MENGELWERK. EEN BEKEERDE. DOOR 91AIIIE HKA1TF. Het was op een dier droge, heeto zomer dagen, waarmede het vorige zomer-soizoen ons zoo rijkelijk gezegend heeft, toen ik een tochtje deed met het BerliJnsche stad- en ringspoor en de dertig graad Réaumur ver- wenschte, eene temperatuur, die zich nooit onaangenamer openbaart dan wanneer men passagier van het genoemde vervoermiddel is. Wy zaten reeds met ons tienen in de coupé te transpireeren en betwistten elkaar met het egoïsme van het ,ötetoi que je m'ymetto!" de spaarzaam toebedeelde ruimte. Halt - sta tion Zoölogische Tuin! Ik geloof, dat wanneer eene werkelijke bewoonster van het slangen huis ware ingestapt, zij ons minder zou hebben doen ontstellen dan de aanblik van den zwaar- liJvigen heer, die nu met de bekende haast, welke een kwart minuut oponthoud nood zakelijk maakt, in onze damp- en zweetbad- kast schoot. En vlak naast mijl Juist had ik de woorden: „mag ik u verzoefcenl" op de lippen, toen reeds van de zijne de uitroep weerklonk: „Lieve hemel, zyt gij het werke lijk? Na zoo langen tijd!" „Mynhoer de kapelmeester I gy te Berlijn „Ik woon hier, sedert twee jaar." „Nog altijd dirigent?" „De hemel beware rnjjl de opera is gequit- teerd, men noemt mij nu rentenier." „Bravo 1 een mooi vak! ik feliciteer uwell Maar kunt gij het zonder orkestraal alarm on den gewonen zingzang uithouden?" „UitstekendGy weet hot en hy kwam, ofschoon wij het gesprek ongehinderd konden voeren, daar het blazen en snuiven der loco motief en het stooten en schudden der coupé voor ons alle andere geluiden onhoorbaar maakte, nog dichter naar my toe en fluisterde glimlachend: „Ik was een kapelmeester, dien de Hemel in zyn toorn heeft geschapen, om een aantal orkestleden tot vertwyfeling te brengen." „Nou, nou, zoo erg was het niet; maar ik geloof inderdaad, dat gy nu en dan weinig lust voor het dirigeercn of andere dingen in het hoofd hadten dan als men het niet noodig heeft, gy zyt van zeer welgestelde familie." „Och, wat dat betreft had ik met hart en ziel by de muziek kunnen zyn. Maar er zat iets anders tusschen. Ik begryp my niet, waarom ik u het geheim van myn leven niet vroeger reeds verteld hebl Waarlyk, onze lange vriendschap had het wel verdiend I en ten slotte geeft het misschien een klein feuil leton voor uwe pen, gratis 1 ik verlang niets voor liet ruwe materiaal, dat ik voor het werk lever." „Jammer," lachte ik, „dat de ringbaan niet de geschikte plaats voor vertrouwelijke mede- deelingen is." „Ja, en dat, ik nu juist een bezoek moet afleggen station Friedrichstrasse." „Toch niet by eene dame?" „Ja en nog wel by eene jonge schoone dame." „Nog altyd Don Juan?" „Pardon, de onschuldigste van de wereld I ik wil naar myne vrouw." „Wat? Zyt gy getrouwd?" „Sedert kort, een huweiyk uit liefde." „Harteiyk gefeliciteerd 1 maar - moet gy met do ringbaan?" „Om by myuo vrouw te komen. Juist! wy wonen in verschillende wjjkeii. Zy in het zuidwesten, ik in het Dierentuin-district. Het is eene vermakelyke geschiedenis! Eigeniyk moest ik u dio ook vertolion voor het feuilleton." „Station Friedrkhstrasse!" klonk het eens klaps met stentorstem vlak naast ons. „Lieve hemel! ik ben er al!" riep de kapel meester„ik moet or uitl" on terwyi hy haastig de deur der coupé oponde, dwong hy zyn corpulent lichaam door de opening. „Ik zoek u spoedig eens op ook myne Marle zal zich verheugen, u te leeren kennen." „Hier! myn adres!" riep ik hom nog door het algemeen alarm na, en slingerde oen visitekaartje op het perron poef! poof! dikke rookwolken de trein snoof verder. Do kapelmeester heeft woord gebouden. Toen hy my eene vriendeiyko uitnoodiging van Mario bracht, maakte hy van de gelegenheid gebruik, om my de volgende kloine autobiographio ten beste te geven, die ik getrouweiyk by dezen reproduceer. „Oy weet nog niet, dat ik alloen door don nood gedrongen, niet uit eigen aandrift", schre 'f hj, „kapelmeester ben geworden Myno muzikale studiën haddon my van kinds af gekweld als een dwangbuis: ik wilde dokter worden, maar eon vaaoriyk gebod octroyeerde u»y don dirigeerstok, en terwyi ik, nog een kna»p, geen grooter genoegen kende dan pillen van wat vochtig zand te draaien en elke snipper papier inet vermeende recepten te bekrab beien moest ik op vaderiyk commando de piano maltraiteeren, urenlang toonladders oefenon, hondorden notenteokons schilderen 1 En waarom al dat verdriet? Omdat myn goede oude een uitstekend musicus was, aan het hoofd stond van een stedeiyk orkest, ver schillende instrumenten beheerschte en zich helaas overgaf aan don waanzyn zoon, zyn ccnig kind moest hem gciyken en kon op bevel tot do vaderlijke talonten opgeleid worden. Alsof men eene kunst met den drilstok kan leerenIndien ik dokter ware geworden ik ben overtuigd, dat de wereld groote dingen aan my zoude hebben beleefd, de sterfte zou snel afgenomen zyn en misschien eene ver schrikkelijke overbevolking veroorzaakt hebberu Zoo ben ik myn leven lang een sleoht muziek- dirigent gebleven en hoeveel primadonna's ik by „vergissing" uit de maat gebraobt, hoe veel orkestleden my achter myn rug uitge scholden hebben, is niet by benadering te zeggen. Toen wy elkaar voor een jaar aan den stadsschouwburg te X. ontmoetten, had ik reeds al myne lydenskelken geledigd; was van verschillende conservatoria gedeserteerd, had ettelyko muziekoxamens doorgestaan, eenige directeursbetrekkingen reeds bekleed en dank zy de aanbevelingen van myn in de muzikaie wereld hoog aangeschreven vader duldde men my. Ik schoof van het eene tooneel naar het andere ik dirigeerde zoo voort maar vraag niet hoe? Mettertyd evenwel had eene ware idiosyncrasie zich van my meester gemaakt; ik haatte de muziek, want door haar was ik tot een stumper gedoemdElke kunst verlangt den geheelen mensch, die haar met hart en ziel is toegedaan, en ik, ik deed zoo weinig aan de kuDst, als maar eenigszins mogeiyk was, en als by voorbeeld eene waan- wyze zangeres zich vermat, my naar het hoofd te werpen mynheer de kapelmeester, gy hebt deze fout gemaakt en u ook weer in het tempo vergist, dan dacht ik als eorlyk mensch by my zei venzy heeft geiyk en het ver wondert my alleen, dat de gezamenlyke primadonna's my niet hare notenboeken naar het hoofd geslingerd hebben. Het was de geschiedenis van het mislukt genie, die ik echter gelukkig niet tragisch opvatte, maar altyd van de humoristische zyde bekeek, maar ten slotte kwam het zoo ver, dat ik een zenuwachtigen afkeer bad van alles, wat met de toonkunst in verband stond. Toen stierf eensklaps myn goede vader en my viel onverwacht eeno grooter erfenis ten deel dan ik ooit ondersteld had. Nu korte metten gemaakt: ik verbrande myn dirigeer stok en werd rentenior. "Welk een geluk! welk eene vryheid 1 geen primadonna had het recht meer, haar neusje over myne „bokken" op to trekken, alle partituren konden my nu gestolen worden. Maar evenals elk ding zyne keerzyde heeft, zoo ook myn geluk! Twee jaren lang ging het uitstekend. Toen gevoelde ik, dat my iets ontbrak eene werkzaamheid, eene belangstelling; waarvoor leefde ik nog? Ik bezocht gezelschappen; maar altyd het oude liedje 1 Onze jonge dames zyn als door de muziektarantella gestoken I Dat zingt solo's en duetten en kwartetten dat hamert op de piano, dat praat over opera's; mynheer de kapelmeester hier, mynheer do kapelmeester daarl heette het nu, ik moest meezingeü, mee hameren, operettes op muziek zetten, aria's in- studeeren en de Hemel weet wat al moerDeze muziek-avonden brachten my tot vertwyfeling, ik ontvluchtte ze als een door furiën vervolgde en zocht eeno toevlucht in eene stille kroeg voor vrygozellen, waar men de edele toonkunst alleen huldigde door koorgezang van het oude lied van de „niet recht meer staande lantaren." Maar ook hier bereikte my eindeiyk de bor ror vacui 1 My ontbrak iets, zeer veel zelfs, en ik ging op reis. Eindoiyk, in een schilderachtig gelogen plaats in Thüringen, waarheen het toeval en myn spleen my gevoerd haddon, vond ik, wat my ontbroken had! ik vond - haar! Een aanminnig, lief wezen, blond, blauw oogig, madonna achtig, zooals mijne fantasie alleen in hare stoutste droomon had durven schilderen, eeno jonge dame, die om hare zenuwen eenzaamheid en stilte zocht, alsof zulke heerlyke wezens zieke zenuwen konden hebben 1 Zy was eene Amerikaansche, dio sedert korten tyd te Berlyn woonde. Nu was de leemte gevuld, ik vestigde my voor wekon in de woudidylle, in de onmiddellyke nabyheid der aangebedene, maakte kennis met haar, verwierf hare welwillendheid, hare gunst en stond weldra op hei toppunt van allo geluk, daar zy my haar jawoord gaf! En wat my het moest tot baar aantrok, zy was niet muzikaal, beslist onmuzikaal, ja, zy liet met Puriteinsche onthouding zelfs den vleugel uit hare woning verwyderen, „want ik wil niet verleid worden, ook maar een toets aan te raken!" zeide zy glimlachend. Wy verloofden ons en zwoeren elkaar eeuwig toe te behooren. Miss Mario, myno bruid, reisde het eerst af naar Berlyn, ik zou met eenige dagen volgen. Toen gebeurde het geheel onverwachtel een donderslag by helderen hemel, in de gedaante van een brief van miss Marie, aan my geschreven. Hy luidde: „Waarde vriend! Nu eerst zal je de geheele waarheid vernemen! Het vertrouwen, dat je my geschonken hebt, de openhartige mededeeling van je levensloop, de verhalen over je „muziek-haat" weerhielden my tot nu toe, je meer aangaande my mede te deelen. Ik wilde zekere illusies niet ver nietigen. Zal je my nog achten als je alles weet? Zal je liefde sterker zyn dan je haat? Luister dan on wapen jo: ik ben pianiste, gediplomeerd, bezit verscheidene medailles, speel in openbare concerten, heb op dit oogenblik een dozyn leerlingen, die ik dageiyks by my onderricht, ben myne kunst van ganschor harte toegedaan, zoodat ik liever sterven zou dan afstand van haar te doen. Nu verzoek ik je - een uitweg uit dit dilemma te zoeken!" Pianiste concerten zanglessen een dozyn leerlingenbrr. 1 ik huivordel dus daarom roerde zy in Thüringen geen toets aan? Zy wilde zich slechts van de vermoeienissen van het geheele overige jaar herstellen, kleine huichelaarster! en zy verzweeg my dat alles? maar waarom? uit liefde voor my? Welaan! uit liefde voor haar moest ik een uitweg vinden 1 En ik heb hem gevondenHot huweiyk vond weldra plaats, en niots heeft sedert ons echtelyk geluk gestoord." „Aha, ik begryp", merkte ik hier op „station Priedrich8tra8se station Zoölogische Tuin; gescheiden terreinen; maar wat zou dat, als de harten by elkaar zyn!" „Zoo is het," antwoordde hy glimlachend, „myne vrouw doet en laat in hare woning wat zy verkiest, en ik trek my naar verkiezing en behoefte in de myne terug, en ben niet veroordeeld, eiken dag met muziek dood gevoederd te worden. Wy staan op den besten voet met elkaar. Zij doet geen afstand van hare zelfstandigheid, want zooals gy weet, zyn de Amerikaanschen ook zoo iets als 6elf-made-vrouwen." „Maar was het dan Maries beminnelijkheid niet eens mogeiyk, u met de muziek te verzoenen „Idiosyncrasieën blyven! elke toon is my een gruwel", antwoordde hy met komischen ernst. „En hoort gy uwe vrouw nooit op concerten spelen?" vroeg ik verder. „Wat gaat my de pianiste aan!" riep hy uit: „Marie is my zonder muziek duizendmaal liever!" „Ik wed," plaagde ik, „dat uwe weder- zydsche belangen toch weer gemeenschappe- lyke worden en dat Marie u weer den dirigeer stok in de handen speelt." „Apage satanas!" riep hy heftig, terwyi hy zyn hoed nam, „en de eerste opera die ik componeer, zal aan u opgedragen worden - dat zy uwe straf 1" Weg was hy. Ik zag den ouden vriend in den loop van het jaar niet woer, daar ik voor eenige gastvoorstellingen Berlyn moest verlaten. Het was weer in het ringspoor, dezen hoofdader van het verkeer, toen wij ons eerstvolgend wederzien vierden. Aan het station „Friedrichstrasse" stapte hy ditmaal in, beladen met een paar reusachtige papieren zakken. „Grüss Gott!" klonk het weer kameraadschappeiyk uit zyn mond, terwijl hy onmiddeliyk naast my plaats nam„waar kan men elkaar in Berlyn anders ontmoeten dan op de rails, voortgetrokken door paarden- of stoomkracht! Gy verwondert u, dat ik als een vrachtpaard beladen ben? Biscuits, havermeel, cacao, allerlei drankjes. „Des te beter 1" lachte ik„dan zal de horror vacui uwer ziel wel goed gevuld zyn." „Volkomen! Ik heb de handen vol!" „Gij hebt uwe lieve vrouw zeker weer een bezoek gebracht?" „Dat is niet meer noodig, wy hebben het anders geregeld, bewonen nu gemeenschappe- ïyk eene groote étage in het noordelyke dis trict, zy woont rechts ik link8." „Maar kunt gy dan nu het muzikale charivari verdragen?" „Uitstekend! myne zenuwen moeten bepaald sterker geworden zyn. Ja, ja, lach maar! ik moet zelfs meehelpeb, myn arm vrouwtje heeft zoo veel te doen, zy kan het alleen niet meer af 1" „Wat? Hoor ik goed? Gy geeft misschien wel les?l" „Ja, ik heb een half dozyn leerlingen voor myne rekening genomen en op myn woord I ik heb er pleizier aan." „Bravo, bravissimo 1 en gy kunt de tonen weer verdragen?' „Uitstekend, ik accompagneer Marie ook al." „Bravo, bravo 1", „Als gy wist, hoe dat eensklaps zoo ge komen is „Omdat gy smaak in het pianospel gevonden hebt?" Hy glimlachte sluw. „Nog meer, beste vriendin —1" en hy neigde zich weer tot myn oor: „Ik componeer nu ook, zing zelfs myne eigen composities." „Toch niet-in 't openbaar, op concerten 1" riep ik met een hartelijken lach uit. „Neen mezza voce, thuis! maar ik culti veer slechts eene bepaalde soort van muziek stukken, wiegeliederen wy hebben nameiyk tweelingen 1" „Ja, nu begryp ik! Bravo, bravissimo en myne beste gelukwenschen! maar uwe oude idiosyncrasieën?!" „Daar weet ik niets meer van!" riep hy mot verrukking uit, en een glans van geluk verhelderde zyn gelaat, „idiosyncrasieën, als men geheel en al liefde is? in my zingt het voortdurend l ik word zelf nog louter har monieën leve de schoone muziek! maar halt! halt! Station Beurs! men verpraat zyn tydl Kom spoedig myno engeltjes eens zien, addio, addio! ik mag my niet ophouden om do biscuits! ja, als men papa is!" „Heb ik hot niet gezegd!" riep ik hem nog uit het portier na, „gy neemt den dirigeer stok ook nog weer ter hand!" „Gelooft gy dat werkeiyk?" lachte hy. „Zeker - by het tweole paar tweelingen." BUITENLAND. Frankrijk. De vader van het protectionisme in Frank rijk, de heer Méline, h6eft de regeering overgehaald eene reeks van vragen te stellen aan de Kamers van Koophandel en vakver- eenïgingen, om vertrouwbare opgaven te ver krijgen over do ontwikkeling der nyverheid. De antwoorden komen langzaam en zy luiden niet zóó, als de heer Méline had ge wenscht. De Kamer van Reim schreef naast de vraag naar nieuwe fabrieken: onze fabrieken worden gesloten. De Kamer *an Sainte Chamond verklaarde, dat zy slechts buiten werking ge stelde machines kon opgeven en slechts de nieuwe fabrieken kende, die in het buitenland opgericht worden. Een koopman in laken schryft: Wy ver keeren in zulk een bloeienden toestand, dat wy in Januari 1894 by den uitvoer van wollen goederen een millioen kilogram aan gowicht en by na 11 millioen fr. aan geld zyn achteruitgegaan". De Kamer van Orleans zegt, vergeefs te hebben uitgezien naar de weldaden van het beschermend stelsel. „Alle industrieën, vooral die, welke uitvoeren, klagendegenen, welke zaken doen, zien hunne verdiensten by den dag verminderen en heblTü nauwoiyks genoeg om te eten De fabrikanten van landbouw werktuigen zyn genoodzaakt hunne producten op te bergen en hunne werklieden te ontslaan. De papierfabriek van Buges, die verleden jaar afbrandde, wordt niet weer opgebouwd. Wy ontkennen niet, dat eene voorzichtige bescher ming in bepaalde tyden voor enkelen nuttige gevolgen kan hebben, maar wy vreezen, dat dit niet zonder ondergang van velen onmogeiyk is. Wy kunnen op het oogenbhk niet nalaten op te merken, dat een der zonderbaarste en onverwachtste gevolgen der beschermende rechten het dalen der pryzen van byna alle fabrikanten is. Overproductie, zult gy zeggen. Jawel! Maar het geneesmiddel en het nood wendig gevolg? Het wegzenden van vele werklieden. En wat moeten wy met hen beginnen? - De Fransche regeering heeft weer een telegram ontvangen van den gouverneur van Soedan betreffende den staat van zaken te Tomboctoe. In de tweede helft van Maart zyn de Fransche troepen weer slaags geweest met de Touaregs. Een gedeelte van het garnizoen verliet Tomboctoe en verraste de Touaregs in hun kamp te Takaï Gouron. De negers werden uiteengedreven en het vee, dat zy by zich hadden, werd buit gemaakt. Deze expedi tie bestond uit 40 scherpschutters, onder aanvoering van kapitein Gauthoran. Eenige dagen te voren vertrok kapitein Brost met 300 manschappen uit Tomboctoe, ten einde een meer belangryken tocht te ondernemen. Men had vernomen dat eene talryke bendo Touaregs zich bevond by de Marigot rivier en daarom werd dit detache ment uitgezonden om deze vyanden te ver- dryven. Ook deze tocht slaagde volkomen. De Touaregs worden overvallen en uiteen gedreven, terwyl eene kudde van 1000 schapen, eene welkome vangst voor de Fransche troepen, werd buit gemaakt. De toestand der Fransche troepen te Tom boctoe geeft derhalve geene reden tot onge rustheid. Aan eene ontruiming dezer plaats wordt te Parys niot gedacht, vooral niet, nu de berichten zoo gunstig luiden. O ui tschland. Een bondgenootschap der drie keizerrijken, eene heilige alliantie tegen socialisme en anar chisme, wordt in Duitschland zelfs door anti liberale bladen gevaarlyk geacht. Zoo 6chryft byv. de „Köln. Volks Ztg.": „Üe godsdienst en de monarchie zyn juist goed genoeg om den politiestok een weinig idealistisch op te knappen. Byaldien Rusland inderdaad behoefte gevoelt den godsdienst tegen het nihilisme in het veld te voeren, laat het dan thuis met de bevordering van den godsdienst aanvangen, in plaats van de katholieke Polen om hun geloofswil bloedig en barbaarsch te vervolgen en de protestant- sche Duitschers te verdrukken. Wie in zyn eigen huis zoo met den godsdienst omspringt als de czaar, is niet geroepen aan andere staten voorstellen over de bestryding van het anarchisme door den godsdienst 'te doen. En wat do monarchie aangaat, is Europa volstrekt niet gesteld op eene monarchie naar Russisch modelDat men de anarchisten langs internationalen weg krachtiger dan tot nu toe kon bestokendat Engeland zou kun nen worden genoodzaakt syne gastvryheid voor de anarchisten te beperken, willen wy niet tegenspreken. Het best zou zyn, de toenadering, welke door het handelstractaat is ontstaan, te gebruiken, om eene vreed zame, vrïendschappelyke oplossing voor te be reiden van de vragen, welke thans de volken nopen hunne oorlogs-voorbereidselen tot het ondraaglyke te vermeerderen. Indien de vol ken ophielden, met st.ygende koortsachtigheid ten oorlog zich voor te bereiden, dan konden zy hunne opmerkzaamheid aan sociale vraag stukken schenken, tot welker oplossing zy dan over de materiéele middelen zouden be schikken, terwyl de toenemende militaire lasten nu hen economisch ruïneeren en reeds daardoor aan het socialisme en het anarchisme voortdurend nieuwe aanhangers worden be zorgd. En wat baat het, wanneer wy, wat geheel en al onvvaarschyniyk is, de revolu- tionnaire partyen met godsdienstige en mo narchale politie onderdrukken, als wy door het militarisme even zeker ten gronde wor den gericht, als de zegepraal van het re vol u- tionnaire proletariaat het zou doen?" De koning heeft op eene geheel byzondere en in België zeer ongewone wyzc aan den afgetreden premier van zyne sympathie doen blyken. Woensdag-middag te 1.20 stapte de vorst af voor de woning van Beernaert, om zich byna een uur met deze en mevrouw Beernaert te onderhouden. De koning wensebte, zoo zeide hy, vóór hy zyn opvolger installeerde, eerst nog eens psrsoonlyk den heer Beernaert zyn leedwezen te komen betuigen over diens besluit om ontslag te nemen. De koning zelf herinnerde daarna den oud-minister aan alle détails van zyne langdurige ministeriëele loop baan en aan de talryke vraagstukken, welke men heeft bestudeerd, behandeld en opgelost. Tot besluit van dit onderhoud drukte de koning herhaaldelijk de band van den heer Beernaert in do zyne, terwyl de oud minister zyn konink- ïyken gast naar zyn rijtuig vergezelde. Vóór en aleer hy instapte, kuste de vorst op konink lijke wyze mevrouw Beernaert de hand. Dc koning, die nooit dergelyke bezoeken brengt, heeft hiermede ten tweeden male een bewys van sympathie aan den heer Beernaert ge geven Een vorig jaar, by het overly den zyner moeder, kwam de koning den toenmaligen minister-president persooniyk zyne deelne ming betuigen. Ook de liberale bladen brengen hulde aan de eigenschappen en talenten van de afgetreden ministers. Beiden, do uitnemende rechtsgeleerde Le Jeune en Beernaert, zyn, geiyk men reeds weet, tot ministers van Staat benoemd. Japan, De vreemdelingen in Japan zyn onlangs erg geschrikt, toen in het Lagerhuis de „strikte handhaving der buitonlandsche ver dragen werd voorgesteld, wat volgens som migen zooveel als verbanning van alle vreem delingen beteekent. Een Japansch journalist, de heer Tokutomi, stelt in een brief aan den redacteur der „Westminster Review" de zaak in een ge heel ander licht. De verbanning van vreem delingen, schryft hy, is een droom van 30 jaar geleden. Geen verstandig Japanees dringt er op aan. Die verbanning zou trouwens ver dragen overbodig maken! Het voorstel dient alleen om de noodzake- ïykheid te betoogen van eene herziening der verdragen, waardoor juist het verbiyf der vreemdelingen vergemakkeiykfc zou worden. De ministers geven echter opzetteiyk eene scheeve voorstelling van de zaak om de oppositie voor de aanstaande verkiezingen v,'=>rt te maken. Zy zyn het oneens met d-> «Meer derheid in het Lagerhuis over belm vryker beginselen dan de handhaving der verdragen. Het Lagerhuis verlangt eene ook aan het volk verantwoordelyke regeering, terwyl daaren tegen alle ministeriën sinds 1890 stamde hielden dat zy alleen aan den keizer ver. nt- woording schuldig zyn. Toen de tegenw or-' dige premier graaf Ito in Aug. 1892 -efe bewind kwam, verklaarde hy dat inj ceq „transcendentaal" ministerie wilde vormen, een ideaal- en dus onmogeiyk ministerie, dat met geen parlementsmeerderheid behoeft te rekenen. Maar zelfs de „transcendentale" minister president hoeft nu en dan zich eene meerder heid moeten verzekeren. Een minister, ciiein de Kamer werd aangevallen, is onlaDgs afge treden. Op den duur zal de democratie het, dunkt den schryver, mooten winnen. Gemengd Nieuws. Het congres der sociaal-demo craten te Weenen is, geiyk reeds is gemeld, geëindigd met het besluit om den eisch tot invoering van het algemeen stemrecht tc handhaven. Het verlangen der meerderheid om onmid' dellyk tot eene algemeene werkstaking over to gaan, werd verworpen. Niettemin werd in beginsel aangenomen, dat ter gelegener tyd ook eene algemeene werkstaking kan worden georganiseerd, als een der wottige middelen, waardoor het gestelde doel kan bereikt worden. Evenwel werd uitdrukkelijk gezegd, dat men alleen in het uiterste geval zal overgaan tot eene dergelyke poging, waar van toch geen gevolg is te verwachten. Op d e v o r 8 t e 1 y k e s a 1 o n w a g e n s schijnt voorshands nog geen zegen te willen rusten. Deelde men dezer dagen mede, dat de staatsiewagen van den Duitschon keizer zwaar beschadigd werd, hetzelfde gebeurde eergisteren met dien van den prins regent van Brunswyk aan het station der hoofdstad van denzelfdcn naam. Toen nameiyk de salon wagen van den prins- regent ingevoegd werd tusschen de wagons van den sneltrein van Berlyn naar Aken, rued de locomotief met den goederenwagen tegen het salonrytuig aan, zoodat alle glasruiten verbryzeld werden en eene stootplaat van den goederenwagen afgeslingerd werd. De prins- regent viel door den schok van zyne rustplaats, maar bekwam geen letsel, zoodat na eenigen tyd de reis voortgezet kon worden. Getrouw tot in den dood. Dezer dagen bevond zich aan het station te Belle- vue onder de menigte, die op do aankomst van den trein naar Parijs wachtte, een echt paar Cariat, beiden reeds in de vijftig, die, door het schoone weder verlokt den dag buiten hadden doorgebracht. Op het oogenblik, dat de trein aankwam, gleed mevrouw Cariat van den steenen rand van het perron af en kwam op het spoor terecht. Haar echtgenoot snelde haar na om haar op te helpen, maar op het oogenblik, dat hy haar gegrepen had, werden zy door eene aanrydende locomotief gegrepen en verpletterd door do volgende wagens des treins. Yreeselijke brand. Gisteren is te Croix de Lormes, een door mynwerkers be woond voorstadje van Sint Etienne, brand uitge broken, Vier huizen werden' euu prooi der vlammen, zoodat thans twintig gezinnen zonder dak zyn. De brand wordt aan kwaadwillig heid geweten, vermits men op het oogenblik, dat die brand in e9ne loerlooi6iy uithak, iemand, die er verdacht uitzag, ue vlucht zag nemen. De Amerikaansche „Jack the Ripper". De politie heeft dezer dagen een Chineeschen wasscher te Niouw-York gevan gengenomen als verdacht van den moord, waarvan wy kort geleden gewag maakten,' Hy is echter weder op vrije voeten gesteld', maar schynt der politie uelangryke inlichtingen verstrekt to hebben, zoodat men nu achterdocht heeft opgevat tegen twee mannon, die hetzelfde beroep uitoefenen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 2