104Z2. Maandag 13 Februari. A0. 1894. <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van <gpn- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit DRIE Bladen. Derde Blad. Lelden, !0 Februari. Feu 111 eton. HET SLOT ELKRATH. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. 1.10. Franco per poet1.40. Afzonderlijke Nommers0.06. PRIJS DER AD VKRTENTIEN Van 1—6 regels 1.06. Iedere regel meer 0.17J. Grooter» lettere naar plaateruimte. Voor het incasseeren bulten de stad wordt 0.06 berekend. Het was gisteren 26 jaren geleden, dat de heer W. J. Lau, alhier, als lid van het ooilege collectanten der Ned.Herv. Diaconie werd geïnstalleerd. Genoemde heer was gedurende dat tydvak 6 jaren de secrotarls van dat college en einds 16 jaren tot op heden voorzitter. Hy heeft die taak vervuld geheel belangloos en op eene wyze, waardoor hy velen aan zich heeft verplicht. Reeds vroeg in den morgen kwam er ten huize van den jubilaris eene commissie uit HH. Diakenen en bood onder eene hartelijke toespraak hem een kenrigen zilveren inktkoker met inscriptie aan. Daarna vervoegden zich eenige oud-collec tanten ten zjjnent en vereerden hem insgelijks een biyk hunner hoogachting en vriendschap. Ook de collega's van den jubilaris lieten zich op dezen heuglijken dag niet wachten. In hartelijke bewoordingen schetste het oudste lid, de heer W. D. H. Rozier, de ver diensten van den heer Lau jegens het col lege collectanten der Ned. Herv. Diaconie, en wenschte hem toe dat by nog lang de voor zitter van dat college zou mogen zjjn. HtJ bood hem tevens namens dat college eene verrassing aan, welke bijzonder naar genoegen van den jubilaris was. Getroffen door zoovele bewijzen van vriend schap en waardeering, betuigde de jubilaris zijn harteliJken dank aan allen, die 9 Febr. 1894 voer hem onvergetelijk hadden gemaakt. Blijkens het heden door ons ontvangen Algemeen Verslag van het verhandelde op de algemeene vergadering van het hoofdbestuur en de afgevaardigden der districts-commission vaa het Fonds ter aanmoediging en onder steuning van den gewapenden dienat in de Nederlanden, werd op die vergadering ten aanzien van het Ivalldenhuia te Leiden mede gedeeld, dat het totaal bedrag der kosten van dat gesticht in 1892 beliep 16,883.61 of ƒ1749.76' minder dan in het jaar te voren, hetgeen een gevolg is van de afneming van het getal der in dat jaar verpleegde man schappen. Ter bestrijding dier kosten hebben gestrekt: de rijkstoelage ƒ5000. de lands- pensloenon, door de Invaliden ten behoeve van het gesticht afgestaan, benevens de suppletie vanwege het Departement van Marine voor een kostganger 4821.45; de gratificatiën uit het Fonds, mede door de invaliden ten be hoeve van het gesticht afgestaan, ƒ1446,11'; de opbrengst van afval, enz. 122.91nalaten schap van J. H. Uylenhoed ƒ146.09*; onaf gehaalde nalatenschappen ƒ18.08'; 12/m renten van ƒ67,200 3'/« Inschrijving Nationale Schuld ƒ2,002; 12/m. renten van ƒ54,000 2'/> Inschrijving Nationale Schuld ƒ1860; maakt ƒ8352, en suppletio uit ons Fonds ƒ1782.90', te zamen ƒ16,638.51. In het Invalidenhuis worden gedurende 1892 verpleegd2 verminkten uit de koloniën, 2 verminkten uit den strijd tegen België, 87 lnfirmen, 1 kostganger voor rekening van het Rijk, te zamen 42 man. Met erkentelijkheid vermeldt het bi stuur nog 1°. dat sergeant J. H. Uylenhoed, op 26 Februari 1892 in het Invalidenhuis over leden, de helft zijner nalatenschap aan dat gesticht heeft gelegateerd; na aftrek van schulden, successierechten on onkosten bleek die helft te bedragen eene som van 146.09' en 2°. dat door wijlen mejuffrouw A. M. Teerink, overleden te Amsterdam den 16den Maart 1892, by testament aan het Invaliden- huis is besproken een legaat van f 300, dat echter met het overige der nalatenschap is onderworpen aan een algemeen vruchtgebruik ton behoeve van de zuster der overledene. Dit legaat is vry van successierecht en zal binnen drie maanden na het overlyden der vruchtgebruikster worden uitgekeerd. Nadere mededeelingen omtrent het Invali denhuis werden vervolgens gedaan door de commissie, die in dat jaar met de inspectie van dat gesticht was belast. In het bestuur van het Invalidenhuis had de volgende mutatie plaats. De onder com mandant, de heer D. M. J. Moltzer, overleed den 26sten October 1892 en In zyne plaats werd benoemd de heer J. H. Van Waveren, gepensionneerd 2de luitenant van het leger hier te lande. De boeken, registers en andere administra tieve bescheiden worden zeer zorgvuldig en met accuratesse bygehouden. Na opneming der kas bleek hot aanwezige saldo ad 991.84 volkomen met het kasboek te Bluiten. Uit de opgave van het aantal onderofficie ren, korporaals en manschappen blykt dat de sterkte op den 23sten Juni 1892 bedroeg 33 man, sedert vermeerderd met 7, te zamen 40 man, waarvan in den loop van het jaar is overleden 1, wegens slecht gedrag weggezon den 1, zoodat op 22 Juni 1893 de sterkte was gedaald tot 38 man. By de monstering stonden 80 onderofficieren en minderen op het plein aangetreden, 5 invaliden bevonden zich in de ziekenzaal, 1 was te gebrekkig om op het appèl te ver- schynen, de belde anderen waren in dienst De invaliden zagen er over het algemeen welvarend uit en waren in het bezit van de voorgeschreven kleeding en uitrusting, die in zeer voldoenden staat werden bevondenallen betuigden hunne tevredenheid over de uit muntende verpleging en voeding. Uit het strafregister bleek, dat van 23 Juni 1892 tot 22 Juni 1898, 6 personen waren gestraft, wsarondor 1 sergeant en 1 korporaal Deze korporaal moest tot viermaal toe worden gestraft, waarvan driemaal voor dronkenschap. De andere straffen zyn opgelegd voor lichte en zware dronkenschap, een voor onvoegzaam gedrag jegens den commandant. By het bezoek van de verschillende zalen en vertrekken bleek, dat goede orde en zin- deiykheid in het gebouw bestaan. De bedden, waarop de equlpementstukken der verpleegden waren uitgepakt, bevonden zich in goeden Btaat, evenals de voorraad, in het magazyn opgelegd. De bibliotheek is vry good voorzien. Uit do aanteekenlngen bleek, dat veel gebruik wordt gemaakt van de daarin ter lezing aan wezige werken. Het was der commissie daarom eene aan gename taak te kunnen mededeelen, dat het Invalidenhuis uitnemend wordt beheerd en dat ten eerste aan den raad van administratie, en in de tweede plaats aan den commandant en onder-commandant een woord van lof toe komt voor de verdiensteiyke wyze, waarop zy zich van hunnen plicht kwyten, om do belangen te behartigen van oud gedienden, die vroeger streden voor Vorst en Vaderland. De heer H. J. Augustyn, burgemeester van Zoetermeer, heeft met Ingang van 22 Maart a. s eervol ontslag aangevraagd. Door de Hazerswoudsche droogmakery is aanbesteed te Hazerswoude: lo. Het maken, leveren en onderhouden van het zeil- en touw werk van 15 watermolens gedurende 6 jaren. Laagste inschryver de heer L. Visser en Zn., te Gouda, voor 6190; 2o. Het onderhouden der polderwerken, be staande in 15 scheprad-watermolens, enz., ge durende 6 jaren, benevens het maken en onder houden van de zeil- en touwwerken aan voorn, molens, gedurende hetzelfde tydvak, in 2 per- ceelen en in maBsa. Laagste inschryver de heer F. J. Heesterman, te Hazerswoude, voor f 14,364, en voor massa de heer C. Bos, te Haarlemmermeer, voor 80,649. Prof. Allard Pierson herdacht giBteren den dag, waarop hy vóór 40 jaar aan de Loogeschool te Utrecht tot doctor in de god geleerdheid werd bevorderd op een proef schrift „De Realismo et Nominalismo." Vele bewyzen van belangstelling zyn den kundigen en smaakvollen letterkundige en geleerde by deze golegenbeid geworden. De gemeenteraad van Nieuwer-Amatel benoemde gieteron met 12 stemmen (6 blanco) tot directeur der 1 September te openen Hoogere Burgerschool met driejarigen cursus dr. H. Blink, lid van de gemeenteraad aldaar. Te Amersfoort is ln den ouderdom van ruim 89 jaar overleden de heer J. J. Langguth, oud majoor der infanterie, ridder der Militaire Willemsorde en gerechtigde tot het dragen van het Militaire Kruis. Men moldt aan de ,Tel." het volgende: Door de Staatsspoorweg-Maatschappy zal met ingang van den a. s. zomerdienst weder eene belangryke verbetering ten gerieve van het reizend publiek worden ingevoerd, daar namelyk in trein 21 (naar Duitschland) en in trein 24 (van Duitschland), welke vla Emmerik de kortste en snelste verbinding vormen van Nederland met Duitschland, doorgaande, zoogenaamde „harmonica-rytui- gen" zullen loopen van uit Amsterdam, Rotter dam en Den Haag. Deze rytuigen munten uit door eene by- zondsre geriefelykheld voor den rolziger en zyn dan ook geheel er op ingericht om eene langdurige reis zooveel mogelyk te veraange namen en te bekorten. Voor het plaatsnemen in deze „harmonioa- rytuigen" wordt een extra bedrag van 2 mark in rekening gebracht, hetwelk slechts eene kleine vergoeding kan worden genoemd voor de vele gemakken, welke zy den reiziger aanbieden. In Duitschland, waar dit soort van door gaande rytuigeu sinds eenlgen tyd in gebruik is, maken de „harraonica-waggons" een kolos salen opgang, zoodat het der exploitatie maat schappij tot een eer mag worden gerekend, dat zy zoo spoedig dergeiyk materieel ter beschikking van het publiek verkeer zal stellen. Naar men verneemt, is Z. D. H. de aartsbisschop van Utrecht geheel hersteld en verricht hy weder zyne gewone dagelyksche bezigheden. De luit.-kol. by het corps mariniers J. H. Van Wely wordt met 16 dezer belast met het bevel over het 1ste bat. te Amsterdam, terwyi het bevel over het 2de bataljon te Willemsoord met dien datum wordt opge dragen aan den benoemdon luit.-kol. G. J. Visser. De offlcier-mach. 2de kl. J. H. Gyzen wordt mot 1 Maart a. b. geplaatst aan boord van Hr. Ms. fregat „Atjeh". Het stoomschip „Bundesratb," van O. Afrika naar Rotterdam on Hamburg, vertrok 7 Feb. van Napels; de „Conrad," van Am sterdam naar Batavia, vertrok 8 Februari van Genua; de „Kaiser" arriveerde 8 Februari van Hamburg en Amsterdam te Dar-es Salaam de „Drente," van Batavia naar Rotterdam, vertrok 9 Februari van Padang; de „Prins Frederik Hendrik," van West-Indiö naar Am sterdam, passeerde 10 Februari Ouessant. By koninkiyk besluit van 8 Febr. is aan de ontvangers der directe bolastingen en accynzen W. H. J. M. TJske, te Hengeloo c. a. (Gelderland), en P. A. A. Molenaar, te Oude water c. a., op hun verzoek eervol ontslag uit 's Ryks dionst verleend, behoudens aanspraak op pensioen. By koninkiyk besluit is de luit. kol. A. P. J. Rutten, van het 1ste reg. inf., op zyne aanvrage op pensioen gesteld en het bedrag van het pensioen bepaald op 1800 'sjaars. Do heer H. L. Roelfsema, arts, bonoomd on aangosteld tot off. van gez. 2de kl. by het personeel van den genoesk. dienst van het leger in Ned.-Indië. Benoemd: by het wapen der inf., by het lste reg., tot kapt. de lste lult. R. Willems, van het 7de reg.; by het 2de reg., tot maj., de kapt. W. J. Van der Hoeven, adj. van het lste reg.; by het 3de rog., tot lston luit., de 2de luit. P. H. J. L. Lienders, van het corps. Met 1 Maart a. s.lo. de officier van admin. lste kl. H. J. Verveen op pensioen gestold, onder toekenning van een pensioen van f 1611 'sjaars; 2o. bevorderd tot off. van admin. lste kl., de off. van admin. 2de kl. C. V. Veldman, en tot off. van admin. 2de kl. de adj.-administr. C. Ferguson. N eerfooseh. Do heer G. Van Deth zette gisteravond in de tooneelzaal van hot Paleis voor Volksvlyt, te Amsterdam, voor een bonderd-vyf-on-twintig personen zijne bokende beschuldigingen uiteen. Hy haaldo verschillende gevallen aan, waarin, volgens hem, de heer Van 't Lindenhout zich aan misdrijven tegenover de weezen zou GOLO RAIMUND. 98) Adelbeld keerde hem toornig den rug toe. „Ben meisje, dat op die wyzo het vertrou wen misbruikt, eer, schaamte en zedelykheid met voeten treedt, lichtvaardig haren post verlaat „Houdt op genadige vrouw", riep Wolf gang, haar by den arm grijpende, en zyne oogen zagen zoo vol verachting op haar neder, dat zy de hare verschrikt neersloeg. „Ik weet dat zy standvastig op baren post is gebleven en dat noch angst, noch wanhoop haar daarvan konden verdry ven. Het is ge waagd, den eersten steen op haar te werpen." Zy wierp minachtend het hoofd omhoog; die bittere terochtwyzirg, welke alleen zy begreep, diende slechts om baren toorn te vermeerderen. Een tydlang, terwijl zy ge kweld werd door den angst over de gevolgen van haar verraad, was haar hart eenigszins zachter gestemd geweest, had de oude liefde haar recht doen gelden, maar nu het gevaar van boven zyn hoofd was weggetrokken, nu zy zich beiden weder op het vorige standpunt bevonden, keerde ook het gevoel van hare ingebeelde vernedering terug. „Wy bevinden ons tegenover u In zulk een eigenaardlgen toestand, mynheer de graaf', zelde zy scherp, „dat gy het moet vergeven als men u, tegen zyn wil, ln die dame be- leedigt. Ik vind hot voor eene arme gouver nante, voor een meieje zonder afkomst, bui tengewoon fijn ovorlegd, zioh op die wyze als martelares voor te doen en zich daardoor den steun en de bescherming te verzekeren van een jong, ryk, ongehuwd, tevens geheel onaf- hankeiyk man. Gy ziet het, ik weet de talenten, die zy bezit, ook op den waren prys te schatten." Wolfgang was doodsbleek geworden, terwyi zy sprak; het gif, dat zy nltspoog, had zyn hart getroffen. „Ik kan u voor deze woorden geen dank zeggen; geen man zou dit kunnen doen, uw echtgenoot zelf niet uitgezonderd. „Adelheid, Adelheid", zeide de generaal toornig, „gy laat u door uwe drift te ver medeslepen. Dat gy, vrouwen, toch nooit binnen de perken kunt blyven, zoodra uwe hartstochten zyn opgewekt. Het is laat ik geloof, dat het beBt is, alB wy allen nog wat trachten te rusten. Goeden nacht, Elkratb, ik verwacht u morgen vroeg; wy moeten de zaak tot helderheid brengen en overleggen wat er met Elizabeth gebeuren moet." Toen WolfgaDg in zyne woning terug keerde, waohtte Frans hem ondanks de koude voor de deur op de angst omtrent hetgeen er van zyn heer geworden was, liet hem geen rust. Zonder dat hem Iets gevraagd werd, ontsloot hy zyn schuldig geweten, legde eene volledige bekentenis af, hoe hy waar- schyniyk zelf, op den dwaalweg geleid door Adelheids voorspiegelingen, de politie op het Bpoor had gebracht. Elndelyk kwam er licht in Wolfgangs vermoedons. Het was duideiyk dat Elizabeth kennis had gekregen van Adel heide verraad; duldeiyk tevens, dat zy voor zyne redding en voor die van zoovole anderen baren goeden naam had prys gegeven, maar waarom? Was het werkeiyk liefde, of was het, zooals Adelheid zelde, koele, lage bero- kenlDg? O, dat Adelheid gezwegen had! Wie nam nu dien vergiftenden twyfel weg, die eerst door hare trouwbreuk en nu weder door haro verdachtmaking in zyn hart was geworpen; wie gaf hem het gelukkige, zalige vertrouwen zyner jeugd, het geloof aan de menschheid en aan de reinheid en kracht der ware liefde terug l YXT De Aprildag, welke don volgenden morgen aanbrak, beloofde een ware voorjaarsdag te zyn; de zon wierp hare heldere stralen als ten vroolyken morgengroot in de kamer van Elizabeth, om haar uit de korte en onrustige sluimering te wekken, die op de gebeurtenissen van den vorigen nacht gevolgd was. Een oogenbllk keek zy, als om zich te herinneren wat er was voorgevallen, in de haar vreemde omgeving lond, maar weldra stond alles weder duidelyk voor hare ziel. Wat had zy gedaan? Niemand op aarde had zy rekenschap te geven; zy behoorde niemand toe en terwyi zy daaraan dacht, vulden hare oogen zich met tranen. Maar in dien de dierbaren, die deze aarde verlaten hadden, baar tot verantwoording riepen, zou zy die dan kuunen geven? De snelle beweging, waarmede zy het haar van haar voorhoofd streek en de tranon uit hare oogen wischte, gaf het stomme ant woord op deze vraag haar hart sprak haar vry. Wat de menschen ook mochten zeggen, welk oordeel zy mochten vellen, wat Wolfgang zelf er van mocht denken, haar doel was bereikt. Zy beminde hem zoo onuitsprekeiyk vurig, dat zy er niet naar vroog, op welken prys hy hare opoffering stelde; zy wub er eenvoudig dankbaar voor, dat zy het had mogen zyn, die hare hand beschermend over zyn dierbaar hoofd had mogen uitstrekken. Ook tot de anderen, wier leven of vryheid zy waarschynlyk bad gerod, bepaaldon zich hare gedachten en een stille, lieflyke glimlach vloog over haar schoon gelaat, toen zy zich voorstelde, hoeveel tranen, hoeveel berouw wellicht zy had voorkomen. Zy had de scha duwen weggevaagd, die boven den naam van het oude grafelyko geslacht gezweefd hadden; de voorspelling van graaf Stephan, dat zulk een loot op den ouden stam moest ontaarden, was te-niet-gedaan. Was die prys niet dui zendmaal het offer waard, zou dat haar niet tot trooBt blyven verstrekken, indien het reeds lang vergeten ware, ook door dengene, voor wien zy het gebracht had en de bespotting der wereld haar slechts overbleef? Zy had haar toilet nauweiyks gemaakt, toen zy bij den generaal ontboden werd, en tot hare groote vreugde vond zy hem alleen, zonder Adelheid. hebben schuldig gemaakt, en legde vooi.il Juni nadruk op de omstandigheid, dat hy do ergstm beschuldigingen tegen den heer V. 't L. hed- geuit, zonder dat deze hem voor den rechter had gedaagd. Voorts beweerde spr. dat de officier van justitie te Arnhem al zyne aan klachten in de papiermand had gestopt, zoodat hy wel genoodzaakt was geweest zyne tweed' brochure uit te geven. Nu was hy tegen hodr met zyne kinderen te Arnhem gedagvaard echter niet om verklaringen af te leggen tegen den heer V. 't L., maar tegen tweo ondergeschikten Het debat, dat hierop volgdo, was soms nogal rumoerig. Dit was nl. het geval toen de heer De Vries trachtte den heer Van 't Lindenhout te verdedigen, maar door den Voorzitter tot de orde werd geroepen, omdat hy niet het door d"n heer Van Deth mode- gedeelde weerlegde. De debater weigerde echter den katheder te verlaten, waarop de heer Van Deth, onder het gejuich der ver gadering, hem er af trok en zelf in zyne plaats ging staan. Daar echter de heer De Vries telkens in de rode bleef vallen, werd hy ten slotte door de politie uit do zaal gezet. Voorts namen enkele personen het voor den heer Van Deth op, o. a. een oui-wees, omtrent wien de heer Van Deth verklaarde^ dat hy merkwaardig geleek op den heer, Van 't Lindenhout, naar aanleiding waarvan' spr. eene ernstige insinuatie uitte. Ook spraken o. a. nog do lieeren Bouriclus en Jan De Booy, het voormalige Bredasche raadslid. Eindelyk verklaarde nog de heer Van Dotb zelf dat hy de kosten van zyne vergaderingen niet eens kon bestrydenzoo moest hy gister avond meer dan 300 betalen, terwyl or slechts 63 was ingekomen. De Apeldoornsche finan- ti'.elo commissie weigerde deze onkosten te bestryden, hetgeen spr. dezer commissie vorweet. Da vergadering werd daarna gesloten. Hbl Gemengd. Nieuws. Wo"ènsdag a. s. heeft in do Stads- zaal alhier de zevende Volksbyeenkomst plaats. De bezoekers zullen alsdan vergast worden op eene gymnastiek- en scherrauitvoeriiig, welwillend aangeboden door de Loidsche gymnastiek- en schermvereenlging „Sparta" De schutterij-muziok zal dezo uitvoering op luisteren. Hot bericht in zake de nieuwe loting is in zooverre juist, dat op Maandag 19 Februari a. s. des voorm. te 10 uren te Kztwyk aan den Ryn eeno gedeeltelyke nieuwe loting zal plaats hebben, niet te be-j ginnen met D., maar met Johannos Van Duin, den jongeling, aan wien de overloting te i wyten is. Twee D's loten niet over, 71 zullen andermaal hun geluk moeten beproeven. Te Kaag, onder de gemeente Alke-1 mado, had dezer dagen een drietal stoom'1 booten eenige uren oponthoud, doordat de bemanning van de vaartuigen het niet durfde wagen het Kagermeer te passoeren, om zoo doende Leiden te bereiken, wegens den hevigen storm, welko aldaar woedde. Zy snelde schloiyk, vol ontroering op hen toe, bracht zyne handen aan hare lippen ea zelde met aandrang: „Gy houdt my toch voor onschuldig, Excel lentie, ik smeek u, zeg het my." Een oogenblik zag hy haar ernstig in hst bleeke gelaat; duldelyker dan ooit trof hem die zonderlinge vereeniglng van trots en des- moed, van zachtaardigheid en geestkracht, die daarin lag uitgedrukt. „Aan hoogverraad acht ik u onschuldig", zeide hy met een goedaardigen glimlach, „maar niet aan groote onbezonnenheid. Eene vrouw mag de grenzen niet overecbryden, die de zeden, de wetten en de welvoeglykbeid om haar getrokken hebben, en wanneer zy dit toch doet, indien zy den schyn, het oor- deel der wereld, zelfs van degenen, die haar liefhebben en vertrouwen in haar zouden willen stellen, vermetel trotseert, mag er slechs eene zeer gewichtige drangreden be staan, die haar doet handelen. Was dat hot geval, Elizabeth?" „Ja," antwoordde xy, terwyl zy hare oogen tot hem opsloeg; „het was de hoogBte drang reden." Hy glimlachte even; hy raadde wat zy bedoelde. „Was het geen zelfzucht, geene ydelheid, geene berekening?" „Niets van dat allee," zeide zy met den innlgsten toon der waarheid; ,ik dacht vol strekt niet aan myselva." {W*rit xtrv^fi.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 7