N". 10499. Donderdag W IMei. A0. 1894. feze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van <§on- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Leiden, 16 Mei. Feuilleton. IN BLOEI CEKNAKT. DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden por 3 maanden. 1.10. Franco per posts 1*40. Afzonderlijke Nommors 0.05. PRIJS DER AD VERTERITEN Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootero letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten do stad wordt f 0.05 berekend. Eerste Blad. Hedenavond vergadert te 's-Gravenhage de liberale Kamerclub der Tweede Kamer. De gemeenteraad van Waddingeveen heeft in beginsel besloten de openbare school van het dorp noch te veranderen, noch te ver- grooten, maar in bet uiterste geval een deel der schoolgaande kinderen over te plaatsen naar de openbare school aan de Brug, waar genoeg ruimte is te vinden. Tot lid van het bestuur van den Wei- poortschen polder onder Bodegrave is herkozen de heer G. Verwey. Tot tegenschatters van het jaar 1894 1895 zijn te Waddingsveen benoemd de heeren A. v. d. Loo on C. Alblas. De heer P. Van Vliet, timmerman te Woubrugge, is, ingegaan het loopende dienst jaar 1894/95, benoemd tot 's Rijks schatter voor de belastingen op het personeel. Beroepen is b\j de Ned. Herv. gem. te Hummeloo de hoer C. Spoelstra, cand., terwijl op het zestal voor Harlingen voorkomt ds. Ruys, te Oegstgeest. Gisteravond hield de liberale kiesver- eeniging „De Grondwet", te 's Gravenhage, eene ledenvergadering, tot verkiezing van een candidaat bij do herstemming voor een lid der Tweodo Kamer aldaar. Na eene vrij leven dige discussie werd een voorstel om, nu her- stomd moet worden tusschen een katholiek, bestrijder van het ontwerp-Tak, en een liberalen voorstander van dat ontwerp, zich te onthouden van eene candidaatstelling, met groote meer derheid van stemmen verworpen. Alsnu werd met 44 van de 72 uitgebrachte stemmen tot candidaat geproclameerd mr. J. G. S. Bevers, terwijl 27 stemmen waren uit gebracht op den hoer J. M. Pfjnacker Hordijk en ééne stem in blanco was gelaten. Ds. D. J. Van Dijk Jz., eiland Wieringen, heeft bedankt voor hel beroep naar de Ned.- Herv. zendingsgemeento te Doetinchem, aan welke betrekking verbonden is het mede-direc teurschap der inrichtingen ter opleiding van predikant en geneesheer (Lukasstichting) te Dootinchem. Ds. F. Kampstra zal dezo betrekkingen nog blijven waarnemen totdat een opvolger ge vonden is. Op den lsten Pinksterdag woonden HH. MM. de Koninginnen met gevolg te Baarn de voormiddag-godsdienstoefening bi) onder leiding van ds. Meulebelt. Tot tekst was gekozen Hand. 2 vers 4a. Door wijlen mevrouw Slingsby van Hoven, geb. Rees, te Vucht overleden, is vermaakt, vry van rechtenAan het „Diaconessenhuis" te Amsterdam 2000, aan dat te 's-Gravenhage /"2000,aan de Amalia-Stichting" te 's-Hertogen- bosch ƒ2000, aan de vereeniging Dorcas" te Dordrecht ƒ2000, en aan de diaconie der Ned.- Herv. gemeente te Vucht ƒ1000. De door den gemeenteraad van Groningen vastgestelde regeling der exploitatie van hot te stichten nieuwe ziekenhuis, is door den minister van binnenlandsche zaken en door Ged. Staten der provincie goedgekeurd, zoodat nu tot het in orde brengen der bouwplannen zal worden overgegaan. Van de negen dames, te Loosdrecht ge kozen om deel uit te maken van de plaatse lijke schoolcommissie, hebben acht voor de opdracht bedankt Slechts ééne nam deze en dan nog onder zeker voorbehoud aan. Weer komt het bericht nu van Bel gische zijde van een bezoek van den Duit- schen keizer in Juni a. s. aan het Nederland- sche Hof. Weer is er natuurlijk sprake van huwelijksplannen voor de toekomst. Op 29 Mei a. s. herdenkt de heer Th. Van Schouwenburg, directeur van het Rijks- telegraafkantoor te Gouda, den dag, waarop bij 40 jaar geleden tot ambtenaar bij de telegraphie werd benoemd, waarvan hij 35 jaren te Gouda werkzaam was. „Een ambtenaar" deelt aan de „Haagsche Crt." mede, dat jhr. Beelaerts van Blokland herplaatst is als ambtenaar van justitie. Da delijk na de ontbinding der Tweede Kamer heeft hy weer aan den lessenaar plaats ge nomen. Eenigen tijd geleden vormden zich de heerenprof. dr. P. J. Blok, G. F. A. Carstens, mr. G. M. Doornbos, A. Feikema, mr. J. A. Feith, P. De Graaff, P. Hofstede de Groot, prof. dr. A. G. Van Hamel, H. Helder Pzn., A. J. P. Kuinders, H Pyttersen, mr. A. W. F. H. Sanger, J. Suringa, H. W. Fresemann Viëtor, P. J. Vos, allen te Groningen, op ver zoek van do „Vereeniging tot bevordering van vreemdelingenverkeer en voor volksvermaken" tot eene commissie ter viering van den ge denkdag der Reductie, d. i. der verovering van Groningen door prins Maurits in 1594. Ziende dat deze zaak by de bevolking der stad reeds dadeiyk sympathie wekte, besloot de commissie pogingen in het werk te stellen om dio viering op eene wyze, Groningen waardig, te doen plaats hebben. In eene op roeping aan de ingezetenen om steun en geldelijke bydragen, zegt de commissie o. a. het volgende: Enkelen harer loden werkten een plan tot feestviering uit, bestaande voornamelijk in het houden van een grooten historischen optocht, die „de zegenrijke gevolgen der Reductie voor Stad en Lande" zou voorstellen. Zegenryk waren die gevolgen in hooge mate. Van dat oogenblik af nam de dooreen langdurigen oorlogstoestand geknakte welvaart dor stad Groningen, zoowel als die van hare omgeving, met welke de hare zoo nauw samenhangt, zeer snel toe; de stad breidde zich binnen korten tyd aanzienlyk uit; de Veenkoloniën werden gesticht, de Dollard- landen ingepolderd; de stichting der hooge- school hing met het feest der verovering ten nauwste samen; scheepvaart en landbouw, handel en nyverheid, alles verhiel zich tot ongekenden bloei. Die „zegenryke gevolgen der Reductie" zyn een uiterst geschikt onderwerp om in een historischen optocht allegorisch te worden voorgesteld. Verscheidene vereenigingen hier ter stede hebben reeds hare medewerking by het vormen der groepen, waaruit die optocht zal bestaan, gereedelyk toegezegd. In de eerste plaats hebben de studenten der hoogeschool zich bereid verklaard om hunne gewone vyfjaarlyksche maskerade als zelfstandig centrum van den optocht te doen optreden. „De bloei der hoogeschool van 1614 1689" zal het onderwerp zyn van deze afdeeling, die schitterend belooft te worden. Niet minder indruk zullen by krachtige samenwerking de overige groepen kunnen maken; handel, landbouw, nyverheid,scheep vaart, kunsten en wetenschappen zullen door verschillende groepen worden voorgesteld met persoonlijke medewerking van tal van inge zetenen, o. a. van vele leden der laatste eere- wacht uit de burgery, by gelegenheid van het bezoek van HH. MM. opgetreden, van de vereeniging van handelaren, van de vereeniging „de Beurs," van tien redorykerskamers, ter- wyi van verscheidene andere algemeene toe zeggingen zyn ontvangen. In verband met de medewerking der studen ten heeft de commissie besloten den optocht te houden op den dag, door de studenten voor hunne maskerade vastgesteld, Woensdag den 19den September van dit jaar, torwyi de eigeniyke gedenkdag van het feit, Maandag den 23sten Juli, door eene feestviering van minder grootschen omvang zal worden hor- dacht. In zake de eedsquaestie van den semi- arts aan do universiteit te Amsterdam is door den minister beslist dat zijn verzoek, om eene belofte in plaats van oen eed af te leggen, is toegestaan. De Staatscourant van 16 dezer bevat de overeenkomst tot wederzydsche uitlevering van misdadigers, op 24 April 1893 tusschen Nederland en den Oranje Vrijstaat gesloten. De minister van marir- brengt ter kennis van belanghebbenden, dat dit jaar vier stu donten in do geneeskunde aan een der Neder- landsche Universiteiten kunnen worden aange nomen om voor rekening van hot departement van marine te worden opgeleid tot officier van gezondheid 2do kl. by de zeemacht, onder genot eener subsidie van f 7000, overeen komstig do bepalingen van het reglement, vastgesteld by koninklijk besluit van 6 Mei 1886 No. 41 en gewijzigd by koninklyk be sluit van 12 April 1889 No. 66. Belangheb benden kunnen zich, onder overlegging der stukken, bedoeld in gemeld reglement, by gezegeld request wenden tot den minister voornoemd. Het reglement voor de opleiding is vorkrygbaar by het departement van marine. Burgemeester Pyls te Maastricht is door den koning van België benoemd tot officier in de Leopoldsorde. Te Rotterdam is plotseling overleden de heer H. J. W. Van Meurs, uitgever van de „Rotterdam8cbe Courant." Te Rotterdam is, gelyk het plan was, gisteravond aan „Rotte's Mannenkoor", dat den eersten prys te Dusseldorf behaalde, een warme ontvangst bereid. Vergezeld van muziek waren de afgevaardigden van verschillende vereeni- g ugen in het station saamgekomen, waarna men in optocht naar den Doele ging, waar tot laat in den nacht de feestvreugde voort duurde. Het a cappella-koor onder leiding van den heer Dan. De Lange gaf gisteravond eene uitvoering te Londen. De correspondent aldaar van het „Hbl." seint dat het koor met geestdrift werd ont vangen en dat de Nederlandsche gezant baron Van Goltstein de uitvoering bywoonde. Door de arr.-rechtbank te Dordrecht is, ter vervulling van de vacature van kanton rechter te Oud-Beierland, opgemaakt de na volgende alphabetische lyst van aanbeveling: mr. P. L. Moens, kantonrechter te Dokkum; mr. J. C. Van Briel Sasse, griffier by het kantongerecht te Zaandam, en mr. P. H. Smits, substituut griffier by de arr.-rechtbank te '8-Hertogenbosch. By koninklyk besluit zyn benoemd tot vaste opzichters van den Rykswaterstaat: lste klasse de heeren: J. L. Weys, W. C. Van Veen, F. J. M. Bourdrez, J. C. Dirks, C. Hanke, Th. Heyblom, F. Raadraan, D. Van dor Werf, F. J. H. Pommóe, S. M. C. P. Breukel, C. Spoon Az., J. Van Kluyve, P. B. Weehuizen, H. Baerents, J. E. Dieden, J. C. Mann, A. Hollestolle, W. Van Enst B Jzn., A. J. Augus tijn, J. G. Gruttorink, L. Koot, H. J. Weehui zen, G. J. E. La Fontyn, J. B. GreeneD, C. Brauns. 2de klasse de heeren: B. Koldenhof, J. P. Van Balgooy, J. Massink Gz., H. Boeree, C. J. Van Sluys, J. Haringx, S. Klaassen, C. Clau sing, W. P. Stratingh, P. J. M. Van der Ven, M. S. Lugten, H. De Kiewit, H. Schreuder, D. L. A. Van do Kreke, H. Portheine, J. Van Enst, J. Bos, D. Baars, D. Lfisen Pz., A. D. G. Ten Doesschate, J. K. Messer, A. Oddens, J. A. Jelgersma, C. M. Ritmeester, L. Kuiler. 3do klasse de heeren: L. Kooroman, A. Van Bloois, N. Visser, J. Kooreman, J. C. Baumann, J. Do Vries, A. Pateer, G. H. Vroeg, L. M. Brouwer, P. De Rondo, L. W. Van der Made, J. Boutorse, A. N. Wind, A. Kooreman, S. S. Hoogterp, J. G. Thiimer, J. Schol, J. I. Bul- kens, W. Van Langeveld, W. Ten Bosch, H. O. Weenink, A. Kooreman, A. Maas, L. J. Blankenbijl, J. N. O. Mink. 4de klasse de heeren: J. Venema, P. R. Kok, J. K. De Masier, J. C. Winterwerp Cz., H. Bokma, T. E. Artes, W. C. Van der Beeke, F. W. K. De Klerk, H. Dykstra, P. Schotel, O. Lofvers, D. Manintveld, M. H. A. Straater, D. J. De Jongh, C. E. Enthoven, H. Scholtens, J. Beukelman, M. in 't Hout, H. Wind, J. Kooreman, A. Vreugdenhil, A. A. Benders, A. Nieuwland, M. F. Oortgysen, C. De Kiewit. De jaarwedden zyn bepaald: voor die van de lste kl op ƒ1800, voor die van de2dokl. op ƒ1500, voor die van de 3de kl. op 1200, voor die van de 4de kl. op ƒ1000. Deze bedragen strekken als grondslagen voor de bydragen voor pensioen. Het Nederlandsch Landhouw-Comitó hield gisteren eooo vergadering in het Gebouw van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, onder leiding van den voorzitter van het Comité, den heer H. F. Bultman, die hulde en dank bracht aan den afgetreden voorzitter mr. C. J. Sickesz, tevens te kennen gevende, dat hy den weg, tot dusver ingeslagen, zou biy ven bowandelen, daarby een beroep doende op aller medowerking en steun. Na opening der vergadering door den voor zitter, wordt door dezen o. a. medegedeeld dat a. de minister van oorlog hot advies heeft gevraagd van het Comité omtrent de voor waarden van aanbesteding van het leveren van fourage voor do troepen te paard. Hieromtrent is door den voorzitter eone commissie benoemd, welko eon rapport over dit onderwerp zal uitbrengen en byna hiermede gereed is. b. De minister van waterstaat in overleg met zijn ambtgenoot van justitie heeft ge vraagd om opgaven van personen, geschikt om benoemd te worden tot onbezoldigd rijks veldwachter tot be3tryding van de knoeieryen in den boterbandel. Aan do leden van het Comité is opgave van geschikte personen gevraagd. Op verzoek van eenige leden gaf de voor zitter nadere inlichtingen omtrent den werk kring der bedoelde beambten, die voor elke geconstateerde vervalschmg f 1 belooning zullen ontvangen, onafhankelijk van de vraag of er eene veroordeeling zal volgen. Daartegenover staat dat voor elk genomen monster, door het proefstation deugdelijk bevonden, geene bekeuringsbelooning wordt uitgereikt. De voorzitter lichtte de bedoeling van den maatregel nog nader toe. Aanvankelijk be staat het plan bet onderzoek in beperkten kring door onbezoldigde ryksveldwachtors te doen houden in afwachting later van één of meer ambtelijke inspecteurs. Met de beschouwing dos voorzitters, dat door aanatolling tot onbezoldigd ryksveldwach- ter voldaan word aan het verlangen van het Landbouwcomité, kon men zich niet vereeni gen en dezerzyds was men wel ingenomen met het toevertrouwen van de naleving der wet aan particuliere personen, waar do Regee ring geroepen ia zelve te zorgen voor de handhaving der wetten door middel van hare eigen ambtenaren, in deze de gevraagde inspecteurs. Daartoe antwoordde do voorzitter - ia wijziging der Boterwet noodig en in afwach ting daarvan moesten andere hulpmiddelen, na de aanstelling van deskundigen, niet wor den verworpen. Nadat hierover nog vorder van gedachten gewisseld was, waarin men deed uitkomen dat de hoofdreden voor dezen maatregel vooral was het verkrygen van ontwikkelde personen, meer bekend met het Botervak dan de politie agenten, en do wenschelykheid om de des kundigen gelykmatig over het land te ver krijgen, ten einde eene zuivere statistiek te erlangen, werd, met het oog op het verschil van gevoelen over de toereikendheid der be looning, voorgesteld daaromtrent nadere in lichtingen aan de Regeering to vragen. Besloton word voort te gaan met het opgeven van persocon, geschikt om te worden aan- 85) „Op den dag, nadat Uwe Hoogheid ver trokken was," antwoordde de bediende, „kwam de kamerdienaar van graaf Von Stenwerck. Deze vertoonde ons een brief met het bevel van Uwe Hoogheid, om de kindermeid met de kinderen, met het op hen wachtende rijtuig, naar hun grootvader te laten vertrekken. W6 dachten niet anders, dan dat wij naar den wensch van Uwe Hoogheid handelden." „Ik weet van niets," zeide Von Sehnwitz ontsteld, zonder op Huida's ongeduldige be wegingen te letten. „Zoudt ge mU wel eens naar myne ver trekken willen geleiden?" zeide deze, onte vreden dat van de nieuwe burchtvrouw zoo weinig notitie werd genomen. ,Ge hebt gelijk," antwoordde Von Sehnwitz, en zich daarop tot den bediende wendend, vervolgde hij: „Ga gij nu maar heen!" H(j bood daarop Hulda den arm, terwijl hy met allo macht zyne ergernis over hare onverschilligheid omtrent het verdwynen der kinderen trachtte te bedwingen. Hy geleidde haar daarop naar boven en zeide: „Ik zal uwe kamenier hier roepen; zy zal u uwe vertrekken, die in den rechtervleugel van het slot gelegen zyn, aanwezen." Wat zegt ge." zeide Hulda verbaasd, „ik dacht dat de slaapvertrekken alle in den linkervleugel van het slot waren „Vroeger was dat zoo," antwoorddo Von Sehnwitz koel, „maar ik heb nu aldaar vier vertrekken tot uw gebruik laten inrichten; wanneer dat niet voldoende is, dan kunt go de torenkamers aan die zyde er by kragen." En met eene beleefde, maar koele buiging verwyderde hy zich. Daarop begaf hy zich naar de bibliotheek en schreef een brief aan zyn schoonvader, waarin hy hem beval onmiddeliyk de beide kinderen terug te zenden. Hy liet don brief door oen vertrouwden dienaar naar den graaf brengen, met het bevel, niet dan vergezeld van de knapen terug te komen. Hy bracht den verderen dag in eene zeer treurige stemming door. Hy had zich zoo verheugd zyne beide jongens weder te zien en nu Toen hy aan tafel gezeten was, ergerde hy zich over denukken en grillen van Ludwig. Hulda verdroeg met een or.uitputteiyk geduld de booze kuren van het kind, en hoewel hare oogen vol tranen stonden door smart over de koele ontvangst, haar te beurt gevallen, deed zy haar best dit niet aan Von Sehnwitz te toonen. Toen de avond gekomen was en de ondraag- ïyke onrust over zyne jongens hem te machtig werd, verliet hy, onder het voorwendsel van zich onwel te gevoelen, de zaal, die hy tot huisvertrek ingör cht had. Hy snelde naar zyne kamer, wierp het raam open, zotte zich aan het venster neer en staarde zuchtend voor zich uit. Alles bloeide en geurde, maar hy had goen oog voor bet schoone tafereel, dat hy aan schouwde. Zyn blik richtte zich op den ry weg, en hoewel hy zeer goed begreep dat zyne jongens in do eerste uren nog niet konden komen, verbeeldde by zich telkens hoefge trappel te hooren naderen. Toen hy bet dorpsklokje acht uren hoorde slaan, werd het raam op Huida's kamer ge opend en eene drenzerige kinderstem ver stoorde de kalmte van do omgeving. Daarop begon Hulda een eentonig lied te zingen, maar het kind schreido al moer en meer. Eindoiyk verloor de moeder blykbaar haar geduldzy knorde en werd driftig, en dat maakte dun jongen nog meer van streek. Von Sehnwitz hoorde alles met een gevoel van weerzin aan; hoe geheel anders behan delde Laura hare kinderon! Hy dacht aan hetgeen was en wat had kunnen zyn, en de storke man weende als een kind. Te middernacht begaf hy zich tor ruste, maar hy kon den slaap niet vatten. Nadat de dag aangebroken was, wandelde hy een eind den weg op. Zou er dan nog niets komen? Toen de bel voor het ontbyt luidde en hy Hulda reeds aanwezig vond, wenschte hy haar op koelen toon goeden morgen. Hy lette niet op de sporen van tranen, die duideiyk op haar gelaat zichtbaar waren; hy dacht aan niets dan aan de komst van Adelbert en Otto. Nadat het ontbyt afgeloopen was, liep hy weer in het park heen en weer, maar hy kon naar zyn zin met ver genoeg op den weg zien, daar het geboomte hem het uit zicht belette. Dan maar naar den toren, bier kreeg by wat meer rust, want hy zag eene stofwolk in het verschiet opstuiven en vernam paardgetrappel, dat uit de verte weerklonk; hy snelde naar beneden en begroette eon oogenblik later de beide jongens, die met een vreugdekreet hun vader in de armen vlogen. „Papa, lieve papa," nepen Adelbert en Otto, en zonder op de nieuwe mama te letten, troonden zy hun vader mode om hem het speelgoed, dat zy van hun grootvader gekregen hadden, te laten zien. De vreugdetranen stonden Von Sehnwitz in do oogen en een dankbaar gevoel door stroomde hem by de gedachte, dat by toch niet geheel verlaten was. Hulda had zwyger.d het lief tooneeltje gadegeslagen. Zy hield Ludwig aan de hand en deze staarde verbaasd naar do belde hem vreemde kinderen. „Komt, jongens," zeide Von Sehnwitz, toen de beide kleine ventjes niet ophielden hem te kussen, „komt, nu is het genoeg; ziet, ik heb een broertje voor jelui medegebracht. Gaat hem nu eens spoedig een handje geven." Ludwig zag schuw om zich heen en klemde de hand van zyne moeder vaster in de zyne. Hulda trad op de beide jongens toe en kuste hen hartelyk. Zy hoopte, door liefde aan de kinderen te betoonen, den verloren weg tot Von Sehnwitz's hart te zullen wedervindenl Toen deze bemerkte dat de drie jongens tevreden met elkander aan het spelen waren, ging hy naar zyne kamer en opende den brief, dien zyn schoonvader don bediende medegegeven had. Do inhoud was als volgt: „Von Sebnwilzl De reden, dal ik uwe kinderon tot my deed komen, was niet dal ik uw vadorlyken rechten te kort wilde doen, maar alleen om u op de proef te stellen. Ge bebt myne waarschuwing 6n bedreiging getrotseerd, ge hebt uw deel gekozen; van nu af besta ik niet meer voor u. De gevolgen, die uwe daad na zich zal slepen, zullen niet uitblyvon. Hoe kan eene vrouw, die zich zoodanig vorgeten beeft, eene goede moeder en op voedster zyn? Hebt go dit wel van te voren overwogen? Al beschouw ik u niet meer als myn zoon, daarom zal ik niet ophouden over Adelbert en Otto te waken. Ik behoud my bet rocht voor, ieder jaar de kinderen voor eenige weken ten mynent te zien. Ge kunt my dit niet weigeren. Adelbert graaf Von Stenwerck." Von Sehnwitz haalde na het lezen van dezen brief de schouders op en zuchtte. XLVI In plaats van zich na zyn huweiyk ruscij te govoolon, dewyl hy, naar hy meende, zyn plicht gedaan had, werd Von Sehnwits met den dag ongeduriger en meer wrovelig gestemd. (Wordf vorwigd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 1