N°. 10446,
Maandag 12 Maart.
A0. 1894,
fëourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit DRIE
Bladen.
Derde Blad.
Leiden, 10 Maart.
^©•O-ilXotoiOL.
CERINI'S GEHEIM.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leidon per 3 maanden
Franco per post4
Afzonderlijke Nommore
f 1.10.
J, MO.
0.05.
PRIJS DER ADVERTENTTËN
Yan 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17{. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
De heer mr. F. Was, onze nieuwe burge
meester, heeft heden zijne opwachting gemaakt
by den minister van binnenlandsche zaken.
Naar aanleiding van een desbetreffend
verzoek van den heer A. H. Van den Oever,
deelen B. en Ws. den gemeenteraad, na inge
wonnen advies van den directeur der Kweek
school voor onderwijzers, belast met do rege
ling van het onderwijs in do gymnastiek,
mede dat een van de kleedkamers der Gym-
nastiekschool op de Pieterskerkgracht volgens
verklaring van adressant, voor het geven van
onderwijs in de Handelswetenschappen ge
schikt is en dat deze kamer op [Vrijdagavond
van 7 tot 9 uren beschikbaar is.
Zij geven daarom in overweging aan den
heer A. H. Van den Oever tot wederopzeggens
te vergunnen, een der kleedkamers van het
Gymnastieklokaal op de Pieterskerkgracht te
gebruiken voor het geven van onderwijs in de
Handelswetenschappen op Vrijdagavond van
7 tot 9 uren, tegen betaling van 10 per
wekelijksch uur en per jaar en onder de ge
wone voorwaarden, dat alle kosten van vuur,
licht, schoonhouden, bediening en herstel van
eventueel aan gebouw of meubilair toegebrachte
schade komen voor rekening van den gebrui
ker en dat door B. en Ws. gegeven of te geven
voorschriften door hem moeten worden op
gevolgd.
Verplaatst is met 1 April de commies
der telegraphie 2de klasse W. R. J. Hackfoort
van Nijmegen naar Leiden.
Voor eenige jaren is de „Vereeniging van
Weesvaders" op grond van^Neerlands bereid
willigheid om gajrno do tfnddende band uit
te .steken, waar -dringende hulp noodig is, tot
Neerlands volk gekotuon mot tie bede haar
te helpen in het-worzorgen van die weezen,
welke niet in een weezengesticbt opgenomen
kunnen worden en toch aan eeno goede ver
zorging zulk eeno dringende behoefte hobben.
Door velen is aan die roepstem gehoor ver
leend, door vele anderen niet. Daar echter na
zes jaren werkens de levensvatbaarheid vol
doende gebleken is, waagt zy nog hot maals een
beroep te doen op het medelijdende hart en
de milde hand.
Er zyn in ons land ruim 30,000 weezen.
Mogen hiervan ongeveer 13 duizend in ge
stichten goed verpleegd en nog enkele duizenden
door uitbesteding tameiyk wel verzorgd worden,
zonder overdryving is het oen feit, dat ruim 10
duizend weezen reikhalzend naar eene betere
opvoeding uitzien. Vooral ten platten lande
laat de weezen verzorging nog veel te wenschen
over. In de meeste gevallen worden de arme
weezen tegen den luagsten prijs uitbesteed
by lieden, die zelven weinig of geene opvoeding
hebben genoten.
De jongens leeren geen ambachten, de
meisjes geen vrouweiyke handwerken, terwyl
van geregeld schoolgaan geon sprake is.
Veldarbeid verrichten is doorgaans het eenige
doel. Mochten armbesturen al eens klachten
vernemen van minder goede behandeling der
weezen, zy durven meestal niet doortastend
optreden uit vrees opnieuw te moeten uit
besteden en dan tegen hooger bedrag.
't Spreekt vanzelf dat er gelukkige uit
zonderingen zyn, maar met de groote massa
is het treurig gesteld.
„Tien duizend weezen zoo ten prooi over
gegeven aan verwaarloozing 1"
Wie huivert niet by die gedachte l
En toch zegt de koude werkeiykheid dat
een groot aantal weezen op die wyze niet
wordt opgevoed zooals wenscheiyk is.
In de overtuiging dat ieder, met een mede-
ïydend hart bezield, gaarne zou willen helpen
om dien toestand te verbeteren, zal dezer
dagen hier ter stede, evenals elders, eene
collecte worden gehouden of zullen inteeken-
lyston worden aangeboden.
Wij weten hot: er wordt tegenwoordig veel
van de milddadigheid gevraagd, maar men
houde zich verzekerd, dat geen offer voor de
toekomst ryker vruchten zal afwerpen, dan
dat men brengt op 't altaar der goede weezen-
verzorging.
De kunstschilder Jan Toorop is door
Z. H. den prins-regent benoemd tot ridder
4de klasse van de orde van St.-Michaël van
Beieren.
Er is te Zoetormeer eene R.-K. centrale
kiesvereoniging voor het district Zoetermeer
opgericht. Tot leden van het dagelyksch be
stuur zyn gekozen do heoren: A. P. Verhoef,
president, te Zoetormeer; A. J. Heestermans,
vice-president, te Moordrecht; T. P. Bohm,
lste secretaris, te Zegwaard; D. Groene-
wegen, 2de secretaris, te Nootdorp; C. Vol-
bregt, lste penningmeester, te Bleiswyk; U.
Ham, 2de penningmeester, te Hillegersberg
Van Haasteren, gewoon bestuurslid, te Veur.
Tot leden van de commissie, die de ont
worpen grensregeling tusschen de gemeente
Waddingsveon en die van Boskoop zal hebben
to beoordeelen, zyn te Waddingsveen gekozen
de heeren J. C. Van der Torren, Ph. Van der
Breggen, C. Oadyk, J. Van der Heo, G. Van
Dort Kroon, J. Nieuwosteeg, W. A. Yerbruggen,
J. Vis, J. Goosoo, L. Rutten en A. Witteman.
Do vertooning, gisteravond in het Theater*
Van Lier te Amsterdam gegeven van „Onze
Vrouw6n", gold als oere avond voor mevrouw
Albregt Engelman. Met bloemen en door het
handgeklap van het overigens niet talryke
publiek is haar hulde gebracht.
Voldoende aan het verlangen van den
min. van binnenl. zaken, is door B. on Ws.
van Groningen don Raad voorgesteld in de
regeling der exploitatie van het nieuwe acad.
ziekenhuis op te nemen:
a. gedurende de universiteitsvacantiën en
ook by ontstentenis der hoogleeraren wordt
in den genee3-, heel- en verloskundigen dienst
voorzien door de commissie van beheer, zoo
mogeiyk, na gehoord te hebben de betrokken
hoogleeraren
b. de klinisclio hoogleeraren hebben do be
voegdheid te zamen over 4000 verpleegdagen
's jaars te beschikken ten behoeve van patiën
ten, wier opneming zy in het belang van
het onderwys geraden achten. De aan deze
verpleging verbonden kosten komen ten laste
van het Ryk
Het stoomschip „Prins Frederik Sen-
drik," van Amsterdam naar West-Indië, pas
seerde 9 Maart Dover; de „Reichstag," van
O-Afrika naar Vli6singen en Hamburg, arri
veerde 8 Maart te Napels; de „Werkendam,"
van Rotterdam naar Nieuw-York, passeerde
9 Maart Lizard; de „Prins Alexander," van
Amsterdam naar Batavia, vertrok 8 Maart
van Genua; de „Hector," van Batavia naar
Amstordam, passeerde 10 l£aart Bevezierjde
„Koningin Emma," arriveerde 10 Maart van
Amsterdam te Batavia; de „Soenda" vertrok
10 Maart van Batavia naar Amsterdam; de
„Berenice" vertrok KJ Maart van Cuxhaven
naar Amsterdam; de „Buhdesratb," van Ham
burg en Amsterdam .naar Oeat Afrika, arri
veerde 8 Maart te Lissabonde „Dubbeldam"
arriveerde 9 Maart van Rotterdam te Nieuw-
York.
By koninkiyk besluit is benoemd G. E.
O. Ribbius, met ingang van 1 Mei a. s., tot
burgemeester van Roon.
Aan den adelborst lsto kl. J. M. Ramondt
vergunning verleend tot het waarnemen in
Nederlandsch-Indio eener betrekking buiten
het zeewezen, voor den tyd van een jaar,
ingaande 16 April a. s., onder stilstand van
non-activiteits-traktement en zonder opklim
ming in doranglyst.
Mot ingang van 1 April a. s.1°. de kapitein-
kwartiermeester by hot corps mariniers C. J.
Hazenberg op pensioen gesteld, onder toekon-
ning van een pensioen van ƒ1054 'sjaars;
2°. by het corps mariniers bevorderd tot
kapitein-kwartiermeester, de lste luit.-kwar
tiermeester A. 0. Beydals.
Pensioen verleend aan: P. G. Remmers,
commies te water by 'sRyks bel., ƒ568; E.
De Rooy, wed. B. Wompé, postbode, f 25.
Benoomd by het personeel van den genees
kundigen dienst dor landmacht, tot paarden
arts 3de kl. J. M. Knipscheer, van dat
personeol.
Aan den reserve officier van gez. 2de kl.
H. Snellen, van het personoel van don genoesk.
dienst der landmacht, eervol ontslag verleend
uit zyno betrekking tot de landmacht.
Met ingang van 1 Juli a. s. aan J. Muus,
op zyn verzoek, eervol ontslag verleend als
directeur van het postkantoor to Edam.
De uitvaart van den heer Van der
Breggen.
Onder een grooten toovloed van belang
stellenden en deelnemondon ons telegraphisch
bericht melddo dit reeds had gisteren, 9
Maart, te Waddingsveen de tor-aarde-bestolling
van wylen onzen stadgenoot den heer J. Van
der Breggen Az. plaats.
Tegen halftwaalf naderde de sombere stoet
de groeve, waaromheen zich tal van hoog
geplaatste personen hadden geschaard, om do
laatste eer aan don afgestorveno te bewyzen.
Onder dio aanwezige personen bovonden
zich o. a. de heeren mr. C. Cock, waarnemend
dykgraaf van Rynland; H. F. Bultman, lid
der Eerste Kamer; Snel, dijkgraaf van den
Zuidplaspolder; Kley, dykgraaf van Schieland,
mr. Van Bergen IJzendoorn, burgemeester
van Gouda, hoofd- en verdere ambtenaren
van Rynland, enz.
Onder eene plechtige stilte nam de heer
Cock het woord, om den edelen doodo te her
denken in zyne onvermoeide werkzaamheid,
zyne uitstekende bokwaamheden en zyn min
zaam, degeiyk karakter. Met innige dank
baarheid herinnerde hy zich de vele jaren,
die hy met den overledene in 't belang van
Rynland werkzaam was en met de meeste
waardeering sprak hy van de adviezen, welke
zoozeer op prys werden gesteld en zoo ge
tuigden van het helder doorzicht, het grondig
oordeel en de veelomvattende kennis van zaken,
die de heer Van der Breggen bezat.
De heer Bultman roemde don overledene
als onvermoeid stryder voor de belangen van
den landbouwenden stand, als een man van
veel studio, die met al, wat in hem was,
waakte voor een der voornaamste takken van
Nederlands bestaan, als iemand, die pal stond
voor recht en voor waarheid on bovenal door
zyn treffend voorbeeld bewees, hoe hoog hy
de plichten stelde, die hem als werkzaam lid
dor maatschappy waren opgelegd.
Namens hen, die by den heer Van der
Breggen in dienst waren, sprak een der aan
wezigen in een gedicht een gevoelvol woord
van dank en hulde.
Diep ontroerd trachtte de oudste zoon, de
heer Ph. Van der Breggen, den dank der
familie te vertolken voor de belangstelling by
de groeve aan zyn hooggeschatten vader be
wezen, en hiermede was de droeve plechtig
heid afgeloopen.
In menig oog blonk een traan van dank
baarheid voor don waardigen doode, die zoo
vaak zieken en bohoeftigen in uren van leed
en smart ter zyde stond, die om zyn humaan
on edel karakter zoovele ondergeschikten aan
zich verbond on voor hunne belangen Zorgde.
Wel bad hy sinds de laatste zes jaren de
gemeente WaddiDgsveon verlaten, maar zijn
oog bloef waken, zyn hart bleef kloppen,
vooral voor de minderbedeelde ingezetenen.
De vele en prachtige kransen, die zyne ïyk-
kist bedekten, getuigden genoeg, hoe hoog
men den heer Van der Breggen 6cbatte.
Slechts noode scheidde men van het een
voudige kerkhof, overtuigd, dat wederom
iemand ton grave was gebracht, wiens plaats
in do maatschappy niet gomakkoiyk zal wor
den vervuld on wiens goede worken door allen
zullen gewaardeerd worden.
Zyno assche ruste in vrede I
W. R.
eene kliniek zal afstaan aan dr. Van Stockum.
De by gebouwen worden voor logies der patiën-;
ten gereserveerd.
KOLONIËN.
BATAVIA, 7—9 Februari.
tJit verschillende plaatsen komen nog steeds
berichten van verwoestingen, door ovorstroo-
mingen aangericht.
Het huis op den hook van hot Konings
plein en gang Secretarie, to Bataria, vroeger
bewoond door den hoor Kroegen, is in eigen
dom overgegaan aan den hoer Merten van
het „Hotel der Nederlanden," die hot voor
Door den Gouverneur-Generaal van Nod.-IndiÖ zijn
de volgendo beschikkingen genomen:
Civiel Departement» Verleend: Een Jaar verlof
naar Europa, wogene langdurigen dienst, aan don
president van do Wcoa- en Boedolkamer te Soerabaia
O. J. E. Leydb; een iwoejarig verlof naar Europa,
wegens ziekte aan don eeoretarls der reaidentio Oost
kant van Sumatra, L. A. Van Ryn van Alkemade;
tweo jaar verlof naar Europa vregona ziekte, aan de
hulpo-dorwgzeres 2de kl. G. Dgkstra en aan den
echout voor de politie te Paaooroean P. O. Groeneveld.
OntBlagen: Eervol uit 's lande dienst: wogena
volbrachten diensttijd, de kantoorchef der 2dekLe«o
by' den post- en telegraafdienst, G. Do Baadtop
verzoek, mot ingang van den dag, waarop bij bot be-
heer van zyn kantoor aan zijn opvolger zal hebbon
ovorgegevou, do kantoorchef der Sde klasse (commies
der lsto klasse) by den poet- en telegraafdienst, O.
P. Copper eervol nit 's lands dienst, wegens vol-
brachton diensttijd, de resident van Japara W. C. J.
Oastens.
Benoemd: Tot secretarie dor residentie Oostkust
van 8umatra de controleur der late klasse bij hot
Binnenl. Bestuur op do Bezittingen buiten Java en
Madoera, Gh E. P. Van Kerokhoff.
Machtiging verleend: Tot uitreiking raa
Th. P. v. Eapon eonor akte van toelating tot uit
oefening als apotbokors-bodiende dor arteeogberoid-
kunst in N.-I.
Door den directeur der Burgorlijke Openbare Wor en
By don Waterstaat ou 's lands Burgorlyke Openbars
Werkon:
Toegevoegd: Aan don ohof dor 2de w&terstaats-
afdeellng voor bot opmaken van ontwerpen in bet
belang der verbetering van de bovloeiing on afwate
ring in Zuid-Banjoemaa en de afdeeling Earanganjor
der residentio Bagolon, de ingoniour lste klasse M.
Bolland.
Bepaald: Dat de aan den chef der 5do water-
ataataafd^eliDg toegevoegde ingenieur 3do klasse J.
C. Voorduin workzaam zal zijn ia het bel&ug van
bot d&gelykecli behoor on toezicht op de voraohllleude
waterwerken teSito-bondo en van de verbetering der
bevloeiing on van den waterafvoer in hot gebied dor
Sampean-rivior, (afdeeling Sltoebondo residentio
Besoeki.)
Departement van Oorlog. Vorloond: Twoo jaar
verlof naar Europa wegens ziekte, aan den loten
luit. der inf. W. Bronkborst; eene maand verlof naar
floekaboomi wegona ziokte, aan den offic. van goz.
2do kl. S. Ujlaki.
Overgeplaatst: Naar Meoster-Oornelia als
kwartiermeester by bot dep.-b&t. do lste luit.*
kwartierm. by de Vde afd. vau het dep. v. Oorlog
T. II. Kuijl; bij de troepenmacht to Atjeh t. n. i.
de 2do Init. by hot 2de dep. te MagclaDg, A. Bijkona;
by bot 2do dep.-b&t. to Magelang do late luit. bij
bet G. B. der Z. on O. afd. van Borneo te Kw&li
K&pooas J. Kocb; bij hot G. B. der Z. en O. afd.
van Borneo, do 2de luit. to Eodong Kobo B. F.
Maidm&n.
Geplaatst: By do' Vdo afd. van bot dop. v.
Oorlog de late lnit.-kwartierm. van het intcndanco-
b&reau to Batavia tor besohikking v&a de hoofd
intendance C. F. Julia»; to Batavia ter berch kking
van den gewest-, intondant, de lato lait.-kwtittior-
moestor te Batavia J. F. Verwf*iJ.
V&d Atjeh worden afgelost do lsto luitenant* dor
inf. H. A. Van Lockhoret, J. Utztnann, H. iHosse
laar on L. Gont Genoemde offioioren enllen do be
stemming volgen, dio ban door ban dienstchef zal
worden aangewezoD.
Departement van Marine. Bono om d: Tot vico-
commandeur voor hot vak van scheepsbouw bij bot
marito-ótabllsBomont to Boorabai», J. Eomin, G. J.
Scbuitomakcr on P. Hondrikso, daartoo gesteld tor
beschikking vau den Goiverneur-Gonoraal vau N.-I.
Ovorgeplaatet: Van Hr. Ms. wachtschip
„Qedeh" naar Hr. Me. fregat „De Bnytor," do luit.
:er zoo lsto kl. L. F. T. Bik; van Hr. Ms. p&ntacr-
dekkorvel „Sumatra" naar Hr. Ms. w&ckiechip
„Qedeh"' Co Init. ter zee 2de kl. F. L. It&mbonuet.
Vorgunning vorloond: Om wegens l.ng-
durig verblijf iu deze gewesten Daar Nederland terug
to koeren tan de luitenants ter zoo 2de kl. F. L.
Haalbonnet van Hr. Mn. wachtschip „Gedoh" en P.
11. Z. Marcella van Hr. Ma. w&chtsoliip „Bromo".
4)
Eindeiyk was alles voorby, Annie had haar
reiskleed aangetrokken, nam een lang, teeder
afscheid van de arme rjjko moeder, en het
prinselyke paar rolde in een rytuig weg.
De reis ging eerst naar het zomerverbiyf
van den prins; daar wild9 men een oogenbhk
rusten en nog een paar noodzakelyke bagago-
slukken van den vroegeren vrygezel mede-
nemen. Het spoorwegstation kon van daar
uit na een korten rit bereikt worden. De
prins was blijkbaar zeer zenuwachtig, onrustig
en gejaagd; hy gaf nu en dan ook onjuiste,
verwarde antwoorden, maar hy sprak voort
durend, misschien om zyne opgewondenheid
meestor te worden. Nadat hy met zyne jonge
gemalin een kop koffie gedronken had, zag
hy op het horloge en merkte op: „Wy heb
b9n nog meer dan twee uren tyd, eer de
trein vertrekt. Ik heb hier eene mooie boot
liggen en het riviertje is zoo aanlokkeiyk -
willen wy nog een klein watertochtje
maken? De streek is prachtig, het is hier
zoo stil I"
Annie had niet veel lust; zy hield over 't
geheel, daar zy wat bang was, niet veel van
watertochtjes. Zy antwoordde ontwykend;
maar Giovanni list niet af. Wat kondejong-
gehuwdo hem weigeren? Eindeiyk gaf zy
hare toestemming.
„Carlo zal roeien; hy is een by na even
goed sportsman als ikzelf; hy hesft een
vasten slag."
„Maar wordt het niet spoedig donker?"
vroeg de nieuwbakken prinses.
„Zoo lang duurt de vaart niet; wy zyn
weer terug, eer de schemering invalt."
Zy stapten in de boot, en onder Carlo's
kundige leiding schoot het vaartuig snel voor
waarts. Do schemering kwam even wol eerder
dan de prins verwacht had.
De prins en do prinses bereikten laat in
den avond Liverpool en gingen de3 morgens
van den volgenden dag op de stoomboot
„Eturia," die hen in don gewonen tyd naar
Nieuw-York bracht. Do prinses was diep ge
sluierd op het schip gekomen en bleef, daar
zy zeeziek was, gedurende de geheele reis
in bare hut.
By de aaukomst te Nieuw-York vond het
jonge echtpaar een telegram, inhoudende dat
mevrouw Mac Laurie drie dagen na hun ver
trek aan eene beroerte was gestorven.
IV.
Denzelfden avond, waarop de prinselyke
buurman van professor Moore met zyne ge
malin de reis naar Amerika aanvaardde, was
Ethol Moore verdwenen.
Alle eventualiteiten werden overwogen
waar kon de vermiste heengegaan zyn? De
dienstbode snelde naar de na&3te huizen, die
achter den tuin lagen, en hield rondvraag.
Niemand wilde Ethel Moore gezien hebben.
In de vroegere woning van den prins was
alles stom en stil; de menschen, heette het,
die in het huis gewoond hadden, waren ver
trokken.
„Wolk eene verschrikkolyke gebeurtenisl"
zeide de oude professor wanhopig; „zou zy
verongelukt zfiu In de rivier Neen, zoo zwaar
kan de Hemel my niet beproevon."
„En hoe is hot boven? Is al haar goed er
„Er ontbreekt niets. Ook haar zomermantel
hangt op de gewone plaats; ik vermis niets."
Dien nacht vonden de bewoners van hot
huis weinig rust. Telkens doolde de oude man,
wiens grys, lang haar in don wind fladderde,
opnieuw door het huis en den tuin. Emdeiyk
keerde hy uitgeput naar huis, om nog eene
poos in eene andere richting te zooken, on
telkens klonk het door den heerlyken, koelen
Septombernacht: „Ethell Ethel l"
Den volgenden morgen werden de na
sporingen met hetzelfde resultaat voortgezet.
Men riep de hulp der politie in. Maar de
districts beambten woonden ver af en de wacht
hebbende konstabel haalde de schouders op.
Hy nam intusschon het signalement op en
beloofde het zyne te zullen doen. Toen do
professor oindeiyk heengegaan was, zeide hy
tot een zyner ondergeschikten„Ik wilde het
hem niet zeggen, maar ik geloof dat zy weg
is met haren geliefde, enzoovoort."
„Er van door gegaan, meent gy, Jenkins?"
vroeg de ondergeschikte.
„Ongetwijfeld I Nu, de oude looft een pond
of twee uit; wy zullen dus doen, alsof wy
haar zochten."
En de beide waardige dienaren der open
bare veiligheid zagen elkaar aan, knipoogden
en lachten.
Professor Moore, die geen rust had, snelde
den volgenden d3g naar de stad, deèlde zyn
ongeluk ook daar aan de politie mede en
vroeg een detective. Maar daar hy niet ryk
was en geene groote som voor het opsporen
van zyn kind kon ultlovon, werd hem weinig
hoop gegeven. De Eogelsche detectives werken
alleen in zeer goed betaalde gevallen uit
stekend en hier, redeneerden zy, waren in
't geheel geene aanwyzingen.
De oude man schreef sedert jaren aan een
groot werk, waarin by wilde bewyzen, dat
de Indianen van Noord-Amorika van do bybel-
8che Hebreërs afstamden. Dit was zyn
lievelingswerk. Doch nu staakte hy het work
en zocht tolkens en telkens woor. Hy had geen
succes. Dikwyis, als hy uitgeput en treurend
in zyne kamer zat, verweet hy zich, dat by
zyn kind veronachtzaamd, dat hy zich te
weinig om haar bekommerd had. Dan sprong
hy op en liep ver het land in en vroeg en
zocht.
Hot hielp niets. Niemand wist iets van
Ethel Moore
Weken gingen voorby; de koude wind
veegde door de voorstad, do boomen stonden
naakt en ledig, de klaagtoon van den herfst
klonk om het eenzame huis. „Heeft zy my
vergeten en verlaten?" zoide de oude man
tot zichzelven; „ik heb haar toch zoo lief
gehad. Is zy verongelukt en gestorven? Mis-
schien toch in do rivier?"
i Hy gaf een vlsscher eene voor z'yn doen
groote som en droeg hem op de rivier af te
visschion. Maar de vis&cher vond niets.
Weer verliepen weken en het sneeuwtapyt
bedekte het laud. Moore wydde zich weer
aan zyn werk en scureef en schreef, om to
vergeten. Zyne oogen worden somber en
dikwyis sprong hy van het werk op, om in
den met sneeuw bedekten tuin to zoeken.
De menschen zeiden dat hot met den oude
niet recht pluis meer was.
Eensklaps, het was een paar dagen vóór
Kerstmis, stormde Nancy, do dienstbodo,
buiten adem, zonder aan te kloppen, do
kamer btnnen.
„Ze heoben haarl" riep zy, „ze brengen
haar t"
„Wie?" riep Moore verschrikt, „wie brengt
men
Nancy wooa op eenige lieden, die eeno
baar droegen.
„Zy is toch in de rivier geraakt!" riep zy.
„Ethol onzo Ethell"
„Och, ochl" kreunde do oude man.
Éón der mannen, het was de visscher,
trad nader en zeide: „Nu hebbon wy haar.
Wy waren aan het visschen gegaan, ik en
de 8troohoedvlechter, dio nu vacant- heeft,
en toen wy het ys vrygemaakt ikge-
slagen hadden, zeide hy tot my: Wi.mw, dat
is hier niet pluis, daaronder ligt iels, hot
lykt wel op eon menscb. Toen namen wjj
de haken en trokken, totdat hot boven was.
Maar het is niet goed te zien, mynheer, hot
heeft te lang in het water gelegen. Ga mee
naar don ïykschouwer; daar moeten wü het
eerfct Ur n brengen."
(Wordt vervolgd.)