N°. 10527.
Dinsdag lö Juni.
A0. 1894.
feze (Qourant wordt dagelijks, met uitzondering
van §pn- en feestdagen, uitgegeven.
Lelden, 18 Jnni.
LEIBSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1 1-10.
Franco per postl-*0.
Afzonderlijke Nommers .-....< i 0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIÈN:
Van 1-6 rogels ƒ1.05. Iedere regel meer 0.17 J. Grootore
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten do stad
wordt ƒ0.05 berekend.
Officieel© KennisgeTingeiL
SCHUTTERIJ.
Burgemeester en Wethouders van Leiden brongen
ter algemeene kennis, dat de alphabetiecho naamlijst
Tan alle personen, die, overeenkomstig de Wet van
den llden April 1827, aan de loting voor de
Sobuttorg moeten deelnemen, ter inzage van de
belanghebbenden zal liggen ter seoretarie dezer
gemeente, van den löden tot en met den 28eten
Juni aanstaande (de Zondag uitgezonderd), des
voormiddags van 9 tot 12 uren, en dat de loting zal
plaats hebben in een der lokalen van het Baadhuis,
on wel:
op Vrgdag den 29sten Juni 1894,
voormiddag® te negen uren.
Wordende zij, welke na de laatetvoorgaande in-
eohrijving zioh binnen deze gemeente metterwoon
hebben gevestigd, tot eene naloting opgeroepen, mede
op Vrgdag den 99eton Juni 1894,
'•namiddags te één uur.
Zullende ieder ingeschrevene bg een biljet worden
opgeroepon, om tot de loting ter voorschreven
plaatse op te komen, op den dag en het uur, in
doeo konnisgeving uitgedrukt, terwgl zij, die ver
hinderd mochten worden zeiven tot de loting op te
komen, zich door een gemaohtigde kunnen doen
vertegenwoordigen, of, geen gemachtigde verachg-
nonde, zal de loting geschieden door een dor leden
van de Commissie uit het Gemeentebestuur.
Tovens worden de bolanghobbenden verwittigd,
dat bij de genoemd# loting aantoekening zal worden
gehouden van de redenen tot vrijstelling, die de
ingesohrovenen vermeenen, krachtens het 3de art.
der Wot, te knnnen aanvoeren; waarom het voor
ben, die zoodanige reden tot vrijstelling meenen te
hebbeD, van belang is, door personeele opkomst of.
bi) volstrekte beletselen, door het zenden van een
met hunne omstandigheden wel bekenden gemach
tigde, de loting niet t* verzuimen.
En wordt eindelijk den belanghebbenden kennis
gegeven, dat aan de navolgenden bij de wet recht
op vrijstelling is toegekend, als:
lo. die met ziekte of gebreken zijn behept, welke
hen tot den wapenhandel, voor hot tegenwoordig
oogenblili of wel geheel, ongeschikt maken;
2o. die kleiner zjjn dan eene Nederlandeche el
(meter) en vijfhonderd zeventig strepon (milli
meters);
8o. de geestelijken van alle gezindten, zoolang zij
niet van stand veranderen;
4o. de professoren en lectoren aan do hoogescholen
(rijksuniversiteit), aan de athenaea en de eomi-
natiën;
5o. de etudonton in de godgeleordheid
Co. die den rang van officier in dienst van den
Staat, te lande of ter zee, hebben bekleed, en
door eorvol ontslag den dienst verlaten hebben
of geponaionneerd z(|n, zoolang z(j niet in een
gelijken of een boogoren rang bij do Schutterijen
kunnen worden aangesteld
7o. die wegens verandering van woonplaate, eervol
uit de Schutterij zijn ontelagon in den rang
van officier, voor zooverre zg in hun vorigen
of in een hoogeron rang niet weder knnnen
worden aai geateld;
8o. die in militairen dienst ter zee of te lande zijn.
waardoor alleen worden bedoeld zij, die na de
inschrgving in militairen dienst zgn getroden,
als rustende op militairen, zoolang zy in dienst
z(jn en dus niet voor ingezetenen eener bepaalde
gemeente kunnen gehouden worden, de verplioh-
ting niet om zich te doen inschig>en;
9o. den broeder van hem die in persoon voor zioh-
zelvon bg de Schutterij dient, met dien veretando,
dat van eon gelijk getal broeders altijd de helft,
en van een ongelgk getal eleobts de kleinste
helft, tot den dienst zal worden opgeroepen;
strekkende deze bepalingen zich eohter niet nit
tot zoodanige broeders, die, om welk® reden
ook, niet meer b(j bunne ouders inwonen;
terwijl voorts, iD tijd van vrede, van den actie
ven dienst tovens worden vrijgesteld (met de
bepaling nochtans dat zg tot den werkelgkon
dienst dadelijk kunnen worden opgeroepen,
indien de redenen van vrijstelling ophouden,
waarom zij op de algemeeno en bgzondere
rollen tevens geplaatst, doch bg do reserve zoo
lang in dienst gesteld worden);
lOo. zg, die tot den dieDSt der nacht- of braod-
waobten en tot dien der brandspuiten zijn aan
gesteld, zoolang zg met die werkzaamheden
zgn belast;
llo. lijf- 6B huiebedienden, voor welke &!s dienst
boden de personeele belasting wordt be'aald,
waaronder ech'er niet zuil n worden verstaan
werkbodeo of zoodanige bedienden, die ter uit
oefening van iemands beroep of bedrijf zgn
bonoodigd;
12o. zij, die voortdurend uit armenkassen bedeeld,
of in do armenge8tichton opgevoed en onder
houden worden, od
18o. krachtens art. ICO der Militiewot, delotelingen,
die hun diensttijd bg de Zeemilitie vo'bracht
en een behoorlijk paspoort bekomen hebben.
Eu zollen dientengevolge degenen, welke moohtou
vermecuen, uit hoofde van eeDe der bovengemelde
redeoen, aanspraak op vrijstelling te kunnen maken,
zoowel als zg. die zich in den dienst willen doen
VervaDgen, de bewgzen, daartoe vc-reischt, moeten
overloggGD en, in het laatste geval, de personen,
mot welke zij van nommer willen verwisselen, ken
baar maken aao de Commissie, op Vrgdag den Gden
Juli a. e, des voormiddags tuBachen 9 cd 12 uron,
Op het Raadhuis, ten einde daarvan de noodige aao-
teeksniDg te doen, voor zooveel zulks bg de loting
niet mocht zg» geschied; zullende op de reclames,
zoowel aid over de goed- of afkeuring der personen,
door welke men verlangt zich te ooen vervangen,
nader door de Commissie van onderzoek uitspraak
wordeu gedaan.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Loideu, F. WAS. Burgemeester.
18 Joni 1894. E. KI8T, 8ecretaris.
Dierenbescherming.
Ebnk tusschen redb.
Mijnheer de Redacteur!
Daar zit ik nu met mgn gebakken peren,
leelyk in do nesten en met de handen in 't
haar. Verbeeld u, daar kr\jg ik in den loop
van den morgen twee brieven van ongenoem
den, en geschreven naar aanleiding van mijne
artikelen over Dierenbescherming, vooral van
bet laatste stuk. De tweede brief is nog wel
van eene dame, zooals ik opmaak uit het
P* S., waarin ik lees: 0Myn man is 't vol
komen met mg eens, en bg zou U zelf ge
schreven hebben, maar hg heeft gisteren 't
biljet van de bedrijfsbelasting ontvangen, en
met de invulling daarvan heeft hg de handen
vol, zoodat hg vooreerst met andere dingen
zich niet kan inlaten."
De 8chrgver van den eersten brief niet
de mevrouw die zich „eon aandachtig lezer"
noemt, beklaagt zich, dat ik geen voet bg
stuk houd, maar van den hak op den tak
spring en door linnen en wol heen rammel,
over alles en nog wat, en meest over zulke
zaken, die met de dierenbescherming even
veel te maken hebben als je tantes thee
servies met den slag van Waterloo.
't Gekste is en voor den steller van den
brief 't mooiste dat die geachte heer 't by
het rechte eind heeft, den vinger op de wond
legt en den spijker op den kop slaat. Ik zal
dan ook maar zoete broodjes bakken, amende
honorable doen en beterschap beloven, 't Gaat
met den schrgver dikwyis al6 met den praat
gragen keuvelaar. Als laatstgenoemde op z\jn
praatstoel zit, dan is er geen houden aan;
't is alsof langgesloten sluisdeuren plotseling
wagenwyd opengezet worden, zoodat de volle
stroom daardoor komt bruisen. Zoo ook met
den schrgver. Als hy op zgn dreef en zyne
pen, zooals Hooft het uitdrukt, ter klapborze
(1) geraakt is, dan regeert niet de man de
pen, maar de pen den man. Dus, hierna beter,
zegt de almanak.
Hiermee zou dus de zaak afgeloopon en
de kous in 't gelgk gebreid zyn. Maar nu
komt die tweede brief, die van Mevrouw Van
Wegens. Dat epistel nu zit mg dwars in do
maag. Die geachte dame vindt juist die uit
weidingen, zysprongen en afdwalingen „zoo
gezellig," en zg wenscht, dat ik in dien trant
voortga. Nu, dat is vleiend voor den onder-
geteekende Minder aangenaam is de vorm,
waarin zg hare meening voordraagt. Immers,
zg vergelgkt mgn opstel bg soep met balletjes,
en doet duidelgk uitkomen, hoe zg mgn
pleidooi voor de Vereeniging tot bescherming
der dieren als de soep, en de tusschenredenen
als de balletjes beschouwt.Van tusschen
redenen gesproken, ik kan mg voorstellen,
hoe de „aandachtige lezer," bg 't zien van ons
opschrift, met een schamper lachje en licht
schouderophalen gemompeld heeft: Waarom
dit nu juist eene tusschenrede genoemd, daar
toch het geheele stuk niet veel meer is dan
een samenvoegsel van tusschenzinnen I
Nu kan ik mg levendig voorstellen, dat
menigeen uitroept: Welk een raren smaak
heeft die Mevrouw Van Wegens l Maar dan
antwoorden wgIeder zyn smaak, en over
den smaak valt niet te twisten.
Hoe dit zg, gg begrjjpt, Mynheer de Redac
teur l dat ik nu met de zaak verlegen ben,
en er geen gat in zie, geen mouw aan weet
te passen, geen touw aan vast te maken. De
een beveelt: Blgf binnen de grenzen, u door
uw onderwerp en de regels der logica afge
bakend. Een ander verzoekt: Maak tusschen-
beide eens een uitstapje, zeg lachende de
waarheid, en voer ons langs omwegen en
kronkelpaden, mits 't maar vriendelgke wan
deldreven zgn, naar uw doel. Wiens wenschen
moet ik nu vervullen? Waarigk, hier geldt in
vollen nadruk:
Wie allen wil behagen en in al,
Mag heden wel beginnen,
Maar kwaad is 't te verzinnen,
Wanneer hg enden zal.
Inmiddels zal ik toch beproeven aan 't ver
langen van beide partgen tegemoet te komen.
Ik blgf dus op dezelfde voois voortneuriën,
gedachtig aan het bekende: Elk vogeltje ziDgt,
zooals het gebekt is. 'k Zal dus myne natuur
geen geweld aandoen.Wat zou 't ook
baten? Verdring het natuuriyke met geweld,
't keert toch weer terug (2) en vroeg of laat
zal de aap ook hier weer uit de mouw kgken.
Men heeft dus ook nu en dan weer wat
wildzang te wachten
Maar ik wil met open kaart spelen, klaren
wgn schenken en den lezer geen knollen
voor citroenen verkoopen. Voortaan zal ik
mgne waar merken, en daar, waar 't noodig
is, een waarschuwend teeken plaatsen. Bg
die passages dus, die de lezer gerust kan
overslaan, daar zg op de zaak der dieren
bescherming geen betrekking hebben, zal ik
voortaan, altgd met uw verlof, Mgn heer de Re
dacteur 1 een paar sterretjes plaatsen, een aan
't begin en een dito aan 't eind.
Als 't wat meevalt, zullen eenige goedwil
lige, toegevende lezers misschien aan 't slot
verklaren, dat ons opstel doet denken aan
wat de Franschen eene causerie noemen, en
dat 't vergeleken kan worden bg eene turf
mand, zooals vrienden en kennissen elkaar
met Sinterklaas sturen, eene mand, gevuld
met hooi en snippers, maar waartusschen
enkele kleinigheden, die waarde hebben.
In ieder geval hoop ik het vierde artikel,
dat spoedig volgt, zóó te stellen, dat men kan
getuigen: Nu wordt 't ernstl
Na vriendeiyken groet,
Uw Dw. Dienaar,
R. Koopmans Van Bobkbren.
Aanteekenlngen.
(1) P. C. Hooft schryft in een zyner brieven
(BR1, 17) „Maer mgn pen, ter klapborze
geraeckt, schynt zich zoo verro motter praet
te vergoten, dat" enz. Eene klapborze is een
beurs, waar gepraat, gekeuveld wordt, een
babbelbeurs. In dien zin spreekt men in som
mige streken van ons land nog over een
klapbank, eene bank, waarop het volk gaat
zitten, om over het nieuws van den dag te
klappen of te spreken. Volgens de beschry ving
in het boek der Handelingen was de markt te
Athene voor velen eene klapbors. (Hand. 1721)
(2) Horatius en Boileau hebben dit, ieder
op zyne maDier, verkondigddo eerste in het
bekendeNaturam expellas fur catarnen usque
recurret; jaag het natuuriyke met de hooivork
weg, je krggt 't toch weeromen de Fransch
man zegt: Chassez le naturelil revient au
galop.
De zomerconcerten van „Zomerzorg" gaan
door en zullen dus dezen zomer niet tot het
verledene behooren. Met het oog op het reeds
gevorderde seizoen en aangezien de inteekening
niet van dien aard geweest is als met reden
verwacht was geworden, zullen er echter in
plaats van acht, slechts vier worden gegeven.
Daardoor is ook de prys voor de abonnés op
de helft gesteld geworden.
Daar het gemeenteiyk muziekcorps van
Haarlem, onder directie van den luitenant-
directeur den heer Ch. P. W. Kriens, verleden
jaar den gunetigston indruk heeft nagelaten,
is moeiiyk na te gaan wat de reden nu der
mindere deelneming dan andere jaren is. Hun,
die reeds geteekend hadden, zal het dus aan
genaam zyn dat althans de helft van de reeks
uitvoeringen plaats heeft. Het is te hopen dat
nog vele anderen hun voorbeeld zullen volgen.
Immers, het is zeker dat in den fraaien tuin
on met het uitstekend corps hier veel genot
te wachten staat,
Ter gelegenheid van den 79sten gedenk
dag van den slag by "Waterloo wapperde
heden de nationale vlag van verschillende
openbare gebouwen alhier.
Voor het akte-examen L. O. zyn geslaagd
de dames J. Key en J. A. Van Oosterzee,
van Leiden.
Gedurende de 2de helft der maand Mei
zgn aan het postkantoor alhier bezorgd de
volgende brieven, welke, door onbekendheid der
geadresseerden, niet besteld konden worden:
Hoogenveen, Aarlanderveen; A. Matheisen,
Amsterdam; S. A. Langeveld, P. Zwanneburg,
's Gravenhage; Dru Verhey, Haarlem B. Privé,
J. Flamen, Leiden; Peereboom, RhenenjA. S.
Wegbrand, Minning, Rotterdamwed. Gerrits,
niet vermeld.
Briefkaarten: N. Twigt, Amsterdam; Roo-
zendaal, L. Van Leeuwen, Lemeire, 's Graven-
hageVan der Heyde, HaarlemD. D. Reimer,
Rotterdam.
Brieven, verzonden geweest naar België:
C. J. A. Hageman, Ixelles.
Hedenmiddag ontviügen wy per Fransche
mail do Bataviasche bladen van 16—18 Mei,
alsmede de „Deli Crt." van 16—19 Mei.
Ned.-Herv. Kerk. Beroepente Hillegom,
ds. J. J. Van den Broek, te Noordwykerhout.
Aangonoraen: naar Erichem, doords. W. J.
Pgzel, te Linschoten.
Bedankt: voor Kallantsoog, door den heer
A. Weeder, te Leiden.
Geref. Kerken. Beroepente Woerden en te
Oosterbeek, de heer De Braai, te Kralingen.
Rem. Broederschap. Beroepente Rotterdam,
dr. J. Herman De Ridder Jz., te Meppel.
De collecte voor den gewapenden dienst
in de Nederlanden heeft in de gemeente Zoeter-
meer opgebracht de somma van ƒ11.85 en
in de gemeente Zegwaard 10.53.
Op Dinsdag 19 Juni zal eene verkiezing
plaats hebben voor lid van den gemeenteraad,
in plaats van den heer H. J. Augustyn, oud
burgemeester, die vertrokken is.
De heer dr. Louis A. Bahler, beroepen
predikant by de Hervormde gemeente te Schier
monnikoog, heeft besloten van de uitspraak
van het classicaal bestuur in hooger beroep
te gaana. omdat hy ds. Gheel Gildemeester
niet belasterd heeft; b. omdat hy niet in de
gelegenheid is gesteld te bewgzen, dat deze
niet was van onbesproken gedrag; c. omdat een
der gronden van het vonnis, nl. „onchristelyke
wandel" tegenover „onchristelyken handel",
ook moet zien op daden van vroeger, die hom
by het verhoor echter niet ten laste gelegd
zyn. Bovendien is in zyn vonnis de verklaring
niet opgenomen, dat hg wenschte hoe al de
geruchten omtrent Gheel Gildemeester onwaar
mochten blyken, zoodat hg het zachtste ker-
kelyke tuchtmiddel, de berisping, niet verdiend
heeft en op volkomen vrgspraak rekent.
Het nieuwe stoomschip „Koningin
Regentes," de boot der maatschappg „Neder
land," die Zaterdag morgen op hare eerste
reis van Amsterdam naar Indië uitvoer en
het gansche ministerie aan boord had, is bg
do Hembrug omstreeks 11 uren aan den grond
gevaren.
De reden van het ongeval, dat gelukkig
geene avery aan het schip heeft veroorzaakt,
was deze: Het vertrek der boot was op 10
uren bepaald, maar doordien men op de
minis!ers moest wachten (hun trein kwam
eerst om kwart over tienen aan) werd het
halfelf vóór de boot vertrok. Men was er
natuurlgk niet op bedacht dat de Hembrug
dicht kon zgn, wat nu echter, met het oog
op den treinenloop, het geval was. Daardoor
moest de boot plotseling stoppen en liep daar
door uit het roer, hoewel zij, zegt het „Hbl.,"
in gewone omstandigheden uitstekend stuurt;
zoodoonde kwam zg in aanraking met eene
ondiepte vóór het Zaandammergat en liep
vast, zonder eeDigen schok. Men kon zich
echter de teleurstelling voorstellen, welke aan
boord werd tewoeggebracht door zulk een
ongeval op eene eerste vaart on terwyi het
gansche kabinet aan boord was.
Spoedig kwamen oen drietal sleepbooten,
maar zy konden het schip niet vlot krygen,
hetgeen eerst aan de „Simson" gelukte om
streeks 7 ureu 's avonds.
De ministers en de andere genoodigden
keerden met de sleepbooten naar Amsterdam
terug.
Twee lichters, die ter plaatse kwamen, be
hoefden geene hulp te verieenen.
De boot liep omstreeks halftien de sluis te
IJmuiden binnen en heeft middernacht de
reis naar Batavia aanvaard.
Naar de „Tel." verneemt, is de heer
C. V. Gerritsen, te Amsterdam, ernstig onge
steld. Geruimen tyd zal hy de zittingen der
Tweede Kamer noch de vergaderingen van
den Raad by kunnen wonen, daar een tgdeiyk
verbiyf in het buitenland tot herstel noodig
wordt geacht.
In het jaar 1894 kunnen tor beschikking
van den gouverneur-generaal vanNederlandsch-
Indié worden gesteld:
a. om in administratieve betrekkingen daar
te lande te worden geplaatst, zes en twintig
personen, die geslaagd zyn in bet groot amb
tenaarsexamen voor den Indiscben dienst;
b. om in rechterlyke betrekkingen daar te
lande te worden geplaatst, vyftien personen,
die geslaagd zgn in het examen, bedoeld bg
artikel 92, 2de lid, der wet op het hooger
onderwys.
Zy, die ter beschikking van den gouverneur
generaal wonscben te worden gesteld, moeten
daartoe het verzoek doen aan den minister
van koloniën, bg een request op zegel, de ge
slaagden in het groot ambtenaarsexamen bin
nen veertien dagen nadat hun het getuigschrift
daarvan zal zgn uitgereikt, en de geslaagden
in het examen, bedoeld by artikel 92, 2de
lid, der wet op het hooger onderwys, binnen
zes weken na deze bekendmaking.
Men zie verder de Staatscourant vaD
17/18 dezer.
By beschikking van den minister van
w., h. en n. is bepaald dat met ingang van
1 Juli a. s. zullen dienst doen: de benoemde
hoofdingenieur van den Rijkswaterstaat 2de
klasse W. Verwey Azn., als hoofdingenieur
in het 7de district, ter standplaats Maastricht
de ingenieur 2de kl. J. G. Ermerins, thans te
Utrecht, bg den bouw der brug over de Maas
te Heusden; de ingenieur 3de klasse jhr F.
L. Ortt, thans te Brielle, by don algem. dienst
van den Rykswaterstaat, ter standplaats
'8 Gravenhagede ingenieur 3de k). G. Roose
boom, thans te 's-Hertogenboscb, als arron-
dissements-ingenieur te Brielle; de adspirant-
ingenieur H. L. Van HoofT, thans te Dordrecht,
toegevoegd aan den ingenieur in het 5de
rivier-arrondissement, ter standplaats Andel;
de adspirant-ingenieur E. Van Konynenburg,
thans te 's Gravenhage, toegevoegd aan den
ingenieur in het 4de rivier arrondissement,
ter standplaats Dordrecht.
De minister van koloniën vestigt de aan
dacht van de officieren, die vóór ultimo Dec.
1893 den Indischen militairen dienst op eer
volle wyze hebben verlaten, zonder in het
genot van pensioen te zgn gesteld, en mitsdien
het deelgenootschap aan het weduwen en
weezenfonds der officieren van de landmacht
in Nederlandsch-Indiê verloren, op art. 5 van
het koninkiyk besluit van 26 October 1893
(Staatsblad no. 155), waarby is aangegeven
onder welke voorwaarden zy tot ultimo Dec.
1894 dat deelgenootschap kunnen htrkrygen
voor de vrouw, met wie zy op het oogenblik
van het eervol ontslag gehuwd waren, en.
voor de kinderen uit dat huwelyk. Sts.Ct
Het stoomschip „Amsterdam" vertrok
16 Juni van Nieuw-York naar Rotterdam;
de „Burgemeester Den Tex", van Batavi?,
naar Amsterdam, passeerde 17 Juni Gibraltar;
de „Koningin Regentes", van Amsterdam
naar Batavia, passeerde 17 Juni Dover; do
„Maasdam", van Rotterdam, is 16 Juni te
Nieuw York aangekomen; de „Obdam", van
Rotterdam naar Nieuw York, passeerdo 17
Juni Wight; de „Voorwaarts", van Batavia
naar Amsterdam via Suriname, arriveerde 17
Juni te Paramaribo; de „Drente" arriveerde
16 Juni van Rotterdam te Batavia; de
„Soerabaia", van Rotterdam naar Batavia,
passeerdo 16 Juni Sagres.
Natuurkundig; onderzoek van Borneo.
Aan een uittreksel uit de laatste brieven
van 22 Februari en 1 April van onzen stad
genoot den heer Büttikofer blykt, dat sedert
de verzending van het tweede bericht de
expeditie voltallig was geworden. Nadat ge
bleken was dat de G. Kenepai niet hoog ge
noeg was voor de eigenaardige in Britsch-
Borneo gevonden montaan-fauna, werl uit
gezien naar een nieuw jachtterrein in de
hoogste bergstreek, die van het punt, waai
de expeditie was, bereikbaar zou zyn. Besloten
werd het „Gebirgsmassiv" te kiezen, hetwelk
in het zuiden van de Mandei-rivier ligt en
waarvan de Lgang Koeboeng (1832 M.) het
hoogste punt schgnt te zyn. De reis daarheen
werd ondernomen langs de Mandei-rivier met
de den controleur Van Velthuyzen ter be
schikking staande stoombarkas de „Poenan,"
die de expeditie langs Kapoenan en den be-
nedenboog der Mandei tot Nanga Kalis bracht,
van waar de tocht per kleine inlandscho roei
schuiten tot eene plaats in dat gebergte, Nanga
Raoen geheeten, werd voortgezet, waar de
expeditie 4 Maart aankwam.
Over de plannen voor de toekomst wordt
het volgende vermeld:
„Nadat de maanden Maart en April in het
Mandeigebied zyn afgeloopen, zullen wy to
Poetoes Sibauw, waarhoen het hoofdstation
met do noodige vivres, enz. na ons vertrek
van hier verplaatst wordt, byeenkomen en
van daar uit vorder de Kapoeas op naar eeno
linker-zyrivier er van, de Boengau-rivier,
gaan en zoo mogelgk Penaneh aan den Boven-
Mahakkam zien te bereiken. Daarvoor zouden
dan de maanden Mei en Juni nog beschikbaar
zyn. Want het nieuwste bericht, door prof.
Molengraaf! medegebracht en hetwelk hier nog
al sensatie teweegbracht onder de expeditie
leden, den controleur medegerekend, is, dat
de tocht naar de Oostkust, waarar.n de resident
veel waarde hecht, nu niet zal doorgaanDit
is eigenlgk, zuiver van uit het standpunt van
den verzamelaar zoöloog beschouwd, wel zoo
goed, hoewel ik den tocht naar de oostkust
met veel genoegen zoude medegemaakt heoben,
niettegenstaande do veiligheid aan de water
vallen van au Bover.-Mahakkam \ecl te wen
schen moet overlaten, iets, dat trouwens ock
aan de Boven Boengan reeds het geval
moet z\jn."
Verspreiden van geürukte si ukken.
Men zal zich herinneren dat Gedeputeerde
Staten van Gelderland bedenkingen hadden
tegen de aanvulling van de politie-verordening
der gemeente Njjmegen met hot verbod om
op do straten tusschen 10 uren des voormid
dags en 12 uren des nachts geschreven of
gedrukte stukken te verspreiden.
Dat verbod, als hebbende eeno preventieve
strekking, verklaarden zy in stryd met de
interpretatie van art. 7 der Grondwet, gegeven
door den Hoogen Raad in zyn arrest van 7
November 1892, waarbg werd geoordeeld dat
genoemd artikel het nemen van preventieve
maatregelen in deze uitsluit en alleen repres
sieve in het belang der openbare orde, be-
paaldeiyk ter beveiliging van het openbaar
verkeer, toelaat.
De gemeenteraad van Nijmegen heeft nu
met intrekking van het vroeger besluit vast
gesteld de bepaling, houdende verbod om op
de straten, in het belang der openbare orde,
bepaaldelgk ter beveiliging van het openbaar
verkeer en in het belang der huishouding van
de gemeente, op de marktdagen Maandag en
Donderdag tusschen tien uren des voor
middags en tien uren des namiddags, en de
overige dagen tusschen vier en tien uren
des namiddags, geschreven of gedrukte stukken
aan te kondigen, to verspreiden, te vonton
of te koop aan te bieden.