Uk 10534. Woensdag 27 Juni. A°. 1894. feze iCourant wordt dagelijks, met uitzondering van <Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 26 Juni. Feuilleton. De Misdaad in de Rue Lafitte. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per post 1-40. Afzonderlijke Nommers 0.05. PRIJS DHR ADVERTENTTEN Van l-'6 regels f 1.05. Iedere regel meer 0.17 j. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad wordt f 0.05 berekend. Officiëele KenniegeTingeii. Vergadering Tan den Gemeenteraad ran Lellen, op Donderdag 28 Juni, des namiddags te twee uren. Punten ter behandeling: 1°. Benoeming van een etads-genees- en -heelkun dige. (160). 2°. Idom van een Curator van het Gymnaeium. (164). 8°. Idem van een Commissaris der Bank-van- Leouing. (162). 4°. Idem van oeno derde onderwgeerea aan de school 8de klasse No. 1. (166). Idem van drie eerste, vier tweede en aea derde onderwijzeressen in de handwerken aan de Bcholon van de 8de on 4de klasse. (171). 6*. Verzoek van F. N. Knooh, om vrijstelling van schoolgeld. Hoogere iiurgersohool voor Jon gens. (167). 7#. Idem alevoren van de Wed. De. N. A. Van WijkParmentier, voor de Hoogere Burger school voor Meisjes. (161). 8°. Idem alövoren van Mr. O. A. Can. (168). 9°. Suppletoirs staat van begrooting dienst 1894, ad ƒ24,000.Aanvulling van het uitbreidings- •b vernieuwingsfonds Stedelgke Gasfabriek. (168 en 172). 10*. Voorstel tot onderhaodsche verpachting van de tienden onder Leiderdorp. (169). 11°. Bekeningen van de Stedelgke Gasfabriek over 1893. (170). 12'. Verslag van Commissarissen dor Stedelijke Gasfabriek over 1893. 18°. Verzoek van de Wed. A. O. Visser, om terug betaling van eohoolgeld, lager onderwgs. (178). 14°. Idem van het Bestuur der Vereeniging tot be vorder. ng van den bouw van werkmanswoningen, bot ekkelijk het vorleeuen van eene rente-garantie door de gemeente. (168 en 177). 16°. Idem van het Bestuur der Vereeniging van Neder- landsche Patroons „Boaz", omtrent het nemen van maatregelen tot opruiming van onbewoon bare percoelen. (167). 16°. Verzook van A. Verhoog Jz., om eene stoep te leggon aan de Volderegiacht. (179). 17°. Idem van dr. F. A. Jomink, om vrgstelling van schoolgeld, Hoogere Burgerschool voor Meisjes. (180). 18°. Rekeniag van hot Gereformeerd Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis orer 1893.(176). 19°. Idem van de Üauk-van-Leening. (176). 20°. Idem van de Schuttorg. (178). Burgemeester en Wethouders vau Leidon Gezien de wet van 28 Juni 1881 (Stebl. No. 102) tot herzienmg van de artikelen 264, 266 en 266 der Gemeentewet Urongen tor algemoone kennis flat hot kohier dor plaats, dir. bel., dienst 1894, in afsohrift gedurende vijf maanden op de Socrotarie der ge meonle (finantiëele afdeuling) voor een ieder tor lozing is nedergolegd, en dat elke aangeslagene binnen driemaan den na do uitreiking an het aanslagbiljet tegen zijnen aanslag bezwaren bg verzoekschrift, op ongezegeld papier, aan den Gemeenteraad kan inbrengen, torwgl d© belanghebbende binnon dertig dagen na do mede- deeling van 'sBaads beslissing bij de Gedoputeerde Btaten dezer provincie in beroep kan komen, wordende tevens de verplichting tot het betalen van den aan- Blag door het indienen van bezwaren en het instellen van beroep niot opgeschort. Bnrgemeoster en Wethoulors voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemeester. 26 Juni 1894. E. KIST, Seorotane. Burgomeest-er en Wethouders van Leiden; Gezien het adree tad do Naamlooze Vennooteohap «de Leidsoho Dekenfabrlok", houdende verzoek om vergunning tot plaatsing van een nieuwen stoom ketel ep hot terrein harer fabriek aan de Hceren- graobt No. 86; Gelet op de axtt. 6 en 7 der Wet van 2 Juni 1876 (Staatsblad No. 96); Gevon bg deze kennis aan het publiek dat ge noemd verzoek met d6 bglagen op de 8ecretarie dezor gemoente ter visie gelegd ie; alsmede dat op Maandag 9 Juli aaDSt., 'e voormiddags te elf uren, Op hot Raadhuis, gelegenheid zal worden gegeven om bozwaren tegen dat verzoek in te brengen. Burgemeester od Wetbouders voornoemd, Leideü, F. WAS, Burgemeoster. 26 Juni 1894. B. KIST. 8ocretarla. Directe Belastingen. De Bnrgomeester van Leiden brengt ter algemoene kennis, dat aan den Ontvanger der Directe Belastingen is ter hand gesteld het primitief kohier der Personeele Belasting No. 2 van wijk III van den dienst 1894/96, en executoir verklaard den 22sten Juni jl., eu herinnert voorts den belanghebbenden aan hunne verplichting om don aanslag op den bij de Wet bepaalden voet te voldoen. De Burgemeester voornoemd, F. WAS. Leiden, 26 Juni 1894. Ook voor het examen in boekhouden van wege de Vereeniging van handelsbedienden „Vooruit", te Amsterdam, z(jn geslaagd: mej. J. A. Steynia en de heer G. De Roon, beiden van Leiden. De tentoonstelling van rozen en bloem werken van rozen in de groote zaal van „Zomerzorg", waarvan we vroeger reeds mel ding maakten, zal morgen, Woensdag, plaats hebben van twaalf tot vtff uren. 's Avonds van dien dag, aanvangende te halfacht, zal in den tuin een concert gegeven worden. Wjj twijfelen niet of deze expositie zal weer uitmuntend slagen en druk bezocht worden, ook door dames, die, zoo alt(jd, dan vooral nü bijzonder welkom zullen z(jn en wier bezoek aan de tentoonstelling ditmaal van groote beteekenis zal wezen door de uitspraak omtrent het schoonste, welke haar zal verzocht worden te doen. Het avond-bloemenfeest belooft ook weer alleraangenaamst te zullen zjjn; èn de feest commissie èn de musici èn de kinderen van Flora staan daarvoor borg. Der afdeeling Leiden en Omstreken der Nederlandsche Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde, waarvan een en ander uitgaat, succes te wenschen, achten we overbodig; dat succes zal ongetwijfeld behaald worden; 't kan niet anders, vooral als het 's avonds zomerweder mag zijn. Er bestaat gelegenheid tot verzending der correspondentie naar Nieuw-York, door middel van het stoomschip „Werkendam", van Rotterdam vertrekkende. Ten postkantore al hier moeten de brieven, enz. uiteriyk heden avond om 10.40 bezorgd zijn. De wijze van verzending behoort duidelijk op het adres vermeld te worden. De heer P. H. J. Ket, te Zegwaard, is benoemd tot onderwijzer aan de Chr. school te Haarlemmermeer O. Z., en hoopt met 1 Juli a. s. zijne betrekking te aanvaarden. In de te Bodegrave gehouden vergadering der kiesvereeniging „Burgerplicht" werd door den afgevaardigde ter algemeene vergadering, den heer R. L. Martens, een uitvoerig verslag uitgebracht van de vergadering der „Liberale Unie". Op zijn voorstel werd, na eenige dis cussie, met algemeene stemmen besloten het lidmaatschap der „Unie" op te zeggen. De nieuwbenoemde gezant van Venezuela by ons hof, generaal Costa Garcia, wordt deze week in het Hotel „Den Ouden Doelen" te 's Gravenhage verwacht. Door nu wijlen den heer A. IJzerman, te Baarn, is aan de diaconie en aan de kerk der Herv. gem. eene som van f 14,000 ver maakt, voor elk de helft. In verband met het weinig winst gevende van het reedersbedryf in de tegen woordige omstandigheden, is in eene, op ver zoek van de houders van 54 aandeelen be legde vergadering der naaml. venn. „Scheep vaart Zuid-Holland," ingevolge hun voorstel besloten het maatschappelijk kapitaal van 600,000 op 480,000 terug te betalen en op de aandeelen a ƒ1000 nom. ƒ100 terug te betalen. De directie werd gemachtigd stappen te doen tot verkoop van een of meer Bchepen der Vennootschap. De heer M. F. Van den Kerkhof! werd tot commissaris gekozen. In 't hotel „Wely," te Leeuwarden, zal 29 Juni a. s. eene vergadering plaats hebben van kiezers in Friesland, die de Christeiyk- Histori8che beginselen zijn toegedaan. De bond „Christelijk Volksbelang" in het district Harlingen heeft daartoe het initiatief genomen, met het doel om een Provincialen Bond op te richten. De minister van binnenlandsche zaken heeft ingetrokken zijne beschikking van 1 Mei 1894, waarbij Lissabon besmet is verklaard wegens Aziatische cholera. Volgens een telegram uit Soerabaia is de voormalige administrateur van de „Batjan- Maatschappij", Abbema, die door den raad van justitie te Makassar wegens wreedheden, op inlanders gepleegd, tot 10 jaren tuchthuisstraf was veroordeeld, door het Hoog Gerechtshof tot 7 jaren tuchthuisstraf veroordeeld. (N. R. G.) Men meldt uit Suriname aan het „Vad." dat de proc.-generaal mr. J. Kalff tot herstel van gezondheid met verlof naar Nederland is vertrokken. Br. Ms. panteerdekschip „Koningin Wil helmina" is gisteren uit Nieuwediep naar de reede van Tessel vertrokken om te proef- stoomen. De minister van buitenlandsche zaken brengt ter kennis van belanghebbenden, dat, blijkens mededeeling van den consul generaal te Hamburg, het bestuur dier stad de gezag voerders van schepen, welke de Elbe bevaren, dringend uitnoodigt, geen ongezuiverd Elbe- water te gebruiken, daar zulks levensgevaarlijk is, doch zich steeds van drinkwater, alsmede van water voor wasch- en kookdoeleinden te voorzien uit de daartoe op het land aange brachte kranen. In de haven zijn op de plaatsen, welke het best van uit het water te bereiken zijn, bor den aangebracht met het opschrift: „Wasser ftir Schiffer". Alle voorkomende gevallen van besmettelijke ziekten op schepen moeten onmiddellijk aan den havendokter worden medegedeeld. Deze mededeeling kan ook geschieden door tusscben- komst van den havenmeester of den naast- byzijnden politiepost. (SU. Ct.) De heer De Groot deelt aan het „Hbl." mede, dat hij contracten heeft afgesloten voor het a. s. seizoen der (oude) Nederlandsche Opera met de volgende artistenMaurits De Vries, baryton; Stella en Jenny De la Mar, chanteuse légère en contr'alto van de opéra comique te Parys; Adolf Pruym, fort-ténor en traductie te Avignon, allen Nederlanders; I. Ley8en, ténor léger van de Vlaamsche Opera te Antwerpen; A. Strelitzky, regisseur generaal te Marseille. De heeren Pruym en Leysen hebben eene proef afgelegd, waarbij zij toonden de Nederlandsche taal voldoende te spreken. De „Maasbode" deelt, naar aanleiding van een vroeger bericht, mede, dat notaris Lau, te Schiedam, na eenige dagen op reis te zijn geweest, zijne gewone werkzaamheden heeft hervat. Hem is dus geen ongeluk over komen, zooals men eerst vreesdo. Door een 200 tal Nederlanders te Ham burg is tot de Tweede Kamer een adres ge richt, waarin zij er op aandringen den „Duitschen" consul-generaal der Nederlanden, die 1 Nov. ontslag heeft gevraagd, te doen vervangen door een Nederlander. Dat het onder dezen „vreemden" consul- generaal nog eenigszins ging, was te danken aan het optreden van den verdienstelijken Nederlandschen beroeps consul. Gaarne zagen zij dezen benoemd tot consul-generaal; het is echter mogelijk dat hem elders eene hoogere officiëele betrekking wordt aangeboden. Behalve de prinses Von Schaumburg Lippe zal vermoedelijk ook de prins Von Scbaumburg Lippe in Augustus te Scheve- ningen in het Oranjehotel aankomen. De prinses zal vermoedelijk vergezeld worden door H. D. hofmaarschalk majoor Von Winslöe en eene hofdame. Naar de „Zutf. Ct." verneemt, moet de reden, dat er zooveel gewicht aan de Wage- ningsche brieven wordt gehecht, zijn, dat één er van eene grove hatelijkheid aan het adres van den heer Van Löben Seis bevat. Naar men verder meldt, zijn thans by den officier van justitie te Arnhem, in zake op- eisching van een brief voor baron v. Dedem, kantonrechter te Wageningen, rapporten in gediend door de hh. baron v. Dedem, A. H. v. Lonkhuyzen en den brigadier der r(jks- veldwacht. Men mag dus verwachten dat de zaak in onderzoek is. De minister van binnenl. zaken heeft: lo. benoemd tot onderwyzer by de leerschool, verbonden aan de Rykskweekschool voor onderwyzers te Nymegen, M. F. Buurman, aldaar; 2o. dr. R. C. Boer, te Leeuwarden, tot wederopzegging toegelaten als privaat docent in de faculteit der letteren en w(js- begeerte aan de Rijks-universiteit te Groningen, om onderwys te geven in do Oud-Noorsche taal- en letterkunde. De gewone audièntién van den minister van oorlog op 28 en van den minister van marine op 29 dezer zullen niet gehouden worden. Het stoomschip „Antenor0, van Batavia naar Amsterdam, passeerde 24 Juni Wight; de „Ardjoeno", van Rotterdam naar Batavia, arriveerde 24 Juni te Southampton; de „Me- rapi", van Batavia naar Rotterdam, passeerde 23 Juni Sagrès; de „Prins Frederik Hendrik", van West-Indië naar Amsterdam, vertrok 24 Juni van Havre; de „Utrecht", van Batavia naar Rotterdam, vertrok 24 Juni van Perirn. Conferentie i n ternationaal privaatrecht. Volgens vroeger gedane mededeeling waren de gedelegeerden ter conferentie voor het internationaal privaatrecht gisternamiddag 3 uren te 's-Gravenhage byeengeroepen om by de heropening van hunne in September afge broken werkzaamheden tegenwoordig te zyn. Op dat uur vereenigden zich dan ook alle buitenlandsche gedelegeerden met die van de Nederlandsche Regeering onder het voorzitter schap van den Staatsraad mr. Asser in de Trèveszaal op het Binnenhof, waar ook de minister van justitie, mr. Van der Kaay, on de minister van buitenlandsche zaken, jhr. mr. Röell, aanwezig waren. Alleen de Rus sische gedelegeerde, de heer Martens, die eerst heden te 's-Gravenhage zal aankomen, ontbrak. De minister van buitenlandsche zaken, jhr. mr. Röell, had de smarteiyke taak te ver vullen aan de gedelegeerden de officiöele be vestiging mede te deelen van het bericht der vreeseiyke gebeurtenis, welke Zondagavond in Frankryk is voorgevallen, waarby de pre sident van de Fransche Republiek hel slacht offer is geworden van eene onvergoefiyke misdaad. Het hoogst betreurenswaardige voorval was van zoo ernstigen aard, dat het moeilyk aan ging onder den eersten indruk de internatio nale byeeDkom8t met een welkomstwoord ts openen. Daarom had de Regeering in overleg met den president der conferentie het wen- scheiyk geoordeeld de opening, ten teeken van rouw en deelneming, te verschuiven tot heden. Maar hy kon niot nalaten uit het diepst van zyn gemoed verontwaardiging uit te spre ken over het schandeiyke feit, te Lyon ge pleegd, en hy meende overtuigd te zyn te spreken ook uit naam van H. M. de Koningin- Regentes, indien hjj daaraan toevoegde een woord van innige sympathio voor de Fransche natie, die door het verlies van haren president zoo zwaar beproefd wordt. Deze toespraak, welke in diepe stilte word aangehoord, word beantwoord door den Fran- schen gedelegeerde, den heer Renauld, daar de Fransche gezant, de heer Legrand, nog niet in de residentie is teruggekeerd. In har- teiyke bewoordingen dankte hy voor de sym pathieke taal, uit den mond van den Neder landschen minister vernomen, en die juist in deze ernstige oogenblikken hot hart zoo goed deed. Alsnu nam het woord baron d'Anethan, deken van het corps diplomatique te 's Graven hage, die namens dat corps de oprechto deel neming en het innige leedwezen vertolkte van alle op deze conferentie vertegenwoordigde Europeesche staten. Ook de ltaliaansche gedelegeerde, de heei De Sonnaz, sloot zich by de geuite gevoelens van verontwaardiging en smart aan over de handeling van den misdadiger, die aan eon zoo hooggewaardeerd leven een einde maakto. De misdaad is niet te vergoelijken, maar men zou zeker in deze willen erkennen do waarheid van de spreuk, dat misdadigers geen vaderland hebben. 18) ,Ik.een dief! Een moordenaar!" ver- Volgde Jacques Var!ay, op hem toetredende, „ach, manheer, ge weet wel, dat dit niet mogeiyk is, dat ik niet kan gestolen heb ben. Diefstal is misdaad er. ik ben toch geen misdadiger 1" „En waarom zou ik stelen? Ik ben geen speler, geen doorbrenger, den gebeelen dag ben ik bier op het bureau en doB nachts aan de sponde van myne zieke, blinde mooder, en by mijne zuster.waarom zou ik dat "geld genomen hebben, terwijl ik door mijne verdiensten voldoende in het onderhoud van one drieën voorzien kan? Wy waren ge lukkig en tevredenEn waarom zou ik juiet gisteravond hebben moeten stelen, terwijl mjj dagelijka zooveel geld door de handen gaat? Raadpleeg de boeken, sedert ik de kas houd nog nooit hoeft er eene centime ontbroken. Gij ziet dus, mijnheer, dat ik geen dief ben, dat ik geen dief kan zijn." Niettegenstaande deze smartelijke ontboeze mingen, bleef Jarilot stoeds onbeweeglijk, koel, evenals de geneesheer, die eene pijnlijke ope ratie verricht en zich weinig stoort aan de kreten van zjjn patiënt. ,En dan", vervolgde Jacques Varlay, ,g|j gelooft dat ik den heer Bertin heb kunnen vermoorden 1Honderdmaal zou ik mijn leven voor hem hebben willen laten. G(j weet niet wat deze brave man voor mij gedaan heeft, zoodat bet ons nooit aan iets ont broken heeft, dat ik m|jne moeder dagelijks de zorgen heb kunnen wijden, waaraan zy in haren ziekelyken toestand zooveel behoefte heeft, en hare smarten heb kunnen lenigeD, dat mijne zuster eene goede opvoeding heeft ontvangen; dat ikzelf ben geworden, wat ik thans ben, de eerste bediende van het voor naamste bankiershuis van Parijs.dat alles hebben wy aan zqne edelmoedigheid te dan ken, aan hem, die mij, toen ik nog een kind was, geleord heeft, dat arbeid den mensch verheft, my steeds het pad van deugd en plicht heeft gewezen. O, zoo hy thans nog leefde, zoo hy nog kon Bpreken, zou hy u luide toeroepen: NeenI Gy zult Jacques Eeriyk niet verdenken." Jarilot fronste de wenkbrauwen, hy hield niet van zich dat beroepen op dooden, die natuurlyk niet konden antwoorden. „En", vervolgde Jacques, „nu zou ik voor eenige ellendige bankbiljetten opeens al zyne goedheid, al zyne edelmoedigheid, al zyne teederheid vergeten en een laaghartig moor denaar worden I Neen, indien dit mogelyk ware, zou ik de ellendigste, de laagste boos wicht zyn; hierl mijnheer! leg uwe hand op mijn hart on voel hoe het klopt. O, het dreigt te bersten van smart over zulk eeno afachu- welyke verdenking I" En hy greep de hand van Jarilot en drukte ze hevig tegen zyne borst. „Maar neenl" riep hy thans op smeekenden toon, „gy weet wel, dat ik dezen diefstal, dezen moord niet kan begaan hebben 1 Het is alles een droom, eene vreeselyke nacht merrie 1 Zie toch, hoe ik iyd, ik smeek u, maak toch een eind aan deze foltering! O, ik voel dat ik krankzinnig zal worden I" Jarilot antwoordde niet, hy maakte zwy- gend zyne hand uit die van Jacques Varlay los en gaf zyn agenten een wenk. Dezen voerden don ongelukkige weg. „Waar brengt gy my heen?" vroeg hy angstig. „Ik vorzoek u, hen te volgen," sprak Jarilot. „Naar de gevangenis 1" kreet hy, „ge voert me naar de gevangenis als een ellendige misdadiger; maar wat moet er dan van myne ongelukkige moeder, wat moet er dan van myne zuster worden, die slag zal haar dooden. Ach, mynheer, laat my toch vrij, ik ben onschuldig 1 Het is waar, ge zyt in uw recht, alles pleit tegen my, maar ik ben bet slacht offer van een noodlot of van een helscben toeleg 1 En ik zweer het u by alles wat heilig is, by de gryze haren myner moeder, ik ben onschuldig! „Toen Jacques Varlay weggevoerd was en de commissaris met den brigadier Savignol alleen waren achtergebleven, zagen ze elkander een oogenblik zwygend aan. „Parbleul" riep de laatste, „voor my is die jongo man niet schuldig!" „Bah," antwoordde Jarilot, „ik heb wel schurken gezien, die er honderdmaal onnoo- zeler uitzagen dan hy!" „Ik ook, maar deze is van een geheel ander genre; dat is myn idee." „En de gevonden aleutel?" „Welnu, hij heeft immers gezegd, dat hy hem behendig ontnomen ie?" „Het gewone praatje, die redeneering houdt geen steek." „Och, er loopen genoeg zakkenrollers in zwarten rok; geloof me, er zyn Bosco's ge noeg, zoowel in de salons als in de kroegen ik weet wat ik weet." „Wat meent ge?" „Dat is myn geheim." „Een geheim?" „Jal" „Tegenover my, uw chef?" „Ja, tegenover u, myn chefI Ge weet wel, dat ik er niet van houd, de zaken vooruit te loopen." „Nu, my good, bewaar uw geheim en handel naar welgevallen, ik verlaat me op u." „Wees gerust, chef, ge zult nog fraaier dingen zien." „Des te beter 1 Wat Jacques Varlay betreft, de uitslag van zyne confrontatie met Bap- tistin zal over zyn lot beslissen en ons met zekerheid doen weten, of hy al dan niet schuldig ie." In het kabinet van den heer Bertin be vonden zich reeds Maurice, de markies De Montgerbois en de oude Baptistin. De commissaris zette zich in den fauteuil van den heer Bertin en zocht een oogenblik in zyne lederen portefeuille, welker inhoud reeds vry omvangryk was geworden; daarna wees hy Baptistin een stoel aan en zeide; „Kom hier eens by my zitten, myn vriend." De oude man richtte zich bevend op en naderde met wankelende schreden den com missaris, waarna hy op den stoel voor dezen plaats nam. „Zyt gy bereid, opnieuw de verklaring te bevestigen, welke gy reeds hebt afgelegd en welke woordeiyk in het door u onderteekendc rapport is opgenomen?" „Ja, mynheer de commissaris." „Goed! Laat Varlay binnenkomen," beval Jarilot een agent. Jacques Varlay verscheen ondor geleide van Savignol, die hem op zachton toon moed insprak. „Baptistin!" riep de jonge man, zoodra hy den ouden dienaar gewaarwerd. „Ha, eindelykl hy heeft my gezien, hier, gisteravond, by zai ons zeggen, wat er gebeurd is, en ge zult moeten erkennen dat ik onschuldig ben." Toen de oude de stem van Jacques hoorde, richtte hy het hoofd op en hem de hand toestekende, riep hy „Ach, mynheer Jacques, welk een ongeluk 1" „Ja, myn goede Baptistin maar ge weet Dog niet allesBy dit vreeselylc onheil komt nog een ander, niet minder ver- scbrikkeiyk „Maar wat dan nog?" „Ge weet, waarde vriend, dat niemand ter wereld den heer Bertin moer liefhad, meet vereerde dan ikl" „O, zeker." „Ge weet, hoo ik hem geheel was too- gewyd. Zoo hy myn leven gevraagd had, zou ik het hem gewillig opgeofferd hebben." „Dat weet ik." Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 1