N°. 10481. Zaterdag 81 Maart. A*. 1894. <§eze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van §on- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 30 Maart. Feuilleton. m BLOEI GEKAAKT. LEIDSCH DAGBLAD. PEIJ8 DEZEE COUEANT: Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per post l id- Afzondorlpke Nommers 0.05. PRUS DER ADVERTERTTËN: Van 1 6 regels 1.05. Iedero regel meer 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten do stad wordt 0.05 berekend. Officieel© Keanisgevingeu. Burgemeester en Wethoudere der gomoento Leiden; Oelet op art. 301 dor Algemeene Politieverordening ?»n den 6den November 1879, waarbij wordt bepaald, lat ten minste twee.naai in het jaar, en wel eens in het voor- en eens in het najaar, op kennisgeving van Burgemeestor en Wethouders, sohoorateenen en stook plaatsen gereinigd moeten worden, noodigen de inge zetenen uit aan de bedoelde reiniging vanschoorsteenen tn stookplaatsen govolg te geven. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAB, Burgemeester. Ai Maart 1894. E. KIST, 8ecret*ria. Er bestaat gelegenheid tot verzending der correspondentie naar Ned. Oost-Indië (met uitzondering van Atjeh en Padang), door middel van het stoomschip „Utrecht", van Rotterdam vertrekkende. Ten postkantore alhier moeten de brieven, enz. uiterlijk heden avond om 10.30 bezorgd zyn. De wyze van verzending behoort duidelijk op het adres vermeld te worden. Door eenige hoofden van scholen is be sloten te Lisse eene normaalschool te vestigen, omdat voor die gemeente en omliggende plaat sen het bezoek van inrichtingen ter opleiding van onderwijzer of onderwijzeres hoogst be zwaarlijk of onmogelijk is, en zoodoende ge schikte krachten voor het onderwijs verloren gaan, hetgeen by het toenemend gebrek en de betere uitzichten te bejammeren valt. Voor de vaceorende betrekking van onderwijzeres aan de o. 1. school te Lisse, jaarwedde 500, heeft zich, hoewel de tyd tot aanmelding reeds 15 Maart was verstreken, nog óéne sollicitante aangemeld. Het aantal sollicitanten bedraagt alsnu drie. De Rykskeuring der paarden, afkomstig uit de gemeente Woubrugge, zal aldaar plaats hebben op Maandag 28 Mei a. s., 's namiddags te halfvier. Ter keuring zullen moeten aanwezig zyn 16 trekpaarden, waarvan er eventueel 4 voor den krygsdienst zullen moeten worden geleverd, zullende er minstens één daarvan voor battery-paard geschikt moeten zyn. Men schryft ons uit Wassenaar: Naar men verneemt, heeft D. Baron Van Pallandt alhier zich candidaat gesteld voor de Tweede Earner in het district Katwyk voor die ge matigde liberale en anti-revolutionnaire kie zers, welke tegen Tak mannen zyn. Mochten do katholieken deze candidatuur overnemen, dan zou zyne verkiezing verzekerd wezen. Woensdag-avond trad te Aalsmeer, op uitnoodiging van de liberale kiesvereeniging, mr. H. Goeman Borgesius al6 spreker op met eene rede over den politieken toestanu van het oogenblik. De heer Borgesius werd herhaaldelijk door do talryke aanwezigen toegejuicht. Van het debat werd gebruik gemaakt door den heer Deddens. Deze vroeg den spreker o. a. naar zyne meening omtrent de zoo genaamde schryfproef. De heer Borgesius verklaarde zich voorstan der van het opnemen van de bepaling in de kieswet, dat de kiezer aan zekere eischeö van lozen en scbryvon zou moeten voldoen en hierdoor toonen, dat hy, al was het ook slechts zeer eenvoudig, onderwys had genoten. Intusschen was hy van meening, dat men met het badwater het kind niet mocht wegwerpen hy voor zich zou, ofschoon verdediger van de schryfproef, de kieswet niet mede afgestemd hebben, indien een amendement tot weglating daarvan ware aangenomen. By de gisteren door Burg. en Weths. van Lisse gehouden aanbesteding van het opbreken eener keibestrating en grindweg en het leggen van eene klinkerbestrating aan den Broek weg aldaar, zyn ingeleverd 19 in- schryving8biljetten. Ingeschreven werd als volgt: D. Pruymers on J. v. Duyn te Hillegom 5625. P. Vens te Zaandam 4175. G. P. J. Beccari te Haarlem 3799. J. Guldemond te Hillegom 3553. W. Luypen te Weesp 3540. J. Verzyibergh te Haarlem3525. A. De Geus te Nieuwer-Amstel 3374. S. F. Barnhoorn te Lisse 3370. J. In 't Veld te Dordrecht 3290. C. v. d. Zaal t- Lisse3250. D. De Graaff te Maassluis 3249. C. Bos te Haarlemmermeer 3187. J. De Vries te Purmerend 3132. J. C. Kluit te Haarlem3035. A. Zonneveld te idem2947. D. Varkevisser te Overscbie 2924. C Bierhoui te Bodegrave 2900. J. Gukemond ie Haaiiem 2890. D. H. Van Leeuwen te id 2889. Over de al of met-gunning zal binnen enkele dagen de gemeenteraaa beslissen. Hai e Majesteiten waren gistermiddag by haar bezoek aan de „Plettery" te 's Graven- hage vergezeld van freule Van de Poll, sur intendante; freule Rengers, hofdame; miss Saxton Winter, Hr. Ms. gouvernante; graaf E. L. Van Limburg Stirum, kamerheer; kapitein jhr. De Ranitz, adjudant, en luitenant jhr. Van Suchtelen, ordonnance officier. Vóór haai vertrek schonk de Regentes eene gift van ƒ400 ten voordeele van het zieken tn pensiobn fonds der werklieden van de Plettery. Te drie uren verliet de stoet de fabriek. De „Wilhelminabron". Blykens de in druk verschenen jaarverslagen van directeur en commissarissen der Maatschappy tot exploitatie van Staalw«ueroronnen te Haarlem zyngedu rende het eerste boekjaar, loopendeover achttien maanden, verkocht ruim 128,000 flssschen water, waardoor het mogelyk is ƒ34.50 per aandeel van ƒ700 gestort kapitaal uit te koeren, en dat niettegenstaande de onkosten in dien tyd ongeveer ƒ29,000 hebben beoragen. Boven dien wordt op het reservefonds l°/0 goedge schreven. Ter jaarvergadering der Noderl. hard dravery- en renvereeniging, gisteren te Amster dam gehouden, bleek het, dat de rekening sloot met ƒ6000 batig saldo. Voor den Louw eener nieuwe tribune was 2200 uitgegeven. De wedrennen te Clingendaal leverden 7000 nadeel. In de plaats van den heer Coets do Bosson werd de heer Van Stolk tot bestuurslid gekozen. Het bestuur zal overwegen om dit jaar geene wedrennen te Clingendaal te houden. By kon. besluit is, on zyn verzoek, eervol ontslag vrrleend aan mr. C. J. A. Bichon van IJselmonde, als dykgraaf van den polder Oost- IJselmonde, provincie Zuid-Holland; en zyn benoemdtot dykgraaf van den Zuidhollandschen polder onder Dussen, J. H. Staeltot lid van het bestuur (gezworen) van den polder Kraaye- nisse, provincie Zuid-Holland, M. Van dor Baan. President Carnot heeft Woensdag gene raal Den Beer Poortugael, lid en vice president van het instituut voor internationaal recht, in gehoor ontvangen. De minister van binnenlandsche zaken brengt ter algemeene kennis, dat liet examen om als leerling aan 's Rijks veeartsenyschool te Utrecht te worden toegelaten, zal plaats hebben in de eerste helft der maand Juli e. k., en dat belanghebbenden zich schrifte- lyk, mits portvry, vóór 1 Juni e. k. by den directeur der school moeten aanmelden. Nadere byzonderheden bevat de „Staats courant" van heden. Voor den burgerlyken veeartsenydienst in Nederlandsch Indië worden gevraagd vee artsen, die aan de Ryks-veeartsenyschool het diploma van veearts hebben verkregen. Zy, die daarvoor in aanmerking wensehen te komen, moeten zich vóór 1 Mei 1894 by een gezegeld adres aanmelden by het Depart, van Koloniën. Zie verder „Sts Ct." No. 73. Het bericht van het overlyden des heeren Beckers, chirurg te 's-Hertogenbosch, blykt onjuist te zyn. In eene vergadering van liberale kiezers van Gouda en omstreken is candidaat voor de Tweede Kamer gesteli mr. C. J. E. graaf Van Bylandl. De minister van buitenlandsche zaken ad interim breDgt ter kennis van belangheb benden, dat, blykens bericht van den consul generaal te Athene, alle rechten op den uitvoer van meel, griesmeel en zemelen uit de haven van Volo zyn afgeschaft. By koninklyk besluit is de Commissaris der Koningin in Noord Brabant gemachtigd tot het bijeenroepen van de Staten dier pro vincie in buitengewone vergadering op Dinsdag 17 April a. s om dan aan de orde te stellen de benoeming van een hoofdingenieur van den provincialen waterstaat en eene wyziging van de bestaande regeling van den provincialen waterstaatsdienst. Tot directeur der Hoogere Burgerschool to Amersfoort is benoemd de lieer G. J. Buys, leeraar te Amersfoorttot leeraar in de schei kunde dr. A. J. A Prange, te Utrecht; tot leeraar in de natuurkunde dr. A. H. Borgesius, to Amersfoort, de laats ten ook voor het gym nasium. Het stoomschip „Kanzier," van Hamburg en Amsterdam naar Oost-Afrika, vertrok 27 M-iart van Durban; de „Prinses Amalia", van Amsterdam naar Batavia, pa6seeroc 28 Maart Oueseant; de „Prinses Wilhelmina," van Batavia naar Amsterdam, vertrok 29 Maart van Port Said; de „Spaarndam," van Nieuw- York naar Rotterdam, vertrok 29 Maart van Boulogne-sur Mer; de „Yeendam", van Rotter dam naar Nieuw-York, vertrok 29 Maart van Boulogne-sur-Mer; do „Merapi", van Rotter dam naar Batavia, vertrok 29 Maart van Marseille. By koninklyk besluit is benoemd tot notaris binnen het arrondissement Amsterdam, J. M. A. Loggere, candidaat-notaris te Naarden. Aan W. Hoogvliet, op zyn daartoe gedaan verzoek, eervol ontslag verleend als notaris te Haarlem. De adjunct-administrateurs H. J. Faure en W. Obbes, bevorderd tot off. van adm. der 2de kl. Met 1 April a. s.lo. de luit. ter zee 2de kl. G. Den Berger, op pensioen gesteld, onder toekenning van een pensioen van 900 'sjaars, en van eene verhooging van dat pensioen, ten bedrage van ƒ225 'sjaars; 2o. bevorderd tot luit. ter zee 2de kl., de adelborst lste kl. J. D. Albarda. VERORDENING betreffende het bewonen van gebouwenwelke, als schadelijk voor de openbare gezond heid, voor bewoning ongeschikt zijn. De verschillende artikelen der Verordening luiden als volgt: Alt. 1. Zoodra de bewoning van oen gebouw door Burg en Weths. vermoed wordt, nadeelig te zyn voor do openbare gezondheid, wordt door hen een onderzoek dienaangaande opgedragen aan eene Commissie, bestaande uit den gemeente-architect, de rooimeesters en drie stads-geneesheeren, door Burg. en Weths. aan te wyzen. Art. 2. Het proces-verbaal, door de met het onderzoek belaste Commissie zoo spoedig mogelyk aan Burg. en Weths. in te dienon, zal behelzen een met redenen omkleed ver slag der bevinding, benevens de vermelding van de vereischte verbeteringen en van den tyd daarvoor benoodigd of wel van het gevoe len, dat het gebouw niet ter bewoning ge schikt kan gemaaxt worden. Art. 3. Blykt uit het proces verbaal, dat het gebouw verbetering behoeft, of niet ter bewoning geschikt kan worden gemaakt, dan wordt het door Burg. en Weths. ter kennis gebracht van don eigenaar, vruchtgebruiker of beheerder van het gebouw. Art. 4. Gedurende veertien dagen na de in het vorige artikel voorgeschreven kennis geving zal de belanghebbende zyne bezwaren schrifteiyk kunnen inleveren aan Burg. en Weths. Art. 5. Indien Burg. en Weths. na afloop van den termyn, in het vorige artikel ge noemd, oordeelen dat de aangeduide gebreken het gebouw als schadelijk voor de openbare gezondheid, voor bet bewonen ongeschikt maken, doch voor verbetering vatbaar zjn, wordt door hen van hun oordeel en van de vereischte verbeteringen mededoeling gedaan aait der. eigenaar, vruchtgebruiker of be heerder, en daarby een termyn gesteld, binnen welken de herstelling zal moeten verricht zyn. Art. 6. Na afloop van dien termijn wordt door Burg. en Weths., of van hunnentwege, onderzocht of de herstellingen zyn aangebracht. Alt. 7. Indien Burg. en Weths. na afloop van den termyn, in art. 5 genoemd, oordeelen, dat de aangeduide gebreken het gebouw als schadelyk voor de openbare gezondheid, voor het bewonen ongeschikt maken en niet ^oor verbetering vatbaar zyn, of mwow de be volen herstelling binnen den «-.-aijoor vast- gestelden termyn niet of niet voldoende is aangebracht, geven zy daarvan kennis aan den Raad, die daarop eene Commissie uit zyn midden benoemt, welke, na de zaak onderzocht en de belanghebbenden, zoo mogelyk, gehoord te hebben, omtrent hare bevinding een met redenen omkleed verslag aan den Raad uit brengt en hare conclusie in een concept raadsbesluit formuleert. Art. 8. De Raad verklaart daarop, of het gebouw al dan 7net, als schadelyk voor de openbare gezondheid, voor het bewonen on geschikt is. By het raadsbesluit, dat een gebouw, als schadelyk voor de openbare gezonaheid, voor het bewonen ongeschikt verklaart, moet tevens uitgedrukt worden of de aangeduide gebreken voor verbetering al dan niet vatbaar zyn. In het eerste geval wyst de Raad de nood- zakelyke verbeteringen aan en stelt een ter myn vast, binnen wolken de herstelling bo- hoorlyk ter beoordeeling en beslissing van Burg. en Wotbs. aangebracht, of, by gebreke daarvan, het gebouw door de bewoners ont ruimd moet worden. In het tweede geval bepaalt de Raad den termyn, binnen welken het gebouw door de bewoners ontruimd moet worden. De bovengenoemde termynen vangen aan met den dag, waarop, blykens proces-verbaal van den door Burg. en Weths. daarmede be lasten beambte, een afschrift van het raads besluit aan den eigenaar, den vruchtgebruiker of beheerder en den hoofdbewoner is mede gedeeld of aangeboden. Art. 9. Wanneer een gebouw, dat ont ruimd is of ontruimd moet worden, ten gevolge van het niet aanbrengen van de door den Raad bevolen verbeteringen binnen den vast- gestelden termyn, daarna voldoende is ver beterd, zal het niet eer bewoond mogen worden, dan nadat de Raad, na ingewonnen advies van Burg. en Weths. met overlegging van het advies der Commissie, bedoeld in art. 1, op verzoek van den eigenaar, vruchtgebruiker of beheerder, het gebouw voor bewoning weder geschikt heeft verklaard. Art. 10. Het raadsbesluit, waarbij een gebouw voor bet bewonen ongeschikt of daar voor weder geschikt wordt verklaard, wordt openbaar bekend gemaakt. Art. 11. - Indien de eigenaar, vruchtge bruiker of beheerder onbekend of niet to vinden is, geschieden alle kennisgevingen, aan hem gericht, in deze Verordening voorgeschre ven, aan den hoofdbewoner. Art. 12. Behalve de ambtenaren eer ge meentepolitie zyn de gemeente-architect en de opzichters van de gemeentewerken belaet met hot opsporen der overtredingen van de bepalingen dezer Verordening en verplicht daar van proces verbaal op te maken. Art. 13. Aan alle personen, belast met het onderzoek of het constateeren der overtre dingen, by deze Verordening bodoeld, wordt de bevoegdheid verleend ooi ten allen tydp, indien zy dit noodig achten, de woningen der I ingezetenen, hans ondanks, binnen te treden, 7) De vorst van L. bevond zich in zijne kleed kamer. Het was alsof de zware allongepruik hem kleiner maakte dan by in werkeiykheid was. De blauw-fluweelen rok, het rose vest, de hel rood-satynen kuitenbroek en de geel- zyden kousen maakten zyn kostuum opzichtig en weinig smaakvol. Hy had zyne kamerdienaars weggezonden en wilde niet dat iemand anders dan Von Sehnwitz hem by het kleeden behulpzaam was. Toen hy zyno beeltenis vol bewondering in den grooten spiegel aanschouwde, riep hy pathetisoh „Vorstoiykl raon cher, vorstelijk! vindt ge niet? Hoe treurig is bet, dat men heden ten dage niet meer zulke kleederen draagt. Hoe majestueus, hoe indrukwekkend is die allon gepruik, hoe fraai zyn dio fluweelen en satynen kleederen I Ach, wat had die Lodewyk do Vijftiende toch veel vóór. Toch had ik lievor den „roi soleil" voorgesteld, maar myno ge malin is nu eenmaal niet geschikt om eene „la Vallière" te repres9nteeren, en ik wilde de balzaal niet betreden met eene der andere minnaressen van dien vorst." Op dit oog6nblik kwam de vorstin in al hare pracht en heerlykheid binnen. Madame Duverdin had haar b9st gedaan, want het toilet was onberlspeiyk gemaakt. „Nu wachten wy nog op onze kleindoohter, Maria Antoinette,' nep de vorst. „Laat ons naar uw boudoir gaan, Maria, daar zullen wy baar waarschyniyk vinden." Toon het drietal aldaar aankwam, troffen zy de bekoorlyfce Laura Von Stenwerck, reeds wachtende op de komst der vorstin. Nog had zy baar masker niet voor eo het gepoederde baar stond haar allerliefst; haar teint werd daardoor nog rooskleuriger en de vorst kon zyne bewondering niet vorzwygen. „Ik wist wel dat gy er bekooriyk uitziet, maar dit kostuum past u bijzonder," riep hy uit. „Het is drommels jammer dat dit lieve gezichtje den geheclen avond achter een masker verborgen zal moeten zyn. Daarom zal ik to middernacht laten démasqueeren." Men vernam nu het geratel van koetsen en even daarna was de fraai versierde zaal met gemaskerden gevuld. In bonte verschei denheid liep alles dooréén. Men intrigeerde, men trachtte uit te vorschen met wien men zich onderhield, maar het rechte feest zou eerst aanvangen, wanneer de vorsteiyke familie hare intrede zou doen. Ongeveer te tien uren werden do deuren der zaal geopendde hofmaarschalk verscheen en sloeg met zyn langen staf driemaal luid op het parket. Aller oogen richtten zich vol spanning op den ingang der zaal; eene fanfare deed zich hooren en daarna speelde hot orkest „der Krabwlnkeler Landsturm." Hoewel dit lied eigeniyk minder geschikt was om in eene balzaal ten gehoore gebracht te worden, had de vorst, die veel van militaire muziek hield, bevel gegeven het te spelen. Hy stapte met de vorstin aan zyne zyde vol majesteit do zaal door, terwyi graaf Ludwig Von Sehnwitz hem met Laura volgde. Nadat de vorst zich met zyne gemalin op een met rood-fluweel bekleeden troon had neder gezet, nam even daarna hot dansen een aanvang. De vorst opende het bal met Laura, terwyi Von Sehnwitz met de vorstin volgde. Laura voelde zich beklemd en onrustig. Zy bad nog nooit een gemaskerd bal byge- woond, en al die blikken, welke van achter de maskers op haar gericht werden, maakten h lar angstig. Toen zy den tweeden dans, eene Gavotte, met Von Sehnwitz deed, zeide zy: „Ach, Ludwig, ik wilde dat deze avond reeds voorby was." „Lieveling," antwoordde Von Sehnwitz, „het is immers maar voor een paar uren, dat ge u die onbescheiden blikken moet laten welgevallen. Om twaalf uron is het "démasqué, dus heb tot. zoolang geduld." Onder de aanwezigen was ook e?n nar, die zich tot taak scheen te stellen om Laura te achtervolgen. In welk gedeelte van de zaal zy zich bevond, steeds boorde zy het gerinkel van de bpllen, die aan de marotte en de puntschoenen van den nar bevestigd waren. Zij kon niet gissen wie hy was, want zyne gestalte was door een opgevulden rug c (kenbaar gemaakt. In het eerst lette z(j minder op hsm, maar toen Von Sehnwitz elders plichten te vervullen had, werd haar de indringerigheid van den nar lastig. Toen de wals een aanvarg nam, trad hy op haar tos, zeggondo: „Schoon masker, wilt u my de onuitsprekeiyko ter bewyzen, deze wals met my te dansen?" „Ik dank u, masker," antwoordde Laura, „ik wals niet." „Mag ik dan het genoegen hebben, wat met u te praten?" zeide de nar op fluiste renden toon. Laura had geene reden om dit verzoek te weigeren. De nar leidde haar daarop naar eene rustbank, die achter hooge en ryk ge pluimde varens geplaatst was, zoodat zy het uitzicht in de zaaL hadden en zeiven onzicht baar voor het dansend publiek waren. Toen zy zich nedergezet, en zonder zich bekend te maken, met veranderde stem over algemeene onderwerpen gesproken badden, zeide do nar: „Ziet u die waarzegster? Kyk, nu gaat zy naar een zwarten domino en fluistert hem iets in het oor." Laura's oogen volgden de richting, die de nar met zyne hand aanwees. Zy zag de waar zegster, maar bemerkte tevens dat de domino rilde, toen h(j de voorspelling der vrouw ge hoord bad. „Zij ecbynt geene vroolyke dingen aan dien domino to verkondigen," zeide de nar, „want zie, hy verlaat de zaal." Laura zuchtte; zy wist wie die zwarte domino was. De waarzegster scheen iets of iemand te zoeken. Z\j wendde het hoofd om on tuurde raar alle zydon der zaal. Zy naderde da plaats, waar Laura gezeten was, boog do varens op- zyde en staarde het bevende mti-jo strak aan. „Ha, ha, bekoorlijke Maria Antoinette, ik had vernomen dat Uwe Majesteit dit bal zoudt bezoeken, en heb daarom do verre reis van Bohemen ondernomen, om u te begroeten. Jammer dat uw gemaal niet aan uwo zgdo is gezeten; ik had hem dan tegeiykeiujd myne wensehen kunnen kenbaar maken." Laura zag rond of zy Von Sehnwitz ook ergens bemerkte. Die vrouw beangstigde f aar j waarom, dat wist zy niet. „My dunkt," vervolgde de vrouw, „dat Uwo Majesteit wel een beter gezeleohap dan dat van een nar zoudt kunnen kiezen, maar, u handelt geheel in den geest van uwe ydele naam- genoote. Hier, op dit bal, zyn „cavaliers sans pour et sans reproche" genoog," voegde zy er op spottenden toon by. Laura beefde van angst, maar zy durfde niet wegsnellen. „Zyt ge niet nieuwsgierig, schoon masker, om te vernemen waar uw vriend is?" „Waarom die vraag," dacht Laura; de nar had nog niets gezegd, doch zy meende op te merken dat ook hy zenuwachtig en ge jaagd was. „Ik zal hom straks wel weerzien," zeide zy bevend, toen zy zag dat de waarzegster op haar antwoord wachtte. Deze nam daarop Laura's tengere hand ia de bare, trok ruw den bandschoen er van af en beschouwde aandachtig de handpalm. „Woe u, Maria Antoinette," zeide zy cp somberen toon, „de toekomst ziet er donker uit. Degecn, op wien gij vertrouwt, zal u ontrouw wordenzware wolken zullen ziek boven uw hoofd samenpakken en vele tranen zullen uw schoonen oogen ontvallen. {Werdt vervolgd,)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 1