N°. 1Ü4Ö2.
Maandag 2 JLpril.
A". 1894.
feze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
F1 euilleton.
IfJ BLOEI CEKfJAKT.
PRIJS DEZER COUR ft NT:
"Voor Loiden per 8 maanden. f 110.
1.40.
0.05.
Franco per post
Afzonderlijke Nommers
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1 6 regels f 1.05. Iedore regel moor f 0.17 J. Grootora
letters naar plaatsruimte. Voor hot incasseoren bul ton de stad
wordt f 0.05 berekend.
Derde Blad.
Leiden, 31 Maart.
Het aantal bezoekers van den Academietuin
alhier, sedert 1 Januari, bedroeg 375; in Maart
alléén 321.
Het hoofdbestuur van het „Nut van
't Algemeen" deelt mede dat voor de vaca
turen zyn opgemaakt de volgende dubbel
tallen: vacature Moutbaan de heeren P. H.
Hugenboltz en dr. C. W. Janssen, beiden te
Amsterdam7acature-Pleyte, do heeren mr. E.
Fokker, lid van de Eerste Kamer te Middel
burg. en mr. H. J. Van Leeuwen, te 's Hertogen-
boschvacature-dr. W. Koster (die om gezond
heidsredenen bedankte) de heeren J. A. Böh-
ringer, predikant te Maastricht, en prof. mr.
J. M. Telders, hoogleeraar te Delft.
H. M. de Koningin-Regentes heeft gisteren
tot afscheid te dineeren gevraagd kolonel Van
Spengler, adjudant, die met den generaalsrang
den dienst verlaat, en den ritmeester Van
Sytzama, ordonnance-officier, die naar de cava
lerie terugkeert.
Tot concierge aan het scheikundig phar-
maceutisch laboratorium van prof. J. W. Gun
ning te Amsterdam is benoemd de heer G. J.
Van Deene.
De minister van binnenlandsche zaken,
de heer Tak van Poortvliet, zal zich voor
korten tyd naar het buitenland begeven.
De heer jhr. Sasse van IJssel, directeur
van het postkantoor te Tilburg, herdenkt 1
April z(jne 40-jarige dienstvervulling.
De Fransche gezant by ons Hof, de heer
Louis Legrand, die sedert eenige dagen in
het buitenland vertoeft, wordt in de eerste
dagen der volgende wo k te 's-Gravenhage
terugverwacht.
Over de vergadering van Roomscb-
Katholieke Kamerleden, welke Dinsdag te
's-Gravenhage in hotel „De Twee Steden"
plaats had, bericht de „Tyd" nader, dat zy
door 29 afgevaardigden en oud afgevaardigden
word bijgewoond, namelijk door 7 leden der
Eorste en 22 leden dor ontbonden Tweede
Kamer. Afwezig waren om verschillende re
denen een vijftal leden der Eerste Kamer en
voorts de heeren Schaepman, De Ras, Lam-
brechts en Clercx (beide laatsten wegens
ziekte). Met onderbreking van een halfuur
worden de besprekingen van twee uren tot
byna halfzes voortgezet.
D9 afgetreden minister van buitenlandsche
zaken, de hot-r Van Tienhoven, heeft gisteren
oen afscheidsdiner gegeven aan den secretaris
generaal. h:t kabinet, de hoofdambtenarenen
de consulaire ambtenaren, met inbegrip van de
leerling consuls, werkzaam aan het departement.
De maaltyd duurde tot 's avonds halfelf en
aan tafel heeft de voormalige bewindsman zich
met allo zijne gasten onderhouden, daarbij
dankbaar erkennende de ijverige en welwillende
medewerking, tijdens zyn ministerschap van
hen ondervonden. De secretaris-generaal, de
heer Zilckon, bracht in hartelijke bewoordingen
do hulde van het ambtenaarscorp8 aan hunnen
gewezen chef over en bij het scheiden verzekerde
do heer Van Tienhoven, dat hij do meest
aangename herinnering aan de hem betoonde
samenwerking zou bowaren en dat hij zijn
heengaan uit don kring zijner ambtenaren
aan het ministerie wel het meest betreurde.
B(j koninklijk besluit is bepaald dat de
by artikel 31 van het reglement van het
Kon. Instituut voor de Marine to Willemsoord,
bedoelde commissie voor het eindexamen van
de adelborsten 2de klasse in dit jaar zal be
staan uit: den gepens. vice-admiraal titulair
W. L. A. Gericke, voorzitter der commissie
tot het examineeren van zee-off. en adelbor
sten, als voorzitter; de kapts. t. z. D. G.
Brand en J. Dalen, den kapt.-luit. t. z. P.
Heyning, den gepensionnoerd kapt.-luit. ter
z. titulair J. J. Kraakman en den luit. kolo
nel van het corps mariniers C. J. Visser,
als leden, en dat als plaatsvervangende leien
worden aangewezen de kapt. t. z. Z. J. Cam-
bier en de kapt. luit. t. z. A. F. J. Frackers.
De minister van buitenl. zaken a. i.
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat
blijkens eene bekendmaking, voorkomende in
den Belgischen „Moniteur" van 28 dezer, het
hulptolkantoor van Koewacht (Moerbeke) ter
gelegenheid van do jaarmarkt te Koewacht
voor den invoer van rundvee en schapen uit
Nederland zal zyn geopend op Woensdag 4
April a. s., van 3 tot 5 uren 's namiddags.
Op 30 Maart 1894 heeft aan het departe
ment van buitenlandsche zaken de onder-
teekening plaats gehad van een verdrag tus-
schen Nederland on België tot regeling der
grensbeweiding en grensbemesting.
Het stoomschip „Burgemeester Den Tox",
van Amsterdam naar Batavia, vertrok 30
Maart van Suez; de „Kuiser", van O.-Afrika
naar Rotterdam en Hamburg, vertrok 28
Maart van Port-Said; de „Spaarndam" arri
veerde 29 Maart van Nieuw-York te Rotter
dam; de „Vesta" arriveerde 30 Maart van
Amsterdam te Cuxhavende „Veendam", van
Rotterdam naar Nieuw-York, passeerde 30
Maart Lizard; de „P Caland" arriveerde 30
Maart van Rotterdam te Nieuw-Yorktie
„Rotterdam", van Rotterdam, is 30 Maart te
Nieuw-York aangekomen.
Bjj koninklijk besluit is aan den luit.
ter zee 2de kl. C. M. Van Rijn, op z\jn ver
zoek, eervol ontslag verleend uit don zeedienst.
De heer K. Spoon, met 16 April a. s. be
noemd tot apotheker der 2de kl. by de zee
macht.
Benoemd tot officier van justitie bjj de
arrond. rechtbank te Almeloo, mr. A. A.
Pólerin, thans substituut-officier van justitie
by de arrond. rechtbank to Arasterdam.
Aan J. Herder, gowezen kok in do straf
gevangenis te Nieuwer-Amstel, verleend een
pensioen ten laste van den Staat van f 224
's jaars.
Benoemd tot directeur van hot postkantoor
te Ter-Apel, J. W. Brat, thans brievengaarder
aldaar.
Benoemd tot administrateur van financiën
in de kolonie Curasao, de heer F. J. Olivier,
gezaghebber van St.-Martin (Nederl. gedeelte),
thans reeds met de eerstgemelde betrekking
tydelyk belast.
lo. benoemd tot sous-chef van deafdeeling
hyirographio by het Depart, van Marine, de
kapt-luit. ter zee titulair C. J. De JongPzn.,
onder eervolle ontheffing van zyne tegen
woordige betrekking van chef der bydrogra-
piische opnemingen; 2o. eervol afgevoerd uit
het corps zee-officieren en toegevoegd aan den
chef der afdeeling hydrographie by gemeld
Departement, de luit. ter zee der lsto kl.
J. M. Phaif, en 3o. bevorderd: tot luit. ter
zee 1ste kl., de luit. ter zee der 2de kl.
1. T. Van Slooten, en tot luit. ter zee der
2 ie klde adelborst der 1ste kl. S De Ranitz.
Gemengd Nieuws.
Men schryft ons: De hyacinten
op de volden in de omstreken van O verveen
en Haarlem tot Leiden staan thans in vollen
bloei en lokken als vanzelf tot een bezoek.
Daar door de meeste firnfa's, by den bloem-
bollenhandel betrokken, besloten is dit jaar
geene afgesneden bloemen te verzenden, zullen
de velden thans geruimen tyd ongoschonden
blijven en kunnen de liefhebbers zich gedu
rende den bloeitijd, die oen paar wekon duurt,
in den klourigen aanblik verlustigen.
Op verschillende plaatsen onder
Alkemade loopen thans reeds koeien in het
land, hetgeen wel eene groot e zeldzaamheid
mag heeten. Vóór April blyven in den regel
de beesten op stal. Of de boeren nu werken
op de gezondheid van hun vee, of dat het
wintervoeder op raakt, is moeilyk uit te
maken. De dieren zullen zich wèl prettig ge
voelen in het heeriyke lenteweer.
Uit Zoeterwoude wordt ons ge
meld dat, des namiddags te vier uren, het
zoontje van K. B. eerst met het been in
den Ryn naby het gebouw der Christelijke
school terechtkwam, en later, doordien hy
langs de schoeiingplank by Doesbrug liep,
geheel in dat water viel. De wed. S., van de
overhaal, zag het gevaar, waarin de jongen
verkeerde en eenige personen hielpen hem
op het droge.
Door de arrondissement s-recht-
bank te 's-Gravenhage is vier maanden ge
vangenisstraf geëischt tegen C. B., te Rotter
dam, die zich onlangs te Langeraar, in de
gemeente Ter-Aar, in kennelyken staat van
dronkenschap bevond, en tevens gesignaleerd
stond in het Algemeen Politieblad en door
den gemeente-veld wachter werd gearresteerd,
waartegen hij zich geweldadig heeft verzet.
Men schrijft uit Voorburg:
Wat eene goede exploitatie vermag, moge
uit de volgende cyfers blyken. Door de voor
malige IJsolstoomtram Maatschappij werden
op hare lyn 's Gravenhago—Leiden in 1890
vervoerd 164,345 personen. Na overneming
der lyn door de Maatschappij tot exploitatie
van tram wogen steeg dit vervoer in de jaren
1891, 1892 en 1893 respectievelijk tot
214,838, 294,934 on 315,590 personen, zynde
alzoo in drie jaren eene vermeerdering van
151,245 personen. Waar zulke cijfers spreken,
mag de heer Vas Visser, directeur der Maat
schappij, er trotsch op zijn, dat do vroeger
zoo kwynende lyn tot zulk een bloei is ge
bracht. Een woord van hulce mag hem dan
ook niet onthouden worden voor zyn voort
durend streven om den dienst voor het pu
bliek zoo gerieflijk mogelyk te doen zyn. Nu
de zomermaanden en de daarmede gepaard
gaande uitstapjes weder komen, zal zeker een
reisje per tram reeds op veler program staan,
ton einde aan uDe Vink" to gaan visschen,
aan de „Wykerbrug" te gaan roeien of in hot
bekende hqtel „Do Zwaan" te Voorburg een
glas „boerenjongens" te gaan drinken. Dat
van de tram reeds veel gebruik wordt ge
maakt, bewyst dat met de Paaschdagen on
geveer 2300 personen werden vervoerd.
Oistorvoormiddag ontspoorde
voor het station te 's-Gravenhage een tender
van eene machine. Het hoofdspoor was daar
door eenigen tyd versperd, zoodat de trein
uit Amsterdam op verkeerd spoor moest bin-
nenloopen. De machine was spoedig gelicht
en de treinenloop ondervond geene vertraging.
In den kruidenierswinkel van
P. J. Mars, in do Frans-Hals-straat te Amster
dam, ontstond gisteravond omstreeks half-
nogen, terwjjl do eigenaar uit was, door eene
onbekende oorzaak brand. De vlam sloeg een
oogenblik naar buiten door het raam naast
de voordeur, doch mot twee slangen op eene
Vecbtkraan bluschte de brandweer 't vuur
spoedig.
De winkel is echter uitgebrand en al wat
er anders zoo graag gekocht werd, was
goeddeels bedorven door 't vuur of het water.
De brand deed alle prijsverschil vergeten en
witte boonen en groeno erwten van elke
qualiteit vormden nu eensgezind kleine
mozctïekperkjes op den zak met vuurmakers.
Toen do brandweer hare taak had volbracht,
togen de in der haast gevluchte bovenbewo
ners weer naar hunne vertrekken, vol vertrou
wen op do stevigheid van het plafond
hun vloer dat dan ook alleen maar een
beetje geblakerd was. Natuurlijk massa's men-
schen op de boen!
Ook op de koninklijke fa briekon
te Spandau zal, by enkele afdeeJingon, bin
nen kort bijwyze van proef de arbeidsdag van
acht uren worden ingevoerd. Tot nu toe be
draagt, op enkele uitzonderingen na, de duur
van den arbeidsdag in die fabrieken 10 uren.
Een goweldige ontploffing, wolke
Donderdagnamiddag op de place du Louvre
te Parys werd gehoord, deed het verschrikte
publiek van allo kanten toesnellen; iedereen
dacht natuurlijk aan een anarchistischen aan
slag Zoo erg was het echter niet; er was
eene buis van de gasleiding ontploft, waar
door een diep gat was ontstaan in het
plein. Een zestal voorbijgangers bekwamen
ernstige brandwonden en in de naburige hui
zen werd een groot aantal glasruiten ver
brijzeld.
Te Erfurt zal oen jeugdig socia
list terechtstaan wegens majesteiteschennis. Dit
jongomensch heeft zulk een ingekankerdon
hekel aan den rogeeringsvorm van zyn land,
dat hy zich over zyn gehoele lichaam geta
toeëerd heeft met beleedigende uitdrukkingen
tegon keizer Wilhelm. Midden op zyne borst
prykt in blauwe letters: „Nieder mit dën
Tyrannen." Toen hy voor do militie gekeurd
10)
Hulda ging met een bezwaard hart naar
huis. Zy ontweek de blikken harer vriendin
en haar hart klopte onrustig, wanneer zy toe
vallig den blik van Yon Sehnwitz ontmoette.
Zy sloeg dan de oogen neer en ze be
merkte duideiyk, dat hy haar vol verbazing
gadesloeg.
Wat Laura oetrof: de argloozo duif had
niet het minste besef, welk wreed spel er
met haar gespeeld werd. Zy had zooveel ver
trouwen in haren geliefde, dat zy er geen
oogenblik aan dacht, dat dit vertrouwen ooit
geschokt zou kunnen worden en plaats zou
maken voor onrust en argwaan.
Hoewel Yon Sehnwitz zyn aanstaand
vrouwtje inmg liefhad, zoo kwam hem som-
tyds het gebeurde op het gemaskerd bal voor
den geest, en dan kon hy niet ontkennen,
dat er in die mystificatie toch wel iets pikants
was. Maar hy dacht niet lang daarover na,
on wanneer hy Laura in de blauwe oogen
blikte, dan was hy voor eene poos dat alles
weder vergeten.
Alles was in gereedheid gebracht, öm net
volksfeest te doen plaats hebben.
Daar het de laatste dagen hard gevroren
had, was men besloten een ysfeest te geven.
Er waren voor de vorstelyke familie met vlag
gendoek versierde tribunes opgericht, en daar
de lucht helder, mooi weer voorspelde, had
men alle hoop dat het feest naar wenbch
zou slagen.
Eene hardrydery op schaatsen en allerlei
volksspelen maakten het programma uit. Er
was aan den kant van de baan stroo neder-
gelegd, opdat de toeschouwers geen last zou
den krygen van koude voeten. De tribunes
waren kunstmatig verwarmd en de in bont
gehulde heeren en dames van het hof
hadden dus geen last van de koude. De
vorst had met een gelaat vol strakke majes
teit op eene der tribunes plaats genomen.
Biykbaar verveelde hy zich, en als een helder
gelach of een vrooiyk gejubel weerklonk, dan
had hy slechts een spotachtig lachje over
voor die onnoozele menigte, die zoo weinig
noodig had om zooveel genoegen te smaken.
Stierengevechten en tornooien zouden meer
in zyn smaak zyn gevallen; maar zulke ple
bejische vermaken l
Toen men aan het eind van het feest, in
eene groote tent, welke voor die gelegenheid
opgezet was, aan het dansen ging, en de
vorstin de polonaise met een der adjudanten
van haren gemaal medemaakte, toen kon hy
een minachtend schouderophalen niet bedwiD-
gen. Iedereen had zich verwyderd om deel te
nemen aan de algemeene vrooiykheid. Slechts
graaf Von Stenwerck was by zyn heer en
meester gebleven.
Toen het volk den vorst luide toegejuicht
had, had hy tot Von Stenwerck gezegd
„Welk een genot is het toch, myn waarde,
welk een verheffend gevoel, te weten dat al
deze menschen en nog zoovele duizenden
bovendien, myne onderdanen zyn. Hoe ge
lukkig zou ik my gevoelen, als myn vorsten
dom, evenals Wurtemberg, Beieren en Holland,
tot een koninkryk verheven werd. Dan noemde
men my: „Majesteit.""
„Het i3 de vraag of de voldoening van dien
wensch het geluk van Uwe Doorluchtigheid
zou verhoogen," antwoordde Von Stenwerck
ernstig. „Cromwell zeide immers reeds: „een
vergeten burger, een gerust leven." En hoe
wel men nu een regeerend vorst niet tot „de
vergeten burgers" kan rekenen, zoo geloof ik
toch dat men als koning meer verantwoor
ding heeft."
„Acb, wat moet „lo roi soleil" toch ge
lukkig geweest zyn, te kunnen zeggen„l'état
c'est moi;" en dan tot aan het einde van zyn
leven in het bezit te kunnen biy ven van zulk
eene macht 1"
„Uwe Doorluchtigheid vergeet," zeide Von
Stenwerck op kalmen toon, „dat dit slechts
weinigen te beurt valt, bijvoorbeeld Napoleon
„Luister eens, Von Stenwerck," viel de vorst
hem In de rede. „Zooals ge weet, ben ik een
groot vereerder van Napoleon. Hy is voor my
het ideaal van een held. Maar, een Paus te
durven gevangennemen, zooals hy, nu tien
jaren geleden, gedaan heeft, en de grootste
ryken onder zyn dwang te willen hebben, dat
was wat al te erg. Ware ik Napoleon geweest,
ik zou, door strengheid aan de eene, doch toe
gevendheid aan de andere zyde te betrachten,
wel geweten hebben op welke wyze ik myne
eer en grootheid, tot aan het einde toe, zou
gehandhaafd hebben!"
De vorst had de laatste woorden opluiden
toon geuit.
„Un sot trouve toujours uu plus sot, qui
l'admire."
„Deze woorden werden zeer verstaanbaar
op spottenden toon gesproken door eene in het
zwart gehulde gestalto, die tot nu toe door
geen der beide heeren opgemerkt was, en zich
nu haastig verwyderde.
„Wel, Sacrebleul" riep de vorst, bleek van
drift. „Wie durft my daar zoo beleedigen?
Von Stenwerck, ga snel die gedaante
achternal"
Dit bevel was echter gemakkeiyker gegeven
dan uitgevoerd. Wel was Von Stenwerck
zoo spoedig mogelyk de tribune afgeeneld,
maar het was reeds duister geworden en
van de geheimzinnige gestalte was niets meer
te ontdekken.
Toen Von Stenwerck even daarna, zonder
zyn doel bereikt te hebben, by den vorst
terugkeerde, voegde deze hem toe:
„Als ik zelf gegaan was, dan had ik zonder
twyfel die gestalte ingehaald; het streed
echter met myne vorstelyke waardigheid om
achter een onbekende aan te loopen. Gy hebt
uw plicht slecht gedaan, graaf Von Stenwerck,
door uw vorst zoo openiyk te laten belee
digen, zonder uwe krachten in te spannen
den deugniet te straffen."
„My dunkt," antwoordde de aangesprokene
lachend, „dat ik meer beleedIgd ben gewor
den dan Uwe Doorluchtigheid, want ik was
natuuriyk „le plus sot.""
Nadat de beide heeren de tribune verlaten
hadden, begaven zy zich naar het paleis.
Toen de vorst het voorgevallene aan zyne
gemalin verhaalde, zeide deze:
werd, ontdekte men deze zoiderlingo uitingen
van 's mans antipathie. De commandant van
de keuringscommissie liet hem dadeiyk in
hechtenis ntmen en hy zal nu terechtstaan
wegens hoogverraad.
Sedert Zondag, opening van de
foire aux pains d'épicest te Parys, heeft de
politie daar niet minder dan 65 zakkenrollers
aangehouden: 10 Franschen, 25 Italianen,
3 Zweden, 18 Duitschers en 9 Zwitsers.
Allen werden gesnapt, terwijl zy in ander
mans zakken aan 't visschen waren.
In do myn Koszeloff in het Pool-
sche gouvernement Petrikan is een myngang
ingestort. Reeds zyn 11 lyken gevonden; een
groot aantal mijnwerkers is zwaar gekwetst.
Een telegram van den gouvor-
neur van Fransch Senegambië bevestigt het
bericht, dat het inlandsche hoofd Todi-Silah,
dat tegen de Engelschen in opstand was, zich
aan de Franschen heeft overgegeven.
Gestikt. Te Londen werd
eergisteren het overlyden aangegeven van vyf
kindertjes van verschillende ouders, van drie
weken tot twee maanden oud, welke allen dood
in bed werden gevonden, gestikt aan de zyde
hunner moeders.
Gered. Van de vyftigvisschers,
dio naby Nieuwfoundland dezer dagen op een
ysveld wegdreven, zyn 48 mannen door stoom
bootjes opgenomen; twee waren ten gevolge
der ontberingen en koude reeds omgekomen.
Een familiedrama. Het jongste
kind van den schilder Bielert te Maagdenburg
kreeg diphtheritis en stierf, daarop werd ook
de vader aangetast en ook by bezweek. Onder-
tussclien beviel zyne vrouw; angst en ïyden
maakten haar als waanzinnig. Des nachts
sprong zy in de rivier en verdronk. Twee kinde
ren, 3 en 2 jaar oud, biy ven nu alleen achter.
Te Cremona is een hoofdofficier
betrapt op het stelen van zilveren couverts in
een hotel. In zyne woning vond men nog meer
zilver. Men denkt aan manie.
By Koningsberg had een duel
plaats tusschen den student baron R. en een
referendaris. De laatste kreeg een schot in
den buik en stierf aan zyne wond. R. gaf zich-
zelven gevangon. Te Romo overviel een ont
slagen bediende den directeur der Munt en
wondde hem ernstig door een revolverschot in
het hoofd. De secretaris, die den directeur te
hulp snelde, kreeg een gevaarlyken dolkstoot,
waarna de moordenaar zich een kogel door
het hoofd joeg.
Een Engelsche boer werd ver
oordeeld tot ƒ12 boete, omdat hy zyn veeniet
voldoende voedsel gaf. De man maakte zich,
toen hy het vonnis vernam, zóó driftig, dat hy
in de rechtszaal dood ineenzakte.
Biykens berichten, te Marseille
van bet eiland Mauritius ontvangen, heeft
op dat eiland weer een orkaan gewoed, waar
door oen trein in de rivier St.-Louis is ge
worpen en vele reizigers zyn gedood of gewond.
De trein van Parys naar Brussel,
die Donderdag-avond uit Brussel vertrok, is
even voor het station St.-Denis ontspoord.
De reizigers ondervonden eenig oponthoud,
maar kwamen overigens met den schrik vry.
„Ge zyt ook zoo dwaas met uzelven inge
nomen; ge denkt dat memand bet opmerkt
en dat een vorst alles vergeven wordt."
„Wat zal de toekomst voor my opleveren 1"
zuchtte de vorst, „als men zelfs niet op de
medehulp van zyne gemalin kan rekenen.
Ben ik niet de eerste in dit vorstendom?
Het verheugt my dat Laura Von Stenwerck
na haar huweiyk minder in uwe omgeving
zal verkeeren; ik geloof dat zy het is, die u
die democratische begrippen inprent. Wat kan
ik met al myn regeeringsbeleid ooit tot stand
brengen
Waar do óéne helft met grond voracht, en de andere
Onzinnig pooht; waar weeheid, adel, rang
Niets kan beslissen, zooder 't ja of neen
Dor algemeene domheid, 't laat natuurlijk
Het noodiget ongedaan
citeerde de vorst theatraal.
„Gy wilt my toch niet aansprakeiyk stellen
voor fouten, die door uwe traagheid geschied
zyn? En wat myne democratische beginselen
aangaat, myn medegevoel, myn open oog
voor de ellende der armen en de onwetend
heid, waarin zy voortlevtn, doen my hunne
belangen behartigen. Ik zal Laura's heengaan
diep betreuren, want by haar vond ik steeds
oen geopend oor, wanneer ik kranken wilde
laven en weduwen en weezen wilde troosten.
Zy deed, wat ik als vorstin moeilyk kon
doen: zy bezocht persooniyk de armen in
hunne ellende en bewees my daardoor onbe
rekenbare diensten.
{Wordt vort+lgd.)