N°. 10517. Donderdag 7 Juni. A0. 1894. feze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Leiden, 6 Juni. Feuilleton. DE LAATSTE TOCHT. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. Franco per post Afzonderlijke Nommers f 1.10. 1-40. 0.05. PRIJS DER AD VERTENTTËN Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel moer f 0.171. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Eerste Blad Officieel© Konnisgevingen. Bargemeeeter en Wethouders van Leiden breDgen bij deze ter algemcone kennis dat de gelegenheid tot het doon inschrijven van leerlingon voor de Hoogero Burgerschool voor Jongens is opengesteld eiken Dinsdag ln do maand Joni, des voormiddags van 10 tot 12 aren, en dat de A d m i s s i o- examens znllen plaats hebben op Dinsdag, Donderdag, Vrijdag en Zaterdag 10, 12, 13 en 14 J n 1 i a. s., aanvangende des morgens te 9 uren, beide in hot schoolgebouw aan do Pieters- kerkgraoht. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemeester. 6 Juni 1894. E. EIST, Seoretaris. De Gemeente-Commissie van het Neder- duitsch-Hervormd Kerkgenootschap te Leiden, wenscht een hoofdeiyken omslag in te voeren en noodigt daarom de leden, op in eene cir culaire aangewezen plaatsen, datums en uren, uit persooniyk hunne goedkeuring te komen hechten aan de verandering van Art. 22, 2de alinea a van het Reglement op het be heer der kerkeiyke fondsen en goederen van het Nederduitsch-Hervormd Kerkgenootschap to Leiden, welke alinea sub. a thans zal luiden aldus: „Het zoo noodig invoeren van een kerke- lyken hoofdeiyken omslag volgens een speciaal daartoe door de Gemeente-Commissie te maken Plaatselijk Reglement, dat, ter verkrijging van rechtsgeldigheid, de goedkeuring van het College van Notabelen behoeft". Om van hunne al- of niet-goedkeuring te doen blijken, gaat by de circulaire een stembiljet. Zy, die er mede instemmen, hebben dit in te vullen met het woord „ja" en dit persoon iyk in te leveren. Hoewel de Gemeente Commissie, zegt zy, volgens het bestaand Reglement bevoegd is, onder goedkeuring van Notabelen een hoofde- ïykon omslag te heffen, wenscht zy dit onder worp nader te regelen en de beginselen, die by die heffing zullen worden gevolgd, meer te ontwikkelen dan zulks in het bestaand Reglement het geval is, om al welkeredenen zij meent bovenstaande wyziging van het Reglement te moeten voorstellen. Met het oog op de kosten, verbonden aan het in voldoenden staat onderhouden der kerken, bestemd voor den openbaren eere- dienst, hot pensionneeren op zeventigjarigen leeftyd van het personeel, in dienst der Ge meente Commissie, en het op zeer matige wyze suppleeren van de traktementen der predi kanten der Gemeente, is het noodzakeiyk gebleken, een kerkelyken hoofdelijken omslag in te vooren, hoogstens tot een bedrag van ƒ8000, welke omslag derhalve in het geheel niet drukkend zal zijn. - In het „Hotel Verhaaflf" alhier is gister avond van Den Haag, waar hy eenige dagen dacht door te brengen, aangekomen de heer Jas. S. Ewings en familie, gezant van de Vereenigde Staten te Brussel. Zyne Excellentie bezocht verschillende be zienswaardigheden en vertrok heden naar Haarlem en Amsterdam. De uitslag van het vergeiykend examen tot toelating aan de opleidingsschool voor machinist der marine te Hellevoetsluis is, dat o. a. geslaagd is H. Borgerding, van Leiden. Aan het ministerie van justitie is aan besteed: de levering van 48,376 KG. gort, 79,950 KG. groene erwten en 30,400 KG. boonen, voor de voeding der bevolking in ge vangenissen, in de Ryksopvoedingsgestichten en de Rykswerkinrichtingen te Hoorn en naby Leidon, en van 440 HL. gort, 325 HL. groene erwten, 1500 HL. bak-rogge, 275 HL. oude witte Zeeuwsche tarwe en 200 HL. roode tarwe, voor de Rykswerkinrichtingen Veen- huizen, gedurende het 2de halfjaar 1894, in 23 perceelen. Minste inschryvers waren o. a.voor de levering voor de Rykswerkinrichtingen Veen- huizen voor oude witte Zeeuwsche tarwe, de heer H. H. Van Waveren, te Hillegom, voor 5.78 per HL.; voor 2800 KG. gort voor de Rykswerkinrichting naby Leiden de heer J. G. Boekwyt, te Leiden, voor 7.89 per KG.en 1200 KG. groene erwten, dezelfde, voor 11.95 de 100 KG. De onderhoudsplichtigen van den West- eindschen weg te Zoeterwoude hebben zich tot burgemeester en wethouders gericht met het verzoek den Westeindschen weg in onderhoud by de gemeente over te nemen, met de vraag, zoo het verzoek in gunstige overweging werd genomen, onder welke voorwaarden. De heer N. Warmolts, candidaat tot den H. D. te 's-Gravenland, heeft voor de beroeping naar Benthuizen bedankt. Voor eene herbaalde oproeping van eene onderwyzeres aan de openbare lagere school te Benthuizen heeft zich slechts ééne sollici tante aangemeld. De heer W. C. T. Hoyer, volontair ter secretarie der gemeente Noordwyk, is benoemd tot ambtenaar ter secretarie der gemeente Voorhout. De drie perceelen grasgewas van den Oudendykschen Polder te Woubrugge, die by de publieke verhuring in April 11. niet wor den verpacht, zyn 5 dezer, by inschryving voor het seizoen 1894, van de hand gedaan voor ƒ10 gecombineerd. Te Hillegom is een algemeen geacht ingezetene overleden, nl. de heer H. Nieuwen- huis, die gedurende 34 jaar de betrekking van gemeente-secretaris vervulde en de vraag baak en raadsman der ingezetenen was. De overledene was tevens secretaris-penning meester van vier polders, president kerkvoogd, secretaris der spaarkas, enz. In de jongste zitting van don Raad te Schiedam was o. m. ook ingekomen de goed keuring van Ged. Staten op het raadsbesluit van eene rechtsvordering tegen den ontslagen gemeente ontvanger W. Beffers. De te Arnhem overleden sedert 1892 gepensionneerde kapitein ter zee G. J. Buyskes had eene eervolle loopbaan by de koninklyko marine achter zich. Den lsten Oct. 1855 als adelborst 3de kl. by de zeemacht in dienst getreden, werden hem in zyne verschillende rangen van officier en hoofdofficier der marine hy werd ln 1883 tot overste en in 1888 tot kapitein ter zeo bevorderd ge wichtige commandementen toevertrouwd. O. a. was Buyskes 1ste officier aan boord van het stoomschip de „Watergeus," en commandant van het stoomschip „Bandjermassing," de stoomkanonneerboot „Gier;" het wachtschip te Amsterdam (in 1881,; den bodem „Suriname" en van de ramschepen „Buffel" en „Schor pioen." In 1882 voerde hy het bevel over de zee macht in de kolonie Suriname. Tydens zyne plaatsing by de zeemacht in Oost lndiö werd hem in 1873 de tevredenheid van den gouverneur-generaal kenbaar gemaakt over zyn verdiensteiyk gedrag by gelegenheid van den brand van het Fort Tatas te Bandjer massing. In 1874 nam Buyskes als luitenant ter zee lste klasse deel aan de expeditie tegen Atjeh en viel hem de ridderorde 4de kl. der Willems orde ten deel ter zake zich in den oorlog tegen dat Ryk te hebben onderscheiden. De overledene was lid van de Staatscom missie voor de verbetering van den Waterweg langs Rotterdam naar zee. Te Utrecht kwamen 17 onderofficieren der onderscheidene corpsen van de landmacht, uit de verschillende garnizoenen des lands, byeen, tot bespreking van hetgeen van de zyde dor onderofficieren zou kunnen worden gedaan om te verkrygen, dat by overiyden van den gehuwden vrywillig dienenden militair, be noden den rang van officier, diens weduwe en kinderen niet geheel onverzorgd achter- biyven. Het initiatief tot deze byeenkomst ging uit van een drietal onderofficieren van het lste regi ment vesting-artillerie to Zwolle, die zich in Maart jl. per circulaire tot' hunne kameraden wendden, waarin zy hun doel uiteenzetten en bewfizon van instemming daarmede vroegen. Zy ontvingen daarop ongeveer tweeduizend handtookeningen, en als gevolg daarvan noo- digden zy van ieder corps en garnizoen een onderofficier tot eene byeenkomst uit. Hoewol de byeengekomen onderofficieren het met elk ander geheel eens waren omtrent de zaak zelve, „dat de weduwen en nagelaten kinderen van de militairen beneden den rang van officier ook met den besten wil en met groote opoffe ringen hunnerzyds onvoldoende verzorgd bly- ven, als niet het Ryk zich hunner aantrekt", waren toch ruim vier uren noodig om over eenstemming te verkrygen betrexkelyk den weg, dien men te bewandelen had om tot het doel te kunnen geraken. Het resultaat was, dat men besloot om oen door het drietal te Zwolle ontworpen adres, dat in den loop der discussies eenige wyzi- gingen bad ondergaan, in te dienen aan Zyne Excellentie don minister van oorlog. Het is te hopen, dat dit optreden er toe moge leiden om de oogen te openen van de regeering des lands voor den werkeiyk treu- rigen toestand, waarin weduwen en weezen van een zoo groot aantal ryks-ambtenaren (als zoodanig zyn toch ook de onderofficieren te beschouwen) by overiyden van den kostwin ner achterbiyven, als dit plaats vindt niet in den stryd of in en door gevorderde of bevo len dienstverrichtingen of aan de onmiddel- lyke gevolgen daarvan binnen een jaar - waarvan dan ongetwyfeld het gevolg zal zyn, dat daarin zooveel mogelyk verbetering wordt gebracht. {U. D.) De Vereeniging van gepensionneerde onder-officieren en minderen van het Neder- landsche leger (onderstand aan militairen, ge- pensionneerd vóór de wet van 1877, en hunne weduwen) zal hare vyftiende jaariykscho alge- meene vergadering houden te Amsterdam, op Maandag 18 Juni. Onder de punten van behandeling komt voor een voorstel van het hoofdbestuur, om wegens het toenemend aantal weduwen dezen te ver doelen in twee categorieën, nl. a. Zy, die reeds gehuwd waren, tydens hare echtgenooten zich in actieven dienst be vonden b. zy, die gehuwd zyn, nadat hare echt genooten den militairen dienst mot pensioen verlieten. Uit de rekening en verantwoording over het boekjaar 1 Maart 1893 28 Februari 1894 biykt, dat de ontvangsten hebben bedragen ƒ18,118.165, terwyi de uitgaven beliepen ƒ16,990.97. Het batig saldo bedraagt alzoo ƒ1127.195. Verder bezit de Vereeniging een spaarbank boekje tot een bedrag van 400; een deposito- bewfis van ƒ1061.50 en 22 bewyzen van verleend renteloos voorschot tot een bedrag van 938.50, te zamen 2000. De commissie, door het hoofdbestuur van het Nederlandsch Onderwyzersgenootschap benoemd, ten einde de wenschen en denk beelden van het genootschap te formuloeren ten aanzien van eene noodzakelijke her ziening der wet op het lager onderwys, heeft een gedeelte van haar rapport gereed, dat voorloopig onderzocht en overwogen en op de algemeene vergadering te Deventer be sproken kan worden. Dit gedeelte handelt over de indeeling der onderwyzers, de bepaling van het aantal, de benoeming, de bezoldiging en bevordering, het ontslag, de tydelyke waarneming, pensioenen en wachtgolden, de verbodsbepalingen der artikelen 35 en 36 der wet en eenige overgangsbepalingen ten op zichte van sommige dezer onderwerpen. Voor eonige dagen doelde het „Vad." mede, dat door dr. F. Van Gheel Gildemeester eene aanklacht was ingediend tegen de heeren dr. Bahler, te Groningen, en Van Deth, te Amsterdam. Thans meldt hetzelfde blad dat in verband daarmede het classicaal bestuur van Den Haag aan eene commissie uit zyn midden heeft opgedragen een ernstig onderzoek in te stellen naar de gegrondheid van geruchten, die sinds eenigen tyd in omloop zyn omtrent bovengenoemden Haagschen predikant. Aangaande deze zaak meldt het „Nbld. v. h. Noorden", dat dr. Louis A. B&hler voor zyn geschryf over dr. Van Gheel Gildemeester ter verantwoording is geroepen voor het clas sicaal kerkbestuur van Groningen. Dr. Bahl«r h id ter publieke vergelyking van do vertrouw baarheid der heeren v. Gh. G. en v. Deth op zedelyk gebied gewezen op het besproken leven van dr. v. Gh. G. tegenover het onbe sproken leven van den heer v. Deth. Op den heer Bahler is het zachtste kerke- lyke tuchtmiddel, de berisping, toegepast, welke door den heer B. niet aanvaard werd. Van eene strafrechter!yke vervolging, door dr. Van Gheel Gildemeester tegen dr. Louis A. Bahler ingesteld, is dezen laatsten, naar het blad verneemt, niets bekend. Uit het in het „Tydschrift voor Genees kunde" opgenomen programma van de vyf- en-veertigste algemeene vergadering der Maat- schappy voor Geneeskunde, op 1, 2 en 3 Juli te Amsterdam te houden, blykt, dat het congres aanvangt met eene reünie, Zondag avond in „Artis"' te houdett. Dan zal oen concert (aangeboden door de afdeeling Amster dam) gegeven worden door de kapel der grenadiers, terwyl de avond besloten wordt met eeno gezellige samenkomst in „Doctrina". Maandag-morgen 9 uren vangt de algemeene vergadering aan in eene der zalen van „Artis". Des middags om één uur: wetenscbappeiyke demonstraties in het Binnen-Gasthuis; om half- drie boottocht (aangeboden door de afdeeling Zaanland), naar Wormerveer en terug;'s mid dags gemeenschappelyke maaltyd in het „Tol huis", daarna concert en des avonds reünie in N. I. A. Dinsdagmorgen wordt de algemeene vergade ring in „Artis" voortgezet. Des middags bezoek aan brandweer en gemeenteiyk slachthui» of, voor hen, die zich daartoe niet geroepen ge voelen, rytoer door de omstreken van Amster dam. Om halfzeven diner in „Artis" o#i des avonds feest in den „Parktuin". By koninkiyk besluit van 26 Mei jl, (opgenomen in do Staatscourant van 6 dezer) is op de gemeenschappelyke voordracht van de ministers van koloniën en marine bepaald, dat het eereteeken voor belangryke krygs- bedryven, ingesteld by koninkiyk boaluit van 19 Febr. 1869, wordt toegekend aan hen, die hebben deelgenomen aan de krygsverrichtingen op en naby de Tamiang-rivier in de residentie Oostkust van Sumatra, looponde van 21 Jan. tot 11 Nov. 1893. De hun deswege uit te reiken gesp draagt het opschrift „Tamiang 1893". Hot stoomschip „Jason" arriveerde 5 Juni van Java via Singapore te Amster dam; de „Obdam," van Nieuw York naar Rot terdam, passeerde 5 Juni Lizard; de „Prins Fredorik Hendrik" vertrok 4 Juni van Para maribo naar Amsterdam; de „Veendam," van Nieuw-York naar Rotterdam, passeerde 5 Juni Bevezier; de „Werkendam" arriveordo 4 Juni van Rotterdam te Nieuw-York; de „Drento," van Rotterdam naar Batavia, arriveerde 4 Juni te Atjeh; de „Glaucus," van Amsterdnm on Liverpool naar Java, arriveerde 4 Juni te Singapore; de „Conrad," van Amsterdam naar Batavia, vertrok 5 Juni van Southampton; de „Kaiser," van Hamburg en Amsterdam Daar Oost-Afrika, vertrok 4 Jüni van Zanzibar; do „Prins Hendrik", varf Amsterdam naar Batavia, arriveerde 5 Juni te Port-Said. 2» April 1G76. DOOR JAN HOGENKAMP. Slot.) Toch maakte Duquesne met zyn middeltocht gebruik van deze omstandigheid, want hy trok met acht schepen langs De Ruyters voorhoede en havende haar verschrikkeiyk. Gillis Schey'sschip „de Spiegel" verliest groote steng en fokkera, zoodat by met sloepen in de linie geboegseerd moet worden, om lator met de „Damiate", welke reddeloos geschoten werd, naar Sirago«so met eeno Spaansche galei gesleept te worden. Jan Noirot wordt levensgevaariyk gekwetst en sterft na den slag. De meeste schepen werden door den vyand deerlyk geteisterd, o. a. „do Leeuwen," onder Graaf Van Stirum, waarby De Ruyter alles moest inspannen om hem te beschermen. By 't begin van het gevecht had de Spaan sche vice-admiraal zyn vuur op deFranschen geopend, doch op zulk een afstand, dat het zonder uitwerking bleef. Hyzelf comman deerde een schip van 70 stukkoD, drch bleef geheel buiten gevecht, en dit werkte terug op zyne onderbevelhebbers. Door sommigen wordt dit gedrag toege schreven aan gebrek aan kruit, door anderen aan gemis aan moed, maar in hoofdzaak was het de gewone laf- en traagheid der Span jaarden. Callenburgh werd er door veront waardigd en verzocht den Spanjaard wat nader te komen, doch dit geschiedde eerst laat in den avond en toen waren het nog enkele bevelhebbers, Vlamingen of Duinkerkers van geboorte, die Callenburgh flink ter zyde stonden. Den geheelen nacht door bleef de vereenigde vloot dryvende, doch waar mon rekende op eene hervatting van het gevecht, bleek het alras dat dit niet gebeuren kon. De Franschen waren zoo ver verwyderd, dat zy uit de toppen der masten nog gezien konden worden, koers zettende naar de kust van Calabriö en de Straat van Messina. 23 April verliet onze vloot de plaats des gevechts en trok naar Syracuse. Aan wie nu de overwinning? De Ruyter schryft, en zyne waarheidsliefde is boven twyfel, „dat een ieder van hen (de Franschen, n. 1. de 8 schepen van Du Quesne) de wyk nam, en zy omtrent zeven uren des avonds door de geheele vyandelyke vloot ge volgd werden, keerende ons de spiegels van hunne schepen toe, welke wy in den mane- 8chyn, al schietende, tot omtrent acht uren hebben vervolgd." Volgens andero verklaringen had het Neder- landsche geschut duchtig huisgehouden onder de officieren en bemanning der schepen en is het door de Franschen opgegeven getal van 200 dooden geheel en al onwaar. De toestand van onzen Vlootvoogd, aan- vankeiyk hoop govende op een herstel, werd echter minder. Wel leed hy zware pynen, doch de koorts bleef weg, zoodat hy zich nog met de zaken der vloot kon bemoeien, en allerlei bepalingen kon maken in het belang der bemanning en der schepen. Vooral ver langde hy dat voor de gewonde matrozen goed gezorgd zou worden en men hen alle hulp moest bieden. Moormalen ontglipte hem eene klacht, dat hy hulpeloos nederlag, terwyl 's Lands dienst zooveel van hem vorderde. Sprak men hem over zyne vrouw en kin deren, dan was het kalme en kloeke antwoord „Ik bon hier op den post, waar God my ge roepen heeft, en wil Hy my uit dit leven roepen, ik ben gereed en bereidMyoe geliefde vrouw en dierbare kinderen zouden my met hunne droefheid nog bezwaren. Zy zouden my nu niet zien dan met bittere tranen; ik hoop hen te vinden in de eeuwige vreugde." De ziokte nam echter een keer. Aan de goode verwachtingen omtrent beterschap werd den 26aten April een einde gemaakt. Des avonds werd hy door eene heftige koorts aangetast, en deze koorts, die hem niet meer verliet, maar telkens heviger en heviger werd, sloopte zyne krachten snel. Den 28aten vooral was de toestand vreeselyk. Mot onverbiddelyke kracht werkte do koorts en tusschen 9 en 10 uren, 's avonds op den 29sten April, gaf do uitmuntende en edele zeeheld, na langer dan een etmaal met den dood geworsteld to hebben, zacht den geest. Tot traöon geroerd stonden om zyn sterf bed de meeste kapiteins en officieren, weo- nende over dezen grooten soldaat en goeden patriot. Aldus stierf Michiel Adrlaansz. De Ruyter, luitenant-admiraal-generaal van Holland en West-Friesland, in don ouderdom van 69 jaren, 1 maand on 5 dagen. „Het lichaam werd gebalsemd, om naar het vaderland vervoerd te kunnen worden, maar hot leeuwenhart van De Ruyter wenschte men te Syracuse te begraven. Men bracht het den eersten Mei naar eene kleine ver hevenheid, aan den ingang der baal, en begroef het aldaar." Daar ligt het nu eenzaam, aan alle zyden omgeven en by hoog water geheel overdekt door het element, waarop de beroemde admi raai zoo lang met eere den bovelhebbersstaf zwaaide. Word het bericht van De Ruyters dood mot groote ontsteltenis ontvangen, niet minder was de verslagenheid, die zyn afsterven op do vloot verwekte, want iedereen, van den hoogsten rang tot den laagsten matroos, ge voelde hoeveel aan den grooten vlootvoogd verloren werd. Dit verlies was te grootor, omdat wy stonden tegenover de macht der Franschen, die alles aanwendden ons te ver nietigen, terwyl wy geeno hulp ontvingen van de Spanjaarden, die wy eigeniyk kwamen helpen. Toch gaven wy den moed niet opl Hoe hachelijk de omstandigheden waren, des te vuriger was het verlangen den be minden vlootvoogd te wreken. De vice-admiraal De Haen nam het bevel op zich on nu stevende de Spaan8ch-Nederlandsche vloot naar Palermo, waar zy 14 Mei aankwam. Ook De Haen ondervindt nu, tot zyne bittere spyt, dat de Spanjaarden nog niets vlugger zyn geworden. Hy schryft aan de Staten, dat „hare vloten nooit in zulk een verderfeiyk uiterste en ge vaar zyn geweest als tegenwoordig, dewyi men van de zyde van Spanje voetje voor voetje gaat, waarmode niet alleen voel tyd verbruikt, maar ook somwyion|eene goede ge legenheid verzuimd wordt." 30 Mei komt het bericht, dat de Fransche vloot van de bergen gezien kan worden. Het besluit wordt nu genomen de schepen aan den mond dor baai te brengen, omdat ter rechter- en linkerzyde battery en lay en, die de schepen konden beschermen. Doch deze maatregel was den onzen zeer noodlottig l De Ruyter had reeds vroeger gewezen op het verkeerde, doch men meende thans beter to handelen en daarom werd den markies De Vayona en Diego d'Ybarra do uitnoodigmg gezonden mede in de baai post to vatten. Doch alweder was het mis! De Haen werd verzocht met zyne toebereidselen te willen wachten totdat de Fransche vloot in 't gezicht kwam, want meri wilde Palermo, waar vele aanhangers van Frankryk woonden, niet in beweging brengen. De Haen stoorde er zich echter niet aan, gaf bevel dat zyn besluit onmiddellyk uitgevoerd moest worden en waar- ïyk, door enkele Spaansche oorlogsschepen en al do galeien werd het bevel opgevolgd. Wy willen het nu volgeüde niet breedvoerig bespreken. Den 2den Juni, 's morgens zes uren, had hot trefTen plaats, waarvan de onge lukkige uitslag deze was, dat do Spaansch- Nederland8che vloot werd verslagen. En onder welke omstandigheden I Do Jonge zegt; „De damp, welke uit da

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 1