N°. 10505. Donderdag 34 Mei. A°. 1894. feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Leiden, 23 Mei. Feuilleton. Eene scheiding en eene verloving. LEIBSCH BAG-BLAB. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. f 1.10. Franco per post 0 1*^0. Afzonderlyke Nommers 0.05. PRUS DET. ADVERTENTEËN: Yan 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte, wordt f 0.05 berekend. Voor het incasseeron buiten de stad Eerste Blad. Offieiëele Kcuuisjre viuijou. Inschrijving Schutterij. Burgemeeeter en Wothoadera van Leiden herinnoren bjj defce nogmaale den belanghebbenden (de gobore- non in 1 8 09 on, voor zoover zij zich tuesohcntyda in do gemeente hebben gevestigd en alhier nog Diet Voor de Sohutterrj mocLten zijn iDgosohroven, ook do geborenen in 18 6 0 en 18 6 8) hnnae verplichting óm zich voor den eohutterlijkon dienst te doen inaohrijveD. De gelegenheid bestaat daartoe dagelijks (Zondagen uitgezonderd) ten Raadhui*©, tasechen 10 - 12 en 24 Uren, terwijl op den leten Jani a e. do registers van inschrijving worden gesloten en z'fj, die zich Diet vóór dat tijdstip hebben doen inschrijven, bij ont dekking, ambtshalve ingeschreven en door den Sohuttersraad to* eene geldboete verwezen zullen worden. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, P. WAS, Burgemeester. 22 Mei 1894. E. KIST, Seoretaria. Burgemeester en Wethouders van Leiden Gozien art. 8, lete alinea, der wet van den 2den Juni 1876 (Staatsblad No. 96), tot regeling van hot tpozicht bij het oprichten van inrichtingen, welke gevaar, sohade of hinder kunnen veroorzaken; Brengen b(j deze ter algemeens kennis dat door hen op hedon vergunning is verleend aan de Naam- looze Vennootschap „CERE8," W. F. FILIPPO Hz. en B. A. VAN ULDEN cn rechtverkrijgenden, respeo- tlevelgk tot het oprichten van oeno broodbakker!) in hot perooel Zijdgracht No. 28, het plaatsen van een sta&nden stoomketel in do pottenbakkerij achter het peroeel Kalvermarkt No. 6 en het oprichten van oono elaobterjj in het perceel Vrouwesteeg wijk III No. 4. Burgemeester en Wethouders voornoemd. Leiden, F. WAS, Burgemeester. 21 Md 1894. E. KIST, Seoretaris. Met ingang van 1 Juni a. 8. wordt over geplaatst van het postkantoor te Leiden naar het poet- en telegraafkantoor te Vreeswijk de heer Th. Terpstra, klerk der posterijen lste klasse. By koninklijk besluit van 21 dezer is: lo. aan dr. R. J. Fruin, met ingang van 18 Sept. a. 8., eervol ontslag verleend als hoogleeraar in de faculteit der letteren en wijsbegeerte aan de Rijksuniversiteit te Leiden, met dankbetuiging voor de door hem gedurende vele jaren bowezen diensten; 2o. tot hoogleeraar in de faculteit der let teren en wijsbegeerte aan de Ryka-universitoit te Leiden benoemd, om onderwijs te geven in de vaderlandsche geschiedenis, dr. P. J. Blok, hoogleeraar aan de Rijks-universiteit te Groningen; 3o. aan dr. P. J. Blok voornoemd, eervol ontslag verleend als hoogleeraar aan de Ryks* universiteit te Groningen, met ingang van den dag, waarop hy zijne lessen als hoogleeraar aan de Rijks-universiteit te Leiden zal aan vangen. Prof. Drucker, tot lid der Tweede Kamer gekozen, moet van de Regeering toestemming erlangen voor zijne non-activiteit gedurende zijn lidmaatschap. Curatoren van de Leidsche universiteit hebben hem verwezen naar den minister van Binnenlandsche Zaken den heer Van Houten, vroeger afgevaardigde van Groningen, die door prof. Drucker vervangen werd. De Rijks-paardenkeuring, ook voor de gemeenten Leimuiden, Rijnsaterwoude en Ter- Aar, te Alkemade te houden op 28 dezor, is nader bepaald, niet om 9 uren, maar om 10 uren 's voormiddags aan te vangen. Aan do inspectie te Wouorugge, op 8 Juni, moet uit de gemeente Alkemado door 40 verlofgangers van de militio te land, lichtingen 1888—1893, worden deelgenomen. De Commissie voor het Schoepvaart- congres verzoekt het navolgende op te nemen Reeds meermalen werd mededooling ge daan van den voortgang der werkzaamheden voor het 6de Internationaal Congres voor Bin nenscheepvaart, dat van 22 tot 28 Juli a. s. te 's Gravenhage zal worden gehouden. Laat stelijk werden ook in ons land in ruime mate circulaires verspreid, om tot deelneming aan dit Congres op te wekken. De te behandelen vragen omvatten, behalve enkele technische onderwerpen, vele punten van meer algemeen belang voor allen, en dat zijn er velen in ons land, dio het een of ander met de scheepvaart te maken hebben, om slechts te noemen de behandeling van de vra gen over opruimen van ijs, de Inrichting en Commercióele Exploitatie der havens en het heffen van kanaalgelden. Het is natuurlijk zeer moeilijk voor de Com missie om te weten wie genoeg belang in deze vragen stelt om zich by het Congres aan te sluiten en hoewel vele circulaires zjjn ver zonden, zal tegen wil en dank ook verzuimd zyn aan enkele belangstellenden de aanvrage te verzenden. De Congres commissie, kantoor houdende Hartogstraat 9a Den Haag, is gaarne bereid het verzuim onmiddellijk te herstellen en de verlangde aanvragen tot deelnoming aan belanghebbenden op te zenden. Naar aan het „Hbl." wordt verzekerd, bestaat bij de Provinciale Staten van Zuid- Holland het voornomen, in de vacaturo-Van Gennep in de Eerste Kamer te voorzien door afvaardiging van den heer F. B. 's Jacob, burgemeester van Rotterdam. Gisteren dineerden ten paleize te Soestdyk de heeren Schimmelpenninck, Commissaris der Koningin in Utrecht; generaal Muschart, jhr. Mazel, oud gezant te Weenen, de heer Groe- neveldt, intendant, en dr. Von Bippen, archi varis ran Bremen. De minister van marine heeft den luit. ter zee 2de kl. jhr. H. M. De Koek, uit Oost- Indië in Nederland teruggekeerd, op non- aotlviteit gestold. In tegenstelling met het bericht van het „Hbl." doelt men aan het „U. D." mede, dat voor de overzending aan de ryksontvangers van afschriften der bewyzen, bedoeld by art. 34 tweede lid der wet op de bedrijfsbelasting, vrijdom van poit is verleend by kon. besluit van 2 dezer, No. 34. Ook werd dezer dagen medegedeeld dat er verzuimd is portvrijdom te verleenen voor do toezending van afschriften der afgegeven legitimatie-bewyzen in zake de bedrijfsbelas ting aan do ontvangers der directe belastingen. Hieromtrent wordt nader bericht dat ook deze medodoeling op eene vergissing berust, d.iar deze vrijdom verleend werd by konink lijk besluit van 2 Mei, No. 57. Aangaande de partij vergaderingen, wolke de vorige week van liberale zyde zyn gebou den, verneomt het „Vad." nog het volgende: De leden van de Tweede Kamer, die vóór de ontbinding reeds geregeld samenkwamen als voorstanders van de toen aanhangige kiesrechtvoorstellen, hebben zich thans ver oenigd tot eene afzonderlijke groep, waarbij zich ook hebben aangesloten de nieuwe leden, die dezelfde richting zyn toegedaan en op denzelfden grondslag zijn gekozen. Tot de nieuwe vereeniging zyn reeds een dertigtal leden toegetreden. Een nieuw bureau is ge kozen, waarin zitting hebben de heeren Goe man Borgesius, Veegens en Cremer. De con servatief liberalen hebben ook eene vergadering gehouden, maar het is ons met bekend of men ook daar reeds is overgegaan tot de keuze van een definitief bureau. Eene alge- meene liberale party vergadering is niet ge houden. De gezantschapssecretaris 2de kl. jhr. mr. A. J. Van Citters is van de legatie te Beriyn in de residentie teruggekeerd. Uit het aan de Tweede Kamer overgelegd verslag van den toestand der Ryks-Academie van Beeldende Kunsten over 1893 blykt dat de commissie van toezicht met ingenomenheid begroet het tot stand komen van het nieuwe reglement, dat rekening houdt met do vele eischen, door de ontwikkeling van het kunst- onderwys in de laatste twintig jaren gevor derd, en dat tevens een geleidelyken weg baant om de prijskampen meer aan het doel te doen beantwoorden. Volgens verklaring van den directeur werden de lessen, ook de theoretische, naar behooren bygowoond en met bijzonderen ijver de oefe ningen in de practyk, met name de dagteeken- klasson naar beeldwerk,' de schilderklassen en de boetseerklassen. Gaarne verklaart de commissie dat de hoog- leeraren, in samenwerking met den directeur, met grooten yver hunne taak vervulden. Op 19 dezer heeft te Lissabon de onder teek ening plaats gehad van een verdrag tus- schen Nederland en Portugal tot wederkoerige uitlevering van misdadigers, zoowel in het moederland als in de koloniën. Het stoomschip „Ardjoeno", van Batavia naar Rotterdam, vertrok 21 Mei van Mar seille; de „Reichstag", van Hamburg en Am sterdam naar Oost Afrika, arriveerde 20 Mei te Durban; do „Soenda", van Amsterdam naar Batavia, passeerde 22 Mei Pantellaria. By koninklyk besluit is aan den contro leur der dir. bel. en van het kadaster E. Th. Smeets, te Amsterdam, vergunning verleend tot het aannemen van den titel van „Officier d'Académie", waartoe hy door den minister van openbaar onderwys, schoone kunsten on eerodienöten der FranscheRepubliek is benoemd. Met ingang van 1 Juni a. s. aan jhr. mr. D. J. A. A. Van Lawick van Pabst tot Njjevelt, burgemeester van Stad-Deutichem, op zyn ver zoek, eervol ontslag verleend als curator van het weeshuis te Buren. Met ingang van 1 Ju a. s. bonoemd tot directeur van het post en telegraafkantoor te Soest, E. Gerritsen, thans directeur van het postkantoor aldaar, en tot uireiteir van het postkantoor te Yucht, P. Rentmeester, thans commies der posteryen van de derde klasse. De Oost-Indische ambtenaar met verlof H. Ph. Cowan, laatstelyk 2de commies by hot departement van onderwys, eeredienst en nyverheid in Ned.Indië, en de Oost-Indische ambtenaar met verlof J. Lammens, laatstelyk onderwijzer 2de kl. by het openbaar lager onderwys voor Europeanen en met dezen gelyk- gestelden in Ned.-Indiö, op hun verzoek, wegens pbysieke ongeschiktheid, eervol uit 's lands dienst ontslagen, met toekenning van pensioen. De met verlof hier te lande aanwezige kapitein der infanterie van het leger in Neder- landsch-Indië D. P. A. Markestyn, ter zake van lichaamsgebreken, in en door den dienst ontstaan, met ingang van 1 Juni a. s. eervol uit den militairen dienst ontslagen, met toe kenning van pensioen. Internationaal geneeskundig Congres. door de cholera-conferentie te Dresden voor gestelde maatregelen." Aan het slot van het verslag leest men: „Ik mag dit rapport niet eindigen zonder dankbaar melding te hebben gemaakt van de voorkomende en welwillende wflze, waarop Hr. Ms. gezant te Rome, jhr. Westenberg, den Nederlandschen Congresleden te Rome in alle opzichten ter zyde stond, en zonder myn persoonlyken dank te hebben uitgesproken voor de my aangeboden gelegenheid, om als vertegenwoordiger der Regeering aan een Congres deel te nemen, dat, schoon de groote toevloed van leden en genoodigden raonige gevoelige onaangenaamheid deed ontstaan, toch van zooveel vriendelyke tegemoetkoming der Italiaansche autoriteiten en ambtgenooten en van zulk een duideiyk streven, om do aan de orde gestelde onderwerpen grondig te behan delen, getuigde, dat het zeker onder de goed geslaagde internationale congressen eene eer volle plaats inneemt." Gemengd Nieuws. De Staatscourant van 23 dezer bevat het rapport, uitgebracht aan den minister van binn. zaken door den vertegenwoordiger der Nederlandsche regeering, prof. B. J. Stokvis, by het Xlde internationaal geneeskundig Congres te Rome. Daaraan is het volgende ontleend „Indien ik even herinner dat volgens het verslag van den algemeenen secretaris in de openingszitting niet minder dan 2700 medodeelingen voor de zittingen der sectiën waren aangekondigd, dan zal het Uwe Exc. niet verwonderen, dat er niet in de verte aan te denken valt, een verslag van de werkzaam heden der section te ontwerpen. Alle sectiën vergaderden tegelykertyd en zelf ben ik slechts m staat geweest van tyd tot tyd de zittingen der sectie voor geneesmiddelleer en inwendige geneeskunde te volgen. Van de werkzaamheden der overige heb ik slechts door gedrukte stukken, die trouwens meestal ook niet veel meer dan de titels der mede- doelingen brachten, kunnen kennis nemen. „Zoo wensch ik my dan hier te bepalen tot twee mededeelingen, en wel tot die, dat van Nederlaüdsche geleerden dr. C. E. Daniels in de XVIIIie sectie (onderwerp: Het Haar- lemsch staalwater), dr. A- De Jong in de lilde sectie (onderwerpbehandeling der melancholie), en de ondergeteekende in de IVde sectie (onderwerp: de pbysiologische werking van salicylzuur van verschillenden oorsprong) en in de Vde sectie (onderwerpde klinische beteekenis van haematoporfyrinurie) voordrachten hielden. Myno tweede mededeeling heeft betrekking tot do discus6iën in de XVde sectie (gezond heidsleer) over de middelen tot afweer van de cholera asiatica. Deze waren zeer levendig en leidden tot eeno met byna algemeeno stem men aangenomen motie, waarhy de sectie voor gezondheidsleer van het Xlde internatio naal geneeskundig Congres op alle punten haro volkomen instemming betuigde met de Een v y f jarig meisje, gister avond van de Beestenmarkt naar de Morsch- straat willende overloopen, werd overreden door een met balen beladen wagen, welke de Blauwpoort8brug kwam afryden. Nadat het kind by den heer B. was ingedragen, bleek dat beide beenen gebroken waren, zoodat het naar het academisch ziekenhuis tor behandeling werd overgebracht. Omstreeks zeven uren ontstond gisteravond by den heer S., meubelfabrikant aan de Hooglandsche Kerkgracht alhier, een begin van brand. Spoedig echter kwam de brandweer naar de plaats des onheils, doch, daar do brand niet van dien aard was, dat men water behoefde te geven, kon ze onver richter zake terugkeeren. Het vuur wa6 inmid dels gedoofd. De zoon van scheepmaker v. D., to Oude-Wetering, onder Leimuiden, geraakte zoodanig met een zyner vingers tusschen de boormachine, dat dit kleine lichaamsdeel werd verbryzeld en geamputeerd moest worden. Gisterochtend te vfif uren werd uit een der vyvers van het Vondelpark op gehaald hot ïyk eener jonge vrouw. Uit een briefje, dat men in haren hoed vond, bietk dat zy was eone dienstbode uit hetBinnen-Ga6thuis en gaf zy het voornemen te kennen zich van het leven te berooven. Twee Amsterdamsche „hoeren", zich noemende kassiers, hebben in de om streken van Assen met succes hun slag ge slagen door het plaatsen by verschillende boerenluitjes van een aantal aande6len in diverse premieloten, die voor f 80 per stuk van de hand werden gedaan. De waarde daar van bestaat in Ze zyn echter met mooien rand bedrukt on van Nederlandsch zegel (25 cents en 50 opc.) voorzien. (D. v. N.) De rochter-com m is saris voot strafzaken te Rotterdam verzoekt bekend gemaakt te worden met de namen on woon plaatsen van: lo. de twee dames, die op 17 jl., des voor* 2) Hot opperhoofd en eenigo andere mannen kwamen by ons en de gebruikelyke maaltyd, bestaande uit eene niet te definiëeren spys, alsmede het rooken uit de van de hand tot hand gaande pyp had plaats en werd nog in eenige andere hutten herhaald, wat ik my met vry goed gehuichelde kalmte liet welge vallen. Myn Harry evenwel bekwamen deze genietingen zoo slecht, dat hy ons in den derden wigwam, met alle kenteokenen van een toestand als die van zeeziekte, haastig verlaten moest. Ik vond hem eerst na zons ondergang in de ons tot nachtverblyf aango- wezon tent, nog altyd niet volkomen hersteld, terug. Geheel tegen zyne gewoonte schold en vloekte hy en begreep myne kalmte niet, waarmede ik in elk9 hut ten minste iets van de ons voorgezette verschrikkeiyke massa, gelyk hy zich uitdrukte, genoten had, waarop ik hem aan het vorstand bracht, dat eene weigering, aan het gemeenschappelyko maal deel te nemen, de grootste beleediging voor onze vriendelyke gastheeron ware geweest." „Dat is zool" merkte ik op. „Ik weigerde een3, door walgiDg vervuld, by do Arrapahoes iets te genieten van een in vet gesmoorden hond, met gal begoten - eene groote delica- t sse van dien stam en als ik myne ver ontwaardigde gastheeren ni9t door een aan zieniyk geschenk in suiker gesust had, ware hot waarschynlyk minder goed met mij af- geloopen. Doch vertel verder; ik ben wezen- lyk nieuwsgierig, wat dat alles met uw huweiyk te maken heeft." „Gy zult het direct hooronl Den volgenden morgen wilde ik myne erkentelykheid betuigen tegenover het opperhoofd en de andere mannon, die ons weor tot hot ontbyt uitnoodigden, en de meegebrachte levensmiddelen onder hen verdoelen; doch eer ik myn voornemen ten uitvoer kon brengen, troonde Tabinsch my voor het dorp naar myn paard en gaf my in gebroken Engelsch te verstaan, dat hy het dier met wat het op don rug gedragen had wenechte te bezitten. Hy wiJde het ruilen swoh zeide hy tot my, en dat wel voor een meisje, dat my naar myn wig wam als myne vrouw zou volgen." „Ahal" riep ik. „Nu begryp ik het." „Het meisje werd my voorgesteld. Het zag er in het met roode en blauwe wollen draden getooide leeren kleed, het roode lint in het zwarte haar en de ryk met bonte paarlen gestikte mokassins aan de voeton lang niet kwaad uit en maakte ook door de beschaamde uitdrukking in het gezicht, waarmede het naar den grond keek, een jonkvrouweiyk- zachtmoedigen indruk op my. In't eerst hield ik het aanbod voor eene grap, maar weldra bemerkte ik, dat het zeer ernstig gemeend was. Het opperhoofd herhaalde zyn aanbod steeds met meer aandrang, en op dezelfde wyze sprak my ook de vader der Indiaansche schoone toe. Welk voordeel deze by het zaakje had, was my niet duidslyk. Eensklaps echter schoot my de gedachte door het hoofd, dat het meisje my het best de doodelyke ver veling kon verdry ven, welke op het laatst ook niet meer by de bezoeken der Indianen van my geweken was. Door haar had ik bijvoorbeeld gelegenheid, my de taal der Arrapahoes eigen te maken, wat my misschien nog eenmaal zeer goed te pas kwam. Boven dien kon zy myne huishouding waarnemen, ook leeren hemden en pantalons voor my en Harry naaien week, van hertehuiden ver vaardigd leer had ik van de my bezoekende Indianen in groote massa geruild en door my tot eene volmaakte keukenmeid stellig spoedig opgeleid, onze maaltyden bereiden. Ik vond hot idee kosteiyk, en zonder my verder te bedenken, ging ik op het aanbod in. Ik leverde myne levensmiddelen af, en daar ik nu vernam, dat, naar het gebruik van den stam, myne vrouw niet direct met my zou meegaan, maar my den volgenden dag door Tabinsch en hare ouders gebracht zou worden, werd overeengekomen, dat ik het opperhoofd dan ook eerst het paard zou uitleveren ik vertrouwde den Indiaan niet, waarna ik met Harry Heonesey afscheid nam en naar myn ranche terugkeerde. Wy waren nog niet laDg onderweg, of ik bemerkte ras, dat Harry lang niet beet ge mutst was; hy beantwoordde myne vragen kort mot ja en neen en was niet te bewegen, een langer gesprek met my aan te knoopen. Weldra zou ik de oorzaak vernemen, want toen ik schertsend van het geruilde meisje sprak ik twyfelde er reeds hard aan, dat van den koop werkeiyk iets zou komen, nadat de Indianen mfine levensmiddelen genaast hadden kon hy zich niet langer bedwingen en verklaarde opgewonden, dat eene vrouwen- beerschappy op den ranche hem niet kon behagen. Dat ik my tot „squaw-man" kon vernederen, die in het geheele land veracht werd, had hy niet van my verwacht. Ik ant woordde dat een squaw man iemand is, die zich in de dorpen van het roode volk vestigt en oene Indiaansche tot vrouw neemt, om haar voor zich te laten werken en zelf te luieren. Hy meende dat dit hetzelfde bleef en voerde nog andero dingen aan, die my zeer ergerden; ik werd grof en zeidn hem den dienst op. Dat waa het eerste maan- gename gevolg van myn jong huweiyk." „Het werd dus dan toch ernst?" vroeg ik lachend. Frank Wilson knikte met de uitdrukking van een armen zondaar. „Zeer ernstig 1 Myne vrouw kwam des anderen daags inderdaad met het opperhoofd, myne schoonouders, myn zwager, een bengel van ongeveer veertien jaar, en tweo schoonzusters van eenigszins jongeren leeftyd op myn ranche aan. Aanmer- keiyk bekoeld en door de woordenwisseling met myn cowboy, ik moest hem in stilte gelyk geven zeer ontnuchterd, wilde ik den ruilhandel ongedaan makenmaar de mannen deden alsof zy my niet verstonden, eene geliefkoosde tactiek der Indianen, als zy iots willen doordry ven. Zy troonden my in myne hut, Tabinsch stak zyne pyp aan, wy rookten en gebruikten daarop een maaltyd, dien ik voor Harry Hennesey en voor my bestemd had, waarop myn schoonvader my zyne dochter gaf. Hy haalde haar in de hut, sprak haar eenige woorden toe in zyne taal, dio ik met verstond, klopte my en zyne dochter op don schouder en joeg laatstgenoemde daarop woor de hut uit. Dat was de huweiyksplechtigheid. Nadat de pyp nu nogmaals van hand tot hand gegaan was, vorderde hot opperhoofd het paard van my, en toen hy het in ontvangst genomen had, besteeg hy zyn eigen mageren bonk, verklaarde my, dat het meisje nu myno vrouw was en reed met het goruilde paard weg. Zeer verwonderd was ik, dat myn schoon vader en de zynon niet met hem gingen, en een bang voorgevoel greep my aan. Ik zocht en vond de geheele familie ongeveer honderd schreden verder in een klein bosch aan den oever van den Powder-river, waar mijne jonge vrouw, myno schoonmoeder en myne twee schoonzusters bezig waren, onder toezicht van hot lui op den grond liggende familiehoofd, een wigwam op te richten. Myn zwager ver dreef den tyd intuaschon door de meegevoerde ellendige paarden, wier voorpoo'cen samenge bonden waren en die gretig gras zochten, met steenen te werpen en zich met de on beholpen sprongen der getroffen dieren te vermaken. Tot myn grootsten schrik ochter hoorde ik, dat de geheele familie nu voortaan by my zoude biyveD. Dat was eeno mooie toegift en reeds verwenschte ik den onover- legden handel. Maar het zou nog mooier wordon." Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 1