PERSOVERZICHT.
MENGELWERK.
Dezer dagen ging in het Leidsch Dagblad
eene stem op voor Zondagsrust voor
winkeliers door sluiting hunner maga-
zjjnen op den eersten dag der week, welke
stem, blijkens eene correspondentie en een
nader ingezonden stuk, niet geheel tevergeefs
heeft geklonken. Ook te Utrecht werd deze
week eene vergadering belegd, uitgaande van
de daar bestaande afdeeling der „Nederlandsche
Vereeniglng tot bevordering van Zondagsrust",
om te geraken tot gebeelo of gedeeltelijke
sluiting van winkels op Zondag, waarvan
de voorloopige uitslag elders in dit blad wordt
medegedeeld.
Naar aanleiding dezer vergadering schreef de
Utrechtsche Courantvoordat ze belegd werd,
het volgende, voorzeker, al werd er te Utrecht
niet naar gehandeld, belangrijk genoeg voor
een groot deel onzer Leidsche lezers om het
hier onder de aandacht te brengen:
Niet zonder spanning zal door honderden
de beslissing dier vergadering worden te ge
moet gezien.
Immers, het getal sigarenwinkeliers is hier
ter stede legio; de meesten hebben eene
vrouw en een gezin. En die allen, klein en
groot, hebben onmiddellijk belang bb eene
oplossing van do quaestie, thans door de
mannen van do Zondagsrust aan de orde ge
steld en met zooveel IJver ter hand genomen.
Hoe wU die oplossing wenschen? Het be
hoeft zekor nauwelijks gezegd. De Zondagsrust
moet er komen en ze z a 1 er komen I Als
niet het particulier initiatief er in slaagt haar
in te voeren, dan zal het den wetgever ge
lukken. Maar de maatschappelijke strekking
van het beginsel is eene te ernstige, dan dat
de invoering nog langer zal kunnen worden
tegengehouden, nu de behoefte er aan hoe
langer hoe meer wordt gevoeld.
Het meest, uit den aard der zaak, door de
dirocte belanghebbendende winkeliers zeiven,
waarvan er velen in een vol jaar nauwelijks
éón enkelen dag geheel aan rust en ontspan
ning kunnen wijden. Wat dat zeggen wil,
driehonderd vbf en zestig dagen achtereen in
het dageiyksch gareel te moeten trekken -
zie, alleen hb kan er over oordeelen, die zich-
zelven dien last moest opleggen, omdat de
strbd om 't bestaan hem er toe dwong.
Men weet hoe de gedeeltelbke Zondags
rust in Duit8chland sedert kort in de wet is
voorgeschreven: een vbftal uren mogen de
winkels op z'n hoogst geopend bibven. Men
weet ook, hoe men reeds elders erin slaagde
hetzelfde, doch zonder dwang, te bereiken,
alleon doordat alle belanghebbenden eendrach
tig do handen ineensloegen.
Welnu, waarom zou wat elders uitvoerbaar
bloek, in Utrecht onuitvoerbaar zbn? Wb
zouden het zeer betreuren, indien de beweging
in de goede richting, door den tegenstand, zb
het ook slechts van een onkele, zou geremd
en ton slotte moest gestaakt worden.
Laten wb hopen, dat Utrecht in deze eens
een schitterend voorbeeld geve, waaraan ande
ren zich zullen mogen spiegelen. Laten wb
vertrouwen, dat elke sigarenwinkelier, die
niet door force majeure verhinderd is,ter
vergadering tegenwoordig zb en, wat nog
meer zegt, dat een ieder daar in de vergade
ring kome met don stelligen wil om in een
dracht macht te zoeken.
Wie zich onttrokt of onthoudt, wie weg
blbft, wete wel dat hb, als winkelier niet
alleon zich en zbn gezin, als fabrikant de
bolangen van zijne depóthouders en geëm
ployeerden maar dat hb buitendien de zaak
der gemoenschap schade toebrengt. En dit is
zeker eene ernstige zbde der quaestie. Immers
juist in een ttJd van verslappend gemeen
schapsleven als de onze, doet het goed als wb
mannen van gelbke belangen zien samen
werken om die gezamenlbk te behartigon.
De oproeping is zeker in de eerste plaats
gericht tot hen, die nog steeds tegen het
beginsel zondigen en, hoewel bbna allen de
wenschelbkheid van invoering erkennende, de
mogelbkheid er van betwisten. Doch ook de
anderen, die reeds Zondags hunne winkels
sluiten, ook zb mogen niet ontbreken. En in
hot bbzonder hun zouden wb willen toeroe
pen: komt ook gb, ja gb vooral! Eón enkel
woord van u vermag meer dan honderd
argumenten van den besten pleitredenaar, als
dezo zelf buiten de beweging staat.
Voorbeelden wekken, leeringen trekken.
En de leering, die gb opdeedt met de
Zondags-sluiting eene leering, die u, wb
zbn or van overtuigd, geen noemenswaard
iinantiöel nadeel, maar grooto moreele voor
deeion bracht zal in staat zpn om raenigen
weifelaar te overtuigen, menig vooroordeel als
sneeuw voor do zon te doen versmelten.
Mot niet gonoeg aandrang kunnen wb allen,
dio tot hot vak van don sigaren handel in
betrekking staan, opwekkeu, de vergadering
te gaan bb wonen.
Een succes der vergadering zou een invloed
ten goede uitoefenen op de invoering van oen
boginsel, hetwelk een ieder, dio een open oog
heeft voor de nooden en behoeften onzer maat-
schappbr met overtuiging moet omhelzen.
De Standaard schrbft onder het hoofd
Doodslag:
In het oog vallend wordt weer het aan
tal moordon, waarvan dag bp' dag de be
richten rondgaan.
De eerbied voor hot menschelbk leven
neemt op onmiskenbare wbze af, gelbk dit
blpkt èn uit de toenemende zelfmoorden,
èn uit het ontbreken van allen doodsstrbd
op zoo menig Sterfbed, èn uit de roekelooze
lichtvaardigheid, waarmee men om een bagatel
of in opwelling in drift, het mes trekt, en
neerstoot wie hinderlbk scheen.
Voegt men hier nu bb de jammerlbke om
standigheid, dat de justitie de laatste twee
jaren zoo menigen opzienbarenden moord
moest laten voorbpgaan, zonder dat het haar
gelukte den schuldige te ontdekken, dan kan
kwalpk gezegd, dat het gevoel van gerust
heid, dat alleen de persoonlbke veiligheid
aanbiedt, er bb ons op wint.
In Zwitserland heeft soortgelb'ke gowaar-
wordiog er nu reeds Kanton na Kanton toe
geleid, om de afgeschafte doodstraf weer in
te voeren, terwbl in de grootere rbken,
waar men een tbdlang zoo sterk op afschaf
fing aandrong, deze aandrang geheel ophield.
We voorzien dan ook, dat er allengs eene
al sterker strooming in omgekeerde
richting zal komen, die allerwegen tot herstel
van de doodstraf loidt; en ook in ons land
zal de invloed van dezen keer in de geesten,
die reeds duidelbk merkbaar is, vroeg of laat
tot herziening van ons Strafwetboek leiden.
Wat er tot dusver aan in den weg staat,
is niets anders dan het doctrinair
Liberalisme.
Over socialistische leiders lezen we
in het Noord Brabantsch Dagblad:
De hoofdmannen der socialistische partb
zbn gewoon hoog en breed op te geven van
eigen belangloosheid en onbaatzuchtigheid.
Wil men hen gelooven, dan beoogen zb
niets anders dan de zedelfike en stofFelbke
verheffing van het verdrukte volk.
In een vloed van woorden beweren zb ton
aanhoore van de onnoozele menigte, die hen
in verregaande verblindheid volgt, dat zb zich-
zelven desnoods zouden opofferen ten bate van
hunne „hartevrienden", de arme werklieden.
Inderdaad, aan de kracht van overtuiging,
waarmede zb hunne woorden uitspreken, ont-
leenen deze niet zelden een schbn van waarheid.
Menige misleide werkman is zielsovertuigd
dat de socialistische leiders de belangloosheid
en onbaatzuchtigheid in hoogst eigen persoon
vertegenwoordigen.
Wie echter een weinig dieper nadenkt en
proefondemndolpk tot de overtuiging is ge
komen, dat de algeheele belangloosheid en
onbaatzuchtigheid eene parel is, die slechts zeer
zelden wordt gevonden, vraagt ten bewbze
daarvan iets meer dan woorden. Hb kan er
niet toe besluiten, ook zelfs de socialistische
aanvoerdors, onder welken schbn van waar
heid zb hun beweren ook opzetten, op hun
woord alleen te gelooven.
Wie verder gaat en de woorden en daden
der socialistische partbboofden met elkander
vergelbkt, kan zich niet weerhouden, hunne
woorden aan een zeer ernstigen twbfel te
onderwerpen, en komt weldra tot het be
sluit, dat hunne daden geheel in tegenspraak
zpn met hunne woorden.
Om een familiaar woord te gebruiken: zp
nemen het vet van de soep voor zich.
De arme werkman, die met hongerige maag
bb hen te gast gaat, mag zich voeden met
de kruimels, die van hunne tafel vallen.
Tot toelichting diene het volgende:
Volgens het Frdnkische Arbeiterblatt be
dragen de inkomsten en uitgaven van de
sociaal democraten in Duitschland jaarlbks
6,000,000, zegge zes millioen gulden.
Hoe belangloos en onbaatzuchtig de hoofd
mannen zpn, als er gedeeld moet worden,
blbkt uit dit Ibstje:
le. 50 partbleiders eerste klasse
genieten per hoofd ƒ6000. 300,000
2o. 300 leiders tweede klasse ge
nieten per hoofd 3000000 000
3o. 500 leerlingen, die zich oefe
nen in hot spreken in ver
gaderingen, meetings en Par-
lemont, genieten per hoofd
1800 900,000
<lo. Aan traktementen van Ka
merleden, die in Duitschland
geene toelage krbgen, wordt
uitgekeerd72,000
5o. Aan de verkiezingen2,100,000
6o. Aan verspreiding van bladen,
boeken, geschriften, enz., als
mede aan werkstakingen 1,128,000
7o. Tot ondersteuning van werk-
loozen600,000
6,000,000
Alzoo: slechts één tiende van de gelden,
die zoogenaamd moeten strekken ten bate
van den verdrukten werkman, komt hem
ten goede. Negen tienden worden genoten
door do „belanglooze" en „onbaatzuchtige"
leiders, of besteed voor politieke doeleinden.
Het verwondert ons geenszins, dat onze
socialistische bladen niet weinig verlegen zbn
over de openbaarmaking van deze cyfers.
Trouwens, dat zp voor cbfers bang zpn,
is o. a. ook gebleken op het congres, onlangs
te Groningen gehouden, waar rekening en
verantwoording van de kas moest gegeven
worden. Onder veel andere zaken gaf ook
dit kasverslag aanleiding tot de openbare
tweespalt, die in de socialistische partb van
Nederland is uitgebroken.
Met de cbfers van hot Frankische Arbeiter
blatt weten onze bladen geen anderen raad
dan eenvoudig te zeggen: „dat er, natuurlbk,
geen steek van waar is."
Daarmede zbn echter de cbfers, waarvan
genoemd blad de juistheid waarborgt, geens
zins weerlegd.
Zoo lang dat niet is geschied, zfin die cbfers
voor ons een nieuw bewps, dat de leiders
der partb volstrekt niet afkeerig zbn van
hooge jaarwedden, zelfs tot ƒ6000; dat zb
het leeuwendeel van de door werklieden ge
storte penningen voor zich nemen.
Zoo lang zulke cbfers spreken, zullen wp
zoo vrb zpn, de onbelangloosheid en onbaat
zuchtigheid van de socialistische leiders in
twbfel te trekken, en zal de werkman voor
zichtig handelen, als hb zbne penningen niet
toevertrouwt aan de kas, die staat onder
het beheer van zulke „vrienden."
Het Panama in den Sociaal-
Democratisch en Bond. Onder dezen
titel licht de heer F. Van der Goes in De
Nieuwe Tijd de beschuldiging toe, welke om
trent geldelbke misstanden in de soc.-dem.
partb op het Kerstmis-congres te Groningen
is te berde gebracht, doch daar zonder nader
onderzoek ter zbde gelegd. Hb deelt mede
dat in eene vergadering der parlementaire
fractie op 9 Dec. jl. de grieven door Troelstra,
Kol, Poutsma, enz. geopperd werden; bewps
was er niet, maar genoeg om een onderzoek
noodig te maken en de eisch van openbare
behandeling der finantiëele zaken. Te Groningen
zwegen ook echter Troelstra en Kolook later,
vermoedelbk om niet de geheele parlementaire
fractie schade te doen lbden. De heer v. d. G.,
dien „zb lieten opdraaien voor wat in onder
ling overleg besloten was," stelt de waarheid
hooger. Het woord Panama, door hem ge
bezigd, legt hb aldus uit:
„Wat is met Panama bedoeld? Dit, wat
het woord in het algemeen beteekent: onge
oorloofde vermenging van openbare en parti
culiere financiën, misbruik van geld voor
politieke doeleinden; in den besten zin: on
nauwkeurige administratie,hot bevorderen
van goede zaken met geld, dat eene andere
bestemming had; in den ongunstigen zin:
diefstal en oplichterbmet geld, dat eene betere
bestemming had, de medewerking en het stil-
zwbgen koopen van invloedrpke personen om
slechte zaken door te drbven. Dit alles ia
onder „Panama" te verstaan, in het kort ge
zegd: allerlei politiek-finantiöele knoeierben.
„Velen, die met de toestanden in den
Sociaal-Democratischen Bond eeDigermate be
kend zpn, weten dat het gemis aan open
baarheid van de geldelbke administratie samen
hangt met handelingen, welke in meerdere
of mindere mate met „Panama" zbn aan te
duiden. Dit kenmerkt het gebrek aan zedelfiken
ernst, waarmede sommigen in den Bond de
belangen van de arbeiders behartigen of be
hartigd hebbenis eene andere uiting van den
zelfden geest, die de verwerpelijke en door
steeds meer partbgenooten afgekeurde strbd-
wbze van Recht voor Allen bezielt. Hiermede
is niet gezegd dat bbv. Domela Nieuwenhuis
partbgelden zou hebben gestolen; wb weten
dat integendeel D. N. verscheidene maleu door
partbgenooten bestolen is."
De heer v. d. G. noemt dan do zaak van
Van Emmene8; verder een goval van „Mei
lintjes", die Domela Nieuwenhuis voor eene
groote som (f 800?) besteld had, maar die niet
van de hand gingen en welker betaling de
Centrale Raad niet wilde erkennon, waarna
D. N., die zich borg had gesteld voor iemand,
wien ƒ600 uit het begrafenisfonds was geleend
en die in gebreke bleef, zpn borgtocht ver
rekend achtte met de vordering wegens de
Mei-lintjes. Verder vermeldt de heer v. d. Goes,
dat volgens een der voornaamste aandeel
houders de soc.-dem. drukkerij „Excelsior", een
naaml. vennootschap, voortdurend verliezen
heeft geleden (o. a. het gehoelo tekort van
Recht voor Allen), maar geen balans wordt
opgemaakt en toch dividend uitgedeeld. Hp
houdt vol dat over al die instellingen, ook
over de bakkerb, eene enquétte zeer noodig is.
Hb wil door het medegedeelde „aan het
socialistisch publiek duidelbk maken, dat de
grieven niet lichtvaardig zbn te berde gebracht."
Niet alle R.-K. bladen denken als De Maas
bode, dat dit kabinet vermoedelijk het gezant-
schap bb den Paus zou herstellen. De
Residentiebode toch schrbft:
„Hadden wy met den heer Róell alleon te
doen, ja dan ware er misschien veel goeds te
wachten, maar dit is het geval niet; do heer
Röell hoeft zbne ambtgenooten en een daarvan
is mr. Samuel Van Houten.
Hoe men nu in vredesnaam van een kabinet,
dat dezen op het torentje aan den Vfiver
plaatste, herstel van ons gezantschap bb den
Paus kan verwachten, gaat ons verstand een
voudig te boven.
Zb, die caaromtrent nog eenigo droom
beelden koesteren mochten, verwbzen wb naar
de vraag, door den afgevaardigdo voor Breda,
den heer Michiels Van Verduljnen, bb de ver
dediging van diens begrooting tot den afge
treden minister van buitenland9che zaken Van
Tienhoven gericht over het herstel van het
gezantschap en naar het antwoord, bb die
gelegenheid door den heer Van Houten, die
zich volkomen ongeroepen in het debat mengde,
gegeven.
Dat liet niet alleen van geenerlei toenadering
bibken, maar zou zelfs het ergste doen vreezen,
indien niet mr. Van Houten een Röell en vooral
een Schneider naast zich had zitten.
Onder die omstandigheden gelooven wb
echter dat het herstel van den pauselbken
gezant, hoe vurig ook door ons gewenscht,
onder het tegenwoordig kabinet naar mensche-
Ujke berekening tot de pia vota zal bib ven
behooren."
Programma van Muziekuitvoeringen.
MU8I8 SACRUM. Zoudag 27 Mei, te twee
aren, door bet Stafmaziekcorpe der dienstdoende
Schutterij. Directour de lieer Joh. O. Geijp. Eerato
afdeoling: No. 1. M&rche Militaire No. I (leteüitv.),
Fr. Schubert; 2. Ouverture van de Opéra «Don Juan",
W. A. Moz&rt; 3. aIntermezzo uit do Opéra
„I Pagliacci", R. Leoncavallo b- ^Sona la Feuillée",
arr. Joh. C. Geijp (lete Uitv.), Francia Thomé; 4.
Hongaarache Bhapsodie No. II, Fr Liezt. Tweede
afdeeling: No. 6. Ouverture „M&Dechaft au Bord".
F. Von Suppó; 6. „Ich bin ein Kind vom Rheiu",
Walzcr, C. Zeiler; 7. „Mein blauaugig MSdcben",
Gavotte (1ste Uitv.), Joh. O. Geijp; 8. Factaisie
Crar and Zimmermann", G. A. Lortzing.
Twee verjaardagen.
Uit het Fransch van JACK MOR AND,
Het was de eerste Januari 1861, dat oen
jongetje van tien jaren, vergezeld van een
ouden knecht, op den grooten weg van Dinan
wandelde. Hb was op weg naar het kasteel
Dolman, waar zpne grootmoeder woonde. Het
was dien dag zpn verjaardag en nu ging hp
de oude gravin Dolman zpne nieuwjaarswen-
schen aanbieden, om tegelbkertbd van haar
zpn© verjaarsgeschenken te ontvangen.
De kleine Horvó scheen groote haast te
hebben om zbn doel te bereiken, ten minste
hb liep zoo vlug, dat de oude gediende moeite
had hem bb te houden. Soms trok er even
eene kleine wolk over zbn vroolbk gezichtje;
dat was wanneer hb dacht aan de moeilbke
fabel, welke hb, volgens oud gebruik, voor
zbne grootmoeder moest opzeggen, in ruil
voor de geschenken, welke hb van haar zou
ontvangen.
De kleine Hervé was een verwonderlbk
schoon kind. Groot voor zbn leeftbd en flink
ontwikkeld, keek hp met zbne groote, eerlbke
oogon recht vroolbk de wereld in.
Spoedig kwamen de beide wandelaars aan
eene kromming in den weg, van waar zb het
oude gebouw met den stompen toren konden
zien liggen.
Het huis zelf was reeds dikwpls verwoest
geworden en opnieuw opgebouwd, maar de
oude toren had allen revoluties en allen bestor
mingen het hoofd geboden.
De kleine graaf De Plenhoêc ging het groote
salon binnen. Naast den schoorsteen was de
gewone plaats der oude vrouwook nu zat
zb daar, in een wpden, ouderwetschen leun
stoel verzonken.
„Zbt gp daar al, mpn lieve jongen l" riep
zp. „Gp zpt wel vroeg opgestaan om groot
mama te komen nieuwjaarwenschen. Zet u
daar tegenover mp! Wat zbt gb groot gewor
den in die acht dagen, dat ik u niet gezien
heb. En nu is het vandaag uw verjaardag,
beste Hervé!"
„Lieve grootmama, laat ik u eerst mbne
beste wenschen voor het nieuwe jaar aan
bieden. ïk hoop dat u heel gezond moogt
blijvenonderweg heb ik een mooien wensch
voor u opgesteld, maar dien ben ik heusch
glad vergeten, grootmama. Laat ik u dus
maar eens omhelzen en u zeggen dat ik u
hartelbk liefheb."
„Dat is alles wat ik verlang, on nu wil ik
u eens een genoegen doenOp deze tafel heb
ik uwe verjaarsgeschenken klaargelegd."
En de goede grootmama wees met hare
hand naar eene tafel, welke opgehoopt lag
met allerlei presenten Een boek, verguld op
snede, verscheidene stukken speelgoed, maar
wat het mooiste van alles waseen heusch
geweer, een kunststuk van wapensmederp.
Het staal schitterde het kind in de oogen.
Vol vreugde streek de kleine jongen zachtjes
over het gladgewreven hout. Hp was eerst
sprakeloos van vreugde. Een geweer, zbn
droom sinds twee jaar, en die was nu opeens
verwezenlpkt.
„O, grootmama, wat maakt gb mb ge
lukkig l"
En zbne groote, donkere oogen straalden
van geluk. Was er nu maar een vpand om
er zich mede te meten!
Hervé was uit oene militaire familie. Al
zbnb voorvaderen waren op het veld van eer
gesneuveld; zijn vader was in de Krim ge
storven, bb bet beleg van Sebastopol. Van
klein kind af had hp booren praten van veld
slagen en van overwinningen.
Toen hp een weinig bekomen was van zbne
verrassing en nadat hb al zbn speelgoed nog
eens bekeken had, nam Hervé afscheid van
zbne grootmoeder.
Vol liefde en bewondering zag de oude
vrouw haren kleinzoon na, zooals hp zich met
al zpne schatten verwbderde.
Grootouders hebben eene heel bijzondere
soort van liefde voor de kinderen, die bun
geslacht zullen doen voortleven.
Opgewonden van vreugde over zbn schat,
nam het kind den terugweg aan naar het
ouderlpk buis. De oude knecht droeg al het
andere speelgoed, slechts het geweer hield
hbzelf en droeg het vast tegen zich aangedrukt.
Hb had nog geen honderd schreden, buiten
het park, afgelegd, toen bb een kind, onge
veer van zpn leeftpd, tegenkwam. In het
magere, bleeke gezichtje schitterden twee
onnatuurlijk groote oogen. Slecht gevoed en
slecht gekleed, bad het arme kind dubbel te
lbden van de scherpe koude.
Eenigen tbd volgde hy den kleinen graaf
De Plenhoêc op den voet, zoodat Hervé zich
oindelpk omkeerde.
„Wat wilt gp toch van mb, vriend?"
„Mag ik als 't u belieft eons even dat mooie
geweer van u zien?"
Er was zulk eene «meekende uitdrukking
in de oogen van den kleinen knaap, dat Hervé
staan bleef.
„Hoe heet gb?" vroeg hb.
„Tannegny. O, ik ken u heel goed, ik heb
u dikwbl8 zien rbden op uw paardje. Ach,
laat mp toch even uw geweer in de handen
hebben."
Hervé gaf hem zpn wapen.
„Die hebt gb zeker voor uw nieuwjaar
gekregen?" vroeg het arme kind, na een
oogenblik stilte, waarin hb het geweor vau
alle kanten bekeek.
„Ik heb geene moeder en ook geen speel
goed.
„Wilt gb u een nieuwjaarsgeschenk uit
zoeken?" vroeg de kleine graaf, op het pak
wbzend, dat de oude knecht droeg. „Kies maar
uit wat gp wilt, ziet gb," voegde hb o
tot opheldering bb, „omdat gb geeno moede
hebt en dus ook geene presenten krpgt als
jarig zpt; ik ben vandaag jarig."
„Neen, ik wil Üever niets hebben dan di'
prachtige geweer."
Hervé wilde het hem afnemen, maar d
kleine jongen hield het stevig in zbne dunr
armpje8 gekneld.
De kleine graaf van Plenhoêc scheen 6V6
diep na te denken.
Toen zeide hb eensklaps:
„Dus hebt gp werkelbk geene moeder gd
krijgt gb heusch nooit nieuwjaarsgeschenken?;
„Ik heb niemand die iets om mb geeft.
Gb wel?'
„Ik heb mbne mama en grootmama en r
krbg heel veel nieuwjaarsgeschenken
daar, neem het geweer maar."
Tannegny was zoo gelukkig dat hy ze"
vergat te bedanken; zbne oogen vulden zich
met tranen van dankbaarheid zoodat de jongq
graaf ruim beloond was voor zbn edelmoedig
gescheDk. Voor de eerste maal leerde hij he
heerlbke gevoel kennen, anderen gelukkig te
maken. Vroolbk versnelde hb zpn tred om
spoedig thuis te zbn.
De twee kinderen zagon elkander slechte
uiterst zelden.
Hervé bleef altbd belangstellen in zpn
protégé, ook toen hb naar een gymnasium
te Parbs werd gezonden en de jonge Tan»
negny in de leer werd gedaan bb een boor
in den omtrek van Plenhoêc.
Elke vacantie ging hb Tannegny opzoeken
eu telkens zag hb hem met meer genoegen
terug.
„Ik heb altbd uw geweer nog,' zeide de
jonge boer dan dikwbls. „O, mpnheer, ik
kan u nooit genoeg dankbaar zbn voor de
goedheid, welke gb my toen bewezen hebt.
Als de dag eens komen mocht dat gb mb
noodig zult hebben, dan kunt gp op mb
rekenen."
De eenvoudige woorden kwamen er zoo
welgemeend uit en de heldere, oprechte
oogen zagen Hervé zoo vol innige dankbaar
heid aan.
Den graaf van Plenhoêc zat de liefde voor
wapenen in het bloed. Gp achttienjarigon
leeftbd werd hp geplaatst op de school ta
Samt-Cyr en toen in het tweede jaar v?j.;
zpn verblpf aldaar de oorlog uil brak, be-,
hoorde hp tot de eersten, die als officier bb
het leger ingelbfd werden.
„Overwinnen of sterven 1" met deze leus
vertrok hp.
Onverschrokken waagde hb iederen dag
opnieuw zbn leven, e6n voorbeeld van mood
en vastberadenheid.
Zoodra Tannegny hoorde dat de graaf Dc
Plenhoêc in het leger gegaan was, vroeg hb
verlof hem te vergezellen. Als een hold streed
de eenvoudige, onontwikkelde boer, die steeds
Hervé als zbn schaduw volgde. Zb maakter»
deel uit van het noorderleger, onder bevel
van Faidherbe. Na eiken veldslag zochten zb
elkander dadelpk op, dankbaar elkander leveno
terug te vinden.
Den 238ten December 1870 gedroeg Tan«
negny zich zóó dapper dat hb een rang ver
hoogd word; Hervé werd denzelfden dag tct
kapitein benoemd.
In den morgen van den eersten Januari
1871 lagen belden, diebt bb Arras gekampeerd,
uitgeput van vermoeienis en gebrek.
„Tien jaar geleden, mpnh6er de graaf, waren
wb heel wat gelukkiger," zeide Tannegny.
„Herinnert gb u nog dat go mb toen dat
mooie geweer hebt gegeven?'
Beiden dachten zich, in somber gepeino
verdiept, hunne kindsheid ter"g.
„Aan u ben ik mpn eenige vreugde ver
schuldigd," zeide Tannegny met oen dank
baren blik.
Drie dagen daarna werd de slag bb Bapaume
geleverd; de nacht viel en het slagveld was
bedekt met gewonden en dooden. De graaf
De Plenhoêc had zich in het heetst van'het
gevecht begeven, en Tannegny zocht hem
reeds geruimen tbd overal.
Hervé was ontwapend, zbn paard was
doodelbk getroffen door een kogel en nr
trachtte hb met groote moeite onder hef
stervende dier vandaan te komen. Juist toen
hp moeite deed om op te staan, wierp zich
een opgewonden Pruis op hem, de bajonet
op zbn geweer gehecht. Met moordlust in
den blik, dronken door de bloedlucht en den
kruitdamp, zwaaide hb zpn wapen boven den
kapitein, die zich verloren gevoelde.
Plotseling verscheen er een man, die met
één sabelhouw den fruis neersloeg.
Dat was Tannegny.
Hb had het levensgevaar gezien, waarin
Hervé verkeerde, en om hem te redden had
hp het ongelooflijke verricht.
Dwars over stervenden en gewonde paarden
heen, op gevaar af van zbn eigen leven te
verliezen, was hb op hem toegesneld óen
slag, met zpne sabel, den Pruis van achteren
toegebracht.... en deze lag reutelend op den
grond.
Meteen ontrukte hb den ongelukkigeri Duit-
scher zyn geweer, dat deze nog in do ge
kromde vingers gekiemd hield, om liet aan
zbn kapitein te geven.
„Mijnheer de graaf, eens gaaft go mb als
nieuwjaarsgeschenk een geweer, nu geer ik
u dit, om.
De arme pannegny wankelde: een l^ogel
had hem vlak in het hart getroffen
Hervé nam het met bloed bevlekte wapen
in de hand en als plotseling teruggeplaatst
in het verleden, zag hb ^oer in zbno ver
beelding den weg naarDman, waar bp eörtiJda
den armen kleinen knaap zpn geweer gego*
ven had.