Finantiëele Kroniek. „Vervolg der Stilte" zou men een overzicht der afgeloopen week kunnen betitelen, aange zien in het karakter der fondsenmarkt weinig .of geen verandering was te bespeuren, mis schien alleen eene nog grootere terughoudend heid van het publiek. Dit was evenwel minder te wijten aan de houding der hoofdmarkten, daar het buitenland over het algemeen een gunstiger aanzien had, doch het publiek blijft nu eenmaal in kalme afwachting van gunsti ger tyden en noch eene gunstige ommekeer in den handel, noch een gewijzigde meening, worden in een paar enkele dagen te voorschijn geroepen. Intusschen blijft het geld overvloedig dispo nibel en aangeboden en het wordt langzamer hand moeilijker dit op voldoende wijze ge plaatst te krijgen. Dat daarbij aan belegging in onze Staatsfondsen de voorkeur wordt ge geven boven prolongatie, waarvan de rente sedert langeren tijd zeer laag is, blijkt o. a. wel uit het feit, dat de 3 pet. W. Schuld thans 1003/, genoteerd is en de 2'/a pet. Schuld al langzamerhand op weg gaat naar eene noteering van 90 pet De markt der Koloniale- en Tabaks waarden was voortdurend in levendige stem ming. Deze afdeeling maakte wel eene gunstige uitzondering, daar hoofdzakelijk door voort durende flinke speculatieve aankoopen de prijzen oene belangrijke verheffing konden ondergaan, welke voor de A ssahan-tabak- maatschappijen van de groot8te beteekenis was. Van buitenlandsche fondsen waren Rus sen in minder vaste houding er, is voor de meeste soorten eenige teruggang te melden. Zij ook ondervonden den invloed der ontstem ming, welke de scherpe daling in Italianen te voorschijn riep. Het koersverloop dezer laatsten was verrassend en teleurstellend tevens, daar eene dergelijke plotselinge scherpe daling niet werd verwacht. Wel bleven Londen en België gedurende de laatste dagen eene zeer gereserveerde houding aannemen, in afwachting van de plannen, welke door den minister van financiën zouden worden voor gelegd. Deze plannen nu zijn thans bekend geworden en zijn in hoofdzaak gevormd op eene aanzienlijke verhooging der belastingen en op eene converteering der schuld. Om het zeer aanzienlijke tekort op do .begrooting to dekken, zullen groote bezuinigingen worden Ingevoerd, die tot een bedrag van 45 millioon lire zouden kunnen besparen. Wat de verhooging der belastingen aangaat, worden deze voorgesteld eene vermeerdering van 100 millioen lire te zullen geven, waarvan het grootste gedeelte door verhooging van alle bestaande belastingen op de inkomsten en grondbelasting zal worden verkregen. De belangrijkste en meest ingrijpende maat regelen, die thans worden voorgesteld, be treffen de staatsschuld en de schatkist. De 5 pets. rente zal worden geconverteerd in eene 4 pets. schuld, voor altijd ontheven van belasting, terwijl eene nieuwe 4% pets. bin- nenlandsche schuld zal worden gevormd. Voorts wordt het invoerrecht op tarwe verhoogd, doch daartegen de accijnzen op meel, brood, enz. afgeschaft, hoofdzakelijk met het doel om den te zwaron belastingdruk op Sicilië te verminderen. Door de aangekondigde maatregelen zullen de jaarljjksche ontvangsten met 150 millioen vermeerderen, waardoor het mogelijk zal zijn om het ovenwicht in de begrooting voor lange ren tijd te bevestigen en zoodoende het zeer geschokte crediet te herstellen. De belangrijkste vraag is natuurlijk wel zijn de voorgestelde ingrijpende maatregelen afdoende? Het is onmogelijk daarover nu reeds eenige meening te vernemen, vooral daar nog zooveel in de voorstellen moet wor den verduidelijkt; doch in toongevende finan tiëele kringen worden de scherpe daling en het groot aanbod van fondsen in de laatste dagen als niet gemotiveerd geacht. Oostenrijksche waarden bleven on geveer op gelijke koersen. Alleen kwam in de Februari-rente eene plotselinge verhooging tot stand, dank zij de verlatenheid der markt, waardoor zulk eene noteoring kon geforceerd worden. Turken Dijjven voortdurend onder den gunstigen invloed der sterke vraag in het buitenland, waarvan vooral de geconverteerden serie C konden profiteeron. De belangrijke rijzing der aandeelen K u rs k Charkow Azow is een gevolg van hot bekend worden dat de onderhandelingen over eene regeling zoo vor zyn gevorderd, dat de voorwaarden, waarop de aandeelen zullen wor den ingewisseld, konden worden gepubliceerd. Voor elk aandeel ad 125 Rbl. zal ongeveer anderhalve 4 pets. obligatie Rusland van gelijk bedrag, benovens eene uitkeering van ongeveer 10, worden uitgereikt. Wat de winst-aandeelen betreft, duidt de groote sprong, dien zil plotseling maakten, ge noeg aan dat de verwachting, die ten opzichto der uitkeering voor deze stukken wordt ge koesterd, een voor de houders zeer bevredi gend resultaat in zich sluit Op do subsidie-bewijzen Circum Etnea wordt thans oene uitkeering gedaan van f 5.97 voor achterstalligen interest van April Dec. 1893. Tot ontvangst moeten de certificaten naar Amsterdam worden opgezonden, doch geschiedt de uitkeering alleen aan de houders, die hunne oorspronkelijke stukken (subsidie- overdrachtsbew\jzen) vóór 1 Maart ter ver wisseling tegen certificaten hebben ingeleverd. Over hot algemeen was de houding dor Zuid Amerikaansche markt tamelijk gunstig. Mexicanen, Brazilië en Ecuador konden allen meer of min belangrijk avans behalen. Alleen Uruguay liep eenigszins in prijs terug, hetgeen wel tegen de verwachting is in verband met den onlangs gepubliceerden staat der douane-ontvangsten, welke eene niet onbelangrijke vermeerdering aanwijzen. De loop der Zuid-Amerikaansche waarden werd echter geheel beheerscht door de Londensche beurs, welker koersen hier getrouw werden nagevolgd. Ten einde op spoedige wyze de verplich tingen ten opzichte der twee onbetaald ge bleven coupons der Venezuelaansche schuld na te komen, heeft de regeering be sloten, te beginnen met 1 Februari, de maande ïyksche remi8en ten dienste der schuld met een bedrag van 875 pd. st. te verhoogen, ten einde zoo spoedig mogelijk daardoor tot inwisseling der oude coupons te geraken. Goede vraag bleef verder bestaan voor oblig. Merida en Carenero, in verband met do zeer krachtige verbetering van den flnantiëelen toestand van het land. De Amerikaansche Spoorwegmarkt verkeerde vrjj algemeen in lustelooze stemming. De handel blijft in hooge mate onbeteekenend bij gebrek aan eenig belangrijk nieuws. De spoorwegontvangsten blijven hoog6t ongunstig, waarbij de la§>6 prijzen van graan en zilver natuurlijk geene factoren vormen tot eenige verbetering. Waarschijnlijk zal deze toestand wel voortduren tot een besluit omtrent de tariefwet eenige meerdere zekerheid zal geven en de handel een vaster grondslag zal hebben verkregen. Omtrent het reorganisatie-plan dor Central Pacific wordt meer uitvoerig vernomen op welke basis de regeling wordt voorgesteld. De Central Pacific geeft aan de regeering eene eerste hypotheek op al hare bezittingen, con tracten, enz., waarbij de Maatschappij evenwel het recht behoudt om over hare bezittingen te goeder trouw te mogen beschikken en om van do gelden, door verpachting verkregen, een dividend op de aandeelen uit te keeren als bij de wet zal worden toegestaan. Verder zal de C. P. obligatiên, uitgeven tot een be drag van 135 millioen dollars, rentende 2'/a pet., welke obligatiên door de regeering voor hoofdsom en rente zullen worden gegaran deerd. Deze nieuwe obligatiên zullen gedeelte lijk worden aangewend tot inwisseling der thans ten laste der Central loopende obliga tion, welke dus te eeniger tijd tot inwisseling of aflossing zullen worden opgeroepen. Rijnlandsche Bank. Brieven xiit Amsterdam. n. Waaraan toch zou het toe te schrijven zijn, dat wij, hetgeen we in onze jeugd onder vonden, zoo lang en zoo scherp onthouden, terwfil we feiten uit ons later leven zoo ras vergeten? Volen meenen de oorzaak hiervan te moeten zoeken in het zwakker worden van 't geheugen. Maar zou het ook niet voor een deel liggen aan het feit, dat veel wat het kind ondervindt, voor hem niouw is en scherper waargenomen wordt, terwijl by ons ouderen do indrukken zoo talrijk zyn en zoo weinig nieuw, dat. de een den anderen verdringt zonder merkbaren indruk achter te laten. Het is my niet moeiiyk het gouden ooryzer, do kanten muts, de gebloemde sjaal en vooral ook de zachte, goede blauwe oogen voor den geest te halen eener lieve tante, sinds jaren verscheiden, die my, toen ik kleutor was, zooveel goeds deed. Maar zoo men my naar de kleur der oogen vraagt van den waard in De drie fleschjesdie my eiken middag myn glaasje overreikt, ik zou het niet kunnen zeggen. Ook is het merkwaardig hoe kleinigheden, een langvergoten straatdeuntje, de stem van oen vriend, dien we in jaren niet zagen, ja zelfs de aanblik van een oud meubelstuk, ons een stuk leven voor den geest tooveren, dat we reeds lang voorgoed dood dachten. Het is naar aanleiding van een gesprek, dat ik met een der reünisten van do Handels school te Amsterdam had, dat ik aldus myn brief begin. Onze Handelsschool oene inrichting, waar wy Amsterdammers trotsch op zyn vierde in deze week haar vyf-en-twintlgjarig bestaan. Van allo zfiden stroomden oud-leerlingen toe om de oude leeraren nog eens te spreken, hunne dankbaarheid te betuigen voor het vele goede, dat zy genoten hadden en ook wel om te toonen hoe ver ze het gebracht hadden. Wie een tiental jaren geleden op de school banken zat als een bedeesde knaap, werd nu als het hoofd van een voornaam handelshuis teruggezien. Dezelfde loeraar, die zooveel moeite had gehad om Jantje de beginselen van 't flnancie-wezen in te prenten, ontmoetto nu Jantje als een Jan, die, chef van een ban kiershuis, ieder die maar wilde een lesje kon geven in die hoogere wiskunde, waardoor de geldhandel een ontoegankeiyk gebied is voor ieder eenvoudig man. Welke goede resultaten de Handelsschool oplevert bleek hier vooral door de oud-leerlingen die, byna allen aan- zieniyke posities innemen. En dat er niet alleen knappe handelslieden afkomen, maar de verworven kennis er algemeen is, mogen oud leerlingen als de criticus C. F. Van der Horst en de letterkundigen Arie Prins en Frederik Van Eeden getuigen. De verschillende feestelykheden, waaronder vooral het bal in 't Concertgebouw uitmuntte oen bal, waarop al wat Amsterdam aan schoone jonge meisjes in den voornamen stand telt, aanwezig was mogen veel genot geschon ken hebben, de oud leerling, waarmede ik in gesprek raakte, verzekerde my dat niets hem zoo gelukkig maakte dan de gelegenheid, die hem geboden werd, zyne vroegere leeraren en zyne oude kameraden weer te zien. Heel zyn leven van dertien tot twintig jaar zag hy weder opblinken; al de kleine zorgen herin nerde hy zich. En de leeraren, die de inrich ting trouw waren gebleven en die hy nu weer zag, wel wat ouder, maar toch nog met dezelfde kleine eigenaardigheden, vroeger voor hem reuzen in kennis en wysheid, waren nu wel iets kleiner voor hom, maar toch voelde hy nog altyd dat diepe gevoel van eerbied en achting, dat we ons leven lang behouden voor hen, die ons, toen we onwetende, zwakke kinderen waren, leidden en voorbereidden voor den moeilyken stryd om 't bestaan. Op een der feestavonden gaven de leerlin gen in den Artis-schouwburg eene muzikale en dramatische uitvoering; een amateur- photograaf vertoonde eenige dissolving-views en, geiyk dat te verwachten is, werd op het witte doek ook het portret onzer lieftallige jonge Koningin getooverd. En nu kwam weer het phlegmatieke Hollandsche karakter uit. In welk land ter wereld zou zoo iets vertoond kunnen worden, te midden van een hoogst beschaafd gezelschap van consuls, gemeente raadsleden, kooplieden en tal van jongelui, in feesteiyke stemming, of allen zouden als één man hebben opgestaan en met ontblooten hoofde het Volkslied hebben gezongen. Hoe gaarne had ik, tusschen al die styf-deftige Hollanders, die zwart-gerokte en witgedaste vaderlanders, hebben opgestaan om uit volle borst een Wilhelma van Nassauwe aan te heffen, ware ik niet, door myn ambt, ge dwongen geweest slechts toe te zien en aan te teekenen als een aanwezige, die er geen belang in stelde. Maar een hoezeetje en rrrteen nieuw stuk. Ik weet wel dat we Oranje niet op de tong, maar in het hart dragen, doch ik had dezen keer toch gaarne eene hoorbare uiting waargenomen. My dunkt, de Hollandsche koopman vooral moet weten welk een zegen het is, dat de oranjeboom eene zwakke loot naliet, die, heerlyk opbloeiend, eens een boom zal worden, in wier schaduw vele vermoeiden rust zullen vinden. Eene tegenstelling van de vastheid van tong op dit feest was de uitvoering van den Mili tair eyi Bond voor Koningin en Vaderland, eeno vereeniging, die zich beyvert onder de militairen de kameraadschap en de vaderlandsliefde aan te wakkeren. Hier werd, met begeleiding van militaire muziek, uit volle borst gezongen. Wat vooral toe te juichen is, vind ik, dat niet alleen op deze wyze het doel bereikt, maar ook dat de volkszang verbeterd wordt. Wie de liederenbundel „Voor Janmaat en Soldaat" inziet, moge al eenige critiek oefenen op de taal der liederen, niemand zal ontkennen dat er geene warme liefde voor vorstin en vaderland in al de verzen doorstroomt en ieder zal toegeven dat, door zulke liederen onder het volk te brengen, het walgelyke, dreinerige, onzedelyke straatlied van tegen woordig verdrongen wordt. Er werd ook dien avond tooneel gespeeld door korporaals en toen wy de volle zaal van 't gebouw „Plancius" verheton, waar die honderden soldaten en matrozen eens gezind en karaeraadschappelyk byeen zaten, terwyi de gedachten aan de kroeg verre wareD, brachton wij eene stille hulde aan den jongen luitenant Glockener Broussondie deze ver eeniging oprichtte en zyne al te groote voort varendheid geboet heeft met overplaatsing uit Amsterdam naar eene stille garnizoens plaats. De afdeeling Amsterdam van den Bond erkende de verdiensten van zijn stichter door den luitenant tot eere-voorzitter te oonoemen. B. 198ste vergadering van de afdeeling Leiden en Omstreken van de Maat schappij tot bevordering derBou wkunst. Door tu8Schenkomst van den hoer P. De Wilde Pz. was door de firma Brill voor de Kunstbeschouwing het plaatwerk ,,L' Archi tecture, la décoration, 1' ameublement" par Eugène Prignot afgestaan, dat met veel be langstelling werd bezichtigd. Door den heer H. J. Jesse waren als kunst- industriëele voorwerpen ingezonden eene groote en eene kleine tafel, een fauteuil en een stoel, alle vervaardigd van eikenhout doorLeidsche werklieden. De commissie van beoordeeling roemde zeer het goede werk, maar maakte eenige kleine bemerkingen op den vorm der stoelen. Na goedkeuring der door den secretaris ge lezen notulen, zegt de voorzitter eenige woor den ter herinnering aan wyien onzen hoog- geachten burgemeester, in het byzonder over zyne belangstelling voor den door de afdeeling gehouden wedstryd voor handwerkslieden in 1890, van welker uitvoerende commissie de heer De Laat de Kanter eere-voorzitter was. Aan de orde is de beantwoording van vragen, gesteld door het bestuur der Maat- schappy. De heer N. De Zwart brengt rapport uit over vraag X: „Welke maatregelen worden in den zetel uwer Afdeeling genomen in het belang van den bouw van woningen, die aan de eischen der hygiëne voldoen?" „Bestaat er ten uwent eene commissie tot behartiging van de hygiënische belangen, en wat werd door haar reeds v->rreicht op het gebied van bestaande en den bouw van nieuwe woningen De rapporteur begint met te zeggen dat de eisch, waaraan e.-ne woning moot voldoen, is, dat zij een gezond en aangenaam verblyf aanbiedt voor het gezin. De grond, waarop de woning gebouwd wordt, mag geen aanleiding goven tot bet ontstaan van ziektentevens moet worden zorg gedragen voor een goeden afvoer van hemel- en huiswater, terwyi alle middelen moeten worden aangewend om te maken dat de woning droog is. Om het vormen van schimmelplanten onder de vloeren te voorkomen, worden aanbevolen: een beton-ondervloer 8 a 10 cM. dik, een onder vloer van 2 lagen klinkers in sterk tras of vloeren die bestaan uit steekwelfjes tusschen yzeren binten. Op deze ondervloeren worden op houten liggers de vloeren gelegd, met dien verstande dat deze liggers los van de steenen vloeren komen te liggen en dat gelegenheid wordt aangebracht door luchtroosters dat ge regelde luchtverversching onder den houten vloer kan worden onderhouden. De ligging van arbeiderswoningen moet zoo danig zyn dat de vertrekken zooveel mogeiyk zon ontvangen, terwyl een aangenaam uit zicht aanbeveling verdient. De inwendige inrichting van arbeiders woningen moet zoodanig zyn, dat deze ge- makkelyk zindeiyk kunnen worden gehouden. Het maken van plafonds moet worden vermeden, om broeinesten van ongedierte to voorkomen. Voor huizen met verdiepingen heeft deze maatregel echter zyne schaduwzyde, omdat een enkele houten vloer oorzaak van vele onaangenaamheden tusschen onder- en bovenburen kan zyn. Dif kan echter voor komen worden door het maken van steenen vloeren over trogwelfjes tusschen yzeren bintjes. Als maatregel voor reinheid moet ook het aanbrengen van behangselpapier op linnen worden vermeden. Geschilderde of wit gepleisterde wanden verdienen verre de voor keur. Verder wordt aanbevolen niet meer dan de hoogst noodige kasten te maken, en alleen by kleine woningen het maken van ruime, luchtige bedsteden toe te passen, zoo mogeiyk deze geheel weg te laten en den zolder als slaapplaats in te richten. Elke woning moet voorzien zyn van een goed privaat met luchtraam, dat met het woon vertrek geen gemeenschap mag hebben. Goedy rioleering en het verschaffen van zuiver drinkwater zyn natuuriyk onmisbare factoren by den bouw van arbeiderswoningen. In antwoord op het tweede gedeelte dei vraag zegt de heer De Zwart dat te Leiden eene commissie bestaat, die de hygiënische belangen behartigt door het opkoopen var. onbewoonbare woningen, deze af te breken en terzelfder plaatse flinke, ruime woningen te bouwen, welke geheel aan alle eischen vol doen, zoodat de werkman in die woningen ruim en zeer goedkoop wonen kan. Hare leus is dan ook, dat lucht, licht en ruimte het beste is om het den werkman aangenaam te maken. Nadat enkele leden hierover nog eenige inlichtingen hadden gevraagd, dankte de voor zitter de commissie en in het byzonder den heer De Zwart voor zyn belangryk rapport en bracht hulde aan de door spreker genoemde commissio, die op zoo'n philanthropische wyze haren werkkring opvat. De heer Van Dam komt nog even terug op vraag VII, in de vorige vergadering be handeld, betreffende het gebruik van levertraan in plaats van lynolie by het buitenverfwerk, zooals dat in Noorwegen gebruikeiyk is. Na gedane proefnemingen is het hem gebleken dat de levertraan daarvoor onbruikbaar is. De heer Splinter bracht rapport uit over vraag V: „In vlooren, samengesteld uit yzei en trogwelven van metselwerken of stamp- beton, waarover eene cementlaag, vertoonen zich gewooniyk scheuren. Wat is daarvan de oorzaak en hoe kan men die voorkomen?" De rapporteur zegt dat by hem vloeren bekend zyn, waar de yzeren balken op afstanden van 0.50 a 0.80 a 1.M. van olkander liggen, zonder dat scheuren zichtbaar zyn; een dezer vloeren is 0.20 M. dik en heeft eene belasting van 6000 KG. op den M' Het scheuren dier vloeren heeft meestal plaats door het drillen der yzeren balken, wat natuur lyk kan vermeden worden, of boven de yzeron balken by den overgang van de dunne op de dikke laag naast den balk; ook wordt hot meermalen veroorzaakt doordat de specie, waar van do vloer gemaakt is, te vet is. Schrale beton is veel beter en kan zeer sterk worden De heer Jesse geeft nog eene melange aan, van 6 deelen sintels en 1 deel cement, ge bruikt aan de vloeren in den Nieuwen Stads schouwburg te Amsterdam, wat zeer goed voldoet en yzerhard is. De heer Planjer zegt dat het scheuren boven yzeren balken niet plaats heeft wanneer eerst over die balken eene strook gegalvaniseerd draadwerk is gelegd, waardoor men eene betere verbinding krygt. De heer Lancel brengt rapport uit over de vraag: „Wat behoort te worden in acht ge nomen by het gebruik van Morley-steen, vooral met het oog op de aanwending van de zachte, half-harde of harde soort, by ver schillende deelen van een bouwwerk? Welke is de ondervinding, die hier te lande en in het buitenland is opgedaan met dezo steen soort?" Hy spreekt als zyne ondervinding uit dat deze steensoort, met oordeel toegepast, de zachte als niet vooruitspringende banden, de half-harde voor afdekkingen, vooruitspringende lysten, banden, dorpels, enz. en de harde voor stukken, die zwaar belast worden, zeer is aan te bevolen. De heer Mulder voegt daar nog by dat de Morley-steen, in de laatste jaren toegepast by de restauratie der Hooglandsche kerk, aanboveling verdient; ook hebben de werk lieden minder schadelyke ondervindingen van deze steensoort. Over de vraag betreffende vakbe6tedingen wordt door den secretaris in het kort mede gedeeld, wat daarover in eene der vergaderin gen van het vorige jaar besproken is Over partiëele aanbesteding in Frankrijk en Duitsch- land zal door hem nader geïnformeerd worden. Door het Bestuur worden als onderwerpen voor eene door de afdeeling uit te schryven prysvraag aangegeven: lo. Een lokaal voor vleeschkeuring. 2o. De beide gevels van een hoekhuis. 3o. Een aanplakbord. Met meerderheid van stemmen wordt als onderwerp: „de beide gevels van een hoek huis" gekozen. In de volgende vergadering zal voor die prysvraag door het Bestuur een programma worden ter tafel gebracht. In de vragenbus werd de volgende vraag gevonden„Onlangs heeft men aan de Lakenhal de natuurlijke steen van de verf ontdaan; thans wordt voorgesteld het natuurlijke hout (dat blank bewerkt is) met verf te bedekken^ lo. Is zulks logisch? 2o. Is 't laatste nood- zakelyk? 3o. Zoo ja, om welke redenen? 4o. Is daaraan ook op andore wyze te voldoen? Deze vraag biykt niet goed gesteld te zyn, want zeker wordt hier niet bedoeld het hout aan de gevels, dat altyd geverfd geweest is, maar het houtwerk in de Kunstzaal, wat, nu blank bewerkt, eerstdaags geverfd zal worden. De hoofdopzichter der gemeentewerken geeft als antwoord op die vraag de noodige inlich tingen. De voorzitter meent echter dat ook antwoord moot worden gegeven op het vierde gedeelte der vraag en benoemt eene commissie, om in de volgende vergadering daarover rap port uit te brengen. Na de aanneming van twee nieuwe leden, wordt de vergadering gesloten. g. d. De anarchisten te Londen. j Gisteren werd de anarchist Bourdin op het kerkhof te Finchley ter aarde besteld, waarbyt geene ernstige ongeregeldheden voorvielen. De1 regeering had vooraf besloten eiken optocht! en iedere redevoering op het kerkhof by del begrafenis te verbieden. Wel poogde de an ar- j chist Quinn eene toespraak te houden tot del nieuwsgierigen, die de begrafenis bywoonden, inaar de politie verhinderde het. Quinn werd terstond in hechtenis genomen en wegge bracht. De lykwagen werd op den weg naar het kerkhof gevolgd door eene talryke menigte, ^rootendeels behoorende tot den werkmans stand. In de straten, door welke de stoet zich begaf, bevond zich insgelyks eene talryke menigte nieuwsgierigen. De menigte riep„Weg met de anarchisten!" wierp den lykwagen' met siyk en balde de vuisten tegen ben, die gezeten waren in het rytuig, dat den lyk wagen volgde. De dubbele ry van politie agenten, die den ïykstoet beschermde, werd herhaaldelyk door de menigte verbroken. Een troep studenten in de medicijnen, ge holpen door andere jongelui, verbryzelde gisteren de ruiten in de anarchistische Auto nomy-club". De politie herstelde spoedig de orde en nam eenige belhamels in hechtenis. De naar Londen gezonden Fransche politie dienaren hadden eene byeenkomst met de iioog8te overheid der Londensche politie tor zake van het vaststellen van anti-anarchis tische maatregelen. Hot schynt vast te staan dat do dezer dagen geworpen dynamietbomm^n, ook die van Bourdin, in Engeland vervaardigd waren. Conclusie van Antwoirrt IN ZAKE dc Raamlooze Vennootschap „Lc dsch Duin icatci'maatschappij," gevestigd t Leiden. Ge- i loogdevertegenwoordigd door den Adiocaat Jhr. Mr. E. N. Dc Jjrauio, Tegen L. M. De Laat de Kanter, wonende te j Leiden, in hoedanigheid van Burgemeester van Leiden, en als zoodanig namens die gemeente in rechten optredende en haar vertegenwoordigende, Eischer, vertegenwoor digd door den Advocaat Mr. W. Thorbecke. Aangezien de gedaagde erkent: a. dat zy in 1883 heeft aangelegd het klein reservoir, zynde een bassin, gegraven I onder Katwyk ten noorden van de terreinen van de gedaagde aan den voet der duinen op grond, door de gedaagde in erfpacht verkregen van D. W. Westerbaan, in welk bassin bet water kan wordon verzameld van eene boek, die gevoed wordt door water uit de boven bedoelde duinen en welk water door buizen, enz. kan worden opgevoerd naar de filters van gedaagde: dat de greppels, waardoor het water uit de duinen in genoemde beek stroomt, loopen door afgegraven land (gedeeltelyk bollenland) en dat bedoeld klein reservoir op geringen afstand ongeveer 14 meter gelegen is van de met den Ryn gemeenschap hebbende zand- j sloot, in welke sloot daar ter plaatse echter zoo immer, slechts onder zeer zeldzame om- standigheden water uit den Ryn k*n komen, dat wel is waar tusschen dat reservoiren de zandsloot eene afvoerbuis is aangebracht ten einde als het reservoir moet worden gereinigd het water daaruit in de zandsloot te kunnen laten wegloopen, doch dat die buis nimmer is gebezigd of kan gebezigd wordon om water uit de zandsloot in het reservoir te brengen; en uit de inrichting daarvan klaarblykelyk volgt, dat zy daartoe niet is bestemd, dat voorts eene inrichting is gemaakt waardoor men het water uit de beek naar verkiezing in het reservoir, of als het wegens toevallige en tydelyke omstandigheden, byvoor ld by bemesting van het land; gewenscht zou zyn het water niet in het reservoir te brengen, rechtstreeks naar de zandsloot te doen af- loopen, en eindelyk eene inrichting is gemaakt om het water van het bovenbedoelde land naar de zandsloot te brengen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 8