Hotel-Restaurant „DU RHIN",
Hotel-Café-Eestaurant „Eu Khin,"
Drie-Kruisen-Tafelbieren. tf+
Drie-Kruisen-T ufelhier
Stoiirtromrii n IJsirtó JE DEIE KRUISEN."
Volfenhoven's
STOUT
Volïenhoven's
LAGER
BURGERSDIJK NIERMANS,
HUM IL MB HH,
LEIDEN,
KQOYKER's Centraal Advertentiebureel.
TE KATWIJK AAN ZEE.
Restaurant is geopend.
van de firma A. v. RIJN ZOON, Den Haag.
|jj ELECTRISCHE BELLEN, f
Telephoons,
SPREEKBUIZEN.
meest versterkende drank.
beste Bier voor danelijksch gebruik.
P. RIEDEL, Booraraarkt.
Openbare Verknoping
Leiden, Mei 1894.
M.
3296 112BURGERSDIJK NIERMANS.
Wijnhandelaren Hofleveranciers,
leveren met voortdurend succes hunne gerenommeerde
Wijnen, Binnen- en Buitenlandsche Likeuren en Ge
distilleerd en staan bij directe betaling 10 pCt. korting toe.
Prijscourant op aanvraag franco verkrijgbaar.
HOOFDAGENTSCHAP
NIEUWS VAN DEN DAG,
Plaatsing van Advertentiën in alle Dag- en Weekbladen
zonder verhooging van prijs.
Feuilleton.
IN BLOEI GEKNAKT.
Ondergeteekende bericht dat de Bovenvilla's reeds zijn verhuurd;
slechts nog eene Beneden villa, groot drie Kamers, en in het Hotel eerste
étage, drie Kamers, tweede étage, vier Kamers en derde étage, vijf Kamers
voor het geheele seizoen nog te huur zijn. Vraagt dus spoedig tarief.
De verhuurde Appartementen of Kamers in't Hotel zijn van af heden
tot een dag voor zij betrokken worden einde Juni, half, en einde Juli tegen
veel verminderd tarief te huur, zoo ook van af 14—19 en 22 Augustus,
tot half of einde September,
Uitstekende gelegenheid voor Diners apart.
Aanbevelend,
3312 42 A. VAN IDEETJWErV.
Breestraat IN o. 3®.
Table d'Höte 5'A heures. Restaurant den geheelen dag. Abonnement
a f 1.— en hooger, (thuisbezorgen van Diners van af 0.80 en koude en
warme schotels).
Uitstekende gelegenheid tot het geven van partijen en vergaderingen
(aparte eetzalen), nog een paar Maandkamers te huur.
Aanbevelend,
J. P. F. FRISON, Cuisinier, Gérant.
NB. Ondergeteekende beveelt bovengenoemden Heer J. P. P. PRISON ten
zeerste aan ter bereiding van Diners, koude en warme Schotels, enz.
6313 36 A. VAN LEEUWEN, Katwijk aan Zee.
NEEMT JPROHLF1 van het nieuwe, onovertrefbare
Verkrijgbaar per fl. a ÏO Cts., per 'A fl. a 5 Cts., bij den HOOFD
AGENT voor LEIDEN en OMSTREKEN:
Chr. E. J. VEJRHA.A.EF,
Groenhazengracht ÏO.
Dit Bier staat onder voortdurende controle van Dr. VAN HAMEL
ROOS en wordt door HH. Doctoren aanbevolen. 3053 40
De Directie van deSplegel-
Tenekerflng Maatschap»
pU Noord-Holland geeft
hierby kennis dat is aangesteld als Hoofd-
Agent voor Hazerswoude en Omstreken de
Heer M. DE TOS) Hazerswoude a/d.
Byn, aan welk adres voortaan alle aanvragen
tot verzekering, alsmede voor Sub-Agent
schappen, zullen moeten worden gericht.
De Directie,
JOH. KUHLWILLM.
JOZ. VEERKAMP.
3354 18 J. TERSTRAAT.
De Directie der Hoor-en
Kering-Verzekerlng-
Iaatscliappy„ De Neder
landen" goeft hierbij kennis dat is aange
steld als Hoofd-Agent voor llazerswoudc
en Omstreken de Heer H. DE VOS,
Hazerswoude a/d. R|fu, aan welk adres
voortaan alle aanvragen tot verzekering, als
mede voor Sub-Agentschappen, zullen moeten
worden gericht.
De Directie,
JOH. KUHLWILLM.
3359 13 JOZ. VEERKAMP.
•MMMCNIMMMMMIIMetM
S PLAATSING 8
VAN 2614 13
A. VAN RIGTERE»,
Haarlemmerstraat 221, Leiden. 8
8**M*MMSMe9SC9üe9aeeee«e8
Hoofdagent, te Leiden
Eenlg vertegenwoordiger voor
Leiden en Omstreken. 712 20
TELEPHOONNUMMER 122.
op Donderdag 24 Mei 1904, to beginnen
des voormiddags te 10 uren, in het Notarishuis
aan den Burg te Leiden, ten overstaan van den
te Leiden govestigden Notaris "W. F. KAISER,
van den goed onderhouden HVBOKUbftL,
nagelaten door den WelEd. Heer C. B.
DÜYSTER, bestaande inTafel- en Theezilver,
Linnen Commode- en andere Kasten, Secre
taire, Chiffonnière, Salon Speel-, Wasch- en
Bedtafels, Canapé's, Fauteuils, Stoelen, Ledi
kanten met Beddegoed, Schrijfbureau, Pianino,
Pendule, Spiegels, Gravures, Hanglampen,
Vloerkleeden en hetgeen meer ten verkoop
zal worden aangeboden.
VOORTS:
don inhoud oener Apotheek, bestaande in:
Pannen, Mortieren, Vijzels, 2 Persen, Potten,
Flesschen, Doozen, Stopflesschen, Maten, Trech
ters, 4 Bascules, Kruidenkast, diverse Kruiden
en bereide en onbereide Geneesmiddelen.
Te bezichtigen op Woensdag 23 Mei 1894,
van 10 3 uren, en do Apotheek, die zich
bevindt in het Huis aan de Oude Vost No. 97,
hoek Janvossensteeg, ook op den verkoopdag
tot des namiddags te één uur.
De Apotheek zal in eén koop geveild worden
des namiddags te 2 uren. 3361 29
De steeds toenemende zorgen, welke onze drukkerij en
uitgaven vereischen, hebben ons reeds lang de noodzakelijkheid
doen gevoelen ons op ander gebied te beperken. Zeer aangenaam
was het ons dus, toen, door de voorgenomen vestiging van de
H.H. BURGERSDIJK en NIERMANS, zich daartoe eene welkome
gelegenheid aanbood en wij met hen eene overeenkomst konden
sluiten, waarbij zij ons antiquarisch magazijn, met uitzondering
van alles wat op het Oostersch en onze Koloniën hetrekldng
heeft, hebben overgenomen.
Verder is daarbij bepaald dat zij zich niet in die richting
zouden bewegen, terwijl wij onze krachten meer bepaald op dat
gebied zouden concentreeren. Ook wat de veilingen betreft zullen
zij daarvan voortaan de leiding op zich nemen en zullen die te
hunnen huize geschieden met uilzondering weder van die biblio
theken, welke in hooldzaak tot het gebied der Orientalia behooren.
Met vertrouwen bevelen wij de nieuwe firma in Uwe
welwillendheid aan, en teekenen
Hoogachtend,
E. .3. BRILL.
In aansluiting aan bovenstaande kennisgeving der firma E. J.
BRILL, hebben wij de eer U mede te deelen dat wij het
antiquarisch magazijn (behalve de Oostersche afdeeling) van ge
noemde firma aankochten en eene zaak openen onder de firma:
Leiden. ISTieuwsteeg ISTo. 1,
alwaar voortaan tevens de boeken-veilingen zullen plaats hebben.
Ons in hetzelfde vertrouwen, dat genoemde firma zooveel jaren
mocht genieten, aanbevelende, teekenen wij
Hoogachtend,
2777 44
VAN HET
NIEUWE RIJM IQ.
409 24
82)
Natuurlijk was de graaf Yon Stenwerck
de aangowezen persoon om als toeziend voogd
bij Laura's kinderen op te treden. Hil kwam
niet anders dan in de hoogste noodzakelijk
heid over, om het een en ander met Yon
Sehnwitz te bespreken, en vertrok dan weder
zoo spoedig mogolijk.
Men sprak dan over niets wat het verleden
betrof, en dat maakte, dat er tusschen Von
Sehnwitz en zijn schoonvader steeds dezelfde
koele verhouding bleef bestaan.
Adelbert en Otto gingen op het verlangen
van hun grootvader van tijd tot tijd eenige
dagen op het slot Stenwerck doorbrengen,
maar Von Sehnwitz vergezelde zjjnekinderen
nooit daarheen.
Hij leefde zeer afgezonderd en ontving
zelden bezoek. De landheeren uit den omtrek
bemerkten wel, dat hij onverfchillig voor
hunne toenadering bleef, en daar hij zelden
de hom gebrachte bezoeken beantwoordde,
achtten zij het ook maar beter zich niet verder
bij den treurenden weduwnaar op te dringen.
Eline Von Schönhausen, wier huwelijk met
graaf Kiehl korten tijd na Laura's dood vol
trokken was geworden, kwam met haren echt
genoot dikwijls op het slot Sehnwitz, en deze
bezoeken waren hem altijd zeer aangenaam.
Eline vervulde getrouw de aau Laura ge
dane belofte, om een oogje op de kinderen
te houdeD, en zijzelve schepte veel behagen
in de lieve jongens, die ook haar gaarne
zagen komen.
Graaf Kiehl was een voorbeeldig echtgenoot.
Hij behandelde zijne vrouw met achting en
teedere toegenegenheid. Zij spraken beiden
veel over Laura en geen zweempje van jaloezie
kwam ooit bij Eline op. Beiden trachtten
voor hun treurenden vriend te zijn, wat Laura
zoo vurig gewenscht had, en het deed hun
leed, dat de deelneming, door hen betoond,
zoo weinig vruchten droeg, doch dat alles
afstuitte op Von Sehnwitz' wanhopige droef
geestigheid.
De arme man verkeerde in eene aller
treurigste positie. Behalve zijne smart over
Laura's heengaan, kwam de aan zijne vrouw
gedane belofte hem telkens voor den geest.
"Wat moest hij doen om die te vervullen?
Het kind door list trachten meester te
worden; het dan te verb3rgen en in het ge
heim op te voeden? Maar dit was onmogelijk.
Maar welken weg was er anders hij kon
niets bedenken!
„Was Hulda maar dood!" zuchtte hy uit
de volheid van zijn hart. Maar zij leefde en
dat wist hy maar al te goed.
Zy liet niet na hem met hare dreigende
blikken te vervolgen.
Ach, waar zou hy ru6t vinden? Immers
nergens
Iets was er echter, dat hy hoopte te zullen
bewerkstelligen; als Hulda hem het knaapje
zou willen afstaan?
Maar wanneer zy hem niet toestond het
kind tot zich te nemen, wat dan?
Zouden dan later Adelbert en Otto niet,
door hare wraakzucht achtervolgd, voor den
misstap van hun vader moeten boeten?
By die gedachte kromp de arme man inéén.
„Geen andere uitweg blyft my in dat geval
over dan Hulda tot vrouw te nemen 1"
Hy huiverde by het uitspreken van die
woorden en wilde voorloopig daar niet verder
over doordenken en dit was hem ook onmo-
geiyk, want niet dan in de uiterste nood-
zakeiykkeid, alleen wanneer Hulda onvermurw
baar was op het punt van den kleinen Lud-
wig af te staan, zou hy in een huweiyk met
haar toestemmen.
Zoo gingen de maanden September en Octo
ber voorby en November was met zyne ruwe
wind- en regenvlagen gekomen. lederen dag
werden do boomen al meer en meer van
hunne bladeren beroofd; de bloemen, die tot
nog toe weerstand aan den storm geboden
haddeD, hingen verlept en geknakt ter neder
en de geheele natuur had een droefgeestig
aanzien.
Op eon morgen kwam de koets van den
graaf Von Stenwerck de slotpoort binnenreden.
Toen deze Von Sehnwitz begroette, zeide hy
„Nu het weder zoo guur wordt, is het beter
dat Adelbert en Otto niet meer naar my toe
komen. Indien gy het goed vindt, dan wilde
ik van tyd tot tyd hen komen bezoeken."
„U zyt hier welkom," antwoordde Von
Sehnwitz op koelen toon. „Ik zou, zonder uwe
woorden, toch wel begrepen hebben, dat uw
bezoek niet my gold."
Graaf Von Stenwerck verliet daarop de zaal
en begaf zich naar de kinderkamer. Hy hield
innig veel van de beide jongens en dezen
waren altyd verheugd hem te zien.
Toen hy een paar uren daarna de kinderen
verliet, vroeg hy zyn schoonzoon, hem eenige
oogenblikken le woord te willen staan.
„Ik heb eenige ernstige zaken met u te
bespreken," zeide hy, toen Von Sehnwitz hem
vragend aanstaarde.
„Het is my wel," antwoordde deze, en
daarop vervolgde de graaf op langzamen en
ern8tigen toon:
„Ik heb vernomen dat die vrouw ge weet
wel wie ik bedoel hier in de nabyheid woont.
Natuuriyk is dit u bekend, maar de reden,
waarom ik er u over spreek, is, dat ik u met
een enkel woord aan de verplichtingen, die
op graaf Von Sehnwitz rusten, wil herinneren,
en u aan te manen, alle publiek schandaal
ter wille van Laura's nagedachtenis te vermy-
den. Ik verwacht van u dat ge die vrouw,
ten minste gedurende het rouwjaar, niet zult
bezoeken."
Von Sehnwitz staarde vol verbazing zyn
schoonvader aan.
„Maar, vader!" zeide hy, „denkt u dan dat
ik tydens Laura's ziekte of na haren dood
Hulda ooit bezocht heb?"
„"Waarom niet?" zeide de graaf op yskouden
toon. „Gedurende Laura's leven hebt ge u niet
geschaamd dit te doen."
Von Sehnwitz boog smarteiyk aangedaan
het hoofd. Hy bleef een oogenblik als in ge
dachten verzonken, trad daarop naar zyn
schoonvader en zeide:
„Laura was vergevensgezinder dan u. Zy
heeft my myne schuld kwytgescholden en
my den weg gewezen om myn bedreven kwaad
zooveel mogeiyk te herstellen."
„Zeker iets betreffende die verleidster," zeide
de graaf op spottenden toon. „Ja, ik ken die
praatjes! Laura kan u niet tegenspreken,
wanneer gy het wilt doen voorkomen, alsof
zy u gezegd bad te doen. wat alleen uit
uzelven voorkomt."
„Dan zal ik niet verder hierover spreken,"
zeide Von Sehnwitz uiteriyk kalm, hoewel
hevig gekrenkt.
„Ik zou u toch niet gelooven, wat ge my
ook op de mouw wildet spelden," antwoordde
graaf Von Stenwerck.
„Het geloof kan ik u niet schenken, maar
wel de hoop uiten, dat u niet aan de waar
heid van myne woorden twyfelen zult, wanneer
ik u zeg dat, wat u in later tyd moge ter
ooren komen van besluiten, door my genomen,
ik steeds in Laura's geest hoop to handelen,"
zeide Von Sehnwitz op ernstigen toon.
„Dus, wanneer gy het in het hoofd mocht
krygen, die eervergeten vrouw moeder over
myne kleinzoons te maken, dan zou ik ver
plicht zyn my rustig by dat voornemen neder
te leggen, met de gedachte, dat zoo iets Laura's
wensch was?" lachte de graaf schamper;
„parole d'honneur, dat is toch wat al te
kras! Neen, wanneer dit ooit plaats grypt,
dan ben ik er om myne jongens te beveiligen
voor de schade, hun aangedaan.
Ik zal ze met my medenemen, zy zullen
uw naam dragen; maar dat zal dan ook de
eenige herinnering aan het bestaan van hun
vader zyn."
(Wordt vervolgd.)