N*. 10517.
Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven
PERSOVERZICHT.
Burgerlijke Stand,
Donderdag 7 Juni. A°. 1894.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden. 1.10.
Franco per post 1-40.
Afzonderlijke Nommers 0.05.
PRIJS DPR ADVERTETTCTËN":
Van 1—'6 regels 1.05. Iedere regel moor f 0.171. Grooter»
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulton de stad
wordt 0.05 berekend.
Ticeede Blad.
De rechtzaak botreffende het
valsche bankpapier heeft De Stand
aard aanleiding gegeven om onder den titel
„Leerrijk proces" het volgende te schrijven:
Het proces over de valsche bankbiljetten
is vooral in één opzicht leerrijk.
Er blijkt namelijk opnieuw uit, wat
peatholen van allerlei ongerechtigheid de
bordeelen zijn.
Tot schande voor ons Christenland, en
tot smaad van de rechterlijke macht, heeft
men in de rechtszaal thans de bewoonsters
dezer bordeelen in grooten getale zien op
dagen, om heusch nog een eed voor God
at te leggen, en, onder veel vertoon en met
veel bespraaktheid, zeiven te getuigen, hoe
eigenlijk heel deze historie van de verval-
sching dezer biljetten op de intiemste wijze
met de ongerechtigheden van deze bordeelen
in verband «taat, er door mogelijk gemaakt
en bevorderd is.
Het is in deze verdorven wereld, dat ook
deze ongerechtigheid weer is uitgebroed. Het
is in dezen onzedeliJken kring, dat dit vergrijp
tegen de publieke orde tot rijpheid is gekomen.
Het is in deze plaatsen der verdorvenheid,
dat, onder champagne en wild zingenot, de
aanslag is gepleegd op het geld van anderen
en op den goeden naam van onze Bank
instelling.
Hen heeft nu al deze dagen het bewijs
gehad, hoe de ééne ongerechtigheid zich
altoos koppelt aan de andere, en hoe de
ééne zonde de andere dekt en verheelt.
En toch, met zulke pestholen van onge
rechtigheid staat onze Overheid in meer dan
ééne stad nog altoos op voet van contact.
IOver zulk eene wereld van ongerechtigheid
broidt onze Overheid nog hare band be
schermend uit.
Daarin treedt ze regelend op, om het
zondigen van alle gevaar van besmetting te
ontslaan.
Ja, ten opzichte van zulke bordeelen blijft
ze nog steeds den indruk vestigen, dat ze
officiéél te beschouwen zijn als een nood.
z a k el y k kwaad.
De zedelijke dokken.
„Madam" Toubaerts volkomen onschuldig,
Van Liemt iemand, die eigeniyk oene belooning
van de justitie heeft verdiend, Frey slachtoffor
van de rechterlijke dwaling, Krausse een man,
die enkel uit liefhebbery, voor de kunstny-
verheld bankbiljetten maakte, maar zich wel
geschaamd zou hebben om het vervaardigde
prulwerk in omloop te brengen, en de overige
beschuldigden naar rato even weinig straf
schuldig: - ziedaar ongeveer de resumtiovan
de pleidooien der Amsterdamsche advocaten,
zoo lezen we in de Haagschc Courant.
De Amhemsche Ct. merkt dan ook terecht
op, dat men zich na het lezen van deze plei
dooien afvraagt, of er te Amsterdam eigen
iyk wel ooit valsche bankbiljetten zyn ge
maakt en uitgegeven on, zoo ja, of dan niet
de onvindbare „baron Bidet" en „Charles"
(twee geheimzinnige figuren, op wie in het
verhoor meermalen de schuld werd gewor
pen) de eenige schuldigen zyn.
De Huisvrouw juicht ten zeerste het besluit
toe, op de jongste algomeene vergadering van
de Maatschappy tot Nut van 't Algemeen ge
nomen om tydelyk cursussen in koken
on andere huishoudelyke bezigheden
to bevorderen, tot onderricht van huisvrouwen
en toekomstige huisvrouwen uit de kleine
burgery en den werkmansstand.
„Na al wat wy over het groote nut van
dergelyke cursussen hebben geschreven, zullen
wy wel niet behoeven te zoggen, hoe wy
ons over dit besluit verheugen", zegt het blad.
De Huisvrouw mag zich beroemen de eerste
te zyn geweest, die hier te lande het kook-
onderwys ter sprake bracht. Destyds werd
daarvoor nog maar zeer weinig sympathie
govonden; vry algemeen plaatste men zich op
hot standpunt, dat nu nog ter Nutsvergadoring
door den afgevaardigde van Haarlem werd
ingenomen: dat namelyk het onderricht in
zaken der huishouding in het ouderlyk huis
zelf behoorde gegeven te worden, en dat
kook- en huishoudscholen er toe medewerken
om de ouders meer en meer van hunne
natuurlyke plichten te ontheffen. Langzamer
hand hebben zich betere denkbeelden gevestigd,
en dat thans de zaak uit een juister oogpunt
wordt beschouwd, daarvan geeft het nu ge
nomen besluit van het Nut een verblydend
bewys.
Veel heeft daartoe bygedragen Jkvr. J. De
Bosch Kemper, aan wie het huishoudkundig
onderwgs in Nederland zeer veel te danken
heeft. Niet alleen, dat deze verdienstelyke
vrouw in den afgeloopen winter in eenige
departementen van het Nut (ook te Leiden)
voordrachten heeft gehouden om de groote
beteekenis van dit onderwys aan te toonen,
maar zy was nu ook aanwezig in de alge
meens vergadering, om het voorstel van En-
schedes en Hengeloo te verdedigen. Aan het
hoofdbestuur van het Nut komt een woord
van dank toe, dat hèt daartoe de gelegenheid
heeft verschaft.
Men is thans op den goeden weg. Het
denkbeeld om ook in kleinere plaatsen cur
sussen te houden voor vrouwen en meisjes
uit de volksklasse, zal blyken hier te lande
evengoed uitvoerbaar te zyn als in het buiten
land. De steun van het Nut sluit de werk
zaamheid van het particulier initiatief goenszins
uit; integendeel, nu op deze wyzebelangstelling
voor de zaak wordt gewekt, zullen particu
lieren des te eerder er toe overgaan om haar
ter hand te nemen.
Het zal er thans op aankomen bekwame
onderwyzere8sen voor dit vak te vormen. Dit
zal wel geen bezwaar hebben, nu het voor
de meisjes, die een diploma verwerven, niet
meer onzeker is of zy wel eene plaats zullen
vinden. Misschien kan, zoo noodig, de Fondskas
van Tesselschade hier helpend optreden.
Één wensch blyft nu nog over: namelyk
dat ook de Begeering hare onverschilligo
houding tegenover dit onderwys late varen
en een voorbeeld neme aan de regeeringen
van andere landen, die de groote beteekenis
daarvan toonen te beseffen. Zoowel als
de Staat ambachts- en landbouwonderwys,
alsmede industrieel onderwys voor meisjes
subsidieert, behoort hy het onderwys in het
koken en andere huishoudelyke bezigheden
aan meisjes en vrouwen uit de volksklasse
te bevorderen, als eén krachtig middel om
het welzyn dier klasse te bevorderen."
Anarchistische onderwjjzers.-
De Nieuwe Rotterdamsche Courant acht het
ongevraagd ontslag, door den gemeenteraad
te Menaldumadeel verleend aan den anarchisti-
schen onderwyzer Dijkstra, alleszins gerecht
vaardigd.
Het blad wyst er op, dat tegenover protes
ten, zooals byv. door de meerderheid in eene
vergadering der Rotterdamsche afdeeling van
den Onderwyzers-Bond, indrukwekkende wei
geringen staan om tegen het besluit op
te komen. Sommigen echter, by wie overigens
persoon, houding en toon van den ontslagene
geene sympathie wekken, achten by dit ont
slag een beginsel betrokken. Aldus byv. do
heer Wibaut in het Sociaal Weekblad, die de
vryhoid van don onderwyzer, met namo zyne
grondwettig gewaarborgde drukpersvryheid,
in gevaar acht, indien „een gemeenteraad een
onderwijzer ontslaan mag, uitsluitend wegens
zyn optreden buiten de school, zoolang zulk
optreden blyft binnen de grenzen der wet en
zoolang het onderwys door dat optreden niet
heeft geleden."
Volgens de Nieuwe Rotterd. Cl. zyn twee
beginselvragon by dit ontslag betrokken:
De eerste luidt: of niet door dergelyko ge
meenteraadsbesluiten de drukpersvryheid als
grondwettig byzonder gewaarborgd recht be
dreigd wordt?
De andere: of niet aldus in hot algemeen
de vryheid van den ambtenaar, bepaaldoiyk
van den onderwyzer, in zyn doen en laten
buiten zyne betrekking, door willekeur wordt
verkort?
Beide vragen beantwoordt het blad ont
kennend.
Het recht van drukpers-vryheid is geen
byzonder recht, omdat het in de grondwet
erkend wordt. De grondwet verbiedt eenvou
dig elk voorafgaand verlof, olk verbod om te
schryven elke voorkoming, preventie. Zy
handhaaft de verantwoording nadat geschreven
is, achterhaling, repressie. Spreekt de grond
wet uitdrukkeiyk van „ieders verantwoorde-
lykheid volgens de wet", d. i. de strafwet;
en beweert men, dat zoolang iemand door
den inhoud van wat hy schryft de „strafwet"
niet overtreedt, repressie, in eiken vorm, on
grondwettig is, dan maakt men zich schuldig
aan misverstand. Tegenover den gewonen
burger is de strafwet natuuriyk de eenig denk
bare vorm van wettelyke repressie, maar de
ambtenaar is in een ander geval.
De tweede vraag is evenmin ingewikkeld.
Zeer zeker is het der overheid niet verboden
een ambtenaar te ontslaan op grond van wat
buiten zyn ambt van hem gebleken is. Dron
kenschap, ergerlyke verwaarloozing van zyn
huisgezin maken den onderwyzer ongeschikt
voor zyn ambt. Maar zoo ook menschen, die
buiten alle tucht der overheid zich willen
stollen, die plompweg alle gezag verachten
en op de ruwste wyze van hunne minachting
blyk geven in openbaar gemaakte geschriften,
moeten een anderen werkkring zoeken en
kunnen van de overheid niet verlangen, dat
deze hun langer de leiding toevertrouwt van
kinderen eener school, voor wier opleiding en
opvoeding die overheid mede aansprakeiyk is.
Eene leer van willekeur of inquisitie is daar
mee volstrekt niet gehuldigd. En wat in
't byzonder onderwyzers aangaat, zy verkeeren
in gunstiger toestand dan andere gemeente
ambtenaren. Voor hen hoeft dg wet van '89
het vereischte ingevoerd eener goedkeuring
van het ontslag door Gedeputeerde Staten;
voor andere gemeente-ambtenaren is de bo-
slissing van den Raad definitief.
In Het Nieuws van den Dag komt een
hoofdartikel voor over „het ontslag van den
onderwyzer Dykstra", waaruit we het vol
gende onder de aandacht brengen:
Hy heeft in een door den druk verspreid
blad zich verklaard te zyn anarchist, d. i.
bestryder van het gezag, ook door onwettige
en gewelddadige middelen. Hy heeft dat ge
daan volgens den voor ons liggenden tekst
van zijn brief in De Arbeider, o. a. in de vol
gende bewoordingen: „Hyn plicht als ambte
naar is best te vereenigen met anarchist
zyn. Ik zie in de anarchie het middel, waar
door het mensch zyn kan worden opgevoerd."
Hy heeft vervolgens gezegd: „"Wy, anarchisten,
willen de orde en rust niet verstoren; de
orde en rust zyn verstoord door het huidige
stelselwij willen het tegendeelde orde
en rust weder herstellen."
Hy heeft op de vraag van den Burgemeester
„Jy erkent dus noch God, noch meester?"
geantwoord: „Neen, mynheer, die veracht
ik met innige verachting." Hy heeft ook
dat antwoord in dien brief gepubliceord. Hy
heeft eindelyk, na eene waarschuwing van
den Burgemeester en eone bedreiging met
ontslag, blykens datzelfde gepubliceerd ge
schrift, tot dien ambtenaar gezegd: „En ik
waarschuw u, m(|nheerweet wat je doet.
U zult wel gehoord hebben, dat de anarchisten
zich niet ongestraft laten hoonen. Niet i k zal
waarscbynlijk wraak nemen, maar myne mak-
kors zullen zooveel laagheid zeer zeker niet
dulden, en wat u aan my misdoet met dezelfde
of betere munt betahn. Ik waarschuw
u, mynheer 1"
En nu weet een ieder, dat een anarchist
niet alleen is een bestrijder van elk gezag in
den Staat, maar ook iemand, die geweld als
middel tot verwydering van dat gezag aan-
pryst. Toch heeft de heer Dykstra in zyn
brief erkond vergaderingen te hebben geleid
tot bevordering daarvan.
Dat de schryver van dat alles als onder
wyzer aan eeno openbare school door het
openbaar gezag is aangesteld en met het oog
op zyne ambtsvervulling in eene betrekking
staat van ondergeschiktheid tot dat gezag, is
onzes inziens niet te ontkennen. Kan het hem
dan vrystaan openiyk op te treden ais be
stryder van dat gezag door het aanpryzen
van onwettige en gewelddadige middelen tot
ondermyning of omverwerping daarvan, als
hy daardoor slechts niet valt in de termen
der strafwet? Ons wil het voorkomen, dat
die vryheid niet kan worden verdedigd als
voortvloeiende uit de bepalingen der grondwet.
Het Weelcblad voor Zceuwsch- Vlaanderen
betoogt dat de algemeene achteruit
gang van Zeeland, en in het byzonder
van de zuldelyke streek dier provincie, voor
een niet gering deel veroorzaakt wordt door
het overgaan van den grondeigendom in do
handen van buitenlanders.
„En zegt dit weekblad in plaats nu,
dat 's lands regeoring die oorzaken van ons
verval tracht weg te nemen, worden jaar op
jaar nieuwe maatregelen genomen om ons van
Nederland te vervreemden.
Een groot deel van de gronden in ons
district zyn in handen van Belgische heeren.
De vermogensbelasting wordt ingevoerd. Bui
tenlanders betalen daarin niet; ook niet van
de eigendommen, die zy hier bezitten. De
grondbelasting wordt verminderd. Daarvan
profiteerden de buitenlanders wel.
Komt hier nu grond te koop en koopteen
Nederlander, dan wordt hy opgepikt in de
vermogens- en in de grondbelasting beide.
Koopt een Belg, dan betaalt hy alleen in de
verminderde grondbelasting. Hy heeft dus
alles voor op een ingezetene.
In de gemeente belasting betaalt hy geen
cent, of 't zyn eenige opcenten op gebouwde
en ongebouwde eigendommen. Opcenten op
't personeel: vry 1 Hoofdelyke omslag: vry!
Nu hebben we, om 't spel te volmaken, de
I bedryfsbelasting gekregen en de Belgische
kooplui, die vroeger een patent noodig hadden,
om hier graan te koopen en vee, zyn ook vry I
Noord-Beveland gaat byna geheel over in de
handen van buitenlanders; op Tolen hebben
zy uitgestrekte bezittingen, in Zuid-Beveland
krygen zy vasten voet en tot zelfs in Schou
wen zyn zy doorgedrongen.
En komt nu op sommige poldervergade-
ringen.
Daar hebben de vele weinig betalende Bel
gische eigenaars de meerderheid en de weinige
veel betalende Nederlanders moeten in hun
eigen land by den vreemdeling zoete broodjes
bakken, om iets goeds tot stand te brengen!
Zoo is het n'en déplaise aan wie 't aan
gaat en dat schreeuwt ten hemel!"
Naar aanleiding van de onlangs aan Van
Emmenes by de gevangenis gebrachte
ovatie schryft deze aan Recht voor Allen o. a.
„Zoodra laat zich daarbuiten bet gezang
niet hooren, of myne medebewoners van dit
hotel scbynen razend te worden. Dat vliegt
naar de ramen, zingt mee, roept, schreeuwt
zoodat men ten slotte wel gevangenen, doch
geene betoogers hoort. En de gevolgen? Och,
die kunt ge gemakkeiyk berekenen! Dat zyn
straffen voor de arme duivels, die al reeds
zoo zwaar gestraft zyn. Ik heb het lawaai
gehoord en het vliegen door de gangen en
langs de trappen van de beambten, om de
lui tot bedaren te brengen, en 't zou me niet
verwonderen, als op dit oogenblik de cellen
nog gevuld waren met slachtoffers van ver
leden Zondag. En het is zoo onaangenaam, ie
bedenken, dat ge het lot nog zwaarder hebt
gemaakt van hen, die eerder door ons be
klaagd dan veracht dienen te worden. Zelf
loop ik voor zoo'n straf geen gevaar, want
mogeiyk schryft ge het aan gebrek aan geest
drift toe ik blyf by zoo'n gelegenheid
kalmpjes op myn krukje zitten. Niet, dat ik
zoo'ri straf zou vreezon, als het er op aan
kwam, in geen geval. Als ik zag dat er
hot socialisme 'n honderdste gedeelte van 'n
schrede nader moe tot zyne oplqssing kwam,
zou ik mo heel gewoon in het cachot laten
stoppen, doch ik zie er dat volstrekt niet in.
„Wanneer ge dus 'n schaduw voor het
matglas ziet verschynen, roep dan niet: „Dat
is Van Emmenes," want v. E. weet zeer
goed, dat, achter matglas gezien, alle men
schen op elkaar gelyken, en meent zoo ver
standig te zyn van aan deze expositie niet
te moeten meedoen. En wie hebben er den
meesten last moe? De beambten. En kan
hot nu hot doel zyn der partygenooten, om
dezen menschen last te veroorzaken? Van
den directeur af tot den bewaarder toe zyn
zo aan myne gevangenschap doodonschuldig.
Ze zyn zelfs zeer goed voor me. Wat zo my
eenigszins zonder tegen hunne regiementon
te zondigen kunnen toestaan, doen zy.
Degenen, dio my veroordeelden, lachon er
wat om of hier de boel op stelten wordt
gezet. Zy vermaken zich.elders. Wat
bereikt ge dus met uwe ovatie? Ge bezorgt
straf aan ongelukkige gevangenen; ge be
rokkent last aan de beambten,- wier dienst
toch reeds allesbehalve benydenswaardig is,
en ge bezwaart my met 't zelfverwyt: dat
alles heeft plaats om uwe partygenooten. Ik
herhaal dus myn vriendelyk verzoek: Komt
niet weer tot 'n dergelyk doel!"
Ten slotte nog dit uit De Standaard:
Het besluit van de Hollandse lie
Maatschappy van Landbouw, om
eene conferentie over het Zilver-vraagstuk to
laten houden, verdient ongetwyfeld toejui
ching; en al slaat Jhr. Rochussen op ander
gebied tegen ons over, in den stryd voor het
Bimetallisme eeren we gaarne het gezag van
zyn naam.
De vloek van de geldmarkt drukt zoo
loodzwaar op de volken. Het denkbeeldig
kapitaal, dat men geschapen beeft, is een
vampier, die het nationale leven afmat on
verwoest. En nu men bovondien nog de
onzinnigheid heeft begaan, om het goud tot
eenigen waardemeter te verheffen, en daar
door het zilver, dat het geld der kleine
luyden is, in waarde byna op do hellt te
doen verminderen, is er ongemerkt een roof,
door wie het goud had, gepleegd, ten
koste van hen, die slechts zilver kunnen
verkrygenwaardoor wie reeds overryk was,
zich nogmaals verrykt heeft ten koste van
wie leefde uit beperkter vermogen.
Dat nu juist de Maatschappy van
Landbouw zich hier voor spant, kan
niet verwonderen. Immers, de waardever
mindering van het zilver drukt vooral op
den landbouwenden stand, doordien niets zoo
zeer als juist die achteruitgang van het zilver
de landbouwproducten in waarde heeft doen
dalen.
En al mag nu ondersteld, dat de heeren
landeigenaren, die men wel eens agrariera
noemt, in hoofdzaak voor het zilver opkomen,
ten einde betere pachten te kunnen bedingen,
en zonder dat de sociale nood in hunne lijn
van gedachten op den voorgrond staat, toch
behoeft daarom bun steun in deze zaak
niet te worden afgewezen.
De zorg, dat hetgeen de landbouw by
wederinvoering van het Bimetallisme won,
niet geheel door hooger pachten worde
opgeslorpt, is aan het Ryk opgelegd, in
maniere als „Patrimonium" in zyn Sociaal
Program dit uitstippelde.
Ook in het staatsleven staat de kunst
hooger dan de natuur; en niet het laisser
aller van de politieke naturalisten, maar
de kunst, die het evenwicht herstelt, waar
dit verbroken is, moet onze leuze zyn.
Gemeenteraad van Llase.
Zitting van 6 Juni.
Tegenwoordig 6 leden.
Afwezig met kennisgeving de heer mr. R.
baron Snouckaert van Schauburg.
Voorzitter: de Burgemeester.
De notulen der vorige vergadering worden
gelezen en onveranderd goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede dat is ingekomen
een adres van mej. M. G. W. Van den Broek,
onderwyzeres aan de bewaarschool te Lisse,
houdende verzoek hare jaarwedde met ƒ150
te verhoogen; alsmede een adres van ver
schillende ingezetenen tot ondersteuning van
bovengemeld verzoek.
Na eenige discussie wordt besloten in zoo
verre aan dit verzoek te gemoet te komen,
dat de gratificatie, welke adressante jaarlyks
geniet, zal worden verhoogd met ƒ100, in te
gaan den lsten Juli a. s.
Aan de orde is vaststelling der Rekening
van het Burg. Armbestuur.
Met algemeene stemmen vastgesteld tot
een bedrag van
Ontvang 1007.525
Uitgaaf 656.79'
Batig saldo f 350.73.
Alsnu brengt de Voorzitter ter tafel het
kohier van den Hoofd. Omslag voor het dienst
jaar 1894.
Wordt mede met algemeene stemmen vaBt-
gosteld tot een bedrag van 2470.50.
Ten slotte wordt door don Voorzitter meda-
gedeeld dat hem by goruchto ter ooren ge
komen is, dat door den Raad der gemeente
Voorhout geen genoegen wordt genomen met
de gestelde voorwaarde inzake het hardmaken
van den z. g. „Voortweg." Eene officiéele
mededeelmg desbetreffende bleef het ge:
meentebostuur alaaar echter in gebreke te'
zenden. Spr. stelt daarom voor het hardmaken
van dien weg voor rekening dezer gemeente
(e doen geschioden.
Conform met algemeene stemmen besloten.
Niets meer aan de orde zynde on niemand
der leden meer het woord verlangende, Bluit
de Voorzitter de vergadering.
Neerbosch.
De Groningsche commissie, die zich ten doe'
stelt om 2000 a 3000 byeen to krygen
om daardoor den heer Van Deth, naar deze
zegt, gelegenheid te geven don heer Van
'tLindenbout aan de Justitie over te leveren,
is er nog lang niet. Blykens eene opgave van
dr. Louis A. Biihler heeft zy f 450.09'/^ ont
vangen, terwyl nog 200 is toegezegd.
De heer Van Deth deelt aan de „Tel." mede,
dat opnieuw eenige adressen aan de Twoede
Kamer zyn verzonden, waarin aangedrongen
wordt op eene Staats commissie van enquête
in zake Neerboscb, te weten uit Delfzyl met
25, uit Wagenborgen met 20, uit Bergen-op-
Zoom met 206, uit Goes mot 140 en uit
Vhssingen mot 274 bandteokeningen. In hot
gehoel draagt derhalve het adres nu 2179
handteekeningen.
In een begeleidend schryven heeft de heer
Van Deth tevens om oene audiëntie verzocht.
HILLEGOM. B o v a 11 o liW. 8ta&een gob. Moo-
lenaar D. U. Van der Meor geb. Does D. M.
Warmerdam gcb. De Klerk Z.
Overleden: Johanees Tieter Van Ballegooij 6
zo. Hendrik Nieawenhuie G7 j., eohtgeDoot van
H. E. Wijera.
UITLOTINGEN. 3 pCt. Turkache loiou van
1870. - Trekking van 1 Juni lö94. Hoofdprgzen:
374718 fr. 300,000; 599102 fr. 26,000; 510097 en
1633C75 elk fr. 10,000; 170212 686925 1730838
1887021 933535 en 19a6095 olk fr. 2000; 1191627
314001 1780862 803721 1022674 1213920 1367430
211515 1787700 133605 617910 en 1363593 elk.
fr. 1250; 665876 764986 641621 320439 1367429
241522 1900487 933531 1633672 486670 46531 1694
820914 1967848 1822979 1C95723 1331613 1780837
1768339 150062 863138 1889172 1609088 918195
1897067 1632438 23679 eb H&1083 olk fr. 1000.
Yerder G00 obligation a fr. 400.
IDSCH DAGBLAD.