MENGELWERK.
EEN BEKEERDE.
DOOR
91AIIIE HKA1TF.
Het was op een dier droge, heeto zomer
dagen, waarmede het vorige zomer-soizoen
ons zoo rijkelijk gezegend heeft, toen ik een
tochtje deed met het BerliJnsche stad- en
ringspoor en de dertig graad Réaumur ver-
wenschte, eene temperatuur, die zich nooit
onaangenamer openbaart dan wanneer men
passagier van het genoemde vervoermiddel is.
Wy zaten reeds met ons tienen in de coupé
te transpireeren en betwistten elkaar met het
egoïsme van het ,ötetoi que je m'ymetto!"
de spaarzaam toebedeelde ruimte. Halt - sta
tion Zoölogische Tuin! Ik geloof, dat wanneer
eene werkelijke bewoonster van het slangen
huis ware ingestapt, zij ons minder zou hebben
doen ontstellen dan de aanblik van den zwaar-
liJvigen heer, die nu met de bekende haast,
welke een kwart minuut oponthoud nood
zakelijk maakt, in onze damp- en zweetbad-
kast schoot. En vlak naast mijl Juist had ik
de woorden: „mag ik u verzoefcenl" op de
lippen, toen reeds van de zijne de uitroep
weerklonk: „Lieve hemel, zyt gij het werke
lijk? Na zoo langen tijd!"
„Mynhoer de kapelmeester I gy te Berlijn
„Ik woon hier, sedert twee jaar."
„Nog altijd dirigent?"
„De hemel beware rnjjl de opera is gequit-
teerd, men noemt mij nu rentenier."
„Bravo 1 een mooi vak! ik feliciteer uwell
Maar kunt gij het zonder orkestraal alarm
on den gewonen zingzang uithouden?"
„UitstekendGy weet hot en hy kwam,
ofschoon wij het gesprek ongehinderd konden
voeren, daar het blazen en snuiven der loco
motief en het stooten en schudden der coupé
voor ons alle andere geluiden onhoorbaar
maakte, nog dichter naar my toe en fluisterde
glimlachend: „Ik was een kapelmeester, dien
de Hemel in zyn toorn heeft geschapen, om
een aantal orkestleden tot vertwyfeling te
brengen."
„Nou, nou, zoo erg was het niet; maar ik
geloof inderdaad, dat gy nu en dan weinig
lust voor het dirigeercn of andere dingen in
het hoofd hadten dan als men het niet
noodig heeft, gy zyt van zeer welgestelde
familie."
„Och, wat dat betreft had ik met hart en
ziel by de muziek kunnen zyn. Maar er zat
iets anders tusschen. Ik begryp my niet,
waarom ik u het geheim van myn leven niet
vroeger reeds verteld hebl Waarlyk, onze lange
vriendschap had het wel verdiend I en ten
slotte geeft het misschien een klein feuil
leton voor uwe pen, gratis 1 ik verlang niets
voor liet ruwe materiaal, dat ik voor het werk
lever."
„Jammer," lachte ik, „dat de ringbaan niet
de geschikte plaats voor vertrouwelijke mede-
deelingen is."
„Ja, en dat, ik nu juist een bezoek moet
afleggen station Friedrichstrasse."
„Toch niet by eene dame?"
„Ja en nog wel by eene jonge schoone
dame."
„Nog altyd Don Juan?"
„Pardon, de onschuldigste van de wereld I
ik wil naar myne vrouw."
„Wat? Zyt gy getrouwd?"
„Sedert kort, een huweiyk uit liefde."
„Harteiyk gefeliciteerd 1 maar - moet
gy met do ringbaan?"
„Om by myuo vrouw te komen. Juist! wy
wonen in verschillende wjjkeii. Zy in het
zuidwesten, ik in het Dierentuin-district. Het
is eene vermakelyke geschiedenis! Eigeniyk
moest ik u dio ook vertolion voor het feuilleton."
„Station Friedrkhstrasse!" klonk het eens
klaps met stentorstem vlak naast ons.
„Lieve hemel! ik ben er al!" riep de kapel
meester„ik moet or uitl" on terwyi hy haastig
de deur der coupé oponde, dwong hy zyn
corpulent lichaam door de opening. „Ik zoek
u spoedig eens op ook myne Marle zal
zich verheugen, u te leeren kennen."
„Hier! myn adres!" riep ik hom nog door
het algemeen alarm na, en slingerde oen
visitekaartje op het perron poef! poof!
dikke rookwolken de trein snoof verder.
Do kapelmeester heeft woord gebouden. Toen
hy my eene vriendeiyko uitnoodiging van Mario
bracht, maakte hy van de gelegenheid gebruik,
om my de volgende kloine autobiographio ten
beste te geven, die ik getrouweiyk by dezen
reproduceer.
„Oy weet nog niet, dat ik alloen door don
nood gedrongen, niet uit eigen aandrift",
schre 'f hj, „kapelmeester ben geworden Myno
muzikale studiën haddon my van kinds af
gekweld als een dwangbuis: ik wilde dokter
worden, maar eon vaaoriyk gebod octroyeerde
u»y don dirigeerstok, en terwyi ik, nog een
kna»p, geen grooter genoegen kende dan pillen
van wat vochtig zand te draaien en elke snipper
papier inet vermeende recepten te bekrab
beien moest ik op vaderiyk commando de
piano maltraiteeren, urenlang toonladders
oefenon, hondorden notenteokons schilderen 1
En waarom al dat verdriet? Omdat myn goede
oude een uitstekend musicus was, aan het
hoofd stond van een stedeiyk orkest, ver
schillende instrumenten beheerschte en zich
helaas overgaf aan don waanzyn zoon, zyn
ccnig kind moest hem gciyken en kon op
bevel tot do vaderlijke talonten opgeleid worden.
Alsof men eene kunst met den drilstok kan
leerenIndien ik dokter ware geworden
ik ben overtuigd, dat de wereld groote dingen
aan my zoude hebben beleefd, de sterfte zou
snel afgenomen zyn en misschien eene ver
schrikkelijke overbevolking veroorzaakt hebberu
Zoo ben ik myn leven lang een sleoht muziek-
dirigent gebleven en hoeveel primadonna's ik
by „vergissing" uit de maat gebraobt, hoe
veel orkestleden my achter myn rug uitge
scholden hebben, is niet by benadering
te zeggen. Toen wy elkaar voor een jaar aan
den stadsschouwburg te X. ontmoetten, had
ik reeds al myne lydenskelken geledigd; was
van verschillende conservatoria gedeserteerd,
had ettelyko muziekoxamens doorgestaan,
eenige directeursbetrekkingen reeds bekleed
en dank zy de aanbevelingen van myn in de
muzikaie wereld hoog aangeschreven vader
duldde men my. Ik schoof van het eene tooneel
naar het andere ik dirigeerde zoo voort
maar vraag niet hoe? Mettertyd evenwel had
eene ware idiosyncrasie zich van my meester
gemaakt; ik haatte de muziek, want door
haar was ik tot een stumper gedoemdElke
kunst verlangt den geheelen mensch, die haar
met hart en ziel is toegedaan, en ik, ik deed
zoo weinig aan de kuDst, als maar eenigszins
mogeiyk was, en als by voorbeeld eene waan-
wyze zangeres zich vermat, my naar het hoofd
te werpen mynheer de kapelmeester, gy hebt
deze fout gemaakt en u ook weer in het
tempo vergist, dan dacht ik als eorlyk mensch
by my zei venzy heeft geiyk en het ver
wondert my alleen, dat de gezamenlyke
primadonna's my niet hare notenboeken naar
het hoofd geslingerd hebben. Het was de
geschiedenis van het mislukt genie, die ik
echter gelukkig niet tragisch opvatte, maar
altyd van de humoristische zyde bekeek,
maar ten slotte kwam het zoo ver, dat ik een
zenuwachtigen afkeer bad van alles, wat met
de toonkunst in verband stond.
Toen stierf eensklaps myn goede vader en
my viel onverwacht eeno grooter erfenis ten
deel dan ik ooit ondersteld had. Nu korte
metten gemaakt: ik verbrande myn dirigeer
stok en werd rentenior. "Welk een geluk!
welk eene vryheid 1 geen primadonna had het
recht meer, haar neusje over myne „bokken"
op to trekken, alle partituren konden my nu
gestolen worden. Maar evenals elk ding zyne
keerzyde heeft, zoo ook myn geluk! Twee
jaren lang ging het uitstekend. Toen gevoelde
ik, dat my iets ontbrak eene werkzaamheid,
eene belangstelling; waarvoor leefde ik nog?
Ik bezocht gezelschappen; maar altyd het
oude liedje 1 Onze jonge dames zyn als door
de muziektarantella gestoken I Dat zingt solo's
en duetten en kwartetten dat hamert op
de piano, dat praat over opera's; mynheer de
kapelmeester hier, mynheer do kapelmeester
daarl heette het nu, ik moest meezingeü, mee
hameren, operettes op muziek zetten, aria's in-
studeeren en de Hemel weet wat al moerDeze
muziek-avonden brachten my tot vertwyfeling,
ik ontvluchtte ze als een door furiën vervolgde
en zocht eeno toevlucht in eene stille kroeg
voor vrygozellen, waar men de edele toonkunst
alleen huldigde door koorgezang van het oude
lied van de „niet recht meer staande lantaren."
Maar ook hier bereikte my eindeiyk de bor
ror vacui 1 My ontbrak iets, zeer veel zelfs, en
ik ging op reis. Eindoiyk, in een schilderachtig
gelogen plaats in Thüringen, waarheen het
toeval en myn spleen my gevoerd haddon,
vond ik, wat my ontbroken had! ik vond -
haar! Een aanminnig, lief wezen, blond, blauw
oogig, madonna achtig, zooals mijne fantasie
alleen in hare stoutste droomon had durven
schilderen, eeno jonge dame, die om hare
zenuwen eenzaamheid en stilte zocht, alsof
zulke heerlyke wezens zieke zenuwen konden
hebben 1
Zy was eene Amerikaansche, dio sedert
korten tyd te Berlyn woonde. Nu was de
leemte gevuld, ik vestigde my voor wekon
in de woudidylle, in de onmiddellyke nabyheid
der aangebedene, maakte kennis met haar,
verwierf hare welwillendheid, hare gunst en
stond weldra op hei toppunt van allo geluk,
daar zy my haar jawoord gaf! En wat my
het moest tot baar aantrok, zy was niet
muzikaal, beslist onmuzikaal, ja, zy liet met
Puriteinsche onthouding zelfs den vleugel uit
hare woning verwyderen, „want ik wil niet
verleid worden, ook maar een toets aan te
raken!" zeide zy glimlachend. Wy verloofden
ons en zwoeren elkaar eeuwig toe te behooren.
Miss Mario, myno bruid, reisde het eerst af
naar Berlyn, ik zou met eenige dagen volgen.
Toen gebeurde het geheel onverwachtel een
donderslag by helderen hemel, in de gedaante
van een brief van miss Marie, aan my
geschreven. Hy luidde: „Waarde vriend! Nu
eerst zal je de geheele waarheid vernemen!
Het vertrouwen, dat je my geschonken hebt,
de openhartige mededeeling van je levensloop,
de verhalen over je „muziek-haat" weerhielden
my tot nu toe, je meer aangaande my mede
te deelen. Ik wilde zekere illusies niet ver
nietigen. Zal je my nog achten als je alles
weet? Zal je liefde sterker zyn dan je haat?
Luister dan on wapen jo: ik ben pianiste,
gediplomeerd, bezit verscheidene medailles,
speel in openbare concerten, heb op dit oogenblik
een dozyn leerlingen, die ik dageiyks by my
onderricht, ben myne kunst van ganschor
harte toegedaan, zoodat ik liever sterven zou
dan afstand van haar te doen. Nu verzoek ik
je - een uitweg uit dit dilemma te zoeken!"
Pianiste concerten zanglessen een
dozyn leerlingenbrr. 1 ik huivordel dus daarom
roerde zy in Thüringen geen toets aan? Zy
wilde zich slechts van de vermoeienissen van
het geheele overige jaar herstellen, kleine
huichelaarster! en zy verzweeg my dat alles?
maar waarom? uit liefde voor my? Welaan!
uit liefde voor haar moest ik een uitweg
vinden 1 En ik heb hem gevondenHot huweiyk
vond weldra plaats, en niots heeft sedert
ons echtelyk geluk gestoord."
„Aha, ik begryp", merkte ik hier op „station
Priedrich8tra8se station Zoölogische Tuin;
gescheiden terreinen; maar wat zou dat, als
de harten by elkaar zyn!"
„Zoo is het," antwoordde hy glimlachend,
„myne vrouw doet en laat in hare woning
wat zy verkiest, en ik trek my naar verkiezing
en behoefte in de myne terug, en ben niet
veroordeeld, eiken dag met muziek dood
gevoederd te worden. Wy staan op den besten
voet met elkaar. Zij doet geen afstand van
hare zelfstandigheid, want zooals gy weet,
zyn de Amerikaanschen ook zoo iets als
6elf-made-vrouwen."
„Maar was het dan Maries beminnelijkheid
niet eens mogeiyk, u met de muziek te
verzoenen
„Idiosyncrasieën blyven! elke toon is my
een gruwel", antwoordde hy met komischen
ernst.
„En hoort gy uwe vrouw nooit op concerten
spelen?" vroeg ik verder.
„Wat gaat my de pianiste aan!" riep hy
uit: „Marie is my zonder muziek duizendmaal
liever!"
„Ik wed," plaagde ik, „dat uwe weder-
zydsche belangen toch weer gemeenschappe-
lyke worden en dat Marie u weer den dirigeer
stok in de handen speelt."
„Apage satanas!" riep hy heftig, terwyi
hy zyn hoed nam, „en de eerste opera die
ik componeer, zal aan u opgedragen worden -
dat zy uwe straf 1"
Weg was hy. Ik zag den ouden vriend
in den loop van het jaar niet woer, daar ik
voor eenige gastvoorstellingen Berlyn moest
verlaten.
Het was weer in het ringspoor, dezen
hoofdader van het verkeer, toen wij ons
eerstvolgend wederzien vierden. Aan het
station „Friedrichstrasse" stapte hy ditmaal
in, beladen met een paar reusachtige papieren
zakken. „Grüss Gott!" klonk het weer
kameraadschappeiyk uit zyn mond, terwijl
hy onmiddeliyk naast my plaats nam„waar
kan men elkaar in Berlyn anders ontmoeten
dan op de rails, voortgetrokken door paarden-
of stoomkracht! Gy verwondert u, dat ik
als een vrachtpaard beladen ben? Biscuits,
havermeel, cacao, allerlei drankjes.
„Des te beter 1" lachte ik„dan zal de horror
vacui uwer ziel wel goed gevuld zyn."
„Volkomen! Ik heb de handen vol!"
„Gij hebt uwe lieve vrouw zeker weer een
bezoek gebracht?"
„Dat is niet meer noodig, wy hebben het
anders geregeld, bewonen nu gemeenschappe-
ïyk eene groote étage in het noordelyke dis
trict, zy woont rechts ik link8."
„Maar kunt gy dan nu het muzikale charivari
verdragen?"
„Uitstekend! myne zenuwen moeten bepaald
sterker geworden zyn. Ja, ja, lach maar! ik
moet zelfs meehelpeb, myn arm vrouwtje
heeft zoo veel te doen, zy kan het alleen
niet meer af 1"
„Wat? Hoor ik goed? Gy geeft misschien
wel les?l"
„Ja, ik heb een half dozyn leerlingen voor
myne rekening genomen en op myn woord I
ik heb er pleizier aan."
„Bravo, bravissimo 1 en gy kunt de tonen
weer verdragen?'
„Uitstekend, ik accompagneer Marie ook al."
„Bravo, bravo 1",
„Als gy wist, hoe dat eensklaps zoo ge
komen is
„Omdat gy smaak in het pianospel gevonden
hebt?"
Hy glimlachte sluw. „Nog meer, beste
vriendin —1" en hy neigde zich weer tot
myn oor: „Ik componeer nu ook, zing zelfs
myne eigen composities."
„Toch niet-in 't openbaar, op concerten 1"
riep ik met een hartelijken lach uit.
„Neen mezza voce, thuis! maar ik culti
veer slechts eene bepaalde soort van muziek
stukken, wiegeliederen wy hebben nameiyk
tweelingen 1"
„Ja, nu begryp ik! Bravo, bravissimo en
myne beste gelukwenschen! maar uwe
oude idiosyncrasieën?!"
„Daar weet ik niets meer van!" riep hy
mot verrukking uit, en een glans van geluk
verhelderde zyn gelaat, „idiosyncrasieën, als
men geheel en al liefde is? in my zingt het
voortdurend l ik word zelf nog louter har
monieën leve de schoone muziek! maar
halt! halt! Station Beurs! men verpraat zyn
tydl Kom spoedig myno engeltjes eens zien,
addio, addio! ik mag my niet ophouden om
do biscuits! ja, als men papa is!"
„Heb ik hot niet gezegd!" riep ik hem
nog uit het portier na, „gy neemt den dirigeer
stok ook nog weer ter hand!"
„Gelooft gy dat werkeiyk?" lachte hy.
„Zeker - by het tweole paar tweelingen."
BUITENLAND.
Frankrijk.
De vader van het protectionisme in Frank
rijk, de heer Méline, h6eft de regeering
overgehaald eene reeks van vragen te stellen
aan de Kamers van Koophandel en vakver-
eenïgingen, om vertrouwbare opgaven te ver
krijgen over do ontwikkeling der nyverheid.
De antwoorden komen langzaam en zy
luiden niet zóó, als de heer Méline had ge
wenscht. De Kamer van Reim schreef naast
de vraag naar nieuwe fabrieken: onze fabrieken
worden gesloten. De Kamer *an Sainte Chamond
verklaarde, dat zy slechts buiten werking ge
stelde machines kon opgeven en slechts de
nieuwe fabrieken kende, die in het buitenland
opgericht worden.
Een koopman in laken schryft: Wy ver
keeren in zulk een bloeienden toestand, dat
wy in Januari 1894 by den uitvoer van
wollen goederen een millioen kilogram aan
gowicht en by na 11 millioen fr. aan geld zyn
achteruitgegaan".
De Kamer van Orleans zegt, vergeefs te
hebben uitgezien naar de weldaden van het
beschermend stelsel. „Alle industrieën, vooral
die, welke uitvoeren, klagendegenen, welke
zaken doen, zien hunne verdiensten by den
dag verminderen en heblTü nauwoiyks genoeg
om te eten De fabrikanten van landbouw
werktuigen zyn genoodzaakt hunne producten
op te bergen en hunne werklieden te ontslaan.
De papierfabriek van Buges, die verleden jaar
afbrandde, wordt niet weer opgebouwd. Wy
ontkennen niet, dat eene voorzichtige bescher
ming in bepaalde tyden voor enkelen nuttige
gevolgen kan hebben, maar wy vreezen, dat
dit niet zonder ondergang van velen onmogeiyk
is. Wy kunnen op het oogenbhk niet nalaten
op te merken, dat een der zonderbaarste en
onverwachtste gevolgen der beschermende
rechten het dalen der pryzen van byna alle
fabrikanten is. Overproductie, zult gy zeggen.
Jawel! Maar het geneesmiddel en het nood
wendig gevolg? Het wegzenden van vele
werklieden. En wat moeten wy met hen
beginnen?
- De Fransche regeering heeft weer een
telegram ontvangen van den gouverneur van
Soedan betreffende den staat van zaken te
Tomboctoe.
In de tweede helft van Maart zyn de
Fransche troepen weer slaags geweest met de
Touaregs. Een gedeelte van het garnizoen
verliet Tomboctoe en verraste de Touaregs
in hun kamp te Takaï Gouron. De negers
werden uiteengedreven en het vee, dat zy by
zich hadden, werd buit gemaakt. Deze expedi
tie bestond uit 40 scherpschutters, onder
aanvoering van kapitein Gauthoran.
Eenige dagen te voren vertrok kapitein
Brost met 300 manschappen uit Tomboctoe,
ten einde een meer belangryken tocht te
ondernemen. Men had vernomen dat eene
talryke bendo Touaregs zich bevond by de
Marigot rivier en daarom werd dit detache
ment uitgezonden om deze vyanden te ver-
dryven. Ook deze tocht slaagde volkomen.
De Touaregs worden overvallen en uiteen
gedreven, terwyl eene kudde van 1000 schapen,
eene welkome vangst voor de Fransche
troepen, werd buit gemaakt.
De toestand der Fransche troepen te Tom
boctoe geeft derhalve geene reden tot onge
rustheid. Aan eene ontruiming dezer plaats
wordt te Parys niot gedacht, vooral niet, nu
de berichten zoo gunstig luiden.
O ui tschland.
Een bondgenootschap der drie keizerrijken,
eene heilige alliantie tegen socialisme en anar
chisme, wordt in Duitschland zelfs door anti
liberale bladen gevaarlyk geacht.
Zoo 6chryft byv. de „Köln. Volks Ztg.":
„Üe godsdienst en de monarchie zyn juist
goed genoeg om den politiestok een weinig
idealistisch op te knappen. Byaldien Rusland
inderdaad behoefte gevoelt den godsdienst
tegen het nihilisme in het veld te voeren,
laat het dan thuis met de bevordering van
den godsdienst aanvangen, in plaats van de
katholieke Polen om hun geloofswil bloedig
en barbaarsch te vervolgen en de protestant-
sche Duitschers te verdrukken. Wie in zyn
eigen huis zoo met den godsdienst omspringt
als de czaar, is niet geroepen aan andere
staten voorstellen over de bestryding van
het anarchisme door den godsdienst 'te doen.
En wat do monarchie aangaat, is Europa
volstrekt niet gesteld op eene monarchie naar
Russisch modelDat men de anarchisten
langs internationalen weg krachtiger dan tot
nu toe kon bestokendat Engeland zou kun
nen worden genoodzaakt syne gastvryheid
voor de anarchisten te beperken, willen
wy niet tegenspreken. Het best zou zyn, de
toenadering, welke door het handelstractaat
is ontstaan, te gebruiken, om eene vreed
zame, vrïendschappelyke oplossing voor te be
reiden van de vragen, welke thans de volken
nopen hunne oorlogs-voorbereidselen tot het
ondraaglyke te vermeerderen. Indien de vol
ken ophielden, met st.ygende koortsachtigheid
ten oorlog zich voor te bereiden, dan konden
zy hunne opmerkzaamheid aan sociale vraag
stukken schenken, tot welker oplossing zy
dan over de materiéele middelen zouden be
schikken, terwyl de toenemende militaire
lasten nu hen economisch ruïneeren en reeds
daardoor aan het socialisme en het anarchisme
voortdurend nieuwe aanhangers worden be
zorgd. En wat baat het, wanneer wy, wat
geheel en al onvvaarschyniyk is, de revolu-
tionnaire partyen met godsdienstige en mo
narchale politie onderdrukken, als wy door
het militarisme even zeker ten gronde wor
den gericht, als de zegepraal van het re vol u-
tionnaire proletariaat het zou doen?"
De koning heeft op eene geheel byzondere
en in België zeer ongewone wyzc aan den
afgetreden premier van zyne sympathie doen
blyken. Woensdag-middag te 1.20 stapte de
vorst af voor de woning van Beernaert, om
zich byna een uur met deze en mevrouw
Beernaert te onderhouden. De koning wensebte,
zoo zeide hy, vóór hy zyn opvolger installeerde,
eerst nog eens psrsoonlyk den heer Beernaert
zyn leedwezen te komen betuigen over diens
besluit om ontslag te nemen. De koning zelf
herinnerde daarna den oud-minister aan alle
détails van zyne langdurige ministeriëele loop
baan en aan de talryke vraagstukken, welke
men heeft bestudeerd, behandeld en opgelost.
Tot besluit van dit onderhoud drukte de koning
herhaaldelijk de band van den heer Beernaert
in do zyne, terwyl de oud minister zyn konink-
ïyken gast naar zyn rijtuig vergezelde. Vóór
en aleer hy instapte, kuste de vorst op konink
lijke wyze mevrouw Beernaert de hand. Dc
koning, die nooit dergelyke bezoeken brengt,
heeft hiermede ten tweeden male een bewys
van sympathie aan den heer Beernaert ge
geven Een vorig jaar, by het overly den zyner
moeder, kwam de koning den toenmaligen
minister-president persooniyk zyne deelne
ming betuigen. Ook de liberale bladen brengen
hulde aan de eigenschappen en talenten van
de afgetreden ministers. Beiden, do uitnemende
rechtsgeleerde Le Jeune en Beernaert, zyn,
geiyk men reeds weet, tot ministers van
Staat benoemd.
Japan,
De vreemdelingen in Japan zyn onlangs
erg geschrikt, toen in het Lagerhuis de
„strikte handhaving der buitonlandsche ver
dragen werd voorgesteld, wat volgens som
migen zooveel als verbanning van alle vreem
delingen beteekent.
Een Japansch journalist, de heer Tokutomi,
stelt in een brief aan den redacteur der
„Westminster Review" de zaak in een ge
heel ander licht. De verbanning van vreem
delingen, schryft hy, is een droom van 30
jaar geleden. Geen verstandig Japanees dringt
er op aan. Die verbanning zou trouwens ver
dragen overbodig maken!
Het voorstel dient alleen om de noodzake-
ïykheid te betoogen van eene herziening der
verdragen, waardoor juist het verbiyf der
vreemdelingen vergemakkeiykfc zou worden.
De ministers geven echter opzetteiyk eene
scheeve voorstelling van de zaak om de
oppositie voor de aanstaande verkiezingen v,'=>rt
te maken. Zy zyn het oneens met d-> «Meer
derheid in het Lagerhuis over belm vryker
beginselen dan de handhaving der verdragen.
Het Lagerhuis verlangt eene ook aan het volk
verantwoordelyke regeering, terwyl daaren
tegen alle ministeriën sinds 1890 stamde
hielden dat zy alleen aan den keizer ver. nt-
woording schuldig zyn. Toen de tegenw or-'
dige premier graaf Ito in Aug. 1892 -efe
bewind kwam, verklaarde hy dat inj ceq
„transcendentaal" ministerie wilde vormen, een
ideaal- en dus onmogeiyk ministerie, dat met
geen parlementsmeerderheid behoeft te rekenen.
Maar zelfs de „transcendentale" minister
president hoeft nu en dan zich eene meerder
heid moeten verzekeren. Een minister, ciiein
de Kamer werd aangevallen, is onlaDgs afge
treden. Op den duur zal de democratie het,
dunkt den schryver, mooten winnen.
Gemengd Nieuws.
Het congres der sociaal-demo
craten te Weenen is, geiyk reeds is gemeld,
geëindigd met het besluit om den eisch tot
invoering van het algemeen stemrecht tc
handhaven.
Het verlangen der meerderheid om onmid'
dellyk tot eene algemeene werkstaking over
to gaan, werd verworpen. Niettemin werd
in beginsel aangenomen, dat ter gelegener
tyd ook eene algemeene werkstaking kan
worden georganiseerd, als een der wottige
middelen, waardoor het gestelde doel kan
bereikt worden. Evenwel werd uitdrukkelijk
gezegd, dat men alleen in het uiterste geval
zal overgaan tot eene dergelyke poging, waar
van toch geen gevolg is te verwachten.
Op d e v o r 8 t e 1 y k e s a 1 o n w a g e n s
schijnt voorshands nog geen zegen te willen
rusten. Deelde men dezer dagen mede, dat de
staatsiewagen van den Duitschon keizer zwaar
beschadigd werd, hetzelfde gebeurde eergisteren
met dien van den prins regent van Brunswyk
aan het station der hoofdstad van denzelfdcn
naam.
Toen nameiyk de salon wagen van den prins-
regent ingevoegd werd tusschen de wagons
van den sneltrein van Berlyn naar Aken, rued
de locomotief met den goederenwagen tegen
het salonrytuig aan, zoodat alle glasruiten
verbryzeld werden en eene stootplaat van den
goederenwagen afgeslingerd werd. De prins-
regent viel door den schok van zyne rustplaats,
maar bekwam geen letsel, zoodat na eenigen
tyd de reis voortgezet kon worden.
Getrouw tot in den dood. Dezer
dagen bevond zich aan het station te Belle-
vue onder de menigte, die op do aankomst
van den trein naar Parijs wachtte, een echt
paar Cariat, beiden reeds in de vijftig, die,
door het schoone weder verlokt den dag buiten
hadden doorgebracht. Op het oogenblik, dat
de trein aankwam, gleed mevrouw Cariat van
den steenen rand van het perron af en kwam
op het spoor terecht. Haar echtgenoot snelde
haar na om haar op te helpen, maar op het
oogenblik, dat hy haar gegrepen had, werden
zy door eene aanrydende locomotief gegrepen
en verpletterd door do volgende wagens des
treins.
Yreeselijke brand. Gisteren is
te Croix de Lormes, een door mynwerkers be
woond voorstadje van Sint Etienne, brand uitge
broken, Vier huizen werden' euu prooi der
vlammen, zoodat thans twintig gezinnen zonder
dak zyn. De brand wordt aan kwaadwillig
heid geweten, vermits men op het oogenblik,
dat die brand in e9ne loerlooi6iy uithak,
iemand, die er verdacht uitzag, ue vlucht
zag nemen.
De Amerikaansche „Jack the
Ripper". De politie heeft dezer dagen een
Chineeschen wasscher te Niouw-York gevan
gengenomen als verdacht van den moord,
waarvan wy kort geleden gewag maakten,'
Hy is echter weder op vrije voeten gesteld',
maar schynt der politie uelangryke inlichtingen
verstrekt to hebben, zoodat men nu achterdocht
heeft opgevat tegen twee mannon, die hetzelfde
beroep uitoefenen.