MENGELWERK. KOLONIËN. BATAVIA, 13-17 April. De heer D. Th. Regensburg heeft te Batavia een literarisch instituut Regina Orientis geves tigd, waarvan hjj zich director noemt en waar men schrifturen kan laten stellen, corrigeeren, persklaar maken, vertalen en drukken. Ook kan men er drukkosten laten taxeeren en inlich tingen vragen op literarisch en administratief gebied, alles voor zooverre de wetenschappelijke krachten van het instituut strekken. Een en ander is in eene circulaire nader uiteengezet. Voor het eindexamen der ET. B. S. in Ned.-Indië hebben zich dit jaar 48 candidaten aangemeld, zoodat het mondeling examen, dat 18 Mei begint, 18 dagen duren zal. Dit meldt „Het Onderwas." De hulponderwijzeres M. J. H. Ch. Joosten gaat wegens ziekte met twee jaren buiten- Jandsch verlof. De hulponderwijzeres H. J. A. De Boer heeft eervol ontslag uit 's lands dienst gevraagd. Aan den vice president van het Hoog gerechtshof mr. H. Van Dissel Szn. Is wegens ziekte eene maand verlof verleend naar Soe- kaboemio. Door den gouvernour-gonoraal van Nod.-Indiö zijn de volgende beecbikkingen genomen: Civiel Departement. Verleend: Twee jaar ver lof naar Europa, wogeoe ziekte, mot ingang van 4 Mei 1-94, aan don aee.-rew. van Loomadj&ng (Pro- bolluggo), J. A. W{jDmalen. Gesteld: Tot ultimo Decembor 1804, ter be- eohikking van den voorzitter van do landraden te Magel&Dg en'Tomanggooug (KcdooJ om mot grifflors- werkzaauihoden b{j die rechtbanken te worden belaut, de tgdolyko klerk van bovengenoemde landraden, J W. D. Bootje- Belast: Mot do waarneming der botrekking van controlur der onderafdeeling Pagkalau Kotta Baroe en XII Kotta Kampar de controleur te Pajacombo J. F. Hoedt. G e a t o 1 dTer boeobikking van den reeideDt voor de Atjehscho zaken in bet algomoen en voor de BobeepvaartregeÜDg in hot bgzoudor K. F. H. Van Langen, de oontrolonr late kl. F. G. Notaobor, thana toegevoegd aan den asB.-roa. van Groot-Atjeh. Vorplaat9t: Van Salang (Poeloo Woh) naar Edi (afdeoÜDg Noord- en Ooatkuat van Atjoh) de contr. lato kl. J. B. Lcon. Benoemd: Tot tolograafonderopzichter, de tijde lijke telograafonderopziohter G. V. Davia. Ontslagen By deu aanleg van ataateapoor- vrogon op Java, met nllo. April 1894, op verzoek eervol uit zgno betrekking de tijdelijke ondoropziebter 8de kl. J. Butiu Bik. G o p 1 a a t a tBij de lijn Probolinggo-Panaroekan en bolaat met bet beboer dor 8de aeotie van die lyn met aanwijzing van Bondowoaso ala atandplaata de beaoemde ingenieur 2do kl. W. Do Jongh Dzn. Eorvol ontheven: Van het lijdelijk boheer der 6de aeotie de tydeiyko ingenieur lato kl. P. Richter. Goodgekonrd: Dat dopr den landraad te Bandjormaain (Zolder- en Ooatorafdeehog van Borneo) ia ontslagen wogona vertrek, uervol, ala buitengowoo i aubatltuut grifflor buiten bozwaar van don laudo bij die rechtbank, J. H. O. Boer. V o r 1 o e n d: Eon tweejarig vorlof Daar Europa, wogoue ziekte, aan den opziohtor late kiaaao by den Waterataat K. A. Borlibemer. Benoemd: Tot contr. late kl. bij het B. B. bulten Java ou Madoora, G. S haap; tot contr. 2<lo kl J. L. Obrien; tot adepirant-contr E. J. Van Lior. Gee told: Tor beschikking van den directeur van Binnonl. Bestuur, om to wordc-n workzaam gestold bij bot Binnonl. Boatuur D. G. Stibbo. Verplaatst: Van hot gouv. Atjoh en Ondorh naar do ree. Lampongsohe dietrioteD, do contr. 2de klaseo W. Van Vianeu; van hot gonv. Snmatra'a Wcaikuat naar hot gouv. Atjoh on Ondorh., do contr. 2do klaseo E. Verboke. Onthoven: Bij don post- en telegraafdienst van hot behoor over het kaolo< t ij UoDdowroeo on ovor- goplaatat naar Soerabaia do commies dor 2de kl. O. A. IJonng. Ben oemd Tot chef vau bot kantoor to Bondowoso, <lo commies 2de kl. A. M. N. F. Pieloor, to Soe abaia. By do landraden to Tandjoeng Balau (Ooatkuat van Sumatra). Ontslagen: Op voreook, eorvol wegena vortrek A. E. Der Kindorea. Bonoomd: Tot lid, P. Moes. ontvanger dor in- on uitvoorroohton on accijnzen aldaar. Ontslagen: Uit 's lands dienst, do gewoam late klerk op hot bureau van don a&aiatont-roaident to Ambarawa (Semarang) F. H. Fanlhabor en de gowozen klork op bot buroau van dou assistont-residout van Grobogan (Bomarang) W. F. Vordmr. V o r 1 o o n dEon jaar vorlof naar Europa wogo a laogdurigen dionst aan den controlour lste kL bij liot Binnonl. Boatuur op do bez. buiion Java en Madoora L. M. Vonck. Dopartemont van Oorlog. Ontslagen: Uit 's lands dionst de burgorachrijver 3do kl. J. J. Van der Eist. Bovorderd: Tot lsten luit.-kwart urm. bij de mil. adm. do 2du luii-kwartierm. F. W. J. Van Hombracht. G op laat at: Bij aankomst to Pontianak de mil. apothiker lste kl. van vorlof uit Nederland terug- verwacht, E. Nunes. O v o r g o p 1 aatst; Bjj do trooponmaoht to Atjoh t. n. i. do majoor do iDf. by bet 16de bat H. Heeres; bij do troepoDmacbt te Atjob do kap. dor iuf. bij liet 9de bat. J.F. F. Vau Bloemen Waaudors. Vorlongd: Mot eeno maand, bet wegens ziekte verleend vorlof naar Sockaboemi aan don kap. dor itf. S. Madeod. Vorloend: Reep. drio on twee ma<udon verlof naar Toeario, wogena ziekte, aaD den 2den luit. der iof W. Van Blyenburgh en aan don kapt. dor inf. O. F. Van dou Endo. Godotaohoerd: Van 1 Juni tot ultimo October, by de divieio veld- en bergartillorie to Batavia, do lsto luit. der genie W. R. Do Grove. Geplaatst. Bij aankomst uit Noderlaud: bij hot garn.-bat. der Westerafd. van Borneo do kapt. der inf. van verlof terugverwacht A. J B. Prakken; by bot lOdo ou 1 ldo bat. do 2de luiteoauts, be stemd voor don diouet h. t. 1., M J. Nix ou E. Schuit; bij bot 4de depot bataljon te Fort-dc-Kook, do kapt. dor iuf. vau verlot terngvorwaoht P. M. Vau dor Wcddou; bij bot 17du bat. do 2de luit., boatomd voor deu dienst li. t. 1., J. Van Roon. Overgeplaatst: Naar Timafei de 2de luit. dor genie te Willem I J. B. In 't Volt; naar Willem I do 2do luit. der gonic te Magolaug M. Engors; ala adjudant nuar Lahat, do lato luit. by hot 10de bat. P. H. Mathijeen- Vorleoud: Tweo mauudon verlof naar Siu- dauglaua, wogoua aieUe, aan deu kapt. der iuf. A. Boroud*oen Jaar vorlof naar Europa wegena langdnrigen dienst, aan deu ko oocl hoofdintendant der mil. adui. M. Willematyn ou aan do kapiteins dor iuf. K. R. L. Koene en T. II. Van Haeften. Departcmont van Marine. Belast: Mtt do wnar- nemmg cl r botrokklng van hchtopsucht>.r 3do kl. J. D. Vale tin, particulier, ou geplaatst bij bot kust licht dor -ldo orde Zwaautjesdroogto (Ta oeroean). Over geplaatst: Van do kustlichten der late orde op Java's lato puut en Vlakkenhook (respectie velijk rciiio -t én Lantsm en BenkocL n) naar hot kustlicht der 2de orde op Noordwachter (Batavia) do liolito zicht r der 2do kl. B. W. TarenekeeD. Beuoomd: Bij bot departement der Marino tot 2don oommiea, do 3de commies O. V. E. Sobalk; tot Sdon commies de ambtenaar op wachtgold H. G. F. Boers, laatst opziohtor 3de kl. by don Waterataat on 'alauda B. O. W. T (i d e 1 (j k b e 1 a e tMet do waarneming der be trekking van machinist dor dokken by hot marino- êtabliasoiueut te Boerabaia, do gevreseu maohinist by do Kou. Ned. marine, W. Do Vries, Vergunning vorloend Om te repatrideren o. wegena langdurig verbiyf aan de luits. ter zee 2de kl. Jbr. H. M. Du Koek, J. A. M. Bron, J. A. L. Van den Bosch, P. E. Vau Muaeohenbroek en aan den off. van gezondheid 2de kl. J. T. Altab. wegena overcompleet aan den loit. ter zee late kl. J. F. B. Van Dyk. Benoomd: By den dienst der Kustverlichtingin Nederland8cb-Indiétot opzichter late kl., de lioht- opzichter 2de kl. \V. L. Landman, en overgeplaatst van het kustlioht der 2do orde te Noordwachtor (Batavia) naar dat der late orde op Poeloe Beear (Banka) tot liohtopziohter 2de kL, de liebtopziohter dor 3de kl. O. L. J. Brugman, on overgeplaatst van hot- kustlicht der 4de orde op Zwaantjeadroogte (Paeoeroean) naar dat der lsto orde te Java'a lste punt (Bantam). WEST-INDLË. PARAMARIBO, 17 April. Eergisteren is alhier aangekomen do Engel- sche bark „Eme". Het schip is 26 Januari jl. van Calcutta vertrokken met 532 immi granten, nl. 385 mannen, 184 vrouwen, 36 jongens en 27 meisjes. Op de reis z(jn vier personen overleden en hebben twee geboorten plaats gehad. Enkele ziektegevallen hebben zich voorgedaan. B(j aankomst van het schip alhier was de gezond heidstoestand goed, zoodat do „Erne" tot het vr(Je verkeer is toegelaten. Gemeenteraad van Lisse. Zitting van 17 Mei. Tegenwoordig 4 loden. Afwezig de heoren G. Blokhuis, mr. R. baron Snouckaert van Schauburg en M. Van der Veld. Voorzitter: de Burgemeester. Na opening der vergadering worden de notulen der vorige golezen en onveranderd goedgekeurd. De Voorzitter doet modedeeling van de volgende ingekomen stukken: a. Missive van Ged. Staten, ter begeleiding van het goedgekeurd Raadsbesluit tot vast stelling van de jaarwedde der onderwijzeres. b. Proces-verbaal der op 17 April jl. plaats gehad hebbende opneming der boeken en kas van den Gemeente-ontvanger, waaruit blykt dat op dien datum in kas was /"1492.125 en dus de boeken on registers in orde wareD. Beide stukken voor kennisgeving aange nomen. Voorts is nog ingekomen de rekening van het Burg. Armbestuur over het jaar 1893. Wordt besloten die b(j de leden te doen circuleeren. Aan de orde is het aangaan ecnor geld- leenmg tot bestrijding van de koaiow van be strating van den Broekweg. Worut besloten tot het aangaan eener geld- loening van f 3000, tegen 3'/» P^t- 'sjaars, met bepaling dat jaarlyks itUDsieno 1000 zal worden afgelost, welke alljs&.ng eerst zal aanvangen het jaar volgende op aar, waarin de beide nog ten lasto der gemeente loopende geldleeningen, de eene per resto groot /"8000 en de andere groot f 11000, geheel zullen zjjn afgelost, 6Q voorts dat de renten en aflossing zullen gevonden wordon uit de gewone in komsten der gemeente. Thans brengt de Voorzitter ter tafel het door Burg. en Weths. opgemaakte kohier van don Hoofd. Omslag voor het jaar 1894. De openbare vergadering wordt gesloten, waarna wordt overgegaan tot eene vergadering met gesloten deuren. Na heropening der vergadering wordt be aloton, alvorens tot vaststelling over te gaan, het kohier bi) do leden te doen circuleeren. Ten slotte wordt nog besloten tot het makeD van drie afvoorputjes in den nieuw aan te leggen straatweg aan den Broekweg; als mede om enkelo gedeelten straat aan den Halfwegstoeg to doen repareeren en de daar uit komende oude steenen to gebruiken om hot voetpad aldaar door to trokken. Vorder niets meer te behandelen zynae en niemayd der leden moer het woord verlan gende, sluit do Voorzitter do vergadering. INGEZONDEN. Mijnheer de Redacteur! Mag ik U oen plaatsje vragen voor het volgende: Zondagsrust. „Indien Gij voor Zondag nog huishoudeiyke benoodigdheden hebt in te koopen, wilt dit dan nog heden Zaterdag avond, doen. Waartoe zoudt Gij geheel noodeloos de Zondags rust van anderen storen?" Deze advertentie komt eiken Zaterdag in hot „Leidsch Dagblad" voor en hoewel ieder lozer dit tolkons moet gelezen hebben, geloof ik niet dat over 't algemeen velen zich hier aan storen. Gemakzucht is bier zeker wel do reden van. 't Is waar, velen zullen ook zonder die advertentie reeds geene inkoopen op den rustdag doen, maar de groote menigte, tot wie deze aansporing eigenlyk is gericht, stoort zich daaraan niet on koopt, omdat de winfee- lior zelf hiertoe de gelegenheid aanbiedt. En waarom dan eigeniyk zetten de winke liers op Zondag hunno winkels open? Alleen uit vrees voor de concurrentie. Wanneer A. toch sluit, zegt B.„hoe pleizlerig datA. z(Jn kast lieoft toegegooid, daar zal een goede dag voor m\j op zitten." Ik ben overtuigd dat door 't laatsto, dat zich zeer gomakkelyk laat begrepen, do meeste winkeliers op Zondag zullen biyven verkoop en, te meer, omdat de Zondag voor velen een van de beste dagen is. Zy, die weten dat 't de moeite niet loont, bl\jven gesloten, overtuigd dat het weinige, dat verdiend wordt, hen flnantiëel niet genoeg schadeloos stelt om daarvoor den geheelen dag hunne rust op te offeren. Het meest heb ik hier de winkeliers in sigaren op het oog, waarvan de meesten, die op goeden stand hunne zaken hebben, Zondags verkoopen. Zouden die winkeliers of hun personeel of hunne vrouwen niets om dien rustdag geven En zouden zij niet gaarne door eene goede wandeling zich schadeloos stellen voor de weinige rust, die z(j in de week kunnen ge nieten Zijn sigarenwinkeliers dan geen menschen? Komt het hun niet evenals den minsten ambachtsman toe, om ook van den rustdag te genieten? Zeker, de toestand is verkeerd en moet veranderd worden. Maar wat te doen, zoo lang er geene wet bestaat, die ieder het ver koopen op Zondag verbiedt? Daar is maar één antwoord op„samenwerking". Laat voor een oogenblik dwazen concurrontie-nijd varen Komt by elkaar, bespreekt het door elkander gedwongene verkoopen, en do oplossing zal zijn: Zondagsrust voor die allen, die haar gedeeltelijk of in 't geheel niet konden ge nieten. Maar samenwerking moet er wezen. Er mag ook geen enkele zijn, die eene uit zondering daarop zou willen maken. Is dat nu eene onmogelijke zaak? Neen, vooral niet wanneer iedere winkelier de gevolgtrokking begrijpt dat wie des Zondags niet kan koopen, des Zaterdags wel, wil hy voorzien zijn,?«oe< koopen. Eén moet er zijn, die, ten volle overtuigd, zegt: „Laat ik de moeite doen en by myne concurrenten het doel van de Zondags rust bespreken, en ik geloof stellig, dat die winkelier mot open armen zal ontvangen worden. Niemand kan zoo zyn of ieder be- grypt ten volle dat, met een weinig moeite, veel gewonnen kan worden. Maar, wie zal de kat de bellen aanbinden? Voor een op Zondag verkoopend winkelier is dit uiterst moeiiyk. Zou niet een der heeren winkeliers of fabrikanten, die op Zondag niet verkoopen, zich hot lot zyner vakgenooten willen aantrekken en byv. den stoot geven, door eene oproeping aan alle winkeliers, op eene geschikte plaats, en de zaak inleiden? Ik ben verzekerd dat dan de rest vanzelf wel volgt en het goede doel zeker bereikt wordt. Dankzeggend voor de opneming: Uw Dn., X. Mijnheer de Redacteur l Zou het my vergund mogen zyn U eene kleine plaatsruimte te verzoeken in Uw veel gelezen blad, voor het volgende: Ik vervoegde my onlangs, als inwoner dezer stad, op aanraden van een predikant by de Ned.-Herv. gemeente alhier, als arm lastige by het Armbestuur, daar ik, door ziekte van mij en myne vrouw (beiden onge lukkig van ledematen en handelende met eenigo galanterie-artikelen), tydeiyk in een zorgwekkenden toestand was gekomen en alhoewel nimmer het bedoeld Armbestuur te zyn lastig gevallen,' moest ik om evenge noemde redenen my tot die Armverzorging wenden. In plaats nu dat ik eenige baat zou mogen vinden, werd my door den Armverzorger den heer Kloots, Haarlemmerstraat hoek Koesteeg, toegevoegd: „Met dat arme tuig houd ik my niet op." Ik heb de regelen der welvoegiykheid by dat antwoord in acht genomen en berust in het besluit, door dien heer genomen, doch gevoelde my diep getroffen door zulke be jegening. Steeds ongetroost ben ik gebloven en zou my de plaatsing dezer waarheid door U in Uw blad zekor verlichting geven on ik daar door mogeiyk eenige baat nog mogen vinden, terwyi ik aan een ieder in overweging geef of deze handeling overeenkomt met het doel van dat Armbestuur. U dank zeggende voor de plaatsruimte, ver biyf ik, met gevoelens van ware hoogachting, Uw dw. Dienaar, M.A TT HIJS KLELNVRLDT, Willem-spoort. Stembus. In antwoord op het door A. S., te Oagst- geest, ingezonden stuk betreffende het niet toekomen van een stembiljet van voormelde gemeente, heb ik de eer hem het volgende ter opheldering mede te deolen: De voorzitter van den gemeenteraad noodigt, by kennisgeving, de manneiyke inwoners der gemeente in Januari uit, om, zoo zy in eene andere gemeente over het laatstverloopen dienstjaar (dit is nu van Mei 1892 tot Mei 1893) ter zake van hunne woning in de porsoneelo belasting zyn aangeslagen naar eeno hoogere huurwaarde dan die, welke volgens art. 1 litt. a en b van de wet van 24 April 1843 (Staatsblad No. 16) aanspraak geeft op vermindering tot of J/s der be lasting naar de drie eerste grondslagen, (voor Oegstgeest is de laagste aanslag f 24), of in de grondbelasting in eene andere ge- moeute, of in meer gemeenten te zamen tot een bedrag van ten minste tien gulden, daarvan door overlegging der voor voldaan geteekende aanslagbiljetten vóór den 15den Februari te doen blyken. A. S. had zich dus vóór 15 Februari van dit jaar, onder overlegging van zyne voor voldaan geteekende aanslagbiljetten van per- soneele belasting over het dienstjaar 1892/93 of grondbelasting over het dienstjaar 1893 van Zooter woude, ter secretarie te Oegstgeest moeten vervoegen om geplaatst te kunnen worden op de ïysten van kiezers voor do Tweede Kamer der Staten-Generaal en van de Provinciale Staten (niet Gemeenteraad), en had alsdan met de laatste verkiezing stemgerechtigd geweest. Oegstgeest, W. A. Couvée, 14 Mei 1894. Ambtenaar ter Secretarie. Een drama op zee. Üit het Fransch van Léon Barthou. Van de Adour af tot langs de geheele Baskische kust, ging Pierre Detchandy door als de meest ervaren en de bekwaamste zee man te zyn. Groot van stuk, moedig en zeer beslist in zijn doon en laten was hij. Op alle zeeën had h() reeds gevaren, en de zeewind had zijn gelaat bruin getint. Des Zondags na do mis, als de visschers in groepjes bp elkaar stonden, maakte Pierre met ieder een praatje, bemind als hy was door de zwartoogige Baskische vrouwen zoo wel als door de mannen. Iedereen nam hp in door zijne vroolijkheid en zijn gestadig goed humeur. En men kon hom een schoon man noemen zijne gelaatstrekken waren grof, maar regel matig, en de baret op één oor, eene algemeene vi8schersgewoonte, stond hem uitstekend. De meisjes, die met de kruik op het hoofd naar de fontein gingen, hadden gaarne een oogenblikje den tijd om met hem te praten en te lachen. Hartelijk gemeend waren dan ook de geluk- wenschen, welke hp ontving, toen hp op een schoonen voorjaarsmorgen in Maart zijne bruid, een jong, schoon meisje van Qudtary, naar het altaar voerde. Zijn vrouwtje bracht hem als bruidsschat een stukje land en enkele zuur verdiende goudstukken mede, door hare ouders langzaam, heol langzaam opgespaard. Wat konden Pierre die enkele stuivers schelen! Voor alle schatten der wereld had hy zijne Gracieuss niet afgestaan en nergens, zelfs in de diepte der zee niet, vond men zulke schitte rend witte parelen als de tandjes van zijne jonge vrouw. Wat kwamen zij aardig te voorschijn van achter de kersroode lippen wanneer zjj lachte 1 Van zjjne jeugd af, was hp gewend aan hard werken en reeds in de eerste weken van zpn huwelijk, hoe stil gelukkig ook door gebracht, liet zich de stem dier andere" hooren, die zijne warmste liefdesbetuigingen met haar welluidend gezang overstemde. Maanden gingen voorbij van ongestoord geluk; geeu wolkje verdonkerde hun helderen huwelpkshemel, tot er een dag kwam dat Pierre duidelijk opmerkte dat Gracieuse andere was geworden. Langzamerhand had hp de verandering zien plaats grjjpon: eerst was zp verstrooid geweest, toen werd zij merk baar koel tegen hem. Des Zondags rustte haar handje slechts licht op zi)n arm, veel te licht dacht de arme Pierre, en het was maar heel zelden dat zjj met eenige belangstelling naar hem luisterde meestal keek zp droomerig voor zich uit. Toen werd zij jjdel, ieta wat zjj vroeger nooit geweest was; in de week tooide zij zich nu met do lange gouden oorbellen, zijn geschonk bp hunno verloving. Hjj durfde niets zeggen, niets te laten blyken dat hjj die jjdelheid opmerktezij was zoo fijn, zoo geheel anders dan hjjh(| mocht haar eens zeer doen met een ruw woord, al was het niet kwaad gemeend. Eens toen bp zachtjes zijne boot over het water roeide en hjj al geruimen tjjd onafgebroken aan het vreemde gedrag zijner vrouw gedacht had, viel hem plotseling iets in. ~Woest greep by de riemen en het ze mot krachtigen slag dalen; zyne borst ademde zwaar. Neen, dat kon niet zfinl Zou zpne vrouw hem bedriegen met dien schoepsjongen, dien Fólix, de eenige dien hy op zyne boot had willen toelaten, om hem op te leiden in zyn moeilpk vakl Neen, zoo laag en ondankbaar was niemand Pierree nobele aard verzette zich met alle macht tegen dit denkbeeld. En tochen toch kon hy de gedachte niet van zich afzet- ten, het was alsof een geestenstem hem influisterde: „Uw scheepsjongen bedriegt u." Nu begreep hy die yzige koude in het ge- drag zyner vrouw en nu werd het hem ook duidelpk wat die plotselinge ongesteldheid van den jongen moest beteekenen, van Félix die toch werkelyk geen ziekelpk gesteld had. Hy zag hem duideiyk voor zich met zyn mooi jongensprofiel, zyne blanke gelaatskleur, nog niet door de zon en den zeewind gebruind. In zyne verbeelding zat hy achter hem in de boot, zooals gewooniyk. De hallucinatie was zoo volkomen dat Pierre zich omkeerde en met een vreeseiyken zwaai zyn roeispaan deed draaien om die neer te doen komen op het schuldige hoofd van hem, die hem zyn eenig gelnk ontstal. De golven sloegen slechts hoog en schuimend om de boot. Waarom zou hy hem ook vermoorden Waarom zou hy, Pierre Detchandy, een jongen, nog byna een kind, vermoorden terwyi hy bü stormweer de zee haar prooi betwistte? Bleek liet hy zich op de bank neerzinken; fluitend kwam de ademhaling door zpn keel. Hy nam de riemen weder op en begon met kracht naar de kuet terug te roeien. Voor de deur van zjjne woning hield hy stil, met moeite hield hy zyn adem in. Duidelyk herkende hy de zangerige stem van Gracieuse, eene andore zachte stem viel nu en dan in; nu lachten belden vrooiyk, hy herkende haar harmoniouzen lach, hy had haar zeker de eene of andero lievigheid gezegd, daarom klonk het geluid zyner stem zoo zacht ats eeno liefkoozlng. Pierre verstond nu wat hyzeide; by wilde de deur intrappen en zich op de Bcbuldigen werpen. Maar de vrees om bloed te vergieten, om zich niet meester te kunnen biyven, hield hem hiervan terug; hy vorwy- derde zich van zyn huis ais van een vervloekt oord en begaf zich, uit gewoonte, naar de kuet. Lang liep hy op en neer, ale een ver dwaalde, zonder doel en zonder gedachten. Hy bleef eindelpk staan; voor hem lag de zee kalm en zonder rimpel; hy wendde zpne oogen af, maar nogmaals werd zyn blik naar de effen stille watervlakte getrokken. Een zacht windje deed de golfjes licht beven. Zonder er bp te denken, volgde Pimro de deining van het water, waarover de maan hare zilveren stralen zond, die in het diepe blauw weerkaatsten. De zee vreesde hy niet, O zeker, zy kon vreeselyk zyn in hare woede, maar met haar kon men ten minste stryden en zyn moedig hart on zpn krachtigen arm toonen. Eene zachte, heldere stem klonk over het strand; het was een vieechersmeieje, dat zin- gend huiswaarts keerde. De la femme ou de la mer Qui crams tu le plus, t pêcheur. klonk het oude Baskische liedje. Het meisje zong verder van het lijden door de zee toweeggebracht, hoe de vrouwen ver schrikt naar de stem van den storm hooren als hare echtgenooten op zee zyn en hoe menigeen een vroegen dood in de golven heeft gevonden. Een melancholiek refrein besloot ieder couplet. Langzaam stierf het geluid weg. Pioire hoorde nu niete meer dan het eentonige ge- ruiech van den stygenden vloed. Reeds eenigen tyd roeiden de beide mannen, regelmatig, met vaste hand door, zoodat de boot over het water vloeg. „Meester, wy zyn een heel eind van de kust," aldns verbrak de scheepsjongen de stilte, „en er komen daarginds groote, zwarte wolken aanzetten." „Zpt- gy moede?" vroeg Pierre kregehg. „Ik dacht dat ik een matroos op myne boot gekregen had en geen gek, die de meisjes naloopt." De jonge man keek hem verwonderd aan, en glimlachend de schouders ophalend, ant woordde hy: „De meisjes I Daar geef ik net zooveel cm ala om riviervisch." Pierro hield het lichaam voorovergebogen, de banden om de riemen geklemd. Hy herkreeg zjjne kalmte en snerpend ver volgde hy: „Gy hebt echter een slechte kans vandaag. Het is alleen om haar, hoort gp, om haar, dat ik u niet in haar bpzyo vertneord ieb; den nek had ik u anders omgedraaid. Maar nu wy alleen en bp God, wy zullen niet veel woorden over deze zaak vuil aken. Kom, sta op Pierre wierp zich eensklaps op den jongen man; hp deed hem byna stikken tusschon zpn sterke knuisten. Félix verweerde zich met de kracht der wan hoop; hp deed bovenmenacheiyke pogingen om zich uit dien yzeren groep los te wringen. Hy eloog met de handen in do lucht, zjjn gelaat was paarsachtig opgezet, zyne oogen puilden uit zpn hoofd, zyn adem stokte, hp voelde het water reeds om zyne opgetrokken voeten spoelen. Pierro maakte eene achterwaarteche be- weging, om het lichaam van zyn tegenpartp over den rand der boot te werpen, toen zjjn voet uitgleed op de vochtige planken. De boot wankelde en beide mannen violen met een doffen plomp in het water. Nog eenige oogenblikken worstelden zp zoo. De jongste, byna gestikt, spande nu alle krachten in om zyn meester de keel dicht te snoeren. Met een wanhoopskreet zonk deze in de diepte weg. Spoedig verloren beidoD hun bewustzyn. Pierre deed nog moeite om zich al zwemmend te redden, nog eene laatste poging wendde hij aan om zich van zyn scheepsjongen te verlossen, die hem nog altyd omklemd hield en die zoodoende zyne kracht verlamde. Den volgenden morgen spoelden er aan de kust van Saint-Jean twee ïyken aan, die elkander nog in den dood omstrengeld hielden, het beeld van twee menscben die elkaar liefhebben en die samen zyn omge komen. En als gy, aan het strand, eene in het zwart gekleeds jonge vrouw tegenkomt, die den blik onafgebroken zeewaarts gericht houdt, zal men u zeggen dat dit de weduwe van den zeeman Pierre Detchandy ie, d>e ia omgekomen omdat hy zyn scheepsjongen wilde redden, die in hot water gevallen was. Vondst van vronwcnkleederen. De gevonden kleederen in een boschje nabp den Amsterdamschen weg nahp Arnhem, ver- meld in een vorig nommer van ons blad, stacn in geen bet minste verband tot de verdwpning van S. Juett, het vermoedeiyk slachtoffer van den beruchten De Jong, maar zyn gebleken eenige vuile vodden te zyn, aldaar waarscbyn- lyk achtergelaten door een ter plaatse gekam peerd hebbenden kermistroep UITLOTINGEN. Bniseel 1686. - Serie 6Ó67S no. r. 10O.0C0 tl., 8. 277 DO 18 2500 £r., e. 106924 do. 10 iOOO £r., e. 78131 r.o. 13 en e. 81976 no. 17 elk 600 tr., e. 5937 no 25 e. S200 i o. 14, s. 20012 no. 8, e. 22106 do. 17, e. 25660 co. 12, e. 45083 no. 23, e 46420 ro. 17, e. 51350 no. 9, e 58445 00.24, e. 71757 no. 4, s. 76723 no. 17, e. 60629 no. 22, e. 63034 noa. 8 en 10. s. 86108 no. 1, a. 90550 nc. I e. 91088 no. 1, a 105235 to. 21 a. 105703 no. 13 oil a. 100921 no. 12 elk 160. Serie, n217 1281 5937 6893 7572 8200 12222 16673 19093 20012 21106 22288 25060 28199 31986 39096 45983 46120 50673 61350 51800 58097 58115 58903 63716 65746 67199 70765 71757 76728 77099 78131 8C629SI976 82815 83034 85268 86108 90559 04088 91118 101666 103758 105236 106171 105193 105703 106832 106921 110595 112619 113164.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 2