N". 10499.
Donderdag W IMei.
A0. 1894.
feze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van <§on- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Leiden, 16 Mei.
Feuilleton.
IN BLOEI CEKNAKT.
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden por 3 maanden. 1.10.
Franco per posts 1*40.
Afzonderlijke Nommors 0.05.
PRIJS DER AD VERTERITEN
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootero
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten do stad
wordt f 0.05 berekend.
Eerste Blad.
Hedenavond vergadert te 's-Gravenhage de
liberale Kamerclub der Tweede Kamer.
De gemeenteraad van Waddingeveen heeft
in beginsel besloten de openbare school van
het dorp noch te veranderen, noch te ver-
grooten, maar in bet uiterste geval een deel
der schoolgaande kinderen over te plaatsen
naar de openbare school aan de Brug, waar
genoeg ruimte is te vinden.
Tot lid van het bestuur van den Wei-
poortschen polder onder Bodegrave is herkozen
de heer G. Verwey.
Tot tegenschatters van het jaar 1894
1895 zijn te Waddingsveen benoemd de heeren
A. v. d. Loo on C. Alblas.
De heer P. Van Vliet, timmerman te
Woubrugge, is, ingegaan het loopende dienst
jaar 1894/95, benoemd tot 's Rijks schatter
voor de belastingen op het personeel.
Beroepen is b\j de Ned. Herv. gem. te
Hummeloo de hoer C. Spoelstra, cand., terwijl
op het zestal voor Harlingen voorkomt ds.
Ruys, te Oegstgeest.
Gisteravond hield de liberale kiesver-
eeniging „De Grondwet", te 's Gravenhage,
eene ledenvergadering, tot verkiezing van een
candidaat bij do herstemming voor een lid
der Tweodo Kamer aldaar. Na eene vrij leven
dige discussie werd een voorstel om, nu her-
stomd moet worden tusschen een katholiek,
bestrijder van het ontwerp-Tak, en een liberalen
voorstander van dat ontwerp, zich te onthouden
van eene candidaatstelling, met groote meer
derheid van stemmen verworpen.
Alsnu werd met 44 van de 72 uitgebrachte
stemmen tot candidaat geproclameerd mr. J.
G. S. Bevers, terwijl 27 stemmen waren uit
gebracht op den hoer J. M. Pfjnacker Hordijk
en ééne stem in blanco was gelaten.
Ds. D. J. Van Dijk Jz., eiland Wieringen,
heeft bedankt voor hel beroep naar de Ned.-
Herv. zendingsgemeento te Doetinchem, aan
welke betrekking verbonden is het mede-direc
teurschap der inrichtingen ter opleiding van
predikant en geneesheer (Lukasstichting) te
Dootinchem.
Ds. F. Kampstra zal dezo betrekkingen nog
blijven waarnemen totdat een opvolger ge
vonden is.
Op den lsten Pinksterdag woonden HH.
MM. de Koninginnen met gevolg te Baarn de
voormiddag-godsdienstoefening bi) onder leiding
van ds. Meulebelt. Tot tekst was gekozen
Hand. 2 vers 4a.
Door wijlen mevrouw Slingsby van Hoven,
geb. Rees, te Vucht overleden, is vermaakt,
vry van rechtenAan het „Diaconessenhuis"
te Amsterdam 2000, aan dat te 's-Gravenhage
/"2000,aan de Amalia-Stichting" te 's-Hertogen-
bosch ƒ2000, aan de vereeniging Dorcas" te
Dordrecht ƒ2000, en aan de diaconie der Ned.-
Herv. gemeente te Vucht ƒ1000.
De door den gemeenteraad van Groningen
vastgestelde regeling der exploitatie van hot te
stichten nieuwe ziekenhuis, is door den minister
van binnenlandsche zaken en door Ged. Staten
der provincie goedgekeurd, zoodat nu tot het
in orde brengen der bouwplannen zal worden
overgegaan.
Van de negen dames, te Loosdrecht ge
kozen om deel uit te maken van de plaatse
lijke schoolcommissie, hebben acht voor de
opdracht bedankt Slechts ééne nam deze en
dan nog onder zeker voorbehoud aan.
Weer komt het bericht nu van Bel
gische zijde van een bezoek van den Duit-
schen keizer in Juni a. s. aan het Nederland-
sche Hof. Weer is er natuurlijk sprake van
huwelijksplannen voor de toekomst.
Op 29 Mei a. s. herdenkt de heer Th.
Van Schouwenburg, directeur van het Rijks-
telegraafkantoor te Gouda, den dag, waarop
bij 40 jaar geleden tot ambtenaar bij de
telegraphie werd benoemd, waarvan hij 35
jaren te Gouda werkzaam was.
„Een ambtenaar" deelt aan de „Haagsche
Crt." mede, dat jhr. Beelaerts van Blokland
herplaatst is als ambtenaar van justitie. Da
delijk na de ontbinding der Tweede Kamer
heeft hy weer aan den lessenaar plaats ge
nomen.
Eenigen tijd geleden vormden zich de
heerenprof. dr. P. J. Blok, G. F. A. Carstens,
mr. G. M. Doornbos, A. Feikema, mr. J. A.
Feith, P. De Graaff, P. Hofstede de Groot,
prof. dr. A. G. Van Hamel, H. Helder Pzn.,
A. J. P. Kuinders, H Pyttersen, mr. A. W.
F. H. Sanger, J. Suringa, H. W. Fresemann
Viëtor, P. J. Vos, allen te Groningen, op ver
zoek van do „Vereeniging tot bevordering van
vreemdelingenverkeer en voor volksvermaken"
tot eene commissie ter viering van den ge
denkdag der Reductie, d. i. der verovering
van Groningen door prins Maurits in 1594.
Ziende dat deze zaak by de bevolking der
stad reeds dadeiyk sympathie wekte, besloot
de commissie pogingen in het werk te stellen
om dio viering op eene wyze, Groningen
waardig, te doen plaats hebben. In eene op
roeping aan de ingezetenen om steun en
geldelijke bydragen, zegt de commissie o. a.
het volgende:
Enkelen harer loden werkten een plan tot
feestviering uit, bestaande voornamelijk in het
houden van een grooten historischen optocht,
die „de zegenrijke gevolgen der Reductie voor
Stad en Lande" zou voorstellen.
Zegenryk waren die gevolgen in hooge
mate. Van dat oogenblik af nam de dooreen
langdurigen oorlogstoestand geknakte welvaart
dor stad Groningen, zoowel als die van hare
omgeving, met welke de hare zoo nauw
samenhangt, zeer snel toe; de stad breidde
zich binnen korten tyd aanzienlyk uit; de
Veenkoloniën werden gesticht, de Dollard-
landen ingepolderd; de stichting der hooge-
school hing met het feest der verovering ten
nauwste samen; scheepvaart en landbouw,
handel en nyverheid, alles verhiel zich tot
ongekenden bloei.
Die „zegenryke gevolgen der Reductie" zyn
een uiterst geschikt onderwerp om in een
historischen optocht allegorisch te worden
voorgesteld. Verscheidene vereenigingen hier
ter stede hebben reeds hare medewerking by
het vormen der groepen, waaruit die optocht
zal bestaan, gereedelyk toegezegd.
In de eerste plaats hebben de studenten
der hoogeschool zich bereid verklaard om
hunne gewone vyfjaarlyksche maskerade als
zelfstandig centrum van den optocht te doen
optreden. „De bloei der hoogeschool van
1614 1689" zal het onderwerp zyn van deze
afdeeling, die schitterend belooft te worden.
Niet minder indruk zullen by krachtige
samenwerking de overige groepen kunnen
maken; handel, landbouw, nyverheid,scheep
vaart, kunsten en wetenschappen zullen door
verschillende groepen worden voorgesteld met
persoonlijke medewerking van tal van inge
zetenen, o. a. van vele leden der laatste eere-
wacht uit de burgery, by gelegenheid van
het bezoek van HH. MM. opgetreden, van de
vereeniging van handelaren, van de vereeniging
„de Beurs," van tien redorykerskamers, ter-
wyi van verscheidene andere algemeene toe
zeggingen zyn ontvangen.
In verband met de medewerking der studen
ten heeft de commissie besloten den optocht
te houden op den dag, door de studenten voor
hunne maskerade vastgesteld, Woensdag den
19den September van dit jaar, torwyi de
eigeniyke gedenkdag van het feit, Maandag
den 23sten Juli, door eene feestviering van
minder grootschen omvang zal worden hor-
dacht.
In zake de eedsquaestie van den semi-
arts aan do universiteit te Amsterdam is door
den minister beslist dat zijn verzoek, om eene
belofte in plaats van oen eed af te leggen, is
toegestaan.
De Staatscourant van 16 dezer bevat de
overeenkomst tot wederzydsche uitlevering
van misdadigers, op 24 April 1893 tusschen
Nederland en den Oranje Vrijstaat gesloten.
De minister van marir- brengt ter kennis
van belanghebbenden, dat dit jaar vier stu
donten in do geneeskunde aan een der Neder-
landsche Universiteiten kunnen worden aange
nomen om voor rekening van hot departement
van marine te worden opgeleid tot officier
van gezondheid 2do kl. by de zeemacht, onder
genot eener subsidie van f 7000, overeen
komstig do bepalingen van het reglement,
vastgesteld by koninklijk besluit van 6 Mei
1886 No. 41 en gewijzigd by koninklyk be
sluit van 12 April 1889 No. 66. Belangheb
benden kunnen zich, onder overlegging der
stukken, bedoeld in gemeld reglement, by
gezegeld request wenden tot den minister
voornoemd. Het reglement voor de opleiding
is vorkrygbaar by het departement van marine.
Burgemeester Pyls te Maastricht is door
den koning van België benoemd tot officier
in de Leopoldsorde.
Te Rotterdam is plotseling overleden de
heer H. J. W. Van Meurs, uitgever van de
„Rotterdam8cbe Courant."
Te Rotterdam is, gelyk het plan was,
gisteravond aan „Rotte's Mannenkoor", dat den
eersten prys te Dusseldorf behaalde, een warme
ontvangst bereid. Vergezeld van muziek waren
de afgevaardigden van verschillende vereeni-
g ugen in het station saamgekomen, waarna
men in optocht naar den Doele ging, waar
tot laat in den nacht de feestvreugde voort
duurde.
Het a cappella-koor onder leiding van
den heer Dan. De Lange gaf gisteravond eene
uitvoering te Londen.
De correspondent aldaar van het „Hbl."
seint dat het koor met geestdrift werd ont
vangen en dat de Nederlandsche gezant baron
Van Goltstein de uitvoering bywoonde.
Door de arr.-rechtbank te Dordrecht is,
ter vervulling van de vacature van kanton
rechter te Oud-Beierland, opgemaakt de na
volgende alphabetische lyst van aanbeveling:
mr. P. L. Moens, kantonrechter te Dokkum;
mr. J. C. Van Briel Sasse, griffier by het
kantongerecht te Zaandam, en mr. P. H.
Smits, substituut griffier by de arr.-rechtbank
te '8-Hertogenbosch.
By koninklyk besluit zyn benoemd tot
vaste opzichters van den Rykswaterstaat:
lste klasse de heeren: J. L. Weys, W. C.
Van Veen, F. J. M. Bourdrez, J. C. Dirks,
C. Hanke, Th. Heyblom, F. Raadraan, D. Van
dor Werf, F. J. H. Pommóe, S. M. C. P. Breukel,
C. Spoon Az., J. Van Kluyve, P. B. Weehuizen,
H. Baerents, J. E. Dieden, J. C. Mann, A.
Hollestolle, W. Van Enst B Jzn., A. J. Augus
tijn, J. G. Gruttorink, L. Koot, H. J. Weehui
zen, G. J. E. La Fontyn, J. B. GreeneD, C.
Brauns.
2de klasse de heeren: B. Koldenhof, J. P.
Van Balgooy, J. Massink Gz., H. Boeree, C. J.
Van Sluys, J. Haringx, S. Klaassen, C. Clau
sing, W. P. Stratingh, P. J. M. Van der Ven,
M. S. Lugten, H. De Kiewit, H. Schreuder,
D. L. A. Van do Kreke, H. Portheine, J. Van
Enst, J. Bos, D. Baars, D. Lfisen Pz., A. D.
G. Ten Doesschate, J. K. Messer, A. Oddens,
J. A. Jelgersma, C. M. Ritmeester, L. Kuiler.
3do klasse de heeren: L. Kooroman, A. Van
Bloois, N. Visser, J. Kooreman, J. C. Baumann,
J. Do Vries, A. Pateer, G. H. Vroeg, L. M.
Brouwer, P. De Rondo, L. W. Van der Made,
J. Boutorse, A. N. Wind, A. Kooreman, S. S.
Hoogterp, J. G. Thiimer, J. Schol, J. I. Bul-
kens, W. Van Langeveld, W. Ten Bosch, H.
O. Weenink, A. Kooreman, A. Maas, L. J.
Blankenbijl, J. N. O. Mink.
4de klasse de heeren: J. Venema, P. R.
Kok, J. K. De Masier, J. C. Winterwerp Cz.,
H. Bokma, T. E. Artes, W. C. Van der Beeke,
F. W. K. De Klerk, H. Dykstra, P. Schotel,
O. Lofvers, D. Manintveld, M. H. A. Straater,
D. J. De Jongh, C. E. Enthoven, H. Scholtens,
J. Beukelman, M. in 't Hout, H. Wind, J.
Kooreman, A. Vreugdenhil, A. A. Benders,
A. Nieuwland, M. F. Oortgysen, C. De Kiewit.
De jaarwedden zyn bepaald: voor die van
de lste kl op ƒ1800, voor die van de2dokl.
op ƒ1500, voor die van de 3de kl. op 1200,
voor die van de 4de kl. op ƒ1000.
Deze bedragen strekken als grondslagen
voor de bydragen voor pensioen.
Het Nederlandsch Landhouw-Comitó
hield gisteren eooo vergadering in het Gebouw
van de Eerste Kamer der Staten-Generaal,
onder leiding van den voorzitter van het
Comité, den heer H. F. Bultman, die hulde
en dank bracht aan den afgetreden voorzitter
mr. C. J. Sickesz, tevens te kennen gevende,
dat hy den weg, tot dusver ingeslagen, zou
biy ven bowandelen, daarby een beroep doende
op aller medowerking en steun.
Na opening der vergadering door den voor
zitter, wordt door dezen o. a. medegedeeld dat
a. de minister van oorlog hot advies heeft
gevraagd van het Comité omtrent de voor
waarden van aanbesteding van het leveren
van fourage voor do troepen te paard.
Hieromtrent is door den voorzitter eone
commissie benoemd, welko eon rapport over
dit onderwerp zal uitbrengen en byna hiermede
gereed is.
b. De minister van waterstaat in overleg
met zijn ambtgenoot van justitie heeft ge
vraagd om opgaven van personen, geschikt
om benoemd te worden tot onbezoldigd rijks
veldwachter tot be3tryding van de knoeieryen
in den boterbandel. Aan do leden van het
Comité is opgave van geschikte personen
gevraagd.
Op verzoek van eenige leden gaf de voor
zitter nadere inlichtingen omtrent den werk
kring der bedoelde beambten, die voor elke
geconstateerde vervalschmg f 1 belooning
zullen ontvangen, onafhankelijk van de vraag
of er eene veroordeeling zal volgen.
Daartegenover staat dat voor elk genomen
monster, door het proefstation deugdelijk
bevonden, geene bekeuringsbelooning wordt
uitgereikt.
De voorzitter lichtte de bedoeling van den
maatregel nog nader toe. Aanvankelijk be
staat het plan bet onderzoek in beperkten
kring door onbezoldigde ryksveldwachtors te
doen houden in afwachting later van één of
meer ambtelijke inspecteurs.
Met de beschouwing dos voorzitters, dat
door aanatolling tot onbezoldigd ryksveldwach-
ter voldaan word aan het verlangen van het
Landbouwcomité, kon men zich niet vereeni
gen en dezerzyds was men wel ingenomen
met het toevertrouwen van de naleving der
wet aan particuliere personen, waar do Regee
ring geroepen ia zelve te zorgen voor de
handhaving der wetten door middel van hare
eigen ambtenaren, in deze de gevraagde
inspecteurs.
Daartoe antwoordde do voorzitter - ia
wijziging der Boterwet noodig en in afwach
ting daarvan moesten andere hulpmiddelen,
na de aanstelling van deskundigen, niet wor
den verworpen.
Nadat hierover nog vorder van gedachten
gewisseld was, waarin men deed uitkomen
dat de hoofdreden voor dezen maatregel vooral
was het verkrygen van ontwikkelde personen,
meer bekend met het Botervak dan de politie
agenten, en do wenschelykheid om de des
kundigen gelykmatig over het land te ver
krijgen, ten einde eene zuivere statistiek te
erlangen, werd, met het oog op het verschil
van gevoelen over de toereikendheid der be
looning, voorgesteld daaromtrent nadere in
lichtingen aan de Regeering to vragen.
Besloton word voort te gaan met het opgeven
van persocon, geschikt om te worden aan-
85)
„Op den dag, nadat Uwe Hoogheid ver
trokken was," antwoordde de bediende, „kwam
de kamerdienaar van graaf Von Stenwerck.
Deze vertoonde ons een brief met het bevel
van Uwe Hoogheid, om de kindermeid met
de kinderen, met het op hen wachtende rijtuig,
naar hun grootvader te laten vertrekken.
W6 dachten niet anders, dan dat wij naar
den wensch van Uwe Hoogheid handelden."
„Ik weet van niets," zeide Von Sehnwitz
ontsteld, zonder op Huida's ongeduldige be
wegingen te letten.
„Zoudt ge mU wel eens naar myne ver
trekken willen geleiden?" zeide deze, onte
vreden dat van de nieuwe burchtvrouw zoo
weinig notitie werd genomen.
,Ge hebt gelijk," antwoordde Von Sehnwitz,
en zich daarop tot den bediende wendend,
vervolgde hij:
„Ga gij nu maar heen!"
H(j bood daarop Hulda den arm, terwijl
hy met allo macht zyne ergernis over hare
onverschilligheid omtrent het verdwynen der
kinderen trachtte te bedwingen.
Hy geleidde haar daarop naar boven en
zeide:
„Ik zal uwe kamenier hier roepen; zy zal
u uwe vertrekken, die in den rechtervleugel
van het slot gelegen zyn, aanwezen."
Wat zegt ge." zeide Hulda verbaasd, „ik
dacht dat de slaapvertrekken alle in den
linkervleugel van het slot waren
„Vroeger was dat zoo," antwoorddo Von
Sehnwitz koel, „maar ik heb nu aldaar vier
vertrekken tot uw gebruik laten inrichten;
wanneer dat niet voldoende is, dan kunt go
de torenkamers aan die zyde er by kragen."
En met eene beleefde, maar koele buiging
verwyderde hy zich.
Daarop begaf hy zich naar de bibliotheek
en schreef een brief aan zyn schoonvader,
waarin hy hem beval onmiddeliyk de beide
kinderen terug te zenden. Hy liet don brief
door oen vertrouwden dienaar naar den graaf
brengen, met het bevel, niet dan vergezeld
van de knapen terug te komen.
Hy bracht den verderen dag in eene zeer
treurige stemming door. Hy had zich zoo
verheugd zyne beide jongens weder te zien
en nu
Toen hy aan tafel gezeten was, ergerde
hy zich over denukken en grillen van Ludwig.
Hulda verdroeg met een or.uitputteiyk geduld
de booze kuren van het kind, en hoewel hare
oogen vol tranen stonden door smart over
de koele ontvangst, haar te beurt gevallen,
deed zy haar best dit niet aan Von Sehnwitz
te toonen.
Toen de avond gekomen was en de ondraag-
ïyke onrust over zyne jongens hem te machtig
werd, verliet hy, onder het voorwendsel van
zich onwel te gevoelen, de zaal, die hy tot
huisvertrek ingör cht had. Hy snelde naar zyne
kamer, wierp het raam open, zotte zich aan
het venster neer en staarde zuchtend voor
zich uit.
Alles bloeide en geurde, maar hy had goen
oog voor bet schoone tafereel, dat hy aan
schouwde. Zyn blik richtte zich op den ry weg,
en hoewel hy zeer goed begreep dat zyne
jongens in do eerste uren nog niet konden
komen, verbeeldde by zich telkens hoefge
trappel te hooren naderen.
Toen hy bet dorpsklokje acht uren hoorde
slaan, werd het raam op Huida's kamer ge
opend en eene drenzerige kinderstem ver
stoorde de kalmte van do omgeving.
Daarop begon Hulda een eentonig lied te
zingen, maar het kind schreido al moer en
meer. Eindoiyk verloor de moeder blykbaar
haar geduldzy knorde en werd driftig, en
dat maakte dun jongen nog meer van streek.
Von Sehnwitz hoorde alles met een gevoel
van weerzin aan; hoe geheel anders behan
delde Laura hare kinderon! Hy dacht aan
hetgeen was en wat had kunnen zyn, en de
storke man weende als een kind.
Te middernacht begaf hy zich tor ruste,
maar hy kon den slaap niet vatten.
Nadat de dag aangebroken was, wandelde
hy een eind den weg op. Zou er dan nog
niets komen?
Toen de bel voor het ontbyt luidde en hy
Hulda reeds aanwezig vond, wenschte hy haar
op koelen toon goeden morgen. Hy lette niet
op de sporen van tranen, die duideiyk op
haar gelaat zichtbaar waren; hy dacht aan
niets dan aan de komst van Adelbert en
Otto. Nadat het ontbyt afgeloopen was, liep
hy weer in het park heen en weer, maar
hy kon naar zyn zin met ver genoeg op den
weg zien, daar het geboomte hem het uit
zicht belette. Dan maar naar den toren, bier
kreeg by wat meer rust, want hy zag eene
stofwolk in het verschiet opstuiven en vernam
paardgetrappel, dat uit de verte weerklonk;
hy snelde naar beneden en begroette eon
oogenblik later de beide jongens, die met een
vreugdekreet hun vader in de armen vlogen.
„Papa, lieve papa," nepen Adelbert en Otto,
en zonder op de nieuwe mama te letten,
troonden zy hun vader mode om hem het
speelgoed, dat zy van hun grootvader gekregen
hadden, te laten zien.
De vreugdetranen stonden Von Sehnwitz
in do oogen en een dankbaar gevoel door
stroomde hem by de gedachte, dat by toch
niet geheel verlaten was.
Hulda had zwyger.d het lief tooneeltje
gadegeslagen. Zy hield Ludwig aan de hand
en deze staarde verbaasd naar do belde hem
vreemde kinderen.
„Komt, jongens," zeide Von Sehnwitz, toen
de beide kleine ventjes niet ophielden hem te
kussen, „komt, nu is het genoeg; ziet, ik
heb een broertje voor jelui medegebracht.
Gaat hem nu eens spoedig een handje geven."
Ludwig zag schuw om zich heen en klemde
de hand van zyne moeder vaster in de zyne.
Hulda trad op de beide jongens toe en kuste
hen hartelyk. Zy hoopte, door liefde aan de
kinderen te betoonen, den verloren weg tot
Von Sehnwitz's hart te zullen wedervindenl
Toen deze bemerkte dat de drie jongens
tevreden met elkander aan het spelen waren,
ging hy naar zyne kamer en opende den
brief, dien zyn schoonvader don bediende
medegegeven had. Do inhoud was als volgt:
„Von Sebnwilzl
De reden, dal ik uwe kinderon tot my
deed komen, was niet dal ik uw vadorlyken
rechten te kort wilde doen, maar alleen om
u op de proef te stellen.
Ge bebt myne waarschuwing 6n bedreiging
getrotseerd, ge hebt uw deel gekozen; van
nu af besta ik niet meer voor u.
De gevolgen, die uwe daad na zich zal
slepen, zullen niet uitblyvon.
Hoe kan eene vrouw, die zich zoodanig
vorgeten beeft, eene goede moeder en op
voedster zyn?
Hebt go dit wel van te voren overwogen?
Al beschouw ik u niet meer als myn zoon,
daarom zal ik niet ophouden over Adelbert
en Otto te waken. Ik behoud my bet rocht
voor, ieder jaar de kinderen voor eenige
weken ten mynent te zien. Ge kunt my dit
niet weigeren.
Adelbert graaf Von Stenwerck."
Von Sehnwitz haalde na het lezen van dezen
brief de schouders op en zuchtte.
XLVI
In plaats van zich na zyn huweiyk ruscij
te govoolon, dewyl hy, naar hy meende, zyn
plicht gedaan had, werd Von Sehnwits
met den dag ongeduriger en meer wrovelig
gestemd.
(Wordf vorwigd.)