N°. 10527. Dinsdag lö Juni. A0. 1894. feze (Qourant wordt dagelijks, met uitzondering van §pn- en feestdagen, uitgegeven. Lelden, 18 Jnni. LEIBSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden1 1-10. Franco per postl-*0. Afzonderlijke Nommers .-....< i 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIÈN: Van 1-6 rogels ƒ1.05. Iedere regel meer 0.17 J. Grootore letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten do stad wordt ƒ0.05 berekend. Officieel© KennisgeTingeiL SCHUTTERIJ. Burgemeester en Wethouders van Leiden brongen ter algemeene kennis, dat de alphabetiecho naamlijst Tan alle personen, die, overeenkomstig de Wet van den llden April 1827, aan de loting voor de Sobuttorg moeten deelnemen, ter inzage van de belanghebbenden zal liggen ter seoretarie dezer gemeente, van den löden tot en met den 28eten Juni aanstaande (de Zondag uitgezonderd), des voormiddags van 9 tot 12 uren, en dat de loting zal plaats hebben in een der lokalen van het Baadhuis, on wel: op Vrgdag den 29sten Juni 1894, voormiddag® te negen uren. Wordende zij, welke na de laatetvoorgaande in- eohrijving zioh binnen deze gemeente metterwoon hebben gevestigd, tot eene naloting opgeroepen, mede op Vrgdag den 99eton Juni 1894, '•namiddags te één uur. Zullende ieder ingeschrevene bg een biljet worden opgeroepon, om tot de loting ter voorschreven plaatse op te komen, op den dag en het uur, in doeo konnisgeving uitgedrukt, terwgl zij, die ver hinderd mochten worden zeiven tot de loting op te komen, zich door een gemaohtigde kunnen doen vertegenwoordigen, of, geen gemachtigde verachg- nonde, zal de loting geschieden door een dor leden van de Commissie uit het Gemeentebestuur. Tovens worden de bolanghobbenden verwittigd, dat bij de genoemd# loting aantoekening zal worden gehouden van de redenen tot vrijstelling, die de ingesohrovenen vermeenen, krachtens het 3de art. der Wot, te knnnen aanvoeren; waarom het voor ben, die zoodanige reden tot vrijstelling meenen te hebbeD, van belang is, door personeele opkomst of. bi) volstrekte beletselen, door het zenden van een met hunne omstandigheden wel bekenden gemach tigde, de loting niet t* verzuimen. En wordt eindelijk den belanghebbenden kennis gegeven, dat aan de navolgenden bij de wet recht op vrijstelling is toegekend, als: lo. die met ziekte of gebreken zijn behept, welke hen tot den wapenhandel, voor hot tegenwoordig oogenblili of wel geheel, ongeschikt maken; 2o. die kleiner zjjn dan eene Nederlandeche el (meter) en vijfhonderd zeventig strepon (milli meters); 8o. de geestelijken van alle gezindten, zoolang zij niet van stand veranderen; 4o. de professoren en lectoren aan do hoogescholen (rijksuniversiteit), aan de athenaea en de eomi- natiën; 5o. de etudonton in de godgeleordheid Co. die den rang van officier in dienst van den Staat, te lande of ter zee, hebben bekleed, en door eorvol ontslag den dienst verlaten hebben of geponaionneerd z(|n, zoolang z(j niet in een gelijken of een boogoren rang bij do Schutterijen kunnen worden aangesteld 7o. die wegens verandering van woonplaate, eervol uit de Schutterij zijn ontelagon in den rang van officier, voor zooverre zg in hun vorigen of in een hoogeron rang niet weder knnnen worden aai geateld; 8o. die in militairen dienst ter zee of te lande zijn. waardoor alleen worden bedoeld zij, die na de inschrgving in militairen dienst zgn getroden, als rustende op militairen, zoolang zy in dienst z(jn en dus niet voor ingezetenen eener bepaalde gemeente kunnen gehouden worden, de verplioh- ting niet om zich te doen inschig>en; 9o. den broeder van hem die in persoon voor zioh- zelvon bg de Schutterij dient, met dien veretando, dat van eon gelijk getal broeders altijd de helft, en van een ongelgk getal eleobts de kleinste helft, tot den dienst zal worden opgeroepen; strekkende deze bepalingen zich eohter niet nit tot zoodanige broeders, die, om welk® reden ook, niet meer b(j bunne ouders inwonen; terwijl voorts, iD tijd van vrede, van den actie ven dienst tovens worden vrijgesteld (met de bepaling nochtans dat zg tot den werkelgkon dienst dadelijk kunnen worden opgeroepen, indien de redenen van vrijstelling ophouden, waarom zij op de algemeeno en bgzondere rollen tevens geplaatst, doch bg do reserve zoo lang in dienst gesteld worden); lOo. zg, die tot den dieDSt der nacht- of braod- waobten en tot dien der brandspuiten zijn aan gesteld, zoolang zg met die werkzaamheden zgn belast; llo. lijf- 6B huiebedienden, voor welke &!s dienst boden de personeele belasting wordt be'aald, waaronder ech'er niet zuil n worden verstaan werkbodeo of zoodanige bedienden, die ter uit oefening van iemands beroep of bedrijf zgn bonoodigd; 12o. zij, die voortdurend uit armenkassen bedeeld, of in do armenge8tichton opgevoed en onder houden worden, od 18o. krachtens art. ICO der Militiewot, delotelingen, die hun diensttijd bg de Zeemilitie vo'bracht en een behoorlijk paspoort bekomen hebben. Eu zollen dientengevolge degenen, welke moohtou vermecuen, uit hoofde van eeDe der bovengemelde redeoen, aanspraak op vrijstelling te kunnen maken, zoowel als zg. die zich in den dienst willen doen VervaDgen, de bewgzen, daartoe vc-reischt, moeten overloggGD en, in het laatste geval, de personen, mot welke zij van nommer willen verwisselen, ken baar maken aao de Commissie, op Vrgdag den Gden Juli a. e, des voormiddags tuBachen 9 cd 12 uron, Op het Raadhuis, ten einde daarvan de noodige aao- teeksniDg te doen, voor zooveel zulks bg de loting niet mocht zg» geschied; zullende op de reclames, zoowel aid over de goed- of afkeuring der personen, door welke men verlangt zich te ooen vervangen, nader door de Commissie van onderzoek uitspraak wordeu gedaan. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Loideu, F. WAS. Burgemeester. 18 Joni 1894. E. KI8T, 8ecretaris. Dierenbescherming. Ebnk tusschen redb. Mijnheer de Redacteur! Daar zit ik nu met mgn gebakken peren, leelyk in do nesten en met de handen in 't haar. Verbeeld u, daar kr\jg ik in den loop van den morgen twee brieven van ongenoem den, en geschreven naar aanleiding van mijne artikelen over Dierenbescherming, vooral van bet laatste stuk. De tweede brief is nog wel van eene dame, zooals ik opmaak uit het P* S., waarin ik lees: 0Myn man is 't vol komen met mg eens, en bg zou U zelf ge schreven hebben, maar hg heeft gisteren 't biljet van de bedrijfsbelasting ontvangen, en met de invulling daarvan heeft hg de handen vol, zoodat hg vooreerst met andere dingen zich niet kan inlaten." De 8chrgver van den eersten brief niet de mevrouw die zich „eon aandachtig lezer" noemt, beklaagt zich, dat ik geen voet bg stuk houd, maar van den hak op den tak spring en door linnen en wol heen rammel, over alles en nog wat, en meest over zulke zaken, die met de dierenbescherming even veel te maken hebben als je tantes thee servies met den slag van Waterloo. 't Gekste is en voor den steller van den brief 't mooiste dat die geachte heer 't by het rechte eind heeft, den vinger op de wond legt en den spijker op den kop slaat. Ik zal dan ook maar zoete broodjes bakken, amende honorable doen en beterschap beloven, 't Gaat met den schrgver dikwyis al6 met den praat gragen keuvelaar. Als laatstgenoemde op z\jn praatstoel zit, dan is er geen houden aan; 't is alsof langgesloten sluisdeuren plotseling wagenwyd opengezet worden, zoodat de volle stroom daardoor komt bruisen. Zoo ook met den schrgver. Als hy op zgn dreef en zyne pen, zooals Hooft het uitdrukt, ter klapborze (1) geraakt is, dan regeert niet de man de pen, maar de pen den man. Dus, hierna beter, zegt de almanak. Hiermee zou dus de zaak afgeloopon en de kous in 't gelgk gebreid zyn. Maar nu komt die tweede brief, die van Mevrouw Van Wegens. Dat epistel nu zit mg dwars in do maag. Die geachte dame vindt juist die uit weidingen, zysprongen en afdwalingen „zoo gezellig," en zg wenscht, dat ik in dien trant voortga. Nu, dat is vleiend voor den onder- geteekende Minder aangenaam is de vorm, waarin zg hare meening voordraagt. Immers, zg vergelgkt mgn opstel bg soep met balletjes, en doet duidelgk uitkomen, hoe zg mgn pleidooi voor de Vereeniging tot bescherming der dieren als de soep, en de tusschenredenen als de balletjes beschouwt.Van tusschen redenen gesproken, ik kan mg voorstellen, hoe de „aandachtige lezer," bg 't zien van ons opschrift, met een schamper lachje en licht schouderophalen gemompeld heeft: Waarom dit nu juist eene tusschenrede genoemd, daar toch het geheele stuk niet veel meer is dan een samenvoegsel van tusschenzinnen I Nu kan ik mg levendig voorstellen, dat menigeen uitroept: Welk een raren smaak heeft die Mevrouw Van Wegens l Maar dan antwoorden wgIeder zyn smaak, en over den smaak valt niet te twisten. Hoe dit zg, gg begrjjpt, Mynheer de Redac teur l dat ik nu met de zaak verlegen ben, en er geen gat in zie, geen mouw aan weet te passen, geen touw aan vast te maken. De een beveelt: Blgf binnen de grenzen, u door uw onderwerp en de regels der logica afge bakend. Een ander verzoekt: Maak tusschen- beide eens een uitstapje, zeg lachende de waarheid, en voer ons langs omwegen en kronkelpaden, mits 't maar vriendelgke wan deldreven zgn, naar uw doel. Wiens wenschen moet ik nu vervullen? Waarigk, hier geldt in vollen nadruk: Wie allen wil behagen en in al, Mag heden wel beginnen, Maar kwaad is 't te verzinnen, Wanneer hg enden zal. Inmiddels zal ik toch beproeven aan 't ver langen van beide partgen tegemoet te komen. Ik blgf dus op dezelfde voois voortneuriën, gedachtig aan het bekende: Elk vogeltje ziDgt, zooals het gebekt is. 'k Zal dus myne natuur geen geweld aandoen.Wat zou 't ook baten? Verdring het natuuriyke met geweld, 't keert toch weer terug (2) en vroeg of laat zal de aap ook hier weer uit de mouw kgken. Men heeft dus ook nu en dan weer wat wildzang te wachten Maar ik wil met open kaart spelen, klaren wgn schenken en den lezer geen knollen voor citroenen verkoopen. Voortaan zal ik mgne waar merken, en daar, waar 't noodig is, een waarschuwend teeken plaatsen. Bg die passages dus, die de lezer gerust kan overslaan, daar zg op de zaak der dieren bescherming geen betrekking hebben, zal ik voortaan, altgd met uw verlof, Mgn heer de Re dacteur 1 een paar sterretjes plaatsen, een aan 't begin en een dito aan 't eind. Als 't wat meevalt, zullen eenige goedwil lige, toegevende lezers misschien aan 't slot verklaren, dat ons opstel doet denken aan wat de Franschen eene causerie noemen, en dat 't vergeleken kan worden bg eene turf mand, zooals vrienden en kennissen elkaar met Sinterklaas sturen, eene mand, gevuld met hooi en snippers, maar waartusschen enkele kleinigheden, die waarde hebben. In ieder geval hoop ik het vierde artikel, dat spoedig volgt, zóó te stellen, dat men kan getuigen: Nu wordt 't ernstl Na vriendeiyken groet, Uw Dw. Dienaar, R. Koopmans Van Bobkbren. Aanteekenlngen. (1) P. C. Hooft schryft in een zyner brieven (BR1, 17) „Maer mgn pen, ter klapborze geraeckt, schynt zich zoo verro motter praet te vergoten, dat" enz. Eene klapborze is een beurs, waar gepraat, gekeuveld wordt, een babbelbeurs. In dien zin spreekt men in som mige streken van ons land nog over een klapbank, eene bank, waarop het volk gaat zitten, om over het nieuws van den dag te klappen of te spreken. Volgens de beschry ving in het boek der Handelingen was de markt te Athene voor velen eene klapbors. (Hand. 1721) (2) Horatius en Boileau hebben dit, ieder op zyne maDier, verkondigddo eerste in het bekendeNaturam expellas fur catarnen usque recurret; jaag het natuuriyke met de hooivork weg, je krggt 't toch weeromen de Fransch man zegt: Chassez le naturelil revient au galop. De zomerconcerten van „Zomerzorg" gaan door en zullen dus dezen zomer niet tot het verledene behooren. Met het oog op het reeds gevorderde seizoen en aangezien de inteekening niet van dien aard geweest is als met reden verwacht was geworden, zullen er echter in plaats van acht, slechts vier worden gegeven. Daardoor is ook de prys voor de abonnés op de helft gesteld geworden. Daar het gemeenteiyk muziekcorps van Haarlem, onder directie van den luitenant- directeur den heer Ch. P. W. Kriens, verleden jaar den gunetigston indruk heeft nagelaten, is moeiiyk na te gaan wat de reden nu der mindere deelneming dan andere jaren is. Hun, die reeds geteekend hadden, zal het dus aan genaam zyn dat althans de helft van de reeks uitvoeringen plaats heeft. Het is te hopen dat nog vele anderen hun voorbeeld zullen volgen. Immers, het is zeker dat in den fraaien tuin on met het uitstekend corps hier veel genot te wachten staat, Ter gelegenheid van den 79sten gedenk dag van den slag by "Waterloo wapperde heden de nationale vlag van verschillende openbare gebouwen alhier. Voor het akte-examen L. O. zyn geslaagd de dames J. Key en J. A. Van Oosterzee, van Leiden. Gedurende de 2de helft der maand Mei zgn aan het postkantoor alhier bezorgd de volgende brieven, welke, door onbekendheid der geadresseerden, niet besteld konden worden: Hoogenveen, Aarlanderveen; A. Matheisen, Amsterdam; S. A. Langeveld, P. Zwanneburg, 's Gravenhage; Dru Verhey, Haarlem B. Privé, J. Flamen, Leiden; Peereboom, RhenenjA. S. Wegbrand, Minning, Rotterdamwed. Gerrits, niet vermeld. Briefkaarten: N. Twigt, Amsterdam; Roo- zendaal, L. Van Leeuwen, Lemeire, 's Graven- hageVan der Heyde, HaarlemD. D. Reimer, Rotterdam. Brieven, verzonden geweest naar België: C. J. A. Hageman, Ixelles. Hedenmiddag ontviügen wy per Fransche mail do Bataviasche bladen van 16—18 Mei, alsmede de „Deli Crt." van 16—19 Mei. Ned.-Herv. Kerk. Beroepente Hillegom, ds. J. J. Van den Broek, te Noordwykerhout. Aangonoraen: naar Erichem, doords. W. J. Pgzel, te Linschoten. Bedankt: voor Kallantsoog, door den heer A. Weeder, te Leiden. Geref. Kerken. Beroepente Woerden en te Oosterbeek, de heer De Braai, te Kralingen. Rem. Broederschap. Beroepente Rotterdam, dr. J. Herman De Ridder Jz., te Meppel. De collecte voor den gewapenden dienst in de Nederlanden heeft in de gemeente Zoeter- meer opgebracht de somma van ƒ11.85 en in de gemeente Zegwaard 10.53. Op Dinsdag 19 Juni zal eene verkiezing plaats hebben voor lid van den gemeenteraad, in plaats van den heer H. J. Augustyn, oud burgemeester, die vertrokken is. De heer dr. Louis A. Bahler, beroepen predikant by de Hervormde gemeente te Schier monnikoog, heeft besloten van de uitspraak van het classicaal bestuur in hooger beroep te gaana. omdat hy ds. Gheel Gildemeester niet belasterd heeft; b. omdat hy niet in de gelegenheid is gesteld te bewgzen, dat deze niet was van onbesproken gedrag; c. omdat een der gronden van het vonnis, nl. „onchristelyke wandel" tegenover „onchristelyken handel", ook moet zien op daden van vroeger, die hom by het verhoor echter niet ten laste gelegd zyn. Bovendien is in zyn vonnis de verklaring niet opgenomen, dat hg wenschte hoe al de geruchten omtrent Gheel Gildemeester onwaar mochten blyken, zoodat hg het zachtste ker- kelyke tuchtmiddel, de berisping, niet verdiend heeft en op volkomen vrgspraak rekent. Het nieuwe stoomschip „Koningin Regentes," de boot der maatschappg „Neder land," die Zaterdag morgen op hare eerste reis van Amsterdam naar Indië uitvoer en het gansche ministerie aan boord had, is bg do Hembrug omstreeks 11 uren aan den grond gevaren. De reden van het ongeval, dat gelukkig geene avery aan het schip heeft veroorzaakt, was deze: Het vertrek der boot was op 10 uren bepaald, maar doordien men op de minis!ers moest wachten (hun trein kwam eerst om kwart over tienen aan) werd het halfelf vóór de boot vertrok. Men was er natuurlgk niet op bedacht dat de Hembrug dicht kon zgn, wat nu echter, met het oog op den treinenloop, het geval was. Daardoor moest de boot plotseling stoppen en liep daar door uit het roer, hoewel zij, zegt het „Hbl.," in gewone omstandigheden uitstekend stuurt; zoodoonde kwam zg in aanraking met eene ondiepte vóór het Zaandammergat en liep vast, zonder eeDigen schok. Men kon zich echter de teleurstelling voorstellen, welke aan boord werd tewoeggebracht door zulk een ongeval op eene eerste vaart on terwyi het gansche kabinet aan boord was. Spoedig kwamen oen drietal sleepbooten, maar zy konden het schip niet vlot krygen, hetgeen eerst aan de „Simson" gelukte om streeks 7 ureu 's avonds. De ministers en de andere genoodigden keerden met de sleepbooten naar Amsterdam terug. Twee lichters, die ter plaatse kwamen, be hoefden geene hulp te verieenen. De boot liep omstreeks halftien de sluis te IJmuiden binnen en heeft middernacht de reis naar Batavia aanvaard. Naar de „Tel." verneemt, is de heer C. V. Gerritsen, te Amsterdam, ernstig onge steld. Geruimen tyd zal hy de zittingen der Tweede Kamer noch de vergaderingen van den Raad by kunnen wonen, daar een tgdeiyk verbiyf in het buitenland tot herstel noodig wordt geacht. In het jaar 1894 kunnen tor beschikking van den gouverneur-generaal vanNederlandsch- Indié worden gesteld: a. om in administratieve betrekkingen daar te lande te worden geplaatst, zes en twintig personen, die geslaagd zyn in bet groot amb tenaarsexamen voor den Indiscben dienst; b. om in rechterlyke betrekkingen daar te lande te worden geplaatst, vyftien personen, die geslaagd zgn in het examen, bedoeld bg artikel 92, 2de lid, der wet op het hooger onderwys. Zy, die ter beschikking van den gouverneur generaal wonscben te worden gesteld, moeten daartoe het verzoek doen aan den minister van koloniën, bg een request op zegel, de ge slaagden in het groot ambtenaarsexamen bin nen veertien dagen nadat hun het getuigschrift daarvan zal zgn uitgereikt, en de geslaagden in het examen, bedoeld by artikel 92, 2de lid, der wet op het hooger onderwys, binnen zes weken na deze bekendmaking. Men zie verder de Staatscourant vaD 17/18 dezer. By beschikking van den minister van w., h. en n. is bepaald dat met ingang van 1 Juli a. s. zullen dienst doen: de benoemde hoofdingenieur van den Rijkswaterstaat 2de klasse W. Verwey Azn., als hoofdingenieur in het 7de district, ter standplaats Maastricht de ingenieur 2de kl. J. G. Ermerins, thans te Utrecht, bg den bouw der brug over de Maas te Heusden; de ingenieur 3de klasse jhr F. L. Ortt, thans te Brielle, by don algem. dienst van den Rykswaterstaat, ter standplaats '8 Gravenhagede ingenieur 3de k). G. Roose boom, thans te 's-Hertogenboscb, als arron- dissements-ingenieur te Brielle; de adspirant- ingenieur H. L. Van HoofT, thans te Dordrecht, toegevoegd aan den ingenieur in het 5de rivier-arrondissement, ter standplaats Andel; de adspirant-ingenieur E. Van Konynenburg, thans te 's Gravenhage, toegevoegd aan den ingenieur in het 4de rivier arrondissement, ter standplaats Dordrecht. De minister van koloniën vestigt de aan dacht van de officieren, die vóór ultimo Dec. 1893 den Indischen militairen dienst op eer volle wyze hebben verlaten, zonder in het genot van pensioen te zgn gesteld, en mitsdien het deelgenootschap aan het weduwen en weezenfonds der officieren van de landmacht in Nederlandsch-Indiê verloren, op art. 5 van het koninkiyk besluit van 26 October 1893 (Staatsblad no. 155), waarby is aangegeven onder welke voorwaarden zy tot ultimo Dec. 1894 dat deelgenootschap kunnen htrkrygen voor de vrouw, met wie zy op het oogenblik van het eervol ontslag gehuwd waren, en. voor de kinderen uit dat huwelyk. Sts.Ct Het stoomschip „Amsterdam" vertrok 16 Juni van Nieuw-York naar Rotterdam; de „Burgemeester Den Tex", van Batavi?, naar Amsterdam, passeerde 17 Juni Gibraltar; de „Koningin Regentes", van Amsterdam naar Batavia, passeerde 17 Juni Dover; do „Maasdam", van Rotterdam, is 16 Juni te Nieuw York aangekomen; de „Obdam", van Rotterdam naar Nieuw York, passeerdo 17 Juni Wight; de „Voorwaarts", van Batavia naar Amsterdam via Suriname, arriveerde 17 Juni te Paramaribo; de „Drente" arriveerde 16 Juni van Rotterdam te Batavia; de „Soerabaia", van Rotterdam naar Batavia, passeerdo 16 Juni Sagres. Natuurkundig; onderzoek van Borneo. Aan een uittreksel uit de laatste brieven van 22 Februari en 1 April van onzen stad genoot den heer Büttikofer blykt, dat sedert de verzending van het tweede bericht de expeditie voltallig was geworden. Nadat ge bleken was dat de G. Kenepai niet hoog ge noeg was voor de eigenaardige in Britsch- Borneo gevonden montaan-fauna, werl uit gezien naar een nieuw jachtterrein in de hoogste bergstreek, die van het punt, waai de expeditie was, bereikbaar zou zyn. Besloten werd het „Gebirgsmassiv" te kiezen, hetwelk in het zuiden van de Mandei-rivier ligt en waarvan de Lgang Koeboeng (1832 M.) het hoogste punt schgnt te zyn. De reis daarheen werd ondernomen langs de Mandei-rivier met de den controleur Van Velthuyzen ter be schikking staande stoombarkas de „Poenan," die de expeditie langs Kapoenan en den be- nedenboog der Mandei tot Nanga Kalis bracht, van waar de tocht per kleine inlandscho roei schuiten tot eene plaats in dat gebergte, Nanga Raoen geheeten, werd voortgezet, waar de expeditie 4 Maart aankwam. Over de plannen voor de toekomst wordt het volgende vermeld: „Nadat de maanden Maart en April in het Mandeigebied zyn afgeloopen, zullen wy to Poetoes Sibauw, waarhoen het hoofdstation met do noodige vivres, enz. na ons vertrek van hier verplaatst wordt, byeenkomen en van daar uit vorder de Kapoeas op naar eeno linker-zyrivier er van, de Boengau-rivier, gaan en zoo mogelgk Penaneh aan den Boven- Mahakkam zien te bereiken. Daarvoor zouden dan de maanden Mei en Juni nog beschikbaar zyn. Want het nieuwste bericht, door prof. Molengraaf! medegebracht en hetwelk hier nog al sensatie teweegbracht onder de expeditie leden, den controleur medegerekend, is, dat de tocht naar de Oostkust, waarar.n de resident veel waarde hecht, nu niet zal doorgaanDit is eigenlgk, zuiver van uit het standpunt van den verzamelaar zoöloog beschouwd, wel zoo goed, hoewel ik den tocht naar de oostkust met veel genoegen zoude medegemaakt heoben, niettegenstaande do veiligheid aan de water vallen van au Bover.-Mahakkam \ecl te wen schen moet overlaten, iets, dat trouwens ock aan de Boven Boengan reeds het geval moet z\jn." Verspreiden van geürukte si ukken. Men zal zich herinneren dat Gedeputeerde Staten van Gelderland bedenkingen hadden tegen de aanvulling van de politie-verordening der gemeente Njjmegen met hot verbod om op do straten tusschen 10 uren des voormid dags en 12 uren des nachts geschreven of gedrukte stukken te verspreiden. Dat verbod, als hebbende eeno preventieve strekking, verklaarden zy in stryd met de interpretatie van art. 7 der Grondwet, gegeven door den Hoogen Raad in zyn arrest van 7 November 1892, waarbg werd geoordeeld dat genoemd artikel het nemen van preventieve maatregelen in deze uitsluit en alleen repres sieve in het belang der openbare orde, be- paaldeiyk ter beveiliging van het openbaar verkeer, toelaat. De gemeenteraad van Nijmegen heeft nu met intrekking van het vroeger besluit vast gesteld de bepaling, houdende verbod om op de straten, in het belang der openbare orde, bepaaldelgk ter beveiliging van het openbaar verkeer en in het belang der huishouding van de gemeente, op de marktdagen Maandag en Donderdag tusschen tien uren des voor middags en tien uren des namiddags, en de overige dagen tusschen vier en tien uren des namiddags, geschreven of gedrukte stukken aan te kondigen, to verspreiden, te vonton of te koop aan te bieden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 1