PERSOVERZICHT. MENGELWERK. Dezer dagen ging in het Leidsch Dagblad eene stem op voor Zondagsrust voor winkeliers door sluiting hunner maga- zjjnen op den eersten dag der week, welke stem, blijkens eene correspondentie en een nader ingezonden stuk, niet geheel tevergeefs heeft geklonken. Ook te Utrecht werd deze week eene vergadering belegd, uitgaande van de daar bestaande afdeeling der „Nederlandsche Vereeniglng tot bevordering van Zondagsrust", om te geraken tot gebeelo of gedeeltelijke sluiting van winkels op Zondag, waarvan de voorloopige uitslag elders in dit blad wordt medegedeeld. Naar aanleiding dezer vergadering schreef de Utrechtsche Courantvoordat ze belegd werd, het volgende, voorzeker, al werd er te Utrecht niet naar gehandeld, belangrijk genoeg voor een groot deel onzer Leidsche lezers om het hier onder de aandacht te brengen: Niet zonder spanning zal door honderden de beslissing dier vergadering worden te ge moet gezien. Immers, het getal sigarenwinkeliers is hier ter stede legio; de meesten hebben eene vrouw en een gezin. En die allen, klein en groot, hebben onmiddellijk belang bb eene oplossing van do quaestie, thans door de mannen van do Zondagsrust aan de orde ge steld en met zooveel IJver ter hand genomen. Hoe wU die oplossing wenschen? Het be hoeft zekor nauwelijks gezegd. De Zondagsrust moet er komen en ze z a 1 er komen I Als niet het particulier initiatief er in slaagt haar in te voeren, dan zal het den wetgever ge lukken. Maar de maatschappelijke strekking van het beginsel is eene te ernstige, dan dat de invoering nog langer zal kunnen worden tegengehouden, nu de behoefte er aan hoe langer hoe meer wordt gevoeld. Het meest, uit den aard der zaak, door de dirocte belanghebbendende winkeliers zeiven, waarvan er velen in een vol jaar nauwelijks éón enkelen dag geheel aan rust en ontspan ning kunnen wijden. Wat dat zeggen wil, driehonderd vbf en zestig dagen achtereen in het dageiyksch gareel te moeten trekken - zie, alleen hb kan er over oordeelen, die zich- zelven dien last moest opleggen, omdat de strbd om 't bestaan hem er toe dwong. Men weet hoe de gedeeltelbke Zondags rust in Duit8chland sedert kort in de wet is voorgeschreven: een vbftal uren mogen de winkels op z'n hoogst geopend bibven. Men weet ook, hoe men reeds elders erin slaagde hetzelfde, doch zonder dwang, te bereiken, alleon doordat alle belanghebbenden eendrach tig do handen ineensloegen. Welnu, waarom zou wat elders uitvoerbaar bloek, in Utrecht onuitvoerbaar zbn? Wb zouden het zeer betreuren, indien de beweging in de goede richting, door den tegenstand, zb het ook slechts van een onkele, zou geremd en ton slotte moest gestaakt worden. Laten wb hopen, dat Utrecht in deze eens een schitterend voorbeeld geve, waaraan ande ren zich zullen mogen spiegelen. Laten wb vertrouwen, dat elke sigarenwinkelier, die niet door force majeure verhinderd is,ter vergadering tegenwoordig zb en, wat nog meer zegt, dat een ieder daar in de vergade ring kome met don stelligen wil om in een dracht macht te zoeken. Wie zich onttrokt of onthoudt, wie weg blbft, wete wel dat hb, als winkelier niet alleon zich en zbn gezin, als fabrikant de bolangen van zijne depóthouders en geëm ployeerden maar dat hb buitendien de zaak der gemoenschap schade toebrengt. En dit is zeker eene ernstige zbde der quaestie. Immers juist in een ttJd van verslappend gemeen schapsleven als de onze, doet het goed als wb mannen van gelbke belangen zien samen werken om die gezamenlbk te behartigon. De oproeping is zeker in de eerste plaats gericht tot hen, die nog steeds tegen het beginsel zondigen en, hoewel bbna allen de wenschelbkheid van invoering erkennende, de mogelbkheid er van betwisten. Doch ook de anderen, die reeds Zondags hunne winkels sluiten, ook zb mogen niet ontbreken. En in hot bbzonder hun zouden wb willen toeroe pen: komt ook gb, ja gb vooral! Eón enkel woord van u vermag meer dan honderd argumenten van den besten pleitredenaar, als dezo zelf buiten de beweging staat. Voorbeelden wekken, leeringen trekken. En de leering, die gb opdeedt met de Zondags-sluiting eene leering, die u, wb zbn or van overtuigd, geen noemenswaard iinantiöel nadeel, maar grooto moreele voor deeion bracht zal in staat zpn om raenigen weifelaar te overtuigen, menig vooroordeel als sneeuw voor do zon te doen versmelten. Mot niet gonoeg aandrang kunnen wb allen, dio tot hot vak van don sigaren handel in betrekking staan, opwekkeu, de vergadering te gaan bb wonen. Een succes der vergadering zou een invloed ten goede uitoefenen op de invoering van oen boginsel, hetwelk een ieder, dio een open oog heeft voor de nooden en behoeften onzer maat- schappbr met overtuiging moet omhelzen. De Standaard schrbft onder het hoofd Doodslag: In het oog vallend wordt weer het aan tal moordon, waarvan dag bp' dag de be richten rondgaan. De eerbied voor hot menschelbk leven neemt op onmiskenbare wbze af, gelbk dit blpkt èn uit de toenemende zelfmoorden, èn uit het ontbreken van allen doodsstrbd op zoo menig Sterfbed, èn uit de roekelooze lichtvaardigheid, waarmee men om een bagatel of in opwelling in drift, het mes trekt, en neerstoot wie hinderlbk scheen. Voegt men hier nu bb de jammerlbke om standigheid, dat de justitie de laatste twee jaren zoo menigen opzienbarenden moord moest laten voorbpgaan, zonder dat het haar gelukte den schuldige te ontdekken, dan kan kwalpk gezegd, dat het gevoel van gerust heid, dat alleen de persoonlbke veiligheid aanbiedt, er bb ons op wint. In Zwitserland heeft soortgelb'ke gowaar- wordiog er nu reeds Kanton na Kanton toe geleid, om de afgeschafte doodstraf weer in te voeren, terwbl in de grootere rbken, waar men een tbdlang zoo sterk op afschaf fing aandrong, deze aandrang geheel ophield. We voorzien dan ook, dat er allengs eene al sterker strooming in omgekeerde richting zal komen, die allerwegen tot herstel van de doodstraf loidt; en ook in ons land zal de invloed van dezen keer in de geesten, die reeds duidelbk merkbaar is, vroeg of laat tot herziening van ons Strafwetboek leiden. Wat er tot dusver aan in den weg staat, is niets anders dan het doctrinair Liberalisme. Over socialistische leiders lezen we in het Noord Brabantsch Dagblad: De hoofdmannen der socialistische partb zbn gewoon hoog en breed op te geven van eigen belangloosheid en onbaatzuchtigheid. Wil men hen gelooven, dan beoogen zb niets anders dan de zedelfike en stofFelbke verheffing van het verdrukte volk. In een vloed van woorden beweren zb ton aanhoore van de onnoozele menigte, die hen in verregaande verblindheid volgt, dat zb zich- zelven desnoods zouden opofferen ten bate van hunne „hartevrienden", de arme werklieden. Inderdaad, aan de kracht van overtuiging, waarmede zb hunne woorden uitspreken, ont- leenen deze niet zelden een schbn van waarheid. Menige misleide werkman is zielsovertuigd dat de socialistische leiders de belangloosheid en onbaatzuchtigheid in hoogst eigen persoon vertegenwoordigen. Wie echter een weinig dieper nadenkt en proefondemndolpk tot de overtuiging is ge komen, dat de algeheele belangloosheid en onbaatzuchtigheid eene parel is, die slechts zeer zelden wordt gevonden, vraagt ten bewbze daarvan iets meer dan woorden. Hb kan er niet toe besluiten, ook zelfs de socialistische aanvoerdors, onder welken schbn van waar heid zb hun beweren ook opzetten, op hun woord alleen te gelooven. Wie verder gaat en de woorden en daden der socialistische partbboofden met elkander vergelbkt, kan zich niet weerhouden, hunne woorden aan een zeer ernstigen twbfel te onderwerpen, en komt weldra tot het be sluit, dat hunne daden geheel in tegenspraak zpn met hunne woorden. Om een familiaar woord te gebruiken: zp nemen het vet van de soep voor zich. De arme werkman, die met hongerige maag bb hen te gast gaat, mag zich voeden met de kruimels, die van hunne tafel vallen. Tot toelichting diene het volgende: Volgens het Frdnkische Arbeiterblatt be dragen de inkomsten en uitgaven van de sociaal democraten in Duitschland jaarlbks 6,000,000, zegge zes millioen gulden. Hoe belangloos en onbaatzuchtig de hoofd mannen zpn, als er gedeeld moet worden, blbkt uit dit Ibstje: le. 50 partbleiders eerste klasse genieten per hoofd ƒ6000. 300,000 2o. 300 leiders tweede klasse ge nieten per hoofd 3000000 000 3o. 500 leerlingen, die zich oefe nen in hot spreken in ver gaderingen, meetings en Par- lemont, genieten per hoofd 1800 900,000 <lo. Aan traktementen van Ka merleden, die in Duitschland geene toelage krbgen, wordt uitgekeerd72,000 5o. Aan de verkiezingen2,100,000 6o. Aan verspreiding van bladen, boeken, geschriften, enz., als mede aan werkstakingen 1,128,000 7o. Tot ondersteuning van werk- loozen600,000 6,000,000 Alzoo: slechts één tiende van de gelden, die zoogenaamd moeten strekken ten bate van den verdrukten werkman, komt hem ten goede. Negen tienden worden genoten door do „belanglooze" en „onbaatzuchtige" leiders, of besteed voor politieke doeleinden. Het verwondert ons geenszins, dat onze socialistische bladen niet weinig verlegen zbn over de openbaarmaking van deze cyfers. Trouwens, dat zp voor cbfers bang zpn, is o. a. ook gebleken op het congres, onlangs te Groningen gehouden, waar rekening en verantwoording van de kas moest gegeven worden. Onder veel andere zaken gaf ook dit kasverslag aanleiding tot de openbare tweespalt, die in de socialistische partb van Nederland is uitgebroken. Met de cbfers van hot Frankische Arbeiter blatt weten onze bladen geen anderen raad dan eenvoudig te zeggen: „dat er, natuurlbk, geen steek van waar is." Daarmede zbn echter de cbfers, waarvan genoemd blad de juistheid waarborgt, geens zins weerlegd. Zoo lang dat niet is geschied, zfin die cbfers voor ons een nieuw bewps, dat de leiders der partb volstrekt niet afkeerig zbn van hooge jaarwedden, zelfs tot ƒ6000; dat zb het leeuwendeel van de door werklieden ge storte penningen voor zich nemen. Zoo lang zulke cbfers spreken, zullen wp zoo vrb zpn, de onbelangloosheid en onbaat zuchtigheid van de socialistische leiders in twbfel te trekken, en zal de werkman voor zichtig handelen, als hb zbne penningen niet toevertrouwt aan de kas, die staat onder het beheer van zulke „vrienden." Het Panama in den Sociaal- Democratisch en Bond. Onder dezen titel licht de heer F. Van der Goes in De Nieuwe Tijd de beschuldiging toe, welke om trent geldelbke misstanden in de soc.-dem. partb op het Kerstmis-congres te Groningen is te berde gebracht, doch daar zonder nader onderzoek ter zbde gelegd. Hb deelt mede dat in eene vergadering der parlementaire fractie op 9 Dec. jl. de grieven door Troelstra, Kol, Poutsma, enz. geopperd werden; bewps was er niet, maar genoeg om een onderzoek noodig te maken en de eisch van openbare behandeling der finantiëele zaken. Te Groningen zwegen ook echter Troelstra en Kolook later, vermoedelbk om niet de geheele parlementaire fractie schade te doen lbden. De heer v. d. G., dien „zb lieten opdraaien voor wat in onder ling overleg besloten was," stelt de waarheid hooger. Het woord Panama, door hem ge bezigd, legt hb aldus uit: „Wat is met Panama bedoeld? Dit, wat het woord in het algemeen beteekent: onge oorloofde vermenging van openbare en parti culiere financiën, misbruik van geld voor politieke doeleinden; in den besten zin: on nauwkeurige administratie,hot bevorderen van goede zaken met geld, dat eene andere bestemming had; in den ongunstigen zin: diefstal en oplichterbmet geld, dat eene betere bestemming had, de medewerking en het stil- zwbgen koopen van invloedrpke personen om slechte zaken door te drbven. Dit alles ia onder „Panama" te verstaan, in het kort ge zegd: allerlei politiek-finantiöele knoeierben. „Velen, die met de toestanden in den Sociaal-Democratischen Bond eeDigermate be kend zpn, weten dat het gemis aan open baarheid van de geldelbke administratie samen hangt met handelingen, welke in meerdere of mindere mate met „Panama" zbn aan te duiden. Dit kenmerkt het gebrek aan zedelfiken ernst, waarmede sommigen in den Bond de belangen van de arbeiders behartigen of be hartigd hebbenis eene andere uiting van den zelfden geest, die de verwerpelijke en door steeds meer partbgenooten afgekeurde strbd- wbze van Recht voor Allen bezielt. Hiermede is niet gezegd dat bbv. Domela Nieuwenhuis partbgelden zou hebben gestolen; wb weten dat integendeel D. N. verscheidene maleu door partbgenooten bestolen is." De heer v. d. G. noemt dan do zaak van Van Emmene8; verder een goval van „Mei lintjes", die Domela Nieuwenhuis voor eene groote som (f 800?) besteld had, maar die niet van de hand gingen en welker betaling de Centrale Raad niet wilde erkennon, waarna D. N., die zich borg had gesteld voor iemand, wien ƒ600 uit het begrafenisfonds was geleend en die in gebreke bleef, zpn borgtocht ver rekend achtte met de vordering wegens de Mei-lintjes. Verder vermeldt de heer v. d. Goes, dat volgens een der voornaamste aandeel houders de soc.-dem. drukkerij „Excelsior", een naaml. vennootschap, voortdurend verliezen heeft geleden (o. a. het gehoelo tekort van Recht voor Allen), maar geen balans wordt opgemaakt en toch dividend uitgedeeld. Hp houdt vol dat over al die instellingen, ook over de bakkerb, eene enquétte zeer noodig is. Hb wil door het medegedeelde „aan het socialistisch publiek duidelbk maken, dat de grieven niet lichtvaardig zbn te berde gebracht." Niet alle R.-K. bladen denken als De Maas bode, dat dit kabinet vermoedelijk het gezant- schap bb den Paus zou herstellen. De Residentiebode toch schrbft: „Hadden wy met den heer Róell alleon te doen, ja dan ware er misschien veel goeds te wachten, maar dit is het geval niet; do heer Röell hoeft zbne ambtgenooten en een daarvan is mr. Samuel Van Houten. Hoe men nu in vredesnaam van een kabinet, dat dezen op het torentje aan den Vfiver plaatste, herstel van ons gezantschap bb den Paus kan verwachten, gaat ons verstand een voudig te boven. Zb, die caaromtrent nog eenigo droom beelden koesteren mochten, verwbzen wb naar de vraag, door den afgevaardigdo voor Breda, den heer Michiels Van Verduljnen, bb de ver dediging van diens begrooting tot den afge treden minister van buitenland9che zaken Van Tienhoven gericht over het herstel van het gezantschap en naar het antwoord, bb die gelegenheid door den heer Van Houten, die zich volkomen ongeroepen in het debat mengde, gegeven. Dat liet niet alleen van geenerlei toenadering bibken, maar zou zelfs het ergste doen vreezen, indien niet mr. Van Houten een Röell en vooral een Schneider naast zich had zitten. Onder die omstandigheden gelooven wb echter dat het herstel van den pauselbken gezant, hoe vurig ook door ons gewenscht, onder het tegenwoordig kabinet naar mensche- Ujke berekening tot de pia vota zal bib ven behooren." Programma van Muziekuitvoeringen. MU8I8 SACRUM. Zoudag 27 Mei, te twee aren, door bet Stafmaziekcorpe der dienstdoende Schutterij. Directour de lieer Joh. O. Geijp. Eerato afdeoling: No. 1. M&rche Militaire No. I (leteüitv.), Fr. Schubert; 2. Ouverture van de Opéra «Don Juan", W. A. Moz&rt; 3. aIntermezzo uit do Opéra „I Pagliacci", R. Leoncavallo b- ^Sona la Feuillée", arr. Joh. C. Geijp (lete Uitv.), Francia Thomé; 4. Hongaarache Bhapsodie No. II, Fr Liezt. Tweede afdeeling: No. 6. Ouverture „M&Dechaft au Bord". F. Von Suppó; 6. „Ich bin ein Kind vom Rheiu", Walzcr, C. Zeiler; 7. „Mein blauaugig MSdcben", Gavotte (1ste Uitv.), Joh. O. Geijp; 8. Factaisie Crar and Zimmermann", G. A. Lortzing. Twee verjaardagen. Uit het Fransch van JACK MOR AND, Het was de eerste Januari 1861, dat oen jongetje van tien jaren, vergezeld van een ouden knecht, op den grooten weg van Dinan wandelde. Hb was op weg naar het kasteel Dolman, waar zpne grootmoeder woonde. Het was dien dag zpn verjaardag en nu ging hp de oude gravin Dolman zpne nieuwjaarswen- schen aanbieden, om tegelbkertbd van haar zpn© verjaarsgeschenken te ontvangen. De kleine Horvó scheen groote haast te hebben om zbn doel te bereiken, ten minste hb liep zoo vlug, dat de oude gediende moeite had hem bb te houden. Soms trok er even eene kleine wolk over zbn vroolbk gezichtje; dat was wanneer hb dacht aan de moeilbke fabel, welke hb, volgens oud gebruik, voor zbne grootmoeder moest opzeggen, in ruil voor de geschenken, welke hb van haar zou ontvangen. De kleine Hervé was een verwonderlbk schoon kind. Groot voor zbn leeftbd en flink ontwikkeld, keek hp met zbne groote, eerlbke oogon recht vroolbk de wereld in. Spoedig kwamen de beide wandelaars aan eene kromming in den weg, van waar zb het oude gebouw met den stompen toren konden zien liggen. Het huis zelf was reeds dikwpls verwoest geworden en opnieuw opgebouwd, maar de oude toren had allen revoluties en allen bestor mingen het hoofd geboden. De kleine graaf De Plenhoêc ging het groote salon binnen. Naast den schoorsteen was de gewone plaats der oude vrouwook nu zat zb daar, in een wpden, ouderwetschen leun stoel verzonken. „Zbt gp daar al, mpn lieve jongen l" riep zp. „Gp zpt wel vroeg opgestaan om groot mama te komen nieuwjaarwenschen. Zet u daar tegenover mp! Wat zbt gb groot gewor den in die acht dagen, dat ik u niet gezien heb. En nu is het vandaag uw verjaardag, beste Hervé!" „Lieve grootmama, laat ik u eerst mbne beste wenschen voor het nieuwe jaar aan bieden. ïk hoop dat u heel gezond moogt blijvenonderweg heb ik een mooien wensch voor u opgesteld, maar dien ben ik heusch glad vergeten, grootmama. Laat ik u dus maar eens omhelzen en u zeggen dat ik u hartelbk liefheb." „Dat is alles wat ik verlang, on nu wil ik u eens een genoegen doenOp deze tafel heb ik uwe verjaarsgeschenken klaargelegd." En de goede grootmama wees met hare hand naar eene tafel, welke opgehoopt lag met allerlei presenten Een boek, verguld op snede, verscheidene stukken speelgoed, maar wat het mooiste van alles waseen heusch geweer, een kunststuk van wapensmederp. Het staal schitterde het kind in de oogen. Vol vreugde streek de kleine jongen zachtjes over het gladgewreven hout. Hp was eerst sprakeloos van vreugde. Een geweer, zbn droom sinds twee jaar, en die was nu opeens verwezenlpkt. „O, grootmama, wat maakt gb mb ge lukkig l" En zbne groote, donkere oogen straalden van geluk. Was er nu maar een vpand om er zich mede te meten! Hervé was uit oene militaire familie. Al zbnb voorvaderen waren op het veld van eer gesneuveld; zijn vader was in de Krim ge storven, bb bet beleg van Sebastopol. Van klein kind af had hp booren praten van veld slagen en van overwinningen. Toen hp een weinig bekomen was van zbne verrassing en nadat hb al zbn speelgoed nog eens bekeken had, nam Hervé afscheid van zbne grootmoeder. Vol liefde en bewondering zag de oude vrouw haren kleinzoon na, zooals hp zich met al zpne schatten verwbderde. Grootouders hebben eene heel bijzondere soort van liefde voor de kinderen, die bun geslacht zullen doen voortleven. Opgewonden van vreugde over zbn schat, nam het kind den terugweg aan naar het ouderlpk buis. De oude knecht droeg al het andere speelgoed, slechts het geweer hield hbzelf en droeg het vast tegen zich aangedrukt. Hb had nog geen honderd schreden, buiten het park, afgelegd, toen bb een kind, onge veer van zpn leeftpd, tegenkwam. In het magere, bleeke gezichtje schitterden twee onnatuurlijk groote oogen. Slecht gevoed en slecht gekleed, bad het arme kind dubbel te lbden van de scherpe koude. Eenigen tbd volgde hy den kleinen graaf De Plenhoêc op den voet, zoodat Hervé zich oindelpk omkeerde. „Wat wilt gp toch van mb, vriend?" „Mag ik als 't u belieft eons even dat mooie geweer van u zien?" Er was zulk eene «meekende uitdrukking in de oogen van den kleinen knaap, dat Hervé staan bleef. „Hoe heet gb?" vroeg hb. „Tannegny. O, ik ken u heel goed, ik heb u dikwbl8 zien rbden op uw paardje. Ach, laat mp toch even uw geweer in de handen hebben." Hervé gaf hem zpn wapen. „Die hebt gb zeker voor uw nieuwjaar gekregen?" vroeg het arme kind, na een oogenblik stilte, waarin hb het geweor vau alle kanten bekeek. „Ik heb geene moeder en ook geen speel goed. „Wilt gb u een nieuwjaarsgeschenk uit zoeken?" vroeg de kleine graaf, op het pak wbzend, dat de oude knecht droeg. „Kies maar uit wat gp wilt, ziet gb," voegde hb o tot opheldering bb, „omdat gb geeno moede hebt en dus ook geene presenten krpgt als jarig zpt; ik ben vandaag jarig." „Neen, ik wil Üever niets hebben dan di' prachtige geweer." Hervé wilde het hem afnemen, maar d kleine jongen hield het stevig in zbne dunr armpje8 gekneld. De kleine graaf van Plenhoêc scheen 6V6 diep na te denken. Toen zeide hb eensklaps: „Dus hebt gp werkelbk geene moeder gd krijgt gb heusch nooit nieuwjaarsgeschenken?; „Ik heb niemand die iets om mb geeft. Gb wel?' „Ik heb mbne mama en grootmama en r krbg heel veel nieuwjaarsgeschenken daar, neem het geweer maar." Tannegny was zoo gelukkig dat hy ze" vergat te bedanken; zbne oogen vulden zich met tranen van dankbaarheid zoodat de jongq graaf ruim beloond was voor zbn edelmoedig gescheDk. Voor de eerste maal leerde hij he heerlbke gevoel kennen, anderen gelukkig te maken. Vroolbk versnelde hb zpn tred om spoedig thuis te zbn. De twee kinderen zagon elkander slechte uiterst zelden. Hervé bleef altbd belangstellen in zpn protégé, ook toen hb naar een gymnasium te Parbs werd gezonden en de jonge Tan» negny in de leer werd gedaan bb een boor in den omtrek van Plenhoêc. Elke vacantie ging hb Tannegny opzoeken eu telkens zag hb hem met meer genoegen terug. „Ik heb altbd uw geweer nog,' zeide de jonge boer dan dikwbls. „O, mpnheer, ik kan u nooit genoeg dankbaar zbn voor de goedheid, welke gb my toen bewezen hebt. Als de dag eens komen mocht dat gb mb noodig zult hebben, dan kunt gp op mb rekenen." De eenvoudige woorden kwamen er zoo welgemeend uit en de heldere, oprechte oogen zagen Hervé zoo vol innige dankbaar heid aan. Den graaf van Plenhoêc zat de liefde voor wapenen in het bloed. Gp achttienjarigon leeftbd werd hp geplaatst op de school ta Samt-Cyr en toen in het tweede jaar v?j.; zpn verblpf aldaar de oorlog uil brak, be-, hoorde hp tot de eersten, die als officier bb het leger ingelbfd werden. „Overwinnen of sterven 1" met deze leus vertrok hp. Onverschrokken waagde hb iederen dag opnieuw zbn leven, e6n voorbeeld van mood en vastberadenheid. Zoodra Tannegny hoorde dat de graaf Dc Plenhoêc in het leger gegaan was, vroeg hb verlof hem te vergezellen. Als een hold streed de eenvoudige, onontwikkelde boer, die steeds Hervé als zbn schaduw volgde. Zb maakter» deel uit van het noorderleger, onder bevel van Faidherbe. Na eiken veldslag zochten zb elkander dadelpk op, dankbaar elkander leveno terug te vinden. Den 238ten December 1870 gedroeg Tan« negny zich zóó dapper dat hb een rang ver hoogd word; Hervé werd denzelfden dag tct kapitein benoemd. In den morgen van den eersten Januari 1871 lagen belden, diebt bb Arras gekampeerd, uitgeput van vermoeienis en gebrek. „Tien jaar geleden, mpnh6er de graaf, waren wb heel wat gelukkiger," zeide Tannegny. „Herinnert gb u nog dat go mb toen dat mooie geweer hebt gegeven?' Beiden dachten zich, in somber gepeino verdiept, hunne kindsheid ter"g. „Aan u ben ik mpn eenige vreugde ver schuldigd," zeide Tannegny met oen dank baren blik. Drie dagen daarna werd de slag bb Bapaume geleverd; de nacht viel en het slagveld was bedekt met gewonden en dooden. De graaf De Plenhoêc had zich in het heetst van'het gevecht begeven, en Tannegny zocht hem reeds geruimen tbd overal. Hervé was ontwapend, zbn paard was doodelbk getroffen door een kogel en nr trachtte hb met groote moeite onder hef stervende dier vandaan te komen. Juist toen hp moeite deed om op te staan, wierp zich een opgewonden Pruis op hem, de bajonet op zbn geweer gehecht. Met moordlust in den blik, dronken door de bloedlucht en den kruitdamp, zwaaide hb zpn wapen boven den kapitein, die zich verloren gevoelde. Plotseling verscheen er een man, die met één sabelhouw den fruis neersloeg. Dat was Tannegny. Hb had het levensgevaar gezien, waarin Hervé verkeerde, en om hem te redden had hp het ongelooflijke verricht. Dwars over stervenden en gewonde paarden heen, op gevaar af van zbn eigen leven te verliezen, was hb op hem toegesneld óen slag, met zpne sabel, den Pruis van achteren toegebracht.... en deze lag reutelend op den grond. Meteen ontrukte hb den ongelukkigeri Duit- scher zyn geweer, dat deze nog in do ge kromde vingers gekiemd hield, om liet aan zbn kapitein te geven. „Mijnheer de graaf, eens gaaft go mb als nieuwjaarsgeschenk een geweer, nu geer ik u dit, om. De arme pannegny wankelde: een l^ogel had hem vlak in het hart getroffen Hervé nam het met bloed bevlekte wapen in de hand en als plotseling teruggeplaatst in het verleden, zag hb ^oer in zbno ver beelding den weg naarDman, waar bp eörtiJda den armen kleinen knaap zpn geweer gego* ven had.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 2