driet veroorzaakt, ofschoon de ziekte der dochter als 't ware geweken is. Godurende het verblijf in haar vaderland kwam de familie Roger in kennis met de heitogin De San Lucca, die, na een bezoek bij Roger gebracht te hebben, gravin De Moray beschuldigde van ontrouw aan hare echtgenoot, daar zij hare juweelen voor een groot bedrag had verpand, om den heer Robert Burel die eom ter hand te stellen, waarvoor zij echter eenige brieven in ruil zou ontvangen, welke brieven een geheim bevatten, betrekking heb bende op zijne geboorte. Op zekeren dag kwam de heer Burel ten huize van graaf Roger, en nadat hy ontvangen was door mevrouw do gravin, werden zy plotseling verrast door den heer des huizes, die intusschen de beleende juweelen in handen had, welke by zyne vrouw had geschonken als bruidsgeschenk, en haar die nu wilde teruggeven in ruil voor de brieven van den heer Burel. In al hare fierheid evenwel weigert do gravin hieraan te voldoen en geeft zy de brieven aan den eigenaar terug, die echter door den graaf gesommeerd wordt ze aan hem te overhandigon, maar ook halsstarrig bleef weigeren, en ze in het vuur wierp, waarop hy onmiddeliyk oen kogel door do borst ont ving en den geest gaf. Door een en ander werd de graaf versterkt ïn hot geloof, dat zyne vrouw hem ontrouw was geworden, en werd het huwelyk tusschen hen ontbonden. Hy huwde kort daarna met de hertogin De San Lucca. Intusschen is des graven dochter, die men Sn hot Oosten had achtergelaten, in de „ouderlyke woning" teruggekeerd, maar zy miste or hare eigen moeder. Haar vader deelde haar de geschiedenis mede, maar zy kon er geen geloof aan slaan, dat bare moeder zich zoo zou vernederen om zich aan ontrouw schuldig te maken. De gewezen gravin De Roger (door mej. Julia Cuypers voorgesteld) was ochter niet enkel door haren echtgenoot verlaten, maar bovendien wilde haar vader haar niet meer als kind erkennen. Doch op een goeden dag ontving de graaf een bezoek van een vriend, al. don heer Eli Drack, een oud-bekende uit Indië, on dezen heer was tevens de zorg op godragen om zyne kleindochter moj. Paulette De Moray naar hare ouders terug to brengen, on daar dezo van de heele geschiedenis afwist, wist hy ook do dochter, hoewel door eene 7ergissing, in de ouderlyke woning te doen binnenkomen, waarop kort daarna de klein dochter verscheen. In dit bedrijf had men dus ontmoetingen tusschen moeder en dochter en moedor en kind. [Treffende oogonblikken]. In hot vyfdo of laatste bcdryf komt alles aan den dag. Hier wordt evenwel Paulette, tegen haren wil, uitgehuwelijkt. Zy schryft een brief aan hare moeder, dat zy van plan is zelfmoord te plegen als haar huwelijk vol trokken is, niettegenstaande haar vader in dit huwelijk had toegestemd, die door do eeno of andere omstandigheid in geldverlegenheid verkeerde en door dat huweiyk weder op dreef zou komen. Voordat de huwelijksakte geteekend was, verscheen moeder en grootmama ten huize van den heer Roger Do Moray, die echter niet op dit bezoek had gerekend en waarover hy zeer uit zyn humeur geraakte, doch na hot lezen van den brief, dat zyne dochter zelfmoord wilde plegen, was by ten einde raad en kwam tevens de waarheid aan het licht, dat zyne vrouw hem nooit ontrouw was geweest, maar dat zy het geheim be waarde om hare moeder voor schande te vrywaren. Yandaar het geheim der brieven. Do moeder bad dus haar eigen kind, zonder dat zy het had herkend, zien doodschieten. Na deze verschrikkelyke opheldering be- hooren do echtelieden elkander weder toe en wordt do tweede vrouw van den heer Roger De Moray doodeenvoudig het huis ontzegd, daar het tevens aan het licht kwam, dat dezo zich onder een valschen naam had uitgehuwolykt! Het behoeft niet gezegd te worden dat telkenmale daverende toejuichingen den optre denden ten doel vielen. Niet het minst golden die do gravin De Moray (mej. Julia Cuypers), maar ook alle overigen kweten zich uitmuntend van hunne taak. Het specialiteiton-gezelschap van „De Ver- éeniging" verschafte in do Stadszaal weder velen eon genoeglijken avond. Alles wat te zien en te hooren werd ge geven, was prachtig, te veel om afzonderiyk te vormolden. Was het dan wonder, dat ook nu na elk nommer het daverend applaus door do zaal weerklonk? De hoer Daniels, groot zang- en lach clown, Charles Liflon op den tolephoondraad, Ariso do wielryder, het Trio Pontellis aan de Romeinsche ringen, Canova met zyne levendo marmerbustes en nog vele anderen oogstten zeer veel by val inbyzonder zy hier vermeld miss OceaDa Pontellis in hare ongelooflyko exercitiën op het gespannon yzerdiaad. Vorder zyn er danseressen, zange ressen, enz., enz. Dat de zaal do verdere avonden goed bezet zal zyn, is zeker, daar men zich van begin tot eind uitstekend amuseert. Hedenmiddag had er eene kindervoorstel ling plaats, welke zeer druk bezocht was. Do kleinen en ook do grooten, dio hen ver- gezolden hadden zeer veel schik vooral in hetgeen te zien werd gegeven, want dit bestond uit het allerbelangrijkste wat voor de avond-uitvoeringen bestemd is. Zoo werden o. a. de verrichtingen van do acrobaten met luid handgoklap beantwoord, de zwaaiende, ïpringende en zingende Engelsche meisjos met bewondering aanschouwd, nam eene aardige pantomime, welke voor jong en oud te gelyk vermakelijk is, aller aandacht in beslag, enz., enz. Het was in één woord eene voorstelling, waarvan voor de kleinen zeer veel werk was gemaakt, zoodat die van a.s. Zaterdag middag zeker een niet minder groot aantal kinderen zal trekken. Hedenmiddag werd tevens door den heer H. Hart, directeur van het „Grand Théatre Palais Indien", gratis toegang verleend aan de schoolkinderen van het H. G. Weeshuis der Ned.-Herv. Gemeente alhier, die zich daar kostely'k amuseerden en hoogst dankbaar en voldaan, in zeer opgewekte stemming het théatre verlieten. Het middelpunt voor de kermlsgangers, die niet naar de eene of andore tent of zaal gaan, of daar laat vandaan komen, is ook dit jaar weer de Lammermarkt met hare verschillende draai- en schommeltoestellen. Wie daar over belangstelling allerminst te klagen heeft, is Tewe. By hem met zijne rutsch- baan (paarden en sleden, die in golvende be weging ronddraaien), is het bezoek buitenge woon groot. Reeds van buiten lokt die tent aan door de heldere verlichting en een paar levensgroote^ beelden, die ieder aan eeno zyde van den ingang staan. En van binnen klinkt zoo'n vrooiyke opgewekte kermisdeun er wordt zoo jolig gelachen en gezongen, dat geen voor- byganger het laten kan om eens even een kykje te gaan nemen. Als het hem gelukt met een hossenden troep, na een kaartje ge nomen te hebben, naar binnen te komen, dan bevindt hy zich in eene atmosfeer als in eene glasblazerij. Het is stampvol met kykors en draaiers en als er nog iemand met een zuur gezicht op het plein mocht rondwandelen, by ga daarbinnen en zal zyne booze bui (want wy leven nu in een tyd van buien, zelfs van den moest vochtigen aard, immers ook vandaag reeds vroeg deed Jupiter Pluvius merken dat hy er nog is, terwyl het verdor op den dag by voortduring regende) onmiddeliyk voelen wyken voor de vrooiykheid, die daar hoerscht. Integendeel, er zou alle reden zyn om niet vrooiyk te wezen, want men dringt en dringt daar en trapt op teenen, dat het zoo'n aard heeft en de molen draait niet langer dan één minuut en houdt dan één minuut stil om van lading te verwisselen en de kaartjes of het geld op te halen. Als er menschen genoeg zyn, draait de molen dertig malen.in een uur zyne passagiers rond voor een stuiver en als het erg druk is, zoodat er vele kykers zyn, dan verschynt er een bordje aan eene der \jzeron stangen, met het bericht, dat alle vol gende ritten 10 cents kosten. Maar ook dat bericht kan den hartstocht voor hot draaien niet verminderen. Boven al het geraas, dat het orgel en het gezang maken, hoort men soms nog een gilletje uitpiepen van oono jonge dame, „die er niet tegen kan" en die dreigt van haar paard te vallen, maar dan is er dra eene helpende hand, die haar zoo vriendeiyk om de lendenen vat en haar in evenwicht houdt, dat zy zóó nu nog wel eens één ritje wil wagen. Doch dan ook maar één! Sedert den eersten dag is er van de nu afgeloopen TJtrechtscho kermis nog het een en ander naar Leiden komen afzakken, zoodat eenige open plaatsen hier en daar nog werden aangovuld. Als iets nieuws voor de Leidsche kermis is by den heer Borgerding in het „Hétel Bellevue" ook Edisons phonograaf te hooren, welke nogal aftrek vindt. Velen maken van deze gelegenheid gebruik om o. a. Willem Van Zuylen en Chrótienni, nu zy hier niet aan wezig zyn, toch met eenige voordrachten te hooren. Gemengd Nieuws. Voor oen der van elders ge komen deelnemers aan den door „All Right" uitgeschreven wielerwcgwedstryd Leiden Utrecht is de dag minder aangenaam ge eindigd. Hy nam deel aan h*t diner in het „Hotel Lovedag" en had toen zyn Road Racer Safety (fabrikaat Allard) binnen het hek op de stoep van genoemd hotel geplaatst. Des avonds kwam hy tot de ontdekking dat zyne machine verdwenen was, zonder eenig spoor achter te laten. Inlichtingen worden, zoo mogeiyk, ingewacht aan het bureel van politie of by den heer Dee op de Nieuwstraat alhier. Van de goedkoope treinen, welke de Holl. IJzeren- Spoorweg-maatschappy van Den Haag, Leiden en verschillende andero stations aan de lyn Rotterdam—Alkmaar heden deed loopon naar Velserbeek naby Velsen, tor gelegenheid van het chr. zangers feest, werd door ruim 1400 personen gebruik gemaakt. In eene byeenkomst van inge zetenen der gemoente Rynsaterwoude is men overeengekomen, geene aalmoezen meer aan bedelaars uit te reiken. Men is te Haarlemmermeer bezig met het leggen van een macadamweg langs den inundatiedyk, van de Vyfhuizen tot aan de sluizen van Haarlemmermeer, zynde eene lengte van ongeveer 11,000 M. De weg dient tot jaagpad voor getrokken vaartuigen. Een groot aantal nieuwsgiorigen was gisteren voor de Haagsche rechtbank de behandeling komen hooren van de zaak tegen Gerrit Van Deth (thans in het buitenland), wien ten laste is gelegd: dat hy in eendoor hem onderteekend, aan dr. F. Van Gheel Gildemeestor, predikant te 's-Gravenhage, ge richt schry ven, dezen opzettely k heeft beleedigd. Op den meest ruwen toon werd daarin aan de zaak-Thym herinnerd en gezegd: „Zoo en niet anders ga het U eerstdaags, „aangezien gy in vergelyking met uw con frater in den Heore minstens 20 jaren tucht huisstraf hebt verdiend voor ae meer dan „gruwelijke onzedeiykheid, welke U op het „geweten drukt." In dien toon voortgaande, volgde er nog: „De3 te gruwelijker zyn uwe wandaden, „omdat ge een voorganger in Israël zyt, „omdat nog zoovele goedgeloovige ouders „hunne dochters in uwe vuile handen over geven, in de meeDing, dat gy ze de ware „Godsvrucht zult leeren. Schavuit, waarom „legt ge niet onmiddeliyk uw ambt neer, „opdat dat heilige ambt niet nog meer „schande worde aangedaan?" Do heer Gildomeester, als getuige gehoord, verklaarde, Van Deth slechts oppervlakkig to kennen. Éénmaal heeft hy zyne tusscli9n- komst vorleon J, om dozen aan f 1000 te helpen, waarmede hy naar Transvaal is gegaan. De toorn van Van Deth schynt opgewekt to zyn, omdat getuige zich indirect gemeng.' heeft in de zaak-Neerbosch. Het O. M. ving zyn requisitoir aan met er op te wyzen, dat Van Deth uitstel der zaak had gevraagd, hetgeen men echter gemeend had te moeten weigeren, met het oog op de dringende noodzakelijkheid, dat er zoo spoedig mogelijk een einde kome aan de beleedigingen, waaraan dr. Van Gheel Gildo meester in den laatsten tyd blootstaat. Door niets heeft Van Deth zyne beweringen kunnen staven. De eisch was 1 maand gevangenisstraf, wegens eenvoudige beleediging. Daarna werd de klacht behandeld van ör. Gildemeestor tegen dr. L A. Bithler, beroe pen predikant te Schiermonnikoog, wonende te Groningen, wien wordt ten laste gelegd dat hy in April jl. in een tweetal door hem onderteekende „Ingezonden stukken" in het te Groningen uitgegeven „Nieuwsblad van het Noorden" opzettelyk den heer Gilde- meester de beleediging heeft aangedaan, hom aan de lezers van dat blad voor te stellen als een persoon, „dio niet voldoet aan den eisch, welke gesteli behoort te worden aan iemand, die in zedelyke quaesties wordt gehoord om daarop ten volle geloofd te worden, namelyk dat zoo iemand zelf oen zedeiyk leven leiden moet", en voorts hem te schetsen als een „leugenaar, een lichtmis, een huichelaar", althans hem met de zoodanigen gelyk te stellen. Zooals men weet, was ook tot deze zaak de Neerbosch-quaestie de aanleiding. De heer Gildemeestor verklaarde zich ver plicht geacht te hebben, deze verschrikkelijke beschuldiging tegen te spreken. Bekl. beweerde de beleedigende stukken alleen geschreven te hebben om de waarheid en gerechtigheid te dienen en niets anders. Do president deed bekl. opmerken, dat hy geheel afging op geruchten en praatjes. Bekl. hield vol, een goed doel voor oogen te hebben gebad. Hot was volstrekt niet te doen den heer Gildemeester te beleedigen. Nadat voorlezing was gedaan van een ge moedelijk schryven van den heer Gildemeester aan bekl., waarin hy hem sommeerde, om zyne beschuldigingen te staven of terug te nemen, waarop bekl. in 't geheel geen ant woord gaf, „omdat die brief hem te zoet sappig was," werd door den heer G. eene klacht ingediend by don kerkeraad te Groningen. (De behandeling der zaak op kerkeiyk ge bied is vroeger reeds uitvoerig vermeld.) Ook uit het verdere getuigenverhoor bleek, dat men te doen had met „on dits." Alleen in één brief, uit Deventer, aan bekl., werden een paar feiten genoemd (die evenwel niet werden bewezen). Het O. M. stelde aan een intiemen vriend van bekl. de vraag: „of hy nooit gemerkt had, of zyn vriend wel eens in de war was." Getuige antwoordde hierop ontkennend; wel was hy zeer geëxalteerd en zeer spoedig onder een indruk. Nadat dr. v. G. G. nog omstandig had medegedeeld, hoe naar zyne meening de om trent hem loopende geruchten waren ont staan, vroeg het O. M., wegens eenvoudige beloediging, als voortgezet misdryf gepleegd, drie maanden gevangenisstraf. De verdedigor, mr. P. L. F. Verschoor, wees er o. a. op, dat de heer Bahlor door het provinciaal kerkbestuur van Groningen is vrygesproken, betoogde dat bekl. geen persoonlijken aanval had bedoeld, en pleitte voor vryspraak. Na repliek van het O. M. werd de uitspraak bepaald op 31 Juli. By het jongstehevigonweder sloeg te Hoogmade het hemelvuur in den karnmolen b[j den landbouwer P. Zonneveld zonder brand te veroorzaken, doch waardoor een varken geheel werd verlamd, zoodat dit moest worden afgemaakt. By den landbouwer W. Van Wieringtn werd een boom van boven tot beneden geheel van den bast ontdaan. In de Haarlemmermeer werden by den landbouwer M. Breure aan den Aalsmeerder- weg 4 paarden, die in de woning stonden, door den bliksem gedood. De woning werd erg beschadigd, daar zware balken aan splin ters werden geslagen. Gelukkig werd geen brand veroorzaakt. By B. Burghout, Hoofdweg Q 20 aldaar, is eene bergroede doormidden gespleten. By de wed. J. Tol is een hooirook in brand en by verschillende veehouders zyn vee en paarden te water geraakt. Ook te Aalsmeer woedde het onweer zwaar. De bliksem sloeg in de schuur van v. d. M., Oosteinde, aldaar. De schuur brandde af. Ver der in een molen van v. d. B., zonder brand te veroorzaken. Te Ryswyk (N.-Bsloeg de bliksem twee koeien in de weide dood, voor den eigenaar een groot verlies. Omtrent het opvangen van den bliksem door den afleider boven den koepel van het hoofdgebouw in den Zoöl. Tuin te 's-Graven hage zijn nog de volgende bijzonderheden mede te deelen. De muziek, welke door het zware weder, naar de binnenzaal was verlegd, was midden in het derde nummer, toen velen der in de zaal aanwezigen werden opgeschrikt dooreen vreeselyken slag, vergezeld van een ratelend geluid. Sommigen dachten aan eene ontploffing, maar voor velen was het een geluid alsof het koepeldak instortte. Men zag duidolyk de bliksemflits den weg naar den grond nemen, langs ééne zijde aan den buitenkant, later gebleken hot gedeelte, waarlangs de geleiding tot afwering van den bliksem is aangelegd. De bliksemstraal ging vergezeld van een geluid dat overeenkwam met het gesis van een afgestoken vuurwerk. De lievige slag veroorzaakte groote ontstel tenis onder het publiek. Sommigen schenen door den schrik als aan hunne stoelen vastge nageld enkeion geraakten in een toestand van kortstondige verdooving en by anderen zag men de gelaatstrekken verbleeken. Eenige dames vielen flauw on links en rechts snelden bedienden met glazen water naar sterk ont hutste personen toe. Op de gaanderijen ver drongen de bezoekers zich naar de trappeo. Eerst toen de krachtig uitgezette stem van eenige heeren, die uitriepen dat er geen ge vaar was, de opgewonden menigte bereikte, herkreeg men zijne bedaardheid. De hierdoor gewekte gerustheid heeft ongetwijfeld eene paniek voorkomen. Weinige oogenblikken later speelde de muziek, die midden in een nummer was afge broken, weer door. Te Doorn sloeg in twee woningen, kort by elkandor staande, de bliksem in. In de eeno werden een varken en een hond gedood, lig gonde in de schuur. De gebouwen zyn alleen door het stukslaan van planken en gaten in do muren beschadigd, doch brand werd niet veroorzaakt. Verscheidene boomen op het „huis Doom" en Aardenburg en elders getuigen van de hevige buien. Te Vinkeveen sloeg de bliksem in het huis, bewoond door de wed. Kr. en H. De brand, door hemelvuur veroorzaakt, was spoedig door de brandweer gebluscht. De stoffelijke schade is nogal aanzieniyk, zoowel voor den eigenaar als voor do bewoners. Te Vleuten werden door den bliksem ge troffen en g^docd twee koeien, toebehooronde aan den veehouder W. Van Riet aldaar. Te Terborg is de bliksem geslagen in den toren van het kasteel Wisch. De brand, welke daardoor ontstond, werd gelukkig spoedig gebluscht. Te Zevonaar ontlastte zich een ontzettend onweder, zooals men tot dusver niet veel waarnam. Te Duiven sloeg do bliksem in het huis van J. Kemper, hetwelk met al wat er zich in bevond eene prooi der vlammen werd. Kippen, varkens en geiten kwamen in den brand om, terwyl ook Kemper aan zyn been werd getroffen, gelukkig echter niet ernstig. Naar men uit de Tielerwaard schryft, vielen er in de laatste 2 nachten zware regenbuien, vergezeld van hevige donderslagen. Het vuur was niet van de lucht. Te Varik sloeg de bliksem in de woning van den herbergier Visée. Ofschoon de brandspuit spoedig aan wezig was, lag het perceel in weinige oogen blikken in asch. Huis en inboedel waren tegen brandschade verzekerd. Door het inslaan van den bliksem brandden te Oosterhout op de Voorhoide drie arbeiders woningen af, toebohoorende aan den heer J. De Vos. De inboeaels waren niet verzekerd. Ook werden twee varkens in bon bok gedood. Nog eene woning werd getroffen zonder brand te veroorzaken. Do dienstbode, die aan de tafel zat by eene brandende lamp, bleef ongedeerd, de lamp werd door den bliksem uitgedoofd. Ook sloeg hy in de Domeinstede, bewoond door J. Broere, in den Koningsoordpolder te Prinsland (N.-B.) De groote, nieuwgebouwde schuur is met al wat zy bevatte verbrand. Het vee liep in de weide. Te Kalsaonk, onder Rozendaal, sloeg de bliksem in de herbergzaal van P. Verbraak, verbrijzelde tafels en stoelen en veroorzaakte een spoor van brand. Op de hofstede van den heer J. Coppens, te Wouw, werd de schoorsteen verbrijzeld en sloeg de bliksem een gat in den vloer der huiskamer. Uit Druten schryft menOmstreeks 9 uren begon de donder in de verte te rommelen en niet lang daarna stond de hemel voortdurend in lichterlaaie. Een hevige storm, die stroomen waters voor zich uitjoeg, woedde metvreeselyke kracht; boomen werden ontworteld. Op den weg van Druten naar Tiel vielen een hon derdtal, waaronder enkele stevige zelfs door midden werden gebroken. Van inslaan van den bliksem werd gelukkig niets vernomen. Gisteravond is te Amsterdam een diamantslypersjongen, zoon van een schoen maker aan den Sloterweg, by het zwemmen in het Nieuwe Kanaal verdronken. De politie heeft vergeefs naar zyn ïyk gedregd. Een man, die aan de Handelskade te Am sterdam zat te visschen, werd door den bliksem gedood. Zyn verkoold lyk werd naar het gasthuis gebracht. De bootmetZondagsdienstvan Amsterdam Aalsmeer v.v., voor 6 weken opgericht, heeft den dienst gestaakt. Nu be staat het voornemen eene nieuwe maatschappij op te richten dagelykschen dienst: Nieuw- Vennep-Hoofddorp-Aalsmeer-Arnsterdam v.v. Van den eersten driedaagschen excursie-trein naar Antwerpen, van de H IJz.- Sp.-My werd gisteren reeds een druk gebruik gemaakt. Een onderwijzer te 's Grave n- hago ontving het volgend briefje van den vader van een zyner leerlingen: „Neemt u 't niet kwaiyk, dat myn gezin met een tweeling vermeerderd is en myn zoon de school verzuimd heeft; mocht dat de volgende week weer voorkomen, dan verzoek ik u by voorbaat, dit niet euvel te duiden." Do zaak der valsche bankbil- jatten zal eerst in de laatste dagen van de maand October in hooger beroep te Amster dam worden behandeld. Hot bericht, als zou de officier van justitie te Almeloo in appèl gekomen zyn van het vonnis in de Lossersche zaak, oemt de „Zw. Ct." tot heden geheel bezijden de waarheid. In een der groote hotels te Baarn logeerde dezer dagen een persoon, die een naam opgaf van eene der bekende Zaan- landsche families. Hy maakte goede sier, dronk lekker wyn, deed rijtoeren, ja vroeg en kreeg op arglistige wyze eenig geld van den hotelhouder. Hy is op een zyner rytoeren verdwenen, na den koetsier eerst lekker ont haald te hebben op kosten van den kastelein. Misschien wil hy zyn lekker leventje op andere plaatsen voortzetten; men zy dus op zyne hoede; hy was reeds by de politie ge signaleerd. Volgens een te Nieuw-York ent- vangen telegram uit Salvador zyn, naar thans gebleken is, onder het bewind van den ver dreven president Ezeta 50 millioen franken aan landsgeld verduisterd. BUITENLAND. Frankrijk. De Kamer is nog niet gereed gekomen met de behandeling der anarchisten-wet. De zitting van gisteren was weer zeer rumoerig, vooral de avondzitting, toen zelfs de journalisten van de tribune moesten worden verwyderd. De zitting was namelyk gewyd aan de be handeling van artikel 5. De beide eerste paragrafen van dit artikel luiden „In de gevallen by de tegenwoordige wet voorzien, en in alle gevallen waarin het geïn crimineerde feit een anarchistisch karakter heeft, kunnen de gerechtshoven en de recht banken de openbaarmaking der debatten ge heel of gedeeltelyk verbieden, in zooverre deze openbaarmaking een ernstig gevaar voor de openbare orde zou kunnen opleveren. „Alle inbreuk op dit verbod zal gestraft worden met gevangenisstraf van zes dagen tot een maand, en een boete van 1000 tot 10,000 fr." De republikein Denéchau verklaarde, dat de Regeering den verkoop van buitenlandscha bladen, welke de bedoelde processtukken en verslagen bevatten, niet kan verbieden, daar zulks tot internationale verwikkelingen zou kunnen leiden. De minister van justitie Guérin antwoordde daarop: Men zal noch de drukkers, noch de schryvers vervolgen, maar de verkoopers en de colporteurs dier bladen (uitroepen van de linkerzyde). Wy moeten zorgen, dat de anar chisten de rechtbanken niet als een propa gandamiddel gebruiken. De radicaal Lockroy bestreed deze ver klaring heftig. De minister-president Dupuy merkte op dat de regeering de bevoegdheid heeft, den invoer van buitenlandsche bladen te verbieden. De republikein dr. Denoix verdedigde art 6. Nu begon het lieve leventje weer. Terwyl toch dr. Denoix aan het woord was, werd in de Kamer, maar vooral op de tribune der pers, veel rumoer gemaakt. De Mahy, die als voorzitter fungeerde, gaf toen last om de tribune der pers te ontruimen. De wacht van het Paleis en de Kamer beambten gingen eenigszins hardhandig te werk by de tenuitvoerlegging van het bevel, zoodat de journalisten levendig protesteerden. De socialist Humbert stelde voor, de zitr ting te schorsendit voorstel werd verworpen.' De voorzitter hief toen het consigne tegen de pers op, maar de meeste journalisten weiger den terug te komen. Overigens ging de oppositie in deze zitting weer den gewonen weg. De heer Rouannet begon met een amendement voor te stellen, waarin werd bepaald, dat in geen geval aan personen, die krachtens deze wet zouden ver oordeeld worden, het verblyf in Frankryk zou kunnen ontzegd worden. Dit amendement werd verworpen met 336 tegen 117 stommen. Vervolgens stelde de afgevaardigde Sembat voor om dan althans te bepalen, dat een dergelyke veroordeelde wel uit Frankryk ver bannen, maar niet naar eene strafkolonie gedeporteerd zou kunnen worden. Deze afge vaardigde eindigde zyne rede aldus; „De minister van justitie schynt gisteren het wachtwoord by den president der republiek gehaald te hebben." De voorzitter riep den spreker toen tot de orde, op grond dat hy don president buiten het debat moest laten^ maar de leden der linkerzyde antwoordden op deze tot-de-orde-roeping met luide protesten. Tot de oppositie-leiders, die zich byzonder weerden, behoorde vooral de radicale afga»

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 2