ék
Algemeene Vergaderiug van de vereeni-
ging „de Practische Ambachtsschool."
Na de opening der vergadering spreekt de
voorzitter eenige hartelijke woorden van waar
deering en eerbiedige hulde ter herinnering
aan onzen hooggeachten burgemeester, den
man, die niet alleen als hoofd der gemeente,
maar ook persoonlek zooveel belangstelling
in den vooruitgang en bloei van het ambachts
onderwas toonde en aan wien de vereeniging
en de school sedert hare vestiging zooveel te
danken had.
De rekening en verantwoording der ver
eeniging, sluitende in ontvangst en uitgaaf
tot een bedrag van f 13177.48, wordt door
den penningmeester toegelicht, waarna het
woord wordt gegeven aan de commissie tot
het nazien der rekening, welke bij monde
van den heer F. Driessen aan de vergadering
voorstelt het geldelijk beheer der vereeniging
goed te keuren en daarvoor het bestuur en
in het bijzonder den penningmeester, den heer
J. J. Hasselbach, dank te zeggen.
Tot commissarissen om m het volgende
jaar de rekening over 1894 na te zien
worden benoemd de heeren prof. dr. H. P.
Wijsman, F. Stokhuyzen Az., S. C. M.
Knappert en tot hunne plaatsvervangers de
hoeren F. Driessen, C. Qoekoop Az. en W.
Kok, (de commissie, die dit jaar deze taak
heeft vervuld).
De begrooting voor dit jaar, welke door
den Minister van B. Z. is goedgekeurd, wordt
door den penningmeester voorgelezen en be
draagt in ontvangst en uitgaaf 13660.88.
Aan de leden wordt kennis gegeven dat
door de Provinciale Staten de subsidie van
ƒ1000 tot ƒ2000 is verhoogd, onder voor
waarde echter dat het onderwijs in het
machine-bank werken wordt uitgebreid. Voor
deze uitbreiding moet worden overgegaan tot
het maken van een machinelokaal met stoom
machine en toebehooren, drijfwerk, enz.,
waarvoor eene leoning moet worden aan
gegaan van ƒ5000, welke zal worden ver
strekt tegen eene rente van 4 pet. en zal
worden afgelost in 15 jaar. Do machtiging
tot het aangaan dier leening wordt aan de
vergadering gevraagd en met algemeene
stemmen verleend.
Voor do aanst. vacature van den heer J.
J. Hasselbach (niet herkiosbaar) wordt het
volgende dubbeltal van candidaten gesteld,
nl. voor de voordracht aan den gemeenteraad
lo. W. Kok, 2o. N. De Zwart.
Aan den heer F. Driessen wordt, als ver
tegenwoordiger van de Leidsche Katoenmaat-
schappy, dankgezegd voor eene aan de school
geschonken draaibank.
De directeur geeft vervolgens eenige inlich
tingen naar aanleiding eener vraag van den
heer J. Filippo, betreffende de uitbreiding van
het onderwijs in het machine vak.
Aan de Ambachtsscholen te Amsterdam,
Rotterdam en Arnhem wordt sedert eenige
jaren uitgebreid onderwijs in het bijzonder
in de stoomwerktuigkunde gegeven. De jon
gens, die dezen driejarigen cursus volgen,
kunnen, na verkregen einddiploma ambachts
school en éón jaar in de practijk werkzaam
te zijn geweest, examen doen voor machinist.
De Minister van B. Z. heeft bij deze uit
breiding van het onderwijs in het machine-vak,
dit einddiploma ambachtsschool gelijkgesteld
met het einddiploma der machinistenschool
te Amsterdam. Na de uitbreiding van het
machine-vak aan do Leidsche school, ver
krijgen de hier met diploma ontslagen leer
lingen dezelfde rechten als die aan boven
genoemde scholen.
Naar aanleiding van deze medodeelingen
geoft de heer F. Driessen nog een denkbeeld
aan. Wanneer de Ambachtsschool in het bezit
is van eene stoommachino, dus van drijfkracht,
zou deze ook dienstbaar kunnen gemaakt
worden voor de opleiding van wevers. Hy
verzoekt het bestuur in de toekomst aan deze
zaak de aandacht te wyden.
Het bestuur zal dit voorstel zeker in over
weging nemen en voegt daaraan, by monde
van den voorzitter, too dat het tevens wen-
scheiyk zou zyn dat ook onderwys kon wor
den gegeven in kleedermaken, schoenmaken,
het koper- en blikslagersvak en nog andere
vakken. Het bestuur denkt er steeds aan om
de Ambachtsschool meer en meer in alge-
meenen zin nuttig werkzaam te doen zijn,
maar er behoort veel geld toe om dat alles
uit te voeren, welk geld alleen door ver
meerdering van 8ubsidièn en particuliere bij
dragen zal verkregen moeten worden. Den
heer Driossen zegt hy dank voor zyno aan
wyzing, daar in eeno fabrieksstad als Leiden
eeno zoodanige opleiding zeker op hare plaats
zou zyn.
Na gebruikelyke rondvraag wordt de ver
gadering gesloten. G. v. D.
Gemeente Alfen.
Openbare Raadsvergadering van Woensdag
14 Februari.
Voorzitter: de Burgemeester.
Absent wegens ziekte de hoer A. Kok.
De notulen der vergadering van 29 Novem
ber a. p. worden gelezen en goedgekeurd.
Medegedeeld en voor kennisgeving aange
nomen
a. Een schry ven van hot hoofd der byzondore
Christ. School, van 15 December j.l., houdende
dankbetuiging voor de St.-Nicolaas feestgave
tot belooning van getrouw schoolbezoek;
b. eene missive van do Gedep. Staten
d.d. 27 Noveraber/1 December a. p., G. S.
No. 26, ten geleide eener goedgekeurde expe
ditie van het raadsbesluit van 11 October a p.,
tot hefting van 25 opcenten op de Ryks
personeele belasting
c. het proces-verbaal van de op 17 Januari jl.
plaats gehad hebbende opneming der boeken
en kas van den gemeente-ontvanger, aan-
wyzende een cassa saldo van ƒ3258.46.
Gelezen een adres van den heer A. Ph.
Van der Ploeg, civiel ingenieur te 's-Graven-
hage, van 10 Januari jl., houdende verzoek
om deelname door de Gemeente in het 0.142
gedeelte ad 113.60 in de voorbereidings-
kosten van eene concessie-aanvrage voor den
aanleg van eene Ryn-drinkwaterleiding te
Bodegrave, en eenparig besloten tot machti
ging van B. en Ws. om by een drietal be
kende scheikundigen een onderzoek in te
stellen naar de mogeiykheid om het zeer
onreine Rynwater in drinkwater van voldoende
zuiverheid om te zetten, ten einde van het
resultaat daarvan de beslissing op het adres
te doen afhangen.
Op eigen verzoek eervol ontslagen als onder-
wyzeres aan de O. L. School, met ingang
van 1 April e. k., mej. G. F. Van Wyngaarden;
wordende de benoeming van hare opvolgster
aangehouden wegens onvoldoende aanmelding
van sollicitanten op de eerste daartoe be-
trekkeiyke oproeping.
Nader voorgenomen het besluit van 29
November jl., tot wyzigiüg van het laatsteiyk
den 16den Maart 1886 vastgestelde besluit
tot heffing van een hoofdeiyken omslag, met
eene daartoe betrekkeiyke missive van de
Gedop. Staten van 19/23 December a. p., G
S. No. 27, waarby wordt aangedrongen op de
aanvulling van het eerstgenoemde besluit in
dier voege, dat ieder belastingschuldige zelf
èn Gedep. Staten in hooger beroep kunnen
beoordeelen tot welke klasse hy behoort en
hoe groot zyn aanslag is. Vermits nu het
verlangen van de Gedep. Staten feiteiyk neer
komt op de invoering van eene inkomstenbe
lasting, fcerwyi het besluit overigens ambts-
halvon aanslag by onderlinge vergeiyking tot
grondslag heeft, wordt, in overeenstemming
met het préadvies van B. en Ws., eenparig
goedgevonden het besluit van 29 November
jl. in te trekken en het bestaande heffings-
besluit onveranderd te handhavenlo. om de
moeiiykheid eener juiste waardeering van
landbouworsinkomsten, en 2o. om den transi
toiren toestand, waarin hot gemeentelyke be
lastinggebied op dit oogenbhk verkeert.
Afgewezen de reclames tegen hunnen aan
slag op het Supplotoir Kohier wegens hoofde
ïyken omslag, dienst 1893, van C. Vierbergen,
J. De Jong en G. Grot nendyk, terwyi die van W.
Hoogendoorn, om royement, wordt toegewezen.
Vastgesteld eenige besluiten modellen P.
en C., tot wyziging en aanvulling der begroe
tingen vooP 1893 on 1894, tot reguleering van
ontvangsten en uitgaven, uit vroeger genomen
besluiten voortgevloeid, speciaal ten aanzien
van belooning van secretarie-beambten, jaar
wedden van onderwyzers en baten en kosten
der kaasmarkt.
Afgestemd het nog aanhangige voorstel
van den heer G. Van Dobben, tot verminde
ring van den begrootingspost „kleeding on
wapening van veldwachters", met ƒ80. Vooraf
werd dit voorstel krachtig bestreden door den
Voorzitter, die tegenover het beroep van den
heer Van Dobben op andere gemeenten, in
hot licht stelde, dat by aanneming van het
voorstel do post zou worden gereduceerd t<jt
160, terwyl aan elk der beide veldwachters
by hunne aanstelling voor genot van boven-
kleeding 80 is verzekerd en derhalve geen
cent meer zou resten voor verdere opkomende
behoeften als in de rekening van 1892 vermeld
staan. Uit dien hoofde zouden B. en Ws. zich
verplicht zien zich door de eventueele roductie
niet te laten binden en, mocht de Raad de
meerdere uitgaven niet in de rekening willen
opuemen, alsdan daartegen in beroep te
komen by do Gedep. Staten.
Komt ter tafel een adres van de heeren
I. W. Clant en P. J. Oosthoek Az. cum suis,
waarby dezen verzoeken om aan eene in
het leven te roepen commissie uitdeburgery
een subsidie uit de gemeentekas toe te
zeggen, ter bevordering van de belangen der
AlfeDSche kaasmarkt met alle zoodanige mid
delen, als ter bereiking van dat doel het meest,
geschikt zullen voorkomen, behoudens reke
ning en verantwoording van het gehouden
beheer, en voorts intrekking van het tarief
voor marktgeld, zoodat het marktbezoek
geheel kosteloos kunne geschieden.
B. en Ws. geven den Raad in overweging
lo. aan de beoogde commissie, zoodra do
vereeniging rechtspersoonlykheid zal hebben
verkregen, onder de in het adres genoemde
voorwaarde, een subsidie van ten hoogste
300 toe te kennen, met voorbehoud van
jaariyksche vernieuwing naar gelang van de
in te dienen rekening en verantwoording;
2o. het tarief van marktgelden, als niet be
zwarend voor de belanghebbenden, te blyveu
handhaven.
Na een geanimeerd debat, waaraan meordero
ltden deelnamen, wordt dienovereenkomstig
besloten.
In verband met deze beslissing wordt, op
voorstel van den heer N. D. Kémink, de uit
voering van het Raadsbesluit tot invoering van
eene veemarkt, als behoorendu tot een dei
in het adres bedoelde middelen, voor onbe-
paalden tyd verdaagd.
Ten slotte brengt de heer Do Jong ter
sprake den ruïneuzen invloed, die de lekkende
gasbuizen op de beplanting van den stations
toegangsweg hebben uitgeoefend, met de vraag
of do directie der fabriek die schade niet moet
vergoeden, waarop de Voorzitter antwoordt
dat hiertegen wellicht bezwaar zou kunnen
ryzen, maar zeer zeker het doen opruimen
der bedoelde gasleidiDg in het algemeen be
lang ernstige overweging verdient.
Niets meer aan de orde zynde, wordt de
vergadering gesloten.
Brieven uit Amsterdam.
I.
Er is in den eersten brief, dien een schryver
tot zyn publiek richt, iets aarzelends, iets
pynlyks; het is een debuut en al de onaan
genaamheden daaraan verbonden ontgaat de
schryver evenmin als de tooneelspeler of de
musicus. Het publiek is koel, neemt eene
afwachtende houding aan en is niet zoo heel
spoedig geneigd den nieuweling als een vriend
te ontvangen. Later verandert dat en er ont
staat tusschen lezer en schryver een band;
we wennen aan elkaar en het publiek leert
de eigenaardigheden van den auteur verdragen,
is zelfs zoo goed om de stokpaardjes, die we
allen hebben, maar briefschrijvers vooral, niet
met zweepslagen uit den couranten-circus te
dry ven, maar dier dressuur in de hooge school
te bewonderen.
Ik herinner my een geval van oen myner
collega's; hy schreef elke week in een letter
kundig blad eene causerie en betoonde zich
een vurig tegenstander van de emancipatie
der vrouw; zoodra hy kans zag 't op dit
onderwerp te gooien, zag hy niet op eene halve
kolom druks, hoewel hy geen penny-a-liner
was. Doch om Diet altyd zijn standpunt te
doen zien, voerde hy vaak zyne achttienjarige
dochter in 't gesprek, een meisje, dat, naar
hy zeide, op uiteriyk schoon mocht bogen
en 't welk, zooals uit hare beschouwingen
bleek, wel ontwikkeld naar geest en hart was.
Zoo aanminnig trad de achttienjarige naar voren
in de causerieën, dat de redactie van 't blad
herhaaldelyk brieven kreeg van jongelui, die
met de jonge dame wenschten kennis te maken.
Ten laatste werd zelfs een der redacteuren
op het jonge causerieën-meisje verliefd, trok
de stoute schoenen aan, begaf zich naar papa
en gaf zyn innig verlangen te kennen aan
het geestige dochtertje voorgesteld te worden.
„Papa" ontstelde zichtbaar, mompelde iets van
„niet thuis, uit logeeren", maar toen het jonge-
mensch aanhield, moest het hooge woord
er uitThérèse, de guitige babbelaarster,
die papa zoo vaak wist terecht te zetten,
bestond slechts in papa's fantasie.
Zulke streken zal ik niet spelen; ik beloof
myn lezers dat ik myn innige best zal doen
om zooveel mogelyk „waar" te zyn. Want
fantasie is heel mooi voor dichters en roman
schrijvers, wanneer men het voornemen heeft,
wekelyks 't een en ander te vertellen omtrent
het leven en streven in de hoofdstad des ryks,
hoe de Amsterdammers gaan op de straten,
zitten in de cafó's, zich vermaken in do schouw
burgen, zich vervelen by gebrek aan energie,
is de allereerste eisch „waarheid."
Voor ik myne taak aanvaardde, heb ik er
wel eenigszins tegen op gezienwaarover zal
ik u elke week onderhouden? Maar ik heb
myne stad zeer lief en zal zyn zooals eene jonge
moeder, dio elk oogenblik in haar jeugdig
kind nieuwe liefheden opmerkt, die ze met
stralende oogen en kleurende wangen vertelt
aan ieder, die haar wil aanhooren en ook
wel aan menigeen, die luisterend nauw zijne
verveling verbergt, omdat alle kleine kinderen
hetzelfde zyn, alle moeders haar kleine voor
een lieveling by uitnemendheid houden. Eene
kleine, vergoeflyke zwakheid, waarvan de
vleiers niet verzuimen party te trekken; ik
denk hierby aan een geval, dat ik kortelings
in een Amsterdamsch magazyn by woonde.
Het hoofd -der zaak, eene kordate vrouw, vroeg
weduwe en kinderloos, werd door een Duit-
schen handelsreiziger „bezocht", een bezoek, dat
vaak eene bezoeking blykt. Want men poeiert
ze niet zoo heel licht af. Do man had na
tuurlyk etwas noch nie dagewcsencs in zyne
koffers, die hy, met verbazingwekkende vlug
heid, den een na den ander openwierp en den
kwistigen overvloed stalen tot eeno ware ves
ting rond het weeuwtje opwierp. Maar al had
hy eene vesting, de ammunitie om 't hart der
weinig toeschietelyke en niet kooplustige dame
te raken ontbrak nog; daar wil 't geluk dat
een klein jongetje het kantoor binnenkomt.
Het ventje scheen gezworen te hebben nooit
een zakdoek te gebruiken; ook van water
had het kind in navolging van zyn vader,
gelyk ik later vernam altyd een afschrik
gehad en het viesneuzig kereltje zag er nu
juist niet uit als een engeltje uit een plakboek.
Onze reiziger versaagde echter niet, aaide
het jongetje over 't gelaat, haalde het aan;
vroeg of het het zoontje zyncr belegerde was
en toen hierop toestemmend geantwoord werd,
zeide hy dat hy 't wel dadelyk gedacht had.
Dezelfde vriendeiyke, zwarte oogen, dezelfde
vorm van 't gelaat, het was verbazend. Nu,
dat w&s het ook, want de kleine was het
zoontje van eene doodarme familie, waarvan
do vader aan den drank was, en dat nu
eenigen toegezogden stoun kwam halen 1
Toch was ons weeuwtje niet zoo wreed
om een „flatteur val" uit te roepen; ze wist
zelve te goed, hoe in den handel menig
streekje gebruikt moet worden om vooruit
te komen. Ook was het Mofje zoo beteuterd,
dat zyn toestand medelyden en gelach te
gelyk opwekte. En wie een weeuwtje aan 't
lachen maakt, heeft 't halve spel gewonnen
hoewel het ook voorkomt, dat zelfs een ern
stige doodgraver de achtergebleven vrouw in
vroolyke stemming brengt!
Ik heb myn Amsterdam lief; ik heb het
lief om de indrukwekkendheid zyner deftige
grachten, de statigheid zyner ryen paleizen,
die we nederig „heerenhuizen" noemen, de
warmte zyner nauwe, schitterende winkel
straten, de gemoedelykheid zyner inwoners,
de verrukkelyke schoonheid zijner vergezich
ten, het zy dat men blikt naar de stad, zy,
die aan Amstel en IJ zich beeriyk open doet,
zy, de grootvorstin van Europa, of wel, dat
men staart over de breede waters, waar, wel
m dan vroeger, helaas, maar toch altyd
nog vele groote en ranke schepen af- en aan
varend, schatten brengend en halend. Ik heb
het zoo lief, dat ik, zoo ik slechts eenige
dagen het verlaten heb, myn hart er naar
voel trekkenik heb er als kleine jongen myne
guitenstreken uitgehaald, als wysneuzig acht
tienjarige myn kwaads op gesproken, als man
het leeren kennen en waardeeren. De huizen
groeten my als hunne goede bekenden, de hofjes
en de groote gebouwen spreken my van de
eerwaardige geslachten, die voor my hier
werkten en streefden, en menig plekje is vol
herinneringen.
Er is een sprookje van een jongetje, dat
in 't woud leefde en met alle boomen en
bloemen vriendschap had gesprokenop stille
zomermiddagen, als het warm en rustig was,
vertelden zyne vrienden hem de schoonste,
sprookjes. Ook dansten de woudnimfen Inch-,
tige walsen en kwamen de toovergodinnen
en deden wonderen.
Maar wie zal het sprookje van 't stadskind
dichten; want er is ook poëzie in de oude
huizen, zwaarmoedig in de vale misten staande,
als grysaards voorover gebogen, djoomend
van tyden uit een ver verleden; er is poëzie
in de pleinen, poëzie in de verschieten, waar
de huizenblokkon wyken in de wazige teeder-
heid der verte en een enkele toren, slank zich
heffend, stoer maar nooit plomp, gehuld in
doorzichtig blauw, zyn carillon doet klinken
over de werkende, de zwoegende menschjes,
ieder met een ander doel en toch te zamen
strevend naar ééne groote onbewustheid, eene
toekomst, die verborgen blyft ook voor de
grootste denkers onder ons.
Ik zeide sprookje was epos misschien
beter op zyne plaats geweest? B.
Gemengd Nieuws.
Naar men ons mededeelt, is den
beer P. J. Van Staveren, die zich ter ge
legenheid van de vyfde jaarfeestviering der
Tuinlieden- en Bloemisten-Yereeniging zoo
kranig heeft gehouden in de toen ten tooneele
gevoerde stukjes en tevens voor de wyze,
waarop hy by die gelegenheid eenige voor
drachten ten beste heeft gegeven, eene aan
gename verrassing ten deel gevallen. Door
het bestuur en de leden van bovengenoemde
Vereeniging is hem nameiyk een souvenir
aangeboden, bestaande in een prachtigen
regulateur en eon spiegel.
Voor de arrondissements-recht-
bank te Haarlem is de zaak behandeld van
den diefstal in do villa van den heer Byvoet,
onder Overveen, gepleegd in den nacht van
den 1 lden op den 12den Januari. Hiervan
waren beschuldigd: J. B. A. Fens, oud 28
jaren, en W. Vrouwenfelder, oud 28 jaren,
beiden wonende te 's Gravenhage.
Uit het getuigenverhoor en h9t requisitoir
van den officier van justitie bleek dat beide
personen, op den avond van den 1 lden Januari
naar Haarlem gekomen zynde, onder Overveen
eene villa hebben zien staan, welko tydelyk
onbewoond was. Ze zyn door het raam naar
binnen geklommen, hebben hei licht opgestoken
en hebben het geheele huis van onder tot
boven doorzocht, aHes wat van hunne gachng
was in oen paar geïmproviseerde zakken
wikkelende, terwyl ze hunne kleeren tegen
de kleeren van den heer Byvoet verwisselden.
Eindelyk zyn ze in eene kamer gekomen, waar
ze eeno brandkast vonden. Deze konden ze
echter niet open krygen zonder instrumenten.
Zeer kalm zyn ze daarop naar eene loods,
welke by een in aanbouw zy.id huis aan den
Zylweg stond, gegaan en hebben daaruit eenige
beitels en een breekyzer ontvreemd. Daarop zyn
ze naar de villa van den heer B. teruggekeerd
om do operatie met de brandkast voort te
zetten. Doch op dat oogenblik werd er gescheld.
Do gemeente-veldwachter van Bloemendaal
P. Herschal toch had licht in de villa gezien en
dat een raam een eind open stond. Denkende
dat de bewoners vergeten hadden dit te sluiten,
schelde Ly aan, doch kreeg geen gehoor.
Daarop zich herinnerende, dat de familie B. uit
was, kreeg by achterdocht en ging assistentie
halen. Toen hy terugkwam, waren de dieven
gevlogen. Men vond de zakken met do goederen,
van den meest verschillenden aard, in den tuin
en by onderzoek van het huis vond men de
jas van een der daders en daarin een stoom
trambiljet van Leiden naar Haarlem. Dit biljet
is de aanleiding geweest tot het feit, dat de
daders konden worden opgespoord
Immers, de conducteur der N.-Z.-Hollandsche
stoomtram, A. Maas, wist zich te herinneren
aan wien hy dat biljet had afgegeven en toen
beide daders weer met de tram naar Hillegom
terugkeerden, waarschuwde Maas de politie.
Aan Maas komt dus do eer toe, dat de daders
zoo spoedig ontdekt zyn.
Maar al waren zy ontdekt, tot bekentenis
waren zy zoo spoedig niet te brengen. In een
lang requisitoir deed de officier van justitie, mr.
J. P. Van Outeren, een zeer boeiend verhaal
door welke middelen hy de beklaagden tot
bekentenis had weten te brengen.
Z.E.A. achtte de ten laste gelegde feiten
wettig en overtuigend bewezen en eisebte
onder mededeeling, dat beklaagde Fens reeds
eenmaal wegens diefstal tot 183 dagen gevan
genisstraf was veroordeeld, voor Fens 4 jaren
en voor Vrouwenfelder 3 jaren en 6 maanden
gevangenisstraf.
De ambtshalve toegevoegde verdediger, mr.
W. Cnoop Koopmans, vestigde de aandacht
op de omstandigheden, dat de beklaagden zich
in verschillende betrekkingen, waarin zy ge
weest zyn, zeer goed hebben gedragendat
Vrouwenfelder zelfs op de Sporttentoonstelling
te Schevenmgen een post van vertrouwen
heeft bekleed en dat Fens, toen zyn principaal
later gewaarwerd dat hy eens wegens aiefsta
gestraft was, door dien patroon was wegge
zonden. Dat scheen hem den moed ontnomen
te hebben om verder op eerlyke manier aan
den kost to zien te komen. Verder riep hy do
clementie der rechtbank voor de beschul
digden in.
De uitspraak is heden over 14 dagen.
Vervolgens stonden terecht Cornelis Koster,
oud 55 jarenKrein Koster, oud 17 jaren, en
Abraham Koster, oud 15 jaren; allen te
Haarlemmermeer woonachtig.
Onze lezers zullen zich Dog herinneren,
dat wy indertyd melding hebben gemaakt van
een doodslag, welke te Haarlemmermeer zou
hebben plaats gehad en toen aldaar groot opzien
heeft gebaard.
Op den lOden December j. 1. nameiyk was
de vrouw van "Wilhelmus Luppens bezig, in
hare achterkamer eene lamp te vullen, toen
de 15-jarige Abraham Koster eene ruit inwieip.
Vrouw Luppens was daarover niet gesticht,
ging naar buiten en kreeg daar een twist
gesprek met Abrahams moeder, waarmede
zy toch al sedert geruimen tyd op voet van
oorlog leefde. In dit gesprek mengde zich
ook de echtgenoot van vrouw Koster en ciens
beide zonen Krein en Abraham en, toen
buiten de uitdrukking werd vernomen „sla
enz. de enz. dood", kwam ook Luppens buiten,
gewapend met een stuk hout. Toen weer
klonk de kreet: „sla dien krommen kerel
dood" en kreeg Luppens eerst van den ouden
Koster een slag op den schouder met een
z. g. „griep" of mestvork, waardoor de steel
brak, en hierop een slag op het hoofd, welke
eene gapendo wonde veroorzaakte, zoodat de
man bewusteloos neerviel. Hy werd in Luis
gebracht en overleed den Donderdag daarop
volgende, volgens de doctoren v. Linden van
den Heuvel en Byleveld aan bloedvergiftiging
en etterkoorts, terwyl die beide geneesheeren
tevens constateerden dat de wonde hoogst
gevaarlyk was, doch dat, zoo geneeskundige
hulp ware ingeroepen, misschien nog herstel
mogelyk zou geweest zyn.
Vrouw Luppens schynt dit niet noodig te
hebben geacht, althans, er is geen geneesheer
by haren man geweest.
De vraag was nu-het was schemerdonker
toen het feit werd gepleegd wie heeft den
doodelyken slag toegebracht?
Volgens vrouw Luppens' pertinonto ver
klaring, was het de jeugdige Abraham, doch
deze wees alle schuld van zich af cn wierp
die op de schouders van zijn va ;er, die,
volgens hem, Luppens ook m.t dan „griep"
op het hoofd had geraakt.
Een tweede getuige, Jacob ILk, wist to
zeggen dat een der zoons li-.1 gcoL-.gen, maar
wie, weet hy niet zeker.
Hoewel de president den beklaagde Abraham
op het hart drukte, door eene volledige be
kentenis zyn geweren te vellichten, bleef
deze halsstarrig on:kennen, zoodat voor den
officier niets overbleef dan vrijspraak te requi-
reereii roor hem cn zyn broeder, terwyl
Z.E.A. voor den ouden Koster, wegens zware
mishandeling, eeno gevangenisstraf eischte
van 1 jaar en 6 maanden.
De rechtbank doet de volgendo week uit
spraak.
Gisternacht is een goederen
trein van Dordrecht naar Arnhem voor het
station te Geldermalsen ontspoord. De mate-
riëele schade is vry aanzienlyk. Persoonlyke
ongelukken hadden niet plaats en in het ver
keer ontstond geene belemmering, daar er eene
dubbele spoorlyn is.
De Groningsche stu denten quaes-
tie, bestaande van Nov. 1892 af, is in de al
gemeene vergadering der sociëteit „Harmonie"
opgelost. Het voorstel Helder c. s. om de
straffen buiten effect te stellen, werd met
applaus, zonder stemming, aangenomen.
Do uitvoer van varkens uit de
provincie Limburg naar Duitschland is verboden.
Een winkelier te Beriyn werd
deze week by zyne thuiskomst onaangenaam
verrast. In zyn kantoor zag hy zyne winkel
juffrouw bezig met het verknippen van biljetten
van 100 Mark. Toen hy haar op het zonder
linge van haren arbeid opmerkzaam maakte,
kreeg hij ten antwoord, dat zy toch als mil-
Honnaire hare coupons moest knippen. Het
meisje was plotseling krankzinnig geworden.
De winkelier wilde haar beletten haren vcr-
nielingsarboid voort te zetten; zy dreigde hem
evenwel met do schaar, zoodat. hy zich terug
trekken moest. Met behulp van een aantal
verkoopers slaagde men er eindelyk in zich
van het meisje meester te maken, nadat zy
reeds 7 biljetten van 100 Mark verknipt had.
Te Arlon heeft een jong werk
man, die tevergeefs zyn vader om geld had
gevraagd om het carnaval te kunnen vieron,
zich de polsaderen geopend met een scheermes
en zich eene diepe snede aan den hals toege
bracht. Hy ligt nu in het hospitaal in beden-
kelyken toestand.
LlCHlbTERETü.
Resultaten der waarnsmmgen aan de Gasfabriek.
WEEK van 4—10 Febr.
Datum.
Uur
AaDtal.
Gem. Eng.
Standi.
4 Febr.
6.30 7.15
7
16.8
6
5.30 7.30
7
16.2
6
5.30 7.30
8
16.4
7
6.30 7.15
7
16.4
8
6.30 7.30
8
16.6
9
5.30 7.15
7
16.2
10
5.30 7.15
8
16.4
Dit betoekentWanneer men 5 cnbic feet 111.6
liters per unr vau zul gas verbrandt iu een Sngg'o
London-Argaod-Sfandard t»nrnc No. 1, met 24 gaatjes,
wordt een - - verkiv n sterfte gelyk staat^,
met li..- - staren:, waarvan elke
2- r vu per nog
verbr