over dit ministerie natuurlijk goene andere kan zyn dan die van afwachting. De troon rede is veeleer eene bemoediging dan eene teleurstelling. Men kan zich mooilijk voorstellen, dat deze kalme, ingetogen volzinnen het uitvloeisel zijn van den wanhopigen strijd tegen de kiesrecht- uitbreiding, gevoerd in hoofdzaak door hen, dio ontstemd zijn over de invoering van de vermogen sbelasting. Wil deze Regeering aan het bestuur blijven, en de kiesrechthervorming op den voorgrond stellen, dan komt het der „Tel." kwalijk denk baar voor, dat zij geen steun zoekt bij de voor standers van het ingetrokken wetsontwerp, die bijna de helft der Kamer uitmaken. Het ministerie zal willens of onwillens de oplossing van het vraagstuk moeten zoeken daar, waar die oplossing alleenlijk te vinden is, door te gaan zoo ver als de grondwet gedoogt, met terzijdestelling van het begrip van geldelijken census, met terzijdestelling ook van eenigo verhooging van den leeftijd van drio en twintig jaren. Dost de Regeering dat niet, dan is het of z\j niets zal gedaan hebben, want dan blijft het vraagstuk aan de orde. Het minst voldaan is do Amst. Crt. en ook het Handelsbladhetwelk vreest, dat de voorgenomen gelijktijdige regeling van het geheole kiesrecht zal nederkomen op eene langdurige vertraging, „en dit verzwaart de verantwoordelijkheid van het nieuwe bewind niet weinig." Bestond bij de natie de overtuiging, dat men, zij 't langs een anderen weg, eene bevredigende regeling van het kiesrecht zal erlangen, de vertraging van eenige jaren zou lichter worden gedragen. Er zal nu heel- wat beleid worden gevorderd, om de toleur- gestelden tot geduld te stemmen, meent het Hbld. Ook treft het, bij de beperkte regeerings- taak van het nieuwe kabinet, dat alle her vormingen van socialen aard en ook de groote eisch: regeling der landsverdediging geheel op den achtergrond zijn getreden. Dit noemt het blad „eene der wrangste vruchten van do oneenigheid in de partij on het gemis aan overleg tusschen Regeering en Kamer." De Amst. Ct. betreurt het blijkbaar, dat dit ministerie zich niet beschouwt als uitsluitend kieswetministerie te zijn. Hoezeer door alle partijen eene regeling van de verhouding tusschen Rijks- en ge meente-fin anciün ook gewenscht wordt, dat wij het uit deze handen zullen moeten out- vangon vóór en aleer het groote verschilpunt tusschen de voor- en tegenstanders van de nog niet geheel gesloten stembus vereffend is, mag, naar het oordeel der Amst. Ct.7 geen bewijs van verzoening heeten. Zegt deze troonrede dus niet veel, in dit opzicht is zij teekenend. De Amsterdammer daarentegen, haren indruk weergevende, erkent dat de eerste daad van het ministerie met ingenomenheid zal worden begroet. „Het conservatieve Kabinet, zegt dit blad, komt de natie tegemoet met eene duidelijke verklaring, en is blijkbaar niet van plan het tijdperk van eene algemeene conservatieve politiek te openen, maar wil de zaak afdoen, waartoe het, ten govolge van den uitslag der Kamerontbinding, geroepen is." Het Utr. DU. noemt de openingsrede kort, maar duidelijkzij zegt in hoofdzaak, wat het blad daarvan meende te mogen verwachten. Heeft do uitslag der jongste verkiezingen het vorige Kabinet aanleiding gegeven om zyne taak neder te loggen, het nieuwe Minis terie, dat in zijne plaats mot de leiding van *s Lands zaken werd belast, erkent daartoe le zijn geroepen „als gevolg van buitengewone verkiezingen, met het oog op een bepaald staatkundig vraagstuk uitgeschreven." Eene fout van de vorige Regeering is het ontegenzeglijk geweest, dat zy de regeling van het kiesrecht voor de Gemeonteraden buiten beschouwing liot. Men zal hierbij dan toch niet minder ver kunnen gaan dan by de hervorming van het kiesrecht voor de Twoodo Kamer en de bezwaren, aan nagenoeg algemeen stemrecht verbonden, doen in meerdere mate zich gevoelen, waar het den Gemeenteraad betreft. Het gevaar voor ingrypen van de onbe voegden in de gemeentehuishouding immers is grooter dan in den wetgevenden arbeid; al moge ook met het oog op het budget-recht der Kamer een dergeiyk gevaar niet worden onderschat. Daarom doet het ons, zegt het U. D., ge noegen dat de aanvankeiyk gemaakte fout hersteld wordt en het voornemen bestaat om het kiesrecht voor Kamor, Staten en Gemeente raden tegeiykertyd te regelen. Kiesrecht en belastingwezen, voorwaar het zyn belangryke quaestiön, waaraan de Regee ring in de eerste plaats hare krachten zal wyden; voor andere behoeften zal natuuriyk niet het oog gesloten worden, maar het ern stig voornemen is, en het verheugt ons dat zulks onbewimpeld wordt erkendbierby rekening te houden met de noodzakelykheid, dat daardoor hetgeen in de eerste plaats moet worden afgedaan, niet worde vertraagd. Dat is kordaat gesproken door de nieuwe bewindslieden, en ons dunkt dat dit ook op hunne politieke tegenstanders een gunstigen indruk moet hebben gemaakt, althans der Regoering aanspraak mag doen maken, zoo niet ook op hunne sympathie, dan toch op tegemoetkoming. Wil de taak der Regeering uitvoerbaar wezen, dan zy de uitgedrukte wensch „dat onder Gods zegen de gemeenschappelijke arbeid moge strekken tot heil van het Vader land", meer dan eene formule. Moge men oprecht samenwerken om de groote hervorming tot stand te brengen, die juist door gebrek aan samenwerking mislukte. Want boven partybelang staat het belang des Lands. Minder dan ooit moge dit thans worden vergeten. Gemengd Nieuws. Een paard van den inmaker Brissee, te Zoeterwoude, is heden op den Zoeterwoudschenweg doodgevallen. In den nacht van 16 op 17 dezer, ongeveer om halftwaalf, is te Haarlemmer meer, aan don SloterwegD D 17/19, afgebrand de boerderp, behoorende aan het R.-K. Wees huls te Haarlem, bewoond door C. Mol man. Inboedel, koren, hooi, stroo, aan geld f 240, in één woord alles, is verbrand, behalve eene schuur. Met moeite hebben de bewoners zich met hun kind kunnen redden. Alles is verzekerd by den heer Tombergh, te Haarlem. Van Katwyk aan Zee is de eerste schuit „Elizabeth Maria", schipper S. De Jong ter haringvisschery vertrokken. Op de Geest te 's-Gravenhage heeft gisternacht een persoon zich door ophan ging van het leven beroofd. De politie te 's-Gravenhage heeft aangehouden twee personen, 26 en 18 jaren oud, beiden kellner in het „Hötel du Passage", verdacht van verduistering van resp. 76 en 44. Zy waren Zaterdag plotseling verdwenen en naar Antwerpen vertrokken, van waar zy gisteravond in Den Haag terugkwamen. De jongste is naar de ouderlyke woning te Breda gebracht, aangezien de andere alle schuld op zich heeft genomen. Ook is aangehouden een man, die een zyner weldoeners voor f 60 oplichtte, en een persoon, die ten nadoele zyner patroons valsche quitanties aanbood. Gisternacht zyn in eene weide aan den Rotterdamschen weg, onder Delft, van vier lammeren door onbekenden de oogen uitgestoken. De beosten zouden gisteren ter markt worden gevoerd. Eerstdaags is de eerste nieuwe Hollandeche haring te verwachten. Twee haringloggers zyn met een paar honderd ton naar Maassluis en Vlaardingen zeilende. Uitspraak doende in de zaken van Hendricus Stammers en Gerard us Bos man, tegen den eersten waarvan de officier van justitie by de Haarlemsche rechtbank de vorige week, wegens het verlaten van zyne kinderen, ééne maand, en tegen den tweeden, wegens diefstal van kippen, 9 maanden ge vangenisstraf eischte, veroordeelde de rechtbank hen gisterenStammers tot 3 dagen en Bos man tot 1 jaar gevangenisstraf. Do directeur-uitgever van de „Zieriksee8che Nieuwsbode" is uit de gyzeling ontslagen. Te Brielle geraakte het zoontje van den heer D. A. Van Vliet in de haven. Dadelyk werden alle mogeiyke middelen aan gewend om het knaapje te redden, doch het mocht niet baten. Een uur later werd het lykje opgehaald. P. Bosscher, armbestuurder te Langezwaag, is veroordeeld tot een jaar gevangenis, wegens valscbheid in geschrifte. Eergistermiddag ongeveer half- drie verloren twee knapen het leven, die met nog een paar kornuiten aan het roeien waren naby Zeeburg, te Amsterdam. De beide lyken werden voorloopig in een nabyzynden stal geborgen tot nader bericht. Een kalkdrager, vader van vier kinderen, die in de Tollensstraat te Amsterdam aan het werk was, viel door een misstap van eene hooge ladder. Hy werd onmiddellyk naar het Wilhelmina-gasthuis gebracht, doch was by aankomst reeds overleden. Een Amsterdamsch werkman, te IJmuiden gekomon om te visschen, is op een der pieren in slaap gevallen en daar afgevallen. Eenigen tyd later werd zyn lyk door twee loodsen gevonden. De man laat eene vrouw en vyf kinderen na. Op de algemeene begraafplaats te Schoonhoven vluchtte dit voorjaar al wat vogel was voor een sperwerpaar, dat daar eindelyk een duivennest in bezit nam en er in ging broeden. Enkele dagen geleden werd het nest verstoord en zochten de roofzieke vogels oen ander heenkomen. Zachtjesaan komen nu de verjaagde kerkhofbewoners terug en klinkt weer hun lieflyk gezang over de stille graven. De commissaris van politie te Groningen waarschuwt dat men op zyne hoede zy by het aanknoopen van handels betrekkingen met C. Remkes, thans handelende onder den naam van zyne huisvrouw mej. C. Niehoff, in granen, Gedempte Zuiderdiep, te Groningen. Tegen J. Van Spankeren, woon achtig Ferdinand-Bolstraat te Amsterdam, is proces-verbaal opgemaakt ter zake van de onbevoegde uitoefening der tandhoelkunde. De landbouwer, die de vorige maand te Schalbroich, naby Echt, zwaar ver wond werd, is ten gevolge dier verwondingen overleden. Omtrent de uitgifte van het val sche bankbiljet van f 100 te Weesp deelt het „N. v. d. D." nog het volgende mede. Zekere J. Bos, 30 jaar oud, wonende aan den 's-Gra- venlandschen weg onder Weesper-Carspel, had zich met dit doel, in gezelschap van den 17-jarigen idioot H Frank - dien hy als werktuig gebruikte voor zyne handeling eerst vervoegd by S. Pronk, die het verzoek weigerde, en toen by D. Pronk, beiden wonende aan den 's-Gravenlandschen weg aldaar. Vrouw Pronk, die alleen thuis was, wisselde het biljet en gaf in ruil 6 muntbiljetten a 10 en 20 Ryksdaalders. Frank gaf dit geld aan Bos over en ontving als belooning f 1. Toen D. Pronk thuis kwam, zag hy dat het biljet valsch was en niets anders dan een uitknipsel uit het „Nieuwsblad voor Nederland", welk blad indertyd afdrukken van bankbil jetten verspreid had. Een strookje papier, aan den achterkant opgeplakt, verborg den naam van het blad. Pronk bracht deze zaak onmiddellyk tor kennis van de politie, aan wie het gelukte de beide personen aan te houden, toen zy op weg naar "Weesp waren. Frank werd als oifoer:kenbaar op vryo voeten gesteld, doch Bos in arrest gehouden. By het zoeken vond men nog f 96.85 by hem, b9nevens een portefeuille, waarin aangeteekend stond „Krausse, zincograaf, Heerengracht, en Van Liemt," benevens eenige gegevens omtrent de vervaardiging van bankbiljetten. Ondervraagd zynde, gaf Bos voor het be doelde biljet roeds twee maanden geleden te hebben ontvangen van zekeren Toon Ligter, te Laren, by den verkoop van een paard en tuig. Gistermorgen kwartier vóór elf uren is in eene sloot by de Van Stolk-straat, gemeente Hillogorsberg, het lyk gevonden eener 35- a 40-jarige vrouw, gekleed in zwart tricot, zwarten rok en stoffen schoenen; andere kleedmgstukken werden niet op het lyk ge vonden. Men vermoedt dat het het lyk is eener bedelares, die in eene der slaapsteden te Rotterdam thuis behoorde. By het vinden van het lyk meende men nog eenig teeken van leven te bespeuren, doch weldra bleek dat alle levensgeesten ge weken waren. Dat de vrouw een gewelddadigen dood moet gestorven zyn, maakt men op uit do op het lyk geconstateerde verwondingen. Op den rechterscheael bevond zich oene Zware gapende wond, terwijl de linkerwang blauw was en sterk opgezet. In hut gras aan den Borgweg naby het lyk lag een plas bloed, terwyi daarby eene lat werd gevonden, welke door den gemeente-veldwachter Kammeraad in beslag is genomen. Omtrent de zaak van den post bode G., te Bakel, schryft men nader, dat de ontdekking van een groot aantal voor het binnen- en buitenland bestemde brieven in de woning van den beklaagde, waarvan de ont vangen porto's door hem waren verduisterd, tot zyne onmiddellyke inhechtenisneming aan leiding gaf. Het onderzoek, dat nog wordt voortgezet, zal, naar men vermoedt, nog meer onregel matigheden aan het licht brengen. Te Londen duurt de workslaking der koetsiers voort. Hier en daar werden cabswelke ondanks de weigering der koet siers om op de oude prijzen te bly ven werken, in dienst bleven, door de werkstakers omge worpen. De koetsier van een der cabs werd daarby ernstig gewond, zoodat hy naar het ziekenhuis moest worden vervoord. De eigenaars der hansom cabs weigeren den koetsiers, die 17 shillings huur betalen per dag, de vermindering van dezen buurprys met 3 sb., gelyk zy eischen, toe te staan. De koetsiers beweren dat zy, zelfs al werken zy 16 uren per dag, niet meer kunnen ver dienen dan 18 sh., maar de eigenaars hunner- zyds antwoordden dat zy hunne rytuigen voor geen lageren prys kunnen afstaan, vooral met het oog op het steeds duurder worden van haver en hooi en de concurrentie, welke den cabs wordt aangedaan door de omnibussen en spoortreinen. Het geheelo aantal der cabswelke to Lon den in gebruik zyn, wordt geschat op 10,000. Eenigen der verhuurders hebben de eischen der koetsiers ingewilligd, zoodat nog een klein gedeelte der cabs ter beschikking blyft. Deze cabs zyn echter door de werkstakers met een kenteeken gemerkt, want zy heb ben besloten alle rytuigen aan te houden, welker koetsiers nog tegen de oude pryzen mochten biyven ryden. Dat te Londen, waar de cabs eene zoo groote rol vervullen, het verkeer zeer belem merd wordt door hot plotseling verdwynen der cabsbehoeft geen betoog. De reizigers, die aan de stations aankomen, zyn nu zeer verlegen, want, behalve aan Eustonstation, waar de spoorweg-maatschappy hare eigen rytuigen heeft, zyn aan alle stations de cabs verdwenen. De werkstaking in Oostenryksch- Sileziö, welke reeds aanleiding gaf tot ernstige ongeregeldheden, zal vermoedeiyk dezer dagen worden bygelegd. In eene vergadering, welke de werkstakers te Ostrau hielden, werd door het comité medegedeeld dat de werkgevers niet voornemens zyn de gestelde eischen in te willigen. De stemming onder de werklie den was algemeen gunstig voor eene schik king. Men gelooft daarom dat de werkstaking spoedig zal eindigen. Te Milaan is ter eere van de tentoonstelling een wedstryd gehouden over een afstand van 530 kilometers, waaraan 114 wielryders deelnamen. De eerste prys werd behaald door den Italiaanschen ryder Sauli, die den afstand aflegde in 26*/4 uur. De tweede was Tesca, de derde Masetti. De wielryders moesten over Verona, Mantua, Reggio, Piacenza en Alexandria van Milaan naar Turyn ryden. Een der ryders, Molinari, stierf onderweg. Hy had zich te veel ingespannen en overleed onmiddellyk in de nabyheid van Verona. Uit Phoenix (Arizona) wordt gemeld dat twee Engelschen, de heeren Rogers en Macdonald, die naar zilvererts zochten, terwyl zy de woestyn te voet doortrokken, van dorst zyn omgekomen. De bekende teekenaar voor Duit- sche en Oostenryksche geïllustreerde tyd- schriften, Franz Kollarz, heeft zich en zyne drie zusters vergiftigd. Uit achtergelaten brieven bleek dat zy hut leed wilden vermyden afzonderiyk uit het leven te scheiden. Een van Curasao to Nieuw-York aangekomen passagier bevestigt de eerste berichten over de verwoestende uitwerking van de aardbeving in den staat Maracaïbo (Venezuela). De helft der inwoners van zes steden is gedood. In de kazerne van Merida zyn 160 soldaten omgekomen. Uit San-Salvador verneemt de „Herald", dat by eene ontsporing van een trein 300 personen gedood zouden zHn. Onder de reizigers bevond zich ook de president der republiek Salvador, generaal Czeta, die echter geen letsel bekwam. De anarchistische Fransche myn- werker Marlot is door de Parysche rechtbank wegens bedreiging met den dood tot zes maanden gevangenisstraf veroordeeld. Uit de Rechtszaal. Eene voor juristen ongetwyfeld hoogst be langryke quaestie kwam gisteren voor den Haagschen rechter. Op den 30sten Mei 1893 nl. werd door het daartoe bevoegde bestuur van Koudekerk schouw gehouden over verschillende kunst werken, gelegen in den zoogenaamden Heere weg, onder bovengenoemde gemeente, en aan de landbouwers C. O., J. O. en N. v. L., uit Hazerswoude, aangezegd eene brug in den Heereweg te doen repareeren en de leuning te doen verven, daartoe als eigenaren van den weg verplicht. Daaraan werd geen gevolg gegeven, evenmin b\i de herschouw, en zoo volgde eene dagvaarding voor het kantonge recht te Alfen, waar het O. M. de veroordee ling van de 3 beklaagden vorderde tot 2 geld boeten van f 3. By vonnis van den kantonrechter voornoemd werden echter beklaagden vrygesproken, van welke vryspraak het O. M. in hooger be roep kwam. Dientengevolge werd deze zaak gisteren voor de arrond.-rechtbank te 's-Gravenhage behandeld, alwaar beklaagden ontkenden tot het onderhoud van bedoelde brug verplicht te zyn. Deze voor het publiek weinig belang wekkende quaestie werd door beklaagden en hun verdediger, mr. Hengevelt, uitvoerig met kaarten toegelicht. De burgemeester van Koudekerk persis teerde by zyne verbalen, lichtte de zaak nog verder toe en bleef er by dat de beklaagden onderhoudsplichtigen van de meergenoemde brug waren, hetgeen de beklaagden weer even stellig ontkenden. De quaestie draaide eigenlyk hier omheen, dat de vroegere eigenaar van de perceelen, welke nu aan beklaagden toebehoorden, stil- zwygend steeds alle reparation aan de brug had doen uitvoeren, welke last tot onderhoud, by verkoop aan de nieuwe eigenaren thans beklaagden was opgelegd, hetgeen uit de koopakte zou biyken. Alvorens het O. M. conclusie nam, werd aan den verdediger gelegenheid gegeven zyne verdediging voor te dragen. Natuuriyk strekte diens conclusie evenals die van den kanton rechter te Alfen tot vryspraak, al kon hy zich niet met alle overwegingen van het vonnis des kantonrechters vereenigen. Uitvoerig werden door pleiter zyne beden kingen in het licht gesteld tegen de door den ambtenaar van het Openbaar Ministerie by het kantongerecht aangevoerde gronden. Zyns inziens moet worden aangetoond dat by pri vate overeenkomst de verplichting tot onder houd is opgelegd aan beklaagden en dan is zelfs de notariöele koopakte niet voldoende. Het wettig en overtuigend bewys voor den onderhoudsplicht van beklaagden is niet ge leverd en pleiter concludeerde dan ook als in den aanvang werd gezegd. Het O. M. by de rechtbank, waargenomen door mr. Van Buttingha Wichers, betoogende dat de onderhoudsplicht met den eigendom niets te maken heeft en alleen de grond is, waarop het opleggen van den onderhouds plicht steunt meende dat beklaagden door het bevoegd gezag tot onderhoudsplichtigen waren aangewezen en requireerde de veroor deeling van ieder der beklaagden tot 2 geld boeten van f 3. Na repliek van den ver^diger werd de uit spraak bepaald op over 14 dagen. De Belgische anarchisten. Uit Maastricht wordt gemeld dat in een hotel aldaar gedurende eenige dagen vertoefd heeft een persoon, wiens signalement vol komen beantwoordt aan dat van den door de Belgische justitie gezochten Russischen baron Ernest d'Ungern Stemberg, ook wel reizende onder den valschen naam van Cyprien Philippowitz, enz. Bedoelde persoon, die Fransch en Duitsch spreekt, kwam te Maastricht daags na de ont ploffing op de „Place St.-Jacques" te Luik en vertrok weder den dag vóór den aanslag op de woning van dr. Renson. Verder vermoedt men dat de anarchistische dreigbrieven, in Luik verspreid, op eene druk- kery te Maastricht zyn gedrukt. Op grond van de mededeelingen van den Duitschen anarchist Muller, die den aanslag tegen het huis van dr. Renson pleegde, zyn te Luik nog twee studenten in hechtenis genomen, die beiden in betrekking stonden tot Muller en den Rus Sternberg en die trouwens reeds onder verdenking stonden. De een, Arnold genaamd, is de zoon van een wape.ifabrikant; de ander, Leblanc, is student in de rechten. Zy bohooren beidon tot eene achtenswaardigo familie en hunne inhechtenis neming heeft dus veel sensatie gemaakt. Zy gingen beiden veel om met den Russi schen baron en waren trouwe bezoekers van de heiberg 7an Scblebach en de anarchistische vergaderingen. Dit was bekend en om die reden waren zy roeds voor den rechter van instructie geroepen, om te verklaren waar zy tydens den aanslag geweest waren. Zy konden toen voldoende hun alibi bowyzen. By eene huiszoeking ten hunnent zyn nu belangryke papieren gevonden. De instructie heeft reeds aan het licht gebracht, dat zy medeplichtig zyn aan do Luiksche aanslagen. Zy waron ten minste op de hoogte van de plannen van baron Sternberg, met wien zy eeno byeonkomst hebben gehad te Maastricht. Het moet zelfs gobleken zyn, dat zy het anarchistisch manifest inderdaad uit Maastricht hebben medegebracht en daarna in de wyk He de Commerce te Luik hebben verspreid. Arnold leefde sinds eenige jaren in onmin met zyne familie en liep geen college meer. Hy bewoonde eene kamer in een huis, waar ook baron Sternborg woonde. Hy is stil van aard; Leblanc daarentegen is opgewonden en twistziek, zoodat hy dikwyls uit koffiehuizon werd verwyderd. Leblanc heeft ten deele zyne medeplichtig heid aan de aanslagen reeds bekend. De Russische baron wordt yverig gezocht en ztjn portret is alom aan de politie verzonden. Zooals men weet, is ook uit de bekentenis van Muller gebleken dat de Rus werkeiyk by de aanslagen betrokken is geweest en dat hy zelfs de bommen heeft vervaardigd. Volgens de „Independance beige" zyn uit Nederland dezer dagen 20 kilogram dynamiet over de Belgische grenzen gesmokkeld. Eenige boambten der Nederlandsche politie bevinden zich te Luik, ten einde te onderzoeken of die bewering juist is. Verdwenen vrouwen. Men herinnert zich dat Maria Schmitz, eene der twee zoo geheimzinnig verdwenen vrouwen, eeno zuster had, met wie zy samenwoonde, toen zy kennis maakte met De Jong. Deze ongelukkige heeft zich het lot harer verdwenen zuster zoo aangetrokken, dat zy eene zenuwberoerte kreeg, waarvan zy niet weder herstelde. Do arme vrouw is Woensdag avond in het Gasthuis te Amsterdam over leden. BUITENLAND. Frankrijk. In de Kamer interpelleerde gisteren de heer Raiberti, de radicale afgevaardigde der Alpes- Maritimes, de regeering over de gedragslyn^ welke zy denkt te volgen ten opzichte van de circulaire, welke de pauselijke nuntius mgr. Ferrata aan de Fransche bisschoppen gezonden heeft, met betrekking tot dereken- plichtigheid der kerkgebouwen. De intorpellant beweerde dat de nuntius niet hot rechtheeft om de politieke gedragslyn voor de Fransche bisschoppen vast te stellen; tegenover eene dergelyke gezagaanmatiging moest de regeering handelend optreden. Nog andere sprekers ondersteunden den heer Raiberti; de afgevaardigde Cochin daar entegen verdedigde mgr. Ferrata. De socialist Jules Guesde richtte tot den minister van oorlog de vraag, waarom het leger had deelgenomen aan de feesten ter eere van Jeanne d'Arc. De minister-president Casimir-Pórier ant woordde dat de regeering geweigerd had, offi cieel deel te nemen aan de plechtigheid, maar dat de officieren verlof hadden ontvangen, de feesten by te wonen. Wat de circulaire van mgr. Ferrata betreft, de regeering had er reeds tegen geprotesteerd, omdat zy zulks niet kon goedkeuren, noch wat den vorm, noch wat den inhoud betreft. „Ik heb", zeide de minister, „er onzen gezant by den H. Stoel reeds over getelegrapheerd." Daarop las spreker een brief van den nuntius voor, waarin deze verklaart het verzenden der circulaire te betreuren en belooft dat het feit zich niet zal herhalen. De minister zeide dat de regeering genoegen nam met deze verklaring en het incident als afgeloopen beschouwde. Eene motie om zonder meer over te gaan tot de orde van den dag waarmede de regeering zich vereenigde werd met 334 tegen 142 stemmen aangenomen. Duiitsclil tinei. Het mynwerkers-congres te Berlyn is nog niet geëindigd. By de voortzetting der beraadslagingen, na het jongste geschil tusschen de Duitschers en de Engelschen, trad meer en meer de behoudende richting der Engelsche mynwer kers op den voorgrond. Wel is waar stemden ook de meeste Engelschen voor het voorstel van den Franschen gedelegeerde Calvignac tot invoering van den acht-uur-werkdag in de mynen, maar de minderheid der Engelsche mynwerkers protesteerde toch daartegen. De Engelsche mynwerker Young betoogde o. a. dat het verschil van klimaat, gesteld heid van den grond en dergelyke zaken het onmogelyk maakten om voor alle landen don werkdag op acht uren vast te stellen. Ook een der andere Engelsche gedelegeerden John ston liet zich in denzelfden geest uit. De meerderheid der congres-leden verklaarde zich echter tegen de Engelsche sprekers en nam het voorstel tot invoering van den acht uur-werkdag aan. Het aantal boekhandelaren te Berlijn is,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 2