N°. 1Ü4Ö2. Maandag 2 JLpril. A". 1894. feze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. F1 euilleton. IfJ BLOEI CEKfJAKT. PRIJS DEZER COUR ft NT: "Voor Loiden per 8 maanden. f 110. 1.40. 0.05. Franco per post Afzonderlijke Nommers PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1 6 regels f 1.05. Iedore regel moor f 0.17 J. Grootora letters naar plaatsruimte. Voor hot incasseoren bul ton de stad wordt f 0.05 berekend. Derde Blad. Leiden, 31 Maart. Het aantal bezoekers van den Academietuin alhier, sedert 1 Januari, bedroeg 375; in Maart alléén 321. Het hoofdbestuur van het „Nut van 't Algemeen" deelt mede dat voor de vaca turen zyn opgemaakt de volgende dubbel tallen: vacature Moutbaan de heeren P. H. Hugenboltz en dr. C. W. Janssen, beiden te Amsterdam7acature-Pleyte, do heeren mr. E. Fokker, lid van de Eerste Kamer te Middel burg. en mr. H. J. Van Leeuwen, te 's Hertogen- boschvacature-dr. W. Koster (die om gezond heidsredenen bedankte) de heeren J. A. Böh- ringer, predikant te Maastricht, en prof. mr. J. M. Telders, hoogleeraar te Delft. H. M. de Koningin-Regentes heeft gisteren tot afscheid te dineeren gevraagd kolonel Van Spengler, adjudant, die met den generaalsrang den dienst verlaat, en den ritmeester Van Sytzama, ordonnance-officier, die naar de cava lerie terugkeert. Tot concierge aan het scheikundig phar- maceutisch laboratorium van prof. J. W. Gun ning te Amsterdam is benoemd de heer G. J. Van Deene. De minister van binnenlandsche zaken, de heer Tak van Poortvliet, zal zich voor korten tyd naar het buitenland begeven. De heer jhr. Sasse van IJssel, directeur van het postkantoor te Tilburg, herdenkt 1 April z(jne 40-jarige dienstvervulling. De Fransche gezant by ons Hof, de heer Louis Legrand, die sedert eenige dagen in het buitenland vertoeft, wordt in de eerste dagen der volgende wo k te 's-Gravenhage terugverwacht. Over de vergadering van Roomscb- Katholieke Kamerleden, welke Dinsdag te 's-Gravenhage in hotel „De Twee Steden" plaats had, bericht de „Tyd" nader, dat zy door 29 afgevaardigden en oud afgevaardigden word bijgewoond, namelijk door 7 leden der Eorste en 22 leden dor ontbonden Tweede Kamer. Afwezig waren om verschillende re denen een vijftal leden der Eerste Kamer en voorts de heeren Schaepman, De Ras, Lam- brechts en Clercx (beide laatsten wegens ziekte). Met onderbreking van een halfuur worden de besprekingen van twee uren tot byna halfzes voortgezet. D9 afgetreden minister van buitenlandsche zaken, de hot-r Van Tienhoven, heeft gisteren oen afscheidsdiner gegeven aan den secretaris generaal. h:t kabinet, de hoofdambtenarenen de consulaire ambtenaren, met inbegrip van de leerling consuls, werkzaam aan het departement. De maaltyd duurde tot 's avonds halfelf en aan tafel heeft de voormalige bewindsman zich met allo zijne gasten onderhouden, daarbij dankbaar erkennende de ijverige en welwillende medewerking, tijdens zyn ministerschap van hen ondervonden. De secretaris-generaal, de heer Zilckon, bracht in hartelijke bewoordingen do hulde van het ambtenaarscorp8 aan hunnen gewezen chef over en bij het scheiden verzekerde do heer Van Tienhoven, dat hij do meest aangename herinnering aan de hem betoonde samenwerking zou bowaren en dat hij zijn heengaan uit don kring zijner ambtenaren aan het ministerie wel het meest betreurde. B(j koninklijk besluit is bepaald dat de by artikel 31 van het reglement van het Kon. Instituut voor de Marine to Willemsoord, bedoelde commissie voor het eindexamen van de adelborsten 2de klasse in dit jaar zal be staan uit: den gepens. vice-admiraal titulair W. L. A. Gericke, voorzitter der commissie tot het examineeren van zee-off. en adelbor sten, als voorzitter; de kapts. t. z. D. G. Brand en J. Dalen, den kapt.-luit. t. z. P. Heyning, den gepensionnoerd kapt.-luit. ter z. titulair J. J. Kraakman en den luit. kolo nel van het corps mariniers C. J. Visser, als leden, en dat als plaatsvervangende leien worden aangewezen de kapt. t. z. Z. J. Cam- bier en de kapt. luit. t. z. A. F. J. Frackers. De minister van buitenl. zaken a. i. brengt ter kennis van belanghebbenden, dat blijkens eene bekendmaking, voorkomende in den Belgischen „Moniteur" van 28 dezer, het hulptolkantoor van Koewacht (Moerbeke) ter gelegenheid van do jaarmarkt te Koewacht voor den invoer van rundvee en schapen uit Nederland zal zyn geopend op Woensdag 4 April a. s., van 3 tot 5 uren 's namiddags. Op 30 Maart 1894 heeft aan het departe ment van buitenlandsche zaken de onder- teekening plaats gehad van een verdrag tus- schen Nederland on België tot regeling der grensbeweiding en grensbemesting. Het stoomschip „Burgemeester Den Tox", van Amsterdam naar Batavia, vertrok 30 Maart van Suez; de „Kuiser", van O.-Afrika naar Rotterdam en Hamburg, vertrok 28 Maart van Port-Said; de „Spaarndam" arri veerde 29 Maart van Nieuw-York te Rotter dam; de „Vesta" arriveerde 30 Maart van Amsterdam te Cuxhavende „Veendam", van Rotterdam naar Nieuw-York, passeerde 30 Maart Lizard; de „P Caland" arriveerde 30 Maart van Rotterdam te Nieuw-Yorktie „Rotterdam", van Rotterdam, is 30 Maart te Nieuw-York aangekomen. Bjj koninklijk besluit is aan den luit. ter zee 2de kl. C. M. Van Rijn, op z\jn ver zoek, eervol ontslag verleend uit don zeedienst. De heer K. Spoon, met 16 April a. s. be noemd tot apotheker der 2de kl. by de zee macht. Benoemd tot officier van justitie bjj de arrond. rechtbank te Almeloo, mr. A. A. Pólerin, thans substituut-officier van justitie by de arrond. rechtbank to Arasterdam. Aan J. Herder, gowezen kok in do straf gevangenis te Nieuwer-Amstel, verleend een pensioen ten laste van den Staat van f 224 's jaars. Benoemd tot directeur van hot postkantoor te Ter-Apel, J. W. Brat, thans brievengaarder aldaar. Benoemd tot administrateur van financiën in de kolonie Curasao, de heer F. J. Olivier, gezaghebber van St.-Martin (Nederl. gedeelte), thans reeds met de eerstgemelde betrekking tydelyk belast. lo. benoemd tot sous-chef van deafdeeling hyirographio by het Depart, van Marine, de kapt-luit. ter zee titulair C. J. De JongPzn., onder eervolle ontheffing van zyne tegen woordige betrekking van chef der bydrogra- piische opnemingen; 2o. eervol afgevoerd uit het corps zee-officieren en toegevoegd aan den chef der afdeeling hydrographie by gemeld Departement, de luit. ter zee der lsto kl. J. M. Phaif, en 3o. bevorderd: tot luit. ter zee 1ste kl., de luit. ter zee der 2de kl. 1. T. Van Slooten, en tot luit. ter zee der 2 ie klde adelborst der 1ste kl. S De Ranitz. Gemengd Nieuws. Men schryft ons: De hyacinten op de volden in de omstreken van O verveen en Haarlem tot Leiden staan thans in vollen bloei en lokken als vanzelf tot een bezoek. Daar door de meeste firnfa's, by den bloem- bollenhandel betrokken, besloten is dit jaar geene afgesneden bloemen te verzenden, zullen de velden thans geruimen tyd ongoschonden blijven en kunnen de liefhebbers zich gedu rende den bloeitijd, die oen paar wekon duurt, in den klourigen aanblik verlustigen. Op verschillende plaatsen onder Alkemade loopen thans reeds koeien in het land, hetgeen wel eene groot e zeldzaamheid mag heeten. Vóór April blyven in den regel de beesten op stal. Of de boeren nu werken op de gezondheid van hun vee, of dat het wintervoeder op raakt, is moeilyk uit te maken. De dieren zullen zich wèl prettig ge voelen in het heeriyke lenteweer. Uit Zoeterwoude wordt ons ge meld dat, des namiddags te vier uren, het zoontje van K. B. eerst met het been in den Ryn naby het gebouw der Christelijke school terechtkwam, en later, doordien hy langs de schoeiingplank by Doesbrug liep, geheel in dat water viel. De wed. S., van de overhaal, zag het gevaar, waarin de jongen verkeerde en eenige personen hielpen hem op het droge. Door de arrondissement s-recht- bank te 's-Gravenhage is vier maanden ge vangenisstraf geëischt tegen C. B., te Rotter dam, die zich onlangs te Langeraar, in de gemeente Ter-Aar, in kennelyken staat van dronkenschap bevond, en tevens gesignaleerd stond in het Algemeen Politieblad en door den gemeente-veld wachter werd gearresteerd, waartegen hij zich geweldadig heeft verzet. Men schrijft uit Voorburg: Wat eene goede exploitatie vermag, moge uit de volgende cyfers blyken. Door de voor malige IJsolstoomtram Maatschappij werden op hare lyn 's Gravenhago—Leiden in 1890 vervoerd 164,345 personen. Na overneming der lyn door de Maatschappij tot exploitatie van tram wogen steeg dit vervoer in de jaren 1891, 1892 en 1893 respectievelijk tot 214,838, 294,934 on 315,590 personen, zynde alzoo in drie jaren eene vermeerdering van 151,245 personen. Waar zulke cijfers spreken, mag de heer Vas Visser, directeur der Maat schappij, er trotsch op zijn, dat do vroeger zoo kwynende lyn tot zulk een bloei is ge bracht. Een woord van hulce mag hem dan ook niet onthouden worden voor zyn voort durend streven om den dienst voor het pu bliek zoo gerieflijk mogelyk te doen zyn. Nu de zomermaanden en de daarmede gepaard gaande uitstapjes weder komen, zal zeker een reisje per tram reeds op veler program staan, ton einde aan uDe Vink" to gaan visschen, aan de „Wykerbrug" te gaan roeien of in hot bekende hqtel „Do Zwaan" te Voorburg een glas „boerenjongens" te gaan drinken. Dat van de tram reeds veel gebruik wordt ge maakt, bewyst dat met de Paaschdagen on geveer 2300 personen werden vervoerd. Oistorvoormiddag ontspoorde voor het station te 's-Gravenhage een tender van eene machine. Het hoofdspoor was daar door eenigen tyd versperd, zoodat de trein uit Amsterdam op verkeerd spoor moest bin- nenloopen. De machine was spoedig gelicht en de treinenloop ondervond geene vertraging. In den kruidenierswinkel van P. J. Mars, in do Frans-Hals-straat te Amster dam, ontstond gisteravond omstreeks half- nogen, terwjjl do eigenaar uit was, door eene onbekende oorzaak brand. De vlam sloeg een oogenblik naar buiten door het raam naast de voordeur, doch mot twee slangen op eene Vecbtkraan bluschte de brandweer 't vuur spoedig. De winkel is echter uitgebrand en al wat er anders zoo graag gekocht werd, was goeddeels bedorven door 't vuur of het water. De brand deed alle prijsverschil vergeten en witte boonen en groeno erwten van elke qualiteit vormden nu eensgezind kleine mozctïekperkjes op den zak met vuurmakers. Toen do brandweer hare taak had volbracht, togen de in der haast gevluchte bovenbewo ners weer naar hunne vertrekken, vol vertrou wen op do stevigheid van het plafond hun vloer dat dan ook alleen maar een beetje geblakerd was. Natuurlijk massa's men- schen op de boen! Ook op de koninklijke fa briekon te Spandau zal, by enkele afdeeJingon, bin nen kort bijwyze van proef de arbeidsdag van acht uren worden ingevoerd. Tot nu toe be draagt, op enkele uitzonderingen na, de duur van den arbeidsdag in die fabrieken 10 uren. Een goweldige ontploffing, wolke Donderdagnamiddag op de place du Louvre te Parys werd gehoord, deed het verschrikte publiek van allo kanten toesnellen; iedereen dacht natuurlijk aan een anarchistischen aan slag Zoo erg was het echter niet; er was eene buis van de gasleiding ontploft, waar door een diep gat was ontstaan in het plein. Een zestal voorbijgangers bekwamen ernstige brandwonden en in de naburige hui zen werd een groot aantal glasruiten ver brijzeld. Te Erfurt zal oen jeugdig socia list terechtstaan wegens majesteiteschennis. Dit jongomensch heeft zulk een ingekankerdon hekel aan den rogeeringsvorm van zyn land, dat hy zich over zyn gehoele lichaam geta toeëerd heeft met beleedigende uitdrukkingen tegon keizer Wilhelm. Midden op zyne borst prykt in blauwe letters: „Nieder mit dën Tyrannen." Toen hy voor do militie gekeurd 10) Hulda ging met een bezwaard hart naar huis. Zy ontweek de blikken harer vriendin en haar hart klopte onrustig, wanneer zy toe vallig den blik van Yon Sehnwitz ontmoette. Zy sloeg dan de oogen neer en ze be merkte duideiyk, dat hy haar vol verbazing gadesloeg. Wat Laura oetrof: de argloozo duif had niet het minste besef, welk wreed spel er met haar gespeeld werd. Zy had zooveel ver trouwen in haren geliefde, dat zy er geen oogenblik aan dacht, dat dit vertrouwen ooit geschokt zou kunnen worden en plaats zou maken voor onrust en argwaan. Hoewel Yon Sehnwitz zyn aanstaand vrouwtje inmg liefhad, zoo kwam hem som- tyds het gebeurde op het gemaskerd bal voor den geest, en dan kon hy niet ontkennen, dat er in die mystificatie toch wel iets pikants was. Maar hy dacht niet lang daarover na, on wanneer hy Laura in de blauwe oogen blikte, dan was hy voor eene poos dat alles weder vergeten. Alles was in gereedheid gebracht, öm net volksfeest te doen plaats hebben. Daar het de laatste dagen hard gevroren had, was men besloten een ysfeest te geven. Er waren voor de vorstelyke familie met vlag gendoek versierde tribunes opgericht, en daar de lucht helder, mooi weer voorspelde, had men alle hoop dat het feest naar wenbch zou slagen. Eene hardrydery op schaatsen en allerlei volksspelen maakten het programma uit. Er was aan den kant van de baan stroo neder- gelegd, opdat de toeschouwers geen last zou den krygen van koude voeten. De tribunes waren kunstmatig verwarmd en de in bont gehulde heeren en dames van het hof hadden dus geen last van de koude. De vorst had met een gelaat vol strakke majes teit op eene der tribunes plaats genomen. Biykbaar verveelde hy zich, en als een helder gelach of een vrooiyk gejubel weerklonk, dan had hy slechts een spotachtig lachje over voor die onnoozele menigte, die zoo weinig noodig had om zooveel genoegen te smaken. Stierengevechten en tornooien zouden meer in zyn smaak zyn gevallen; maar zulke ple bejische vermaken l Toen men aan het eind van het feest, in eene groote tent, welke voor die gelegenheid opgezet was, aan het dansen ging, en de vorstin de polonaise met een der adjudanten van haren gemaal medemaakte, toen kon hy een minachtend schouderophalen niet bedwiD- gen. Iedereen had zich verwyderd om deel te nemen aan de algemeene vrooiykheid. Slechts graaf Von Stenwerck was by zyn heer en meester gebleven. Toen het volk den vorst luide toegejuicht had, had hy tot Von Stenwerck gezegd „Welk een genot is het toch, myn waarde, welk een verheffend gevoel, te weten dat al deze menschen en nog zoovele duizenden bovendien, myne onderdanen zyn. Hoe ge lukkig zou ik my gevoelen, als myn vorsten dom, evenals Wurtemberg, Beieren en Holland, tot een koninkryk verheven werd. Dan noemde men my: „Majesteit."" „Het i3 de vraag of de voldoening van dien wensch het geluk van Uwe Doorluchtigheid zou verhoogen," antwoordde Von Stenwerck ernstig. „Cromwell zeide immers reeds: „een vergeten burger, een gerust leven." En hoe wel men nu een regeerend vorst niet tot „de vergeten burgers" kan rekenen, zoo geloof ik toch dat men als koning meer verantwoor ding heeft." „Acb, wat moet „lo roi soleil" toch ge lukkig geweest zyn, te kunnen zeggen„l'état c'est moi;" en dan tot aan het einde van zyn leven in het bezit te kunnen biy ven van zulk eene macht 1" „Uwe Doorluchtigheid vergeet," zeide Von Stenwerck op kalmen toon, „dat dit slechts weinigen te beurt valt, bijvoorbeeld Napoleon „Luister eens, Von Stenwerck," viel de vorst hem In de rede. „Zooals ge weet, ben ik een groot vereerder van Napoleon. Hy is voor my het ideaal van een held. Maar, een Paus te durven gevangennemen, zooals hy, nu tien jaren geleden, gedaan heeft, en de grootste ryken onder zyn dwang te willen hebben, dat was wat al te erg. Ware ik Napoleon geweest, ik zou, door strengheid aan de eene, doch toe gevendheid aan de andere zyde te betrachten, wel geweten hebben op welke wyze ik myne eer en grootheid, tot aan het einde toe, zou gehandhaafd hebben!" De vorst had de laatste woorden opluiden toon geuit. „Un sot trouve toujours uu plus sot, qui l'admire." „Deze woorden werden zeer verstaanbaar op spottenden toon gesproken door eene in het zwart gehulde gestalto, die tot nu toe door geen der beide heeren opgemerkt was, en zich nu haastig verwyderde. „Wel, Sacrebleul" riep de vorst, bleek van drift. „Wie durft my daar zoo beleedigen? Von Stenwerck, ga snel die gedaante achternal" Dit bevel was echter gemakkeiyker gegeven dan uitgevoerd. Wel was Von Stenwerck zoo spoedig mogelyk de tribune afgeeneld, maar het was reeds duister geworden en van de geheimzinnige gestalte was niets meer te ontdekken. Toen Von Stenwerck even daarna, zonder zyn doel bereikt te hebben, by den vorst terugkeerde, voegde deze hem toe: „Als ik zelf gegaan was, dan had ik zonder twyfel die gestalte ingehaald; het streed echter met myne vorstelyke waardigheid om achter een onbekende aan te loopen. Gy hebt uw plicht slecht gedaan, graaf Von Stenwerck, door uw vorst zoo openiyk te laten belee digen, zonder uwe krachten in te spannen den deugniet te straffen." „My dunkt," antwoordde de aangesprokene lachend, „dat ik meer beleedIgd ben gewor den dan Uwe Doorluchtigheid, want ik was natuuriyk „le plus sot."" Nadat de beide heeren de tribune verlaten hadden, begaven zy zich naar het paleis. Toen de vorst het voorgevallene aan zyne gemalin verhaalde, zeide deze: werd, ontdekte men deze zoiderlingo uitingen van 's mans antipathie. De commandant van de keuringscommissie liet hem dadeiyk in hechtenis ntmen en hy zal nu terechtstaan wegens hoogverraad. Sedert Zondag, opening van de foire aux pains d'épicest te Parys, heeft de politie daar niet minder dan 65 zakkenrollers aangehouden: 10 Franschen, 25 Italianen, 3 Zweden, 18 Duitschers en 9 Zwitsers. Allen werden gesnapt, terwijl zy in ander mans zakken aan 't visschen waren. In do myn Koszeloff in het Pool- sche gouvernement Petrikan is een myngang ingestort. Reeds zyn 11 lyken gevonden; een groot aantal mijnwerkers is zwaar gekwetst. Een telegram van den gouvor- neur van Fransch Senegambië bevestigt het bericht, dat het inlandsche hoofd Todi-Silah, dat tegen de Engelschen in opstand was, zich aan de Franschen heeft overgegeven. Gestikt. Te Londen werd eergisteren het overlyden aangegeven van vyf kindertjes van verschillende ouders, van drie weken tot twee maanden oud, welke allen dood in bed werden gevonden, gestikt aan de zyde hunner moeders. Gered. Van de vyftigvisschers, dio naby Nieuwfoundland dezer dagen op een ysveld wegdreven, zyn 48 mannen door stoom bootjes opgenomen; twee waren ten gevolge der ontberingen en koude reeds omgekomen. Een familiedrama. Het jongste kind van den schilder Bielert te Maagdenburg kreeg diphtheritis en stierf, daarop werd ook de vader aangetast en ook by bezweek. Onder- tussclien beviel zyne vrouw; angst en ïyden maakten haar als waanzinnig. Des nachts sprong zy in de rivier en verdronk. Twee kinde ren, 3 en 2 jaar oud, biy ven nu alleen achter. Te Cremona is een hoofdofficier betrapt op het stelen van zilveren couverts in een hotel. In zyne woning vond men nog meer zilver. Men denkt aan manie. By Koningsberg had een duel plaats tusschen den student baron R. en een referendaris. De laatste kreeg een schot in den buik en stierf aan zyne wond. R. gaf zich- zelven gevangon. Te Romo overviel een ont slagen bediende den directeur der Munt en wondde hem ernstig door een revolverschot in het hoofd. De secretaris, die den directeur te hulp snelde, kreeg een gevaarlyken dolkstoot, waarna de moordenaar zich een kogel door het hoofd joeg. Een Engelsche boer werd ver oordeeld tot ƒ12 boete, omdat hy zyn veeniet voldoende voedsel gaf. De man maakte zich, toen hy het vonnis vernam, zóó driftig, dat hy in de rechtszaal dood ineenzakte. Biykens berichten, te Marseille van bet eiland Mauritius ontvangen, heeft op dat eiland weer een orkaan gewoed, waar door oen trein in de rivier St.-Louis is ge worpen en vele reizigers zyn gedood of gewond. De trein van Parys naar Brussel, die Donderdag-avond uit Brussel vertrok, is even voor het station St.-Denis ontspoord. De reizigers ondervonden eenig oponthoud, maar kwamen overigens met den schrik vry. „Ge zyt ook zoo dwaas met uzelven inge nomen; ge denkt dat memand bet opmerkt en dat een vorst alles vergeven wordt." „Wat zal de toekomst voor my opleveren 1" zuchtte de vorst, „als men zelfs niet op de medehulp van zyne gemalin kan rekenen. Ben ik niet de eerste in dit vorstendom? Het verheugt my dat Laura Von Stenwerck na haar huweiyk minder in uwe omgeving zal verkeeren; ik geloof dat zy het is, die u die democratische begrippen inprent. Wat kan ik met al myn regeeringsbeleid ooit tot stand brengen Waar do óéne helft met grond voracht, en de andere Onzinnig pooht; waar weeheid, adel, rang Niets kan beslissen, zooder 't ja of neen Dor algemeene domheid, 't laat natuurlijk Het noodiget ongedaan citeerde de vorst theatraal. „Gy wilt my toch niet aansprakeiyk stellen voor fouten, die door uwe traagheid geschied zyn? En wat myne democratische beginselen aangaat, myn medegevoel, myn open oog voor de ellende der armen en de onwetend heid, waarin zy voortlevtn, doen my hunne belangen behartigen. Ik zal Laura's heengaan diep betreuren, want by haar vond ik steeds oen geopend oor, wanneer ik kranken wilde laven en weduwen en weezen wilde troosten. Zy deed, wat ik als vorstin moeilyk kon doen: zy bezocht persooniyk de armen in hunne ellende en bewees my daardoor onbe rekenbare diensten. {Wordt vort+lgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 7