N°. 104-82,
Woensdag 25 ^Lpril.
A0. 1894.
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (gon- en feestdagen, uitgegeven.
Uitslag Herstemmingen.
Leiden, 24 April.
Feuilleton.
IN BLOEI GEKNAKT.
IEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post 1-40.
Afzonderlijke Nommers 0.05.
PRUS DER ADVERTENTEËÏf:
Van 1 '6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Ten einde den altslag der herstem
mingen voor de Tweede Kamer morgen
eoo snel mogeiyk ter kennis van be
langstellenden te brengen, hebben w(J,
ais gewooniyk, bijzondere maatrege
len genomen.
Zoodra de altslag van elk district
In den loop ras den dag ons per tele
graaf bekend wordt, zullen w(J dien
aan ons Bareel doen aanplakken.
Na overleg met de commissie van fabricage
geven B. en We. den gemeenteraad in over
weging aan den heer P. Werkman, te Zoeter-
woude, behoudens toestemming van Dijkgraaf
en Hoogheemraden van Rijnland, tot weder-
opzeggens vergunning te verleenen tot het
slaan van twee palen met dwarsliggers in de
Witte Singelgracht, tegenover „Vreewijk",
onder voorwaarden: a. dat het werk ten ge
noegen van den gemeente-architect worde uit
gevoerd; b. dat alle beschadigingen aan de
bermen door de gemeente voor rekening van
adressant voortdurend worden hersteldc. dat
door adressant eene recognitie worde betaald
van één gulden per jaar; d. dat de ver
gunning vervalt, indien daarvan niet binnen
drie maanden wordt gebruik gemaakt.
Onder overlegging van een verzoek van
A. Zinkveyl, te Zoeterwoude, om eene draaibrug
te mogen maken over de Roomburgerwetering
voor de kadastrale perceelen gemeente Zoeter
woude Sectie A Nos. 92 en 194 en van de
betrekkelijke teekening, deelen B. en Ws.
mede dat tegen de inwilliging van het verzoek
noch bij de Commissie van Fabricage noch
bij hun College bezwaar bestaat, terwijl de
door Gedeputeerde Staten en Dijkgraaf en
Hoogheemraden van Rijnland verleende ver
gunningen by de stukken zyn gevoegd.
Zy geven mitsdien in overweging aan adres
sant de gevraagde vergunning tot wederop-
zeggons te verleenen, tegen betaling van eene
jaariyksche recognitie van één gulden en met
inachtneming van de voorwaarden, door Gedep.
Staten en Rynland gesteld.
Vorder wordt voorgesteld aan G. Romyn,
te Leimuiden, lo. vergunning te verleenen om
een gedeelte van de Zyisingelsloot voor de
kadastrale perceelen gemeente Leiderdorp
Sectie A Nos. 3036 en 3044, te dempen onder
voorwaarden:
a. dat adressant de einden der afdamming
voorzie hetzy van voldoende verankerde houten
beschoeiingen, bestaande uit eiken 10 by 16
centimeters palen op afstanden van 0.80 M.
middon op midden, waartegen Amerikaansch
grenen 4 by 28 centimeters delen, hetzy van
voldoende grondkeerende muren van Waal-,
Ryn- of IJselklinkers;
b. dat adressant in de te maken afdamming
een houten of yzeren duiker make van 9
dM1. doorsnede, aangelegd op het laagste water,
en dat op adressants terrein geenerlei inrich
ting worde gemaakt, waardoor de duiker kan
worden verontreinigd;
2o. den door de demping verkregen grond
aan adressant tot wederopzeggens in gebruik
te geven, tegen betaling van eene jaariyksche
recognitie van S'/a cent per centiare, onder
voorwaarden
a. dat door adressant als afscheiding een
voldoend yzeren afsluithek worde gemaakt;
b. dat de in gebruik genomen oppervlakte
door adressant als tuin worde aangelegd en
als zoodanig voortdurend worde onderhouden,
en verder onder bepaling:
a. dat het geheele werk ten genoegen van
den gemeente-architect worde uitgevoerd en
b. dat de vergunning vervalt, indien daarvan
vóór 1 Juni 1894 geen gebruik is gemaakt
of indien adressant de gestelde voorwaarden
niet opvolgt, zullende alsdan de reeds gemaakte
werken door de gemeente op kosten van
adressant zonder eenige in-verzuim-stelling
worden opgeruimd.
By de stukken is gevoegd de door Dykgraaf
en Hoogheemraden ter zake verleende ver
gunning.
Naar aanleiding van een verzoek van den
heer J. Kruyt Dz., om vermindering van
schoolgeld voor zyne dochter, leerlinge der
Kweekschool voor onderwyzers en onderwy
zere88en, deelen B. en Ws. mede dat, blykens
ontvangen inlichtingen, adressant een inkomen
geniet van meer dan ƒ3000, zoodat; zy in
overweging geven afwyzend op het verzoek te
beschikken.
Verder geven zy in overweging aan den
heer S. Westra, op diens verzoek, eervol ont
slag te verleenen als derde onderwyzer aan
de Jongensschool 2de klasse, met ingang van
16 Juli a. s., wegens zyne benoeming tot
onderwyzer 1ste klasse aan eene openbare
burgerschool te 's-Gravenhage.
Naar aanleiding van een desbetreffend ver
zoek van den heer J. W. Van Hiele, deelen
B. en Ws. mede dat de zoon van adressant
op 1 Maart jl. tot de Hoogere Burgerschool
voor Jongens werd toegelaten, op grond dat
de vader op dien tyd werd overgeplaatst van
Assen naar Leiden.
Zy geven mitsdien in overweging aan adres
sant vrystelling of terugbetaling te verleenen
van schoolgeld voor zyn zoon, sedert 1 Maart
jl. leerling der Hoogere Burgerschool voor
Jongens over do oerste twee kwartalen van
den cursus 1893/94.
-- By koninklyk besluit is J. Mazurel,
gepensionneerd koksmaat der Kon. Nederl.
Marine, met ingang van 1 Mei a. 8., benoemd
tot custos by het Kabinet van prenten en
pleisterbeelden te Leiden.
Door de genie werd te Leidon aanbesteed
het eenjarig onderhoud der kazernegebouwen,
enz., te Leiden, onder beheer der genie. Raming
9370. De hoogste inscbry ving bedroeg f 9760
en de laagste, van den heer J. Boom, te Leiden,
9620.
Door den architect den heer W. F v. d.
Heyden werd alhier aanbesteed bet verbouwen
van perceel No. 69 aan de Hooigracht. De
hoogste inschryving bedroeg f 6400 en de
laagste, van den heer W. v. d. Drift alhier,
ƒ5336, aan wien het werk is gegund.
De tentoonstelling van Ned.-Ind. klee
derdrachten en volkstypen in de Gothische
zaal van het Paleis te 's-Gravenhage trekt
voortdurend veel bezoekers, zoodat het te
verwachten is dat de tentoonstelling nog
enkele dagen langer geopend biyft dan aan
vankeiyk is bepaald.
Onder de bezoekers van gisteren werden
o. a. opgemerkt de minister Van Dedem met
familie; verschillende leden van het corps
diplomatique en de heer Kroesen.
Op een nader vast te stellen dag zal deze
week op verlangen van H. M. de Koningin-
Regentes aan kinderen van lagere scholen en
verpleegden van weeshuizen en andere lief
dadigheids-instellingen, kosteloos een kykje
worden gegund op de tentoonstelling.
H. M. de Koningin-Regentes heeft gister-
namiddag te vyf uren ten Paleize ontvangen de
Staatscommissie voor de droogmaking der
Zuiderzee.
De voorzitter der commissie, de heer Lely,
minister van waterstaat, handel en ny verheid,
bood H. M. het eindverslag van de werkzaam
heden der staatscommissie aan en stelde H. M.
de leden van het college voor, die, voor zoo
ver aan hunne betrekking of functie eene
ambtskleeding verbonden is, in kostuum of
uniform waren.
De secretarissen vergezelden de commissie
op hare audiëntie, die te 6 u. 20 m. was
afgeloopen.
De Regentes onderhield zich met verschil
lende leden.
De Dahomeyanen zullen vermoedelyk
van den 6den tot den 13öen Mei opnieuw
hunne voorstellingen in den Dierentuin te
'8 Gravenhage geven, evenals verleden jaar in
de open lucht; by buitengewoon koud en
guur weder, alsmede by regen, in de groote
concertzaal.
Naar aanleiding van mededeelingen om
trent eene aanstaande legerbevordering, wordt
nader gemold dat kolonel Benschop en luite
nant-kolonels De Sitter en Snyders gepension
neerd worden, de twee eerstgenoemden ter
zake van langdurigen dienst, laatstgenoemde
als physiek ongeschikt voor den militairen
dienst.
Kolonel Rooseboom, van den generalen staf,
wordt commandant van het vyfde regiment
infanterie.
Hoewel in de diplomatieke kringen der
residentie officiéél nog niets bekend is om
trent het telegraphisch bericht uit Lissabon
betr'kkeiyk de vervanging van den gezant
van Portugal te 's-Gravenhage, is er reden te
onderstellen dat aan het hoofd der Portugeesche
legatie zal optreden graaf d'Azevedo Silva,
vroeger secretaris van legatie te 's-Gravenhage,
thans als zoodanig te Parys.
By het dienstvak der directe belastingen
zullen de provinciale inspecteurs, controleurs
en adjunct-controleurs voortaan den ambtstitel
voeren van directeur, inspecteur en adjunct-
inspecteur.
Te Arnhem is op 46-jarigen leeftijd over
leden de heer G. H. Thomassen Thue6sink
van der Hoop, lid van Gedeputeerde Staten
van Gelderland.
De minister van binnenlandsche zaken
heeft met ingang van 1 Mei a. s. benoemd
tot onderwyzer in de gymnastiek by de leer
school, verbondon aan do Rykskweekschool
voor onderwyzers to Nymegen, den heer
R. Franssen, aldaar, thans in het genot van
wachtgeld.
De minister van financiën maakt bekend,
dat op 21 April jl. by de betaalmee tere in
kas was f 1,381,428 065 en dat op denzelfden
dag door de Nederlandsche Bank, ingevolge
art. ll&ts van haar octrooi, aan 's lands kas
een voorschot was verstrekt ten bedrage van
1,642,562.86. (Sta.Ct.)
De bekende landschapschilder C. H. Meiners,
van wien menig doek welverdiende waardeering
vond, is Zaterdag te Arnhem in 74 jarigen
ouderdom overleden. Vele jaren was hy be
stuurder van „Artibu8 Sacrum" en steeds lid
van tentoonstellings-com missiën op het gebied
der kunst, die hy liefhad en bevorderde waar
zich daartoe de gelegenheid aanbood.
By koninklyk besluit is benoemd tot
onderwyzer aan de Rykskweekschool voor
onderwyzers te Haarlem, de heer A. L. C.
Beekman, thans te Amsterdam.
Benoemd tot griffier by het kantongerecht
te Dokkum mr. J. L. N. Van IJsselsteyn, thans
griffier by het kantongerecht te Heerlen.
Benoemd: J. T. De Graaff tot burgemeester
van Kwadyk, Middelie en Warder.
Met ingang van 15 Mei a. 8. aan R. Ph. A.
Van Rees, op zyn verzoek, eervol ontslag
verleend als burgemeester van Maassluis.
Goedgekeurd dat W. Kooiman, burgemeester
van Koedyk, is benoemd tot secretaris dier
gemeente.
Met ingang van 1 Sept. a. s benoemd tot
leeraar aan de Polytechnische School te Delft
dr. L. Aronstein, thans leeraar, met den perso-
neelen titel van hoogleeraar, aan de Koninklyke
Militaire Academie te Breda.
Benoemd J. N. baron Van Hugenpoth tot
Aerdt, tot burgemeester van Bergh.
Ontslagen A. H. P. De Bekker als burge
meester van Engelen.
Met ingang van 1 Mei a. s. aan F. A. R.
Woltering, op zyn verzoek, eervol ontslag
verleend als onderwyzer aan de Rykskweek
school voor onderwyzers te 's-Hertogenbosch.
Pensioen verleend aan: J. Peetera ƒ76; I.
S. Mars 1081W. Reiners 364B. Van
Heusden 346; T. Van Asveldt, 281;A. J.
W. Van Diepen ƒ1913 'sjaars.
Op verzoek eervol ontslag verleend aan den
heer P. De Haan, als ryksontvanger te Stryen.
De zoon van Coralie.
Ik betreur het oprecht dat, tot sluiting van
het seizoen, de Rotterdammers „De zoon van
Coralie" gegeven hebben en wel om twee
redenen: lo omdat het gebleken is dat het
geene aantrekkingskracht genoeg bezit om
eene volle zaal te maken, wat ik onzen artist en
zoo graag altyd zou schenken2o. omdat het
my, by hernieuwde kennismaking, zoo bitter
is tegengevallen. Het stuk is voor eene enkele
maal weer eens uit een roman getrokken en
dus deugt het niet, maar dat nu ditmaal nog
eens daargelaten, dat eeuwige gezanik over
gevallen vrouwen begint me zoo de keel uit
te hangen 1 Het is zoo akelig afgezaagd 1 Niet
dat „De zoon van Coralie" ergerlyk of byzonder
stuitend is, och neen, dat schikt heel wel,
maar het heele stuk is óéne groote gemeen
plaats, er wordt nu letteriyk niets in gozegd
of beweerd over de eigenlyke vraag waar het
stuk om draait, of wy kunnen zeggen„Jawel,
jawel, dat weten wy nu al lang, vorder
alsjeblieft l"
Geen nieuw gezichtspunt, geen nieuw ge
voelen, zelfs geene nieuwe verwikkeling wordt
ons geschonken, alles is oud, oud als de wereld.
De onechte zoon heeft geene schuld aan de
smet, die op zyne geboorte rustneen, dat zal
wel waar wezen; geen verstandig wezen zal
ooit het tegendeel beweren. Toch zyn er altyd
bekrompen schepsels, die zulk een zoon tot
een paria der maatschappy willen maken. Oud
nieuws I De zoon kan een man van eer zyn
en zyne oogen opheffen tot een meisje, dat
het vereischto aantal ouders bezit. NatuurlyL,
dat ligt voor de hand. Toch zullen de meeste,
overigens liberale, vaders, tegen een dergeiyken
echtgenoot voor hunne dochters opzien. Ook al
geen6 opzienbarende of treffende nieuwigheio
dat is meer voorgekomen. Do zaak kan even
wel geschikt worden en naar genoegen van
alle partyen afloopen. Zeker kan dat, waarom
niet? Eene gevallene k?n door een schok ol
door iets anders tot inkeer gebracht woiden
en eene goede moeder zyn voor den zoon,
wiens vader zy niet eens kan noemen. Geluk
kig, jal De zoon, een man van eer, kan op
het oogenblik, dat hy het volle geheim zyner
geboorte verneemt, zyne moeder, die hem
heeft liefgehad en verzorgd, alles vergeven
en haar eerbiedigen. Ongetwyfeld, het pleit
voor hem zoowel als voor haar.
Nu vraag ik in gemoede: Is er in zoo'n
opzet, geflankeerd door bykomende personen
en omstandigheden, iets nieuws, iets, dat ons
nu nog werkeiyk belangstelling afdwingt?
Immers neen! En was het nu nog buiten
gewoon mooi behandeld, dan was het nog
iets, maar in de tooneelverminking valt na-
tuuriyk weer veel goeds weg, dat den roman
nog tot eer kon verstrekken. Precies het
zelfde onderwerp is in den „Fils naturel"
van Dumas veel mooier behandeld, en een
verwant motief veel beter in „Denice" en
„Les idéés de Mme Aulray".
Do Fran8chen sollen wel wat veel met
zoo'n lievelingsbogrip en denken er niet altyd
aan dat zy door overdaad kunnen schaden.
Ik twyfel niet of alle boeken en tooneolstukken
van ernstige schryvers, waarin hot sociale en
moreelo vraagstuk der gevallen vrouw be
handeld wordt, zyn met een goed, een edel
doel geschreven, maar er zyn er te veel en
op het laatst krygen wy er genoeg van en
weigeren wy de noodige aandacht aan eene
op zichzelve hoogst ernstige en behartigens
waardige zaak. Het is my dan ook niet mo-
geiyk myne teleurstelling te onderdrukken
over deze keuze van stuk.
Of do heer Tartaud het stuk littérair mooi
vindt, zou ik niet kunnen beslissen, maar Ly
heeft het tot zyn bénéflee voorstelling uitge
kozen, omdat de rol van den zoon, Daniël, b?J
47)
Toen hy weder verscheen, vro8g men zeer
belangstellend naar de schoone patiënte en
Von Schmunktau verklaarde glimlachend, dat
sommige dames het wel interessant vonden,
de „malade imaginaire" te spelen. Blykbaar
vond Laura deze scherts zeer ongepast.
„Ik hoop dat u freule Von Hohenstein niet
hebt laten bemerken, dat u aan de waarheid
harer woorden twyfelt, wanneer 7.y zegt hoofd
pyn te hebben," zeide Laura ontevreden.
„Weineen, mevrouw," antwoordde de dokter
ouderdamg, doch op ietwat spottenden toon;
„ik heb haar met het ernstigste gezicht der
wereld den pols gevoeld, maar, let op wat
ik u voorspel: Hedenmiddag zult u freule
Von Hohenstein aan den middagdisch zien
verschynen. Het kluizenaarsleven zal haar
spoedig genoeg vervelen 1"
Laura wendde zich ontevreden van den
ïyfarts af, maar, toen de tyd voor het diner
déar was en Hulda stralend en schitterend
de zaal binnentrad, toen sloeg Laura de oogen
neer voor den spottendeD blik, dien Von
Schmunktau op haar sloeg.
Iedereen vroeg vol belangstelling naar
Huida's gezondheidstoestand en graaf Kiehl,
die aan het diner aan Laura's zyde gezeten
was, fluisterde haar in:
„Nu, als ik vooruit wist, dat men my even
veel belangstelling zou toonen, als men freule
Von Hohenstein bewyst, dan zou ik met het
grootste genoegen voor eenige dagen van het
tooneel verdwynen."
„Ik begryp niet, waarom men op zulk een
spottenden toon spreekt over iemand, die
ongesteld is geweest," antwoordde Laura bits.
Zy was niet zeer vrieDdeiyk gesterad jegens
graaf Kiehl, want hy wilde blykbaar niet
doen, wat zy zoo gaarne wenschte. Waarom
bleef hy ongevoelig voor Eline Von Scbön-
hausens bekooriykheden? Wist hy dan niet,
dat die schoone jonkvrouw hem liefhad?
Laura gaf het echter nog niet op. Zy hoopte
dat er eenmaal een tyd zou komen, dat het
haar vergund zou zyn, den bruidskrans op
Eline's blonde lokken te mogen zetten, en
zy meende nader tot dit doel te komen,
wanneer zy den graaf met onvriendoiykheid
behandelde, zoolang hy haren wensch niet
vervulde.
Toen Laura na het diner Von Sehnwitz
even alleen sprak, zeide zy:
„Lu, wat heeft de stalknecht, dien ge
gisteravond spreken moest, u lang opge
houden l Ik wilde eerst wakker bly ven totdat
ik u op uwe kamer hoorde komen; maar ik
was zoo moe en sliep in, voordat ge terug
waart. Ge zyt toch een goede meester voor
uwe onderhoorigen, want menigeen zou vol
ongeduld weggeloopen zyn, wanneer die soort
menschen van geen ophouden weet."
Von Sehnwitz sloeg diep beschaamd de
oogen neder. Hy kon den blik van zyn on
schuldig vrouwtje niet verdragen. Het bloed
joeg hem woest door de aderen. Het was
hem haast onmogeiyk zich te bedwingen
haar om den hals te valleD en vergiffenis te
smeeken. Zy zoo vol vertrouwen en hy
een schurk 1
Hy leed op dat oogenblik meer dan eene
pen beschryven kan. Hy durfde Laura niet
aanzien en nog veel minder het handje druk
ken, dat zy hem toestak, daar hy vreesde
dat zy van die klamme aanraking zou ont
stellen. Hy drukte baar met de bevende lippen
een kus op het blanke voorhoofd en verliet
haastig het vertrek.
Hy kwam Hulda tegen, die zich met een
vriendeiyk lacbje op het gelaat naar Laura
begaf, haren arm door dien van hare vriendin
stak en haar naar het park medenam.
Von Sehnwitz zag het zich verwyderend
tweetal na. „Eene engelin en eene duivelin I"
mompelde hy met een zucht.
De volgende dagen gingen voorby zonder
dat er iets byzonders gebeurde. Laura was
eene lieve en barteiyke gastvrouw en Von
Sehnwitz bleef tegenover de gasten denzelfden
gedienstigen gastheer van voorheen.
Toch was er iets veranderd in de ver
houding van de aanwezigen; het was alsof
een minder opgewekte geest het gezelschap
boheerschte.
Als Von Sehnwitz zich onbespied waande,
dan staarde hy meestal somber voor zich uit,
en Laura trachtte tevergeefs uit te vorschen
wat hem hinderde.
Zy vreesde dat hy eene ziekte onder de
leden had, of dat hy door zorgen van finan-
tiéelen aard gekweld werd. Toen zy omtrent
dit laatste vermoeden onder bedekte termen
den rentmeester ondervroeg, stelde deze haar
op dit punt gerust.
Op een avond, dat het gezelschap om een
heldervlammend haardvuur gezeten was, en
de vorst de „Augsburger Allgemeine Zeitung"
ter hand had genomen, riep hy uit:
„Luister eens, welk eeno treurige tyding
hier gemeld staat 1 Te Parijs steeg mevrouw
Blanchard met een luchtballon op, en toen zy
by het nedordalen vuurwerk wilde afsteken,
vloog de ballon in brand. Het publiek juichte
en klapte in de handen, meenende, dat dit by
de voorstelling behoorde. De ballon daalde
langzaam; de mand, waarin mevrouw Blan
chard gezeten was, bleef aan den muur haken
en de naar aller meening geredde vrouw werd
naar omlaag geworpen en viel verpletterd op
den grond neer."
„Ja, ja, zoo gaat het,1' vervolgde de vorst,
als iemand wyzer wil wezen dan de Voorzienig
heid. Men is niet tevreden met twee beenen,
maar men wil nog vleugels hebben ook!"
„Dan zal Uwe Doorluchtigheid ook niet
veel ophebben mot de aanwending van den
stoom," zeide graaf Kiehl.
„Richelieu deed nooit beter daad dan toen
hy den uitvinder er van in een krankzinnigen
gesticht liet zetten. Ik zal myn leven ten
minste nimmer in zulk e9n door stoom ge
dreven rytuig of schip wagen," zeide de vorst
op minachtenden toon. „Wat zegt gy er van,
Maria?"
„Ik zal my wel wachten, myn oordeel over
die nieuwe uitvinding zoo voorbarig uit te
spreken," antwoordde de vorstin op terecht-
wyzenden toon.
„Zoudt gy dus zonder vrees ia een wagen,
door stoom gedreven, durven gaan rijden?"
vroeg de vorst plagend. „Neon, ik houd mtf
liever by het oude."
„Nu ja," antwoordde de vorstin, „dat W69t
ik niet; ik wilde u alleen maar onder hot
oog brengen, dat hot verkeerd is, zoo klein
geestig aan het oude te biyven hangen er
de oogen voor de deugden van het niouw*
gesloten te houden.
Maar van gesloten oogen gesprokenOnlang6
las ik van eon koning in Afrika, die, wanneer
hy uit ryden gaat, altyd in een zak gestopt
wordt, omdat geene andere oogen dan aio
der koningin hem mogen aanschouwen. Dat
was juist iets voor ui"
„Voor my?" riep de vorst lachend, „wel,
my dunkt dat de koningin er vry wat beter
aan toe is, als de arme stumper in den zak,
die aan hare zyde rydt."
„Eene uitmuntende instelling voor dames,
die hun echtgenoot wantrouwen," zeide Von
Schmunktau vrooiyk. „Mevrouw Von Sohn-
witz," vervolgde hy onnadenkend tot Laura:
„hoe zoudt u het vinden, als uw heer gemaal
op deze wyze met u uit ryden ging?"
„Ik heb geene reden zoo iets te begeeren,"
antwoordde Laura op trotschen tooD.
Von Sehnwitz stond driftig op. Hy trad
op den arts toe en zeide: Mynheer Von
Schmunktau, ik vraag u voldoening voor de
my aangedane beleediging."
De dokter staarde den opgewonden sproker
verbaasd aan.
Wordt vervolgd.)