No. 10519. Zaterdag O Juni. A°. 1894. <§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van gon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 8 Juni. Feuilleton. Het eerste tricot. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. Franco por post Afzonderlijke Nommers f 1.10. 1-40. 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 1-6 rogels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17}. Grootera letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeron bulten de stad wordt f 0.05 berekend. Naar ons wordt medegedeeld, is heden morgen eene der booten van de schroefstoom- bootmaatschappy „De Volharding" door de nieuwe vaart aan de Haven alhier gestoomd en heeft alzoo de eer gehad die vaart te openen. Tot gemeente-ontvanger van Katwijk is by Raadsbesluit van 7 Juni benoemd de heer A. De Best, van Katwyk a/Zee. Te Wassenaar zal den 9den Juni, morgen dus, van halftwee tot vier uren, ten Raadhuize gelegenheid bestaan tot het verkrijgen van inlichtingen omtrent de Bedrijfsbelasting. De Raad der gemeente Benthuizen be noemde in zijne vergadering van den 7den dezer tot onderwijzeres aan de openbare lagere school mejuffrouw C. G. Van der Spek, van Hazerswoude, zijnde de eenige sollicitante. In de vergadering van dames, verbonden aan de Zondagsscholen in vrijzinnigen geest, te houden op Donderdag 14 Juni a. s., in de kerk der Doopsgezinden, te Deventer, onder presidium van den heer Jo. De Vries, uit Haarlem, komen o. m. de volgende punten ter behandeling voor: 1°. Wat doet de Zondagsschool reeds op sociaal gebied en wat zou ze nog meer kunnen doen? In te leiden door mej. J. A. Kosters, van Nijmegen. 2°. Bybelsche wonderverhalen op onze Zondagsschool. In te leiden door mej. J. F. D. Mossel, van Amsterdam. 3°. Is het noodzakelijk op onze Zondags scholen het vraagpunt van sterken drank op zettelijk tot een onderwerp van bespreking te maken? In te leiden door mej. E. C. Knappert, van Leiden. 4°. De vrijzinnig© Zondagsschool in orthodoxe omgeviDg. In te leiden door eene dame uit Rotterdam. De Eerste Kamer der Staten Generaal kwam gisternainiddag te drie uren byeen. Ingekomen waren de geloofsbrieven van het nieuw benoemde lid der Kamer, mr. G. Van Tienhoven, tot wiens toelating werd be sloten. De heer Van Tienhoven legde in handen des voorzitters de gevorderde eeden af en nam zitting. Ingekomen waren eenige regoeringsbeschoi den, stukken, boekwerken en de laatstelijk door de Tweede Kamer aangenomen ontwer pen, die naar de afdeelingen werden verzonden. De heer Fransen Van de Putte wonschte van deze bijeenkomst dor Kamer gebruik te maken om eenige inlichtingen aan de regoering te vragen omtrent de jongste ontbinding der Tweede Kamer van de Staten-Generaal. Het door den heer Van de Putte gevraagd verlof werd door de Kamer verleend. De heer Pynacker Hordijk herinnerde dat de „Nieuwe Rott. Ct." van 27 Mei een par ticulier telegram uit Batavia bevatte, meldende dat besloten zou zyn tot het zenden van eene militaire expeditie naar Lombok. Dit bericht heeft, en niet zonder reden, stof tot ongerustheid gegeven, welke zeker ook by andere leden der Eerste Kamer bestaat. Vooral na de vroegere verklaringen in het Voorloopig Verslag over de Indische begrooting (voor 1892) aangaande den toestand in Lombok moet dit bericht, is het gegrond, verwondering wekken. Hot geldt hier eene zaak van niet gering gewicht. Eene dergelyke expeditie zou de belangrijkste zyn, afgescheiden die van Atjeh, welke in het jongste tiental jaren heeft plaats gehad. Daarom vroeg spr. der Kamor verlof om eenige inlichtingen te vragen van den minister van koloniën naar aanleiding van het bedoeld particulier bericht uit Batavia. Het gevraagde verlof werd verleend. Bepaald werd, dat de beide interpellatién zullen worden gehouden in de eerstvolgende zitting der Kamer. De vergadering werd daarna verdaagd tot hedenmorgen te 11 uren. By het na de openbare vergadering gevolgde afdeelingsonderzoek van de wetsontwerpen tot bekrachtiging van provinciale heffingen in Friesland werd opgemerkt, dat van de zeven heffingen, wier bekrachtiging by de wet wordt voorgesteld, er vyf zyn, waarvan de termijn is verstreken. Onderscheidene leden betreurden dien loop van zaken, waarvan echter aan de tegenwoordige Regeering geene grief kan wor den gemaakt. Het trok de aandacht van eenige leden eener afdeeling, dat in het reglement op de invordering niet is aangegeven wie de verlaat- meesters, brugwachters, enz. benoemt; even min, of er eene instructie voor hen bestaat en in het algemeen of z(j als ambtenaren zyn te beschouwen. Voorts lieten deze leden niet onopgemerkt, dat de aanwijzing der autoriteit ontbreekt, die zal beoordeelen of er recht op vrijstelling bestaat. By de overweging der wetsontwerpen tot afwijking van de regels der gemeentewet omtrent plaatselijke belastingen, ten behoeve van de gemeenten Hoorn en Edam, verklaarden eenige leden, ook met het oog op andere gemeenten, met ingenomenheid kennis te hebben genomen van de voornemens des ministers van binnenlandsche zaken ten aan zien van eene regeling met de gemeente Alkmaar. By het onderzoek van het wetsontwerp tot verhooging van de koloniale huishoudelijke bogrooting van Suriname voor 1894 werd in eene afdeeling het vertrouwen uitgesproken, dat aan do reparatie van den ouden schoener „Nickerie" niet meer dan het volstrekt noodige zoude worden ten koste gelegd. De overige wetsontwerpen, gisteren onder zocht, gaven geene aanleiding tot opmerkingen. Tot benoeming van eenige leeraren by het openbaar middelb. onderwijs te Amster dam, voorloopig om onderwijs te geven aan do 4de hoogere burgerschool met 3 jarigen cursus voor jongens, worden door B. en Ws. aan den Raad voorgesteld: lo. voor leeraar in de Nederland6cho taal en letterkunde de heeren: H. F. Gombault, leeraar aan de hoogere burgerschool te Nfime gen, en J. J. Meder, leeraar aan de hoogere burgerschool te Groningen; 2o. voor leeraar in de Fransche taal de heeren: G. Walcb, leeraar aan de hoogere burgerschool te Schiedam, en M. F. Van Goor, leeraar aan de hoogere burgerschool te Haarlem 3o. voor leeraar in de Engelsche taal de heerenH. Poutsma, leeraar aan do hoogere burgerschool to Almeloo, en W. De Hoog Azn., leeraar aan de hoogere burgerschool te Haarlem 4o. voor leeraar in do geschiedenis en aard rljkskunde de heeren: dr. G. W. Kernkamp, leeraar aan het gymnasium te Utrecht, en L. J. De Wilde, leeraar aan het gymnasium te Middelburg; 5o. voor leeraar in de wiskunde en het boekhouden de heerenC. Van Deinso, leeraar aan de hoogere burgerschool met 5 jarigon cursus te Groriiogen, en J. C. Fischer, leeraar aan de burgeravondschool te Middelburg. Naar het „H. Dbl." verneemt, heeft mr F. J. J. Van Eysinga, minister van Staat, hot lidmaatschap dor Eerste Kamer neder- gelogd, welk ambt vier en veertig jaar door hem is vervuld, terwijl hy meerdere jaren het voorzitterschap heeft bekleed. De minister van marine heeft den adel borst l6te klasse P. J. Lucardie met 18 dezer geplaatst aan boord van Hr. Ms. instructie- schip „Nautilus." Het stoomschip „Maasdam", van Rotter dam naar Nieuw York, passeerde 7 Juni Prawlepoint; de „Prins van Oranje", van Batavia naar Amsterdam, passeerde 7 Juni Perim; de „Semarang", van Batavia naar Rotterdam, vertrok 7 Juni van Marseille; do „Lawoe", van Rotterdam naar Batavia, vertrok 7 Juni van Marseille; de „Prins Alexander" arriveerde 7 Juni van Batavia te Amsterdam; de „Mashona", van Amsterdam naar Kaap stad, arriveerde 6 Juni te Gravesend. By koninklyk besluit is benoemd tot rechter-plaatsvervanger in de arr.-rechtbank te Roermond mr. O. M. F. H. This9en, advo caat en procureur aldaar; tot burgemeester van Eikerzee A. Van der Weyde, burgemeester der gemeente Ellemeet. De uitslag van den verkiezingsstrijd. Nu de stembus geopend is in de beide districten, waar deze week de kiezers waren opgeroepen om de beide zetels te vervullen, die ledig waren geworden doordat ae heeren Röell en Van der Kaay hun zetel in de Kamer hebben verwisseld met een aan de tafel der ministers, is het naspel van den verkiezings- stryd van 10 en 24 April van dit jiar afge- loopen. Het oogenblik is dus gekomen om den definitieven uitslag van de stembus op te maken. Er moesten, ten gevolge van dubbele keuzen, in 7 districten naverkiezingen gehouden wor den, nl. in 's Gravenhage, Rotterdam, Utrecht, Delft, Katwyk, Haaïlem en Sneek. Daarby) kwamen later nog verkiezingen in de distric ten Utrecht en Alkmaar, wier vertegenwoor digers tot het ministerambt geroepen zyn. In 't geheel waren dus 9 zetels in de Tweede Kamer te vervullen. Die 9 zetels waren na de stemmingen yan 10 en 24 April bezet door 8 tegenstanders van finale kiesrechtuitbreiding, waarvan 7 liberalen en een anti-revolutionnalr (Lobman- niaan), en 1 voorstander, liberaal. Thans zyn die zetels bezet door 5 tegen standers van finale kiesrechtuitbreiding, waar van 4, de heeren Van Gennep, Bastert, Van Karnebeok en De Lange, liberalen en 1, de heer Beelaerts van Blokland, anti rovolutionnair (Lohtnaoniaan), en door 4 voorstanders, waar van 2, do heeren Pynacker Hordyk on Farn- combe Sanders, liberalen en 2, de hoeren Dormer en Heemskerk, anti-revolutionnairen (Kuyperianen). De voorstanders hebbon dus 3 zetels op do tegenstanders gewonnen, door dat in do districten 's-Gravenhage, Haarlem en Katwyk de uitslag by de naverkiezingen anders is geweest dan by de algemeene ver kiezingen. De honderd loden, die op 1024 April ge kozen waron, konden, wat hun standpunt ten aanzien van finale kiesrecht uitbreiding in den geest van hot ontwerp-Tak betreft, verdeeld worden in 56 tegenstanders en 44 voorstanders. Do tegenstanders hadden dus eene meerder heid van twaalf stemmen. De uitslag van de naverkiezingen heeft aan de tegenstanders niet de meerderheid ontno men. Maar die meerderheid is verzwakt. De tegenstanders bezetten thans 53 zetols, do voorstanders 46. De tegenstanders hebben dus eene meerderheid van zeven stemmen in de Kamer, zooals zy op dit oogenblik is samen gesteld, nu er eene vacature is ten gevolge der vernietiging van de verkiezing te Eist. Die meerderheid kan tot acht stemmen klimmen, wanneer de nieuwe verkiezing, die in Eist is uitgeschreven, in hun voordeel mocht uitvallen; de verhouding zou dan worden: 54 tot 46. Winnen daar de voorstanders, dan zullen in de voltallige Kamer 53 tegenstanders en 47 voor standers zitting hebben. Van de 53 tegenstanders der finale kies rechtuitbreiding zyn 23 liberalen, 23 katho lieken, 6 anti-revolutionnairen (de fractie-Loh- man, waarby zich van de leden, die voor 't eerst in de Kamer zitting hebbon, de heer Yan Limburg Stirum heeft aangesloten), en de heer Schimmelpenninck, die, hoewel inder tijd als anti revolutionnair gekozen tot lid der Prov. Staten van Utrecht, in de Kamer zich niet by eene der beide fraction van de anti- revolutionnairen heeft aangesloten en dus af- zonderiyk moet worden genoemd. Yan de 46 voorstanders zyn 35 liberalen, 7 anti revolutionnairen (fractie-Kuyper), 1 katho liek (dr. Schaepman) en 3 radicalen. Laat men de schifting, op grond van het standpunt tegenover het kiesrechtontwerp der vorige regeering, buiton beschouwing en rang schikt men de leden naar hunne staatkundige richting, volgens de tot dusver gangbare in deelingen, daa hebben in de nieuwe Kamer zitting: 58 liberalen van alle schakeeringon, van Kerdyk en Heldt tot Van Borsselo en C. Van Bylandt, 13 anti revolutionnairen (de Kuyperianen en Lohmannianen bijeengeteld), 24 roomsch katholieken, 3 radicalen en óón, mr. E. D. graaf Schimmelpenninck, die by geene dezer rubrieken kan worden ingelyfd en wiens richting misschien het best kan worden ge- teekend, door hom te noemen een vertegen woordiger van de conservatieve partij, die met de niet herkiezing van zyn nu overleden vader in 1891 uit de Tweede Kamer verdwenen was. De naverkiezingen hebben aan zes leden der vorige Kamer, cie by do algemeene ver kiezingen waren uitgevallen, weder een zetel in de Kamer verschaft. De heeren Pynacker Hordyk, Farncombe Sanders en Donner hebben weder zitting bekomen voor het district, dat zy in de vorige Kamer vertegenwoordigden. De heeren Hoemskerk, Beelaerts en Van Karnebeek, dio vroeger resp. voor Harlingen, Steenwyk en Rotterdam zitting hadden, ver tegenwoordigen nu Sneek, Delft en Utrecht. Twee van de nieuwgokozon leden, de heoren Van Gennep ©n Bastert, haddon vroeger reeds zitting in de Tweede Kamer voor het district, dat hen thans weder heeft afgevaardigd. De eenige nieuweling op parlementair gebied, die door de naverkiezingen in de Kamer is gebracht, is mr. A. P. De Lange, het nieuwe lid voor Alkmaar. Van de leden der ontbonden Kamer hebben 23 geene zitting in de nieuwo Kamer. Het „nieuwe bloed", dat deze algemeene verkie zingen in de Kamer hebben gebracht, maakt dus nagenoeg oen vierde van het geheel uit. (U. I) Nederland en Australië. De Nederlanasche consul to Melbourne, de heor J. A. De Vicq, heeft tot den minister van buitenlandsche zaken het volgende schryven gericht: „In verschillende verslagen merkte ik op, hoe Australië, dat reeds in boter een duchtige concurrent op do Londensche markt is ge worden voor de Europeesche landen, dit ook hoe langer hoe meer zal worden in andere landbouwproducten. „Vooral ook in Nederland, dat door zyne aan- zienlyke uitvoeren naar Engeland van vee en schapen, boter en kaas, vruchten en groenten een zoo groot belang heeft by de markt daar, schynt my alles, wat op den uitvoer van dio proiucten uit Australië betrekking hooft, ton zeerste de aandacht te verdiengd. „Ik heb daarom gemeend, dat het de moeite waard was, een eenigszins uitvoerig uittreksel te vervaardigen uit een hoogst belangryk rap port, door den zuivel-expert dezer kolonie aan de regeering uitgebracht, en heb de eer Uwer Excellentie dat uittreksel bierby aan te bieden. Het rapport handelt in hoofdzaak over den boteruitvoer, doch maakt ook gewag van pogingen, om voor andere producten eene markt te Londen te vinden. „Het toont aan, in welko richting men zich hier bewoegt, en bevat tal van mededoehngen en opmerkingen, waarvan, naar het my voor*, komt, landbouwers en andere belanghebbenden in Nederland met belangstelling zullen kennia nemen." Dit uittreksel is opgenomen in de jongste aflevering der „Consulaire Verslagen." De aan dacht van belanghebbenden zy daarop ge vestigd. Gemengd Nieuws» De krygsraad te 's-Gravenhage veroordeelde de klassianon J. A. S. en B. J., uit Vlissingen, ieder tot een jaar en 6 maan den militaire gevangenisstraf wegens insubor dinatie; J. A. S had een sergeant met do vuist op het hoofd geslagen; B. J. had een korporaal op voorhoofd en neuswortel een slag toegebracht, waardoor hem het bloed uit neus en mond vloeide; den klassiaan J. L., uit Vlissingen, tot vior jaren militaire gevangenisstraf met vervallen verklaring van den militairen stand, oèk wegens insubordinatie; deze had een korporaal met een dikken bezemsteel twee hevige slagen op den schouder toegebracht, omdat de korpo raal hem voortdurend „zocht." M. L., milicion uit Woerden, tot twee maanden mil. detentie en zes maanden mil. gevangenisstraf wegens insubordinatie, door het dreigen met een knipmes en hot trappen van een sergeant; D. K., milicien van het 4do reg. infanterie te Leiden, wegens dienst weigeren, tot zes maanden militairo gevangenisstraf; B. B. S., kanonnier by de pantserfort- artillerie Hoek-van-Holland, tot twee maanden gevangenisstraf wegens diefstal van hoofd kussens van een luitenant; G. v. G., milicien uit Leiden, tot 3 maanden militaire gevangenisstraf wegens diefstal van gold in de chambréo ten nadeele van een kameraad G. V., van het rog. grenadiers en jagers, wegens 2de desertie met vrywilligo terug komst binnen 4 weken tot zes maanden militaire detentie. Vrygesproken werd J. J. W., milicien 3de reg. infanterie te Vlissingen, die door den gamizoens-commandant aldaar naar don krijgs raad was verwezen, wegens poging tot diefstal in de chambrée. In dezelfde zitting van den krygsraad werd voorgelezen eene sententie van het Hoog Militair Gerechtshof in appèl, waarby P, v. P., marinier lste klasse, werd veroordeeld tot 9 maanden militairo detentie, wegens desertie, gevolgd door arrestatie. (Slot.) Met hartkloppen betrad ik het tooneel, maar trachtte my te beheerschen, my geheel in myne taak te verdiepen en hot publiek te vergeten. Ik gevoelde, dat het mij ondanks tunica en tricot boter gelukte dan ooit, en myn eerste optreden bracht my aanmoe digende toejuichingen. Bijna nog beter liep het tweede bedryf van stapel, waarin ik de ontvoerde, niettegen staande den schrik der onderwereld, bevryddo on op de aarde terugbracht. De hoerlyke muziek, do steeds toenemende by val van het publiek dit alles sleepte my zóó mee, dat ik het ongewone kostuum vergat en my vryer over de planken bewoog dan ik ooit in vrouwenkloeren gedaan had. Ditmaal schold de regisseur niet, toon ik aftrad, maar knikte my tevreden en meesmuilende toe. Zoo zag ik dan zonder angst het derde en laatste bedryf te g'emoet. Doch men moet don dag niet voor den avond loven. De ontzielde gade lag aan myne voeten en ik drukte myne smart uit in de beroemde aria: „Ach, ich habe sie verloren!" Hot eerste vers moest ik staande zingen, gedurende het tweede moest ik my, door vortwyfeling overweldigd, op het levenlooze licbaam der geliefde neerwerpen. Ik deed het; maar hierby gebeurde iets, dat my met schrik vervulde. By de heftige bewegiDg van het neervallen vernam ik oen krakend geluid en meende duidelyk te voelen dat de riem, die het tricot om het midden vasthield, losliet. Bliksemsnel overzag ik de gevolgen, die dit ongeval kon veroorzaken. De tunica reikte wel is waar tot over de knie, maar niettemin kon het incident opgemerkt zyn en dan was ik aan den spot prysgegeven. Had ik ten minste maar tot het einde van het bedryf kunnen liggen blyvent Maar ik moest weer opstaan, als Amor als redder naderde, en met hem en de weder in htl leven teruggeroepen echtgenoote een terzet zingen en deze daarby in myne armen houden. Gelukkig verloor ik, ofschoon al deze ge dachten bliksemsnel door myne ziel gingen, toch niet den muzikalen draad en ik zong met doodsverachting verder: War', o war' ich me geboren, Weh, dasB ich auf Erden binl Ik gevoelde het het zakte Ach mir leuchtet keine Hoffnung Und kein Trost in diesem Lebenl Ik 8Chroeuwdo van angst. Maar wat was dat? Wat beteekendo dat geraas? Was het hoon en spot? Neen het was stormachtige, aanhoudende by val. En toch wist ik zelvo niet, hoe en wat ik gezongen had. Nu verscheen Amor als deus ex machina en het hielp niets ik moest opstaan ontzettend l Heel langzaam en met groote voorzichtig heid het noodlottige tricot zoo goed mogeiyk vasthoudend, stond ik op. Goddank ik stond en het zat nog! Nu was hot grootste gevaar voorby en ik vatte nieuwen moed. Euridyce vast aan mijn hart drukkend daardoor werd nameiyk tevens het tricot vastgehouden zong ik met een gevoel van dankbaarheid over het gelukkig doorgestane gevaar het „Triumph, Triumph t" in de finale. Daarop viel het gor- dyn; ik was verlost. Met onstuimigen by val werd ik terug geroepen, doch voordat ik nogmaals voor het publiek verscheen, sloop ik snel naar de kleedkamor, om my het trouwelooze tricot te laten vastmaken. „Maar juffrouw, wat wilt u toch?" zeide half boleedigd de garderob ère, nadat zy een onderzoek bad ingesteld. Er is niets losgegaan, alles is in orde. Zoo iets kan by my in 't gebeel niet voorkomen." Niet zonder beschaming zag ik nu, dat ik my alles verbeeld had. Van alle kanten werd ik met myn succes gefeliciteerd en de oude regisseur zeide, ter- wyl by my de hand drukte: „Van avond, in het laatste bedryf, hadt gy werkelyk den be- wusten tooneelduivei in het ïyf. Dat was hot warel" Ja, als jo maar eens wist, dacht ik, maar ik wachtte my wel, iets te vertellen. Ik moest lachen, toen ik den volgenden dag het volgende in de recensie der voor stelling las; „Juffrouw S. hoeft ons In „Orpheus" eene vertolking gegeven, die ons waariyk verrast heeft. Dat wy eene technisch correcte muzikale vertolking te wachten hadden, wisten wy van te voren, maar dien bezielenden zang hadden wy, na hetgeen zy tot dusver go- prosteerd heeft, niet gehoopt. Met Dame in het laatste bedryf was bare voorstelling, ook wat het spel betreft, eene waariyk moester- ïyko. De hartroerende klachten by het ïyk der geliefde echtgenoote kwamen uit een van angst en vertwyfeling bewogen hart en wer den in hare uitwerking nog versterkt door hot aangrypende spel. Het met moeite opstaan voor het ontzielde lichaam, de door smart gebroken houding, daarna de overgang tot triumfeerende vreugde dat alles kan ter nauwernood overtuigender en treffender voor gesteld worden Op die wyze was het gevreesde tricot voor my ten zegen geworden, want nu wist ik by ondervinding, hoe men zingen en spelen moest, om het publiek onder den indruk te brengen. Het ys was gebroken, en als ik ooit op het punt stond weer in myno oude fout terug te vallen, behoefde ik slechts aan myn eerste tricot to denken, om haar te vermyden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 1