H°. 10474 Maandag; ÏO April. A0. 1894 tgeze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van <§pn- en (gëestdagen, uitgegeven. Eerste Blad. Kikeriki. Feu-illeton. IN BLOEI GEKNAKT. PBUS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. f 1-10. Franco per post1-40- Aftonderiyke Nommers 0°B- PRIJS DER ADVERTENTIEN Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17 j. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Aan de Abonné's daarop, wordt by dit Dommer verzonden No. 30 van Kikeriki. Ofttcïëele Keanisgevinffen. Bargom c-ur lu Woihoudors der gemeenfco Leiden prengon 1 ij ilezu, naur aanleiding van art. 21 der Verordemnj op de Ironring van vee en vleeeoh in deze goiu'.-iijit. ralg mueue kennie, dat JACOB iUE'iil VEN, St.-Aa^tenetraat No. 25 alhier, op deu ïïiet r. Januari 1891 ie bekeurd en op don 2d d April d. a. v. ie veroordeeld wegene „bij ingevoerd v etscbmot eone duidelijke schriftelijke jBnwgziiag hebben van don pereoon, voor wien het bestemd if." Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden WA8, Burgemeester. 18 April 1894. E. KI8T, Seoretaris. Leiden, 14 April. Tot leden van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen zyn o. m. benoemd mr. Ch. M. Dozv, gemeentearchivaris, mr. L. Sorruntr, directeur van het Rijks Ethnogra- phisch Museum, prof. dr. W. 0. Van Manen en de heer Emile Seipgens, respectievelijk voorzitter en secretaris van de Maatschappij van Nederlandache Letterkunde, allen teLeiden. De nieuwe cursus van de Christelijke Normaallessen alhier is aangevangen met 17 nieuwe leerlingen. Het gebeele aantal leer iingen, dat deze lessen volgt, bedraagt thans 42. Benoemd is tot hoofd der openbare 1ste school te Castricum de heer Van deBussem, onderwijzer te Leiden. Van de 350 kiezers in het onderkies district Heerenstraat te Zoeterwoude hebben er 219 gestemd en van de 231 in het onder kiesdistrict Raadhuis 181. Een kiezer, nu te Alkmaar wonende, kwam over om ziine stem uit te brengen. Van de 360 kiezers in de gemeente Hille- gom zijn er Dinsdag 10 April 250 ter stembus gekomen. Een bijvoegsel der „Staatscourant" van 14 dezer bevat de bij kon. besluiten goedge keurde statuten van do „Horticultural Com pany" (Tuinbouwkundige Vennootschap) te Boskoop, met een kapitaal van f 20.000, in 200 aandeelen van /"100, waarvan 47 zijn geplaatst. Het doel der vennootschap is het steunen van Boskoop'8 handelsbelang in het algemeen en van dat der aandeelhouders in bet bijzonder, door koop en verkoop, zoowel in als buiten Europa, van boomen, planten en alle tot het tuinbouwvak behoorende artikelen. H.H. MM. de Koningin en de Koningin- Regentes hebben ieder eene gouaen, eenegroote zilveren en eene groote bronzen medaille doen toekomen aan het Comité der Internationale Bakkerij Tentoonstelling, dezen zomer te Am sterdam te houden, om alsdan te dienen als eerepriJzen. Door m>j. B. T. De Boevé, directrice der Hoogore. Burgerschool voor meisjes te Amster dam ol ontslag uit öie betrekking ge vraagd -o 1 September e. k., met toekenning van pens -jen. Op de aandeelen der Delftsche Brood fabriek wordt 5 pCt. dividend uitgekeerd. Woensdag is op den huize „DeDonck", onder Ridderkerk, bi) zijne schoonmoeder, Douairière baronesse Groeninx van Zoelen, plotseling overleden baron De Kanitz, vroeger vele jaren buitengewoon gezant en gevol machtigd minister van DuitschlaDd bij ons Hof. De Staatscourant van 14 dezer bevat het verslag der Rijkscommissie voor graad meting en waterpassing aangaande hare werkzaamh°den gedurende het jaar 1893. Deze hadden betrekking op de primaire en de secundaire driehoeksmeting, de slinger proeven, de getijdenwaarnemingen, de lengte-, breedte- en azimuth-bepaling. Te Noordhom (Gron.) is in 81-jarigen ouderdom overleden de heer P. J. Schuiringa, lid der Provinciale Staten van Groningen en voorzitter van het waterschap Westerkwartier. De gepensionneerde generaal-majoor G. H. J. Michelhoff is op 80-jarigen leeftijd te 's-Gravenhage overleden. Hjj was een der meest gewaardeerde offi cieren van het wapen der cavalerie en vóór z\jne bevordering tot opperofficier, comman dant van het 2de regiment huzaren in Limburg. Daarna was by eenige jaren generaal- majoor en plaatöeiyk commandant te 's Gra- venhage en waarnemend gouverneur der resi dentie, alwaar hy na het verlaten van den militairen dienst bleef wonen. De overledene was ridder der orde van den Nederlandschen Leeuw. De heer J. Casas Cbocomeli, ingevolge Koninkiyke machtiging benoemd tot vice-consul te Tarragona, is in die hoedanigheid door de Spaansche Regeering erkend. De minister van binnenl. zaken brengt ter kennis dat het veeartsenykundig examen zal aanvangen op Dinsdag 15 Mei a. s., in de lokalen van 's Ryks Veeartsenyschool te Utrecht. Het stoomschip „Prinses Wilhelmina", van Batavia naar Amsterdam, passeerde 12 April Dungeness; de „Spaarndam", van Rot terdam naar Nieuw-York, passeerde 12 April Scilly; de „Bundesrath", van Hamburg en Amsterdam naar Oost-Afrika, vertrok 12 April van Zanzibar; de „Kanzier" vertrok 12 Apnl van Zanzibar naar Vlissingen en Hamburg; de „P. Caland", van Nieuw-York naar Am sterdam, passeerde 13 April Bevezier; de „Reichstag", van Hamburg en Amsterdam naar O. Afrika, vertrok 11 April van Napels; de „SoeDda", van Batavia naar Amsterdam, passeerde 12 April Gibraltar; de „Semarang" arriveerde 13 April van Rotterdam te Batavia. By koninklijk besluit is, met 1 Juni, benoemd toe olrecteur van het telegraafkantoor te Schiedam J. H. Mooren, thans in geiyke betrekking te Kampen. De heer S. J. R. De Monchy Jr. erkend en toegelaten als consul van Costa Rica te Rot terdam. Met 16 April a. 8. J. H. B. Hamers, te 's Gravenhage, benoemd tot ambtenaar by den algemeenen dienst van den Rykswaterstaat. Benoemd tot directeur van het telegraaf kantoor te Tilburg C. J. A. Tret, thans direc teur van het post- en telegraafkantoor te Zandvoort. Aan mej. F. M. A. Metelerkamp en C. C. E. Reynvaan, bestuurderessen der Vereeniging voor fabrieksarbeidsters, te Amsterdam, ver gunning verleend lager onderwys te geven aan personen, die de school dier Vereeniging, gelegen aan de Marnixkade No. 65 aldaar, bezoeken, en niet meer in de termon vallen het onderwys aan de lagere school te volgen. Liedei'tafel „Arion". Iemand te beoordeelen na eene eerste kennismaking is gewaagd, hem reeds dan te veroordeelen even wreed als vermetel. Even verkeerd echter is het om de gebreken van eene jonge vereeniging te verzwygen uit sluitend om der wille van hare jeugdmy lykt het wenscheiyk ze te verschoonen, doch wel degeiyk te vermelden. Vooral ben ik op die vermelding zoo gesteld, omdat uit een absoluut-muzikaal oogpunt de zaak zelve, de mannenzang, my van byzonder veel gewicht schynt: in de eerste plaats omdat goede liedertafels bruikbare krachten voor de go- mengde zangvereenigingen kunnen leveren; en deze reden is m. i. de voornaamste. Toch erken ik gaarne dat ook op zichzelf beschouwd, het mannenkoor veel muzikaal genot kan verschaffen; als bewya daarvoor zou men het feit kunnen aanvoeren, dat de groote massa der heeren-zangers dergelyke vereenigingen opzoeken en de gemengde koren slechts noode bun steun aanbieden. Leiden maakt op dit gebied eene gunstige uitzondering. Op de beide laatste uitvoeringen der Maat8chappy tot bevordering der Toon- ku st is duidelyk aangetoond, dat ons heeren- personeel onder de zangers uitmunt boven hunne collega's in de meeste andere afdee lingen dier Maatschappij; de Dubbel Quartet- vereeniging mag nog onlangs kon ik het gotuigen Irotsch zyn op hare voortrtffelyke zangers; zou in zulk tone gemeente geen deugdelijk mannenkoor te vormen zijn? Maareendracht is hier meer no >dig dan ergensöf men bepale zich tot de keuze van enkele zangers, die bedeeld zyn met werkeiyk schoone stem middelen, öf men neme zulk eene massa, dat niemand ue stem zoo danig behoeve uit te zetten, dat de ruwe klanken hoorbaar worden. Gisteravond was dit nog het geval; gaarne geven wy toe, dat hier zeker de jeugd van „Arion" de oorzaak der kwaal kan zyn. vVy kunnen echter niet anders zeggen dan dat het „Drinklied" van Mendelssohn ruw wera gezongen; over het algemeen trouwens kwamen de gedragen nummers het best tot hun recht, vooral het „Abendst&ndchen" van denzellden componist. Andere fouten achten wy voor dit oogen blik van secundair belang; men mag het een koor, dat nog geen vier maanden aan het studeeren is, niet euvel duiden, dat het déto- neert in den Acapella zang en hier en daar eene beschaafde uitspraak verwaarloost; op de eerstgenoemde opm rking insisteeren wy ei h er met te meer kracht, omdat zy inhoudt eene aansporing aan het adres van alle man nen zangers, om zich, bywyze van proef, aan te sluiten by deze vereeniging. „Bywyze van proef' zeggen wy met opzet, omdat delevens- vatbaarheid van dit koor ook voor een deel afhangt van de geschiktheid van zyn directeur; en over de vraag, of de heer Joh. Soutendyk die persoon is, willen wy ons oordeel opschor ten, totdat wy hem belangryker proeven heb ben zien afleggen dan de meestal niet inge wikkelde koortjes, die en zeer terecht bet programma van dit eerste concert vorm den. Wat echter door den heer Soutendyk overtuigend bewezen is, is lo. het bezit van eene zeer heldere en fraai-klinkende stem; 2o. de volmaakte beheersching van eene goede me tbode, maar ook hy duide mij de opmerking niet ten kwade een gewild en te vaak her haald coquetteeren met de medeklinkerseen ingehouden „mm" kan zeker veel effect teweeg brengen, maar te dikwyis herhaald wekt men tegenzin op by den hoorder. Ik ben echter overtuigd dat dergelyke foutjes door den zanger nog zullen worden weggenomen en dan is er van iemand met zulke vocale middelen zeer veel te verwachten. Van de instrumentale solisten beeft de violist, de heer Henri Yan Elk, uit Amster dam, op my den g'mstigsten indruk gemaakt. Indien deze solist zich kan ontdoen van zyne neiging om al te voel toon te trekken, waar door sommige minder aangename nevenge luiden myn oor troffen, dan kan hy, die een zeer edelen toon produceert, veel technische vaardigheid heeft en daaraan eene zeer muzi kale opvatting paart, een violist van beteekenis worden. De „Romance" van Svendsen vooral werd door hem voortreffelyk gespeeld: bet applaus dwong hem tot een toegift en daarvoor werd de „Cavatine" van Joachim Raff gekozen. Zyn stadgenoot, de pianist G. H. Manikus, was minder gelukkig. Grootendeels schryf ik dat too aan de keuze van twee, zeer zware stukken: de „Rhapsodie" (op. 79 no. 1) van Johs. Brahms en de „As Dur-Polonaise" van Chopin. Bovendien was eene pianino niet vol doende om hem als solist tot zyn recht te doen komen; ten slotte meende ik Bühnen fleber te constateeren, redenen te over om ook van zyn optreden geen onvoorwaardeiyk ongunstig getuigenis af te leggen. Het feit, dat de heer Gottfried Mann, naar door den voorzitter werd medegedeeld, verhinderd was zyne belofte na te komen, maakte het nood- zakeiyk dat hij van vier nummers de bege leiding op zich nam, zoodat zyne taak buiten gewoon werd verzwaard. Mr. E. NB. Ook op het gebiod der organisatie moeten wy het bestuur nog wyzen op twee zakenlo. duurde de pauze te lang en 2o. waren er veel drukfouten in den tekst. Gemengd Nieuws. Heden ontvingeD wy van bevoegde zijde eene aanvulling op ons bericht van Dinsdag-avond omtrent het bezoek, dat leden van de Utrechtsche afdeeling van den Neder landschen Wielrydersbond morgen aan de bloembollenvelden zullen brengen. Der Leidsche Wielryders Vereeniging „All Right" is nl. de eer te beurt gevallen om den tocht van de wielryders der provincie Utrecht te mogen leiden door deze gemeente. Daartoe zal een gedeelte van „All Right" zich te 10 uren in 't hotel „Central" bevinden, om de Utrechtsche bondsleden te gemoet te kunnen ryden, on een ander gedeelte zich naar het station begeven, om hen, die met den trein komen, te kunnen afhalen. Beide deelen zullen elkaar buiten de voorm. Hoogewoerdspoort ontmoeten, oru ge- zameniyk een ommegang door Leiden te maken en vervolgens naar Hillegom te trekken. By „All Right" zullen zich aansluiten: de buitenleden uit Haarlem, Den Haag, Rotter dam en Goudaverder de Haagsche Vereeni ging „de Snelvoeters" en de Goudsche „de Antiloop" en waarschyniyk „T.h.o.r" uit Rotterdam. Do Vereeniging „AU Right", opgericht 10 Aug. 1893, telt op het oogenblik 41 werkende leden en 40 ondersteunende leden, te zamen 81. Zy wenscht op 22 Juli een internationalen wegwedstryd te geven Leiden Utrecht en terug en heeft daarvoor reeds eene groote gouden medaille ontvangen van de hoofd redactie van „Wielernieuw8", een jeugdig, maar krachtig Wielerblad, en eene zilveren medaille van een der leden. Niet alleen Daar do omstreken van Haarlem en andere gemeenten, maar ook in de richting van Katwyk aan den Ryn is het voor de bloemenliefhebbers wel waard een kykje te nemen; en vooral wat betreft d« richting van af Katwyk naar Valkenburg en ook den weg nemende langs den korenmolen naar Wassenaar, doet het van den bezoeker bet gezicht streden als hy dien prachtigen kleurendos van de uitgestrekte bloemenvelden, zoo ver als het oog reikt, kan waarnemen. En gaat men naar Katwyk aan den Ryn, te voet, per as of tram, in het centrum dier ge meente biedt het hotel „De Roskam" eene goede rustplaats, waar goede comeumtie te verkrygen is. Het besluit door het meerendeel der Nederland8che steenfabrikanten genomen om met de fabricage van steen niet vóór Mei a. 8. te beginnen, doet, naar de „Nym. Ct." mededeelt, zyne gunstige werking reeds ge voelen; de overtuiging dat meer dan 7/10 der productie een maand later in den handel wordt gebracht, dat de voorraad inférieure steen sterk is gedund, en dat de prys van den Belgischen steen, door uitgebreide bouwwerken in B-'lgió, dagelyks stygt, heeft stabiliteit san ae markt gegeven en doet den steen fabrikant de zaken wat kalmer inzien. Naar het „Hbl." verneemt, is het gasgebruik te Amsterdam in het eerste kwar taal van dit jaar by na oen half roillioen kubieke meters minder dan gedurende hetzelfde tydvak in 1893. Deze vermindering komt de gemeente te staan op een achteruitgang aan inkomsten in de maanden Januari, ebruari en Maart van byna f 20,000. De genoemde vermindering ia toe te scbryven aan de vermeerdering van gebruik van electrisch licht, en aan de ver betering, welke i den laatsten tyd aan gas branders gebracht ia. 32) Ven Sebnwitz wierp haar een strengen blik tce; hy beet zich op de lippen, om niet in lachen uit te barsten. Al de anderen hadden het niet minder te kwaad; alleen de vorstin en Hulda hielden z.ch uiteriyk kalm. De eerste duldde niet dat de vorst door zyne onderhoorigen In hare tegenwoordigheid uit gelachen werd, en Hulda wilde „k tout prix" den vorst behagen. Deze was zeer verbaasd dat men durfde spotten met dien halfgod. Hy zag driftig het gezelschap rond. De spotters werden nu met vrees vervuld en even daarna zaten allen met uitgestreken gezichten af te wachten, wat de vorst verder zou believen te zeggen. „Hoe jammer dat de schikgodinnen zyn levensdraad zoo ontydig hebben afgesneden! Hy is, helaas, nu reeds meer dan twintig jaren ter ziele; en bet treurige vaQ de zaak is, dat het ongeloovig geslacht, heden ten dage, z(Jdo gedachtenis zoo weinig in eere houdt." „Uwe Doorluchtigheid vergunne my op te merken," zeide graaf Kiehl bedaard, „dat, hoe zjjn leven ook moge geweest zyn, zyn uiteinde al zeer tragisch en weinig heldhaftig was. Het is Uwe Doorluchtigheid misschien niet bekend, dat hy den moDnik, die hem ale biechtvader toegezonden was, wilde ver worgen, om in het gewaad van dezen te kunnen ontvluchten." „Misschien is dit verbaal maar door dien biechtvader verzonnen, om dien afgevaardigde van den Hemel zyne kroon te ontrukken," zeide de vorst. „Het vyfde gebod werd ook op zeer slechte wyze door hem opgevolgd," zeide graaf Kiehl. „Als Goethe met Cagllostro's oude moeder ondersteund had, dan zou de arme ziel van gebrek zyn omgekomen." De vorst was schaakmat gezet, maar wilde het niet bekennen. „Cagliostro moge dan al of niet een be drieger geweest zyn," zeide hy, „voorspellen deed hy toch maar goed. Nietwaar, freule Hulda, uwe tante Adelheid was ook zeer met hem ingenomen?" „Ja, Uwe Doorluchtigheid," antwoordde deze, „maar ik geloof dat zy hem op het punt van voorspellingen toch niet recht ver trouwde." „Des te gelukkigor voor haar," zeide Von 3ehDwitz. „Vindt ge?" vroeg de vorst verwonderd, „en hoe denkt mevrouw Von Sehnwitz hier over?" Laura verbleekte. Zy had op dit punt nu juist geene aangename ondervinding opgedaan. „Uwe Doorluchtigheid zal het my, hoop ik, niet ten kwade duideD, als ik liever over deze zaak zwyg. De herinneringen, die ik daarvan heb, zyn niet van de vroolykste. Ik acht het hier niet de geschikte plaats om my verder hierover uit te laten, vooral ook, omdat ik niets aan voorspellingen hecht. Daarenboven heeft niemand er Iets mede te maken," vervolgde Laura driftig. Het hinderde haar dat dit punt ten aanhooren vau zoo- velen was aangeroerd. „Het antwoord had iets beleefder kunnen zyn," zeide de vorst ontevreden. „U schynt weinig vormen te hebben; ik denk, Von Sehnwitz, dat uwe vrouw nog niet geheel op de hoogte ie vau de eiechen, die haar aan dit hof gesteld worden, en op welke wyze men tot den Souvereinen vorst bshoort te spreken. My dunkt, dat zy eens by freule Hulda Von Hohenstein ter schole moest gaan, om dit te leerenl" Het was voor de eerste maal, dat Laura openiyk by Hulda werd achtergesteld. Een gloeiend rood overtoog haar gelaat, toen zy bemerkte, dat Huida's oogen boosaardig flik kerden. Von Sehnwitz zag zyn vrouwtje ontevreden aan; alleen de vorstin nam hare party op. „My dunkt," zeide zy kalm, maar streng, „dat er op het punt van waarzeggen niet alleen verschillende begrippen, maar ook ver schillende redenen bestaan, waarom men gaarne geheimhouding in acht neemt. En wat het gemis aan vormen betreft, waarvan Laura door u beschuldigd wordt, wel, ik heb my nooit over freule Von Stenwerck op dit punt te beklagen gehad en daarom zou ik met weten, waarom mevrouw Von Sehnwitz my minder voldoen zou." Na dit gezegd te hebben, knikte zy Laura vriendeiyk toe. Hulda sloeg de oogen neder, want haar triomf was met van laDgen duur geweest Het diner was afgeloopon en ieder begaf zich naar zyne kamers, om kort daarop weer op het terras te zamen te komen, om de koffie te gebruiken. „Komaan," zeide de vorst, toen men, nadat het donker geworden was, in de receptiezaal te zamen was gekomen; „ik wilde gaarne wat muziek hooren. Wie zal beginnen Do vorst wilde biykbaar door zang en spel de onaangename stemming verdry ven, die na het voorgevallene aan het diner onder de aan wezigen was gekomen. „Wie wil „Freut euch des Lebens" voor my zingen? Dat is juist een geschikt lied voor degenen, die om een mets uit hun humeur geraken." Laura ging voor de piano zitten en graaf Kiehl hief het gewenschte lied aan, terwyi de vorst en de andere aanwezigen toe luisterden. Toen men aan het laatste couplet gekomen was en de heldere stem van graaf Kiehl de woorden „Sie 1st des Lebens scbönstes Band: Scblagt, Brüder, traulicb Hand in Handl So wallt man froh, so walt man leicht los be88re Vaterlandl Freut euch des Lebens Weil noch das L&mpchen glüht: Pflücket die Rose Eh sie verblüht," zong, ging de vorst den kring rond en gaf iedereen de hand. Toen hy op Laura toetrad, zeide hy: „Schoone gastvrouw, wilt ge my vergeven Laura knikte en wilde iets zeggen, maar daar werd de deur geopend en Von Sehnwitz' kamerdienaar kondigde de komst van een» waarzegster aan. Er giug een gejuich onder de gasten op. Dat was eene aardige afwisseling 1 Men liet haar binnenkomen en ieder was verbaasd over de statige verechyning. Hoewel haar gelaat gedeelteiyk met een doek bedekt was, glinsterden hare zwarte oogen zóó vu g, dat allen vol spanning afwachtten, wat die vrouw wel zou te zeggen hebben. N .dat zy enne buiging gemaakt had voor den vorst en de vorstin, wees zy den haar aangeboden stoel met een koel gebaar terug. Zy trad op den vorst toe, nam diens band in de hare en zeide op luiden toon: „Ik zie het reeds. Gy zyt een groot vriend van Cagliostro, myn meester. Ik ben door hem mei bloed geteekend en eerbiedig op zyn l evel het „aqua toffana!"" „Ik hoop," zeide do vorst met een ver legen lachje, dat gy my niet met zulk een doodend vergif zult achtervolgen?" „Vrees niets, myn vriend, die bedreiging is niet op u van toepassing," antwoordde zy plechtig. De Zigeunerin fluisterde den vorst iets in het oor en deze was biykbaar zeer ingenomen met de mededeeling der waarzegster. Hy zag naar Laura en deze ontmoette toevallig dien blik en gevoelde zich onaangenaam aangedaan. De vorst haalde een goudetuk uit zyn zak en stelde dit der Zigeunerin ter hand. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 1