«h 10470, Woensdag 11 .Aapril. A0. 1894. jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van (gon- en feestdagen, uitgegeven. Uitslag Verkiezingen. Leiden, 10 April. Feuilleton. IN BLOEI GEKNAKT. LEID DAGBLAD. PEUS DEZER COURANT: Voor Leiden per 8 maanden. Franco per post Afzonderlijke Nommers f 1.10. 1.40. 0.06. PRUS DER ADVERTENTEËN: Van 1 6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17$. Grootera letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad wordt f 0.06 berekend. Ten einde den uitslag der verkle* zingen voor de Tweede Hamer morgen zoo snel mogeiyk ter kennis van be langstellenden te brengen, hebben wy, als gewooniyk, byzondere maatrege len genomen* Zoodra de uitslag van elk district In den loop van den dag ons per tele graaf bekend wordt, zullen wy dien aan ons Bureel doen aanplakken. Officiëele Konnisgevingen. De Voorzitter ran den gemeenteraad van Loiden brengt ter kennie van de kieagerechtigden dat de Terkiezing van twee leden van den gemeenteraad tor verruiling der vacatures, ontstaan ten gevolge van hot door den heer Mr. F. WA8 genomen ontslag, en hot overladen van den heor J. VAN DER BBEQGEN Az., zal plaats hobben op Dinsdag den 8ston Mei a. s. en de herstemming, zoo die noodig mocht blijken, op Dinsdag den 22sten d. a. v., van des voormiddags negen tot des namiddags Tflf uren. Leiden, De Burgemoester voornoemd, 9 April 1891. F. WAS. DRANKWET. Burgomeeater on Wethouders der gemeente Leiden brengen bjj deze ter algemeene kennis, dat door de navolgende personen verzoekschriften zgo inge diend om vergunning voor den kleinhandel in sterken drank. t. w.: M. DE bRUIN, Wed. W. F. L. VAN DEN BERG, Molensteog 27; CATHARINA MARIA SCHIMMEL, Zijdgracbt 42; do naamloozo Vennoot sohap „Nederlandecbe Buffet-maatscbappn", gevestigd te Amsterdam, Directeuren J. G. WASSENAAR en J. O. Bus, Nieuwe R\ju 72. Burgemeester en Wethouders van Leiden, Leidoü, F. WA8, Bnrgemoester. 9 April 1894. E. EIST, Seoretarie. Wy maken onze lezers opmerkzaam op de volkslezing, door dr. Gunning alhier op Donderdag a. s. te houden over de vrouw en de sociale quaestie een onderwerp, dat zeker velen hoogeiyk interesseeren zal, stellig niet het minst het vrouwelijk deel van sprekers gehoor. In het goed verlichte en met frisch groen versierde schouwburglokaal „Vondelhoven" was het gisteravond weer feest. Ditmaal gaf de Leidsche Tooneelvereeniging „Thalia" eene uitvoering. De Vereeniging, opgericht in 1898, heeft wel eens moer uitvoeringen gegeven, doch dan in besloten kring. Ditmaal echter was het plan opgevat om eene uitvoering te geven met introductie. Dat dit plan in den geest viel, bleek uit de talrijke opkomst. Nadat eenige muzieknummers genoten waren, opende de president der Vereeniging, de heer N. Bonnewitz, den feestavond met allen een hartelijk welkom toe te roepen, eenige inlichtingen omtrent de Vereeniging te geven en aller toegevendheid in te roepen voor hetgeen ten aanschouwo zou worden gegeven, waarna hy hoopte dat allen zich best mochten amuseeren. Hierna werd opgevoerd het blijspel in één bedrijf: „Het geheim van Mevrouw". De vier in dit stukje medespelende personen vervulden hunne rollen vrij goed. Geen wonder dus dat zij luide werden toegejuicht. Hierop volgden weder eenige muzieknum mers, waarna ten beste werd gegeven„Kleine tegenspoeden des levens", blijspel in één be drijf. Dit stuk droeg eveneons ieders goedkeuring weg, vooral het spel van Grenouillet, aannemer, Duhamel, zijn vriend, alsook dat van mevrouw Dalby, jeugdige weduwe, en Katrijn, de dienst bode. In één woordallen vervulden met veel nauwgezetheid hunne rollen. Toen na de pauze andermaal de vroolijke tonen der muziek door de zaal weerklonken hadden, werd opgevoerd: „Op de derde ver dieping", kluchtspel in één bedrijf. Dit stuk deed allen herhaaldelijk schateren van het lachen. Kluchtig was dan ook het spel van Frits Bellmann, die zich op de derde ver dieping thuis waant, terwijl hij op de vierde thuis hoort. Al is het misschien niet geoor loofd namen te noemen, toch kunnen wy niet nalaten den president der Vereeniging, den heer Bonnewitz, ons compliment te maken, daar deze zyne moeilijke rol van Frits Bell mann zoo flink vervulde. Aan toejuichingen ontbrak het dan ook nu niet, terwyi de muziek na afloop van het stuk fanfares deed hooreD. Zoo'n genoegiyk geslaagde feestavond kan niet eindigen voordat de dames en heeren hun hart hebben opgehaald met lustig de zaal rond te dansen; hier was dit thans ook het gevalmen bleef Dog lang gezellig byeen. Wy gelooven wel aller tolk te zyn, indien wy de Vereeniging „Thalia" op hare verier© loopbaan geluk toewenschen, niet twijfelende of genoemde Vereeniging zal steeds in bloei vooruitgaan, vooral daar zy over zulke goede krachten te beschikken heeft. Maakten wy gisteravond reeds melding van de uitvoering der Leidsche tooneel vereeniging „Multatuli," welke gepasseerden Zaterdag-nacht plaats had in den Schouwburg, thans zy nog vermeld dat by de overhandiging van het vaandel (door mej. M.) de heer H. J. v. Leeuwen Jr. voor bet voetlicht trad en de Vereeniging een muziekstuk aanbood, door hemzelven gecomponeerd, genaamd„L'habitan des Pays-Bas," opgedragen aan de Leidsche tooneelvereeniging „Multatuli." Met hartelyke woorden dankte de president der VereeDiging den heer Van Leeuwen voor de eer, welke hy der Vereeniging aandeed. Na het spelen van genoemd muziekstuk mocht de componist in verband daarmede het genoegen smaken luide toegejuicht te worden. In het opgevoerde toonoolstuk „De ïty- zweep" kwam ook alle lof toe aan den heer J. J. K. als Ferdinand (hoofdrol), aan den heer W. W. als bedelaar en mejuffrouw M. P. als Maria De heeren prof. Tiele en Land hebben zich bereid verklaard de Regeering, zonder bezwaar van de schatkist, op het tiende Oriöntalisten-congres te Genève te vertegen woordigen. De heer H. J. Couvóo, candidaat tot den H. Dienst te Leiden, heeft zich beroepbaar gesteld by de Ned.-Herv. Kork. Tot hoofdingelanden van het Hoogheem raadschap van Rynland zyn herRozen In het 4de district (hoofdpl. Lynden) de heer H. A. Hanedoes, en tot plaatsvervanger de heer P. S. Zyimans, te Haarlemmermeer. In het 5de district (Leimuiden) de heer T. P. Viruly, te Leiden, en tot plaatsvervanger de heer H. Van Blaaderen, te Haarlem. In het 15de district (hoofdpl. Wassenaar) de heer mr. J. Van de Kasteel©, te 's-Gravenhage, en D. J. G. J. baron Van Pallandt, te Was senaar. In het bestuur van den polder „De Zien" (gem. Uitgeest) is herkozen als dykgraaf de heer P. Brasser, en als hoofdingeland de heer C. Brandjes, beiden aldaar. Geref. Kerk. Aangenomen is het beroep naar Groningen door den heer Kouwenhoven, te Voorschoten. In de voormiddag-godsdienstoefening van Zondag worden diakenen te Benthuizen ver- biyd met eone extra-gift in het kerkezakje van 25. Vinde dit edele voorbeeld navolging 1 Gisteravond hield mr. H. A. Van de Velde, burgemeester van Loosduinen en oud lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, eene politieke rede by E. Ooms, te Zegwaard. Van de gelegenheid voor debat werd gebruik gemaakt door de heeren C. L. J. Bos, burge meester, ds. Y. Bootsma, G. A. Geerlings en C. Kruik. De uitkomsten van de dezer dagen te Woubrugge gehouden openbare verhuring van het gras- en rietgewas van de buitenlanden van den Vier Ambachts-Polder, het grasgewas langs de Zwet, zoomede der jacht en visschery des polders, waren als volgt: Opbrengst voor het seizoen 1894, van het grasgewas op de buitenlanden 732, het rietgewas daar langs 210, het grasgewas aan de Zwet (4 hectaren, 33 aren, 34 centiaren) 400, de jacht ƒ13, de visschery ƒ49, maakt 62. Eer. perceel bouwland werd opgehouden. De totale opbrengst is aldus ƒ1404. In de gisteren te Haarlem gehouden Raadszitting werd benoemd tot onderwyzer de heer W. Engels, te Haarlemmermeer. De Pronkbakken der firma Krelage aldaar werden Zondag o. a. bezocht door de ministers van waterstaat, handel en nyverheid, van marine en van buitenlandsche zaken ad interim en van oorlog, met hunne damesdoor oud leden der Tweede Kamer, en door een groot aantal plaatselyke autoriteiten, waaronder de burgemeester van Haarlem. De officier van gez. lste kl. by de zee macht J. Kwast en de off. van admin. 2de kl. H. W. Stoelman worden met den SOsten April a. 8. geplaatst in de rol van Hr. Ms. wacht schip te Willemsoord en gedetacheerd aan boord van Hr. Ms. instructieschip Urania", terwyi de officier van admin. 2de kl. C. Fer guson met gemelden datum wordt geplaatst aan boord van Hr. Ms. wachtschip te Helle- voetsluis. By beschikking van den minister van binnenl. zaken is met ingang van 1 April 1894, op zyn verzoek, eervol ontslag verleend aan dr. A. J. A. Prange, als assistent voor de scheikunde aan de Ryks-universiteit te Utrecht. Op 9 April 1894 heeft aan het departe ment van buitenlandsche zaken de uitwisseling plaats gehad der akten van bekrachtiging van den te 's-Gravenhage op 24 April 1893 tus- schen Nederland en den Oranje-Yrystaat ge sloten overeenkomst tot wederzydsche uit levering van misdadigers. De heer W. A. Peereboom, notaris te Bol8ward, op den leeftyd van 50 jaren over leden, was vroeger lid van den gemeenteraad aldaar, laatst lid der Prov. Staten, alsmede oprichter en steuner van verscheidene inrich tingen en instellingen to dier stede. Hy heeft 20 jaren het notarisambt zóó met eere ver vuld, dat zelfs buiten de provincie zyn raad of hulp werd ingeroepen. De minister van financiën maakt bekend, dat op 7 dezer by do betaalmeesters in kas was 1,885,235 60s; en dat op denzelfden dag door de Nederlandsche Bank, ingevolge art. Ilbi8 van haar octrooi, aan 's lands kas eene voordracht was verstrekt ten bedrage van 1,739,692.53s. „De Portefeuille" is haren zestienden jaargang ingetreden. Zy verschynt thans op beter papier, in artistieken druk en met een hoofd in vlakornament. Het Weekblad zal voortaan alleen Tooneel en Letteren bespreken, maar dat uitvoeriger dan tot hiertoe geschiedde. Moge ook in hare nieuwe gedaante „De Portefeuille" bevorderiyk zyn aan de verbrei ding van wat goed is en schoon 1 De lste luit. C. Hemmes, van het 4de reg. inf., sedert 1 October 1891 gedetacheerd by de hoogere krygsschool, wordt 1 November a. s. eervol van die detacheering ontheven en keert alsdan naar zyn corps terug. Het examen tot toelating voor den hoofd cursus voor officier zal dit jaar plaats hebben op 12, 13 en 14 Juli. De miliciens der infanterie van de lichting 1893, die voor het biyvend gedeelte zyn aan gewezen, zullen tot 14 Juli onder de wapenen worden gehouden en alsdan in het genot van onbepaald verlof worden gesteld. Koningin Victoria van Engeland wordt 28 of 29 dezer te Vlissingon verwacht op hare terugreis naar Engeland. Gisteren werd aan mgr. Lorenzelli, inter nuntius van den Paus by het Nederlandsche Hof, door den heer W. Mengelberg, ridder van St. Sylvester en der Duitsche Kroonorde, een medaillon in gips aangeboden, voorstel lende H. M Koningin Wilhelmina, zooals het sieriyk cachet van den Hoogen Raad van Adel, eveneens door den heer Mengelberg vervaardigd, Hare Majesteit voorstelt. De Koningin is te paard gezeten, met de Konings kroon op het jeugdige hoofd en den schepter in de band. Het paard treedt in de bloesems van een oranjestruik, terwyi het wapen van het Koninkiyk Stamhuis prykt in het ver schiet. Rondom do voorstelling staat to lezen Wilhelmina, by de gratie Gods, Koningin dor Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau. Het geheel, uitgevoerd in vroeg Gotbieken styi, is een meesterstuk van beeldhouwkunst, eene waarlijk vorsteiyke voorstelling van het Koningschap onzer beminde Koningin. Op den 88ten en 9den Mei 1894 zal by de Algemeene Rekenkamer een vergelykend examen worden afgenomen van hen, die in aanmerking wenschen te komen voor eene benoeming tot tweeden klerk by het college, aanvankeiyk op eene bezoldiging van ƒ400 '8 jaars. Nadere byzonderheden bevat de „Sts. Ct." van heden. Den 15den dezer vertrekt jhr. mr. S. M. S. De Savornin Lohman, lid der Algemeene Rekenkamer, met een verlof van drie maanden, voor particuliere aangelegenheden, naar do Vereenigde Staten van Amerika. Naar de „N. B. Crt." uit goede bron verneemt, zal op de begrooting van oorlog voor het dienstjaar 1895 eene som van 250,000 worden uitgetrokken voor den bouw van woningen voor gehuwde onderofficieren en minderen op hot terrein der Gasthuisvelden te Breda. By koninkiyk besluit zyn benoemd: by het wapen der artill., by den staf van het wapen, tot kolcnel en directeur der artill.- inrichtingen, de luit.-kol. P. W. Pfeiffer, van dien staf, hoofd der werkplaatsen voor draagb. wapenentot luit.-kol., de maj. J. G. v. Gennop, van dien staf, hoofd der pyrotechnische werk plaatsen; tot maj., hoofd der werkplaatsen voor draagbare wapenen, de kapt. A. H. Van Breda, van dien staf, werkzaam by de art.- inrichtingenby het 3de reg. veld-art., tot lsten luit., de 2de luit. W. E. Van Dam vaü Isselt, van het corps; by het 3de reg. vesting- art. tot kapt., de luit. L. baron Van Hogen- dorp, van het 3de reg. veld art.by het 4de reg. vest.-artil., tot kapt., de lste luit. L Francois, van het lste reg. veld-artil., en de lste luit.-adjud. H. B. Moll, van het lste reg veld artil.tot lsten luit., de 2de luit. A. G. Landaal, van het corps; by de instructie compagnie, tot lsten luit., de 2de luit. J. H. Deddes, van die compagnie. Aan G. H. Van Haastert, notaris te Leeuwen, gemeente Warnel, nader als standplaats aan gewezen de gemeente Wamel, mot last om in het dorp Leeuwen zyn kantoor te biyven houden. Benoemd tot directeur van het post- en telegraafkantoor te Grave J. J. Van Munnek- rede, thaus commies der posteryen 3de kl. Aan P. A. Ramaer, op zyn vorzoek. eervol ontslag verleend uit zyne betrekking van aii c- teur van het postkantoor te Heerenveen. Benoemd tot rechter in de arrondissemente rechtbank te Dordrecht, mr. K. M. PhafF, thans kantonrechter te Oud-Beierland. Benoemd tot directeur van het post- en telegraafkantoor te Driebergen, G. J. Scholten, thans in geiyke betrekking te 's-Gravenland. Tot directeur van het post- en telegraaf kantoor te Vreeswyk, L. W. Vollers Jr., thans in gelyke betrekking te Balk. By koninkiyk besluit is de kolot-el H. W. Van Hasselt, van den staf der artillerie, directeur der artillerie-inrichtingen, op zyne aanvraag, op pensioen gesteld en het bedrag van het pensioen op 2175 's jaars. Benoemd tot directeur van het postkantoor te Middelburg J. A. J. Van der Schaaff, 1 hans in gelyke betrekking te Gorkum. Benoemd tot directeur van hot postkantoor 25) Ik zeide haar, dat ik er niets van geloofde, maar ik ben er zeker van, dat ik dezen zomer zal beven, als Ludwig Daar L. is, en ik alleen in die groote, holle kamers zal moeten achter- biy V6D, want de bediendeD slapeD op eene hoogere verdiepiDg. Maar ik geloof dat ge my zult uitlachen en stap daarom maar op een ander chapiter over. Terwyi ik by de gravin was, kwam graaf Kiehl daar toevallig ook een bezoek brengen. Ik zie je in gedachte de wenkbrauwen fronsen, maar, lieve, het was waariyk geheel toevallig. Ik verzeker je dat er zelfs niet het kleinste plaatsje in myn hart voor hem open is. Toen ik, bevend aan al myne leden, de verhalen der gravin aanhoorde, was het my eene ver- lichtmg, dat een derde ons minder aangenaam té'eatête stoorde. Hy lachte om de byge loovigheid der gravin, en toen by my later naar myn rytuig bracht, waarschuwde hy my met eenige veelbeteekenende woorden voor myne nieuwe vriendin. Natuurlyk heb ik niets van dit alles aan Ludwig verteld- Diet dat ik het goed vind, wanneer men ge heimen voor elkander heeft, maar „pourquoi éveiller le chat qui dort?" Ik begryp niet op welke wyze de gravin Von Hohenstein voor my gevaariyk zou kun nen zyn? Aan het hof heeft zy niet den minsten invloed en in het publiek vertooDt zy zich nooit. Ludwig woonde dien avond eene samenkomst aan het hof by en hy kwam zeer laat er van terug, daar men fameus gekibbeld had, alvorens het eens te worden over het stuk. dat men spelen zou. Zoudt ge wel denken dat groote menschen zoo kinderachtig konden zyn? Men besloot tot de opvoering van den „Tartufïe" van Molière en Ludwig vervulde de hoofdrol. Ik werd niet uitgenoodigd van de party te zyn niet alleen, maar het was my zelfs niet veroorloofd de repetities by te wonen. Ik was dus byna iederen avond alleen. Wèl liet graaf Kiehl die, ik weet niet om welke reden, geweigerd heeft mede 'e "spelen zich dikwyi8 aandienen, maar ik verkies geen têie-a-tête met hem, o.u-i iR heb hem nooit ontvangen. Eindeiyk was de avond van de uitvoering déér. Ik behoorde natuurlyk onder de toeschou wers en zoodra ik de zaal binnentrad, bood graaf Kiehl my den arm aan, om my naar eene der beste zitplaatsen te geleiden. Hy zette zich naast my neer. Toen bet scherm opgehaald werd, kon ik de mise ©D-scène en de traaie toiletten niet geDoeg bewonderen. Alles was geheel naar den styi van Louis XIV ingericht, en do kostumes waren vrywat smaakvoller dan wy gewoon zyn van de rondreizende acteurs en actrices te zien, die onze residentie bezoeken. Ik was zóó opgetogen, dat ik luid riep: „Ach, wie reizend 1" Een blik vol minachting trof my uit Elmire's (Hulda s) oogen, en ik vond zelve ook wel, dat ik my kmderachtig had aangesteld. Allen speelden uitmuntend. Zooals go u misschien herinneren zult, van toen wy op de school Molières werken bestudeerden, komt Tsrtufle eerst in de tweede scène van de derde acte op het tooneel. Myn bart klopte luid, toen hy statig als een echt edelman binnentrad. Ik bespeurde dat zyn blik zich op my richtte, en toen hy graaf Kiehl aan myne zyde zag zitten, werd die liefdevolle blik duister. Ik haastte my hem vriendeiyk toe te knikken en schikte onwillekeurig een eindje verder van graaf Kiehl af. Do Tartuffe heeft ontegenzegiyk veel schoons en waars, maar, vindt ge niet, Emma, dat er vrywat dubbelzinnige gezegden in voor komen? Maar daar werd twee eeuwen ge leden misschien minder op gelet. In de derde scè'io ergerde ik my over Ludwigs spel. O, lieve Emma, als ge die eeDs naleest, en dan bedenkt, dat ik als lydelyk toeschouwster dat samenspel van Tartuffe en Elmtre moest aanzien, dan zult ge kunnen begrijpen wat ik leed. flulda'8 oogen schenen my flonkerende ster ren toe, als zy Ludwig aanzag. Toen Elmire hom vroeg: „C'est que vous n'aimez rien des choses de la terre?" en Tartuffe antwoordde: „Mon sein n'enferme point un coeur, qui soit de pierre!" O, Emma, toen had ik zoo gaarne naar het tooneel willen vliegen. Maar daarna werd het nog erger. Zooals ge weet, moet hy in de vyfde scène van de vierde acte zeggen: „Le ciel dófend, de vrai, certains con tene ments; mais on trouve avec lui des acco- modement8," en ik verbeeldde my dat Hulda my een zegevierenden blik toewierp. O, Emma, het was of myn bloed in do aderen stolde l „Uw echtgenoot speelt zeer natuurlyk!" fluisterde graaf Kiehl my in het oor en zyn blik was ironisch. „Goddank, dat het maar spel is!" ant woordde ik met bevende stem. Ik ontmoette op dat oogenblik juist de oogen van Ludwig en het was alsof hy my afkeurend aaDzag. „Hy zal toch niet denken, dat Ik met graaf Kiehl coquetteer," dacht ik, en ach, die twee verschrikkeiyko versregels brandden my als lood op het hart. Toen de voorstelling afgeloopen was, daver den de toejuichingen door de zaal. Vooral Tartuffe en Elmire werden als voortreffelijke acteurs geprezen. De vorst maakte allerlei flauwe toespelingen op de liefde van den huichelaar voor madame Orgon en het scheen my toe dat Ludwig behagen vond in die plagery. Natuurlyk was graaf Kiehl aan het souper myn cavalier en ware bet niet, dat Ludwig, die met Hulda soupeerde, my van tyd tot tyd toegeknikt had, dan zou ik dien avond zeer ongelukkig geweest zyn. De vorst was aan de andere zyde van Hulda gezeten. Zy heeft, wat men noemt „la beauté du diable," en als zy het er op toelegt, dan kan zy, dunkt my, een steenen beeld op zich verliefd maken. Ik was zeer stil en antwoordde kortaf op de zoutelooze complimentjes van den vorst, die tegenover my gezeten was. „U schynt vermoeid te zyn, mevrouw," xeide sraaf Kiehl tot mil. Toen ik toestem mend antwoordde, gaf hy zyne vruchtelooze pogingen, om my aan het spreken te krygen, op, en ik dankte den Hemel toen bet foest ten einde liep. Toen graaf Kiehl my den arm aanbood, om my naar de receptiezaal to ge leiden, kwam Ludwig haastig op my toe en zeide: „Kom, lieveling, nu ben ik niet meer do valsche Tartuffe, maar de liefhebbonde echt genoot van myne Laura. Graaf Kiehl zal bot my niet ten kwade duiden, dat ik myn recht laat geldon 1" Hy boog daarop, geleidds my naar do receptiezaal en bracht my by don vorst. Deze drukte my de hand, evenals do vorstin; wy groetten daarop vrienoelyk de aanwezigen en reden naar buis. Dit laatste oogenblik vergoedde veel, want ik bemerKto duideiyk, dat Hulda zich driftig op de lippen beet, toen Ludwig my naar de gezelschaps zaal geleidde. Graaf Kiehl had reeds vóór ons de zaal verlaten, maar wat kon het my schelen of hy vertoornd wasl Ik gevoelde my zoo innig gelukkig en tracht nu alles, wat my gister avond zoo hinderde, te vergeten. Maar, Emma, wanneer ge je man op het tooneel gezien hadt zooals ik Ludwig zag, ach, wi9 weet of ge niet in tranen zoudt zyn uitgobaraten. Ge lacht zeker by de gedachte, dat een statige Hollander als je echtgenoot op het tooneel zou moeten komen. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 1