Uk 10534.
Woensdag 27 Juni.
A°. 1894.
feze iCourant wordt dagelijks, met uitzondering
van <Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 26 Juni.
Feuilleton.
De Misdaad in de Rue Lafitte.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post 1-40.
Afzonderlijke Nommers 0.05.
PRIJS DHR ADVERTENTTEN
Van l-'6 regels f 1.05. Iedere regel meer 0.17 j. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Officiëele KenniegeTingeii.
Vergadering Tan den Gemeenteraad ran Lellen,
op Donderdag 28 Juni, des namiddags te twee uren.
Punten ter behandeling:
1°. Benoeming van een etads-genees- en -heelkun
dige. (160).
2°. Idom van een Curator van het Gymnaeium. (164).
8°. Idem van een Commissaris der Bank-van-
Leouing. (162).
4°. Idem van oeno derde onderwgeerea aan de
school 8de klasse No. 1. (166).
Idem van drie eerste, vier tweede en aea derde
onderwijzeressen in de handwerken aan de
Bcholon van de 8de on 4de klasse. (171).
6*. Verzoek van F. N. Knooh, om vrijstelling van
schoolgeld. Hoogere iiurgersohool voor Jon
gens. (167).
7#. Idem alevoren van de Wed. De. N. A. Van
WijkParmentier, voor de Hoogere Burger
school voor Meisjes. (161).
8°. Idem alövoren van Mr. O. A. Can. (168).
9°. Suppletoirs staat van begrooting dienst 1894,
ad ƒ24,000.Aanvulling van het uitbreidings-
•b vernieuwingsfonds Stedelgke Gasfabriek. (168
en 172).
10*. Voorstel tot onderhaodsche verpachting van de
tienden onder Leiderdorp. (169).
11°. Bekeningen van de Stedelgke Gasfabriek over
1893. (170).
12'. Verslag van Commissarissen dor Stedelijke
Gasfabriek over 1893.
18°. Verzoek van de Wed. A. O. Visser, om terug
betaling van eohoolgeld, lager onderwgs. (178).
14°. Idem van het Bestuur der Vereeniging tot be
vorder. ng van den bouw van werkmanswoningen,
bot ekkelijk het vorleeuen van eene rente-garantie
door de gemeente. (168 en 177).
16°. Idem van het Bestuur der Vereeniging van Neder-
landsche Patroons „Boaz", omtrent het nemen
van maatregelen tot opruiming van onbewoon
bare percoelen. (167).
16°. Verzook van A. Verhoog Jz., om eene stoep te
leggon aan de Volderegiacht. (179).
17°. Idem van dr. F. A. Jomink, om vrgstelling van
schoolgeld, Hoogere Burgerschool voor Meisjes.
(180).
18°. Rekeniag van hot Gereformeerd Minne- of Arme
Oude Mannen- en Vrouwenhuis orer 1893.(176).
19°. Idem van de Üauk-van-Leening. (176).
20°. Idem van de Schuttorg. (178).
Burgemeester en Wethouders vau Leidon
Gezien de wet van 28 Juni 1881 (Stebl. No. 102)
tot herzienmg van de artikelen 264, 266 en 266 der
Gemeentewet
Urongen tor algemoone kennis flat hot kohier
dor plaats, dir. bel., dienst 1894, in afsohrift
gedurende vijf maanden op de Socrotarie der ge
meonle (finantiëele afdeuling) voor een ieder tor lozing is
nedergolegd, en dat elke aangeslagene binnen driemaan
den na do uitreiking an het aanslagbiljet tegen zijnen
aanslag bezwaren bg verzoekschrift, op ongezegeld
papier, aan den Gemeenteraad kan inbrengen, torwgl
d© belanghebbende binnon dertig dagen na do mede-
deeling van 'sBaads beslissing bij de Gedoputeerde
Btaten dezer provincie in beroep kan komen, wordende
tevens de verplichting tot het betalen van den aan-
Blag door het indienen van bezwaren en het instellen
van beroep niot opgeschort.
Bnrgemeoster en Wethoulors voornoemd,
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
26 Juni 1894. E. KIST, Seorotane.
Burgomeest-er en Wethouders van Leiden;
Gezien het adree tad do Naamlooze Vennooteohap
«de Leidsoho Dekenfabrlok", houdende verzoek om
vergunning tot plaatsing van een nieuwen stoom
ketel ep hot terrein harer fabriek aan de Hceren-
graobt No. 86;
Gelet op de axtt. 6 en 7 der Wet van 2 Juni 1876
(Staatsblad No. 96);
Gevon bg deze kennis aan het publiek dat ge
noemd verzoek met d6 bglagen op de 8ecretarie
dezor gemoente ter visie gelegd ie; alsmede dat op
Maandag 9 Juli aaDSt., 'e voormiddags te elf uren,
Op hot Raadhuis, gelegenheid zal worden gegeven
om bozwaren tegen dat verzoek in te brengen.
Burgemeester od Wetbouders voornoemd,
Leideü, F. WAS, Burgemeoster.
26 Juni 1894. B. KIST. 8ocretarla.
Directe Belastingen.
De Bnrgomeester van Leiden brengt ter algemoene
kennis, dat aan den Ontvanger der Directe Belastingen
is ter hand gesteld het primitief kohier der
Personeele Belasting No. 2 van wijk III van den
dienst 1894/96, en executoir verklaard den 22sten
Juni jl., eu herinnert voorts den belanghebbenden aan
hunne verplichting om don aanslag op den bij de Wet
bepaalden voet te voldoen.
De Burgemeester voornoemd,
F. WAS.
Leiden, 26 Juni 1894.
Ook voor het examen in boekhouden van
wege de Vereeniging van handelsbedienden
„Vooruit", te Amsterdam, z(jn geslaagd: mej.
J. A. Steynia en de heer G. De Roon, beiden
van Leiden.
De tentoonstelling van rozen en bloem
werken van rozen in de groote zaal van
„Zomerzorg", waarvan we vroeger reeds mel
ding maakten, zal morgen, Woensdag, plaats
hebben van twaalf tot vtff uren.
's Avonds van dien dag, aanvangende te
halfacht, zal in den tuin een concert gegeven
worden. Wjj twijfelen niet of deze expositie
zal weer uitmuntend slagen en druk bezocht
worden, ook door dames, die, zoo alt(jd, dan
vooral nü bijzonder welkom zullen z(jn en
wier bezoek aan de tentoonstelling ditmaal
van groote beteekenis zal wezen door de
uitspraak omtrent het schoonste, welke haar
zal verzocht worden te doen.
Het avond-bloemenfeest belooft ook weer
alleraangenaamst te zullen zjjn; èn de feest
commissie èn de musici èn de kinderen van
Flora staan daarvoor borg. Der afdeeling Leiden
en Omstreken der Nederlandsche Maatschappij
voor Tuinbouw en Plantkunde, waarvan een
en ander uitgaat, succes te wenschen, achten
we overbodig; dat succes zal ongetwijfeld
behaald worden; 't kan niet anders, vooral
als het 's avonds zomerweder mag zijn.
Er bestaat gelegenheid tot verzending
der correspondentie naar Nieuw-York, door
middel van het stoomschip „Werkendam", van
Rotterdam vertrekkende. Ten postkantore al
hier moeten de brieven, enz. uiteriyk heden
avond om 10.40 bezorgd zijn.
De wijze van verzending behoort duidelijk
op het adres vermeld te worden.
De heer P. H. J. Ket, te Zegwaard, is
benoemd tot onderwijzer aan de Chr. school
te Haarlemmermeer O. Z., en hoopt met
1 Juli a. s. zijne betrekking te aanvaarden.
In de te Bodegrave gehouden vergadering
der kiesvereeniging „Burgerplicht" werd door
den afgevaardigde ter algemeene vergadering,
den heer R. L. Martens, een uitvoerig verslag
uitgebracht van de vergadering der „Liberale
Unie". Op zijn voorstel werd, na eenige dis
cussie, met algemeene stemmen besloten het
lidmaatschap der „Unie" op te zeggen.
De nieuwbenoemde gezant van Venezuela
by ons hof, generaal Costa Garcia, wordt
deze week in het Hotel „Den Ouden Doelen"
te 's Gravenhage verwacht.
Door nu wijlen den heer A. IJzerman,
te Baarn, is aan de diaconie en aan de kerk
der Herv. gem. eene som van f 14,000 ver
maakt, voor elk de helft.
In verband met het weinig winst
gevende van het reedersbedryf in de tegen
woordige omstandigheden, is in eene, op ver
zoek van de houders van 54 aandeelen be
legde vergadering der naaml. venn. „Scheep
vaart Zuid-Holland," ingevolge hun voorstel
besloten het maatschappelijk kapitaal van
600,000 op 480,000 terug te betalen en op
de aandeelen a ƒ1000 nom. ƒ100 terug te
betalen.
De directie werd gemachtigd stappen te
doen tot verkoop van een of meer Bchepen
der Vennootschap.
De heer M. F. Van den Kerkhof! werd tot
commissaris gekozen.
In 't hotel „Wely," te Leeuwarden, zal
29 Juni a. s. eene vergadering plaats hebben
van kiezers in Friesland, die de Christeiyk-
Histori8che beginselen zijn toegedaan. De
bond „Christelijk Volksbelang" in het district
Harlingen heeft daartoe het initiatief genomen,
met het doel om een Provincialen Bond op
te richten.
De minister van binnenlandsche zaken
heeft ingetrokken zijne beschikking van 1 Mei
1894, waarbij Lissabon besmet is verklaard
wegens Aziatische cholera.
Volgens een telegram uit Soerabaia is
de voormalige administrateur van de „Batjan-
Maatschappij", Abbema, die door den raad van
justitie te Makassar wegens wreedheden, op
inlanders gepleegd, tot 10 jaren tuchthuisstraf
was veroordeeld, door het Hoog Gerechtshof tot
7 jaren tuchthuisstraf veroordeeld. (N. R. G.)
Men meldt uit Suriname aan het „Vad."
dat de proc.-generaal mr. J. Kalff tot herstel
van gezondheid met verlof naar Nederland
is vertrokken.
Br. Ms. panteerdekschip „Koningin Wil
helmina" is gisteren uit Nieuwediep naar de
reede van Tessel vertrokken om te proef-
stoomen.
De minister van buitenlandsche zaken
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat,
blijkens mededeeling van den consul generaal
te Hamburg, het bestuur dier stad de gezag
voerders van schepen, welke de Elbe bevaren,
dringend uitnoodigt, geen ongezuiverd Elbe-
water te gebruiken, daar zulks levensgevaarlijk
is, doch zich steeds van drinkwater, alsmede
van water voor wasch- en kookdoeleinden te
voorzien uit de daartoe op het land aange
brachte kranen.
In de haven zijn op de plaatsen, welke het
best van uit het water te bereiken zijn, bor
den aangebracht met het opschrift: „Wasser
ftir Schiffer".
Alle voorkomende gevallen van besmettelijke
ziekten op schepen moeten onmiddellijk aan
den havendokter worden medegedeeld. Deze
mededeeling kan ook geschieden door tusscben-
komst van den havenmeester of den naast-
byzijnden politiepost. (SU. Ct.)
De heer De Groot deelt aan het „Hbl."
mede, dat hij contracten heeft afgesloten voor
het a. s. seizoen der (oude) Nederlandsche
Opera met de volgende artistenMaurits De
Vries, baryton; Stella en Jenny De la Mar,
chanteuse légère en contr'alto van de opéra
comique te Parys; Adolf Pruym, fort-ténor
en traductie te Avignon, allen Nederlanders;
I. Ley8en, ténor léger van de Vlaamsche
Opera te Antwerpen; A. Strelitzky, regisseur
generaal te Marseille.
De heeren Pruym en Leysen hebben
eene proef afgelegd, waarbij zij toonden de
Nederlandsche taal voldoende te spreken.
De „Maasbode" deelt, naar aanleiding
van een vroeger bericht, mede, dat notaris
Lau, te Schiedam, na eenige dagen op reis
te zijn geweest, zijne gewone werkzaamheden
heeft hervat. Hem is dus geen ongeluk over
komen, zooals men eerst vreesdo.
Door een 200 tal Nederlanders te Ham
burg is tot de Tweede Kamer een adres ge
richt, waarin zij er op aandringen den
„Duitschen" consul-generaal der Nederlanden,
die 1 Nov. ontslag heeft gevraagd, te doen
vervangen door een Nederlander.
Dat het onder dezen „vreemden" consul-
generaal nog eenigszins ging, was te danken
aan het optreden van den verdienstelijken
Nederlandschen beroeps consul. Gaarne zagen
zij dezen benoemd tot consul-generaal; het is
echter mogelijk dat hem elders eene hoogere
officiëele betrekking wordt aangeboden.
Behalve de prinses Von Schaumburg
Lippe zal vermoedelijk ook de prins Von
Scbaumburg Lippe in Augustus te Scheve-
ningen in het Oranjehotel aankomen. De
prinses zal vermoedelijk vergezeld worden
door H. D. hofmaarschalk majoor Von Winslöe
en eene hofdame.
Naar de „Zutf. Ct." verneemt, moet de
reden, dat er zooveel gewicht aan de Wage-
ningsche brieven wordt gehecht, zijn, dat
één er van eene grove hatelijkheid aan het
adres van den heer Van Löben Seis bevat.
Naar men verder meldt, zijn thans by den
officier van justitie te Arnhem, in zake op-
eisching van een brief voor baron v. Dedem,
kantonrechter te Wageningen, rapporten in
gediend door de hh. baron v. Dedem, A. H.
v. Lonkhuyzen en den brigadier der r(jks-
veldwacht. Men mag dus verwachten dat
de zaak in onderzoek is.
De minister van binnenl. zaken heeft:
lo. benoemd tot onderwyzer by de leerschool,
verbonden aan de Rykskweekschool voor
onderwyzers te Nymegen, M. F. Buurman,
aldaar; 2o. dr. R. C. Boer, te Leeuwarden,
tot wederopzegging toegelaten als privaat
docent in de faculteit der letteren en w(js-
begeerte aan de Rijks-universiteit te Groningen,
om onderwys te geven in do Oud-Noorsche
taal- en letterkunde.
De gewone audièntién van den minister
van oorlog op 28 en van den minister van
marine op 29 dezer zullen niet gehouden
worden.
Het stoomschip „Antenor0, van Batavia
naar Amsterdam, passeerde 24 Juni Wight;
de „Ardjoeno", van Rotterdam naar Batavia,
arriveerde 24 Juni te Southampton; de „Me-
rapi", van Batavia naar Rotterdam, passeerde
23 Juni Sagrès; de „Prins Frederik Hendrik",
van West-Indië naar Amsterdam, vertrok 24
Juni van Havre; de „Utrecht", van Batavia
naar Rotterdam, vertrok 24 Juni van Perirn.
Conferentie i n ternationaal privaatrecht.
Volgens vroeger gedane mededeeling waren
de gedelegeerden ter conferentie voor het
internationaal privaatrecht gisternamiddag 3
uren te 's-Gravenhage byeengeroepen om by
de heropening van hunne in September afge
broken werkzaamheden tegenwoordig te zyn.
Op dat uur vereenigden zich dan ook alle
buitenlandsche gedelegeerden met die van de
Nederlandsche Regeering onder het voorzitter
schap van den Staatsraad mr. Asser in de
Trèveszaal op het Binnenhof, waar ook de
minister van justitie, mr. Van der Kaay, on
de minister van buitenlandsche zaken, jhr.
mr. Röell, aanwezig waren. Alleen de Rus
sische gedelegeerde, de heer Martens, die eerst
heden te 's-Gravenhage zal aankomen, ontbrak.
De minister van buitenlandsche zaken, jhr.
mr. Röell, had de smarteiyke taak te ver
vullen aan de gedelegeerden de officiöele be
vestiging mede te deelen van het bericht der
vreeseiyke gebeurtenis, welke Zondagavond
in Frankryk is voorgevallen, waarby de pre
sident van de Fransche Republiek hel slacht
offer is geworden van eene onvergoefiyke
misdaad.
Het hoogst betreurenswaardige voorval was
van zoo ernstigen aard, dat het moeilyk aan
ging onder den eersten indruk de internatio
nale byeeDkom8t met een welkomstwoord ts
openen. Daarom had de Regeering in overleg
met den president der conferentie het wen-
scheiyk geoordeeld de opening, ten teeken
van rouw en deelneming, te verschuiven tot
heden. Maar hy kon niot nalaten uit het diepst
van zyn gemoed verontwaardiging uit te spre
ken over het schandeiyke feit, te Lyon ge
pleegd, en hy meende overtuigd te zyn te
spreken ook uit naam van H. M. de Koningin-
Regentes, indien hjj daaraan toevoegde een
woord van innige sympathio voor de Fransche
natie, die door het verlies van haren president
zoo zwaar beproefd wordt.
Deze toespraak, welke in diepe stilte word
aangehoord, word beantwoord door den Fran-
schen gedelegeerde, den heer Renauld, daar
de Fransche gezant, de heer Legrand, nog
niet in de residentie is teruggekeerd. In har-
teiyke bewoordingen dankte hy voor de sym
pathieke taal, uit den mond van den Neder
landschen minister vernomen, en die juist in
deze ernstige oogenblikken hot hart zoo
goed deed.
Alsnu nam het woord baron d'Anethan,
deken van het corps diplomatique te 's Graven
hage, die namens dat corps de oprechto deel
neming en het innige leedwezen vertolkte
van alle op deze conferentie vertegenwoordigde
Europeesche staten.
Ook de ltaliaansche gedelegeerde, de heei
De Sonnaz, sloot zich by de geuite gevoelens
van verontwaardiging en smart aan over de
handeling van den misdadiger, die aan eon
zoo hooggewaardeerd leven een einde maakto.
De misdaad is niet te vergoelijken, maar
men zou zeker in deze willen erkennen do
waarheid van de spreuk, dat misdadigers geen
vaderland hebben.
18)
,Ik.een dief! Een moordenaar!" ver-
Volgde Jacques Var!ay, op hem toetredende,
„ach, manheer, ge weet wel, dat dit niet
mogeiyk is, dat ik niet kan gestolen heb
ben. Diefstal is misdaad er. ik ben toch
geen misdadiger 1"
„En waarom zou ik stelen? Ik ben geen
speler, geen doorbrenger, den gebeelen dag
ben ik bier op het bureau en doB nachts aan
de sponde van myne zieke, blinde mooder,
en by mijne zuster.waarom zou ik dat
"geld genomen hebben, terwijl ik door mijne
verdiensten voldoende in het onderhoud van
one drieën voorzien kan? Wy waren ge
lukkig en tevredenEn waarom zou ik juiet
gisteravond hebben moeten stelen, terwijl mjj
dagelijka zooveel geld door de handen gaat?
Raadpleeg de boeken, sedert ik de kas houd
nog nooit hoeft er eene centime ontbroken.
Gij ziet dus, mijnheer, dat ik geen dief ben,
dat ik geen dief kan zijn."
Niettegenstaande deze smartelijke ontboeze
mingen, bleef Jarilot stoeds onbeweeglijk, koel,
evenals de geneesheer, die eene pijnlijke ope
ratie verricht en zich weinig stoort aan de
kreten van zjjn patiënt.
,En dan", vervolgde Jacques Varlay, ,g|j
gelooft dat ik den heer Bertin heb kunnen
vermoorden 1Honderdmaal zou ik mijn
leven voor hem hebben willen laten. G(j weet
niet wat deze brave man voor mij gedaan
heeft, zoodat bet ons nooit aan iets ont
broken heeft, dat ik m|jne moeder dagelijks
de zorgen heb kunnen wijden, waaraan zy in
haren ziekelyken toestand zooveel behoefte
heeft, en hare smarten heb kunnen lenigeD,
dat mijne zuster eene goede opvoeding heeft
ontvangen; dat ikzelf ben geworden, wat ik
thans ben, de eerste bediende van het voor
naamste bankiershuis van Parijs.dat alles
hebben wy aan zqne edelmoedigheid te dan
ken, aan hem, die mij, toen ik nog een kind
was, geleord heeft, dat arbeid den mensch
verheft, my steeds het pad van deugd en
plicht heeft gewezen. O, zoo hy thans nog
leefde, zoo hy nog kon Bpreken, zou hy u
luide toeroepen: NeenI Gy zult Jacques Eeriyk
niet verdenken."
Jarilot fronste de wenkbrauwen, hy hield
niet van zich dat beroepen op dooden, die
natuurlyk niet konden antwoorden.
„En", vervolgde Jacques, „nu zou ik voor
eenige ellendige bankbiljetten opeens al zyne
goedheid, al zyne edelmoedigheid, al zyne
teederheid vergeten en een laaghartig moor
denaar worden I Neen, indien dit mogelyk
ware, zou ik de ellendigste, de laagste boos
wicht zyn; hierl mijnheer! leg uwe hand op
mijn hart on voel hoe het klopt. O, het dreigt
te bersten van smart over zulk eeno afachu-
welyke verdenking I"
En hy greep de hand van Jarilot en drukte
ze hevig tegen zyne borst.
„Maar neenl" riep hy thans op smeekenden
toon, „gy weet wel, dat ik dezen diefstal,
dezen moord niet kan begaan hebben 1 Het
is alles een droom, eene vreeselyke nacht
merrie 1 Zie toch, hoe ik iyd, ik smeek u,
maak toch een eind aan deze foltering! O,
ik voel dat ik krankzinnig zal worden I"
Jarilot antwoordde niet, hy maakte zwy-
gend zyne hand uit die van Jacques Varlay
los en gaf zyn agenten een wenk.
Dezen voerden don ongelukkige weg.
„Waar brengt gy my heen?" vroeg hy
angstig.
„Ik vorzoek u, hen te volgen," sprak Jarilot.
„Naar de gevangenis 1" kreet hy, „ge voert
me naar de gevangenis als een ellendige
misdadiger; maar wat moet er dan van myne
ongelukkige moeder, wat moet er dan van
myne zuster worden, die slag zal haar dooden.
Ach, mynheer, laat my toch vrij, ik ben
onschuldig 1 Het is waar, ge zyt in uw recht,
alles pleit tegen my, maar ik ben bet slacht
offer van een noodlot of van een helscben
toeleg 1 En ik zweer het u by alles wat heilig
is, by de gryze haren myner moeder, ik ben
onschuldig! „Toen Jacques Varlay weggevoerd
was en de commissaris met den brigadier
Savignol alleen waren achtergebleven, zagen
ze elkander een oogenblik zwygend aan.
„Parbleul" riep de laatste, „voor my is
die jongo man niet schuldig!"
„Bah," antwoordde Jarilot, „ik heb wel
schurken gezien, die er honderdmaal onnoo-
zeler uitzagen dan hy!"
„Ik ook, maar deze is van een geheel
ander genre; dat is myn idee."
„En de gevonden aleutel?"
„Welnu, hij heeft immers gezegd, dat hy
hem behendig ontnomen ie?"
„Het gewone praatje, die redeneering houdt
geen steek."
„Och, er loopen genoeg zakkenrollers in
zwarten rok; geloof me, er zyn Bosco's ge
noeg, zoowel in de salons als in de kroegen
ik weet wat ik weet."
„Wat meent ge?"
„Dat is myn geheim."
„Een geheim?"
„Jal"
„Tegenover my, uw chef?"
„Ja, tegenover u, myn chefI Ge weet wel,
dat ik er niet van houd, de zaken vooruit
te loopen."
„Nu, my good, bewaar uw geheim en
handel naar welgevallen, ik verlaat me op u."
„Wees gerust, chef, ge zult nog fraaier
dingen zien."
„Des te beter 1 Wat Jacques Varlay betreft,
de uitslag van zyne confrontatie met Bap-
tistin zal over zyn lot beslissen en ons met
zekerheid doen weten, of hy al dan niet
schuldig ie."
In het kabinet van den heer Bertin be
vonden zich reeds Maurice, de markies De
Montgerbois en de oude Baptistin.
De commissaris zette zich in den fauteuil
van den heer Bertin en zocht een oogenblik
in zyne lederen portefeuille, welker inhoud
reeds vry omvangryk was geworden; daarna
wees hy Baptistin een stoel aan en zeide;
„Kom hier eens by my zitten, myn vriend."
De oude man richtte zich bevend op en
naderde met wankelende schreden den com
missaris, waarna hy op den stoel voor dezen
plaats nam.
„Zyt gy bereid, opnieuw de verklaring te
bevestigen, welke gy reeds hebt afgelegd en
welke woordeiyk in het door u onderteekendc
rapport is opgenomen?"
„Ja, mynheer de commissaris."
„Goed! Laat Varlay binnenkomen," beval
Jarilot een agent.
Jacques Varlay verscheen ondor geleide
van Savignol, die hem op zachton toon moed
insprak.
„Baptistin!" riep de jonge man, zoodra hy
den ouden dienaar gewaarwerd. „Ha, eindelykl
hy heeft my gezien, hier, gisteravond, by
zai ons zeggen, wat er gebeurd is, en ge
zult moeten erkennen dat ik onschuldig ben."
Toen de oude de stem van Jacques hoorde,
richtte hy het hoofd op en hem de hand
toestekende, riep hy
„Ach, mynheer Jacques, welk een ongeluk 1"
„Ja, myn goede Baptistin maar ge
weet Dog niet allesBy dit vreeselylc
onheil komt nog een ander, niet minder ver-
scbrikkeiyk
„Maar wat dan nog?"
„Ge weet, waarde vriend, dat niemand ter
wereld den heer Bertin moer liefhad, meet
vereerde dan ikl"
„O, zeker."
„Ge weet, hoo ik hem geheel was too-
gewyd. Zoo hy myn leven gevraagd had, zou
ik het hem gewillig opgeofferd hebben."
„Dat weet ik."
Wordt vervolgd.)