N°. 10505.
Donderdag 34 Mei.
A°. 1894.
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Leiden, 23 Mei.
Feuilleton.
Eene scheiding en eene verloving.
LEIBSCH
BAG-BLAB.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden. f 1.10.
Franco per post 0 1*^0.
Afzonderlyke Nommers 0.05.
PRUS DET. ADVERTENTEËN:
Yan 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte,
wordt f 0.05 berekend.
Voor het incasseeron buiten de stad
Eerste Blad.
Offieiëele Kcuuisjre viuijou.
Inschrijving Schutterij.
Burgemeeeter en Wothoadera van Leiden herinnoren
bjj defce nogmaale den belanghebbenden (de gobore-
non in 1 8 09 on, voor zoover zij zich tuesohcntyda
in do gemeente hebben gevestigd en alhier nog Diet
Voor de Sohutterrj mocLten zijn iDgosohroven, ook do
geborenen in 18 6 0 en 18 6 8) hnnae verplichting
óm zich voor den eohutterlijkon dienst te
doen inaohrijveD.
De gelegenheid bestaat daartoe dagelijks (Zondagen
uitgezonderd) ten Raadhui*©, tasechen 10 - 12 en 24
Uren, terwijl op den leten Jani a e. do registers
van inschrijving worden gesloten en z'fj, die zich Diet
vóór dat tijdstip hebben doen inschrijven, bij ont
dekking, ambtshalve ingeschreven en door den
Sohuttersraad to* eene geldboete verwezen zullen
worden.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, P. WAS, Burgemeester.
22 Mei 1894. E. KIST, Seoretaria.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
Gozien art. 8, lete alinea, der wet van den 2den
Juni 1876 (Staatsblad No. 96), tot regeling van hot
tpozicht bij het oprichten van inrichtingen, welke
gevaar, sohade of hinder kunnen veroorzaken;
Brengen b(j deze ter algemeens kennis dat door
hen op hedon vergunning is verleend aan de Naam-
looze Vennootschap „CERE8," W. F. FILIPPO Hz.
en B. A. VAN ULDEN cn rechtverkrijgenden, respeo-
tlevelgk tot het oprichten van oeno broodbakker!)
in hot perooel Zijdgracht No. 28, het plaatsen van
een sta&nden stoomketel in do pottenbakkerij achter
het peroeel Kalvermarkt No. 6 en het oprichten van
oono elaobterjj in het perceel Vrouwesteeg wijk III
No. 4.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
21 Md 1894. E. KIST, Seoretaris.
Met ingang van 1 Juni a. 8. wordt over
geplaatst van het postkantoor te Leiden naar
het poet- en telegraafkantoor te Vreeswijk
de heer Th. Terpstra, klerk der posterijen
lste klasse.
By koninklijk besluit van 21 dezer is:
lo. aan dr. R. J. Fruin, met ingang van
18 Sept. a. 8., eervol ontslag verleend als
hoogleeraar in de faculteit der letteren en
wijsbegeerte aan de Rijksuniversiteit te Leiden,
met dankbetuiging voor de door hem gedurende
vele jaren bowezen diensten;
2o. tot hoogleeraar in de faculteit der let
teren en wijsbegeerte aan de Ryka-universitoit
te Leiden benoemd, om onderwijs te geven
in de vaderlandsche geschiedenis, dr. P. J.
Blok, hoogleeraar aan de Rijks-universiteit
te Groningen;
3o. aan dr. P. J. Blok voornoemd, eervol
ontslag verleend als hoogleeraar aan de Ryks*
universiteit te Groningen, met ingang van den
dag, waarop hy zijne lessen als hoogleeraar
aan de Rijks-universiteit te Leiden zal aan
vangen.
Prof. Drucker, tot lid der Tweede Kamer
gekozen, moet van de Regeering toestemming
erlangen voor zijne non-activiteit gedurende
zijn lidmaatschap. Curatoren van de Leidsche
universiteit hebben hem verwezen naar den
minister van Binnenlandsche Zaken den
heer Van Houten, vroeger afgevaardigde van
Groningen, die door prof. Drucker vervangen
werd.
De Rijks-paardenkeuring, ook voor de
gemeenten Leimuiden, Rijnsaterwoude en Ter-
Aar, te Alkemade te houden op 28 dezor, is
nader bepaald, niet om 9 uren, maar om 10
uren 's voormiddags aan te vangen.
Aan do inspectie te Wouorugge, op 8
Juni, moet uit de gemeente Alkemado door
40 verlofgangers van de militio te land,
lichtingen 1888—1893, worden deelgenomen.
De Commissie voor het Schoepvaart-
congres verzoekt het navolgende op te nemen
Reeds meermalen werd mededooling ge
daan van den voortgang der werkzaamheden
voor het 6de Internationaal Congres voor Bin
nenscheepvaart, dat van 22 tot 28 Juli a. s.
te 's Gravenhage zal worden gehouden. Laat
stelijk werden ook in ons land in ruime mate
circulaires verspreid, om tot deelneming aan
dit Congres op te wekken.
De te behandelen vragen omvatten, behalve
enkele technische onderwerpen, vele punten
van meer algemeen belang voor allen, en dat
zijn er velen in ons land, dio het een of ander
met de scheepvaart te maken hebben, om
slechts te noemen de behandeling van de vra
gen over opruimen van ijs, de Inrichting en
Commercióele Exploitatie der havens en het
heffen van kanaalgelden.
Het is natuurlijk zeer moeilijk voor de Com
missie om te weten wie genoeg belang in deze
vragen stelt om zich by het Congres aan te
sluiten en hoewel vele circulaires zjjn ver
zonden, zal tegen wil en dank ook verzuimd
zyn aan enkele belangstellenden de aanvrage
te verzenden. De Congres commissie, kantoor
houdende Hartogstraat 9a Den Haag, is gaarne
bereid het verzuim onmiddellijk te herstellen
en de verlangde aanvragen tot deelnoming
aan belanghebbenden op te zenden.
Naar aan het „Hbl." wordt verzekerd,
bestaat bij de Provinciale Staten van Zuid-
Holland het voornomen, in de vacaturo-Van
Gennep in de Eerste Kamer te voorzien door
afvaardiging van den heer F. B. 's Jacob,
burgemeester van Rotterdam.
Gisteren dineerden ten paleize te Soestdyk
de heeren Schimmelpenninck, Commissaris der
Koningin in Utrecht; generaal Muschart, jhr.
Mazel, oud gezant te Weenen, de heer Groe-
neveldt, intendant, en dr. Von Bippen, archi
varis ran Bremen.
De minister van marine heeft den luit.
ter zee 2de kl. jhr. H. M. De Koek, uit Oost-
Indië in Nederland teruggekeerd, op non-
aotlviteit gestold.
In tegenstelling met het bericht van het
„Hbl." doelt men aan het „U. D." mede, dat
voor de overzending aan de ryksontvangers
van afschriften der bewyzen, bedoeld by art. 34
tweede lid der wet op de bedrijfsbelasting,
vrijdom van poit is verleend by kon. besluit
van 2 dezer, No. 34.
Ook werd dezer dagen medegedeeld dat er
verzuimd is portvrijdom te verleenen voor do
toezending van afschriften der afgegeven
legitimatie-bewyzen in zake de bedrijfsbelas
ting aan do ontvangers der directe belastingen.
Hieromtrent wordt nader bericht dat ook
deze medodoeling op eene vergissing berust,
d.iar deze vrijdom verleend werd by konink
lijk besluit van 2 Mei, No. 57.
Aangaande de partij vergaderingen, wolke
de vorige week van liberale zyde zyn gebou
den, verneomt het „Vad." nog het volgende:
De leden van de Tweede Kamer, die vóór
de ontbinding reeds geregeld samenkwamen
als voorstanders van de toen aanhangige
kiesrechtvoorstellen, hebben zich thans ver
oenigd tot eene afzonderlijke groep, waarbij
zich ook hebben aangesloten de nieuwe leden,
die dezelfde richting zyn toegedaan en op
denzelfden grondslag zijn gekozen. Tot de
nieuwe vereeniging zyn reeds een dertigtal
leden toegetreden. Een nieuw bureau is ge
kozen, waarin zitting hebben de heeren Goe
man Borgesius, Veegens en Cremer. De con
servatief liberalen hebben ook eene vergadering
gehouden, maar het is ons met bekend of
men ook daar reeds is overgegaan tot de
keuze van een definitief bureau. Eene alge-
meene liberale party vergadering is niet ge
houden.
De gezantschapssecretaris 2de kl. jhr.
mr. A. J. Van Citters is van de legatie te
Beriyn in de residentie teruggekeerd.
Uit het aan de Tweede Kamer overgelegd
verslag van den toestand der Ryks-Academie
van Beeldende Kunsten over 1893 blykt dat
de commissie van toezicht met ingenomenheid
begroet het tot stand komen van het nieuwe
reglement, dat rekening houdt met do vele
eischen, door de ontwikkeling van het kunst-
onderwys in de laatste twintig jaren gevor
derd, en dat tevens een geleidelyken weg baant
om de prijskampen meer aan het doel te doen
beantwoorden.
Volgens verklaring van den directeur werden
de lessen, ook de theoretische, naar behooren
bygowoond en met bijzonderen ijver de oefe
ningen in de practyk, met name de dagteeken-
klasson naar beeldwerk,' de schilderklassen
en de boetseerklassen.
Gaarne verklaart de commissie dat de hoog-
leeraren, in samenwerking met den directeur,
met grooten yver hunne taak vervulden.
Op 19 dezer heeft te Lissabon de onder
teek ening plaats gehad van een verdrag tus-
schen Nederland en Portugal tot wederkoerige
uitlevering van misdadigers, zoowel in het
moederland als in de koloniën.
Het stoomschip „Ardjoeno", van Batavia
naar Rotterdam, vertrok 21 Mei van Mar
seille; de „Reichstag", van Hamburg en Am
sterdam naar Oost Afrika, arriveerde 20 Mei
te Durban; do „Soenda", van Amsterdam naar
Batavia, passeerde 22 Mei Pantellaria.
By koninklyk besluit is aan den contro
leur der dir. bel. en van het kadaster E. Th.
Smeets, te Amsterdam, vergunning verleend
tot het aannemen van den titel van „Officier
d'Académie", waartoe hy door den minister
van openbaar onderwys, schoone kunsten on
eerodienöten der FranscheRepubliek is benoemd.
Met ingang van 1 Juni a. s. aan jhr. mr.
D. J. A. A. Van Lawick van Pabst tot Njjevelt,
burgemeester van Stad-Deutichem, op zyn ver
zoek, eervol ontslag verleend als curator van
het weeshuis te Buren.
Met ingang van 1 Ju a. s. bonoemd tot
directeur van het post en telegraafkantoor te
Soest, E. Gerritsen, thans directeur van het
postkantoor aldaar, en tot uireiteir van het
postkantoor te Yucht, P. Rentmeester, thans
commies der posteryen van de derde klasse.
De Oost-Indische ambtenaar met verlof H.
Ph. Cowan, laatstelyk 2de commies by hot
departement van onderwys, eeredienst en
nyverheid in Ned.Indië, en de Oost-Indische
ambtenaar met verlof J. Lammens, laatstelyk
onderwijzer 2de kl. by het openbaar lager
onderwys voor Europeanen en met dezen gelyk-
gestelden in Ned.-Indiö, op hun verzoek, wegens
pbysieke ongeschiktheid, eervol uit 's lands
dienst ontslagen, met toekenning van pensioen.
De met verlof hier te lande aanwezige
kapitein der infanterie van het leger in Neder-
landsch-Indië D. P. A. Markestyn, ter zake
van lichaamsgebreken, in en door den dienst
ontstaan, met ingang van 1 Juni a. s. eervol
uit den militairen dienst ontslagen, met toe
kenning van pensioen.
Internationaal geneeskundig Congres.
door de cholera-conferentie te Dresden voor
gestelde maatregelen."
Aan het slot van het verslag leest men:
„Ik mag dit rapport niet eindigen zonder
dankbaar melding te hebben gemaakt van de
voorkomende en welwillende wflze, waarop
Hr. Ms. gezant te Rome, jhr. Westenberg,
den Nederlandschen Congresleden te Rome in
alle opzichten ter zyde stond, en zonder myn
persoonlyken dank te hebben uitgesproken
voor de my aangeboden gelegenheid, om als
vertegenwoordiger der Regeering aan een
Congres deel te nemen, dat, schoon de groote
toevloed van leden en genoodigden raonige
gevoelige onaangenaamheid deed ontstaan, toch
van zooveel vriendelyke tegemoetkoming der
Italiaansche autoriteiten en ambtgenooten en
van zulk een duideiyk streven, om do aan de
orde gestelde onderwerpen grondig te behan
delen, getuigde, dat het zeker onder de goed
geslaagde internationale congressen eene eer
volle plaats inneemt."
Gemengd Nieuws.
De Staatscourant van 23 dezer bevat het
rapport, uitgebracht aan den minister van
binn. zaken door den vertegenwoordiger der
Nederlandsche regeering, prof. B. J. Stokvis,
by het Xlde internationaal geneeskundig
Congres te Rome. Daaraan is het volgende
ontleend
„Indien ik even herinner dat volgens het
verslag van den algemeenen secretaris in
de openingszitting niet minder dan 2700
medodeelingen voor de zittingen der sectiën
waren aangekondigd, dan zal het Uwe Exc.
niet verwonderen, dat er niet in de verte aan
te denken valt, een verslag van de werkzaam
heden der section te ontwerpen. Alle sectiën
vergaderden tegelykertyd en zelf ben ik
slechts m staat geweest van tyd tot tyd de
zittingen der sectie voor geneesmiddelleer en
inwendige geneeskunde te volgen. Van de
werkzaamheden der overige heb ik slechts
door gedrukte stukken, die trouwens meestal
ook niet veel meer dan de titels der mede-
doelingen brachten, kunnen kennis nemen.
„Zoo wensch ik my dan hier te bepalen
tot twee mededeelingen, en wel tot die, dat
van Nederlaüdsche geleerden dr. C. E. Daniels
in de XVIIIie sectie (onderwerp: Het Haar-
lemsch staalwater), dr. A- De Jong in de
lilde sectie (onderwerpbehandeling der
melancholie), en de ondergeteekende in de
IVde sectie (onderwerp: de pbysiologische
werking van salicylzuur van verschillenden
oorsprong) en in de Vde sectie (onderwerpde
klinische beteekenis van haematoporfyrinurie)
voordrachten hielden.
Myno tweede mededeeling heeft betrekking
tot do discus6iën in de XVde sectie (gezond
heidsleer) over de middelen tot afweer van de
cholera asiatica. Deze waren zeer levendig en
leidden tot eeno met byna algemeeno stem
men aangenomen motie, waarhy de sectie
voor gezondheidsleer van het Xlde internatio
naal geneeskundig Congres op alle punten
haro volkomen instemming betuigde met de
Een v y f jarig meisje, gister
avond van de Beestenmarkt naar de Morsch-
straat willende overloopen, werd overreden
door een met balen beladen wagen, welke de
Blauwpoort8brug kwam afryden. Nadat het
kind by den heer B. was ingedragen, bleek
dat beide beenen gebroken waren, zoodat het
naar het academisch ziekenhuis tor behandeling
werd overgebracht.
Omstreeks zeven uren ontstond
gisteravond by den heer S., meubelfabrikant
aan de Hooglandsche Kerkgracht alhier, een
begin van brand. Spoedig echter kwam de
brandweer naar de plaats des onheils, doch,
daar do brand niet van dien aard was, dat
men water behoefde te geven, kon ze onver
richter zake terugkeeren. Het vuur wa6 inmid
dels gedoofd.
De zoon van scheepmaker v. D.,
to Oude-Wetering, onder Leimuiden, geraakte
zoodanig met een zyner vingers tusschen de
boormachine, dat dit kleine lichaamsdeel werd
verbryzeld en geamputeerd moest worden.
Gisterochtend te vfif uren werd
uit een der vyvers van het Vondelpark op
gehaald hot ïyk eener jonge vrouw. Uit een
briefje, dat men in haren hoed vond, bietk dat
zy was eone dienstbode uit hetBinnen-Ga6thuis
en gaf zy het voornemen te kennen zich van
het leven te berooven.
Twee Amsterdamsche „hoeren",
zich noemende kassiers, hebben in de om
streken van Assen met succes hun slag ge
slagen door het plaatsen by verschillende
boerenluitjes van een aantal aande6len in
diverse premieloten, die voor f 80 per stuk
van de hand werden gedaan. De waarde daar
van bestaat in Ze zyn echter met mooien
rand bedrukt on van Nederlandsch zegel (25
cents en 50 opc.) voorzien. (D. v. N.)
De rochter-com m is saris voot
strafzaken te Rotterdam verzoekt bekend
gemaakt te worden met de namen on woon
plaatsen van:
lo. de twee dames, die op 17 jl., des voor*
2)
Hot opperhoofd en eenigo andere mannen
kwamen by ons en de gebruikelyke maaltyd,
bestaande uit eene niet te definiëeren spys,
alsmede het rooken uit de van de hand tot
hand gaande pyp had plaats en werd nog in
eenige andere hutten herhaald, wat ik my
met vry goed gehuichelde kalmte liet welge
vallen. Myn Harry evenwel bekwamen deze
genietingen zoo slecht, dat hy ons in den
derden wigwam, met alle kenteokenen van
een toestand als die van zeeziekte, haastig
verlaten moest. Ik vond hem eerst na zons
ondergang in de ons tot nachtverblyf aango-
wezon tent, nog altyd niet volkomen hersteld,
terug. Geheel tegen zyne gewoonte schold
en vloekte hy en begreep myne kalmte niet,
waarmede ik in elk9 hut ten minste iets van
de ons voorgezette verschrikkeiyke massa,
gelyk hy zich uitdrukte, genoten had, waarop
ik hem aan het vorstand bracht, dat eene
weigering, aan het gemeenschappelyko maal
deel te nemen, de grootste beleediging voor
onze vriendelyke gastheeron ware geweest."
„Dat is zool" merkte ik op. „Ik weigerde
een3, door walgiDg vervuld, by do Arrapahoes
iets te genieten van een in vet gesmoorden
hond, met gal begoten - eene groote delica-
t sse van dien stam en als ik myne ver
ontwaardigde gastheeren ni9t door een aan
zieniyk geschenk in suiker gesust had, ware
hot waarschynlyk minder goed met mij af-
geloopen. Doch vertel verder; ik ben wezen-
lyk nieuwsgierig, wat dat alles met uw
huweiyk te maken heeft."
„Gy zult het direct hooronl Den volgenden
morgen wilde ik myne erkentelykheid betuigen
tegenover het opperhoofd en de andere mannon,
die ons weor tot hot ontbyt uitnoodigden,
en de meegebrachte levensmiddelen onder
hen verdoelen; doch eer ik myn voornemen
ten uitvoer kon brengen, troonde Tabinsch
my voor het dorp naar myn paard en gaf
my in gebroken Engelsch te verstaan, dat
hy het dier met wat het op don rug gedragen
had wenechte te bezitten. Hy wiJde het
ruilen swoh zeide hy tot my, en dat
wel voor een meisje, dat my naar myn wig
wam als myne vrouw zou volgen."
„Ahal" riep ik. „Nu begryp ik het."
„Het meisje werd my voorgesteld. Het zag
er in het met roode en blauwe wollen draden
getooide leeren kleed, het roode lint in het
zwarte haar en de ryk met bonte paarlen
gestikte mokassins aan de voeton lang niet
kwaad uit en maakte ook door de beschaamde
uitdrukking in het gezicht, waarmede het
naar den grond keek, een jonkvrouweiyk-
zachtmoedigen indruk op my. In't eerst hield
ik het aanbod voor eene grap, maar weldra
bemerkte ik, dat het zeer ernstig gemeend
was. Het opperhoofd herhaalde zyn aanbod
steeds met meer aandrang, en op dezelfde
wyze sprak my ook de vader der Indiaansche
schoone toe. Welk voordeel deze by het zaakje
had, was my niet duidslyk. Eensklaps echter
schoot my de gedachte door het hoofd, dat
het meisje my het best de doodelyke ver
veling kon verdry ven, welke op het laatst
ook niet meer by de bezoeken der Indianen
van my geweken was. Door haar had ik
bijvoorbeeld gelegenheid, my de taal der
Arrapahoes eigen te maken, wat my misschien
nog eenmaal zeer goed te pas kwam. Boven
dien kon zy myne huishouding waarnemen,
ook leeren hemden en pantalons voor my en
Harry naaien week, van hertehuiden ver
vaardigd leer had ik van de my bezoekende
Indianen in groote massa geruild en door
my tot eene volmaakte keukenmeid stellig
spoedig opgeleid, onze maaltyden bereiden.
Ik vond hot idee kosteiyk, en zonder my
verder te bedenken, ging ik op het aanbod
in. Ik leverde myne levensmiddelen af, en
daar ik nu vernam, dat, naar het gebruik
van den stam, myne vrouw niet direct met
my zou meegaan, maar my den volgenden
dag door Tabinsch en hare ouders gebracht
zou worden, werd overeengekomen, dat ik
het opperhoofd dan ook eerst het paard zou
uitleveren ik vertrouwde den Indiaan niet,
waarna ik met Harry Heonesey afscheid nam
en naar myn ranche terugkeerde.
Wy waren nog niet laDg onderweg, of ik
bemerkte ras, dat Harry lang niet beet ge
mutst was; hy beantwoordde myne vragen
kort mot ja en neen en was niet te bewegen,
een langer gesprek met my aan te knoopen.
Weldra zou ik de oorzaak vernemen, want
toen ik schertsend van het geruilde meisje
sprak ik twyfelde er reeds hard aan, dat
van den koop werkeiyk iets zou komen, nadat
de Indianen mfine levensmiddelen genaast
hadden kon hy zich niet langer bedwingen
en verklaarde opgewonden, dat eene vrouwen-
beerschappy op den ranche hem niet kon
behagen. Dat ik my tot „squaw-man" kon
vernederen, die in het geheele land veracht
werd, had hy niet van my verwacht. Ik ant
woordde dat een squaw man iemand is, die
zich in de dorpen van het roode volk vestigt
en oene Indiaansche tot vrouw neemt, om
haar voor zich te laten werken en zelf te
luieren. Hy meende dat dit hetzelfde bleef
en voerde nog andero dingen aan, die my
zeer ergerden; ik werd grof en zeidn hem
den dienst op. Dat waa het eerste maan-
gename gevolg van myn jong huweiyk."
„Het werd dus dan toch ernst?" vroeg ik
lachend.
Frank Wilson knikte met de uitdrukking
van een armen zondaar. „Zeer ernstig 1 Myne
vrouw kwam des anderen daags inderdaad
met het opperhoofd, myne schoonouders, myn
zwager, een bengel van ongeveer veertien
jaar, en tweo schoonzusters van eenigszins
jongeren leeftyd op myn ranche aan. Aanmer-
keiyk bekoeld en door de woordenwisseling
met myn cowboy, ik moest hem in stilte
gelyk geven zeer ontnuchterd, wilde ik den
ruilhandel ongedaan makenmaar de mannen
deden alsof zy my niet verstonden, eene
geliefkoosde tactiek der Indianen, als zy iots
willen doordry ven. Zy troonden my in myne
hut, Tabinsch stak zyne pyp aan, wy rookten
en gebruikten daarop een maaltyd, dien ik
voor Harry Hennesey en voor my bestemd
had, waarop myn schoonvader my zyne
dochter gaf.
Hy haalde haar in de hut, sprak haar
eenige woorden toe in zyne taal, dio ik met
verstond, klopte my en zyne dochter op don
schouder en joeg laatstgenoemde daarop woor
de hut uit. Dat was de huweiyksplechtigheid.
Nadat de pyp nu nogmaals van hand tot hand
gegaan was, vorderde hot opperhoofd het
paard van my, en toen hy het in ontvangst
genomen had, besteeg hy zyn eigen mageren
bonk, verklaarde my, dat het meisje nu myno
vrouw was en reed met het goruilde paard weg.
Zeer verwonderd was ik, dat myn schoon
vader en de zynon niet met hem gingen, en
een bang voorgevoel greep my aan. Ik zocht
en vond de geheele familie ongeveer honderd
schreden verder in een klein bosch aan den
oever van den Powder-river, waar mijne jonge
vrouw, myno schoonmoeder en myne twee
schoonzusters bezig waren, onder toezicht van
hot lui op den grond liggende familiehoofd,
een wigwam op te richten. Myn zwager ver
dreef den tyd intuaschon door de meegevoerde
ellendige paarden, wier voorpoo'cen samenge
bonden waren en die gretig gras zochten,
met steenen te werpen en zich met de on
beholpen sprongen der getroffen dieren te
vermaken. Tot myn grootsten schrik ochter
hoorde ik, dat de geheele familie nu voortaan
by my zoude biyveD. Dat was eeno mooie
toegift en reeds verwenschte ik den onover-
legden handel. Maar het zou nog mooier
wordon."
Wordt vervolgd.)