No. 10525. Zaterdag 16 Juni. A0. 1894. <§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 15 Juni. Feuilleton. De Misdaad in de Rue Lafitte. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per post 1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. PRUS DER ADVERTENTTËN Van 1-6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17 j. Grooter® letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt ƒ0.05 berekend. Officieel© Kennisgevingen. Bnrgomoester on Wethouder# der gemeents Leiden brengen by deze ter algemeens kennii dat benoemd ia tot direoteur van de brandwoor de hper L. MAAS. in de plaats van den heer W. A. VAN LITH, ann wien met Ingang van 16 Juni a. 8. eer rol ontslag ia verleend, en tot adjunct-direoteur de heer j. BBUMMELKaMP, thans opperbrandmeeeter aan go etoombrandapuit No. 1, in de plaats van den heer L. MAAS voornoemd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WA8, Burgemeester, li Juni 1894. EIST, Secretaris. Burgemeester en Wethouders van Leiden, Gezien do olroulaire van den Staatsraad Gouverneur van Zuid-Holland van den Sleten Augustus 1881 (Provinciaalblad No. 110), Brengen ter algemeene kennis, dat, tor voldoening aan hot Koninklijk besluit van den lsten dier maand No. 72, de Dankdag of Godsdienstigo viering der overwinning van Waterloo, ditmaal op Zondag den 17den dezer maand zal worden gehouden. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemeester. 14 Juni 1894. E. KIST, Secretaris. Burgemeester en Wethouders der ge meente Leiden maken bekend dat, om zooveel mogelijk het welslagen te bevorderen der jaarlijksche Collecte, welke door de Districts commissie tot aanmoediging en ondersteuning van den Gewapenden dienst in de Nederlanden, zal worden gehouden, ingevolge het ver langen van gemelde Commissie, de genoemde Collecte zal geschieden, door daartoe gemach tigde personen, met gesloten bussen, op Maandag en Dinsdag, 18 en 19 Juni a. 8., aanvangende 's morgens te negen uren, aan de huizen der ingezetenen, wien verzocht wordt op de uitreiking hunner liefdegiften orde te stellen. Burgemeester en Wethouders noodigen de ingezetenen dringend uit, door onbekrompen bijdragen krachtdadig mede te werken tot de ondersteuning der instelling, welke zy zoozeer behoeft, maar gelooven tevens dat de bestemming van de opbrengst dier Collecte reeds eene goede uitkomst verzekert en voor ieder rechtgeaard Nederlander, die in de ge schiedenis van z(jn eigen land geen vreemde ling is, alle verdere aansporing overbodig maakt. Het fonds, tot instandhouding waarvan die gelden worden ingezameld, strekt toch niet slechts in het belang der verminkten en inflrmen van den gedenkwaardigen en be- 8lissenden slag bij Waterloo (een dwaalbegrip, dat b(j velen heerscht), neen, ongelukkigen van lederen strijd, waarin ons vaderland gewikkeld was en nog is, ondervinden het steeds, dat ten hunnen behoeve een blijvend liefdewerk is gesticht: strijders van den Belgischen veldtocht, handhavers onzer macht in Oost- en West Indische bezittingen, veteranen van 40-jarigen dienst, genieten nu reeds, of hebben althans het vooruitzicht te genieten, van hetgeen hunne landgenooten hebben weggelegd en thans nog afzonderen tot leniging hunner smarten, tot ondersteuning van hunnen gebrekkigen ouderdom. De Nederlandsche soldaat wete het, dat, zoo hij werkelijk in en door den dienst infirm is geworden, er een fonds bestaat, met het doel om door toelage, boven en behalve zijn pensioen, zijn ongeluk te verzachten; maar het Nederlandsche volk zij er dan ook, door dankbare belangstelling gedrongen, gedachtig aan die ondersteuning met meer mildheid te verleenen, opdat het fonds aan al die billijke aanvragen voldoe en de lijst der sollicitanten niet nog een aanzienlijk getal blijve aanwijzen, tot beschaming van den tijdgenoot, die aan het werk, eenmaal zoo krachtig aangevangen, slechts met slappe handen voortbouwt. Moge de goede uitslag dezer inzameling, waarvan Burgemeester en Wethouders zich reeds vooraf overtuigd houden, het doen zien, dat deze roepstem niet tevergeefs ook tot Leiden's ingezetenen werd gebracht l Voor het examen voor onderwijzeres is geslaagd mej. C. J. Schoorel, uit Leiden. Beroepen is bü de Geref. Kerk te Njjkerk op de Veluwe de heer R. Rudolph, predikant bij de Geref. Kerk C te Leiden. Te Rijnsburg kunnen 18 Juni a. s., van één tot drie uren 's namiddags, ten Raadhuize inlichtingen worden verkregen aangaande de Bedrijfsbelasting. Men schrijft ons uit Noordwijk, dd. 14 Juni: Met den eenvoud, den geachten overledene eigen, werd het stoffelijk overschot van onzen em.-predikant ds. J. G. Blaauw ten grave ge bracht, gedragen door de leden van den Kerke- raad en die van het Kiescollege. Aan het graf werd het woord gevoerd door ds. S Verhoeff, van Noordwijk Binnen, die den overledene herdacht als predikant dezer gemeente, door ds. J. J. Van Walsem, van Noordwijk aan Zee, als veeljarige vriend, en ds. Van Druten, van Rijnsburg, als ringbroeder en trouwe vriend. Nadat een familielid de aanwezigen dank had gebracht voor de den overledene bewezen eer, verliet men den doodenakker, er het omhulsel achterlatende van den man, die een voudig was en goed. De jaarlijksche collecte voor het fonds tot aanmoediging en ondersteuning van den gewa penden dienst in de Nederlanden zal worden gehouden te Voorschoten op 18 Juni a. 8. en te Woubrugge in do week van 18—23 Juni. Aan het verslag der gemeente Voor schoten over 1893 wordt het volgende ont leond De bevolking bedroeg op 31 Dec. 1892: 1197 m. en 1292 vr. 2489. Door geboorte en vestiging vermeerderde de bevolking met: 158 m. en 212 vr. 370. Door sterfte en vertrek verminderde de be volking met: 130 m. en 222 vr. 362. Op 31 December 1893 bestond zij dus uit: 1225 m. en 1282 vr. 2507. Gedurende den loop van het jaar werden 18 huwelijken gesloten. Er kwamen 66 gevallen van mazelen en één geval van febris typhoïdea voor. Op de begraafplaatsen der hervormden en katholieken werden resp. 29 en 28 lijken begraven. Het gotal koepok-inentingen bedroeg 70. Het getal leerlingen der verschillende scholen bedroeg voor de O. L. S. in het dorp 121 j. en 102 m., die aan den Rijndijk 40 j. en 38 m., de Chr. school 36 j. en 42 m., de kostschool Bijdorp 41 m. en de kostschool Wulling 24 j. De rijksnormaalschool werd bezocht door 10 mannelijke en 7 vrouwelijke leerlingen, terwijl 7 mannelijke en 4 vrouwelijke leer lingen in de voorbereidende klasse waren ge plaatst. De afdeeling „Katwijk en Omstreken" van den Bond van Nederlandsche onderwij zers heeft eene motie aangenomen, waarin zij hare goedkeuring hecht aan de houding van het hoofdbestuur in de „zaak Dijkstra" en hare afkeuring uitspreekt over de protest motie door de afdeeling Rotterdam aangenomen. Graaf Herbert Von Bismarck Schön- hausen ontving in het „Hotel de Bellevue", te 's-Gravenhage, bezoeken van verschillende leden van het corps diplomatique. Hy dineerde gisteren bij den Duitschen gezant. Naar men verneemt, zal de „Deli-Courant" aan eene naamlooze vennootschap overgaan, waarvan de zetel te 's-Gravenhage zal ge vestigd zijn. De redactie, zoowel in Nederland als te Medan (O. K. Sumatra), blijft in handen van de heeren Jacques Deen en J. A. Naudin Ten Cate. Als directeur treedt op de heer W. Cremer. Commissarissen zijn de heeren Frits Grans berg, J. Broos en Jacques Deen. Te 's-Gravenhage is op 67-jarigen leeftijd overleden mr. Ph. H. Verbeek, oud-referendaris by koloniën. Het natuurkundig examen voor aan staande veeartsen zal aanvangen op Woensdag 27 Juni e. k., in de lokalen van 's Ryks veeartsenyschool te Utrecht. Nog nooit is de uitslag der eindexamens aan de Kon. Mil. Academie zoo ongunstig geweest als dit jaar; niet minder dan 5 officieren der 1ste afdeeling Krijgsschool en 8 cadetten van het hoogste studiejaar zullen den cursus opnieuw moeten volgen. Te 's-Gravenhage is overleden de hoer Jean Chrétien Valois, gewezen directeur van den Hollandschen schouwburg. Velen zullen zich deze figuur hy was getrouwd met Mevr. Valoi8-Sablairolles herinneren. Hy werd 85 jaar oud. Het „Vad." kan het op goede gronden een verzinsel noemen, dat de burgemeester van Schiedam zfin ontslag zou aanvragen. Te Nymegen is plotseling overleden de heer W. A. Peters, lid van den Raad aldaar. De gouverneur van Suriname met verlof, jhr. mr. Van Asch van Wyck, is gisteren andermaal uit Utrecht in Den Haag gekomen en is in conferentie geweest met den minister van koloniën. De gouverneur zal aan hen, die hem over dienstzaken mochten wenschen te spreken, daartoe de gelegenheid geven op Maandagen 18 en 25 Juni a. s., des namiddags te halféén, in het gebouw van het dep. van koloniën. Evang.-Luthersche Kerk. Ds. W. F. Loman, te Amsterdam, heeft tegen 1 Dec. emeritaat aangevraagd. Ned.-Hervormdo Kerk. Bedankt is voor het beroep naar 's-Gravenhage door ds. C. J. Lammerink, te Scheveningen. Volgens Architecture" zou by de af deeling Publieke Werken te Amsterdam in de plaats van den heer Weissmann geen gemeente- architect meer worden benoemd en by de reorganisatie van die afdeeling, welke volgens het architecten-blad reods 20 jaar in de lucht hangt, een centraal bureel gevormd worden met den directeur aan het hoofd. De hoofd stad zou verdeeld worden in sectiën, aan wier hoofd weder een hoofdopzichter zou worden geplaatst. Ter voldoening aan het bepaalde by artikel 14 der wet van 4 April 1870 wordt door den minister van financiën bekend ge maakt, dat op den lsten Juni 1894, overeen komstig het bepaalde by artikel 11 bis der wet van 22 December 1863, zooals die is ge- wyzigd by de wet van 7 Augustus 1888, aan de Nederlandsche Bank wegens te verstrekken voorschotten in onderpand was gegeven een bedrag van ƒ3,600,000 in schatkistbiljetten. In de Friesche gemeenten Opsterland, Weststellingwerf, Westdongeradeel, enz. staat het met de gemeente financiën zóó treurig, dat by herhaling de toevlucht tot tydelyke geldleening moet genomen werden. De Raad van Weststellingwerf besloot nog ie zyne jongste vergadering tot eene tydelyke geld leening van.... f 25,000. De gemeente be grootingen over 1894 van Opsterland en Weststellingwerf zyn in hooger beroep naar den minister van binnenlandsche zaken opge zonden, omdat Gedep. Staten van Friesland de uitgetrokken som voor subsidie aan 't armbestuur als uitgaaf, die voor buitengewone subsidie van 't ryk als inkomst niet willen goedkeuren en de radon niet genegen zyn, die posten te verlagen, maar Gedeputeerden integendeel aandringen op verhooging van den boofdeiyken omslag. Nu het plan tot werkverschaffing, door aan koop van woeste gronden voor rekening der gemeento Opsterland niet door de Hoogo regeering is goedgekourd, geraakt de Raad in groote verlegenheid, daar de draagkracht der ingezetenen z. i. geen hooger hoofdeiyken om slag toelaat. De minister van marine heeft: lo. de off. van goz. lste by de zeemacht A. J. Gysen, behooronde tot de rol van Hr. Ms. instructieschip „Admiraal van Wassenaer" en gedetacheerd aan boord van Hr. Ms. instructieschip „Pollux", met 21 dezer op non-activiteit gesteld en ver vangen door den off. van gez. lste kl. H. A. Molema; 2o. den adelborst lste kl. P. J Lucardie, behoorende tot de rol van Hr. Ms wachtschip te Willemsoord, onder Intrekking zyner plaatsing aan boord van Hr. M«. iri 8tructieschip „Nautilus", met 18 dezer op non activiteit gesteld. Het stoomschip „Prins van Oranje", van Batavia naar Amsterdam, vertrok 14 Juni van Port-Said; de „Burgemeester Dsn Tex", van Batavia naar Amsterdam, vertrok 13 Juni van Genua; de „Lawoe", van Rotterdam naar Batavia, vertrok 14 Juni van Suezde „Merapi", van Batavia naar Rotterdam, vertrok 14 Juni van Port-Saidde „Prinses Wilhelmina" arri veerde 14 Juni van Amsterdam te Batavia de Conrad", van Amsterdam naar Batavia, vertrok 14 Juni van Genua; de „Veendam", van Rotterdam naar Nieuw-York, passeerdo 14 Juni Lizard. By koninkiyk besluit is aan mr H. M. Cohen Tervaert, ambtenaar van het openbaar ministerie by de kantongerechten in het arr. Amsterdam, voor het kanton Amsterdam No. 2, als standplaats aangewezen Nieuwer Amstel. Benoemd tot rechter in de arr. rechtbank te Amsterdam mr. P. J. Byleveld, thans sub stituut griffier by gemelde rechtbank. Benoemd tot notaris binnen het arr. Haarlem, ter standplaats Haarlem, U. J. K. Versfeit, candidaat notaris aldaar; tot notaris binnen het arr. Leeuwarden, ter standplaats Bolsward, M. Schotman Mz., thans notaris te Hoogeveen. Met ingang van 1 Sept. a s. benoemd tet leeraar aan de Ryks hoogere burgerschool te Tilburg, G. J. Van Swaay, thans leeraar aan de Ryks hoogere burgerschool te Winterewyk, uit welke laatste betrekking hom met gelyken datum eervol ontslag wordt verleend. Met ingang van 1 Nov. a. s. dr. W. J. A. De Witt Huberts, op zyn verzoek, eervol ontslagen als directeur van en leeraar aan do Ryks hoogere burgerschool te Zwolle Goedgekeurd dat G. L. Van den Helm, burgemeester van Buurmalsen, is benoemd tot secretaris dier gemeente. Aan G. Ter Meulen, secretaris der gem. Serooskerke, toestemming verleend om in de gemeente Middelburg te wonen. Lombok. De „Amsterdammer" herhaalt nog eens h:u*e ernstige waarschuwing tegen de expeditio naar Lombok. Indien, zegt het blad, de grieven en de eischen, door den resident aan do vorsten van Lombok overgebracht, dezelfde zyn als die de minister Vrydag jl. in de Eerste Kamer te berde bracht, dan constateoren wy hier neg eens uitdrukkelyk: dat die grievon als ze al voldoende vaststaan, vrat ook door den hoer Pynacker Hordyk werd betwyfeld óf niet liggen binnen het terrein onzer bemoeiingen óf niet van dien aard zyn, dat zy een casus belli oplevereu, daar zy, mede volgens den hoer Hordyk, niet gegrond zyn op feiten, die als eene aanranding onzer suzereiniteit kunnen worden beschouwd. In dezen stand van zaken kon van het stellen van eischen onzerzyri* geen sprake zyn eu schenden wy, volgens het radicale orgaan, door ons ultimatum het met den vorst van Lombok gesloten contract van 1843, volgens hetwelk wy, zoolang van Lom- bokscbe zyde dit contract wordt nageleefd, Qecnerlei pogingen" mogen aanwenden om ons op dat eiland te vestigen dan wel ons met het inwendig bestuur te bemoeien, daar dit bestuur geheel aan den vorst des landa werd overgelaten Tegen zulk oene daad protesteert het blad en eveneens tegen het autocratisch bedryf dor regeering om in zulk eene gewichtige aange legenheid de Tweede Kamer niot eerst ta hooren, waai deze toch 19 Juni byeenkwam. Ook het „Haagscho Dagbl." betreurt het besluit van den Gouverneur-Generaal tot het zenden oener expeditie Minaer verontwaardigd 2) „O, wat dat betreft kunt ge volkomen gerust zyn, mynheer Jacques; ge weet dat ik altyd, om zoo to zeggen, met één oog open slaap en dat ik bovendien Ribi by my heb, die meer waard is dan alle wakers ter wereld." „Zeker, ik ben dan ook nu gerust en ver trek; rust wel, tot morgen." „Tot morgen, mynheer Jacques I" „Zal ik het licht uitdoen, dan behoeft gy er niet weder voor op te staan?" „Dank u; zie maar, ik kan van uit myn bed de gaskraan bereiken. Ik zal wachten tot gy vertrokken zyt, opdat ge u nergens aan zoudt stooten." Jacques streelde den hond, die zich reeds weder voor het bed van zyn meester had neergevleid, wenschte den grysaard nogmaals goeden nacht en vertrok, de yzeren deur weder achter zich sluitende. Een oogenblik later heerschte in het bureau weder een half duister en hoorde men niets dan de geregelde ademhaling van den ouden Baptistin, die weldra weder was ingeslapen, en van zyn trouwen makker. De yzeren deur, door welke Jacques Yarlay vertrokken was, was niet de eenige, die toe gang verleende tot de bureaux van de Bank. Behalve die, was er nog een afzonderlyke ingang, uitsluitend ten dienste van den heer Bertin, en die daarvan steeds gebruik maakte, om in zyn kabinet to komen zonder door de bureaux der bedienden en de wacht kamer te gaan. Dit kabinet was bovendien met de bureaux verbonden door eene zware, met leder be- kleede deur, welke met opzet zoodanig was voorzien, opdat het rumoer, hetwelk, vooral op drukke dagen, in de wachtkamer heerschte, niet tot het kabinet van den directeur kon doordringen en men aldaar ook niet zou kunnen hooren, wat in het kabinet ge sproken werd. Eenige oogenblikken nadat Jacques Varlay door de yzeren deur vertrokken waa, werd de lederen geopend en verscheen een forsch gebouwd man, eveneens in het zwart gekleed. Deze scheen met de inrichting der ver trekken volkomen bekend, want hy bewoog zich met de meeste zekerheid in het duister on begaf zich, zonder eenige aarzeling en zonder gerucht, regelrecht naar de kas. Ribi echter was onmiddeliyk by de hand, richtte zich op, liet een zacht gebrom hooren en sprong op den binnenkomende toe, om wien hy echter, als om een bekende, kwls pelstaartende heenliep. Baptistin, door de stem en de bewegingen van zyn hond half uit zyn slaap gewekt, riep „Stil, Ribil laat de heer Varlay met rust, allons, koest I" Het wakkere dier, aan het bevel van zyn mee8ter gehoorzamende, strekte zich weer voor het bed van den grysaard neder. „Maar", vervolgde Baptistin, nog half in dommel, ,zyt gy er nog, mynheer Jacques?" De nieuw aangekomene antwoordde op fluisterenden toon: „Ja, ik ben het, slaap maar gerust." „Ik dacht dat ge reeds vertrokken waart l" „Ja, maar ik had nog iets vergeten, ik heb het, ik ga, slaap wel, tot morgen 1" „Tot morgen, mynheer I" Baptistin weDdde zich een paar malen in zyn bed om, keerde zyn hoofd naar den muur en sliep weder in. Hierop slechts wachtte de vreemde, hy naderde het bed, boog zich over den sla pende heen en luisterde aandachtig naar diens ademhaling. Na zich overtuigd te hebben, dat hy wor- keiyk sliep, naderde hy opnieuw do kas, drukte zonder aarzelen, zonder zoeken, op eene onzichtbare veer, waardoor eene opening ontstond, die toegang verleende tot het sleu telgat, stak er een sleutel in en opende de deur. Vervolgens opende hy de binnendeur van eene kleine afzonderlyke afdeeling en nam or een vry groot pakket uit. Dit pakket bevatte het depot van don kapitein Castillac. In zenuwachtige haast verscheurde hy den papieren omslag, verdeelde den inhoud en liet dezen geleideiyk in zyne verschillende zakken verdwynen met eene zekerheid en vastheid van hand, die een ervaren goochelaar tot eer zou verstrekt hebben. Niemand zou, op het eerste gezicht, ver moed hebben dat by zulk een enormen en kostbaren buit by zich droeg. Drie of vier pakjes bankbiljetten bleven er nog over; deze borg by, met den uitroep: „dit voor het spel en om de fortuin te tar ten 1" in eene elegante portefeuille, toen eens klaps do metalen klank van het slot der yzeren deur geen twyfel overliet, of deze werd van buiten geopend. Ribi was dadeiyk wakker, sprong op en blafte luid. De dief, door schrik bevangen, beefde, verbleekte en stamelde: „Men komt, ik ben verloren l" Onmiddeliyk echter herstelde hy zich en wilde vluchten. Hy wiorp met zulk een hevigen slag de deur van de kas dicht, dat de sleutel uit het slot sprong en op den vloer viel. Hierover echter bekommerde hy zich niet, hy trachtte door de deur van het kabinet van den heer Bertin, door welke hy was binnengekomen, te ontvluchten, maar Bap ristin, door het rumoer gewekt, sprong het bed uit en draaide het gaslicht op, waardoor het geheelo vertrek thans verlicht was, zoodat vluchten langs dien weg onmogeiyk was. Met een sprong bereikte hy de wachtkamer, welke volkomen duister was, hield zich daar ee& oogenblik op, teD einde te trachten, van den schrik, die zich van hem had meester gemaakt, te bekomen. Maar de tyd drong; van twee zydon over vallen, moest hy zich, het kostte, wat het wilde, redden; moest hy vluchten. Door de lederen deur onmogeiykdeze was verlicht! door de yzeren, door deze kwam iemand binnen. Er bleef hem echter geene keus; de laatste was m het duister, en bood hem dus het voordeel van niet gezien, althans niet herkend te worden; bovendien had hy twee kansen, twee belangryke voor deelen op den binnenkomende, do verrassing van den aanval en de kracht van den aanloop; hy plaatste zich achter de yzeren deur juist op het oogenblik. dat deze geopend werd en een man binnentrad. Met vroeseiyke kracht wierp by de deur terug Door den onverwachten, hevigen schok viel de binnenkomende achterover en uitte een luiden smartkreet Zonder zich echter op te houden, sprong de dief over den ge vallene heen en trok, om aan zyne vervolgers, Baptistin en Ribi, te ontkomen, met een hevigen ruk de deur dicht. Deze echter weigerde, als ontmoette zy een hinderpaaleen tweede kreet, luider en smarteiyker nog dan de eerste, weerklonk door het bureau. De dief sloeg er echter geen acht op, hy zag slechts één ding, nameiyk dat de deur met gesloten was Hy meende dat de oud® man, die hem vervolgde, haar aan den binnen kant tegenhield, en wierp haar met een ruk weder terug, ten einde hem, die er zich achter bevond, met één slag omver te werpen. Maar de zware deur liet zich geLnakkeiyk openwerpen, daar er niemand achter was; toen trok hy haar nogmaals dicht. Docb weder bood zy weerstand en juist op denzelfden afstand als de eerste maal; alleen deed zich op den nevigen schok een akelig, onbeschryflyk geluid booren, als v&u een lichaam, dat verbryzeld wordt. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 1