N*. 10469.
Dinsdag ÏO April.
A0. 1894.
tgourant wordt dagelijks, met uitzondering
van <§pn- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
Leiden, 9 April.
Feuilleton.
IN BLOEI GEKNAKT.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT t
Yoor Lelden per S maanden.
Franco per post 1
Afzonderlijke Nommere
f 1.10.
1.40.
0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—16 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17 J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad
wordt ƒ0.05 berekend.
Offloiëele Kenniegeylngen.
Rijkskeuring van Paarden voor
den Militairen Dienst.
BEKENDMAKING.
Borgemeeater on Wethouders van Leiden;
Gelet op art. 21 van het Koaink jjk Besluit tuï 10
November 1892 (Staatsblad No. 253), houdende vast
stelling dc-r reglementaire bepalingen ter uitvoering
der Wet betrekkelijk de inkwartieringen en het ondor-
houd van het krijgsvolk en de transporten en leve-
rantiön, voor de legers of verdedigingswerken van het
Bdk gevorderd;
mengen hiermede ter algemoeno kennis, dat op
Zaterdag, den 21sten April 1891, des vóórmiddags te
9 uren, op het plein vóór de Doelenkazerne, eene
keuring van paarden voor den militairen dienet zal
plaate hebben, en aldaar uit dezo Gemeente op het
bepaalde nor bedooldo paarden (reede in ons vorig
nommer vermeld) moeten aanwezig zgn.
De paarden worden door of vanwege den eigenaar
vóór de keuringscommissie gebracht, en moeteD, elk
onder geleide van een afEOnderlgken persoon, zjjn
opgesteld, de Rjj- en do Trekpaarden afzon
derlek, in de volgorde, warrin z£ op de Yoraamellijsten
voorkomen, en verder als door den Burgemeester
dezer Gemeente (of die hem vervangt) op het terrein
zal worden aangewezen.
Elk paard moot voorzien zgn van eene door het
Gemeentebestuur te verstrekken en aan de iinkersijde
van het hoofdstel of van den halster bevestigde
kaart, waarop vermeld z$n: de naam der Gemeente,
de letter R (rijpaard) of T (trekpaard), en voorla
het volgnummer op do Yerzamellgst.
Vrijgesteld van de keuring zfyodraohtige merriën
in de laatste maand van haren drachtttyd en veulen-
msrriëo in do eerste v o e r t i e n dagen, nadat zg
hebben geworpen. Aangaande deze paarden, evenals
aangaande paarden, welke wegens ongesteldheid niet
voor de oommissie kunnen wordeD gebracht, moet
baar eone desbetreffende verklaring van den dietnots-
veearte of van oen ander gediplomeerd veearts
worden vertoond.
Die eigendunkelijk nalaat of weigert geheel of
gedeeltelijk te voldoen aan de vorderingen, hem
kraohtons de Wet op do Inkwartieringen, enz. gedaan,
of deze voldoening verhindert of bolommert, wordt
gestraft met eene geldboote van ten hoogste
Vtjf en zeventig gulden.
Ter eere van den verjaardag van H. K. H.
Wilhelmlna Maria Sophia Louise, groother
togin van Saksen-Weimar, werd gistermiddag
op het Schuttersveld eone parade gehouden.
Zoo als te denken was, stroomden honderden
toeechouwers naar den omtrek van het pa-
tadeterrein, meer dan ooit te voren. Het is dan
ook eene zeldzaamheid, dat zulk een militair
schouwspel op een Zondag valt, en dan met
zulk prachtig weerl
Van de openbare en enkele particuliere ge
bouwen was de vaderlandsche driekleur uit-
gee to ken.
Nadat do parade was afgeloopen en de
troepen van 't veld terugkeerden, ontstond er
op de Beestenmarkt tusachen enkele in dienst
zjjnde militairen en eenlge burgers eene
schermutseling, welke tot in de Morachatraat
werd voortgezet. Hier wist een cavalerist,
die met zyn paard fliok ruimte maakto en
óén der burgers een paar slagen met ztyne
sabel gaf, de woestelingen te verwyderen.
Ben persoon werd nogal vry ernstig aan het
hoofd gekwetst, zoodat hy in het hospitaal
verbonden moest worden, waarna hjj weder
huiswaarts kon keeren.
De Leid8che toon eel vereeniging „Multa-
tuh" gaf Zaterdagavond in den Schouwburg
hare tweede uitvoering, welke zoowel door
dames als heeren flink bezocht werd.
Na de openings toespraak van den voor
zitter, werd der Vereeniging een zeer prachtig
vervaardigd vaandel aangeboden door eenige
dames, hetwelk vergezeld ging van eene toe
spraak van mejuffrouw Muller, die getuigde
van wederkeerige waardeering voor de Ver-
eeniging. Door den voorzitter werd den dames
namens de Vereeniging dank gezegd voor dit
huldeblijk en menige toespraak voor den ver
deren bloei der Vereeniging werd nog geuit,
waarna mej. Muller een bouquet werd aan
geboden.
Het programma bevatte werkeiyk iets goeds,
te weten: „De rijzweep", tooneelspel in drie
bedrijven.
De werkende leden kweten zich over het
algemeen flink van hunne taak. Vooral echter
muntte uit Hendrik de Bediende, de beer B.
J. v. B., die herhaaldelijk den lachlust wist
op te wekken en een daverend applaus
inoogstte. Ook mej. Justine speelde goed, doch
a(j gewenne zich vooral een weinig meer
vrijheid en wat minder eentonigheid!
Wien men echter ook niet den minsten lof
mag toezwaaien, was de heer Gustaaf, voor
gesteld door den hoer J. G. H.
Het stuk liep verder goed van stapel.
Het zich telkens verwijderen en weder bin
nenkomen van vele personen tijdens het spelen
was dikwijls zeer hinderlijk.
De vóór en tusschen de bedrijven gegeven
muzieknummers werden keurig gespeeld.
Na de uitvoering volgde een zeer geani
meerd bal, dat pas laat in den ochtendstond
eindigde.
Wij hopen dat de Vereeniging steeds in
bloei zal toenemen en zich nog lang in vriend
schap zal scharen onder hare nieuwe banier.
In het schouwburglokaal „Vondelhoven"
werd gisteravond opgevoerd door de Ver-
eenigde Nederlandsche Tooneelisten van het
Salon des Variétés te Amsterdam (directie de
heer S. A. Frank)„Theodoor'a moordenaar",
blijspel in drie bedrijven, gevolgd door „Liefde
voor de kunst", blijspel in één bedrijf-
Waarschijnlijk ten gevolge van het voor
dezen tijd bijzonder warme weder, waren
slechts weinig bezoekers en bezoeksters
aanwezig, doch, niettegenstaande de geringe
opkomst, werd er goed gespeeld. Het stuk
had dit voor, dat er weinig porsonen voor
noodig waren, en juist die weinigen waren
de beste krachton van het gezelschap.
Gedurende de 2de helft der maand Maart
zijn aan het postkantoor alhier bezorgd de
volgende brieven, welke, door onbekendheid der
geadresseerden, niet besteld konden worden:
L. Rasser, C. Jansen, Poilmans, Amster
dam; D. Albrecht, Arnhem; A. De Jong,
Delft; M. Allast, 's-Gravenhage; J. Groen
wegen, J. R. De Kempenaar, Rotterdam; De
Graaf, Sassenheim; wed. A. Van Tuin, niet
vermeld.
Briefkaarten: A. Van Houten, 's-Graven
hage; K. G. De Vink, niet vermeld.
Brieven, verzonden geweest naar Duitsch-
land: Hoppe, Beiiyn; U. Reichel, Konigs-
berg; naar Frankrijk: G. DeBruyn,Paris.
Het kohier voor den hoofd, omslag dienst
1894 der gemeente Voorschoten is door Ged.
Staten goedgekeurd en ligt tot den 7den
Sept. a. 8. ter secretarie ter inzage.
Op de voordracht ter benoeming van
eene onderwijzeres aan de openbare lagere
school te Lisee zijn geplaatst de damesJ. H.
Van Waveren, te Hillegom, L. Toitsma, te
Haarlemmermeer, en N. A. Mispelblom van
Altena, te Rilland-Bath.
Onder goedkeuring van den Ambachtsheer
van Benthuizen is aldaar door den kerkeraad
der Ned.-Herv. gemeente tot predikant beroepen
de heer dr. W. J. M. Eügelberts, candidaat
tot den H. Dienst te Hedel.
Hedenmiddag ontvingen wij per Neder
landsche mail de Bataviasche bladen van
10-13 Maart.
Het door Gedeputeerde Staten van Zuid-
Holland goedgekeurd kohier van den hoofde-
llJken omslag der gemeente Hillegom ligt
voor belanghebbenden van af 9 April gedu
rende vyf maanden ter secretarie ter inzage.
Het is verdeeld in 18 klassen, waarvan het
laagste cijfer 1 bedraagt.
Laatstleden Zaterdag had in het café van
T. Wageaaar, te Roelof-Arendsveen, de her
besteding plaats van het afbreken en ont
ruimen van de bestaande en bet maken van
eene nieuwe 6teenen Schutsluis in d n Veender-
en Lijkerpolder buiten de bedijking, onder
de gemeenten Alkemade en Woubrugge. Er
waren 20 biljetten ingekomen, zijnde van:
D. Van Essen, Woubrugge. 9770.
Jac. Poot, Amsterdam 9830.
G. Boot, Leimuiden9830.
W. Lammers, op Tessel 9862.
C. Van Tilburg, Nootdorp 9865.
Johan Al bias, Waddingsveen 9947.
W. De Leon, Sloten 9980.
C. In 't Veld, Dordrecht 9997.
Mich. Jansen, Rypwetering 9999.99
P. Vrijburg, Oud-Ade 10150.
W. A. Verbrugge, Waddingsveen 10230.
Verbij en ColtJn, Hoograade 10676.
G. Bodegraven, Nieuwkoop 10864.
J. Kamsteeg, Giesendam 10988
H. Van der Wal, Leiderdorp 11200.
A. G. Van Osnabrugge, idem. 11250
J.A. Van der Meyden, Hardingsveld 11296.
G. B. Oosterholt, Loenersloot11826.—
G. A. Van Spanje, Haarlem 11350.
P. Smit E. Hermans, Amsterdam 11609.
Het werk is onmiddellijk na de besteding
door het bestuur van bovengenoemden polder
toegewezen aan den laagsten inschrijver, D. Van
Essen, te Woubrugge.
Bi) de eerste besteding volgens een ander
ontwerp was de laagste inschrijver Jac. Poot,
te Amsterdam, voor 8373, en de hoogste
Van Essen, te Halfweg, voor ƒ18,687.
Het werk moet medio Juni worden opge
leverd.
De Koninginnen hebben Zaterdag een
bezoek gebracht aan de omstreken van Haar
lem, om te genieten van de bloemenpracht.
Te Vogelenzang werden zy door den burge
meester van BloemeDdaal, den heer Irnmink,
onder wiens gemeeDte Vogelenzang behoort,
te ongeveer 2 uren ontvangen en werden
haar twee bouquetten aangeboden door een
dochtertje van de wed. B. Roozen en een
dochtertje van den heer Reinierso, en gemaakt
door den heer Ant. Roozen van op zijne
kweekery gekweekte bloemen.
Daarop namen HH. MM. plaats in den ge-
reedstaanden landauer, met vier paarden be
spannen, en reden eerst naar Bennebroek,
daarop langs den Haagschen straatweg, den
Zandvoortschen weg, door den Aardenhout
en het Bloemendaalsche bosch naar het hotel
„Oud-Zomerzorg." Aldaar werden HH. MM. ont
vangen door den heer en mevrouw Brede-
meyer, de bewoners van het hotel, wier
dochtertje Thórèse en de jongejuffrouw Fride
Mij boom, een dochtertjo van een in Indiö ver
toevend zee officier, HH. MM. een bloemruiker
aanboden, waarvoor Koningin Wilhelmlna met
een vriendelijk „ik dank je wel!" en een
handdruk hare erkentelijkheid betuigde.
Daarop werd eene wandeling naar den
hoogen duintop gedaan, waarop de Nederland
sche driekleur was geheschen. Toen ging de
rit langs oud en nieuw „Meer en-berg", waar
door verpleegden het „Wilhelmus" en het
„Wien Neerlandsch bloed" werden aangeheven.
Hier werd een bezoek aan de ruïne van
Brederode gebracht. De Koningin klom tot
boven op don muur; hare moeder bleef be
neden.
Verder langs station Sandpoort, Bloemen -
daal en Overveen naar den Zylweg, om stil
te houden voor de welbekende hyaclnten-
pronkbakken.
Te ongeveer halfvijf kwamen de Vorstinnen
voor den tuin van de firma E. H. Krelage
en Zoon, aan den Zylweg, aan, waar zij onge
twyfeld, na de drukte en het gewoel langs
den warmen straatweg, eenige aangename
oogenblikken in de koele tent, waar de pronk-
bakken zijn tentoongesteld, zullen hebben door
gebracht.
Aan den ingang van het terrein worden
HH. MM. opgewacht en gecomplimenteerd
door den Commissaris der Koningin in
Noord-Holland, jhr. mr. Schorer, en den heer
J. H. Krelage. Vervolgens werden mevrouw
Krelage en de heer Ernst H. Krelage aan
HH. MM. voorgesteld, terwijl door do doch
tertjes van twee meesterknechts, Van Duuren
en Van den Eykhoff, bloemruikers van rozen
en orchideeën werden aangeboden. Het per
soneel der firma stond in een halven cirkel
rechts van den ingang geschaard.
De tuin van den heer Krelage was prachtig
ingericht voor de ontvangst van HH. MM.
In een album zetten HH. MM. bare band-
teekeningen. In het album zijn, tegenover de
bladzijde, voor de handteekeningen bestemd,
door den heer M. A. Van den Berg in kleuren
de wapens des rijks, van Oranje Nassau en
van Waldeck-Pyrmont aangebracht.
Onmiddellijk na het bezoek aan de pronk
bakken begaven HH. MM. zich langs den vroe
ger vermelden weg naar het spoorwegstation
te Haarlem, waar een extra trein gereed stond.
Aldaar waren ter ontvangst de burgemeester
van Haarlem, de garnizoens commandant en de
stationschef. Door de restauratie, die voor desc
gelegenheid met groen eu bloemen versierd
was, begaven HH. MM. zich naar het salon»
rijtuig. Aan het portier onderhield de Koningin
Regentes zich nog enkele oogenblikken met
den garnizoens-commandant.
Al de bouquetten. welke HH. MM. ontvan
gen hadden, werden meegevoerd in hot rytuig.
Onder oorverdoovende hoezees van de
menigte, die zich achter het 6taüou on by den
overweg aan den Kruisweg verzameld had,
zette de trein zich in beweging.
Hare Majesteiten de Koninginnen woon«
den Zondag te 's-Gravenhage, de voormiddag-
godsdienstoefening bij in de Kloosterkerk,
onder gehoor van dr. Gunning predikant te
Leiden.
Tot ridder 4de kl. der Orde van den
Bevrijder Simon Bolivar van Venezuela is be
noemd mr. C. F. Schoch, adjunct-commies by
het departement van Koloniën.
De heer Legrand, gezant van Frankryk
by ons Hof, is heden in de residentie terug
gekeerd.
De heer en mevr. Van Ollefen, thans
verbonden aan „Het Ned. Tooneel", zullen van
1 Sept. af deel uitmaken van het door den
heer De la Mar in Den Haag te vestigen
gezelschap, in den Casino-schouwburg aldaar.
De heer M. C. Teves, te Haarlem, vroeger
consulair agent van Venezuela te Harlingen,
is door den president van die republiek benoemd
tot officier in de orde van Bolivar den Bevryder,
De heer J. R. Planten, Nederlandsch consul-
generaal te Nieuw-York, is benoemd tot com
mandeur dier orde.
Men meldt dat de „Deli Maatschappij"
over 1893 61 pet. dividend aan hare aandeel»
houders zal uitkeeren. Op de aandoelen
Senembah zou, volgens dezelfde bron, 6 pet
dividend worden uitgekeerd.
Ter kennis van belanghebbenden wordt
gebracht dat voor personen tusschen den
leeftyd van 16 tot 24 jaren, die als vrijwil
ligers voor het reserve kader wenschen te
worden toegelaten en aan het eerstvolgend
examen willen deelnemen, alsnog in alle
infanterio-garnizoenen de gelegenheid wordt
geopend zich te bekwamen in den wapen
handel ter verkrijging van het vereischte
getuigschrift. De aanmelding moet geschieden
vóór 20 April a. s., in Amsterdam, aan bet
bureau voor de vrywillige oefeningen in den
wapenhandel in de kazerne Oranje Nassau,
iederen werkdag tusschen 10 en 12 u. vin.;
in de overige garnizoenen ten bureele van de
commandeerende officieren der infanterie.
Het „H. Dgbld." verneemt dat aan het
departement van koloniën ter verzending naar
Indie gereed staan drie marmeren bustes op
voetstukken van de gouverneurs-generaal
graaf v. d. Bosch, jhr. Rochussen en jhr.
Baud. Deze borstbeelden zyn bestemd ter
plaatsing in de vergaderzaal van den Raad
van Nederlandsch Indië.
Te Ginneken is overleden de heer Edmond
Hendrik Frans Willem Mathon, oud-directeur
der registratie en domeinen, ridder in do orde
van den Nederlandschen Leeuw en van de
Leopoldsorde.
24)
„Wanneer heeft hy u die vertrouweiyke
mededeeling gedaan?" vroeg Von Sehnwitz
ontevreden.
„Wel, op dien avond, toen ik hem by de
gravin Von Hohenatein ontmoette."
„Wat!" riep Von Sehnwitz opspringend,
„en dat hoor ik nu eerst? Daarom verliet hy
dan zoo haastig onze comparitie en daarom
wil mynheer niet medespelen Het was dus
eene afspraak tusschen u beiden?"
„Eone afspraak 1 Maar, Lu, hoe kom je op
die gedachte?" zeide Laura verbaasd. „De graaf
kwam toevallig een bezoek brengen op het
slot Hohenstein en hy was zeer verwonderd,
my daar aan te treffen. Wat biyft er nu van
eene afspraak over?"
Von Sehnwitz zag zyn ongeiyk wel in, maar
wilde het niet erkennen.
„Nu, wat er dan van zy, maar myns in
ziens bewyst de graaf u te veel „attenties."
Ik heb my langen tyd ingehouden, maar nu
ik zekerheid heb dat hy alleen omdat gy niet
medespeelt, zich teruggetrokken heeft, wil ik
ook zeggen, hoe ik hierover denk."
Laura's oogen stonden vol tranen.
„Ludwig," zeide zy op zachten toon, terwyi
zy haro hand op zyn schouder legde, „weet
ge wel hoelang het geleden is, dat ons huwe-
lük ingezegend werd?"
„Dat zult ge even goed weten als ik," ant
woordde Von Sehnwitz ontwykend; „drie
maanden ongeveer."
„Nu, wy zyn immers voor het leven aan
elkander verbonden; voor het leven, begrypt
ge wat dit zeggen wil? En zouden wy dan
na zulk een kort tydsverioop reeds achterdocht
en wantrouwen ten opzichte van elkander
moeten voeden? Zie my eens aan, Ludwig;
zeg my, zou i k niet veel meer reden hebben
om woorden, als de door u gebezigde, to
spreken? Geef my een kus, beste man, en
zeg nimmer weer zoo iets."
Von Sehnwitz was beschaamd. Hy was er
inneriyk van overtuigd, dat zyn vrouwtje
onschuldig was. Op dit oogenblik had hy
grooten lust om de rol van Tartuffe „come
que coüte" er aan te geven. Maar over drie
dagen zou de voorstelling plaats hebben, en
wie zou die moeiiyke rol nog kunnen of willen
instudeeren
„Ge zyt beter dan ik, lievelingzeide hy,
terwyi hy zyn vrouwtje harteiyk omhelsde.
„En gy zyt hedenavond zwartgallig, myn
heer," zeide Laura; „maar kom, laat ona nu
ter ruste gaan."
„Dat ellendige comediespel," mompelde hy
by zichzelven, toen Laura de kamer verlaten
had; „ik hoop waarlyk niet dat het vervullen
van die valsche rol my ook in het dageiyksch
leven een huichelaar zal maken."
Den volgenden avond zou men voor de
eerste maal in kostuum repeteeren. Hulda zag
er als Elmire prachtig uit. Het in zware
plooien neerhangende satynen kleed met den
wyden hoepelrok eene kleeding, die anders
niet bepaald gracieus is te noemen - stond
haar voortreffeiyk. Haar blik zwierf onrustig
door de zaal en zy lette weinig op de lof
tuitingen, welke haar in ruime mate ten deei
vielen.
„Waar blyft Tartuffe?" riep de vorst.
„Ik weet het waarlyk niet," zeide Hulda
met bevende stem.
Juist op dit oogenblik werd de deur geopend
en trad Von Sehnwitz binnen.
Hy zag er met zyae allongepruik en zyn
staatsiekleed recht deftig uit.
fWel, mon cherl" riep de vorst, „„les
grands seigneurs se font attendrel" Kondt
go niet scheiden van uw vrouwtje?"
Von Sehnwitz kreeg eene kleur; hy dacht
aan het gesprek, dat hy den vorigen avond
met Laura gehad had.
„Als myn plicht my roept, Uwe Doorluch
tigheid," antwoordde hy op trotschen toon,
„dan zou myne Laura de laatste zyn, my
daarvan terug te houden."
Hulda beet zich op de lippen.
„Myne LauraI" herhaalde de vorst; daarop
zag hy rond en zeide: „Is graaf Kiehl present?
Ik had hem bevolen op deze repetitie tegen
woordig te zyn."
Von Sehnwitz voelde Huida's spottenden
blik op zich rusten. Waarom liet de vorst
dien uitroep, en die vraag naar de aanwezig
heid van graaf Kiehl, onmiddeliyk op elkander
volgen? De deur werd geopend en de graaf
trad binnen.
De vorst betrad het tooneel.
„Dames en heeren 1" zeide hy, „zooals het
u bekend is, wilde ik gaarne dat de tooneel-
uitvoering, die morgen plaats zal hebben, de
goedkeuring van alle aanwezigen zal weg
dragen.
Om dit te bewerkstelligen, moet ik u nog
maals attent maken, dat allen eene goede
opvatting van hunne rollen hebben moeten.
Daar ontbreekt nog veel aan, en als ik dit
zeg, dan doelt dit vooral op Tartuffe. Zyn
'spel doet my deoken aan eene pop, dio door
een touwtje in beweging gebracht wordt.
Maar wy willen voor heden en morgen hot
beste hopen."
Toen allen dien avond zeer goed hunne
rollen vervulden, was de vorst zeer in zyne
nopjes, en na afloop van de voorstelling vroeg
hy nog even de algemeene aandacht om de
medespelenden te bedanken voor hun spel.
„Toen Molière," vervolgde hy, „den Tartuffe ge
schreven had, werd het hem verboden het
stuk te laten opvoeren. Waarom dit gebeurde?
Hyzelf zegt daarover het volgende:
„Huit jours aprè8 qu'elle eut ótó dófendue
on représentó, devant la Cour une pièce
intitulóe: Scaramouche hermite, et ie roi en
8ortant, dit au prince: „Je voudrais bien
savoir, pourquoi les gens, qui se acandalisent
si fort de la comédie de Molière, ne disent
mot de celle de Scaramouche?"
A quoi ie prince répondit: „C'est que la
coméJie de Scaramouche joue le ciel et la
religion, dont ces Messieurs la ne se soucient
point, mais celle de Molière les joue eux
mêmes; c'est qu'ils ne peuvent souffrirl"
Toen de dag, waarop de voorstelling zou
plaats hebben, aangebroken was, was alles
aan het hof in rep en roer. Daar de be-
schryving van het feest, door Laura's briof
aan hare vriendin, in ons bezit is, ligt het
voor de hand, dezen bier in zyn geheel ter
lezing Jaan te bieden
„Lieve Emmat
Ge zult zeker reeds lang eenig sohryven
van my verwacht hebben, daar ik nog steeds
verzuimd heb uw laatsten lieven brief te
beantwoorden. Ik heb je goede raadgeving
daarin vervat, ter harte genomen en tracht
elk opkomend gevoel van jaloezie te onder
drukken; doch, beste, in uwe eenvoudige
omgeving is het zoo geheel iets anders. Maar
ik heb u zooveel mede te deelen, dat ik het
papier niet vullen wil met beschouwingen. Myn
hoofd en hart zyn vol vau hetgeen ik gister
avond beleefd heb; maar het is beter dat
u alles geregeld verteld wordt. Ik begin
dus met een verslag van myn bezoek by de
gravin Von Huheostein. In myn vorigen
schreef ik u, ©enigszins bevreesd te zyn, haar
te ontmoeten, en werkeiyk, dat is geen wonder,
Zy heeft my wel is waar zeer vriendeiyk
ontvangen, maar zy deed my zulke, in myn
oog ten minste, vreemde en onwaarschyniyko
verhalen, dat ik den gebeelen avond beefde
van angst. Ik durfde aan Ludwig niet ver
tellen wat zy my medegedeeld had, nameiyk
dat het op het slot Sehnwitz spookt.
Wordt vervolg i.)