N°. 10454.
Woensdag 31 Maart.
A0. 1894.
feze fëourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (§pn- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 20 Maart.
Feuilleton.
De Geheimzinnige Vlek.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRIJS DER AD VERTEN TIÉN
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17Grootere
lettors naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Officieel© Konuisgevinffen.
Burgemeester eu Wethouders van Leiden;
Gezien do adressen van de Firroa TIELEMAN en
BROS, houdende verzoek om vergunniog tot plaatsing
van eone stoommcchino in hare fabiiok gelegen aan
do Middelstcgracht hoek Yleeroeteeg Nos. 60/62,
en van J. VAN GELDER, tot plaatsing vrn een gas
motor van 2'/a paardekracht in zgno werkplaats
achter hot perceel Apothekersdijk No. 4.
Golet op do artt. 6 en 7 der Wet van 2 Juni 1875
(Staatsblad No. 95);
Gevon bi) dozo kennis aan het publiek dat ge
noemde verzoeken mot do bglagen op de Secretarie
dezer gemeente ter vieio gelegd zijnalsmede dat op
Maandag 2 April aanot., 's voormiddags to elf uren,
op het Raadhuis, gelegenheid zal wordon gegeven
om bezwaren tegen die verzoeken in te brengen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leidon, F. WAS, Burgemeester.
19 Maart 1894. E. KIST, Seoretaris.
W{j vernemen dat morgenochtend te tien
uren de tentoonstelling van schilderijen, tee-
keningen en studies door den kunstschilder
G. J. Bos in de Lakenhal geopend wordt en
dat zy meer dan 80 nummers omvat.
Onder leiding van den heer P. T. Van
dor Mculen, hoofd eener bijzondere school te
's-Gravenhage, zal dezen zomer te Leiden
weder een cursus in hout-slöjd (systeem-N&as)
vïorden gegeven, waaraan een vijftigtal dames
on heeren kosteloos kunnen doolnemen.
De Provinciale Vereeniging van ambte
naren ter gemeente-secretarie hield Zondag
te 's-Gravenhage hare 8ste algemeene ver
gadering.
Nadat de vergadering door den voorzitter,
den heer Van Franck, van 's Gravenhago,
was geopend en de notulen der beide vorige
vergaderingen waren golezen en goedgekeurd,
kwam het eerst aan de ordo het praeadvics
van het bestuur in zake het adres van
gomeente secretarissen.
Dit praeadvies hield in om door het zenden
van een adres aan de Tweede Kamer daaraan
adhaesie te betuigen. Mot algemeene stemmen
goedgekeurd.
Door den penningmeester, den heer Couvée,
van Leiden, werd aan de vergadering over
gelegd de rekening met bijlagen over 1893
en ter fii e van onderzoek en rapport gesteld
in handen eener commissie, bestaande uit de
heeren: Van der Heijden, te 's-Gravenhage;
Hordijk, te Delft, en Gelijns, te Waddingsveen.
Bij monde van den secretaris, den heer
Zaneveld, van Lisse, werd daarna door het
bestuur verslag uitgebracht over den toestand
der Vereeniging in 1893.
Omtrent de al of niet-toetreding tot den
Bond van Gemeente-ambtenaren in Neder
land werd, na eene breedvoerige discussie,
besloten de zaak nogmaals aan te houden
tot eene volgende vergadering en de leden
inmiddels in de gelegenheid te stellen nader
met de statuten van dien Bond kennis te maken.
Door den heer Van Franck, van Den Haag,
werd ten slotte eene besproking ingeleid
over de artt. 8 en 9 dor Grondwet. Spr. be
handelde hoofdzakelijk „den oorsprong en de
beteekenis van het recht van vereeniging en
vergadering."
De volgende vergadering zal gehouden
worden te Delft.
Voor het examen in de nuttige hand
werken zijn geslaagd de dames H. F. Brevée,
van Utrecht, en P. Maatkamp, van Alfen a/d. R.
Het aantal kiezers te Stompwijk voor
leden der Tweede Kamer van de Staten Gene
raal, van de Provinciale Staten en voor den
Gemeenteraad bedraagt voor ieder 285.
Het aantal kiezers voor leden der Tweede
Kamer van de Staten-Generaal, van de Pro
vinciale Staten en voor den Gemeenteraad,
bedraagt te Veur voor ieder 102.
De dood heeft een einde gemaakt aan
het langdurig lijden van ds. E. W. Heinecken,
sedert 1885 predikant bij de Ned.-Herv. ge
meente te 's-Gravenhage, na vroeger het her
derlijk ambt vervuld te hebben in de gemeenten
Noorden, Renswoude, Haarlemmermeer en
Middelburg. Zijn heengaan is een groot verlies
voor de in den laatsten tijd door het afsterven
van verschillende leeraren reeds zwaar be
proefde gemeente te 's-Gravenhage, wier leden
in den predikant Heinecken betreuren een
geliefd evangelie-dienaar, wiens verdraagzaam
woord en liefdewerken in veler dankbare herin
nering zullen blijven en die in velerlei opzichten
ten nutte van het christendom werkzaam was.
Hiervan getuigde o. a. zijn ijverig aandeel in
de pogingen tot bestrijding van het drank
misbruik en van het gebruik van alcoholische
dranken. Hij was o. a. voorzitter van de
Christelijke geheel onthoudersvereeniging.
In den ouderdom van 70 jaren is te
's Gravenhage overleden de heer C. G. C. F.
Ising, oud kolonel der artillerie. De overledene
heeft b\j zijn wapen verscheidene jaren by
de artillerie-inrichtingen te Delft doorgebracht;
hy was later werkzaam by het ministerie
van oorlog en commandant van het te Am
sterdam in garnizoen liggende regiment vesting
artillerie. Als hoofd-officier viel hem de onder
scheiding ten deel, tot ridder der orde van den
Noderlandschen Leeuw benoemd te worden.
De kolonel Ising was een man van uitgebreide
wetenschappelijke kennis, een humaan en
bemind chef in den militairen dienst.
Mr. C. O. Segers, commies by de afdoe-
ling invoerrechten en accynzen aan hot depar
tement van financiën, is benoemd tot inspec
teur by hot departement van financiën voor
den algemeenen dienst dor directe belastingen,
invoerrechten en accynzen.
De „Staatscourant" van 20 dezer bevat
het volgende besluit:
By koninkiyk besluit van 19 dezer is, met
ingang van 21 dezer, aan mr. G. Van Tien
hoven, op zyn verzoek, eervol ontslag ver
leend als minister van buitenlandsche zaken,
met dankbetuiging voor de vele en gewich
tige diensten, door hem aan H. M. en aan
den lande bewezen, en het beheer van het
departement van buitenlandsche zaken, ad
interim, opgedragen aan den minister van
marine, den heer J. C. Jansen.
Aanvankeiyk werd verwacht dat het
ontbindingsbesluit van de Tweede Kamer reeds
gisteravond in de Staatscourant zou worden
opgenomen. Later werd medegedeeld dat dit
eerst hedenavond zal worden gepubliceerd, dus
nadat de tegenwoordige zitting der Staten-
Generaal zal zyn gesloten.
Opmerkelyk noemt „De Tyd" hot, dat by
de ontbinding in October 1866 over de volg
orde anders gedacht schynt. Het sluitings- en
ontbindingsbesluit werden in dezelfde Staats
courant medegedeeld: bet eerste onder No. 162
en het laatste onder No. 161.
Het eind-oxamen der hoogere burger
scholen in Zuid Holland zal dit jaar gehouden
worden te Schiedam. De commissie, voor welke
het examen wordt afgenomen, zal samengesteld
zyn uit de heerenBeekman, voorzitter; leden
Coolhaas en Brandes, te 's-Gravenhage; Van
Schaick en Paardekooper, te Rotterdam
Goedkoop on Goslings, te Delft; Raabe en
Bonte, to Gouda; Crom en Tymstra, te Dor
drecht; Hiebendaal en Feenstra, te Gorkum,
en Van der Bruyn, te Schiedam.
Het bestuur der Vereeniging tot redding
van gevallen vrouwen en verlaten kinderen
te Rotterdam ontving voor den bouw van oen
nieuw doorgangshuis van H. M. de Koningin
f 300 en van H. M. de Koningin-Regentes ƒ200.
Het zal den 31sten Mei 250 jaar geleden
zyn, dat de bedevaarten naar het Maria
beeld van Kevelaer begonnen. Dit jubilé zal
met buitengewone bedevaarten worden gevierd.
De gemeenteraad van Groningen heeft,
na verwerping van een voorstel om adhaesie
to betuigen aan de- circulaire van het comité
tot aansluiting aan don Middel-Europoeschen
tijd, besloton by de regeering aan te dringen
op wettelijke vaststelling van eene voor Neder
land uniforme tydregeling.
In den ouderdom van ruim 74 jaren is te
Curasao overleden de heer J. C. S. Van Eps,
gepens. majoor van het West-Indisch leger.
Door zyne stipte plichtsbetrachting heeft de
overledene, Curaijaoenaar van geboorte, het
tot de hoogste rangen weten te brengen.
Jarenlang stond hy aldaar aan het hoofd
van het garnizoen, waarna hy in dezelfde
betrokking by het garnizoen in Suriname
werd geplaatst.
Onze gezant te Londen, l>aron Van Golt-
stein, is gistermorgen in de residentie aange
komen, waar hy eenige dagen zal vertoeven.
Prinses Albrecht van Pruisen wordt met
haren zoon Friedrich Wilhelm van 15 Juli
tot 15 Aug. in het Oranjehotel te Schevenin-
gen verwacht. Prins Albrecht zal in de eerste
dagen van Augustus daar voor eenige dagen
komen.
Ds. J. A. Th. Krol, prodikant by de
Ned.-Herv. gemeente te Beetsterzwaag, is ter
beschikking gesteld van den gouverneur-gene
raal van Ned.-Indiè, om te worden benoemd
tot predikant aldaar.
Naar men aan de „Amsterd." mededeelt,
zal voor de onder-officieren een nieuw model
uniform worden ingevoerd, dat door sierlyk-
heid gunstig by de tegenwoordige zal afsteken.
De minister van ooi log hoeft bepaald dat
by invoer van ontplof bare stoffen per spoortrein,
de lading moet vergezeld gaan van eene ver
klaring van de daarby betrokken autoriteit,
waaruit blykt dat de invoer der daarin genoemde
stoffen geschiedt ten behoeve van 's Ryks dienst.
In eene buitengewone zitting van den
gemeenteraad van Utrecht, Zaterdag gehou-
den, werd aangenomen de voordracht van
Burg. en Wetüs., ingediend naar aanleiding
der missive van den Senaius Veteranorum
van het Utrochtsch etudentencorps, daarby
namens dat coips aan de gemeente tor plaat
sing in het universiteitsgebouw aanbiedende
een levensgroot marmeren borstbeeld van
H. M. Koningin Wilhelmina der Nederlanden,
vervaardigd door den beeldhouwer Bart Van
Hove.
Burgemeester en WetiiOUuöï'ê zyn er van
verzekerd, dat de Raad het op hoogen prys
stelt, dat het Utrechtsch studentencorps be
zield is met liefde voor ons vorstenhuis, en
daarvan op zoo ondubbelzinnige wyze thans
opnieuw wil doen blyken.
De voordracht om het aangeboden geschenk
met de meeste erkentelykheid te aanvaarden
en aan het Utrechtsch studentencorps den
dank der gomeente te betuigen, werd zonder
hoofdelyke stemming aangenomen.
Om naar Indië te gaan, krygt Willem
Van Zuylen zoo leest men in het „Volksbelang",
f 40,000, vrye reis (hoen en terug) en ƒ1000
voor uitzet. Bovendien houdt hy twee avonden
in de weok vry om nog voor eigen rekening
op te treden.
In den ouderdom van 65 jaren is te
Utrecht overleden de heer P. J. Van der Heyde,
gepensionneerd ritmeester der cavalerie in
Ned.-Indië, ridder van de Milit. Willemsorde.
Omtrent de vroeger aangekondigde algo-
heele herziening der verordening betreffendo
den accyns op het inlandsch gedistilleerd in
Ned.-Indië, kan thans worden medegedeeld dat
do onlangs ter zake ontvangen uitgeweikto
voorstellen hier to lande aan het oordeel van
deskundigen zyn onderworpen. Waarschynlyk
zal dus de Indische regeering eerlang ge
machtigd kunnen worden tot de vaststelling
van de ontworpen nieuwe regeling.
By kon. besluit zyn benoemd tot gede
legeerden van Nederland by het in don herfst
van dit jaar to St.-Petersburg te houden con
gres van ooftkundigen, de heeren mr. W.
A. Viruly Verbrugge, te Rotterdam, lid van
de Tweede Kamer en oud-voorzitter der Ned.
Maatschappy voor Tuinbouw en Plantkunde, en
P. F. L. Waldeck, te Loosduinen, voorzitter
der vereeniging „Het Wostland" en secretaris
der Hollandscho Maatschappy van Landbouw.
De uitvoerbaarheid voor Indiè van post
spaarbanken is aldaar in onderzoek. Een
nieuw ontwerp roglement voor oene Indische
postspaarbank is opgemaakt en in handen
gesteld van de directeuren van binnenlandsch
bestuur en van financiën, waarover hier te
lande do directeur der Rykspostspaarbank
geraadpleegd wordt.
Het stoomschip „Afrikander", van Amster
dam naar Kaapstad, passeerde 18 Maart St.-
Catherine's Point; de „Maasdam", van Niouw-
York naar Rotterdam, passeerde 19 dezer
Prawlepoint; de „Prins Alexander", van Am
sterdam naar Batavia, vertrok 19 Maart van
Perim.
Do gewone audiëntie van den minister
van marine zal op Vrydag 23 dezer niet
plaats hebben.
By koninkiyk besluit is benoemd tot
officier van justitie by de arr.-rechtbank te
Assen mr. F. Pleyte, thans officier van justitie
by de arr.-rechtbank te Almeloo.
Aan den heer E. Struth Pferstorff, op zyn
verzoek, eervol ontslag verleend als consul
te Milaan.
De waarneming van het consulaat is voor-
loopig opgedragen aan den heer Frederik Werth.
Gravin Sarah.
Onwillekeurig komt de soldaat my in do
gedachten, die verklaarde: „Ik geef geen aasjo
om een kaptein, nu kun je eene nagaan hoe
ik over een tweeden luitenant donk." Zoo
gaat het my ook; ik houd al niet van de
romans van Ohnet en dus zal voor de, uit
die boeken saamgeflanste, tooneelwerken myne
bewondering wel niet heel groot zyn. Ik
vind „Gravin Sarah" kortweg een dryn van
een stuk, ongeacheveerd lapwerk, in het bezit
vau alle gebreken, waarmee stukken, uit boe
ken getrokken, gewooniyk behept zyn. Het
verbaast my dat de Rotterdammers ineens
zoo Ohnet-achtig zyn. Dat ze een oud stuk.
geven, vind ik heel best; beter een goed oud
stuk dan oen slecht nieuw, maar „Gravin
Sarah" is alleen oud en volstrekt niet goed,
evenmin als „Serge Panine", dat hedenavond
liefst ter eere van het weder optreden vau
mevr. Catharina Beersmans in Rotterdam gaat.
Het is my een raadsel, ze hebben waariyk
voel betore stukkon van vroeger, die ze eens
kunnen ophalen, b. v., om slechts een onkel
te noemen: „Mllo. De la Seiglióre" van
Sandeau, „Le fils naturel" van Dumas, „Stads
lucht" van Blumenth&l, enz., odz. Maar enfin,
het goval ligt er toe en per slot van rekening
moeten zy het weten I
Hot stuk dryft op het spel en dat hoeft
dan ook gisteravond veel goed gemaakt.
Mevr. Van Eysden speelde de hoofd- en titelrol
heel mooi, zy had er klaarblykeiyk veel werk
van gemaakt; het hartstochteiyke karakter
van Sarah kwam goed tot zyn recht. By den
heor Tartaud zou ik wat meer ingehouden
gloed, wat meer diepte gewenscht hebben;
zyn spel wa6 my te koud, te styf, te onver
schillig. Te oppervlakkig ook, ik miste hot
bezielende element er in, by was zelf koud
en liet ons dus ook koud, geen enkel oogenblik
bon ik meegesleept geworden zooals door
Royaardsvan de rol van Pierre, eene zware,
maar niet ondankbare taak, is hoelwat meer
te maken. Mej. Alida Klein was uitstekend
als Blanche, zy speelde die rol met gevoel
on veel distinctie. Alleraardigst was mej Rika
Haspels. De appel valt niet ver van den boom,
dat is by haar duideiyk to morkenzy is een
goed kind van haren vader, mottertyd kan
dat erg goed worden. Zy gaf ons als Madeleine
eon allerliefst jong meieje en daarna een jong
vrouwtje to zien; bravo, juffrouw Haspels, ga
zóó voortl Aan het adres van de drie nu
gonoemde dames nog één gezameniyk com
pliment, nl. over hunne toiletten. Die waren
zoo sieriyk en smaakvol als men maar
wenschen kan, daar hadden ze allo eer van!
Voor het spel van Dirk Haspels vorwysik
ditmaal naar al myne vorige toon ooi verslagen;
dat is voldoende. Hy kan niet anders dan
Maar nu toonde hy zyne dankbaarheid
jegens zyn redder in een zich nederig onder
werpen aan iederen wensch, en er was op
de gehoele plantage geen getrouwer slaaf te
vinden dan de gewezen koning. Hy nam na
oenigori tyd eene koperkleurige vrouw als
echtgenoote, die zóó als eene toovenares be
kend stond, dat de gekleurde bevolking in
den omtrek in voortdurenden angst leefde
voor hare macht. Het paar had twee zoons
een klein ventje, bruin en vlug als zyne
moeder; de ander groot, zwart on zwygzaam
als zyn vader. Do oudste jongen was vlug en
grappig en werd de lieveling van zyn meestor,
die hem het eene oogenblik met gunsten over
laadde en hem eene minuut later schopte en
sloeg. Hy groeido driest en verwaand op; de
slagen on vloeken werden monigvuldiger en
b(j begon onder den schyn van slaafscbbeid
op eene leelyke manier zyn meester te be
spotten. Maar de planter was een dronkaard,
evenals een van nature dom man, en scheen
de verborgen onbeschaamdheid van den jongen
niet te voelen.
Op zekeren dag kreeg de planter het in zyn
hoofd zich een mooi huis in do bergen te
bouwen, als eone toevlucht voor de zomer
hitte. Hy nam al zyne negers mede en zette
ze aan het werk, om hier de groote zaal en
de kleinere kamers rechts te bouwen, die nu
de kern van het gebouw zyn. De zaal was
by na klaar; de eerste zyde van het pleister
werk was reeds af en de tweede kant zou den
volgenden dag afkomen, toen hy smoordronken
werd. Niemand weet, hoe het gebeurd 13
er waren alleen negers by hem en zy waren
allen te verschrikt om een geregeld verhaal
,te doen; maar het slot er van was, dat Jim
hem op de eene of andere manier boos maakte,
en toen de oude man hem streng terechtwees,
gaf de malle jongen, die hem voor te dronken
hield om er op te letten, een uitdagend ant
woord. Op hetzelfdo oogenblik had de meester
een pistool uit zyn zak gehaald en den jongen
doodgeschoten.
„Daar," riep hy uit. „Zoo zal ik ieder uwer
behandelen, die niet weet, waar zyne plaats is."
De verschrikte negers kropen in een hoek
by elkaar, terwyi de oude man de zaal op en
neer rende. Daar ging de deur hier achter open
en Jims moeder trad binnen. Het eerste, wat
zy zag, was de planter, scheldende en razende
en met het pistool in zijne hand heen en weer
zwaaiende, en daarna zag zy eene groote plek
bloed op den muur en daaronder het lichaam
van haren zoon, die daar op den grond was
gevallen. Zy liep er heen en raakte den jongen
aan; hy was dood Daarna richtte zy zich op
en het valt moeiiyk te gelooven, maar zy
begon te zingen. Het was geen kerkzang, maar
een Afrikaansch lied, en toen de zwarten
het hoorden, kropen zy nog dichter by elkaar.
Zy begon zachtjes, maar naarmate zy voort
ging, werd het luider, totdat ten slotte de
oude man zelf ook onder den indruk er van
kwam en haar met open mond aanstaarde.
Toen het lied byna uit was, scheen zy twee
maal zoo lang te worden; zy strekte hare
handen naar den hemel uit als om vandaar
vervloekingen te smeeken, liet ze langzaam
weer zakken en opende ze over hot hoofd van
den planter, die nu uiterst verschrikt was en
byna nuchter was geworden.
„Wat zegt gy daar, jongen?" vroeg hy aan
den man, die het dichtst naast hem stond,
want hy was tot vlak by de negers gekropen.
„O, massa," zeide de man, „zy u betoovert.
Zy zegt u en de uwen plotseling sterven en
in bloed zullen sterven, als haar jongen. Nu
zy zegt, ten teeken daarvan, de volgende erf
genaam zal bloed zien op den muur, als zyn
voorganger dood moet gaan. En zy vloekt u,
massa! O, scheid uit, vrouw, scheid uit!"
De man verborg zyn gezicht vol angst,
terwyi de lange, uit de keel uitgesproken
woorden door de zaal weerklonken; het vol
gende oogenblik was de vrouw bewusteloos
op het lichaam vau haren zoon neergezonken,
maar had het in haren val zóó vast gegrepen,
dat de twee niet meer gescheiden konden
worden. Het was avond geworden en men het
ze er liggen. De planter sloop naar zyn bed
en riep een twaalftal negers om naast hem
op den grond te slapen.
Den volgenden morgen waren èn de vrouw
èn het ïyk verdwenen, en niemand heeft meer
iets van hen gehoord. Het is vreemd, maar
de vader van den vermoorden jongen bleef
aan zyn meester met onverminderde trouw
verknocht en de overgebleven zoon volgde zyns
vaders voorbeeld.
,Gy, jongen," hoorde men den ouden neger
zeggen, „gy weet wat uwe moeder gedaan
heeft. Gy goed maken dat. Gij goed op uw
meester passen en hem scherp bewaken."
De getrouwste dienaren, die de familie ooit
gehad heeft, waren de nakomelingen van den
broeder van den vermoorden jongen. Tom is
de laatste.
De oude planter stierf binnen een jaar in
een duel. En zyn zoon en zyn kleinzoon heb
ben beiden een bloedigen dood gehad. En het
vreemdste van het geval is, dat in beide
gevallen de eerste nabestaande de opmerking
maakte van oene roode plek op den muur,
kort vóór het noodlottig toeval, dat hem tot
erfgenaam maakte.
Nu," zoo vervolgde de kolonel, „begrypt
gy waarom Tom zoo ontroerde, toen gy van
eene plek op den muur gewaagdet. Het zou
zells my verontrust kunnen hebben, ik moet
het eeriyk bekennen, wanneer ik niet zeker
wist, dat Annie Sterling do eenige overge
bleven nabestaande in mijne familie is, en
dat zy niets gezien heeft. Ik spreek er haar
maar niet veel over, want wy zyn in de
familie overeengekomen, dat de volgende erf
genaam onwetend wordt gehouden van de
traditie. Ik geloof dat Tom, ik en myn advo
caat de eenigen zyn, die het nog weten. De
plek is altyd onzichtbaar geweest voor ieder
een, behalve voor den erfgenaam, en het
moet daarom een gezichtsbedrog, een vreemd
toeval geweest zyn, dat u juist op diezelfde
plaats eene plek liet zien."
Ik gaf den kolonel geen antwoord, maar
ik was ongeruster dan ik hem wilde laten
blyken. In plaats van door zyn verhaal gerust
gesteld te zyn, werd ik er vreemd door go-
troffen, en hot verechynsel, dat my te voron
slechts verveeld had, werd plotseling eone bron
van schrik voor my. li sloeg myne oogen op
do plek en voer te zamen, toen ik zag, dat
zy grooter, donkerder en van eene roodere
kleur was dan ik ze ooit gezien had. Ik stond
op, liep or heen en legde er mot eeno rilling
inyno hand op.
„Het was hier, nietwaar?" vroeg ik op een
toon, waaraan ik met moeite eenige vastheid
kon geven.
De kolonel knikte. „Ja, ongeveer daar,"
zeide hy.
„En nu," vervolgde ik, „ziet gy, dat or
werkelijk niets is dan de kale witto muur."
„Neen," hernam de kolonel, „alleen de witto
muur. Wanneer ik eens wat geld kan missen,
zal ik hem laten beschilderen."
„Is hy vroeger nooit beschilderd, om die
nare plek eens kwyt te rakon?" vroeg ik,
er nog steeds, als geboeid, op starende.
„O ja, verscheidene malen," zeide de kolonel
kalm, „maar hot hielp nooit iets. Do volgende
erfgenaam kon altyd door het schilderwerk
heenzien. Dit witsel is er pas acht of tien
jaar op."
„O," zeido ik, en draaide de gehate vlek
myn rug toe. Don goheelen avond staarde
ze my aan, terwyi wy zaten te rooken, ter-
wyi miss Sterling, naast ons gozeten, bezig
was met een of ander vrouweiyk handwerkje.
OSlot volgt.)