N°. 10474
Maandag 16 April.
A°. 1894.
<§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van <§on- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
IN BLOEI GEKNAKT.
IDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden por 3 maandenf LIO.
Franco per post. -i
Afzonderlijke Nommers „005.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Yan 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17 j. Grooterö
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt 0.05 berekend.
Derde Blad.
Praatjes over Kunst.
Vlokken.
xxv.
Het schrijven in de „N. Rott. Ct." van 12
April jl. (2de blad B) betreffende het Yenster,
door Antoon Derkinderen geschilderd voor
het Universiteitsgebouw te Utrecht, dicht ik
aan Jan Veth toe.
Met het woord „Gemeenschapskunst" toch
heeft deze artist zoozeer geschermd, dat dit
geschreven stuk, zooal niet op zijn eigen
naam, dan toch op dien van een zijner ge
trouwe volgers mag worden geschoven.
Maar allereerst dient zeker te worden ge
waardeerd de omstandigheid, dat een artist
„pur sang" als Derkinderen, nu eens in de
gelegenheid werd gesteld een werk te geven,
dat in de toekomst blijvende waarde bezitten
zal. En juist daérom, omdat deze vensterver
siering een evenement is, waarover wjj ons
rechtmatig kunnen verheugen, wil ik hier even
het slot van 't bewuste goedgestelde artikel
afschrijven.
„Niet imposant door macht van kleuren
spel, zooals een glas ook zijn kan, is dit ven
ster, maar blank en voornaam treedt het den
bezoeker van dit gebouw te gemoet; de rus
tige geestesarbeid van een kunstenaar, wien
het doel, waarnaar hü streefde, heldor voor
oogen stond, die voortarbeidde zonder te haas
ten, omdat h(j in zijn werk geloofde, omdat
hy sterk in zich droeg het bewustzijn, dat
hy geroepen was te maken een werk van
monumenteele kunst, dat als een heraut een
nieuw lenteleven, een jong opbloeien van deze
kunst zou verkondigen, na langen doodsslaap,
na eeuwen van onvruchtbaar neerliggen
En als een schitterend veld, bedekt met voor
jaarsbloesem en Maartsche viooltjes, zoo ver
rijst hier voor ons deze bode verkondigend
©ene blijde boodschap van de kunst der
gemeenschap."
De tentoonstelling van werken van Jan
Toorop wordt morgen (Zondag) voor de leden
van den Haagschen Kunstkring en genoodigden
geopend in de lokalen boven de Passage.
„De drie bruiden", „de jonge generatie",
en eenige „kinderportretten" zullen deel uit
maken van do verzameling.
Te Nijmegen wordt binnenkort eene keuze
tentoonstelling gehouden.
Na Leiden, Utrecht, Amsterdam acht de
Betuwe-stad het tijdstip gekomen, Gelderlands
hoofdstad naar de kroon te steken.
De beide Arnhemsche exposities toch passen
(zonder er in toegelaten te zijn) volmaakt in
het kader van de Driejaarlyksche, Amsterdam,
Den Haag en Rotterdam, waar de „gave en
vergulde" vierkante lijsten nog immer ver
plichtend waren.
En terwijl het te voorzien is dat ook Zutfen
wel wederom meer op een bazaar zal gelijken,
beoogt de Nymeegsche Commissie iets beters,
iets hoogers voor hare tentoonstelling.
Toezegging tot medewerking werd reeds
verkregen van de uitgenoodigde artisten:
Th. De Bock, Breitner, Isaac Israëls, Kever,
Jac. Yan Looy, H. W. Mesdag, Alb. Neuhujjs,
J. Van de Sande Bakhuyzen, Antoon Der
kinderen, Jan Yeth, Henry Luyten, E. Car-
pentier, Emile Claus, Th. Verstraete, J. Dillens,
J. Lambeaux, Apol, Bastert, Du Chattel,
Verster, Haverman, Van Hoytema, Jansen,
Martens, mevrouw Mesdag, Wally Moes, Wit
kamp, Gabriël, Willem Witsen, Hoynck van
Papendrecht, Valkenburg, Rochussen, Baert-
soen, Doudelet, Rul, Willaert, Boudry, Leem-
poels, De Josselin de Jong, Rink en Keiler.
Verder worden nog verwacht inzendingen
van Jozef Israels, Matthys, Willem en Jakob
Maris, Constantin Meunier (beeldhouwwerk)
en Hubert Vos.
Ook van wyien Artz zal werk worden in
gezonden.
De expositie-Bos in de Lakenhal blyft nog
ongeveer eene week geopend, (tot 22 April a. 8.)
Het 8uhildery „Avondschemering" (herder
met kudde schapen) werd verkocht.
Heb ik in een myner vroegere berichten
my vertoornend uitgelaten over de erbarme-
lyke en allerwanstaltigste conterfeitsels, die
er van onze aanvallige jeugdige Vorstin in
den handel werden gebracht, thans moet ik
ronduit mijne ingenomenheid betuigen met
de photographie, die ik dezer dagen by de
firma Blankenberg en Co. geëxposeerd zag.
Dit fraaie portret, door den heer C. B.
Broersma, te Leeuwarden, vervaardigd, geeft
ons de Koningin in Friesche kleederdracht te
aanschouwen, en juist door deze beeltenis
komt nog sterker uit, hoe jammer het is, dat
indertyd niet van overheidswege de verkoop
werd belet van die reproducties van slechte tee-
keningen of gebrekkige lithographieën, waarin
bykans niets terug te vinden was van de
teederheid, die in eene ware afbeelding van
dit fijngevormdo kopje, zooals hier thans, op
te merken blyft. En in aansluiting hiermede
mag stellig met vreugde worden begroet het
in den handel brengen van een goedgeiykend
bronzen relief, door den beeldhouwer Odé ont
worpen. Waariyk, een en ander teekent voor
uitgang 1
Even het woord aan den heer F. Na2tglas,
die het in een boekje „Wat het was en hoe
het werd", over de impress ionalis-
tische school heeft. „In de laatste jaren
is de zoogenoemde impressionalistisi he school
meer naar voren gekomen. Zy schynt leven
dige indrukken te willen verwekken, door een
bont mengelmoes van soms op vlekken
gelykende kleurschakeeringen, welke ver
warde dingen, waarby nauwgezette teekening
soms wordt verwaarloosd, de impressie geven,
dat de schilder lydt aan het gezichtsver
mogen en de dingen niet ziet, g6lyk zy door
gewone gezonde oogen in de natuur, de eenige
bron toch der kunst, worden waargenomen.
Ons leven wordt rykor door bewondering dan
door afkeuring en het is eene slechte gewoonte
om op de eene of andere kunstrichting laag
neer te zien. Misschien is het voor bejaarden
ook bezwaarlijk om den vorm te vatten,
waarin een later gekomen geslacht zyne be
zieling uitspreekt." Ja, dat durf ik wel zeker
beweren.
Vermakeiyker is stellig nog wel het vol
gende
„Nadat in don patriottischen en Franschen
tyd dit veld (dat der schilderkunst) schier
onbebouwd was gebleven, herleefde in 1814
ook op dit gebied, wat gestorven scheen, en
kunstenaars als de Krusemans, J. Pieneman,
B. C. Koekkoek en J. C. Schotel, hielden den
beroemden naam der Hollandsche Schilder
school op door dichterlyke opvatting, warm
koloriet en geoefende techniek (sic).
Ik voor my hoop dat de heer Nagtglas
nog lang met gezonde oogen de natuur, die
eenige bron voor de kunst, zal mogen bekyken,
en dat hy ons nu en dan nog eens zal onder
houden over de vorderingen der impressiona-
listische school, in aansluiting met het
nieuwere, het néo-impressionisme, 't mysti
cisme, de symboliek en pointilleerkunst. Dat
kan dan wel héél aardig worden I en 't zal
wel even klaar zyn als het Bilderdykiaansch
gedichtje, dat de heer Nagtglas op het titel
blad afdrukt:
„'t Voorleedne toont den geest de duistre
[toekomst aan,
„Voor hem, die 't ongeziene in 't zichtbre
[leurt verstaan."
C. V.
Wereld-tentoonstelling te Antwerpen
In 1894.
Af dueling Tuinbouw.
De eerste der drie tydelyke tuinbouw ten
toonstellingen, aan de wereld-tentoonstelling
te Antwerpen verbonden, zal plaats hebben
van 13 tot 15 Mei a. s. Deze expositie is eene
algemeene tentoonstelling van bloeiende en
niet-bloeiende planten en van vruchten en
groenten, onder glas gekweekt. Het programma
omvat o. a. 11 vragen voor nieuwe planten,
8 voor fraaie kweeking of bloei, 15 voor
algemeene collectiën, 9 voor varens en mossen,
11 voor palmen, pandanus en musas, 10 voor
aroideae, 20 voor orchideeën en een groot
aantal voor planten van andere familiön, in
't geheel 171 vragen, waarin alle artikelen zyn
opgenomen, die men dan gewoonlyk kan ten
toon6tellen.
De pryzen bestaan uit: gouden medailles
van fr. 209 en fr. 100, geëncadreerd verguld-
zilveren medailles, verguld-zilveren medailles
en zilveren medailles.
De termyn van aangifte is 15 April (waar
omtrent echter verlenging is aangevraagd). De
volledige lysten der inzendingen moeten worden
ingezonden vóór 30 April.
Nadere by zonderheden zyn te vinden in het
uitvoerig programma, dat op franco aanvrage
te verkrygen is by den heer J. H. Krelage, te
Haarlem, lid der Nederlandsche commissie
voor de wereldtentoonstelling te Antwerpen
en voorzitter van de afdeeling Tuinbouw dier
tentoonstelling, aan wien alle correspondentie
te dier zake moet worden gericht. Onder het
voorzitterschap van den heer Krelage wordt
voor de 'afd. Tuinbouw eene afzonderlyke
Nederlandsche commissie gevormd; denamen
van de leden dier commissie zullen binnen
weinige dagen kunnen worden medegedeeld.
Gemengd Nieuws.
Door de recherche der politie
te 's Gravenhage is een persoon aangehouden,
verdacht van diefstal van zakken zemelen uit
de meelfabriek van den heer K.,aan de Trek
vaart. Er zyn by verschillende opkoopers zak
ken gevonden, uit deze fabriek afkomstig.
Van de Goorberg, beklaagd van
de mishandeling van den man, die stervende
in het Alexandersveld te 's-Gravenhage is
gevonden, is op vrye voeten gesteld. Naar
men verneemt, wordt het bedreven feit ge-
qualificeerd als zware mishandeling.
Door de vereeniging van Han
delaren te Groningen is besloten zich tot de
directie der Nederlandsche Bank te wenden
met het verzoek de tegenwoordige bankbil
jetten van ƒ100, f 200 en ƒ.300 zoo spoedig
mogelyk in te trekken en te vervangen door bil
jetten, welke in vorm en kleur van de bestaande
verschillen. Het wantrouwen, dat in den han
del bestaat by het ontvangen en inwisselen
van die biljetten, maakt, meent zy, dit nood-
zakelyk.
In verband met een bericht o ui
trent de ophanden zynde beperkingen van het
goederenvervoer op de Staatsspoorwegen op
Zon- en feestdagen, kan het „Hbl." nader
mededeelen dat met lo. Mei a. s. de goederen
treinen op de lynen der Exploitatie Maatschappy
op bedoelde dagen bykans alle zullen worden
opgeheven.
Als tegenhanger van zoovele
staaltjes, die aanduiden dat de kiezers Dinsdag
liever lui dan moe waren, meldt de „Tel."
het volgende:
Een heer (kiezer in eene kleinegemeente,
maar voor een district, waar het spannen zou),
moest absoluut Dinsdag voor zaken vroeg in
de hoofdstad zyn en kon met den gewonen
trein eerst dkn terugkeeren, wanneer de stem
bus in zijn dorp gesloten was. Om toch te
kunnen stemmen, nam hy een extra-middel
te baat; hy maakte nl. gebruik van den snel
trein, die omstreeks drie uren zyn dorp in
vliegende vaart passeerde, en daar gekomen
trok onze reiziger aan de noodrem.
Het gevolg was natuuriyk een proces-ver
baal en verbod om verder mede te reizen, maar
hy kon op zyn tyd zyn stembriefje in de bus
steken.
Te Genemuiden was de naam van den heer
L. Kuiper, pred. der christelijk gereformeerde
gemeente aldaar, verkeerdelyk onder eene
aanbeveling van den heer Beelaerts van Blok
land geplaatst. Genoemde predikant liet daarom
door den omroeper bekend maken dat hy
zeer beslist vóór den heer Wiersinga zou
stemmen.
Als evenbeeld van de belangstelling
Poederoyen, waar op Dinsdag geene enkele
stem werd uitgebracht, kan het volgende dienen
Te Gron8feld kwamen van de 94 ingeschreven
kiezers 20 op. Te Heugem en Ekkelrade
stemde Dinsdag alleen het raadslid, dat deel
maakte van het stembureau, en te Ryckholt
en Houthem kwam niemand ter stembus.
Te Diedam woedde een hevige
brand, waardoor de hofstede, bewoond door
den landbouwer Th. Verwaayen, met den
geheel en inboedel, in vlammen opging. Acht
koeien en een paard gingen mede verloren.
Oorzaak niet bekend. Alles was verzekerd.
Werkstakingen. Omstreeks
1500 arbeiders van de pannebakkeryen der
Bouwmateriaal-Maatschappy te Baaden, naby
Weenen, hebben het werk gestaakt. Daar zy
eene zeer oproerige houding aannemen, zyn
twee escadrons cavalerie naar de plaats ge
zonden, om de orde te bewaren.
Meer dan 2000 wevers te Nelson in Lan
cashire hebben den arbeid gestaakt. Zy eischen
loonsverhooging.
Te Dundee zyn ten gevolge van een geschil
over het aantal werkuren, de jutefabriektn
gesloten. Ongeveer 2000 arbeiders zyn hier
door werkloos geworden. In West-Hartlepool
hebben omstreeks 900 man wegens een geschil
over het loon het werk gestaakt
Een onverwacht geluk is den
zoon van eon Russischen Israëliet te beurt
gevallen, die met zyne moeder en zyn stief
vader, welke hem slecht behandelde, in het
Russische dorpje Vakhnofky woonde. Zyn
vader was zeven jaren geleden naar Amerika
verhuisd, omdat hy in Rusland den kost niet
verdienen kon. Vooraf liet hy zich van zyne
vrouw, die hy met haar zoontje achterliet,
scheiden, om haar in staat to stellen een
ander huwelyk aan te gaan, hetgeen zy ook
spoedig deed.
In den beginne schreef de vader vr[) ge
regeld, reeds lang echter had men niets meer
van hem gehoord, totdat nu den jongeling docr
bemiddeling der politie medegedeeld werd, dat
zyn vader overleden is en hun een fortuin
van 1,200 000 roebels nagelaten heeft.
B I y k Vn s berichten uit Nieuw-
Yur* heeft de sneeuwstorm, die dezer dagen
op de Amerikaansche kust heeft gewoed, op
vele plaatsen ernstige schade veroorzaakt,
vooral in uen Staat Nieuw-Yersey, waai de
wind buitengewoon hevig was. Vooral de
telegraaflynen werden beschadigd en ook
ondervonden de spoorwegen groot nadeel,
daar het verkeer op vele plaatsen word ver
traagd. Ook strandden op de kust vele
vi8schersvaartuigen.
Te Seabright heeft de zee een stuk land
weggeslagen, de kerk is ondermynd door het
water, vele woningen z[jn gehoel verdwenen.
Naby Long-Branch is een gedeelte van den
spoorwegdyk weggeppoeld. Een vyftal sche
pen zyn vergaan of hebben belarigryk avery
gekregen.
Ook in het binnenland woedden hevige
sneeuwstormen; op vele plaatsen ligt de
sneeuw meer dan 20 Engelsche duimen boog.
Het spoorwegverkeer iü Pennsylvanië moest
op verschillende plaatsen gestaakt worden.
Ook te Philadelphia en te Reading ondervindt
bet verkeer veel bemoeilyking door de groote
hoeveelheden sneeuw, welke in de straten
opgehoopt zyn.
83)
Deze nam met een onverschillig gelaat het
geld aan en het het in de tasch, die aan hare
zyde hing, glyden.
Vervolgens ging zy naar de vorstin en toen
deze een afwyzend gebaar maakte, zeide zy:
„Uwe Doorluchtigheid ziet my toch niet
voor eene vrouwelyke charlatan aan?"
„O, volstrekt niet," antwoordde de vorstin
spotachtig, „of het mocht zyn, dat uw am
bacht my doet denken aan het „charlatanisms
du dósintóre8sement," terwyi zy op de groote
geldtasch der vrouw wees.
Deze haalde minachtend de schouders op
en begaf zich vervolgens naar Hulda Von
Hobenstein, die haar vriendelyk ontving.
De Zigeunerin nam de haar toegestoken hand
in de hare, bezag de lynen en boog zich tot
haar over, om haar ietsin het oor te fluisteren.
Hulda lu sterde aalidachtig en knikte toe-
stemmeud. Zy vernam biykbaar iets zeer aan
genaams en deed moeite hare vreugd niette
toonen. De vrouw liet nu hare hand weer los,
nam het haar toegestoken geldstuk aan, knip
oogde nog eens tegen Hulda en begaf zich
vervolgens naar Laura Hoewel deze zich niet
beangstigd wilde toonen, be fde zy van het
hoofd tot de voeten. Zy was nu immers ge
lukkig? Wat behoefde zy te weten, welke
rampe i haar misschien in de toekomst zou
den wachten?
Zy trok hare band terug, toen de waar
zegster die wilde grypen, en zeide:
„Ga maar verder, vrouw; uwe woorden
bsgeer ik Diet te hoorenl"
De waarzegster zeide niets, maar haar blik
drukte meer uit dan met vele woorden ge
zegd zou kunnen worden.
Toen de vrouw verder was gegaan, was
het Laura alsof hare krachten haar ontzonken.
Zy dreigde in onmacht te vallen, maar Von
Suhnwitz, die zyn vrouwtje geen oogenblik
uit het oog verloren had, trad op haar toe.
Hy omvatte haar en leidde haar naar de sofa.
„Myne lieveling 1 heoft die vrouw je belee-
digd?" zeide hy op zorgvoüen toon; „willen
wy haar wegzenden?"
„O, neenl" riep Laura; „doe dat om
's Hemels wil niet. Ik zou niet gaarne het
ongenoegen van den vorst op my laden. Hy
sclyjnt erg met haar ingenomen en ik hecht
immers niet aan voorspellingen?"
De waarzegster was intusschen naar Eline
Von Scböuhausen gögaan. Deze zag vol vrees
naar de bruine vrouw op en toen zy haar
blank handje in die der Zigeunerin legde,
beefde deze merkbaar.
„Vrees niets, myn duifje!" zeide zy fluis
terend, „ik lees niets dan goeds in deze lynen
de liefde van hem, dien gy bemint, zal u
geworden. Hy is blond, nietwaar, en heeft
blauwe oogen; hy is slank en fier; hy is
hier tegenwoordig en sal u eenmaal toebe-
hooron."
Eline bloosde hevig by het vernemen van
die woorden. Hoe kon die vrouw weten dat
en wien zy beminde?
„Ik behoef u geen toovermiddel te geven
om zyne liefde te winnen; ook zonder dat
zal het gaan, zooals ge het gaarne wilt."
Eline offerde evenals de anderen vóórhaar
gedaan hadden en de waarzegster ging nu
naar Von Schmunktau, die haar met spot-
tenden blik afwachtte. „Wel, wel," riep hy
lachend, „ik ben nieuwsgierig wat ge my
mede te deelen hebt. Ge weet, kinderea en
gekken zeggen de waarheid. Daar ik u nu
moeiiyk onder de eerste categorie kan rang
schikken, zal ik maar denken dat ge tot de
andere soort behoort, en daarnaar uwe voor
spellingen beoordeeleD."
„Wat," riep de vrouw buiten zichzelve van
drift, „gy durft spotten met heilige zaken?
en," voegde zy er by, terwyi zy de naar
toegestoken hand van zich stootte, „het zal
er u naar gaan. De ongenade van Zyne Door
luchtigheid zal op uw hoofd neerkomen. Zyn
toorn zal u verpletteren. Ge zult in de diepste
duisternis geworpen worden, waar geween is
en knersing der tanden I"
Wel verre van by deze vreeseiyko voor
spelling te verschokken, scheen zy den spot
lust van Von Schmunktau Dog meer op te
wekken.
„Het zal my, in die gewesten aangekomen,
een troost wezen," antwoordde hy spottend,
„ten minste één bekend gezicht te moeten
ontmoeten, nameiyk het uwh."
Nadat hy dit gezegd had, keerde hy de
waarzegster den rug toe.
De vrouw haalde onverschillig de schouders
op en begaf zich naar graaf ELishl, met wien
zy een druk gesprek aanknoopte. Zyne oogen
schitterden en een blos overtoog zyu schoon
gelaat Hy luisterde met biykbaar welgevallen
en beloonde de Zigeunerin rykeiyk.
Nu was Von Sehnwitz de eenige, die nog
geene beurt gehad had.
„Die vrouw schynt onzen vriend Kiehl
iets zeer onaangenaams verteld te hebben,"
zeide zy tot Laura, „ik ga ook eens een
kansje wagen."
Daarop begaf hy zich naar de waarzegster,
reikte haar zyne hand en luisterde vol aan
dacht, wat zy hem zou mededeelen.
„Ik lees in de lynen van uwe hand niets
dan het geluk en den voorspoed, die uw deel
zullen wezen," zeide zy fluisterend, „maar
alleen d&n, wanneer gy den weg bewandelt,
dien ik u wyzen zal. Als ge morgenavond
tegen negen uren by den ouden eikeboom
in den slottuin komt, dan zal u een geheim
onthuld worden. Echter alleen onder voor
waarde, dat gy aan niemand iets van dit
onderhoud mededeelt."
„Maar ik mag myne vrouw toch wel ver
tellen, wat ge my gezegd hebt?"
„Ik zeg: niemand; verstaat ge my? Nie
mand I" zeide de vrouw op strengen toon.
Von Sehnwitz, die deze geheimzinnigheid
wel pikant voDd, tasite in zyn zak en gaf
de vrouw eene goede belooning. Deze groette
en verliet de receptiezaal.
„By den Hemel I" liep de vorst, toen de
waarzegster vertrokken was, „als dit eene
gewone Zigeunerin is, dan ben ik geen re-
geerend vorst. „Maar wat komt het er op
aan? Ik ben zeer tevreden met de my ge-
oane voorspelling."
Het scheen dat n emand van het aanwezige
gezelschap gezind was eenige oni nulling over
de hem of haar gedane voorspelling ie doen,
en spoedig na het vertrek der waarzegster
ging men uiteen.
Toen men elkander goeden nacht wenschte,
drukte de vorst Laura's hand zóó styf, dat
deze het byna uitschreeuwde van pyn, en
graaf Kiehl keek haar zóó diep in do oogen,
dat zy bloosde van verlegenheid
Beide voorvallen, hoe onbeduidend op zich
zelf, deden baar onaangenaam aan, en toen
zy, op hare kamer gekomen, Von Sehnwitz
naar de voorspelling vroeg en een ontwykend
antwoord ontving, was zy er van overtuigd
dat er achter het bezoek der Zigeunerin iets
geheimzin <igs school.
XVII.
Nadat zy te bed was gegaan en tevergeefs
trachtte den slaap te vatten, was het haar
alsof de staldeuren geopend werden. Zy stond
op on tuurde uit bet venster of zy ouk iets
kon zien. Haar gehoor had haar niet bedro
gen; zy bemeikie een ruiter, die zich yiingp
verwyderde.
Wie het was, kon zy niet ontdekkenmaar
wat was het doel van dien nachieiyken tocht
Zy trad, op de teenen loopende, naar de
kamer daarnaast, waar Von Sehnwitz sliep,
en toen zy hem rustig hoorde ademhalen,
wilde z[j hem niet wekken. Zy ging weder
naar hare kamer, doch wendde zich het verdere
gedeelte vaD den nacht slapeloos op hare leger
stede om.
(Wordt vervolgd.)