N°. 10454. Woensdag 31 Maart. A0. 1894. feze fëourant wordt dagelijks, met uitzondering van (§pn- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 20 Maart. Feuilleton. De Geheimzinnige Vlek. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER AD VERTEN TIÉN Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17Grootere lettors naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Officieel© Konuisgevinffen. Burgemeester eu Wethouders van Leiden; Gezien do adressen van de Firroa TIELEMAN en BROS, houdende verzoek om vergunniog tot plaatsing van eone stoommcchino in hare fabiiok gelegen aan do Middelstcgracht hoek Yleeroeteeg Nos. 60/62, en van J. VAN GELDER, tot plaatsing vrn een gas motor van 2'/a paardekracht in zgno werkplaats achter hot perceel Apothekersdijk No. 4. Golet op do artt. 6 en 7 der Wet van 2 Juni 1875 (Staatsblad No. 95); Gevon bi) dozo kennis aan het publiek dat ge noemde verzoeken mot do bglagen op de Secretarie dezer gemeente ter vieio gelegd zijnalsmede dat op Maandag 2 April aanot., 's voormiddags to elf uren, op het Raadhuis, gelegenheid zal wordon gegeven om bezwaren tegen die verzoeken in te brengen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leidon, F. WAS, Burgemeester. 19 Maart 1894. E. KIST, Seoretaris. W{j vernemen dat morgenochtend te tien uren de tentoonstelling van schilderijen, tee- keningen en studies door den kunstschilder G. J. Bos in de Lakenhal geopend wordt en dat zy meer dan 80 nummers omvat. Onder leiding van den heer P. T. Van dor Mculen, hoofd eener bijzondere school te 's-Gravenhage, zal dezen zomer te Leiden weder een cursus in hout-slöjd (systeem-N&as) vïorden gegeven, waaraan een vijftigtal dames on heeren kosteloos kunnen doolnemen. De Provinciale Vereeniging van ambte naren ter gemeente-secretarie hield Zondag te 's-Gravenhage hare 8ste algemeene ver gadering. Nadat de vergadering door den voorzitter, den heer Van Franck, van 's Gravenhago, was geopend en de notulen der beide vorige vergaderingen waren golezen en goedgekeurd, kwam het eerst aan de ordo het praeadvics van het bestuur in zake het adres van gomeente secretarissen. Dit praeadvies hield in om door het zenden van een adres aan de Tweede Kamer daaraan adhaesie te betuigen. Mot algemeene stemmen goedgekeurd. Door den penningmeester, den heer Couvée, van Leiden, werd aan de vergadering over gelegd de rekening met bijlagen over 1893 en ter fii e van onderzoek en rapport gesteld in handen eener commissie, bestaande uit de heeren: Van der Heijden, te 's-Gravenhage; Hordijk, te Delft, en Gelijns, te Waddingsveen. Bij monde van den secretaris, den heer Zaneveld, van Lisse, werd daarna door het bestuur verslag uitgebracht over den toestand der Vereeniging in 1893. Omtrent de al of niet-toetreding tot den Bond van Gemeente-ambtenaren in Neder land werd, na eene breedvoerige discussie, besloten de zaak nogmaals aan te houden tot eene volgende vergadering en de leden inmiddels in de gelegenheid te stellen nader met de statuten van dien Bond kennis te maken. Door den heer Van Franck, van Den Haag, werd ten slotte eene besproking ingeleid over de artt. 8 en 9 dor Grondwet. Spr. be handelde hoofdzakelijk „den oorsprong en de beteekenis van het recht van vereeniging en vergadering." De volgende vergadering zal gehouden worden te Delft. Voor het examen in de nuttige hand werken zijn geslaagd de dames H. F. Brevée, van Utrecht, en P. Maatkamp, van Alfen a/d. R. Het aantal kiezers te Stompwijk voor leden der Tweede Kamer van de Staten Gene raal, van de Provinciale Staten en voor den Gemeenteraad bedraagt voor ieder 285. Het aantal kiezers voor leden der Tweede Kamer van de Staten-Generaal, van de Pro vinciale Staten en voor den Gemeenteraad, bedraagt te Veur voor ieder 102. De dood heeft een einde gemaakt aan het langdurig lijden van ds. E. W. Heinecken, sedert 1885 predikant bij de Ned.-Herv. ge meente te 's-Gravenhage, na vroeger het her derlijk ambt vervuld te hebben in de gemeenten Noorden, Renswoude, Haarlemmermeer en Middelburg. Zijn heengaan is een groot verlies voor de in den laatsten tijd door het afsterven van verschillende leeraren reeds zwaar be proefde gemeente te 's-Gravenhage, wier leden in den predikant Heinecken betreuren een geliefd evangelie-dienaar, wiens verdraagzaam woord en liefdewerken in veler dankbare herin nering zullen blijven en die in velerlei opzichten ten nutte van het christendom werkzaam was. Hiervan getuigde o. a. zijn ijverig aandeel in de pogingen tot bestrijding van het drank misbruik en van het gebruik van alcoholische dranken. Hij was o. a. voorzitter van de Christelijke geheel onthoudersvereeniging. In den ouderdom van 70 jaren is te 's Gravenhage overleden de heer C. G. C. F. Ising, oud kolonel der artillerie. De overledene heeft b\j zijn wapen verscheidene jaren by de artillerie-inrichtingen te Delft doorgebracht; hy was later werkzaam by het ministerie van oorlog en commandant van het te Am sterdam in garnizoen liggende regiment vesting artillerie. Als hoofd-officier viel hem de onder scheiding ten deel, tot ridder der orde van den Noderlandschen Leeuw benoemd te worden. De kolonel Ising was een man van uitgebreide wetenschappelijke kennis, een humaan en bemind chef in den militairen dienst. Mr. C. O. Segers, commies by de afdoe- ling invoerrechten en accynzen aan hot depar tement van financiën, is benoemd tot inspec teur by hot departement van financiën voor den algemeenen dienst dor directe belastingen, invoerrechten en accynzen. De „Staatscourant" van 20 dezer bevat het volgende besluit: By koninkiyk besluit van 19 dezer is, met ingang van 21 dezer, aan mr. G. Van Tien hoven, op zyn verzoek, eervol ontslag ver leend als minister van buitenlandsche zaken, met dankbetuiging voor de vele en gewich tige diensten, door hem aan H. M. en aan den lande bewezen, en het beheer van het departement van buitenlandsche zaken, ad interim, opgedragen aan den minister van marine, den heer J. C. Jansen. Aanvankeiyk werd verwacht dat het ontbindingsbesluit van de Tweede Kamer reeds gisteravond in de Staatscourant zou worden opgenomen. Later werd medegedeeld dat dit eerst hedenavond zal worden gepubliceerd, dus nadat de tegenwoordige zitting der Staten- Generaal zal zyn gesloten. Opmerkelyk noemt „De Tyd" hot, dat by de ontbinding in October 1866 over de volg orde anders gedacht schynt. Het sluitings- en ontbindingsbesluit werden in dezelfde Staats courant medegedeeld: bet eerste onder No. 162 en het laatste onder No. 161. Het eind-oxamen der hoogere burger scholen in Zuid Holland zal dit jaar gehouden worden te Schiedam. De commissie, voor welke het examen wordt afgenomen, zal samengesteld zyn uit de heerenBeekman, voorzitter; leden Coolhaas en Brandes, te 's-Gravenhage; Van Schaick en Paardekooper, te Rotterdam Goedkoop on Goslings, te Delft; Raabe en Bonte, to Gouda; Crom en Tymstra, te Dor drecht; Hiebendaal en Feenstra, te Gorkum, en Van der Bruyn, te Schiedam. Het bestuur der Vereeniging tot redding van gevallen vrouwen en verlaten kinderen te Rotterdam ontving voor den bouw van oen nieuw doorgangshuis van H. M. de Koningin f 300 en van H. M. de Koningin-Regentes ƒ200. Het zal den 31sten Mei 250 jaar geleden zyn, dat de bedevaarten naar het Maria beeld van Kevelaer begonnen. Dit jubilé zal met buitengewone bedevaarten worden gevierd. De gemeenteraad van Groningen heeft, na verwerping van een voorstel om adhaesie to betuigen aan de- circulaire van het comité tot aansluiting aan don Middel-Europoeschen tijd, besloton by de regeering aan te dringen op wettelijke vaststelling van eene voor Neder land uniforme tydregeling. In den ouderdom van ruim 74 jaren is te Curasao overleden de heer J. C. S. Van Eps, gepens. majoor van het West-Indisch leger. Door zyne stipte plichtsbetrachting heeft de overledene, Curaijaoenaar van geboorte, het tot de hoogste rangen weten te brengen. Jarenlang stond hy aldaar aan het hoofd van het garnizoen, waarna hy in dezelfde betrokking by het garnizoen in Suriname werd geplaatst. Onze gezant te Londen, l>aron Van Golt- stein, is gistermorgen in de residentie aange komen, waar hy eenige dagen zal vertoeven. Prinses Albrecht van Pruisen wordt met haren zoon Friedrich Wilhelm van 15 Juli tot 15 Aug. in het Oranjehotel te Schevenin- gen verwacht. Prins Albrecht zal in de eerste dagen van Augustus daar voor eenige dagen komen. Ds. J. A. Th. Krol, prodikant by de Ned.-Herv. gemeente te Beetsterzwaag, is ter beschikking gesteld van den gouverneur-gene raal van Ned.-Indiè, om te worden benoemd tot predikant aldaar. Naar men aan de „Amsterd." mededeelt, zal voor de onder-officieren een nieuw model uniform worden ingevoerd, dat door sierlyk- heid gunstig by de tegenwoordige zal afsteken. De minister van ooi log hoeft bepaald dat by invoer van ontplof bare stoffen per spoortrein, de lading moet vergezeld gaan van eene ver klaring van de daarby betrokken autoriteit, waaruit blykt dat de invoer der daarin genoemde stoffen geschiedt ten behoeve van 's Ryks dienst. In eene buitengewone zitting van den gemeenteraad van Utrecht, Zaterdag gehou- den, werd aangenomen de voordracht van Burg. en Wetüs., ingediend naar aanleiding der missive van den Senaius Veteranorum van het Utrochtsch etudentencorps, daarby namens dat coips aan de gemeente tor plaat sing in het universiteitsgebouw aanbiedende een levensgroot marmeren borstbeeld van H. M. Koningin Wilhelmina der Nederlanden, vervaardigd door den beeldhouwer Bart Van Hove. Burgemeester en WetiiOUuöï'ê zyn er van verzekerd, dat de Raad het op hoogen prys stelt, dat het Utrechtsch studentencorps be zield is met liefde voor ons vorstenhuis, en daarvan op zoo ondubbelzinnige wyze thans opnieuw wil doen blyken. De voordracht om het aangeboden geschenk met de meeste erkentelykheid te aanvaarden en aan het Utrechtsch studentencorps den dank der gomeente te betuigen, werd zonder hoofdelyke stemming aangenomen. Om naar Indië te gaan, krygt Willem Van Zuylen zoo leest men in het „Volksbelang", f 40,000, vrye reis (hoen en terug) en ƒ1000 voor uitzet. Bovendien houdt hy twee avonden in de weok vry om nog voor eigen rekening op te treden. In den ouderdom van 65 jaren is te Utrecht overleden de heer P. J. Van der Heyde, gepensionneerd ritmeester der cavalerie in Ned.-Indië, ridder van de Milit. Willemsorde. Omtrent de vroeger aangekondigde algo- heele herziening der verordening betreffendo den accyns op het inlandsch gedistilleerd in Ned.-Indië, kan thans worden medegedeeld dat do onlangs ter zake ontvangen uitgeweikto voorstellen hier to lande aan het oordeel van deskundigen zyn onderworpen. Waarschynlyk zal dus de Indische regeering eerlang ge machtigd kunnen worden tot de vaststelling van de ontworpen nieuwe regeling. By kon. besluit zyn benoemd tot gede legeerden van Nederland by het in don herfst van dit jaar to St.-Petersburg te houden con gres van ooftkundigen, de heeren mr. W. A. Viruly Verbrugge, te Rotterdam, lid van de Tweede Kamer en oud-voorzitter der Ned. Maatschappy voor Tuinbouw en Plantkunde, en P. F. L. Waldeck, te Loosduinen, voorzitter der vereeniging „Het Wostland" en secretaris der Hollandscho Maatschappy van Landbouw. De uitvoerbaarheid voor Indiè van post spaarbanken is aldaar in onderzoek. Een nieuw ontwerp roglement voor oene Indische postspaarbank is opgemaakt en in handen gesteld van de directeuren van binnenlandsch bestuur en van financiën, waarover hier te lande do directeur der Rykspostspaarbank geraadpleegd wordt. Het stoomschip „Afrikander", van Amster dam naar Kaapstad, passeerde 18 Maart St.- Catherine's Point; de „Maasdam", van Niouw- York naar Rotterdam, passeerde 19 dezer Prawlepoint; de „Prins Alexander", van Am sterdam naar Batavia, vertrok 19 Maart van Perim. Do gewone audiëntie van den minister van marine zal op Vrydag 23 dezer niet plaats hebben. By koninkiyk besluit is benoemd tot officier van justitie by de arr.-rechtbank te Assen mr. F. Pleyte, thans officier van justitie by de arr.-rechtbank te Almeloo. Aan den heer E. Struth Pferstorff, op zyn verzoek, eervol ontslag verleend als consul te Milaan. De waarneming van het consulaat is voor- loopig opgedragen aan den heer Frederik Werth. Gravin Sarah. Onwillekeurig komt de soldaat my in do gedachten, die verklaarde: „Ik geef geen aasjo om een kaptein, nu kun je eene nagaan hoe ik over een tweeden luitenant donk." Zoo gaat het my ook; ik houd al niet van de romans van Ohnet en dus zal voor de, uit die boeken saamgeflanste, tooneelwerken myne bewondering wel niet heel groot zyn. Ik vind „Gravin Sarah" kortweg een dryn van een stuk, ongeacheveerd lapwerk, in het bezit vau alle gebreken, waarmee stukken, uit boe ken getrokken, gewooniyk behept zyn. Het verbaast my dat de Rotterdammers ineens zoo Ohnet-achtig zyn. Dat ze een oud stuk. geven, vind ik heel best; beter een goed oud stuk dan oen slecht nieuw, maar „Gravin Sarah" is alleen oud en volstrekt niet goed, evenmin als „Serge Panine", dat hedenavond liefst ter eere van het weder optreden vau mevr. Catharina Beersmans in Rotterdam gaat. Het is my een raadsel, ze hebben waariyk voel betore stukkon van vroeger, die ze eens kunnen ophalen, b. v., om slechts een onkel te noemen: „Mllo. De la Seiglióre" van Sandeau, „Le fils naturel" van Dumas, „Stads lucht" van Blumenth&l, enz., odz. Maar enfin, het goval ligt er toe en per slot van rekening moeten zy het weten I Hot stuk dryft op het spel en dat hoeft dan ook gisteravond veel goed gemaakt. Mevr. Van Eysden speelde de hoofd- en titelrol heel mooi, zy had er klaarblykeiyk veel werk van gemaakt; het hartstochteiyke karakter van Sarah kwam goed tot zyn recht. By den heor Tartaud zou ik wat meer ingehouden gloed, wat meer diepte gewenscht hebben; zyn spel wa6 my te koud, te styf, te onver schillig. Te oppervlakkig ook, ik miste hot bezielende element er in, by was zelf koud en liet ons dus ook koud, geen enkel oogenblik bon ik meegesleept geworden zooals door Royaardsvan de rol van Pierre, eene zware, maar niet ondankbare taak, is hoelwat meer te maken. Mej. Alida Klein was uitstekend als Blanche, zy speelde die rol met gevoel on veel distinctie. Alleraardigst was mej Rika Haspels. De appel valt niet ver van den boom, dat is by haar duideiyk to morkenzy is een goed kind van haren vader, mottertyd kan dat erg goed worden. Zy gaf ons als Madeleine eon allerliefst jong meieje en daarna een jong vrouwtje to zien; bravo, juffrouw Haspels, ga zóó voortl Aan het adres van de drie nu gonoemde dames nog één gezameniyk com pliment, nl. over hunne toiletten. Die waren zoo sieriyk en smaakvol als men maar wenschen kan, daar hadden ze allo eer van! Voor het spel van Dirk Haspels vorwysik ditmaal naar al myne vorige toon ooi verslagen; dat is voldoende. Hy kan niet anders dan Maar nu toonde hy zyne dankbaarheid jegens zyn redder in een zich nederig onder werpen aan iederen wensch, en er was op de gehoele plantage geen getrouwer slaaf te vinden dan de gewezen koning. Hy nam na oenigori tyd eene koperkleurige vrouw als echtgenoote, die zóó als eene toovenares be kend stond, dat de gekleurde bevolking in den omtrek in voortdurenden angst leefde voor hare macht. Het paar had twee zoons een klein ventje, bruin en vlug als zyne moeder; de ander groot, zwart on zwygzaam als zyn vader. Do oudste jongen was vlug en grappig en werd de lieveling van zyn meestor, die hem het eene oogenblik met gunsten over laadde en hem eene minuut later schopte en sloeg. Hy groeido driest en verwaand op; de slagen on vloeken werden monigvuldiger en b(j begon onder den schyn van slaafscbbeid op eene leelyke manier zyn meester te be spotten. Maar de planter was een dronkaard, evenals een van nature dom man, en scheen de verborgen onbeschaamdheid van den jongen niet te voelen. Op zekeren dag kreeg de planter het in zyn hoofd zich een mooi huis in do bergen te bouwen, als eone toevlucht voor de zomer hitte. Hy nam al zyne negers mede en zette ze aan het werk, om hier de groote zaal en de kleinere kamers rechts te bouwen, die nu de kern van het gebouw zyn. De zaal was by na klaar; de eerste zyde van het pleister werk was reeds af en de tweede kant zou den volgenden dag afkomen, toen hy smoordronken werd. Niemand weet, hoe het gebeurd 13 er waren alleen negers by hem en zy waren allen te verschrikt om een geregeld verhaal ,te doen; maar het slot er van was, dat Jim hem op de eene of andere manier boos maakte, en toen de oude man hem streng terechtwees, gaf de malle jongen, die hem voor te dronken hield om er op te letten, een uitdagend ant woord. Op hetzelfdo oogenblik had de meester een pistool uit zyn zak gehaald en den jongen doodgeschoten. „Daar," riep hy uit. „Zoo zal ik ieder uwer behandelen, die niet weet, waar zyne plaats is." De verschrikte negers kropen in een hoek by elkaar, terwyi de oude man de zaal op en neer rende. Daar ging de deur hier achter open en Jims moeder trad binnen. Het eerste, wat zy zag, was de planter, scheldende en razende en met het pistool in zijne hand heen en weer zwaaiende, en daarna zag zy eene groote plek bloed op den muur en daaronder het lichaam van haren zoon, die daar op den grond was gevallen. Zy liep er heen en raakte den jongen aan; hy was dood Daarna richtte zy zich op en het valt moeiiyk te gelooven, maar zy begon te zingen. Het was geen kerkzang, maar een Afrikaansch lied, en toen de zwarten het hoorden, kropen zy nog dichter by elkaar. Zy begon zachtjes, maar naarmate zy voort ging, werd het luider, totdat ten slotte de oude man zelf ook onder den indruk er van kwam en haar met open mond aanstaarde. Toen het lied byna uit was, scheen zy twee maal zoo lang te worden; zy strekte hare handen naar den hemel uit als om vandaar vervloekingen te smeeken, liet ze langzaam weer zakken en opende ze over hot hoofd van den planter, die nu uiterst verschrikt was en byna nuchter was geworden. „Wat zegt gy daar, jongen?" vroeg hy aan den man, die het dichtst naast hem stond, want hy was tot vlak by de negers gekropen. „O, massa," zeide de man, „zy u betoovert. Zy zegt u en de uwen plotseling sterven en in bloed zullen sterven, als haar jongen. Nu zy zegt, ten teeken daarvan, de volgende erf genaam zal bloed zien op den muur, als zyn voorganger dood moet gaan. En zy vloekt u, massa! O, scheid uit, vrouw, scheid uit!" De man verborg zyn gezicht vol angst, terwyi de lange, uit de keel uitgesproken woorden door de zaal weerklonken; het vol gende oogenblik was de vrouw bewusteloos op het lichaam vau haren zoon neergezonken, maar had het in haren val zóó vast gegrepen, dat de twee niet meer gescheiden konden worden. Het was avond geworden en men het ze er liggen. De planter sloop naar zyn bed en riep een twaalftal negers om naast hem op den grond te slapen. Den volgenden morgen waren èn de vrouw èn het ïyk verdwenen, en niemand heeft meer iets van hen gehoord. Het is vreemd, maar de vader van den vermoorden jongen bleef aan zyn meester met onverminderde trouw verknocht en de overgebleven zoon volgde zyns vaders voorbeeld. ,Gy, jongen," hoorde men den ouden neger zeggen, „gy weet wat uwe moeder gedaan heeft. Gy goed maken dat. Gij goed op uw meester passen en hem scherp bewaken." De getrouwste dienaren, die de familie ooit gehad heeft, waren de nakomelingen van den broeder van den vermoorden jongen. Tom is de laatste. De oude planter stierf binnen een jaar in een duel. En zyn zoon en zyn kleinzoon heb ben beiden een bloedigen dood gehad. En het vreemdste van het geval is, dat in beide gevallen de eerste nabestaande de opmerking maakte van oene roode plek op den muur, kort vóór het noodlottig toeval, dat hem tot erfgenaam maakte. Nu," zoo vervolgde de kolonel, „begrypt gy waarom Tom zoo ontroerde, toen gy van eene plek op den muur gewaagdet. Het zou zells my verontrust kunnen hebben, ik moet het eeriyk bekennen, wanneer ik niet zeker wist, dat Annie Sterling do eenige overge bleven nabestaande in mijne familie is, en dat zy niets gezien heeft. Ik spreek er haar maar niet veel over, want wy zyn in de familie overeengekomen, dat de volgende erf genaam onwetend wordt gehouden van de traditie. Ik geloof dat Tom, ik en myn advo caat de eenigen zyn, die het nog weten. De plek is altyd onzichtbaar geweest voor ieder een, behalve voor den erfgenaam, en het moet daarom een gezichtsbedrog, een vreemd toeval geweest zyn, dat u juist op diezelfde plaats eene plek liet zien." Ik gaf den kolonel geen antwoord, maar ik was ongeruster dan ik hem wilde laten blyken. In plaats van door zyn verhaal gerust gesteld te zyn, werd ik er vreemd door go- troffen, en hot verechynsel, dat my te voron slechts verveeld had, werd plotseling eone bron van schrik voor my. li sloeg myne oogen op do plek en voer te zamen, toen ik zag, dat zy grooter, donkerder en van eene roodere kleur was dan ik ze ooit gezien had. Ik stond op, liep or heen en legde er mot eeno rilling inyno hand op. „Het was hier, nietwaar?" vroeg ik op een toon, waaraan ik met moeite eenige vastheid kon geven. De kolonel knikte. „Ja, ongeveer daar," zeide hy. „En nu," vervolgde ik, „ziet gy, dat or werkelijk niets is dan de kale witto muur." „Neen," hernam de kolonel, „alleen de witto muur. Wanneer ik eens wat geld kan missen, zal ik hem laten beschilderen." „Is hy vroeger nooit beschilderd, om die nare plek eens kwyt te rakon?" vroeg ik, er nog steeds, als geboeid, op starende. „O ja, verscheidene malen," zeide de kolonel kalm, „maar hot hielp nooit iets. Do volgende erfgenaam kon altyd door het schilderwerk heenzien. Dit witsel is er pas acht of tien jaar op." „O," zeido ik, en draaide de gehate vlek myn rug toe. Don goheelen avond staarde ze my aan, terwyi wy zaten te rooken, ter- wyi miss Sterling, naast ons gozeten, bezig was met een of ander vrouweiyk handwerkje. OSlot volgt.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 1