N°. 10481.
Zaterdag 81 Maart.
A*. 1894.
<§eze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van §on- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 30 Maart.
Feuilleton.
m BLOEI GEKAAKT.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PEIJ8 DEZEE COUEANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post l id-
Afzondorlpke Nommers 0.05.
PRUS DER ADVERTERTTËN:
Van 1 6 regels 1.05. Iedero regel meer 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten do stad
wordt 0.05 berekend.
Officieel© Keanisgevingeu.
Burgemeester en Wethoudere der gomoento Leiden;
Oelet op art. 301 dor Algemeene Politieverordening
?»n den 6den November 1879, waarbij wordt bepaald,
lat ten minste twee.naai in het jaar, en wel eens in
het voor- en eens in het najaar, op kennisgeving van
Burgemeestor en Wethouders, sohoorateenen en stook
plaatsen gereinigd moeten worden, noodigen de inge
zetenen uit aan de bedoelde reiniging vanschoorsteenen
tn stookplaatsen govolg te geven.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAB, Burgemeester.
Ai Maart 1894. E. KIST, 8ecret*ria.
Er bestaat gelegenheid tot verzending der
correspondentie naar Ned. Oost-Indië (met
uitzondering van Atjeh en Padang), door
middel van het stoomschip „Utrecht", van
Rotterdam vertrekkende. Ten postkantore
alhier moeten de brieven, enz. uiterlijk heden
avond om 10.30 bezorgd zyn.
De wyze van verzending behoort duidelijk
op het adres vermeld te worden.
Door eenige hoofden van scholen is be
sloten te Lisse eene normaalschool te vestigen,
omdat voor die gemeente en omliggende plaat
sen het bezoek van inrichtingen ter opleiding
van onderwijzer of onderwijzeres hoogst be
zwaarlijk of onmogelijk is, en zoodoende ge
schikte krachten voor het onderwijs verloren
gaan, hetgeen by het toenemend gebrek en
de betere uitzichten te bejammeren valt.
Voor de vaceorende betrekking van
onderwijzeres aan de o. 1. school te Lisse,
jaarwedde 500, heeft zich, hoewel de tyd tot
aanmelding reeds 15 Maart was verstreken,
nog óéne sollicitante aangemeld.
Het aantal sollicitanten bedraagt alsnu drie.
De Rykskeuring der paarden, afkomstig
uit de gemeente Woubrugge, zal aldaar plaats
hebben op Maandag 28 Mei a. s., 's namiddags
te halfvier. Ter keuring zullen moeten aanwezig
zyn 16 trekpaarden, waarvan er eventueel 4
voor den krygsdienst zullen moeten worden
geleverd, zullende er minstens één daarvan
voor battery-paard geschikt moeten zyn.
Men schryft ons uit Wassenaar: Naar
men verneemt, heeft D. Baron Van Pallandt
alhier zich candidaat gesteld voor de Tweede
Earner in het district Katwyk voor die ge
matigde liberale en anti-revolutionnaire kie
zers, welke tegen Tak mannen zyn. Mochten
do katholieken deze candidatuur overnemen,
dan zou zyne verkiezing verzekerd wezen.
Woensdag-avond trad te Aalsmeer, op
uitnoodiging van de liberale kiesvereeniging,
mr. H. Goeman Borgesius al6 spreker op
met eene rede over den politieken toestanu
van het oogenblik.
De heer Borgesius werd herhaaldelijk door
do talryke aanwezigen toegejuicht.
Van het debat werd gebruik gemaakt door
den heer Deddens. Deze vroeg den spreker
o. a. naar zyne meening omtrent de zoo
genaamde schryfproef.
De heer Borgesius verklaarde zich voorstan
der van het opnemen van de bepaling in de
kieswet, dat de kiezer aan zekere eischeö van
lozen en scbryvon zou moeten voldoen en
hierdoor toonen, dat hy, al was het ook
slechts zeer eenvoudig, onderwys had genoten.
Intusschen was hy van meening, dat men met
het badwater het kind niet mocht wegwerpen
hy voor zich zou, ofschoon verdediger van de
schryfproef, de kieswet niet mede afgestemd
hebben, indien een amendement tot weglating
daarvan ware aangenomen.
By de gisteren door Burg. en Weths.
van Lisse gehouden aanbesteding van het
opbreken eener keibestrating en grindweg en
het leggen van eene klinkerbestrating aan
den Broek weg aldaar, zyn ingeleverd 19 in-
schryving8biljetten.
Ingeschreven werd als volgt:
D. Pruymers on J. v. Duyn te Hillegom 5625.
P. Vens te Zaandam 4175.
G. P. J. Beccari te Haarlem 3799.
J. Guldemond te Hillegom 3553.
W. Luypen te Weesp 3540.
J. Verzyibergh te Haarlem3525.
A. De Geus te Nieuwer-Amstel 3374.
S. F. Barnhoorn te Lisse 3370.
J. In 't Veld te Dordrecht 3290.
C. v. d. Zaal t- Lisse3250.
D. De Graaff te Maassluis 3249.
C. Bos te Haarlemmermeer 3187.
J. De Vries te Purmerend 3132.
J. C. Kluit te Haarlem3035.
A. Zonneveld te idem2947.
D. Varkevisser te Overscbie 2924.
C Bierhoui te Bodegrave 2900.
J. Gukemond ie Haaiiem 2890.
D. H. Van Leeuwen te id 2889.
Over de al of met-gunning zal binnen enkele
dagen de gemeenteraaa beslissen.
Hai e Majesteiten waren gistermiddag by
haar bezoek aan de „Plettery" te 's Graven-
hage vergezeld van freule Van de Poll, sur
intendante; freule Rengers, hofdame; miss
Saxton Winter, Hr. Ms. gouvernante; graaf
E. L. Van Limburg Stirum, kamerheer; kapitein
jhr. De Ranitz, adjudant, en luitenant jhr.
Van Suchtelen, ordonnance officier. Vóór haai
vertrek schonk de Regentes eene gift van ƒ400
ten voordeele van het zieken tn pensiobn
fonds der werklieden van de Plettery.
Te drie uren verliet de stoet de fabriek.
De „Wilhelminabron". Blykens de in
druk verschenen jaarverslagen van directeur en
commissarissen der Maatschappy tot exploitatie
van Staalw«ueroronnen te Haarlem zyngedu
rende het eerste boekjaar, loopendeover achttien
maanden, verkocht ruim 128,000 flssschen
water, waardoor het mogelyk is ƒ34.50 per
aandeel van ƒ700 gestort kapitaal uit te koeren,
en dat niettegenstaande de onkosten in dien
tyd ongeveer ƒ29,000 hebben beoragen. Boven
dien wordt op het reservefonds l°/0 goedge
schreven.
Ter jaarvergadering der Noderl. hard
dravery- en renvereeniging, gisteren te Amster
dam gehouden, bleek het, dat de rekening
sloot met ƒ6000 batig saldo. Voor den Louw
eener nieuwe tribune was 2200 uitgegeven.
De wedrennen te Clingendaal leverden 7000
nadeel. In de plaats van den heer Coets do
Bosson werd de heer Van Stolk tot bestuurslid
gekozen. Het bestuur zal overwegen om dit jaar
geene wedrennen te Clingendaal te houden.
By kon. besluit is, on zyn verzoek, eervol
ontslag vrrleend aan mr. C. J. A. Bichon van
IJselmonde, als dykgraaf van den polder Oost-
IJselmonde, provincie Zuid-Holland; en zyn
benoemdtot dykgraaf van den Zuidhollandschen
polder onder Dussen, J. H. Staeltot lid van
het bestuur (gezworen) van den polder Kraaye-
nisse, provincie Zuid-Holland, M. Van dor Baan.
President Carnot heeft Woensdag gene
raal Den Beer Poortugael, lid en vice president
van het instituut voor internationaal recht,
in gehoor ontvangen.
De minister van binnenlandsche zaken
brengt ter algemeene kennis, dat liet examen
om als leerling aan 's Rijks veeartsenyschool
te Utrecht te worden toegelaten, zal plaats
hebben in de eerste helft der maand Juli
e. k., en dat belanghebbenden zich schrifte-
lyk, mits portvry, vóór 1 Juni e. k. by den
directeur der school moeten aanmelden.
Nadere byzonderheden bevat de „Staats
courant" van heden.
Voor den burgerlyken veeartsenydienst
in Nederlandsch Indië worden gevraagd vee
artsen, die aan de Ryks-veeartsenyschool het
diploma van veearts hebben verkregen.
Zy, die daarvoor in aanmerking wensehen
te komen, moeten zich vóór 1 Mei 1894 by
een gezegeld adres aanmelden by het Depart,
van Koloniën. Zie verder „Sts Ct." No. 73.
Het bericht van het overlyden des heeren
Beckers, chirurg te 's-Hertogenbosch, blykt
onjuist te zyn.
In eene vergadering van liberale kiezers
van Gouda en omstreken is candidaat voor
de Tweede Kamer gesteli mr. C. J. E. graaf
Van Bylandl.
De minister van buitenlandsche zaken
ad interim breDgt ter kennis van belangheb
benden, dat, blykens bericht van den consul
generaal te Athene, alle rechten op den uitvoer
van meel, griesmeel en zemelen uit de haven
van Volo zyn afgeschaft.
By koninklyk besluit is de Commissaris
der Koningin in Noord Brabant gemachtigd
tot het bijeenroepen van de Staten dier pro
vincie in buitengewone vergadering op Dinsdag
17 April a. s om dan aan de orde te stellen
de benoeming van een hoofdingenieur van den
provincialen waterstaat en eene wyziging van
de bestaande regeling van den provincialen
waterstaatsdienst.
Tot directeur der Hoogere Burgerschool
to Amersfoort is benoemd de lieer G. J. Buys,
leeraar te Amersfoorttot leeraar in de schei
kunde dr. A. J. A Prange, te Utrecht; tot
leeraar in de natuurkunde dr. A. H. Borgesius,
to Amersfoort, de laats ten ook voor het gym
nasium.
Het stoomschip „Kanzier," van Hamburg
en Amsterdam naar Oost-Afrika, vertrok 27
M-iart van Durban; de „Prinses Amalia", van
Amsterdam naar Batavia, pa6seeroc 28 Maart
Oueseant; de „Prinses Wilhelmina," van
Batavia naar Amsterdam, vertrok 29 Maart
van Port Said; de „Spaarndam," van Nieuw-
York naar Rotterdam, vertrok 29 Maart van
Boulogne-sur Mer; de „Yeendam", van Rotter
dam naar Nieuw-York, vertrok 29 Maart van
Boulogne-sur-Mer; do „Merapi", van Rotter
dam naar Batavia, vertrok 29 Maart van
Marseille.
By koninklyk besluit is benoemd tot
notaris binnen het arrondissement Amsterdam,
J. M. A. Loggere, candidaat-notaris te Naarden.
Aan W. Hoogvliet, op zyn daartoe gedaan
verzoek, eervol ontslag verleend als notaris
te Haarlem.
De adjunct-administrateurs H. J. Faure en
W. Obbes, bevorderd tot off. van adm. der 2de kl.
Met 1 April a. s.lo. de luit. ter zee 2de
kl. G. Den Berger, op pensioen gesteld, onder
toekenning van een pensioen van 900 'sjaars,
en van eene verhooging van dat pensioen, ten
bedrage van ƒ225 'sjaars; 2o. bevorderd tot
luit. ter zee 2de kl., de adelborst lste kl. J. D.
Albarda.
VERORDENING
betreffende het bewonen van gebouwenwelke,
als schadelijk voor de openbare gezond
heid, voor bewoning ongeschikt zijn.
De verschillende artikelen der Verordening
luiden als volgt:
Alt. 1. Zoodra de bewoning van oen
gebouw door Burg en Weths. vermoed wordt,
nadeelig te zyn voor do openbare gezondheid,
wordt door hen een onderzoek dienaangaande
opgedragen aan eene Commissie, bestaande
uit den gemeente-architect, de rooimeesters en
drie stads-geneesheeren, door Burg. en Weths.
aan te wyzen.
Art. 2. Het proces-verbaal, door de met
het onderzoek belaste Commissie zoo spoedig
mogelyk aan Burg. en Weths. in te dienon,
zal behelzen een met redenen omkleed ver
slag der bevinding, benevens de vermelding
van de vereischte verbeteringen en van den
tyd daarvoor benoodigd of wel van het gevoe
len, dat het gebouw niet ter bewoning ge
schikt kan gemaaxt worden.
Art. 3. Blykt uit het proces verbaal, dat
het gebouw verbetering behoeft, of niet ter
bewoning geschikt kan worden gemaakt, dan
wordt het door Burg. en Weths. ter kennis
gebracht van don eigenaar, vruchtgebruiker
of beheerder van het gebouw.
Art. 4. Gedurende veertien dagen na de
in het vorige artikel voorgeschreven kennis
geving zal de belanghebbende zyne bezwaren
schrifteiyk kunnen inleveren aan Burg. en
Weths.
Art. 5. Indien Burg. en Weths. na afloop
van den termyn, in het vorige artikel ge
noemd, oordeelen dat de aangeduide gebreken
het gebouw als schadelijk voor de openbare
gezondheid, voor bet bewonen ongeschikt
maken, doch voor verbetering vatbaar zjn,
wordt door hen van hun oordeel en van de
vereischte verbeteringen mededoeling gedaan
aait der. eigenaar, vruchtgebruiker of be
heerder, en daarby een termyn gesteld, binnen
welken de herstelling zal moeten verricht zyn.
Art. 6. Na afloop van dien termijn wordt
door Burg. en Weths., of van hunnentwege,
onderzocht of de herstellingen zyn aangebracht.
Alt. 7. Indien Burg. en Weths. na afloop
van den termyn, in art. 5 genoemd, oordeelen,
dat de aangeduide gebreken het gebouw als
schadelyk voor de openbare gezondheid, voor
het bewonen ongeschikt maken en niet ^oor
verbetering vatbaar zyn, of mwow de be
volen herstelling binnen den «-.-aijoor vast-
gestelden termyn niet of niet voldoende is
aangebracht, geven zy daarvan kennis aan
den Raad, die daarop eene Commissie uit zyn
midden benoemt, welke, na de zaak onderzocht
en de belanghebbenden, zoo mogelyk, gehoord
te hebben, omtrent hare bevinding een met
redenen omkleed verslag aan den Raad uit
brengt en hare conclusie in een concept
raadsbesluit formuleert.
Art. 8. De Raad verklaart daarop, of het
gebouw al dan 7net, als schadelyk voor de
openbare gezondheid, voor het bewonen on
geschikt is.
By het raadsbesluit, dat een gebouw, als
schadelyk voor de openbare gezonaheid, voor
het bewonen ongeschikt verklaart, moet tevens
uitgedrukt worden of de aangeduide gebreken
voor verbetering al dan niet vatbaar zyn.
In het eerste geval wyst de Raad de nood-
zakelyke verbeteringen aan en stelt een ter
myn vast, binnen wolken de herstelling bo-
hoorlyk ter beoordeeling en beslissing van
Burg. en Wotbs. aangebracht, of, by gebreke
daarvan, het gebouw door de bewoners ont
ruimd moet worden.
In het tweede geval bepaalt de Raad den
termyn, binnen welken het gebouw door de
bewoners ontruimd moet worden.
De bovengenoemde termynen vangen aan
met den dag, waarop, blykens proces-verbaal
van den door Burg. en Weths. daarmede be
lasten beambte, een afschrift van het raads
besluit aan den eigenaar, den vruchtgebruiker
of beheerder en den hoofdbewoner is mede
gedeeld of aangeboden.
Art. 9. Wanneer een gebouw, dat ont
ruimd is of ontruimd moet worden, ten gevolge
van het niet aanbrengen van de door den
Raad bevolen verbeteringen binnen den vast-
gestelden termyn, daarna voldoende is ver
beterd, zal het niet eer bewoond mogen worden,
dan nadat de Raad, na ingewonnen advies
van Burg. en Weths. met overlegging van
het advies der Commissie, bedoeld in art. 1,
op verzoek van den eigenaar, vruchtgebruiker
of beheerder, het gebouw voor bewoning
weder geschikt heeft verklaard.
Art. 10. Het raadsbesluit, waarbij een
gebouw voor bet bewonen ongeschikt of daar
voor weder geschikt wordt verklaard, wordt
openbaar bekend gemaakt.
Art. 11. - Indien de eigenaar, vruchtge
bruiker of beheerder onbekend of niet to
vinden is, geschieden alle kennisgevingen, aan
hem gericht, in deze Verordening voorgeschre
ven, aan den hoofdbewoner.
Art. 12. Behalve de ambtenaren eer ge
meentepolitie zyn de gemeente-architect en
de opzichters van de gemeentewerken belaet
met hot opsporen der overtredingen van de
bepalingen dezer Verordening en verplicht daar
van proces verbaal op te maken.
Art. 13. Aan alle personen, belast met
het onderzoek of het constateeren der overtre
dingen, by deze Verordening bodoeld, wordt
de bevoegdheid verleend ooi ten allen tydp,
indien zy dit noodig achten, de woningen der
I ingezetenen, hans ondanks, binnen te treden,
7)
De vorst van L. bevond zich in zijne kleed
kamer. Het was alsof de zware allongepruik
hem kleiner maakte dan by in werkeiykheid
was. De blauw-fluweelen rok, het rose vest,
de hel rood-satynen kuitenbroek en de geel-
zyden kousen maakten zyn kostuum opzichtig
en weinig smaakvol.
Hy had zyne kamerdienaars weggezonden
en wilde niet dat iemand anders dan Von
Sehnwitz hem by het kleeden behulpzaam was.
Toen hy zyno beeltenis vol bewondering
in den grooten spiegel aanschouwde, riep hy
pathetisoh
„Vorstoiykl raon cher, vorstelijk! vindt ge
niet? Hoe treurig is bet, dat men heden ten
dage niet meer zulke kleederen draagt. Hoe
majestueus, hoe indrukwekkend is die allon
gepruik, hoe fraai zyn dio fluweelen en satynen
kleederen I Ach, wat had die Lodewyk do
Vijftiende toch veel vóór. Toch had ik lievor
den „roi soleil" voorgesteld, maar myno ge
malin is nu eenmaal niet geschikt om eene
„la Vallière" te repres9nteeren, en ik wilde
de balzaal niet betreden met eene der andere
minnaressen van dien vorst."
Op dit oog6nblik kwam de vorstin in al
hare pracht en heerlykheid binnen. Madame
Duverdin had haar b9st gedaan, want het
toilet was onberlspeiyk gemaakt.
„Nu wachten wy nog op onze kleindoohter,
Maria Antoinette,' nep de vorst. „Laat ons
naar uw boudoir gaan, Maria, daar zullen
wy baar waarschyniyk vinden."
Toon het drietal aldaar aankwam, troffen
zy de bekoorlyfce Laura Von Stenwerck, reeds
wachtende op de komst der vorstin. Nog had
zy baar masker niet voor eo het gepoederde
baar stond haar allerliefst; haar teint werd
daardoor nog rooskleuriger en de vorst kon
zyne bewondering niet vorzwygen.
„Ik wist wel dat gy er bekooriyk uitziet,
maar dit kostuum past u bijzonder," riep hy
uit. „Het is drommels jammer dat dit lieve
gezichtje den geheclen avond achter een
masker verborgen zal moeten zyn. Daarom
zal ik to middernacht laten démasqueeren."
Men vernam nu het geratel van koetsen
en even daarna was de fraai versierde zaal
met gemaskerden gevuld. In bonte verschei
denheid liep alles dooréén. Men intrigeerde,
men trachtte uit te vorschen met wien men
zich onderhield, maar het rechte feest zou
eerst aanvangen, wanneer de vorsteiyke familie
hare intrede zou doen.
Ongeveer te tien uren werden do deuren
der zaal geopendde hofmaarschalk verscheen
en sloeg met zyn langen staf driemaal luid
op het parket. Aller oogen richtten zich vol
spanning op den ingang der zaal; eene fanfare
deed zich hooren en daarna speelde hot orkest
„der Krabwlnkeler Landsturm." Hoewel dit
lied eigeniyk minder geschikt was om in
eene balzaal ten gehoore gebracht te worden,
had de vorst, die veel van militaire muziek
hield, bevel gegeven het te spelen.
Hy stapte met de vorstin aan zyne zyde
vol majesteit do zaal door, terwyi graaf
Ludwig Von Sehnwitz hem met Laura volgde.
Nadat de vorst zich met zyne gemalin op
een met rood-fluweel bekleeden troon had neder
gezet, nam even daarna hot dansen een aanvang.
De vorst opende het bal met Laura, terwyi
Von Sehnwitz met de vorstin volgde.
Laura voelde zich beklemd en onrustig.
Zy bad nog nooit een gemaskerd bal byge-
woond, en al die blikken, welke van achter
de maskers op haar gericht werden, maakten
h lar angstig. Toen zy den tweeden dans, eene
Gavotte, met Von Sehnwitz deed, zeide zy:
„Ach, Ludwig, ik wilde dat deze avond
reeds voorby was."
„Lieveling," antwoordde Von Sehnwitz,
„het is immers maar voor een paar uren,
dat ge u die onbescheiden blikken moet laten
welgevallen. Om twaalf uron is het "démasqué,
dus heb tot. zoolang geduld."
Onder de aanwezigen was ook e?n nar,
die zich tot taak scheen te stellen om Laura
te achtervolgen. In welk gedeelte van de
zaal zy zich bevond, steeds boorde zy het
gerinkel van de bpllen, die aan de marotte
en de puntschoenen van den nar bevestigd
waren. Zij kon niet gissen wie hy was, want
zyne gestalte was door een opgevulden rug
c (kenbaar gemaakt. In het eerst lette z(j
minder op hsm, maar toen Von Sehnwitz
elders plichten te vervullen had, werd haar
de indringerigheid van den nar lastig.
Toen de wals een aanvarg nam, trad hy
op haar tos, zeggondo: „Schoon masker, wilt
u my de onuitsprekeiyko ter bewyzen, deze
wals met my te dansen?"
„Ik dank u, masker," antwoordde Laura,
„ik wals niet."
„Mag ik dan het genoegen hebben, wat
met u te praten?" zeide de nar op fluiste
renden toon.
Laura had geene reden om dit verzoek te
weigeren. De nar leidde haar daarop naar
eene rustbank, die achter hooge en ryk ge
pluimde varens geplaatst was, zoodat zy het
uitzicht in de zaaL hadden en zeiven onzicht
baar voor het dansend publiek waren.
Toen zy zich nedergezet, en zonder zich
bekend te maken, met veranderde stem over
algemeene onderwerpen gesproken badden,
zeide do nar: „Ziet u die waarzegster? Kyk,
nu gaat zy naar een zwarten domino en
fluistert hem iets in het oor."
Laura's oogen volgden de richting, die de
nar met zyne hand aanwees. Zy zag de waar
zegster, maar bemerkte tevens dat de domino
rilde, toen h(j de voorspelling der vrouw ge
hoord bad.
„Zij ecbynt geene vroolyke dingen aan dien
domino to verkondigen," zeide de nar, „want
zie, hy verlaat de zaal."
Laura zuchtte; zy wist wie die zwarte
domino was.
De waarzegster scheen iets of iemand te
zoeken. Z\j wendde het hoofd om on tuurde
raar alle zydon der zaal. Zy naderde da plaats,
waar Laura gezeten was, boog do varens op-
zyde en staarde het bevende mti-jo strak aan.
„Ha, ha, bekoorlijke Maria Antoinette, ik
had vernomen dat Uwe Majesteit dit bal
zoudt bezoeken, en heb daarom do verre reis
van Bohemen ondernomen, om u te begroeten.
Jammer dat uw gemaal niet aan uwo zgdo
is gezeten; ik had hem dan tegeiykeiujd
myne wensehen kunnen kenbaar maken."
Laura zag rond of zy Von Sehnwitz ook
ergens bemerkte. Die vrouw beangstigde f aar j
waarom, dat wist zy niet.
„My dunkt," vervolgde de vrouw, „dat Uwo
Majesteit wel een beter gezeleohap dan dat van
een nar zoudt kunnen kiezen, maar, u handelt
geheel in den geest van uwe ydele naam-
genoote. Hier, op dit bal, zyn „cavaliers sans
pour et sans reproche" genoog," voegde zy
er op spottenden toon by.
Laura beefde van angst, maar zy durfde
niet wegsnellen.
„Zyt ge niet nieuwsgierig, schoon masker,
om te vernemen waar uw vriend is?"
„Waarom die vraag," dacht Laura; de nar
had nog niets gezegd, doch zy meende op te
merken dat ook hy zenuwachtig en ge
jaagd was.
„Ik zal hom straks wel weerzien," zeide
zy bevend, toen zy zag dat de waarzegster
op haar antwoord wachtte.
Deze nam daarop Laura's tengere hand ia
de bare, trok ruw den bandschoen er van af
en beschouwde aandachtig de handpalm.
„Woe u, Maria Antoinette," zeide zy cp
somberen toon, „de toekomst ziet er donker
uit. Degecn, op wien gij vertrouwt, zal u
ontrouw wordenzware wolken zullen ziek
boven uw hoofd samenpakken en vele tranen
zullen uw schoonen oogen ontvallen.
{Werdt vervolgd,)