N*. 10469. Dinsdag ÏO April. A0. 1894. tgourant wordt dagelijks, met uitzondering van <§pn- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Leiden, 9 April. Feuilleton. IN BLOEI GEKNAKT. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT t Yoor Lelden per S maanden. Franco per post 1 Afzonderlijke Nommere f 1.10. 1.40. 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—16 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17 J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad wordt ƒ0.05 berekend. Offloiëele Kenniegeylngen. Rijkskeuring van Paarden voor den Militairen Dienst. BEKENDMAKING. Borgemeeater on Wethouders van Leiden; Gelet op art. 21 van het Koaink jjk Besluit tuï 10 November 1892 (Staatsblad No. 253), houdende vast stelling dc-r reglementaire bepalingen ter uitvoering der Wet betrekkelijk de inkwartieringen en het ondor- houd van het krijgsvolk en de transporten en leve- rantiön, voor de legers of verdedigingswerken van het Bdk gevorderd; mengen hiermede ter algemoeno kennis, dat op Zaterdag, den 21sten April 1891, des vóórmiddags te 9 uren, op het plein vóór de Doelenkazerne, eene keuring van paarden voor den militairen dienet zal plaate hebben, en aldaar uit dezo Gemeente op het bepaalde nor bedooldo paarden (reede in ons vorig nommer vermeld) moeten aanwezig zgn. De paarden worden door of vanwege den eigenaar vóór de keuringscommissie gebracht, en moeteD, elk onder geleide van een afEOnderlgken persoon, zjjn opgesteld, de Rjj- en do Trekpaarden afzon derlek, in de volgorde, warrin z£ op de Yoraamellijsten voorkomen, en verder als door den Burgemeester dezer Gemeente (of die hem vervangt) op het terrein zal worden aangewezen. Elk paard moot voorzien zgn van eene door het Gemeentebestuur te verstrekken en aan de iinkersijde van het hoofdstel of van den halster bevestigde kaart, waarop vermeld z$n: de naam der Gemeente, de letter R (rijpaard) of T (trekpaard), en voorla het volgnummer op do Yerzamellgst. Vrijgesteld van de keuring zfyodraohtige merriën in de laatste maand van haren drachtttyd en veulen- msrriëo in do eerste v o e r t i e n dagen, nadat zg hebben geworpen. Aangaande deze paarden, evenals aangaande paarden, welke wegens ongesteldheid niet voor de oommissie kunnen wordeD gebracht, moet baar eone desbetreffende verklaring van den dietnots- veearte of van oen ander gediplomeerd veearts worden vertoond. Die eigendunkelijk nalaat of weigert geheel of gedeeltelijk te voldoen aan de vorderingen, hem kraohtons de Wet op do Inkwartieringen, enz. gedaan, of deze voldoening verhindert of bolommert, wordt gestraft met eene geldboote van ten hoogste Vtjf en zeventig gulden. Ter eere van den verjaardag van H. K. H. Wilhelmlna Maria Sophia Louise, groother togin van Saksen-Weimar, werd gistermiddag op het Schuttersveld eone parade gehouden. Zoo als te denken was, stroomden honderden toeechouwers naar den omtrek van het pa- tadeterrein, meer dan ooit te voren. Het is dan ook eene zeldzaamheid, dat zulk een militair schouwspel op een Zondag valt, en dan met zulk prachtig weerl Van de openbare en enkele particuliere ge bouwen was de vaderlandsche driekleur uit- gee to ken. Nadat do parade was afgeloopen en de troepen van 't veld terugkeerden, ontstond er op de Beestenmarkt tusachen enkele in dienst zjjnde militairen en eenlge burgers eene schermutseling, welke tot in de Morachatraat werd voortgezet. Hier wist een cavalerist, die met zyn paard fliok ruimte maakto en óén der burgers een paar slagen met ztyne sabel gaf, de woestelingen te verwyderen. Ben persoon werd nogal vry ernstig aan het hoofd gekwetst, zoodat hy in het hospitaal verbonden moest worden, waarna hjj weder huiswaarts kon keeren. De Leid8che toon eel vereeniging „Multa- tuh" gaf Zaterdagavond in den Schouwburg hare tweede uitvoering, welke zoowel door dames als heeren flink bezocht werd. Na de openings toespraak van den voor zitter, werd der Vereeniging een zeer prachtig vervaardigd vaandel aangeboden door eenige dames, hetwelk vergezeld ging van eene toe spraak van mejuffrouw Muller, die getuigde van wederkeerige waardeering voor de Ver- eeniging. Door den voorzitter werd den dames namens de Vereeniging dank gezegd voor dit huldeblijk en menige toespraak voor den ver deren bloei der Vereeniging werd nog geuit, waarna mej. Muller een bouquet werd aan geboden. Het programma bevatte werkeiyk iets goeds, te weten: „De rijzweep", tooneelspel in drie bedrijven. De werkende leden kweten zich over het algemeen flink van hunne taak. Vooral echter muntte uit Hendrik de Bediende, de beer B. J. v. B., die herhaaldelijk den lachlust wist op te wekken en een daverend applaus inoogstte. Ook mej. Justine speelde goed, doch a(j gewenne zich vooral een weinig meer vrijheid en wat minder eentonigheid! Wien men echter ook niet den minsten lof mag toezwaaien, was de heer Gustaaf, voor gesteld door den hoer J. G. H. Het stuk liep verder goed van stapel. Het zich telkens verwijderen en weder bin nenkomen van vele personen tijdens het spelen was dikwijls zeer hinderlijk. De vóór en tusschen de bedrijven gegeven muzieknummers werden keurig gespeeld. Na de uitvoering volgde een zeer geani meerd bal, dat pas laat in den ochtendstond eindigde. Wij hopen dat de Vereeniging steeds in bloei zal toenemen en zich nog lang in vriend schap zal scharen onder hare nieuwe banier. In het schouwburglokaal „Vondelhoven" werd gisteravond opgevoerd door de Ver- eenigde Nederlandsche Tooneelisten van het Salon des Variétés te Amsterdam (directie de heer S. A. Frank)„Theodoor'a moordenaar", blijspel in drie bedrijven, gevolgd door „Liefde voor de kunst", blijspel in één bedrijf- Waarschijnlijk ten gevolge van het voor dezen tijd bijzonder warme weder, waren slechts weinig bezoekers en bezoeksters aanwezig, doch, niettegenstaande de geringe opkomst, werd er goed gespeeld. Het stuk had dit voor, dat er weinig porsonen voor noodig waren, en juist die weinigen waren de beste krachton van het gezelschap. Gedurende de 2de helft der maand Maart zijn aan het postkantoor alhier bezorgd de volgende brieven, welke, door onbekendheid der geadresseerden, niet besteld konden worden: L. Rasser, C. Jansen, Poilmans, Amster dam; D. Albrecht, Arnhem; A. De Jong, Delft; M. Allast, 's-Gravenhage; J. Groen wegen, J. R. De Kempenaar, Rotterdam; De Graaf, Sassenheim; wed. A. Van Tuin, niet vermeld. Briefkaarten: A. Van Houten, 's-Graven hage; K. G. De Vink, niet vermeld. Brieven, verzonden geweest naar Duitsch- land: Hoppe, Beiiyn; U. Reichel, Konigs- berg; naar Frankrijk: G. DeBruyn,Paris. Het kohier voor den hoofd, omslag dienst 1894 der gemeente Voorschoten is door Ged. Staten goedgekeurd en ligt tot den 7den Sept. a. 8. ter secretarie ter inzage. Op de voordracht ter benoeming van eene onderwijzeres aan de openbare lagere school te Lisee zijn geplaatst de damesJ. H. Van Waveren, te Hillegom, L. Toitsma, te Haarlemmermeer, en N. A. Mispelblom van Altena, te Rilland-Bath. Onder goedkeuring van den Ambachtsheer van Benthuizen is aldaar door den kerkeraad der Ned.-Herv. gemeente tot predikant beroepen de heer dr. W. J. M. Eügelberts, candidaat tot den H. Dienst te Hedel. Hedenmiddag ontvingen wij per Neder landsche mail de Bataviasche bladen van 10-13 Maart. Het door Gedeputeerde Staten van Zuid- Holland goedgekeurd kohier van den hoofde- llJken omslag der gemeente Hillegom ligt voor belanghebbenden van af 9 April gedu rende vyf maanden ter secretarie ter inzage. Het is verdeeld in 18 klassen, waarvan het laagste cijfer 1 bedraagt. Laatstleden Zaterdag had in het café van T. Wageaaar, te Roelof-Arendsveen, de her besteding plaats van het afbreken en ont ruimen van de bestaande en bet maken van eene nieuwe 6teenen Schutsluis in d n Veender- en Lijkerpolder buiten de bedijking, onder de gemeenten Alkemade en Woubrugge. Er waren 20 biljetten ingekomen, zijnde van: D. Van Essen, Woubrugge. 9770. Jac. Poot, Amsterdam 9830. G. Boot, Leimuiden9830. W. Lammers, op Tessel 9862. C. Van Tilburg, Nootdorp 9865. Johan Al bias, Waddingsveen 9947. W. De Leon, Sloten 9980. C. In 't Veld, Dordrecht 9997. Mich. Jansen, Rypwetering 9999.99 P. Vrijburg, Oud-Ade 10150. W. A. Verbrugge, Waddingsveen 10230. Verbij en ColtJn, Hoograade 10676. G. Bodegraven, Nieuwkoop 10864. J. Kamsteeg, Giesendam 10988 H. Van der Wal, Leiderdorp 11200. A. G. Van Osnabrugge, idem. 11250 J.A. Van der Meyden, Hardingsveld 11296. G. B. Oosterholt, Loenersloot11826.— G. A. Van Spanje, Haarlem 11350. P. Smit E. Hermans, Amsterdam 11609. Het werk is onmiddellijk na de besteding door het bestuur van bovengenoemden polder toegewezen aan den laagsten inschrijver, D. Van Essen, te Woubrugge. Bi) de eerste besteding volgens een ander ontwerp was de laagste inschrijver Jac. Poot, te Amsterdam, voor 8373, en de hoogste Van Essen, te Halfweg, voor ƒ18,687. Het werk moet medio Juni worden opge leverd. De Koninginnen hebben Zaterdag een bezoek gebracht aan de omstreken van Haar lem, om te genieten van de bloemenpracht. Te Vogelenzang werden zy door den burge meester van BloemeDdaal, den heer Irnmink, onder wiens gemeeDte Vogelenzang behoort, te ongeveer 2 uren ontvangen en werden haar twee bouquetten aangeboden door een dochtertje van de wed. B. Roozen en een dochtertje van den heer Reinierso, en gemaakt door den heer Ant. Roozen van op zijne kweekery gekweekte bloemen. Daarop namen HH. MM. plaats in den ge- reedstaanden landauer, met vier paarden be spannen, en reden eerst naar Bennebroek, daarop langs den Haagschen straatweg, den Zandvoortschen weg, door den Aardenhout en het Bloemendaalsche bosch naar het hotel „Oud-Zomerzorg." Aldaar werden HH. MM. ont vangen door den heer en mevrouw Brede- meyer, de bewoners van het hotel, wier dochtertje Thórèse en de jongejuffrouw Fride Mij boom, een dochtertjo van een in Indiö ver toevend zee officier, HH. MM. een bloemruiker aanboden, waarvoor Koningin Wilhelmlna met een vriendelijk „ik dank je wel!" en een handdruk hare erkentelijkheid betuigde. Daarop werd eene wandeling naar den hoogen duintop gedaan, waarop de Nederland sche driekleur was geheschen. Toen ging de rit langs oud en nieuw „Meer en-berg", waar door verpleegden het „Wilhelmus" en het „Wien Neerlandsch bloed" werden aangeheven. Hier werd een bezoek aan de ruïne van Brederode gebracht. De Koningin klom tot boven op don muur; hare moeder bleef be neden. Verder langs station Sandpoort, Bloemen - daal en Overveen naar den Zylweg, om stil te houden voor de welbekende hyaclnten- pronkbakken. Te ongeveer halfvijf kwamen de Vorstinnen voor den tuin van de firma E. H. Krelage en Zoon, aan den Zylweg, aan, waar zij onge twyfeld, na de drukte en het gewoel langs den warmen straatweg, eenige aangename oogenblikken in de koele tent, waar de pronk- bakken zijn tentoongesteld, zullen hebben door gebracht. Aan den ingang van het terrein worden HH. MM. opgewacht en gecomplimenteerd door den Commissaris der Koningin in Noord-Holland, jhr. mr. Schorer, en den heer J. H. Krelage. Vervolgens werden mevrouw Krelage en de heer Ernst H. Krelage aan HH. MM. voorgesteld, terwijl door do doch tertjes van twee meesterknechts, Van Duuren en Van den Eykhoff, bloemruikers van rozen en orchideeën werden aangeboden. Het per soneel der firma stond in een halven cirkel rechts van den ingang geschaard. De tuin van den heer Krelage was prachtig ingericht voor de ontvangst van HH. MM. In een album zetten HH. MM. bare band- teekeningen. In het album zijn, tegenover de bladzijde, voor de handteekeningen bestemd, door den heer M. A. Van den Berg in kleuren de wapens des rijks, van Oranje Nassau en van Waldeck-Pyrmont aangebracht. Onmiddellijk na het bezoek aan de pronk bakken begaven HH. MM. zich langs den vroe ger vermelden weg naar het spoorwegstation te Haarlem, waar een extra trein gereed stond. Aldaar waren ter ontvangst de burgemeester van Haarlem, de garnizoens commandant en de stationschef. Door de restauratie, die voor desc gelegenheid met groen eu bloemen versierd was, begaven HH. MM. zich naar het salon» rijtuig. Aan het portier onderhield de Koningin Regentes zich nog enkele oogenblikken met den garnizoens-commandant. Al de bouquetten. welke HH. MM. ontvan gen hadden, werden meegevoerd in hot rytuig. Onder oorverdoovende hoezees van de menigte, die zich achter het 6taüou on by den overweg aan den Kruisweg verzameld had, zette de trein zich in beweging. Hare Majesteiten de Koninginnen woon« den Zondag te 's-Gravenhage, de voormiddag- godsdienstoefening bij in de Kloosterkerk, onder gehoor van dr. Gunning predikant te Leiden. Tot ridder 4de kl. der Orde van den Bevrijder Simon Bolivar van Venezuela is be noemd mr. C. F. Schoch, adjunct-commies by het departement van Koloniën. De heer Legrand, gezant van Frankryk by ons Hof, is heden in de residentie terug gekeerd. De heer en mevr. Van Ollefen, thans verbonden aan „Het Ned. Tooneel", zullen van 1 Sept. af deel uitmaken van het door den heer De la Mar in Den Haag te vestigen gezelschap, in den Casino-schouwburg aldaar. De heer M. C. Teves, te Haarlem, vroeger consulair agent van Venezuela te Harlingen, is door den president van die republiek benoemd tot officier in de orde van Bolivar den Bevryder, De heer J. R. Planten, Nederlandsch consul- generaal te Nieuw-York, is benoemd tot com mandeur dier orde. Men meldt dat de „Deli Maatschappij" over 1893 61 pet. dividend aan hare aandeel» houders zal uitkeeren. Op de aandoelen Senembah zou, volgens dezelfde bron, 6 pet dividend worden uitgekeerd. Ter kennis van belanghebbenden wordt gebracht dat voor personen tusschen den leeftyd van 16 tot 24 jaren, die als vrijwil ligers voor het reserve kader wenschen te worden toegelaten en aan het eerstvolgend examen willen deelnemen, alsnog in alle infanterio-garnizoenen de gelegenheid wordt geopend zich te bekwamen in den wapen handel ter verkrijging van het vereischte getuigschrift. De aanmelding moet geschieden vóór 20 April a. s., in Amsterdam, aan bet bureau voor de vrywillige oefeningen in den wapenhandel in de kazerne Oranje Nassau, iederen werkdag tusschen 10 en 12 u. vin.; in de overige garnizoenen ten bureele van de commandeerende officieren der infanterie. Het „H. Dgbld." verneemt dat aan het departement van koloniën ter verzending naar Indie gereed staan drie marmeren bustes op voetstukken van de gouverneurs-generaal graaf v. d. Bosch, jhr. Rochussen en jhr. Baud. Deze borstbeelden zyn bestemd ter plaatsing in de vergaderzaal van den Raad van Nederlandsch Indië. Te Ginneken is overleden de heer Edmond Hendrik Frans Willem Mathon, oud-directeur der registratie en domeinen, ridder in do orde van den Nederlandschen Leeuw en van de Leopoldsorde. 24) „Wanneer heeft hy u die vertrouweiyke mededeeling gedaan?" vroeg Von Sehnwitz ontevreden. „Wel, op dien avond, toen ik hem by de gravin Von Hohenatein ontmoette." „Wat!" riep Von Sehnwitz opspringend, „en dat hoor ik nu eerst? Daarom verliet hy dan zoo haastig onze comparitie en daarom wil mynheer niet medespelen Het was dus eene afspraak tusschen u beiden?" „Eone afspraak 1 Maar, Lu, hoe kom je op die gedachte?" zeide Laura verbaasd. „De graaf kwam toevallig een bezoek brengen op het slot Hohenstein en hy was zeer verwonderd, my daar aan te treffen. Wat biyft er nu van eene afspraak over?" Von Sehnwitz zag zyn ongeiyk wel in, maar wilde het niet erkennen. „Nu, wat er dan van zy, maar myns in ziens bewyst de graaf u te veel „attenties." Ik heb my langen tyd ingehouden, maar nu ik zekerheid heb dat hy alleen omdat gy niet medespeelt, zich teruggetrokken heeft, wil ik ook zeggen, hoe ik hierover denk." Laura's oogen stonden vol tranen. „Ludwig," zeide zy op zachten toon, terwyi zy haro hand op zyn schouder legde, „weet ge wel hoelang het geleden is, dat ons huwe- lük ingezegend werd?" „Dat zult ge even goed weten als ik," ant woordde Von Sehnwitz ontwykend; „drie maanden ongeveer." „Nu, wy zyn immers voor het leven aan elkander verbonden; voor het leven, begrypt ge wat dit zeggen wil? En zouden wy dan na zulk een kort tydsverioop reeds achterdocht en wantrouwen ten opzichte van elkander moeten voeden? Zie my eens aan, Ludwig; zeg my, zou i k niet veel meer reden hebben om woorden, als de door u gebezigde, to spreken? Geef my een kus, beste man, en zeg nimmer weer zoo iets." Von Sehnwitz was beschaamd. Hy was er inneriyk van overtuigd, dat zyn vrouwtje onschuldig was. Op dit oogenblik had hy grooten lust om de rol van Tartuffe „come que coüte" er aan te geven. Maar over drie dagen zou de voorstelling plaats hebben, en wie zou die moeiiyke rol nog kunnen of willen instudeeren „Ge zyt beter dan ik, lievelingzeide hy, terwyi hy zyn vrouwtje harteiyk omhelsde. „En gy zyt hedenavond zwartgallig, myn heer," zeide Laura; „maar kom, laat ona nu ter ruste gaan." „Dat ellendige comediespel," mompelde hy by zichzelven, toen Laura de kamer verlaten had; „ik hoop waarlyk niet dat het vervullen van die valsche rol my ook in het dageiyksch leven een huichelaar zal maken." Den volgenden avond zou men voor de eerste maal in kostuum repeteeren. Hulda zag er als Elmire prachtig uit. Het in zware plooien neerhangende satynen kleed met den wyden hoepelrok eene kleeding, die anders niet bepaald gracieus is te noemen - stond haar voortreffeiyk. Haar blik zwierf onrustig door de zaal en zy lette weinig op de lof tuitingen, welke haar in ruime mate ten deei vielen. „Waar blyft Tartuffe?" riep de vorst. „Ik weet het waarlyk niet," zeide Hulda met bevende stem. Juist op dit oogenblik werd de deur geopend en trad Von Sehnwitz binnen. Hy zag er met zyae allongepruik en zyn staatsiekleed recht deftig uit. fWel, mon cherl" riep de vorst, „„les grands seigneurs se font attendrel" Kondt go niet scheiden van uw vrouwtje?" Von Sehnwitz kreeg eene kleur; hy dacht aan het gesprek, dat hy den vorigen avond met Laura gehad had. „Als myn plicht my roept, Uwe Doorluch tigheid," antwoordde hy op trotschen toon, „dan zou myne Laura de laatste zyn, my daarvan terug te houden." Hulda beet zich op de lippen. „Myne LauraI" herhaalde de vorst; daarop zag hy rond en zeide: „Is graaf Kiehl present? Ik had hem bevolen op deze repetitie tegen woordig te zyn." Von Sehnwitz voelde Huida's spottenden blik op zich rusten. Waarom liet de vorst dien uitroep, en die vraag naar de aanwezig heid van graaf Kiehl, onmiddeliyk op elkander volgen? De deur werd geopend en de graaf trad binnen. De vorst betrad het tooneel. „Dames en heeren 1" zeide hy, „zooals het u bekend is, wilde ik gaarne dat de tooneel- uitvoering, die morgen plaats zal hebben, de goedkeuring van alle aanwezigen zal weg dragen. Om dit te bewerkstelligen, moet ik u nog maals attent maken, dat allen eene goede opvatting van hunne rollen hebben moeten. Daar ontbreekt nog veel aan, en als ik dit zeg, dan doelt dit vooral op Tartuffe. Zyn 'spel doet my deoken aan eene pop, dio door een touwtje in beweging gebracht wordt. Maar wy willen voor heden en morgen hot beste hopen." Toen allen dien avond zeer goed hunne rollen vervulden, was de vorst zeer in zyne nopjes, en na afloop van de voorstelling vroeg hy nog even de algemeene aandacht om de medespelenden te bedanken voor hun spel. „Toen Molière," vervolgde hy, „den Tartuffe ge schreven had, werd het hem verboden het stuk te laten opvoeren. Waarom dit gebeurde? Hyzelf zegt daarover het volgende: „Huit jours aprè8 qu'elle eut ótó dófendue on représentó, devant la Cour une pièce intitulóe: Scaramouche hermite, et ie roi en 8ortant, dit au prince: „Je voudrais bien savoir, pourquoi les gens, qui se acandalisent si fort de la comédie de Molière, ne disent mot de celle de Scaramouche?" A quoi ie prince répondit: „C'est que la coméJie de Scaramouche joue le ciel et la religion, dont ces Messieurs la ne se soucient point, mais celle de Molière les joue eux mêmes; c'est qu'ils ne peuvent souffrirl" Toen de dag, waarop de voorstelling zou plaats hebben, aangebroken was, was alles aan het hof in rep en roer. Daar de be- schryving van het feest, door Laura's briof aan hare vriendin, in ons bezit is, ligt het voor de hand, dezen bier in zyn geheel ter lezing Jaan te bieden „Lieve Emmat Ge zult zeker reeds lang eenig sohryven van my verwacht hebben, daar ik nog steeds verzuimd heb uw laatsten lieven brief te beantwoorden. Ik heb je goede raadgeving daarin vervat, ter harte genomen en tracht elk opkomend gevoel van jaloezie te onder drukken; doch, beste, in uwe eenvoudige omgeving is het zoo geheel iets anders. Maar ik heb u zooveel mede te deelen, dat ik het papier niet vullen wil met beschouwingen. Myn hoofd en hart zyn vol vau hetgeen ik gister avond beleefd heb; maar het is beter dat u alles geregeld verteld wordt. Ik begin dus met een verslag van myn bezoek by de gravin Von Huheostein. In myn vorigen schreef ik u, ©enigszins bevreesd te zyn, haar te ontmoeten, en werkeiyk, dat is geen wonder, Zy heeft my wel is waar zeer vriendeiyk ontvangen, maar zy deed my zulke, in myn oog ten minste, vreemde en onwaarschyniyko verhalen, dat ik den gebeelen avond beefde van angst. Ik durfde aan Ludwig niet ver tellen wat zy my medegedeeld had, nameiyk dat het op het slot Sehnwitz spookt. Wordt vervolg i.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 1