ÏK 10472.
Vrqdajj IB Aprfl.
A0. 1894,
<§eze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (§pn- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
IN BLOEI GEKNAKT.
LEIISCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURAIlTl
Voor Leiden per 3 maanden.
Franco per poet
Afzonderlijke Nommers
f 1.10.
1.40.
0.06.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17Grootere
lettere naar plaatsruimte. Voor hot incaeseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Leiden, 12 April.
Met instemming zeer zeker zullen onze
atadgenooten uit eene in dit nommer voor
komende advertentie vernemen dat zich hier
ter stede eene uitgebreide en gemengde com
missie heeft gevormd om eene gepaste hulde
te brengen aan de nagedachtenis van wijlen
onzen burgemeester, den heer L. M. De Laat
de Kanter, den man, die van allen, groot en
klein, rjjk en arm, steeds de minzame, hulp
vaardige, ware vriend ie geweest.
Leiden heeft veel aan hem te danken. Veer
tien jaren lang heeft hy als burgomeester
zijne beste krachten en zijne groote gaven
gewijd aan het heil onzer gemeente en hare
ingezetenen.
De commissie meent dat de te brengen
hulde tevens voor alle burgers een kostbaar
bezit zou zijn als b. v. een welgelijkend por
tret van den overledene geplaatst kon worden
in onze voor elk toegankelijke kunstzaal
achter het Stedelijk Museum in de Lakenhal.
Evenwel zal deze hulde eerst din van
groote waarde zijn als alle burgers, die den
overledene waarlijk betreuren, er toe mede
werken. En die vindt men onder alle rangen
en standen.
Daarom dan ook richt de commissie de
uitnoodiging om bijdragen af te zonderen tot
hen allen, wier namen alsdan in een album
zullen worden vereenigd.
Wij achten het echter niet overbodig hierbij
op te merken dat in dit album niet zullen
worden vormold de bedragen, welke men voor
het goede doel heeft willen of kunnen be
schikbaar stellen. Dat is, meenen wy, door
de commissie verstandig ffaoordeald T«dor
drage bij naar do mate hij daartoe in de ge
legenheid Is. En di&rom ook hebben alle
bijdragen dezelfde waarde in het brengen der
hulde.
Moge dus de commissie een veelzeggend,
een schitterend succes op haar werk onder
vinden!
Van de „Nederlandsche baker- en kinder
rijmen", door dr. J. Van Vloten verzameld,
geeft de heer A. W. Sythoff, te Leiden, eerst
daags eene geil lustreeroe editie uit.
In de gisteren gehouden openbare ver
gadering van den Raad van State, Afd. voor
de geschillen van bestuur, was o. a. inge
komen een Koninkiyk besluit van 31 Maart
1894, beschikkende op het beroep van Leonar-
dus Maria Taverne, te Dordrecht, loteling uit
de gemeente Noordwyk voor de lichting van
1894, tegen de uitspraak van Ged. Staten
van Zuid-Holland dd. 9 Januari 1894 tot
handhaving van zyne aanwyzing tot den
dienst by de militie. Met handhaving van het
bestreden besluit wordt het daartegen inge
steld beroep ongegrond verklaard.
Tot onderwyzer aan de openbare school
No. 1 in het dorp te Zwammerdam is be
noemd de heer A. Hagens, thans onderwyzer
aan de openbare school te Oud-Vosmeer.
Genoemde heer Hagens stond No. 2 op de
voordracht.
Te Voorschoten hebben van de 275
kiezers 198 gestemd.
Te Leimuiden, waar steeds eene trouwe
opkomst is aan de stembus, is voor deze
Kamerverkiezing ook minder yverig gestemd.
Van de 135 opgeroepenen zyn er maar 89
opgekomen.
Tegen de verkiezing te Haarlem is een pro
test ingediend door den heer W. A. J. Van der
Kamp, omdat aan vier personen geen stem
biljet was gezonden. Het is by onderzoek
reeds gebleken dat drie wel op do lyst van
1894, doch niet op de thans geldende kiezers-
ïyst van 1893 voorkwamen. Omtrent den
vierde zal, naar de voorzitter opmerkte, nog
nader worden onderzocht.
De slechte opkomst der kiezers in de hoofd
stad besprekende, zegt de „Amst. Ct." onder
meer:
„Daar hebben Kamerleden en besturen van
kiesvereenigingon zich droge kelen voorgepraat.
Daar zyn vergaderingen voor belegd, waarin
men eene zomerwarmte trotseerde voor de
goede zaak; daar zyn reputaties voor verspeeld,
vyanden voor gemaakt, honderden kilo's
drukinkt voor verknoeid, om op al dat werk
van de kiezers ten antwoord te krygen: jullie
doe maar; maar ik verzet er geen voet voor,
om een ander het stemrecht te bezorgen.
„Wat is dat nu?
„Onverschilligheid, loomheid, bekrompen
heid?
„Wie 't weet, moot 't maar zeggen.
„Doch dit weten wy wel: dat we öf te
veel öf te weinig gedaan hebben om de
Amsterdamsche kiezers uit hunne verdooving
te wekkon.
„Men zal dus naar een ander systeem
uioeieu zoexen oi naar c-naere Kiezers."
Heden, 12 April, herdenkt „Het Vader
land" zyn 25 jarig bestaan.
Dit geavanceerd-liberale blad had achtereen
volgens de volgende hoofdredacteurenmr.
A. M. Maas Geesteranus, mr. H. Goeman
Borgesius, mr. A. Greebe, mr. A. Th. Heyligers
en mr. R. Macalestor Loup.
De uitslag van de verkiezing voor 19
leden van den dubbelen Raad te N. Amstel in
zake de grensregeling met Amsterdam was,
dat uitgebracht zyn 900 geldige stemmen,
waarvan do meeste op de tegenstanders der
grensregeling, zoodat do tegenstanders der
grensregeling zyn gekozen.
Uit Utrecht wordt gemeldHet Munster-
kerkhof baadde gisteravond in eene zee van
licht, ter gelegenheid van de aanbieding van
het marmeren borstbeeld van H. M. de Koningin,
door de leden van het Utrechtsch Studenten
corps, aan het gemeentebestuur. Door de goede
zorgen van het gemeentebestuur waren 12
laDtaarns geplaatst, elk van 15 pitten, terwyi
alle vensters van het nieuwe academiegebouw
verlicht waren. Onder begeleiding van de
muziek der huzaren uit Den Haag trokken
de studenten van bet gobouw voor kunsten
en wetenschappen met fakkellicht door eenige
straten naar het academiegebouw, alwaar
honderden nieuwsgierigen waren verzameld.
De rector van het studentencorps, de heer
Wyt, bood in eene gloedvolle toespraak het
borstbeeld aan het gemeentebestuur aan,
welke toespraak beantwoord werd door den
burgemeester, die wees op de liefde van het
huis van Oranje voor Utrecht en zyne academie.
De hoogleeraren en de leden van den ge
meenteraad waren by na allen aanwezig, ter-
wyi mede eenige dames werden opgemerkt.
Van den eersten omgang van den Dom
toren liet hot fanfarecorps der studenten bet
„Gaudeamus" en het „Wilhelmus" hooren,
terwyi mede eenige bengaalsche fakkels wer
den afgestoken, wat een fantastisch gezicht
opleverde.
Heden, Donderdag, te 11 uren, zal de plech
tige overdracht van het nieuwe (Jniversiteits
gebouw aan den Staat plaats hebben, terwyi
'8 avonds het corps eene serenade zal brengen
aan het gemeentebestuur en zeven professoren.
Uit Indië is het bericht ontvangen, dat
de kolonel L. C. A. Rombach, chef van den
geneeskundigen dienst, pensioen heeft aan
gevraagd.
Naar gemeld wordt, zal de voeding der
militairen, te beginnen met 1895, van ryks-
wege plaats hebben.
De cavalerie-manoeuvres zullen van 27
Augustus tot 5 September onder leiding van
den luit.-generaal Van Helden, inspecteur van
dat wapen, plaats hebben.
Van het Koloniaal Werfdepot zal den
12den Mei a. s. naar Rotterdam worden over
gebracht, om van daar per stoomschip „Salak"
naar Indië te vertrekken, eene afdeeling aan-
vulling8iroepen, sterk 3 onderofficieren en 50
minderen onder bevel van den kapitein der
infant, van het Ind. leger W. P. Wetselaar
en het medegeleide van den voor dat leger
host omri«n 9.ri«n luit 'fT
Royen.
Den 17den April a. s. zal het 40 jaren
zyn geleden, dat de generaal-majoor H. P. J.
Hennus, inspecteur van het wapen der infan
terie en ridder der Militaire Willemsorde, tot
officier w<«rd benoemd.
Op het groot seminarie te Hoeven is
overleden mgr. Van Ryen, eere-kamerheer van
den Paus, kanunnik van het kathedraal kapit
tel en president van het seminarie.
De directeur der Weesinrichting te Neer
bosch meldt dat sedert de laatste opneming
achtereenvolgens 98 weezen de inrichting
hebben verlaten, zoodat het getal, die nu
verpleegd worden, beneden de 1000 is gedaald.
De veranderingen aan de gebouwen zullen
zoo spoedig mogeiyk worden aangebracht,
doch er kan nog van geene groote verbeteringen
sprake zyn, indien er voor dit doel geene
meerdere gelden komen, daar deze thans nog
geen ƒ1000 bedragen.
Met het ziekenhuis, waaraan de grootste
behoefte is, komt men zeer goed vooruit,
doch ook hiervoor is flnantiëele steun dringend
noodig, om het gebouw spoedig af te werken
en in gebruik te nemen.
De minister van buitenlandsche zaken
a. i. brengt ter kennis van belanghebbenden,
dat, blyken8 mededeeling van Hr. Ms. gezant
te St. Petersburg, goederen, afkomstig uit
Nederland of zyne koloniën, om by invoer in
Rusland, op grond van het recht van meest-
begunstiging, het voordeel van de by het
Duitsch-Russisch handelsverdrag toegestane
tariefverminderingen te genieten, voorzien
moeten zyn van een certificaat van oorsprong,
tenzy door een fabrieksmerk, op de waar zelve
aangebracht, de herkomst onbetwyfelbaar zy.
Naar wy vernemen, is de heer D. K. Welt,
lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal,
ernstig ongesteld. (N. R. Ct.)
De heer H. T. graaf Zu Dohna, by
koninkiyk besluit benoemd tot consul te
Koningsbergen, is in die hoedanigheid door
de Duitsche regeering erkend. Sts.Ct
Gisteren zyn uitgewisseld de ratiflcatién
der internationale overeenkomst tasschen
Nederland, België, Denemarken, Engeland en
Duitschland, tot wering van den drankverkoop
in de Noordzee.
De gewone audiëntie van den minister
van binnenlandsche zaken zal op 14 dezer
niet plaat* hebben.
By koninkiyk besluit is verleend een
pensioen ten laste van den Staat aan C. Van
Kesteren, van ƒ206 'sjaars.
Benoemd tot notaris binnen het arr. Roer
mond, ter standplaats de gemeente Roermond,
E. M. A. De Bruyn, cand. notaris te Nymegen.
Met ingang van I Sept. a. s., aan P. Tetar
van Elven, op zyn verzoek, eervol ontslag
vorleend als leeraar aan de Polytechnische
School.
Aan den eervol ontslagen opzichter van
politie by '8Ryk8werf te Willemsoord, P. J.
Ummel8, een pensioen verleend van ƒ865
'8 jaars.
Aan den officier van adm. 2de kl. W. H. C.
Ten BrummeLr, dienende by de zeemacht in
Indië eene particuliere betrekking buiten het
zeewezen waar te nemen voor den tyd van
een jaar, ingaande 1 Juni 1894, onder stilstand
van non activiteitstraktement en zonder op
klimming in de ranglyst.
Aan J. W. v. d Valck, ontvanger der
accynzen te Amsterdam, C. C. De Waard,
ontvanger der directe belastingen, enz. te
Middelharni8 c. a., en J. Contant, ontvanger
der belastingen te Willemstad c. a op verzoek,
eervol ontslag uit den ryksdienst verleend,
met behoud van aanspraak op pensioen.
De Borneo-Expeditie.
In het Tydschrift van het Aardrijkskundig
Genootschap komt een schrijven voor van den
heer J. Büttikofer, zoöloog, conservator aan
het Leidsche Museum van Natuurlyke Historie,
uit bet Boven-Kapoeasgebied.
Daaruit blykt dat eene uitstekende wyze
van werken wordt gevolgd. Het gewone na
deel van groote tochten, die door verschillende
vakgeleerden gezameniyk ondernomen worden,
is, dat de een den ander ophoudt. De geo
graaf, de terreinopnemer, zal steeds vooruit
willen, terwyl de geoloog hier, de zoöloog en
botanicus ginos langer zouden willen verbiy ven.
Dit nadeel blykt hier geheel te zyn vermeden.
Prof. Molengraafif, de geoloog, reist niet
met de heeren Büttikofer en dr. Hallier, een
Duitsch assistent aan den Plantentuin te
Buitenzorg; wel zyn de beide laatsten in
eikaars gezelschap begonnen, maar met vry-
heid van beide kanten om desgevvenscht weer
uit elkaar te gaan. Yan den resident Tromp
en den controleur Yan Velthuysen ondervon
den zy den meest mogelyken steun. Beiden
gingen per stoomboot mee naar het gebied
aan den bovenloop der rivier, waar eene by-
eenkomst met de inlandsche hoofd- n gehouden
werd. Om dezen met het doel der expeditie
bekend te maken, werden een aantal pasge-
schoten en geprepareerde vogels vertoond en
een paar flesschen met visschen, slangen,
hagedissen, kevers, enz. op spiritus. Dit maakte
veel indruk en gaarne werd beloofd, de onder
zoekers goed te ontvangen en behulpzaam te
zyn. Dezen hebben thans hun station geves
tigd in het Dajak-huis (men weet dat de Da-
jaks in soms 250 M. lange, op palen staande
gebouwen wonen, die dikwyis eene bevolking
van 200 zielen herbergen), Roema Manooal,
aan den zuid voet van den 1125 M. hoogen
Goenong Kenepai. Reeds heeft de heer Bütti
kofer met d9 drie te zyner beschikking ge
stelde pradjoerits (inlandsche politiesoldaten;
ook dr. Hallier heeft er drie tot zyn dienst)
een paar oerang oetans en niet minder dan
driehonderd vogels geschoten en eene belang-
ryke collectie visschen en reptielen byeengo-
bracht. Bovendien is by bezig de Dajaksche
kinderen op het verzamelen van kovors af
te richten en heeft hy tal van photographieën
genomen. Spoedig hoopt hy eene eerste be
zending voorwerpen naar Leiden te kunnen
verzenden.
Gemengd Nieuws.
dd. 11 April: Het is prachtig te Wassenaar.
Van alle kanten ziet men niets anders dan
tulpen- en narcissenvelden. Van den morgen
tot den avond ziet men rytuigen in schitterende
equipage langs de tuinen staan en zyn hunne
eigenaars afgestegen, om eene wandeling langs
de bloemenbedden te maken en zich m*t een
voorraad heerlyke hyacinten of kleurige tul
pen en geelkleurige narcissen te voorzien De
tentoonstelling van afgesneden bloemen, welke
a. s. Dinsdag en Woensdag 17 en 18 April
gehouden wordt, belooft zeer schoon to zyn.
Reeds 48 bloemisten hebben toezending be
loofd. Ongetwyfeld zal een druk bezoek op
die dagen uit de Academiestad ons welkom
zyn. Men behoeft waariyk de omstre. e van
Haarlem niet te bezoeken. Hier vindt men
aanstaande week een dubbel geno'èn dt
bloemenvelden èn de expositie van aigunuedeo
bloemen in het schoollokaal.
De karredief uit Voorschoten
is Woensdag morgen ter beschikking gesteld
van den officier van justitie te 's-Gravenhag®.
Gisteravond omstreeks hal!'
zeven had te Katwyk aan den Ryn eer.
droevig ongeluk plaats. Het 3-jarig, lief, aao»
vallig dochtertje van schipper Hendrik Ravens-
bergen is al spelende te water geraakt
29)
KV.
De toebereidselen voor de ontvangst van
de vor8teiyke familie namen al den tyd van
Laura in beslag, en toen, twee dagen na bet
ontvangen van den brief, Zyne Doorluchtigheid
met gevolg op het slot Sehnwitz aankwam,
was het jonge vrouwtje wel wat vermoeid
van de bezorgingen, die het onvermydeiyk
gevolg zyn, wanneer men het zyn gasten
aan niets wil laten ontbreken.
Toen de koetsen vier in getal de
slotlaan inreden, daarop de wagen met de
bedienden volgde en eene groote kar met
kisten den trein besloot, kon Laura een zucht
niet onderdrukken.
„Vaarwel, idyllische eenzaamheid; vaarwel,
kalm en hulseiyk genot," mompelde zy, naar
de voorzaal gaande, om de hooge bezoekers
te verwelkomen. Maar even daarna speelde
een vriendeiyk glimlachje op haar gelaat en
de gasten werden harteiyk door haar ver
welkomd.
De vorst drukte beiden harteiyk de hand
en staarde Laura verbaasd aan; zyne vry-
postige blikken deden haar onaangenaam aan
en toen hy dit bemerkte, wendde hy zich
tot Von Sehnwitz met de woorden
„Myn vriend, ik moet zeggp-i dat de
buitenlucht wonderen verricht ueeft. Uw
vrouwtje ziet er prachtig uit, op myn woord l'
Laura bloosde van ergernis, daar aller oogen
zich op haar richtten.
Tot hare groote teleurstelling was graaf
Von Stenwerck niet medegekomen; de vorst
had het noodzakelyk gevonden, dat zyn ver
trouwde raadsman als vertegenwoordiger van
Zyne Doorluchtigheid in de hofstad achterbleef.
Huida begroette Laura recht hartelyk. Zy
zag bleek en het was alsof haar fraai ge
zichtje smaller geworden was, en daardoor
scbenen hare zwarte oogen nog grooter en
fonkelender dan anders. Toen zy Laura kuste,
dacht deze by zichzelve: Als dit geen Judas
kus is, maar een oprecht gemeende, dan heb
ik geen gevaar te vreezen; en zy wendde
zich om, ten einde de bekoorlyke Eline Von
Schönhausen te begroeten.
Daarna was graaf Kiehl aan de beurt. Zy
ontstelde, toen zy zyn bleek gelaat aan
schouwde. Het scheen haar toe dat hy inneriyk
ontdaan was. Zyne hand was klam en zyn
oog dof.
Toen zy hem begroette, zeide zy hartelyk
„Graaf Kiehl, ik hoop niet dat ge ziek ge
weest zyt?"
„Naar het lichaam niet, mevrouw, maar
naar do ziel wel," fluisterde hy, met een
hartstochtelyken blik Laura aanziende.
„Geene verboden waar binnensmokkelen!"
zeide Laura lachend, daar zy het antwoord
als in scherts gegeven wilde beschouwen.
„U weet, graaf Kiehl, dat dit contrabande is."
Maar de op haar gevestigde droevige oogen
deden haar onaangenaam aan.
In plaats van den graaf Von Stenwerck.
was de hofarts, ae beer Von Schmunktau,
medegekomen. Dit was een klein mannetje
met eene puntige kin en eene kraaierige stem.
Hy had nooit veel in te brengen, maar
verdroeg de veelvuldige plageryen, die hem
ten deel vielen, met engelengeduld. Ééns
echter, toen de vorst den spot wat al te ver
dreef, werd hy driftig. Hy balde de vuisten
en zag er waariyk vreesverwekkend uit. Allen
wachtten in spanning wat er gebeuren zou.
De man streed een zwaren stryd; dat was
duideiyk merkbaar aan het trillen zyner neus
vleugels; toen wierp hy den spotters een
verachtelyken blik toe, wendde zich om en
verliet het vertrek.
Men had eerbied gekregen voor den man,
die zyDe drift zoo goed wist te beheerscben,
en sinds dien tyd had hy zelden of nooit te
ïyden van den spotlust, waarvan hy voorheen
steeds het voorwerp was.
Toen Laura hem welkom heette, was by
zóó overdreven m het uitdrukken van zyne
bewondering voor de schoone gastvrouw, dat
deze hem schertsend toevoegde:
„Maar, mynheer Von Schmunktau, als u
nu reeds al uw krult verschiet, dan blyft u
niets meer over voor de volgende dagen."
„Ba, ha," lachte de aangesprokene, „dat
is waar; daar bad ik met aan gedacht. „Cbe
va piano, va sano"; aan die gulden spreuk
had ik niet gedacht!"
De begroeting tusschen Hulda en Von
Sehnwitz was zeer koel.
Hy had zich voorgenomen om zelfs den
scbyn te vermyden, en toen hy de door Hulda
uitgestoken hand in de zjjne nam. drukte hU
die slechts onverschillig. Hulda beet zich op
de lippen en sloeg do oogen neder.
De tyd van het diner brak aan. Men zette
zich aan den ryk voorzienen disch neder en
de vorst, die naast de gastvrouw gezeten
was, uitte zyne bewondering over de keurige
ontvangst, die zy haren gasten bereid had.
Al die holle phrasen lieten haar vry koud,
maar de onbescheiden blikken, die de vorst
haar van ter zyde toewierp, ergerdon en ver
ontrustten haar.
De avond ging spoedig voorby en de tyd
om ter ruste te gaan was aangebroken. Toen
Hulda op Laura toetrad, om haar goeden nacht
te wenschen, zeide zy:
„Lieve, ge hebt my een vertrek aangewezen
dicht by een der torens. Dat is toch met de
spooktoren
Laura verbleekte.
„Ik heb nooit iets bemerkt van verschynin-
gen of iets dergelyks," zeide zy. „Hulda, als
je tante er my niet het een en ander van
verteld had, dan zou ik er nu nog niets van
weten. Ik heb er ook niet tegen Ludwig over
durven spreken. Hy zou my stellig uitlachen.
Ga dus maar gerust slapen; ge hebt niets te
vreezen."
Hulda wendde zich om; met een korten
groet verwyderde zy zich en nadat alle gasten
de zaal verlaten hadden, gingen Laura en
Von Sehnwitz ook ter ruste.
„Ach, Lu," zeide Laura, „want ben ik moei
Hoe zal het de andere dagen gaan?"
„Alle begin is moeiiyk!" antwoordde Von
Sehnwitz bemoedigend. „Nu ge alles beschikt
hebt. zullen de andere dagen wel minder ver
moeiend zyn. Wy zullen ten minste als het
weder gunstig is dadeiyk na het ontbyt
uit rijden gaan en komen dan niet vóór heft
diner thuis; of wy gaan op het meer vare&.
Den avond zullen we met musiceeren of kaart
spelen doorbrengendue veel vermoeienis zalt
gy er verder niet van hebben."
„Vindt ge niet dat Hulda en Kiehl er beiden
slecht uitzien?" zeide Laura.
„Ik heb er niet op gelet," antwoordde Von
Sehnwitz onverschillig
Daarop wenechten zy elkander goeden naohV
en begaven zich ter ruste.
Het zal ongeveer middernacht geweest zoo,
toen Laura uit eene lichte sluimering gewekt
werd door een harden slag, gevolgd door esn
hevig gegil. Het was alsof er een zwaar
voorwerp op den grond viel.
„Ach, Hemel, Lu!" riep zy hevig verschrikt,
hoort ge dat?"
Von Sehnwitz was reeds opgestaan. Hy
schoot inderhaast eenige kleeren aan en zeide;
„Laura, houd je nu kalm! Ik zal gaan zien,
wat het is."
Laura stond doodsbleek en bevend midden
in de kamer. Het gegii hield nog ste6ds aan
en Von Sehnwitz wilde met eene kaars in de
hand het vertrek verlaten, toen Laura, zich
aan hem vastklemmende, hem wilde beletter
dit te doen.
„Lu," riep zy, „laat my toch niet alleen.
Ik durf hier niet blyvenl De witte vrouw,
weet Je?**
Wordt vervolgd.)