N*. 10517. Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven PERSOVERZICHT. Burgerlijke Stand, Donderdag 7 Juni. A°. 1894. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. 1.10. Franco per post 1-40. Afzonderlijke Nommers 0.05. PRIJS DPR ADVERTETTCTËN": Van 1—'6 regels 1.05. Iedere regel moor f 0.171. Grooter» letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulton de stad wordt 0.05 berekend. Ticeede Blad. De rechtzaak botreffende het valsche bankpapier heeft De Stand aard aanleiding gegeven om onder den titel „Leerrijk proces" het volgende te schrijven: Het proces over de valsche bankbiljetten is vooral in één opzicht leerrijk. Er blijkt namelijk opnieuw uit, wat peatholen van allerlei ongerechtigheid de bordeelen zijn. Tot schande voor ons Christenland, en tot smaad van de rechterlijke macht, heeft men in de rechtszaal thans de bewoonsters dezer bordeelen in grooten getale zien op dagen, om heusch nog een eed voor God at te leggen, en, onder veel vertoon en met veel bespraaktheid, zeiven te getuigen, hoe eigenlijk heel deze historie van de verval- sching dezer biljetten op de intiemste wijze met de ongerechtigheden van deze bordeelen in verband «taat, er door mogelijk gemaakt en bevorderd is. Het is in deze verdorven wereld, dat ook deze ongerechtigheid weer is uitgebroed. Het is in dezen onzedeliJken kring, dat dit vergrijp tegen de publieke orde tot rijpheid is gekomen. Het is in deze plaatsen der verdorvenheid, dat, onder champagne en wild zingenot, de aanslag is gepleegd op het geld van anderen en op den goeden naam van onze Bank instelling. Hen heeft nu al deze dagen het bewijs gehad, hoe de ééne ongerechtigheid zich altoos koppelt aan de andere, en hoe de ééne zonde de andere dekt en verheelt. En toch, met zulke pestholen van onge rechtigheid staat onze Overheid in meer dan ééne stad nog altoos op voet van contact. IOver zulk eene wereld van ongerechtigheid broidt onze Overheid nog hare band be schermend uit. Daarin treedt ze regelend op, om het zondigen van alle gevaar van besmetting te ontslaan. Ja, ten opzichte van zulke bordeelen blijft ze nog steeds den indruk vestigen, dat ze officiéél te beschouwen zijn als een nood. z a k el y k kwaad. De zedelijke dokken. „Madam" Toubaerts volkomen onschuldig, Van Liemt iemand, die eigeniyk oene belooning van de justitie heeft verdiend, Frey slachtoffor van de rechterlijke dwaling, Krausse een man, die enkel uit liefhebbery, voor de kunstny- verheld bankbiljetten maakte, maar zich wel geschaamd zou hebben om het vervaardigde prulwerk in omloop te brengen, en de overige beschuldigden naar rato even weinig straf schuldig: - ziedaar ongeveer de resumtiovan de pleidooien der Amsterdamsche advocaten, zoo lezen we in de Haagschc Courant. De Amhemsche Ct. merkt dan ook terecht op, dat men zich na het lezen van deze plei dooien afvraagt, of er te Amsterdam eigen iyk wel ooit valsche bankbiljetten zyn ge maakt en uitgegeven on, zoo ja, of dan niet de onvindbare „baron Bidet" en „Charles" (twee geheimzinnige figuren, op wie in het verhoor meermalen de schuld werd gewor pen) de eenige schuldigen zyn. De Huisvrouw juicht ten zeerste het besluit toe, op de jongste algomeene vergadering van de Maatschappy tot Nut van 't Algemeen ge nomen om tydelyk cursussen in koken on andere huishoudelyke bezigheden to bevorderen, tot onderricht van huisvrouwen en toekomstige huisvrouwen uit de kleine burgery en den werkmansstand. „Na al wat wy over het groote nut van dergelyke cursussen hebben geschreven, zullen wy wel niet behoeven te zoggen, hoe wy ons over dit besluit verheugen", zegt het blad. De Huisvrouw mag zich beroemen de eerste te zyn geweest, die hier te lande het kook- onderwys ter sprake bracht. Destyds werd daarvoor nog maar zeer weinig sympathie govonden; vry algemeen plaatste men zich op hot standpunt, dat nu nog ter Nutsvergadoring door den afgevaardigde van Haarlem werd ingenomen: dat namelyk het onderricht in zaken der huishouding in het ouderlyk huis zelf behoorde gegeven te worden, en dat kook- en huishoudscholen er toe medewerken om de ouders meer en meer van hunne natuurlyke plichten te ontheffen. Langzamer hand hebben zich betere denkbeelden gevestigd, en dat thans de zaak uit een juister oogpunt wordt beschouwd, daarvan geeft het nu ge nomen besluit van het Nut een verblydend bewys. Veel heeft daartoe bygedragen Jkvr. J. De Bosch Kemper, aan wie het huishoudkundig onderwgs in Nederland zeer veel te danken heeft. Niet alleen, dat deze verdienstelyke vrouw in den afgeloopen winter in eenige departementen van het Nut (ook te Leiden) voordrachten heeft gehouden om de groote beteekenis van dit onderwys aan te toonen, maar zy was nu ook aanwezig in de alge meens vergadering, om het voorstel van En- schedes en Hengeloo te verdedigen. Aan het hoofdbestuur van het Nut komt een woord van dank toe, dat hèt daartoe de gelegenheid heeft verschaft. Men is thans op den goeden weg. Het denkbeeld om ook in kleinere plaatsen cur sussen te houden voor vrouwen en meisjes uit de volksklasse, zal blyken hier te lande evengoed uitvoerbaar te zyn als in het buiten land. De steun van het Nut sluit de werk zaamheid van het particulier initiatief goenszins uit; integendeel, nu op deze wyzebelangstelling voor de zaak wordt gewekt, zullen particu lieren des te eerder er toe overgaan om haar ter hand te nemen. Het zal er thans op aankomen bekwame onderwyzere8sen voor dit vak te vormen. Dit zal wel geen bezwaar hebben, nu het voor de meisjes, die een diploma verwerven, niet meer onzeker is of zy wel eene plaats zullen vinden. Misschien kan, zoo noodig, de Fondskas van Tesselschade hier helpend optreden. Één wensch blyft nu nog over: namelyk dat ook de Begeering hare onverschilligo houding tegenover dit onderwys late varen en een voorbeeld neme aan de regeeringen van andere landen, die de groote beteekenis daarvan toonen te beseffen. Zoowel als de Staat ambachts- en landbouwonderwys, alsmede industrieel onderwys voor meisjes subsidieert, behoort hy het onderwys in het koken en andere huishoudelyke bezigheden aan meisjes en vrouwen uit de volksklasse te bevorderen, als eén krachtig middel om het welzyn dier klasse te bevorderen." Anarchistische onderwjjzers.- De Nieuwe Rotterdamsche Courant acht het ongevraagd ontslag, door den gemeenteraad te Menaldumadeel verleend aan den anarchisti- schen onderwyzer Dijkstra, alleszins gerecht vaardigd. Het blad wyst er op, dat tegenover protes ten, zooals byv. door de meerderheid in eene vergadering der Rotterdamsche afdeeling van den Onderwyzers-Bond, indrukwekkende wei geringen staan om tegen het besluit op te komen. Sommigen echter, by wie overigens persoon, houding en toon van den ontslagene geene sympathie wekken, achten by dit ont slag een beginsel betrokken. Aldus byv. do heer Wibaut in het Sociaal Weekblad, die de vryhoid van don onderwyzer, met namo zyne grondwettig gewaarborgde drukpersvryheid, in gevaar acht, indien „een gemeenteraad een onderwijzer ontslaan mag, uitsluitend wegens zyn optreden buiten de school, zoolang zulk optreden blyft binnen de grenzen der wet en zoolang het onderwys door dat optreden niet heeft geleden." Volgens de Nieuwe Rotterd. Cl. zyn twee beginselvragon by dit ontslag betrokken: De eerste luidt: of niet door dergelyko ge meenteraadsbesluiten de drukpersvryheid als grondwettig byzonder gewaarborgd recht be dreigd wordt? De andere: of niet aldus in hot algemeen de vryheid van den ambtenaar, bepaaldoiyk van den onderwyzer, in zyn doen en laten buiten zyne betrekking, door willekeur wordt verkort? Beide vragen beantwoordt het blad ont kennend. Het recht van drukpers-vryheid is geen byzonder recht, omdat het in de grondwet erkend wordt. De grondwet verbiedt eenvou dig elk voorafgaand verlof, olk verbod om te schryven elke voorkoming, preventie. Zy handhaaft de verantwoording nadat geschreven is, achterhaling, repressie. Spreekt de grond wet uitdrukkeiyk van „ieders verantwoorde- lykheid volgens de wet", d. i. de strafwet; en beweert men, dat zoolang iemand door den inhoud van wat hy schryft de „strafwet" niet overtreedt, repressie, in eiken vorm, on grondwettig is, dan maakt men zich schuldig aan misverstand. Tegenover den gewonen burger is de strafwet natuuriyk de eenig denk bare vorm van wettelyke repressie, maar de ambtenaar is in een ander geval. De tweede vraag is evenmin ingewikkeld. Zeer zeker is het der overheid niet verboden een ambtenaar te ontslaan op grond van wat buiten zyn ambt van hem gebleken is. Dron kenschap, ergerlyke verwaarloozing van zyn huisgezin maken den onderwyzer ongeschikt voor zyn ambt. Maar zoo ook menschen, die buiten alle tucht der overheid zich willen stollen, die plompweg alle gezag verachten en op de ruwste wyze van hunne minachting blyk geven in openbaar gemaakte geschriften, moeten een anderen werkkring zoeken en kunnen van de overheid niet verlangen, dat deze hun langer de leiding toevertrouwt van kinderen eener school, voor wier opleiding en opvoeding die overheid mede aansprakeiyk is. Eene leer van willekeur of inquisitie is daar mee volstrekt niet gehuldigd. En wat in 't byzonder onderwyzers aangaat, zy verkeeren in gunstiger toestand dan andere gemeente ambtenaren. Voor hen hoeft dg wet van '89 het vereischte ingevoerd eener goedkeuring van het ontslag door Gedeputeerde Staten; voor andere gemeente-ambtenaren is de bo- slissing van den Raad definitief. In Het Nieuws van den Dag komt een hoofdartikel voor over „het ontslag van den onderwyzer Dykstra", waaruit we het vol gende onder de aandacht brengen: Hy heeft in een door den druk verspreid blad zich verklaard te zyn anarchist, d. i. bestryder van het gezag, ook door onwettige en gewelddadige middelen. Hy heeft dat ge daan volgens den voor ons liggenden tekst van zijn brief in De Arbeider, o. a. in de vol gende bewoordingen: „Hyn plicht als ambte naar is best te vereenigen met anarchist zyn. Ik zie in de anarchie het middel, waar door het mensch zyn kan worden opgevoerd." Hy heeft vervolgens gezegd: „"Wy, anarchisten, willen de orde en rust niet verstoren; de orde en rust zyn verstoord door het huidige stelselwij willen het tegendeelde orde en rust weder herstellen." Hy heeft op de vraag van den Burgemeester „Jy erkent dus noch God, noch meester?" geantwoord: „Neen, mynheer, die veracht ik met innige verachting." Hy heeft ook dat antwoord in dien brief gepubliceord. Hy heeft eindelyk, na eene waarschuwing van den Burgemeester en eone bedreiging met ontslag, blykens datzelfde gepubliceerd ge schrift, tot dien ambtenaar gezegd: „En ik waarschuw u, m(|nheerweet wat je doet. U zult wel gehoord hebben, dat de anarchisten zich niet ongestraft laten hoonen. Niet i k zal waarscbynlijk wraak nemen, maar myne mak- kors zullen zooveel laagheid zeer zeker niet dulden, en wat u aan my misdoet met dezelfde of betere munt betahn. Ik waarschuw u, mynheer 1" En nu weet een ieder, dat een anarchist niet alleen is een bestrijder van elk gezag in den Staat, maar ook iemand, die geweld als middel tot verwydering van dat gezag aan- pryst. Toch heeft de heer Dykstra in zyn brief erkond vergaderingen te hebben geleid tot bevordering daarvan. Dat de schryver van dat alles als onder wyzer aan eeno openbare school door het openbaar gezag is aangesteld en met het oog op zyne ambtsvervulling in eene betrekking staat van ondergeschiktheid tot dat gezag, is onzes inziens niet te ontkennen. Kan het hem dan vrystaan openiyk op te treden ais be stryder van dat gezag door het aanpryzen van onwettige en gewelddadige middelen tot ondermyning of omverwerping daarvan, als hy daardoor slechts niet valt in de termen der strafwet? Ons wil het voorkomen, dat die vryheid niet kan worden verdedigd als voortvloeiende uit de bepalingen der grondwet. Het Weelcblad voor Zceuwsch- Vlaanderen betoogt dat de algemeene achteruit gang van Zeeland, en in het byzonder van de zuldelyke streek dier provincie, voor een niet gering deel veroorzaakt wordt door het overgaan van den grondeigendom in do handen van buitenlanders. „En zegt dit weekblad in plaats nu, dat 's lands regeoring die oorzaken van ons verval tracht weg te nemen, worden jaar op jaar nieuwe maatregelen genomen om ons van Nederland te vervreemden. Een groot deel van de gronden in ons district zyn in handen van Belgische heeren. De vermogensbelasting wordt ingevoerd. Bui tenlanders betalen daarin niet; ook niet van de eigendommen, die zy hier bezitten. De grondbelasting wordt verminderd. Daarvan profiteerden de buitenlanders wel. Komt hier nu grond te koop en koopteen Nederlander, dan wordt hy opgepikt in de vermogens- en in de grondbelasting beide. Koopt een Belg, dan betaalt hy alleen in de verminderde grondbelasting. Hy heeft dus alles voor op een ingezetene. In de gemeente belasting betaalt hy geen cent, of 't zyn eenige opcenten op gebouwde en ongebouwde eigendommen. Opcenten op 't personeel: vry 1 Hoofdelyke omslag: vry! Nu hebben we, om 't spel te volmaken, de I bedryfsbelasting gekregen en de Belgische kooplui, die vroeger een patent noodig hadden, om hier graan te koopen en vee, zyn ook vry I Noord-Beveland gaat byna geheel over in de handen van buitenlanders; op Tolen hebben zy uitgestrekte bezittingen, in Zuid-Beveland krygen zy vasten voet en tot zelfs in Schou wen zyn zy doorgedrongen. En komt nu op sommige poldervergade- ringen. Daar hebben de vele weinig betalende Bel gische eigenaars de meerderheid en de weinige veel betalende Nederlanders moeten in hun eigen land by den vreemdeling zoete broodjes bakken, om iets goeds tot stand te brengen! Zoo is het n'en déplaise aan wie 't aan gaat en dat schreeuwt ten hemel!" Naar aanleiding van de onlangs aan Van Emmenes by de gevangenis gebrachte ovatie schryft deze aan Recht voor Allen o. a. „Zoodra laat zich daarbuiten bet gezang niet hooren, of myne medebewoners van dit hotel scbynen razend te worden. Dat vliegt naar de ramen, zingt mee, roept, schreeuwt zoodat men ten slotte wel gevangenen, doch geene betoogers hoort. En de gevolgen? Och, die kunt ge gemakkeiyk berekenen! Dat zyn straffen voor de arme duivels, die al reeds zoo zwaar gestraft zyn. Ik heb het lawaai gehoord en het vliegen door de gangen en langs de trappen van de beambten, om de lui tot bedaren te brengen, en 't zou me niet verwonderen, als op dit oogenblik de cellen nog gevuld waren met slachtoffers van ver leden Zondag. En het is zoo onaangenaam, ie bedenken, dat ge het lot nog zwaarder hebt gemaakt van hen, die eerder door ons be klaagd dan veracht dienen te worden. Zelf loop ik voor zoo'n straf geen gevaar, want mogeiyk schryft ge het aan gebrek aan geest drift toe ik blyf by zoo'n gelegenheid kalmpjes op myn krukje zitten. Niet, dat ik zoo'ri straf zou vreezon, als het er op aan kwam, in geen geval. Als ik zag dat er hot socialisme 'n honderdste gedeelte van 'n schrede nader moe tot zyne oplqssing kwam, zou ik mo heel gewoon in het cachot laten stoppen, doch ik zie er dat volstrekt niet in. „Wanneer ge dus 'n schaduw voor het matglas ziet verschynen, roep dan niet: „Dat is Van Emmenes," want v. E. weet zeer goed, dat, achter matglas gezien, alle men schen op elkaar gelyken, en meent zoo ver standig te zyn van aan deze expositie niet te moeten meedoen. En wie hebben er den meesten last moe? De beambten. En kan hot nu hot doel zyn der partygenooten, om dezen menschen last te veroorzaken? Van den directeur af tot den bewaarder toe zyn zo aan myne gevangenschap doodonschuldig. Ze zyn zelfs zeer goed voor me. Wat zo my eenigszins zonder tegen hunne regiementon te zondigen kunnen toestaan, doen zy. Degenen, dio my veroordeelden, lachon er wat om of hier de boel op stelten wordt gezet. Zy vermaken zich.elders. Wat bereikt ge dus met uwe ovatie? Ge bezorgt straf aan ongelukkige gevangenen; ge be rokkent last aan de beambten,- wier dienst toch reeds allesbehalve benydenswaardig is, en ge bezwaart my met 't zelfverwyt: dat alles heeft plaats om uwe partygenooten. Ik herhaal dus myn vriendelyk verzoek: Komt niet weer tot 'n dergelyk doel!" Ten slotte nog dit uit De Standaard: Het besluit van de Hollandse lie Maatschappy van Landbouw, om eene conferentie over het Zilver-vraagstuk to laten houden, verdient ongetwyfeld toejui ching; en al slaat Jhr. Rochussen op ander gebied tegen ons over, in den stryd voor het Bimetallisme eeren we gaarne het gezag van zyn naam. De vloek van de geldmarkt drukt zoo loodzwaar op de volken. Het denkbeeldig kapitaal, dat men geschapen beeft, is een vampier, die het nationale leven afmat on verwoest. En nu men bovondien nog de onzinnigheid heeft begaan, om het goud tot eenigen waardemeter te verheffen, en daar door het zilver, dat het geld der kleine luyden is, in waarde byna op do hellt te doen verminderen, is er ongemerkt een roof, door wie het goud had, gepleegd, ten koste van hen, die slechts zilver kunnen verkrygenwaardoor wie reeds overryk was, zich nogmaals verrykt heeft ten koste van wie leefde uit beperkter vermogen. Dat nu juist de Maatschappy van Landbouw zich hier voor spant, kan niet verwonderen. Immers, de waardever mindering van het zilver drukt vooral op den landbouwenden stand, doordien niets zoo zeer als juist die achteruitgang van het zilver de landbouwproducten in waarde heeft doen dalen. En al mag nu ondersteld, dat de heeren landeigenaren, die men wel eens agrariera noemt, in hoofdzaak voor het zilver opkomen, ten einde betere pachten te kunnen bedingen, en zonder dat de sociale nood in hunne lijn van gedachten op den voorgrond staat, toch behoeft daarom bun steun in deze zaak niet te worden afgewezen. De zorg, dat hetgeen de landbouw by wederinvoering van het Bimetallisme won, niet geheel door hooger pachten worde opgeslorpt, is aan het Ryk opgelegd, in maniere als „Patrimonium" in zyn Sociaal Program dit uitstippelde. Ook in het staatsleven staat de kunst hooger dan de natuur; en niet het laisser aller van de politieke naturalisten, maar de kunst, die het evenwicht herstelt, waar dit verbroken is, moet onze leuze zyn. Gemeenteraad van Llase. Zitting van 6 Juni. Tegenwoordig 6 leden. Afwezig met kennisgeving de heer mr. R. baron Snouckaert van Schauburg. Voorzitter: de Burgemeester. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en onveranderd goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede dat is ingekomen een adres van mej. M. G. W. Van den Broek, onderwyzeres aan de bewaarschool te Lisse, houdende verzoek hare jaarwedde met ƒ150 te verhoogen; alsmede een adres van ver schillende ingezetenen tot ondersteuning van bovengemeld verzoek. Na eenige discussie wordt besloten in zoo verre aan dit verzoek te gemoet te komen, dat de gratificatie, welke adressante jaarlyks geniet, zal worden verhoogd met ƒ100, in te gaan den lsten Juli a. s. Aan de orde is vaststelling der Rekening van het Burg. Armbestuur. Met algemeene stemmen vastgesteld tot een bedrag van Ontvang 1007.525 Uitgaaf 656.79' Batig saldo f 350.73. Alsnu brengt de Voorzitter ter tafel het kohier van den Hoofd. Omslag voor het dienst jaar 1894. Wordt mede met algemeene stemmen vaBt- gosteld tot een bedrag van 2470.50. Ten slotte wordt door don Voorzitter meda- gedeeld dat hem by goruchto ter ooren ge komen is, dat door den Raad der gemeente Voorhout geen genoegen wordt genomen met de gestelde voorwaarde inzake het hardmaken van den z. g. „Voortweg." Eene officiéele mededeelmg desbetreffende bleef het ge: meentebostuur alaaar echter in gebreke te' zenden. Spr. stelt daarom voor het hardmaken van dien weg voor rekening dezer gemeente (e doen geschioden. Conform met algemeene stemmen besloten. Niets meer aan de orde zynde on niemand der leden meer het woord verlangende, Bluit de Voorzitter de vergadering. Neerbosch. De Groningsche commissie, die zich ten doe' stelt om 2000 a 3000 byeen to krygen om daardoor den heer Van Deth, naar deze zegt, gelegenheid te geven don heer Van 'tLindenbout aan de Justitie over te leveren, is er nog lang niet. Blykens eene opgave van dr. Louis A. Biihler heeft zy f 450.09'/^ ont vangen, terwyl nog 200 is toegezegd. De heer Van Deth deelt aan de „Tel." mede, dat opnieuw eenige adressen aan de Twoede Kamer zyn verzonden, waarin aangedrongen wordt op eene Staats commissie van enquête in zake Neerboscb, te weten uit Delfzyl met 25, uit Wagenborgen met 20, uit Bergen-op- Zoom met 206, uit Goes mot 140 en uit Vhssingen mot 274 bandteokeningen. In hot gehoel draagt derhalve het adres nu 2179 handteekeningen. In een begeleidend schryven heeft de heer Van Deth tevens om oene audiëntie verzocht. HILLEGOM. B o v a 11 o liW. 8ta&een gob. Moo- lenaar D. U. Van der Meor geb. Does D. M. Warmerdam gcb. De Klerk Z. Overleden: Johanees Tieter Van Ballegooij 6 zo. Hendrik Nieawenhuie G7 j., eohtgeDoot van H. E. Wijera. UITLOTINGEN. 3 pCt. Turkache loiou van 1870. - Trekking van 1 Juni lö94. Hoofdprgzen: 374718 fr. 300,000; 599102 fr. 26,000; 510097 en 1633C75 elk fr. 10,000; 170212 686925 1730838 1887021 933535 en 19a6095 olk fr. 2000; 1191627 314001 1780862 803721 1022674 1213920 1367430 211515 1787700 133605 617910 en 1363593 elk. fr. 1250; 665876 764986 641621 320439 1367429 241522 1900487 933531 1633672 486670 46531 1694 820914 1967848 1822979 1C95723 1331613 1780837 1768339 150062 863138 1889172 1609088 918195 1897067 1632438 23679 eb H&1083 olk fr. 1000. Yerder G00 obligation a fr. 400. IDSCH DAGBLAD.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 5