N°. 10514.
Maandag J Juni.
A0. 1894
(gourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (§on~ en feestdagen, uitgegeven.
Kikeriki.
Leiden, 2 Juni.
Feuilleton.
De glimlach der Koningin.
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT i
Voor Leiden per 3 maandenf 1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Hommers0.05.
PRIJS DER AD VERTENTIEN
Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt 0.05 berekend.
Eerste Blad.
Aan de Abonné's daarop, wordt by dit
|nommer verzonden No. 37 van Kikeriki.
Officiëele Keauisgovingoü.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gezien het adres van C. J. C08TER, houdende
Jyerzook om vergunning tot opriohting van eone schiet
baan in den tuin van het perceel Stationsweg No. 31
Gelet op de artt. 0 en 7 der Wet van 2 Juni 1875
(Staatsblad No. 95);
Geven bg deae kennis aan het publiek dat ge
noemd verzoek met de bglagen op de Secretarie
dezer gemeente ter visio gelegd is; alsmede dat op
jVrijdag 15 Juni aanst., 'e voormiddags te elf uren,
f^op hot Raadhuis gelegenheid zal worden gegeven
om bezwaren tegen dat verzoek in te brongen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WA8, Burgemeester.
[l Juni 1894. B. EIST, Seoretarie.
Een zeer verkwikkelijke avond werd
in liet wykgebouw „Geloof, Hoop, Liefde" op
de Oranjegracht alhier aan een tachtigtal be
woners der wyk bezorgd. Een klein dames
koor onthaalde het publiek op het zingen van
Hollandsche liederen; daar tusschenin werden
door een paar heoren viool en violoncel be
speeld met piano-begeleiding. Het publiek ge
noot en de zangeressen niet minder. Hot oude
.Wilhelmus", het „Angelus", voor koor, het
lied van „het looze Molenarinnetje" en de
ballade „Van eene koningsvrouwe", beide solo's,
brachten de hoorders in verrukking. Het bleek
weer hoe gevoelig de menschen zijn voor
muziek, voor zang in 't bijzonder. Men ging
heen met de blijde gedachte, dat in het vol
gend seizoen nu en dan dergelijke avonden
zullen georganiseerd worden. Heerlijk dat vele
bevoorrechten hunne gaven willen leenen om
aan eene bevolking, die zoo weinig gelegenheid
beeft tot goede ontspanning, nu en dan zulk
verfrisschend en opheffend genot te verschaffen 1
Van de „Leidsche Hulpbank", opgericht
in 1862, ontvingen wij het verslag aangaande
den toestand en de werkzaamheden, gedurende
het jaar 1893.
Daaruit blijkt dat de som, gedurende 1893
aan 503 leenere voorgeschoten, bedroegƒ76,440
of gemiddeld f 151.97.
Vergeleken met het \oorgaande jaar wijzen
deze cijfers eene vermindering aan van 30
leeners en van 1430 aan uitgeleend kapitaal.
De uitgeleende bedragen liepen van 20
tot 400.
Het aantal leeningen beneden ƒ200 bedroeg
in 1893 aan 329 leeners 25,060 of gemiddeld
ƒ76.17, terwijl ƒ61,380 uitgeleend werd aan
174 leeners in bedragen van ƒ200 tot en met
400, of gemiddeld 295.29.
Duidelijk wordt de omvang van de werk
zaamheden der Bank aangegeven in eene
tabel, vermeldende welke sommen, in de
jaren sedert de oprichting daarvan verloopen,
aan de verschillende leeners werden uitgekeerd.
Gedurende het jaar 1893 werd over het
terugbetaald kapitaal, groot ƒ78,099.45, aan
boeten ingevorderd 77.31 en aan premién
en restitution voor rente uitbetaald ƒ728 345,
zijnde percentsgewijs gerekend aan boete
ƒ0.101 en aan premie en restitutie ƒ1.023.
Het cijfer der ingevorderde boete is dus
percentsgewijs lager dan ten vorigen jare toen
het 0.203 bedroeg, terwijl het bedrag der
premiën en restitutiën hooger is, hetwelk ten
vorigen jare bedroeg ƒ0.981.
De overwinst, welke de Bank in het afge
loopen jaar maakte, bedroeg 1830.82 of 4.367
percent; over het jaar 1892 bedroeg dit
ƒ2076.66 of 4.868 percent.
Zooals reeds vermeld is, leenden 503 personen.
Hiervan woonden 379 te Leiden, die ƒ54,620
van do Hulpbank ter leen ontvingen.
Van de overige 124 leeners woonden 19
te Oegstgeest en leenden 3270,21 to Zoeter
woude (ƒ1965), 14 te Leiderdorp (ƒ2175),
22 te Katwijk aan Zee 4280), 1 to Katwijk
aan den Rijn (ƒ200), 7 te Noordwyk 1950),
14 te Noordwijkerhout (ƒ3790), 15 te Rijns-
burg (ƒ1940), 1 te Oud-Ade (ƒ200), 4 te
Warmond (ƒ800), 1 te Lisse (ƒ100), 2 to
Voorschoten (ƒ300), 1 te Voorhout (ƒ200) en
2 te Sas8enheim (ƒ650), te zamen dus met
21,820 ter leen verstrekte gelden.
Het aantal leeners, hetwelk op de zwarte
lijst werd geplaatst en welke personen dus
voor nieuwe leeningen niet meer, of niet dan
na een zeker tijdsverloop kunnen in aan
merking komen, bedroeg in 1893 24, tegen
over 28 in 1892.
Van deze 24 leeners woonden 6 buiten
deze gemeente, 18 binnen deze gemeente, ter
wijl voor 3 leeners binnen deze gemeente en
5 leeners buiten deze gemeente het bedrag
door de borgen werd afbetaald.
De zittingen der Bank werden geregeld
's wekelijks gehouden in het gebouw der Loge.
De vergaderingen, in den loop van het jaar
gehouden, hadden ten doel de regeling van
eenige zaken, het beheer betreffende.
In de samenstelling van het bestuur had
de volgende verandering plaats
De heeren J. T. Hessels en Mr. J. Bredius
namen wegens vertrek uit deze gemeente
ontslag als commissaris. Beiden zag men
ongaarne het bestuur verlaten, daar zy ijverige
en belangstellende medewerkers waren, wier
aangename omgang door allen werd gewaar
deerd en op prijs gesteld. Een bijzonder woord
van dank wordt gobaebt aan den hoer J. T.
Hessels, die ongeveer 10 jaren bet secretariaat
met toewijding heeft waargenomen. Gedurende
dien t\jd heeft hij zich al den arbeid getroost,
die noodig was om de toevertrouwde kapi
talen zooveel mogelijk voor verliezen te
waarborgen, zonder het philanthropisch doel
over het hoofd te zien.
Daar ook de heer J. C. Huysman Jr. het
verlangen te kennen gegeven had als com
missaris af te treden, werd in deze drie
vacatures voorzien door de benoeming van
de heeren P. Alma Lzn., C. A. Heykoop en
Mr. J. C. Van der Lip, die zich bereid ver
klaarden die benoeming aan te nemen.
In plaats van den heer J. T. Hessels werd
tot secretaris gekozen de beer J. Wilhelmy
Damsté.
De voorzitter en penningmeester werden
herbenoemd, evenals de heeren C. H. Pleyte,
F. Be\jerinck, G. Henri Sythoff, J. M. Helling
en C. A. Heykoop, die aan de beurt van
aftreden waren.
Bij de door de directie der marine te
Amsterdam gehouden aanbesteding waren
minste inschrijvers: voor perc. 25, poortlaken,
de Leidsche Dekenfabriek, voor ƒ445 35; voor
perc 28, vaatwerk (a.), de heer M. J. Lafeber,
te Leiden, voor ƒ847.59; voor perc. 41, zeem
leder, de firma wed. A. Parmentier en Zonen,
te Leiden, voor ƒ236.
Beroepen is bij de Geref. gem. te Rot
terdam, ds. C. B. Bavinck, te Hazerswoude.
Het onderzoek van alle in de gemeente
Zoeterwoude gevestigde verlofgangers der
militie te land, die vóór 1 April dezes jaars
in het genot van onbepaald verlof zijn gesteld
en niet in de maand Juni in werkeiyken dienst
moeten komen, zal worden gehouden te Leiden
in het Invalidenhuis op Dinsdag 5 Juni a. s.,
des voormiddags te 9 uren.
Ingevolge de door Ged. Staten van Zuid-
Holland, op voordracht van den hoofdingenieur
van den provincialen waters'aat in deze
provincie, genomen beslissing is het deel der
verbeterde vaart tusschen Rijn en Schie,
looponde langs de Oostvest van Delft tot. in
de Kolk (deel van de Schie) voor het publiek
opengesteld te middernacht tusschen 31 Mei
en 1 Juni 1894.
Ged. Staten van Zuid Holland hebben
besloten goedkeuring te hechten aan het be
sluit der vergadering van stemgerechtigde in
gelanden van den polder „Oud-Kraier" van
den 9den Februari 1894, tot het aangaan
eener geldleening, en voorts verklaard dat er
geene termen bestaan tot vernietiging van
het door stemgerechtigde ingelanden van den
polder „Oud-Kraier" genomen besluit tot be-
grinding van wegen in den polder.
De vice president van den Raad van
State, jhr. mr. Van Panhuys, heeft gisteren
de residentie verlaten, om gedurende de maand
Juni door te brengen op z(jn buitenverblijf
„Nienoort", naby Leek, in de provincie
Groningen.
Als advocaat en procureur by den Hoogen
Raad is beëedigd mr. W. J. Waalkcns.
Heden is de gouverneur van Suriname,
jhr. mr. T. A. J. Van Asch van Wyck, te
Utrecht aangekomen.
Te Arnhem is overleden de heer P. Prins,
gepensionneerd majoor by het corps mariniers,
in den ouderdom van 75 jar(m.
Gisteren is te Haarlem het stoiTelyk
overschot van jhr. J. W. M. Van de Poll, in
leven dykgraaf van den Haarlemmermeerpolder
en oudste lid van den Raad te Haarlem, ter
aarde besteld.
De kist was slechts met één groenen tak
gedekt. Aan de groeve voerde de heer Crom-
melin voor de hoofdingelanden, heemraden en
ambtenaren van den polder het woord, terwyi
jhr. mr. Boreel van Hogelanden, burgemeester
van Haarlem, den overledene herdacht als lid
van den Raad en mr. H Enschedé herinnerde
aan zijne verdiensten als lid en voorzitter
van het College van Regenten over het huis
van bewaring.
De zoon van den overledene, jhr. Ch. F. Van
de Poll, dankte voor de belangstelling, hier
betoond, terwijl de plechtigheid werd besloten
met een gebed van dr. M. A. Perk, uit Am
sterdam.
In eene gisteren te Arnhem gehouden
talrijk bezochte vergadering van Katholieke
kiezers in het district Eist is met algemeene
stemmen candidaat voor de Tweede Kamer
gesteld mr. W. Van Basten Batenburg.
In den winter van het jaar 1893 heeft zich
te Amsterdam, op initiatief van Handwerkers-
Vriendenkring, uit de bestuurderen van dertig
vakvereenigingen een comité gevormd, om het
verkrijgen van eene arbeidsbeurs te Amsterdam
te bevorderen.
In eene vergadering, eergisteravond gehou
den, werd besloten zich per adres te richten
tot den gemeenteraad, om medewerking te
vragen by de verwezeniyking van dit plan.
De leden der hofhouding, die te Soest-
dyk waren gedurende het verbiyf van HH.
MM. de Koninginnen en niet waren aange
wezen om HH. MM op do buitenlandsche
reis te vergezellen, zyn in de residentie terug
gekeerd.
Ook een gedeelte van het koninkiyk stal
departement is uit Soestdyk terug.
Van het Antwerpsch Comité van Schoone
Kunsten is door den regeerings-commissaris te
's Gravenhage bericht ontvangen, dat het
officieel bezoek van Z M. den Koning der
Belgen aan de tentoonstelling van schoone
kunsten te Antwerpen is aangekondigd voor
Woensdag 6 Juni, des namiddags te halfvier.
Dit bezoek kon niet vroeger plaats hebben,
daar de meeste vreemde afdeelingen niet ge
reed waren.
Door den te Rotterdam wononden voor
zitter van het „Nederl.-Belg. Zouaven-Comité,"
den heer P. Willemse Cz., is aao de Koningin-
Regentes verzonden een adres, houdende het
verzoek tot herstel van het gezantschap by
den Paus.
De herstemming ter verkiezing van twee
leden der Prov. Staten in het hoofdkiesdistrict
Dokkum had den volgenden uitslag:
Aftreding 1898, uitgebracht 2901van on
waarde 28 stemmen. Gekozen mr A J. An-
dreae, (lib.) 1576; G. Meyer, (ant.), had 1287.
Aftreding 1895, uitgebracht 2892 stemmen;
van onwaarde 11. Gekozen T. C. Wiesenhaan
(lib.) met 1488 stemmen; D. J. De Groot
(ant.) bekwam er 1322.
Door de arrondissements rechtbank te
Rotterdam zyn de navolgende alpliabetische
lysten van aanbeveling opgemaakt:
lo. ter vervulling eener opengevallen ioch-
tersplaats in het college: mr H. R. A. Boonen,
subst. griffier by gemelde rechtbankmr. H. L.
Lindaal Jacobs, subst.-griffier by de arr.-recht-
bank te Amsterdam, en jhr. mr J. C. Reynst,
advocaat en procureur te 's-Gravenhage;
2o. ter vervulling van de vacature van
griffier van het college: mr. H J. Jordens;
mr. H. P. Van Kaatboven, griffiers van de
arr.-rechtbanken te Almeloo en Groningen, en
mr. J. H. Uiterwyk, rechter-plaatsvervanger in
de arr.-rechtbank, adv. on proc te Rotterdam.
De „Nederlandsche Journalistenkring"
houdt zyne tiende jaarlyksche algemeene ver
gadering te Scheveningen, op Zondag 24 Juni
a. s., te halftwaalf precies.
Uit Neuwied wordt gemeld, dat HH.
MM. de Koningin en de Koningin-Regentes
Donderdag op de reis van Soestdyk naar
Zwitserland aldaar zyn afgestapt en een kort
bezoek aan hare Vorstelyke bloedverwanten
op het kasteel Segenshausen bobben gebracht.
De Koninginnen zyn vervolgens in goeden
welstand te Tarasp aangekomen.
Het stoomschip „Amsterdam", van Rot
terdam naar Nieuw-York, passeerde 31 Mei
Lizard; de „Oranje-Nassau", van Amsterdam
naar Westlndiè, passeerde 1 Juni Dover; do
„Semarang", van Batavia naar Rotterdam,
vertrok 1 Juni van Port-Said.
Gemengd Nieuws.
Deze week werden op „Rhynzigt"
genomen 146 zwembaden door heeron en 13
door dames. Temperatuur van het water 17°
Celsius.
De gebroeders V., van Leidschen-
dam, hadden dezer dagen eene niet pleizierige
reis. Met eene voor eene dogkar gespannen hit
naar Rypwetering gereden zyndo, deden zy
het dier by den veehouder v. T. in de weide.
Weer naar huis willende ryden, werden zy
danig teleurgesteldhet beest lag dood op het
land. Do trouwe viervoeter werd per brik naar
Leiden vervoerd. De oorzaak van den dood is
onbekend.
Een wedstrijd in het schieten
met geweer naar den vogel (papegaaischieten)
had deze week te Oud-Ade plaats op de lan-
deryen van A. Van der Voort.
Voor belangstellenden in deze ouderwetsche
sport zy vermeld dat de uitslag in dezen wed-
stryd, waaraan twintig schutters deelnamen,
was als volgt;
lste vogel; 1ste vleugel afgeschoten door
J. Kerkvliet, van Hillegom2de vleugel door
C- Verdegaal, van Vogelenzang; staart door
A. Van der Geest, van Kaagkop en bout door
L. Van der Lans, van Zoeterwoude.
2de vogelBout afgeschoten door C. Ver
degaal, van Vogelenzang; lste vleugel door
C Schrarna, van Hillegom; 2de vleugel en
staart dooi A Van der Geest, van Kaag.
3de vogel: lste vleugel afgeschoten door
J Kerkvliet, van Hillegom, kop en staart door
A. v d. Geest., van Kaag; bout door L. v. d.
Lans, van Zoeterwoude, 2de vleugel, door C.
Verdegaal, van Vogelenzang.
Men schryftons: Een nog lang
niet volleerd beoefenaar van de wielersport
had Donderdag te Roelof A rendsveen bet on
geluk iemand, die rustig op den wog stond,
aan te rijden en zelf van zyn voertuig to
vallen. Het zou niet ongewenscht zyn. dat in
deze plaats alleen vélocipediston „van zessen
klaar' langs den weg mochten rijden l De
ongeoefenden toch zyn govaarlyk voor anderen
öf voor zichzelf, óf ook wel voor beiden. Het
water heeft daar voor wielryders eone groote
aantrekkingskracht
Omtrent het 12 jarig knaapje,
dat door do Haagscho politie wegens dron
kenschap in bewaring moest worden genomen,
kan nog worden medegedeeld, dat het kind
met twee kameraadjes waarvan de oudste
15 jaren, was uit geweest. Deze had een fooitje
gokrogen en daarvoor werd voor 24 cents
jenever (ongeveer 8 glaasjes) gekocht, die
door don 12-jarigen knaap het isbynaonge-
loollyk - nagenoeg alleen worden uitgedronken
Tydens moeders afwezigheid.
Terwyl een kind in eene woning in de Kei
zerstraat te Amsterdam gisteravond een
oogenblik zonder toezicht was, wist de kleine
eene flesch terpentyn te bemachtigen en dronk
daarvan. Het kind werd daardoor ernstig on
gesteld en moest naar het gasthuis worden
overgebracht door den vader.
Een buitenkansje. Een achttal
telegraaf bestellers te Amsterdam werd gisteren
aangenaam verrast, daar op het nummer der
Staatslotery, waarvan zy een vyfde hadden,
de ƒ30,000 is gevallen.
Er is te Utrecht in omloop eene
inteekenlyst voor eene nieuwe race-boot ten
behoeve van „Triton" aldaar. Binnen 2 dagen
was reeds voor meer dan ƒ400 goteekend.
Een reusachtige snoek van 20
KG en 1.55 M. lang werd dezer dagen door
een hotelhouder Dalhausen in de Roer go-
vangen. Aan den staart droeg hy een metalen
plaatje met het volgende opschrift:
„Myn vischje klein, myD viscbje klein
Waar zoudt ge toekomende jaar wel zyn?
Wie u vangt, zou me verplichten
My dit even te berichten:
'k Woon te Wetter aan de Roer,
Peter Wilhelm Gustaaf Schuhr,
Te Wetter aan de Roer 1859."
Het kleine vischje werd dus e°rst 35 jaar
later gevangen
Slot.)
Desclozeau vereenigde inderdaad het ge
kochte stuk land met zyn tuin door er eene
schutting omheen te maken. Hy plantte er
vruchtboomen en vele bloemen. De plaatsen,
waar naar zyn beste weten Lodewyk XVI
on Marie Antoinette lagen, veranderde hy in
bloembedden. Hy plantte daarop hoogstam-
mige rozen.
III.
Jaren gingen voorby. De Napoleontische tyd
ruischte voorby met zyn verdoovend wapen
gekletter en de vele wereldschokkende ge
beurtenissen.
Chateaubriand was intusschen door zyne
geschriften een beroemd en in geheel Europa
gevierd schryver geworden. Hy maakte reizen
naar Italië, Griekenland, Palestina, Egypte
en Spanje. Ook meDgde hy zich met het
beste gevolg in de hooge politiek. Een tydlang
volgde hy de ster van Napoleon. Toen deze
*£hter den hertog van Enghien liet dood
schieten, maakte by zich geheel van hem los
en verdedigde voortaan met alle beslistheid
en zeer veel handigheid in zyne politieke
geschriften de zaak der Bourbons.
Zulk eene werkzaamheid bleef natuuriyk
niet onbeloond. Want toen koning Lodewyk
XVIII onder het gejubel van het by zulke
gelegenheid altyd onzinnig enthusiastische
volk als koning te Parys zyn intocht hield,
begeleidde hem Chateaubriand, die weldra tot
hooge waardigheden zou worden geroepen.
Hy werd later gezant en minister van staat.
Eene gewichtige zaak voor Lodewyk XVIII
was het, de ïyken van zyn broeder en van
zyne schoonzuster te laten opgraven. De graf
kelder met de oude lykkisteu in de door de
mannen van het Schrikbewind verwoeste
abdykerk te St.-Denis moest in alle haast ge
restaureerd en voor de opneming der over-
blyfselen van het onthoofde koningspaar
gereed gehouden worden.
Door den koning werd eene commissie be
noemd, om een en ander in orde te brengen.
Chateaubriand was lid van die commissie.
Hare taak was niet zoo gemakkelyk. Men
wist alleen, dat de ïyken van den koning en
de koningin indertyd naar het Madeleine-
kerkhof gebracht waren, maar waar op den
grooten doodenakker de ter-aarde-bestelling
had plaats gevonden, daarvan had men geen
vermoeden.
Om een onderzoek in te stellen, begaf de
commissie zich des voormiddags van den
16den Januari 1815 naar het Madeleine-
kerkhof.
Toen de heeren by elkaar stonden en rade
loos in 't rond keken, verscheen eensklaps
by hen een kleine, gryze man, die eerbiedig
boog en daarop zeide: „Myn naam is Des
clozeau; ik ben tuinier en kransenbinder;
sedert meer dan veertig jaren woon ik dicht
by het kerkhof. Ik heb gehoord van de reden,
die de heeren hierheen heeft gevoerd, en kan
u de noodige opheldering geven, want ik
stond indertyd als stille ooggetuige achter
myne tuinschutting, toen de koning en later
de koningin begraven werden. Het aan het
kerkhof grenzende stuk land, dat men toen
gebruikte, werd later myn eigendom en behoort
sedert tot myn tuin. Als de heeren zich de
moeite willen geven in myn tuin te komen,
zal ik u terstond de plaatsen wyzen, waar
Lodewyk XVI en Marie Antoinette liggen."
De commissie begaf zich onmiddellijk met
Desclozeau naar diens tuin. Hy bracht hen
eerst naar den echeeven hoek, by den aan de
straat Anjou St.-Honoré grenzenden steenen
muur, wees op een wegens den winter dicht-
gedekt bloembed en zeide plechtig; „Hier rust
Zyne Majesteit koning Lodewyk XVI."
Vervolgens geleidde hy de heeren naar eene
andere, meer dan veertig schreden verwyderde
plaats, wees op een tweede rozenbed en sprak
„En hier rust Hare Majesteit koningin Marie
Antoinette."
De noodige maatregelen voor de opgraving
werden daarop spoedig genomen. Men haalde
kisten om de ïyken voorloopig op te nemen.
In de eerste plaats werd da rustplaats van
Lodewyk XVI voorzichtig opgegraven. Toen
men het halfvergane ïyk met het daarby
liggende hoofd vond, werd het aan de kleeding-
stukken on overige kenteekenen terstond als
juist door de commissie herkend. Ongetwyfeld
waren dit werkeiyk de overblyfselen van den
geguillotineerden koning.
Daarop groef men op de andere plaats even
behoedzaam en bracht spoedig eert vrouweiyk
met het daarby liggende hoofd te voorschyn.
Desclozeau beweerde nu met alle beslistheid,
dat dit Marie Antoinette was, maar vond
tegenspraak. Eenige heeren van de commissie
meenden dat hy zich vergist moest hebben;
het lyk was niet dat der koningin.
Toen naai Chateaubriand het halfvergano
hoofd in zyno handen en, torwyi hy aan den
bowusten betooverendon glimlach dacht, die
hem eens in het slot to Versailles zoo ge
lukkig had gemaakt, bekeek hy het hoofd
opmerkzaam. Gedachten on gevoelens waren
het, die hy later zelf in deze woorden samen
vatte: „Over al de puinhoopen van het ver
leden heen, die daartusschen lagen, herkende
ik in deze trekken, hoewel door dood en
verwering wreedeiyk ontsierd, die kostolyke
herinnering uit myne jeugd: de glimlach der
koningin 1" Of de fantasie den dichter hier
geen part heeft gespeeld, weten wy niet.
Genoeg, hy gaf den doorslag.
„De heer Desclozeau heeft gelyk," zeide
hy beslist. „Dat is werkeiyk het hoofd van
koningin Marie Antoinette 1"
Den koning werd uitvoerig verslag gegeven
van Desclozeau's verdiensten in deze aange
legenheid. De brave man ontving eene grooto
belooning. Het driehoekige stuk land werd
hem voor een zeer hoogen prys afgekocht
en op bevel van Lodewyk XVIII eene prach
tige kapel op die plaats opgericht. De over
blyfselen van het koningspaar werden naar
St-Denis gebracht en in de abdykerk plechtig
bygezet.