IK 10440 Maandag Maart A0. 1894, feze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van fon- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. DE KAPITEINE. LEIDSCH DAaBLAB. PRIJS DEZEB OOUBAMT: Voor Leiden per 8 maanden. i n Franco per post AJzonderltlke Nonnners f 1.10. i 1.40. - 0.06. PRIJB DER ADVKRTENTIËNl Van 1—6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17|. Grootero letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.06 berekend. Pit nomraer bestaat nit DRIE Bladen. Deinde Blad. Leiden, 3 Maart. Naar wy vernemen, ia door den heer S.. 0. Juta, wethouder te dezer stede, het beschermheerschap aanvaard der Gymnastiek- en SchermvereeDiging „Sparta", alhier. Op de 11. Woensdagavond gehoudeD oefenings- büeenkomst van genoemde vereeniging heeft de offlciëele kennismaking en installatie plaate g6had en werd hem het insigne der vereeniging, benevens eene toepasselijk uitgevoerde oor konde, aangebeden. WO wenschen der vereeniging „Sparta" veel aucces in haar streven tot vooruitgang. Da ^Vrijzinnige Kies vereeniging" alhier zal a. s. Dinsdag-avond groepvergaderingen houdon ter bespreking van een candidaat voor de Provinciale Staten, ten gevolge van het over lijden van den heer L. M. De Laat de Kanter. Ingevolge beschikking van den generaal- majoor inspecteur der inf. is de lste luit. F. A. C. Ruysch, van het 8ste regiment inf., op zijn verzoek overgeplaatst by het 4de reg. inf. alhier. Genoemde luit., die op 1 April a. s. hier aankomt, is ingedeeld bij de lste comp. 4de bat. De lste luit. J. F. Vethake, van het 4de bot. 4de reg. inf. alhier, wordt met den lsten April a. 8. op zijn verzoek overgeplaatst bij het 88to rog. inf. en wel met bestemming ▼oor Utrecht. Gaarne vestigen wij de aandacht op de openbare samenkomst, welke de Nederland- eohe Gustaaf-Adolf-Vereenigmg Maandag in het Nut alhier zal houden en waarbij de hoer Fritz Fliodner, pastor te Madrid, het woord aal voeren over zjjn arbeid in Spanje ten gunste van het protestantisme. De spreker aal worden ingeleid door den voorzitter der Vereeniging, dr. H. G. Hagen, terwijl een slotwoord zal gesproken worden door prof. dr. J. H. Gunning. De Christelijke Jongelings-vereeniging „Jeremia 13 16a" te Katwijk a./d. Ryn vierde deze week haar 13 jarig bestaan. Ds. Van Druten, van Rijnsburg, opende met gebed, waarna door den voorzitter, den heer M. A. Van Rhijn, een kernachtig woord ge sproken werd naar aanleiding van 2 Kon. 6 17. Secretaris en penningmeester brachten ver slag uit, de laatste berijmd. Twaalf zuster verenigingen waren door afgevaardigden ver tegenwoordigd. Leden der vereeniging, de heer Van Aalst, theologisch student te Leiden, de heer Weiland, hoofd der Chr. school, en anderen verhoogden het feestelijk samenzijn door voordrachten, toespraken als anderszins. Samenspraken, door de leden flink bestudeerd, hadden aanspraak op aller belangstelling. Ongemerkt was het nachtelijk uur reeds ge slagen; desniettegenstaande was ieder voldaan, en met een tot danken gestemd hart, eindigde ds Van Druten het samenzijn. Dank aan de vereeniging, die zooveel schoons en goeds te genieten gafl Op het telephoonkantoor in do gemeente Sassenheim werden gedurende de maand Februari 1894 behandeld 54 telegrammen, n.l. ontvangen 28 en verzonden 26. Het aantal kiezers in de gemeente Sassenheim voor de Tweede Kamer, deProv. Staten en den Gemeenteraad, voorkomende op de herziene kiezerslijst, bedraagt 142. In de te Bodegrave gehouden jaarverga dering van aandeelhouders der associatie „Weg en Vaart Gouda—Bodegrave", is de rekening, boekjaar 1893, vastgesteld en het dividend bepaald op ƒ4 per aandeel. Tot com missarissen werden gekozen de heeren W. A. L. Van Mierop en W. Lotsy, respectievelijk gemeeDte ontvangers te Voorburg en Gouda. Uit het jaarverslag van de „Martha- Stichting" voor onverzorgde kinderen te Alfen aan den Ryn blijkt dat de ontvangsten ge durende het jaar 1893 de som van 45,019.00 bedroegen. Aan voeding werd uitgegeven eene som van nt917.b&l/it aan kleeding 3564.01 het totaal der uitgaven bedraagt f 43,164.76, zoodat er een batig slot is van f 1854.84. H. M. de Koningin Regentes nam gister avond te 8l/4 uur tegen het slot van het eer ste bedryf van het blyspel „Vrienden van Ons," in de Koninkiyke loge van den Haag- schen Schouwburg plaats en vereerde de voor stelling tot het einde met Hare tegenwoordig heid. De bezoekers stonden op by het binnen komen en vertrek van H. M., die by het heengaan den Haar aangeboden bloemruiker uit de vaaa medenam. Met de Vorsteiyke bezookster waren in Hare loge tegenwoordig baronesse Van Itter- sum, hofdame; kapitein-ter zee baron Van Hogendorp, adjudant; H. W. J. E. baron Taets Van Amerongen, kamerheer, terwyi in de aan grenzende loge voor de Hofhouding waren gezoten baronesse Van Weideren Rengers, hof dame, en den lsten luitenant graaf Dumon- ceau, ordonnance-offlcier. H. M. de Koningin-Regentes bracht gister middag te 4% uur, vergezeld van de hofdame freule Van Ittersum, een bezoek aan de kinder bewaarplaats op de Hooftskade te 's-Graven- hage. De minister van marine heeft den luit. ter zee 2de kl. jhr J. H. O. Van den Bosch, uit Oost Indië in Nederland teruggekeerd, op non-activiteit gesteld. Mr. J. Sluis, officier van justitie te Assen, is Donderdagavond plotseling overleden. De overledene bereikte den 54-jarigen leeftyd. Door den heer P. W. H. Linckens, com mies by 't hoofdbestuur der posteryen en telegraphie, is een open brief gericht tot den hoer Z. Van der Vegte, inspecteur der tele graphie, over het onderwerp: „Verlaging van het binnenlandsch telegramtarief." In het Januari nummer van het „Maand blad voor telegraphie" had laatstgenoemde een artikel geplaatst om te betoogen, dat er by ons geene behoefte bestaat aan eene ver laging van het binnenlandsch tarief. Daar tegen nu komt de heer Linckens op, die juist verlaging in 't algemeen belang noodig acht en in 't by zonder het zoogen. drie klas sen-stelsel verdedigt. Het is natuurlyk eene quaestie van cyfers of liever van groepeeren van cyfers en het trek ken van conclusion daaruit. Beide schryvers halen dan ook vele statistieke gegevens aan, te veel om over te nemen. Daar de heer Linckens by zyne eigen beschouwing die van zyn tegenstander heeft gevoegd, kan men zich van beider argumenten op de hoogte stellen. Naar de „N. R. Ct." verneemt, is de heer Clercx, lid van de Tweede Kamer, ernstig ongesteld. Door mr. H. Enschedé, te Haarlem, is aan den Raad bericht dat hy met 1 April a. s. wenscht op te houden de betrekking van wethouder dier gemeente te bekleeden. De directeur-generaal der posteryen en telegraphie maakt bekend dat de directie van het postkantoor te Zutfen 1 Mei a. s. vacant komt. Jaarwedde 2600, benevens vrye wo ning. Soliicitatiön moeten uiteriyk 15 Maart e. k. zyn ingediend. Ingevolge koninkiyk besluit van 2 dezer zal Hr. Ms. pantserdekschip „Koningin Wll- helmina der Nederlanden", liggende te Wil lemsoord, met 17 April a. s. in dienst worden gesteld, met bestemming voor buitenlandscben dienst. By gemeld besluit is het bevel over dit schip alsdan opgedragen aan den kapt. ter zee P. Zegers Veeckens, adjudant van H. M. de Koningin, met bepaling dat genoemde hoofd officier by de aanvaarding van dit bevel zal worden beschouwd als te zyn gedetacheerd van Hr. Ms. Militaire Huis. (Sts.-Ct.) Op 28 Februari en 1 Maart werd te Kampen eone vergadering gehouden van de- putanten der Synode van de Ger. Kerk, met hot curatorium en de docenten der Theol. School. Ter vervanging van wyien Prof. H. De Cock werd tot hoogleeraar aan de Theol. School benoemd de WelEerw. heer P. Bies- terveld, pred. te Rotterdam. De minister van binnenlandsche zaken heeft ter algomeene kennis jebracht, dat in de maand Mei of Juni gelegenheid aal worden gegeven tot het afleggen van de practische examens van apotheker, vermeld in aft. :11 der wet van 25 December 1878. (Staatsblad; No. 222), laatstelyk gewyzigd by de wet van 12 December 1892 (Staatsblad No. 261). Dag on plaats dier examens zullen nader worden bekend gemaakt. Aanmelding vóór 1 Mei. De voorwaarden van aanmelding zyn opgenomen in de Staats-Crt. van 3 dezer. Te Leeuwarden is, na eone langdurige ongesteldheid, op den leeftyd van 52 jaren overleden do heer J. F. Stoetz, kapelmeester van het staf muziekcorps van het lste reg. inf. Byna 25 jaren bekloedde hy op alleszins verdienstelyke wyze deze betrekking. Het stoomschip „Kaisor" vertrok 1 Maart van Durban via Zanzibar naar Rotterdam en Hamburg; de „Menelaus", van Amsterdam naar Java,f passeerde 2 Maart Gibraltar; de „Reichstag", van Natal naar Hamburg, arri veerde 2 Maart te Suez; de „Spaamdam", van Rotterdam naar Nieuw York, is 2 Maart Scilly gepasseerd; de „Utrecht", van Java naar Rotterdam, is 2 Maart Gibraltar gepasseerd; de „Sumatra", van Amsterdam naar Batavia, vertrok 3 Maart van Suez. By koninkiyk besluit is benoemd tot lid van het Hoog Militair Gerechtshof mr. G. H. Van Bolhuis, deken der orde van advocaten en kantonrechter plaatsvervanger te Utrecht. Vergund aan den heer P. Ch. VanLennep, consul-generaal der Nederlanden te Athene, het aannemen der versierselen van commandeur der orde van de Eikekroon. Bevorderd tot ingenieur van den Ryks- waterstaat 2de kl. W. K. Behrens en J. Nele mans, beiden thans 3de kl. De leerllug in de werkplaats. Geiyk wy in oas vorig nummer mede deelden, toonde mr. H. Smeenge, toen hy in de openbare vergadering der Leidsche afdee- ling van het Nederlandsch Werkliedenverbond over het Ambachts-onderwys sprak, aan, waarin hy daarin verbetering wilde brengen, welke verandering hy wenschte te verkrygen door invoering van het leerlingwezen naast de ambachtsscholen, waarmee men in Drente reeds is begonnen. Spr. herinnerde er aan hoe de jongen reeds vroeg geld moet verdienende omstandigheden eischen dit dikwyls, welnu, eene Vereeniging zorge daarvoorde jongen ontvange 't eerste jaar 50, 't tweede 80 cent, en 't derde jaar 1 per week. Maar wanneer de baas de kos ten niet vergoed krygt, dan laat hy een jongen nooit iets bederven, dus niets leerendaarom wordt ook aan den patroon eene kleine ver goeding gegeven, waartegenover de Vereeni ging eischt, dat de patroon den jongen volledig het vak leert en niet gebruikt voor dingen buiten het vak om. Van den vader wordt geèischt dat hy zyn jongen een zekeren tyd (drie jaar in Drente) by den baas laat, opdat de laatste belang by den eeraton heeft en, wanneer hy hem goed leert, ook eenige vruchten plukt. Omdat de belangstelling der ouders zoo ge ring is, wordt er thans niet naar omgozien of jongen ook vorderingen maakt. Noodig is daarom eene commissie, die ieder jaar den .leerling een proefstuk laat maken. Tot be- looiing geeft zy na het eerste jaar ƒ5 aan gereedschappen, na het tweede ƒ10, na het derde 30. Door de bemoeiingen van zoo'n commissio wordt de verhouding tuaschen leer ling en patroon beter; wordt weer de band, die vroeger bestond, hersteldze (krygen meer sympathie voor elkaar en waardeormg van de zyde van het publiek. Uit hoe meer standen hot toezicht dan bestaat, hoe beter. De tyd, dien de jongen in de werkplaats doorbrengt, moet geregeld, moet vooral niet te iaug zyn, opdat den jongen eenige vrye tyd en vervolgens tyd overblijft om 's avonds burger- en herhalingsschool te bezoeken. Het is noodig, dat de baa9 en de ouders van den jongen, evenals in den gildo-tyd, een contract sluiten, op welks verbreking strafbepalingen worden gesteld. Hoe meer dergeiyke particuliere vereeni- gingen als bovenbedoeld verryzen, hoe beter, want door dat particuliere initiatief zullen do noodige gegevens verzameld kunnen wor den. aan de har.d waarvan dan later de Staat het leerlingwezen kan regelen. Dan zouden b. v. jongens op kosten van den Staat by bazen in de leer kunnen worden gedaan. Hiertegen opperde echter de heer Van Dam, in het na de voordracht volgende debat, bezwa ren, want aldus zouden andere bazen, die zulke door den Staat bezoldigde jongens niefc kregen, worden achtergesteld, waarby dan nog kan komen dat zulke jongens grootero knechts overbodig maakten, zoodat het door den spre ker gewenschte stelsel, voor den tegenwoor- digen werkman een nadeel zou worden: want door die geldeiyke vergoeding van den Staat zullen de bazen verplicht zyn de leerlingen, als deze by hen aan het vak komen, dadeiyk aan het werk te zetten, en dat werk dan uit de handen van de knechts te nemen, voor wie doorgaans toch al weinig voorhanden is. Vervolgens, is het werk byDa op, dan zullen de bazen verplicht zyn de jongens te houden en de knechts zullen moeten worden naar huis gezonden. Daartegen merkte do heer Smeenge op dat het zyn doel is de jongens, verdeeld over twee of drie, in de leer te doen hoofdzakelyk by de kleinere bazen, die zelf medewerken, dus niet alleen by één of twee grooten. [Van iemand, die de vergadoring by woonde, ontvingen we de schrifteiyke opmerking dat hieruit zou blyken dat spr. weinig op de hoogte van den ambachtsstand is, omdat hy anders weten moest dat acht van de tien bazen zelf in hun vak niet uitblinken, zoodat met zulke personen als meesters het peil der werklieden niet ryzen zou. Wy onthouden ons natuurlyk in deze van een oordeel.] Ook de heer Van Dam wees er op dat alle bazen nog geen onderwyzers zyn en dat de ervaring hem, dio vroeger geen voor stander der Ambachtsschool was, heeft ge leerd dat de leerlingen, die daar worden gevormd, verre staan boven hen, die in do werkplaats hunne opleiding hadden genoten» De heer Smeenge herinnerde er mitsdien nogmaals aan dat het zyn doel niet was iets kwaads van de ambachtsscholen ie zeggen, integendeel, maar dat zo voor duizenden jongens onbereikbaar zyn, en juist voor hen wenschte hy naast de ambachtsscholen een betere opleiding in do werkplaatsen. De heer Brynen beweordo dat kennis geen macht, geen geld was voor don ambachteman in den tegenwoordigen tyd, omdat de concur rentie die kennis dooddrukt. De heer Bedier wilde de grondslagen, waarop de vakken rusten, verbeteren en byv. soholen oprichten, waar zulke vakken geleerd worden, die thans oorzaak zyn van oen grooten invoer in ons land. De heer Smeenge beantwoordde ook deze sprekers. Het deed hom genoegen, dat alle drie sympathie hadden getoond voor zyn streven. Aan den heer Brynen antwoordde hy dat men toch wel dogeiyk in de wereld ziet, in alle rangen en standen, dat wie 't meeste weet en kent, 't verste komt; aan den hoer Bedier dat spreker zeker ook meer radicale verbete ring zou wenschen. Men is echter niet blind voor wat deze wilde. In Friesland leert men tegenwoordig de houtsnykunst. In afwachting 8) Het onafgebroken in hare gedachten levende, omgang on gezelschap ontwy kende meisje werd ten slotte ook haren oom tot last, e i om haar kwyt te raken, stemde hy toe ln haar met zorg uitgewerkt plan, als soldaat, mot den degen in de hand, haren vyand te zoeken en te straffen. Ja, hot was hem zelfs mogeiyk, dat plan te bevorderen; er werden nameiyk papieren ge vonden, die, op zyn overleden neef van moederszyde geschreven, Giza als man konden öocumenteeren. Zy noemde zich nu Plarenci en bereikte, voorzien van aanbevelingsbrieven van haren oom aan Nadasdy en Sinzendorf, voorloopig hare intrede in het keizerlyke leger als officier. In het geheele corps, dat graaf Nadasdy commandeerde, stond de kornet Plarenci be kend als een uitstekend officier, een stout moedig ruiter en een goed ordonnans. Zyn dieost had het nog niet noodig gemaakt, van z[jne dapperheid te doen blyken. Den grooten aanval by Görlitz, waar Nadasdy- en Palfy- huzaren de infanterie op de vlucht geslagen en drie vaandels veroverd hadden, de nog koenere onderneming in den slag by Landshut, waar dezelfde huzaren twee carré's onder den voet gereden hadden, had de kornet medegemaakt zonder de sabel te trekken. Dat viel op. Eene tweede eigenaardigheid van hem was, dat hy Pruisische krygsgevangenen over verschillende officieren, die in Pruisen dienden, ondervroeg, met name echter naar Werner informeerde. Na drie jaren gevorscht te hebben, vernam hy eindeiyk, dat een officier, Werner geheeten, by het corps van den Pruisischen generaal Bülow diende; maar dit corps was altyd op andere punten van het oorlogstooneel dan generaal Nadasdy en zyn inmiddols tot lui tenant geavanceerde adjudant, zoodat deze van de gelegenheid, Werner te ontmoeten, verstoken bleef. In den slag by Kunersdorf, waar de Nadasdy- en Kalnoki-huzaren onder bevel van generaal Bethlen stonden, leidde Plarenci de troepen langs door hem verkende wegen zóó gunstig, dat het hun gelukte een vyandeiyk bataljon in den rug aan te vallen en gevangen te nemen. Plarenci, voor deze daad tot eersten luitenant bevorderd, kreeg nu ook een eskadron en werd de afgod zyner huzaren, die voor hun commandant door het vuur zouden zyn gegaan. Nu was hy ook beter voorbereid, zyn vlytig gezochten vyand te ontmoeten, indien hy hem mocht vinden. En de gelegenheid hiertoe kwam eindelyk. Het was in het jaar 1761; in het midden van Juni was het regiment van de Waras- dyner grenshuzaren tot een verkenningstocht aangewezen en kwam des avonds van den 20sten Juni in het bivak eenige myien van Hartmannsdorf, in 8ilezië. Het was een schoone, warme, heldere zomernacht. De nachteiyke rust van het overdag zoo woelige kamp, het wegstervende aanroepen der posten, en daarby de wind die door de wilgen aan de beek ruischte, oefenden eene overweldigende bekoring zelfs op de ruwe krygslieden uit, die iets dergoiyks al zoo dikwyi8 beleefd hadden. Drie huzaren-officieren zaten stil en in zich- zelven gekeerd voor eene offleierstent. „Geen echte oorlog meer", begon eindelyk de oudste. „De ryken hebben zich uitgeput, de armeren zyn den oorlog moede geworden." „De Warasdyners, die het geluk hebben, onder het bevel van u, overste, te staan," vleide de tweede heer, de eerste luitenant baron Karl Andrassy, die nu hot bevel over de Nadasdy huzaren had, „hebben het in dit opzicht toch nog beter dan wy. Gy hebt de handen vry, kunt verkennen, aanvallen en requireeren, echt huzarenwerkl Ons echter heeft men tot eeno linie-cavalerie gemaakt en dwingt ons, met dan in groote ruiter- ma8&a'a te vechten." „Daarby is ook roem te behalen," merkte de Warasdyner overste Knesevich op; „de onderneming op Liebau heeft het bewezen." „Ik had daarby veel te danken aan luite nant Plarenci, die zyn eskadron zóó handig wist te leiden, dat de vyand weldra van voren en van ter zyde gevat was. Nog een maal bravo, PlarenciI" En Andrasey reikte den derden officier, die zich bescheiden achter de beide heeren hield, de hand. „Ja, ja, dat is de dappere Plarenci," lachte Knesevich, „maar nu trekt hy toch de sabel, nietwaar T' „Om te commandeeran, overste I" ant woordde Plarenci. „En het vechten?" „Laat ik aan myne huzaren overl" „Weet je wel, beate Plarenci," meende de eerste luitenant, „dat je afkeer van persoon- lyk bloedvergieten eigeulyk onmaniyk is, en zelfs strydt met het reglement? Of bindt misschien eene gelofte u?" „Dat niet; als ik den vyand, dien ik jaren lang zoek, voor den degen heb, zal hy zyn werk doen," sprak Plarenci somber. Op dit oogenblik kwam een oude, grys- harige wachtmeester der grenshuzaren van een kondschapsrit terug en overhandigde zyn commandant een schryven, dat hy van een den Oostenrykers gezinden burger uit Hart mannsdorf ter bezorging gekregen had. De overste had by het schynsel der lantaarn nauwelyks een blik op den brief geworpen, of hy sprong verheugd op. Vrienden I" riep hy, „eone huzaronlistl Eeo detachement van het corps van Bülow, aangevoerd door overate Werner, is in Hart mannsdorf aangekomen. Manschappon en paarden zyn slecht verzorgd on vermoeid, de voorposten nalatig. Noodigt dat niet formeel tot een aanval uit? Ga je mee?" „Ik kan, helaas, niet zonder verlof van den generaal, en het is te laat om dit te vragen," antwoordde Andrassy mismoedig. „Luitenant, ik vraag onderdanig, met myn eskadron aan den aanval deel te mogen nemen," zeide Plarenci op dit oogenblik opgewonden. „Gy, Plarenci? Ga, ga niet, de generaal zal er tegen zyn." „Mag ik voor myn persoon dan tenmioste meegaan „Hoe zyt ge plotseling zoo strydlustig ge worden, Plarenci?" „Luitenant, ik herhaal myn verzoek; het doel van myn loven hangt er van af." De luitenant werd nadenkend, Plarenci smeekte steeds dringendernu wendde Kneoe- vicb, die den wachtmeester eonige bevelen gegeven had, zich tot Andrassy. „Nu, luitenant, snel besloten 1 Ga je mee, of niet, anders doo ik het alléén 1 Als do generaal morgen hoort, dat hy eene over winning behaald heeft, zal hy zeer tevreden zyn. Voor 't overige wys ik je een uitweg. Ik schryf je een briofje, dat ik in de klem zit, en als eeriyk soldaat moet je natuurlyk helpen. Top?" „Top", sprak Andrassy, verheugd over deze logica. „Neem twee eskadrons, Plarenci, en stel u ter beschikking van overste Knesevich als het werkeiyk slecht gaat, kom ik met het geheele regiment na." Plarenci spoedde zich onmiddellijk naar hot kamp. Hier heerschte weldra eene groote bedryvigheïd. De slapers werden gewokt, de paarden stilletjes gezadeld en gepakt, en binnen korten tyd draafde over den weeken bodem langs de beek, gedekt door de aan den oever staande boomen, eene lange rö ruiters Daar Hartmanosdorf, nadat enkele kleine afdeellngen, samengesteld uit de vin- dingryk8te en handigste huzaren, als 't ware als voelhorens naar voren en zywaarts uit- gozonden waren. (SM volgt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 9