrecht en de inrichting van 's Rijks koloniën en overzeesche bezittingen; c. de land en volkenkunde van den Oost- Indischen archipel; d. de Maleische taal; e. do Javaansche taal. Het examen is schriftelijk en mondeling en wordt in het openbaai gehouden. De duur van het schriftelijk examen, het welk zich alleen over de vakken, onder d en c vermeld, uitstrekt, is twee uren De duur van het mondeling examen is twee uren, waarvan één uur voor de vakken, onder a en b, en één uur voor de vakken, onder c, d en e genoemd. De artikelen 7, 2de lid, 9, 10, 11 en het in art. 23 omtrent de promotie bepaalde zyn op het examen van toepassing. Ten bewyze dat het examen met goed go- volg is afgelegd, wordt eene door den voor zitter en secretaris der vereenigde faculteiten geteekende, in de Nederlandsche taal gestelde, verklaring aan den geëxamineorde uitgereikt. Heeft de geëxamineerde zich door meer dan gewone bekwaamheid onderscheiden, dan wordt in do verklaring vermeld, dat de toelating met lof geschiedt. Zoo omtrent deze by voeging de stemmen staken, heeft zy niet plaats. Art 2. Gedurende twee jaren na het tijd stip van het in-werking-treden van dit besluit blijft gelegenheid bestaan tot het afleggen van het oxamen, overeenkomstig de bepalingen van art. 24 van het koninkiyk besluit van 27 April 1877. Geveilde perceelen. Bij de op 9 Aug. gehouden openbare ver- kooping, ten overstaan van den notaris J. Sauison, van de hofstede „De Vogel", met landeryen groot 60 heet. 11 aren, te Haar lemmermeer, is kooper geworden de heer G. M. Sigmond, te de Werkön en Sleouwyk, voor f 63,500. Van de 5 heet. 22 aren daarnaast, dezelfde voor 5800. „O.ndat hier zonder conce38io treurspelen opgevoerd worden", antwoordde de com missaris. „Wy hebben slechts enkele scène3 go speeld „Om 't even I Deze ecbouwburg heeft over 't geheel geen recht van bestaan." „Wy hebben in alle onschuld vooi ons plei- zier deze voorstellingen georganiseerd - „Dat is oeno overtreding! Do „Comédie fran^aise" heeft eene klacht ingediend." „En daarom arresteert gy ons?" „Ja. „Waar worden wy heengebracht?" „Naar de gevangenis in den ouden toren van den Temple. Dus geono praatjes mesrl Voorwaarts, marsch!" „Maar, mynheer, w;j zijn gekostumeerd en gepoederd. Sta ons toch toe, dat wy o..s ont- kleoden en ons wasschenl" „Niets er vanl In don toestand, waarin ik u aantrof, moot ik u arresteeren en naar den TempJe brengen, om verhoord te worden." „Wie wil ons verhooren?" „Zijne excellentie de politie minister d'Ar- genson in persoon, die juist by den hertog van Vendom© in den Temple op bezoek is." Protest eert-n noch jammeron hielp. De jongo kunstenaarsiropp werd, zooals hy op dat oogenblik was, gekostumeerd en gepoederd, onder politiegeleido en onder een grooten toeloop van menschen naar den Temple gevoerd- (Slot volgt.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 5