104Z2.
Maandag 13 Februari.
A0. 1894.
<§ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van <gpn- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit DRIE
Bladen.
Derde Blad.
Lelden, !0 Februari.
Feu 111 eton.
HET SLOT ELKRATH.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden. 1.10.
Franco per poet1.40.
Afzonderlijke Nommers0.06.
PRIJS DER AD VKRTENTIEN
Van 1—6 regels 1.06. Iedere regel meer 0.17J. Grooter»
lettere naar plaateruimte. Voor het incasseeren bulten de stad
wordt 0.06 berekend.
Het was gisteren 26 jaren geleden, dat
de heer W. J. Lau, alhier, als lid van het
ooilege collectanten der Ned.Herv. Diaconie
werd geïnstalleerd.
Genoemde heer was gedurende dat tydvak
6 jaren de secrotarls van dat college en einds
16 jaren tot op heden voorzitter.
Hy heeft die taak vervuld geheel belangloos
en op eene wyze, waardoor hy velen aan zich
heeft verplicht.
Reeds vroeg in den morgen kwam er ten
huize van den jubilaris eene commissie uit
HH. Diakenen en bood onder eene hartelijke
toespraak hem een kenrigen zilveren inktkoker
met inscriptie aan.
Daarna vervoegden zich eenige oud-collec
tanten ten zjjnent en vereerden hem insgelijks
een biyk hunner hoogachting en vriendschap.
Ook de collega's van den jubilaris lieten
zich op dezen heuglijken dag niet wachten.
In hartelijke bewoordingen schetste het
oudste lid, de heer W. D. H. Rozier, de ver
diensten van den heer Lau jegens het col
lege collectanten der Ned. Herv. Diaconie, en
wenschte hem toe dat by nog lang de voor
zitter van dat college zou mogen zjjn.
HtJ bood hem tevens namens dat college
eene verrassing aan, welke bijzonder naar
genoegen van den jubilaris was.
Getroffen door zoovele bewijzen van vriend
schap en waardeering, betuigde de jubilaris
zijn harteliJken dank aan allen, die 9 Febr.
1894 voer hem onvergetelijk hadden gemaakt.
Blijkens het heden door ons ontvangen
Algemeen Verslag van het verhandelde op de
algemeene vergadering van het hoofdbestuur
en de afgevaardigden der districts-commission
vaa het Fonds ter aanmoediging en onder
steuning van den gewapenden dienat in de
Nederlanden, werd op die vergadering ten
aanzien van het Ivalldenhuia te Leiden mede
gedeeld, dat het totaal bedrag der kosten van
dat gesticht in 1892 beliep 16,883.61 of
ƒ1749.76' minder dan in het jaar te voren,
hetgeen een gevolg is van de afneming van
het getal der in dat jaar verpleegde man
schappen. Ter bestrijding dier kosten hebben
gestrekt: de rijkstoelage ƒ5000. de lands-
pensloenon, door de Invaliden ten behoeve van
het gesticht afgestaan, benevens de suppletie
vanwege het Departement van Marine voor
een kostganger 4821.45; de gratificatiën uit
het Fonds, mede door de invaliden ten be
hoeve van het gesticht afgestaan, ƒ1446,11';
de opbrengst van afval, enz. 122.91nalaten
schap van J. H. Uylenhoed ƒ146.09*; onaf
gehaalde nalatenschappen ƒ18.08'; 12/m renten
van ƒ67,200 3'/« Inschrijving Nationale
Schuld ƒ2,002; 12/m. renten van ƒ54,000
2'/> Inschrijving Nationale Schuld ƒ1860;
maakt ƒ8352, en suppletio uit ons Fonds
ƒ1782.90', te zamen ƒ16,638.51.
In het Invalidenhuis worden gedurende
1892 verpleegd2 verminkten uit de koloniën,
2 verminkten uit den strijd tegen België,
87 lnfirmen, 1 kostganger voor rekening van
het Rijk, te zamen 42 man.
Met erkentelijkheid vermeldt het bi stuur
nog 1°. dat sergeant J. H. Uylenhoed, op 26
Februari 1892 in het Invalidenhuis over
leden, de helft zijner nalatenschap aan dat
gesticht heeft gelegateerd; na aftrek van
schulden, successierechten on onkosten bleek
die helft te bedragen eene som van 146.09'
en 2°. dat door wijlen mejuffrouw A. M.
Teerink, overleden te Amsterdam den 16den
Maart 1892, by testament aan het Invaliden-
huis is besproken een legaat van f 300, dat
echter met het overige der nalatenschap is
onderworpen aan een algemeen vruchtgebruik
ton behoeve van de zuster der overledene.
Dit legaat is vry van successierecht en zal
binnen drie maanden na het overlyden der
vruchtgebruikster worden uitgekeerd.
Nadere mededeelingen omtrent het Invali
denhuis werden vervolgens gedaan door de
commissie, die in dat jaar met de inspectie
van dat gesticht was belast.
In het bestuur van het Invalidenhuis had
de volgende mutatie plaats. De onder com
mandant, de heer D. M. J. Moltzer, overleed
den 26sten October 1892 en In zyne plaats
werd benoemd de heer J. H. Van Waveren,
gepensionneerd 2de luitenant van het leger
hier te lande.
De boeken, registers en andere administra
tieve bescheiden worden zeer zorgvuldig en
met accuratesse bygehouden. Na opneming
der kas bleek hot aanwezige saldo ad 991.84
volkomen met het kasboek te Bluiten.
Uit de opgave van het aantal onderofficie
ren, korporaals en manschappen blykt dat de
sterkte op den 23sten Juni 1892 bedroeg 33
man, sedert vermeerderd met 7, te zamen 40
man, waarvan in den loop van het jaar is
overleden 1, wegens slecht gedrag weggezon
den 1, zoodat op 22 Juni 1893 de sterkte
was gedaald tot 38 man.
By de monstering stonden 80 onderofficieren
en minderen op het plein aangetreden, 5
invaliden bevonden zich in de ziekenzaal, 1
was te gebrekkig om op het appèl te ver-
schynen, de belde anderen waren in dienst
De invaliden zagen er over het algemeen
welvarend uit en waren in het bezit van de
voorgeschreven kleeding en uitrusting, die in
zeer voldoenden staat werden bevondenallen
betuigden hunne tevredenheid over de uit
muntende verpleging en voeding.
Uit het strafregister bleek, dat van 23 Juni
1892 tot 22 Juni 1898, 6 personen waren
gestraft, wsarondor 1 sergeant en 1 korporaal
Deze korporaal moest tot viermaal toe worden
gestraft, waarvan driemaal voor dronkenschap.
De andere straffen zyn opgelegd voor lichte
en zware dronkenschap, een voor onvoegzaam
gedrag jegens den commandant.
By het bezoek van de verschillende zalen
en vertrekken bleek, dat goede orde en zin-
deiykheid in het gebouw bestaan. De bedden,
waarop de equlpementstukken der verpleegden
waren uitgepakt, bevonden zich in goeden
Btaat, evenals de voorraad, in het magazyn
opgelegd. De bibliotheek is vry good voorzien.
Uit do aanteekenlngen bleek, dat veel gebruik
wordt gemaakt van de daarin ter lezing aan
wezige werken.
Het was der commissie daarom eene aan
gename taak te kunnen mededeelen, dat het
Invalidenhuis uitnemend wordt beheerd en
dat ten eerste aan den raad van administratie,
en in de tweede plaats aan den commandant
en onder-commandant een woord van lof toe
komt voor de verdiensteiyke wyze, waarop
zy zich van hunnen plicht kwyten, om do
belangen te behartigen van oud gedienden, die
vroeger streden voor Vorst en Vaderland.
De heer H. J. Augustyn, burgemeester
van Zoetermeer, heeft met Ingang van 22
Maart a. s eervol ontslag aangevraagd.
Door de Hazerswoudsche droogmakery
is aanbesteed te Hazerswoude: lo. Het maken,
leveren en onderhouden van het zeil- en touw
werk van 15 watermolens gedurende 6 jaren.
Laagste inschryver de heer L. Visser en Zn.,
te Gouda, voor 6190;
2o. Het onderhouden der polderwerken, be
staande in 15 scheprad-watermolens, enz., ge
durende 6 jaren, benevens het maken en onder
houden van de zeil- en touwwerken aan voorn,
molens, gedurende hetzelfde tydvak, in 2 per-
ceelen en in maBsa. Laagste inschryver de
heer F. J. Heesterman, te Hazerswoude, voor
f 14,364, en voor massa de heer C. Bos, te
Haarlemmermeer, voor 80,649.
Prof. Allard Pierson herdacht giBteren
den dag, waarop hy vóór 40 jaar aan de
Loogeschool te Utrecht tot doctor in de god
geleerdheid werd bevorderd op een proef
schrift „De Realismo et Nominalismo." Vele
bewyzen van belangstelling zyn den kundigen
en smaakvollen letterkundige en geleerde by
deze golegenbeid geworden.
De gemeenteraad van Nieuwer-Amatel
benoemde gieteron met 12 stemmen (6 blanco)
tot directeur der 1 September te openen
Hoogere Burgerschool met driejarigen cursus
dr. H. Blink, lid van de gemeenteraad aldaar.
Te Amersfoort is ln den ouderdom van
ruim 89 jaar overleden de heer J. J. Langguth,
oud majoor der infanterie, ridder der Militaire
Willemsorde en gerechtigde tot het dragen
van het Militaire Kruis.
Men moldt aan de ,Tel." het volgende:
Door de Staatsspoorweg-Maatschappy zal
met ingang van den a. s. zomerdienst weder
eene belangryke verbetering ten gerieve van
het reizend publiek worden ingevoerd, daar
namelyk in trein 21 (naar Duitschland) en
in trein 24 (van Duitschland), welke vla
Emmerik de kortste en snelste verbinding
vormen van Nederland met Duitschland,
doorgaande, zoogenaamde „harmonica-rytui-
gen" zullen loopen van uit Amsterdam, Rotter
dam en Den Haag.
Deze rytuigen munten uit door eene by-
zondsre geriefelykheld voor den rolziger en
zyn dan ook geheel er op ingericht om eene
langdurige reis zooveel mogelyk te veraange
namen en te bekorten.
Voor het plaatsnemen in deze „harmonioa-
rytuigen" wordt een extra bedrag van 2 mark
in rekening gebracht, hetwelk slechts eene
kleine vergoeding kan worden genoemd voor
de vele gemakken, welke zy den reiziger
aanbieden.
In Duitschland, waar dit soort van door
gaande rytuigeu sinds eenlgen tyd in gebruik
is, maken de „harraonica-waggons" een kolos
salen opgang, zoodat het der exploitatie maat
schappij tot een eer mag worden gerekend,
dat zy zoo spoedig dergeiyk materieel ter
beschikking van het publiek verkeer zal stellen.
Naar men verneemt, is Z. D. H. de
aartsbisschop van Utrecht geheel hersteld en
verricht hy weder zyne gewone dagelyksche
bezigheden.
De luit.-kol. by het corps mariniers J.
H. Van Wely wordt met 16 dezer belast met
het bevel over het 1ste bat. te Amsterdam,
terwyi het bevel over het 2de bataljon te
Willemsoord met dien datum wordt opge
dragen aan den benoemdon luit.-kol. G. J. Visser.
De offlcier-mach. 2de kl. J. H. Gyzen
wordt mot 1 Maart a. b. geplaatst aan boord
van Hr. Ms. fregat „Atjeh".
Het stoomschip „Bundesratb," van O.
Afrika naar Rotterdam on Hamburg, vertrok
7 Feb. van Napels; de „Conrad," van Am
sterdam naar Batavia, vertrok 8 Februari van
Genua; de „Kaiser" arriveerde 8 Februari van
Hamburg en Amsterdam te Dar-es Salaam
de „Drente," van Batavia naar Rotterdam,
vertrok 9 Februari van Padang; de „Prins
Frederik Hendrik," van West-Indiö naar Am
sterdam, passeerde 10 Februari Ouessant.
By koninkiyk besluit van 8 Febr. is
aan de ontvangers der directe bolastingen en
accynzen W. H. J. M. TJske, te Hengeloo c. a.
(Gelderland), en P. A. A. Molenaar, te Oude
water c. a., op hun verzoek eervol ontslag uit
's Ryks dionst verleend, behoudens aanspraak
op pensioen.
By koninkiyk besluit is de luit. kol. A.
P. J. Rutten, van het 1ste reg. inf., op zyne
aanvrage op pensioen gesteld en het bedrag
van het pensioen bepaald op 1800 'sjaars.
Do heer H. L. Roelfsema, arts, bonoomd on
aangosteld tot off. van gez. 2de kl. by het
personeel van den genoesk. dienst van het
leger in Ned.-Indië.
Benoemd: by het wapen der inf., by het
lste reg., tot kapt. de lste lult. R. Willems,
van het 7de reg.; by het 2de reg., tot maj.,
de kapt. W. J. Van der Hoeven, adj. van het
lste reg.; by het 3de rog., tot lston luit., de
2de luit. P. H. J. L. Lienders, van het corps.
Met 1 Maart a. s.lo. de officier van admin.
lste kl. H. J. Verveen op pensioen gestold,
onder toekenning van een pensioen van f 1611
'sjaars; 2o. bevorderd tot off. van admin. lste
kl., de off. van admin. 2de kl. C. V. Veldman,
en tot off. van admin. 2de kl. de adj.-administr.
C. Ferguson.
N eerfooseh.
Do heer G. Van Deth zette gisteravond in
de tooneelzaal van hot Paleis voor Volksvlyt,
te Amsterdam, voor een bonderd-vyf-on-twintig
personen zijne bokende beschuldigingen uiteen.
Hy haaldo verschillende gevallen aan, waarin,
volgens hem, de heer Van 't Lindenhout zich
aan misdrijven tegenover de weezen zou
GOLO RAIMUND.
98)
Adelbeld keerde hem toornig den rug toe.
„Ben meisje, dat op die wyzo het vertrou
wen misbruikt, eer, schaamte en zedelykheid
met voeten treedt, lichtvaardig haren post
verlaat
„Houdt op genadige vrouw", riep Wolf
gang, haar by den arm grijpende, en zyne
oogen zagen zoo vol verachting op haar
neder, dat zy de hare verschrikt neersloeg.
„Ik weet dat zy standvastig op baren post
is gebleven en dat noch angst, noch wanhoop
haar daarvan konden verdry ven. Het is ge
waagd, den eersten steen op haar te werpen."
Zy wierp minachtend het hoofd omhoog;
die bittere terochtwyzirg, welke alleen zy
begreep, diende slechts om baren toorn te
vermeerderen. Een tydlang, terwijl zy ge
kweld werd door den angst over de gevolgen
van haar verraad, was haar hart eenigszins
zachter gestemd geweest, had de oude liefde
haar recht doen gelden, maar nu het gevaar
van boven zyn hoofd was weggetrokken, nu
zy zich beiden weder op het vorige standpunt
bevonden, keerde ook het gevoel van hare
ingebeelde vernedering terug.
„Wy bevinden ons tegenover u In zulk een
eigenaardlgen toestand, mynheer de graaf',
zelde zy scherp, „dat gy het moet vergeven
als men u, tegen zyn wil, ln die dame be-
leedigt. Ik vind hot voor eene arme gouver
nante, voor een meieje zonder afkomst, bui
tengewoon fijn ovorlegd, zioh op die wyze als
martelares voor te doen en zich daardoor den
steun en de bescherming te verzekeren van
een jong, ryk, ongehuwd, tevens geheel onaf-
hankeiyk man. Gy ziet het, ik weet de
talenten, die zy bezit, ook op den waren prys
te schatten."
Wolfgang was doodsbleek geworden, terwyi
zy sprak; het gif, dat zy nltspoog, had zyn
hart getroffen.
„Ik kan u voor deze woorden geen dank
zeggen; geen man zou dit kunnen doen, uw
echtgenoot zelf niet uitgezonderd.
„Adelheid, Adelheid", zeide de generaal
toornig, „gy laat u door uwe drift te ver
medeslepen. Dat gy, vrouwen, toch nooit
binnen de perken kunt blyven, zoodra uwe
hartstochten zyn opgewekt. Het is laat
ik geloof, dat het beBt is, alB wy allen nog
wat trachten te rusten. Goeden nacht, Elkratb,
ik verwacht u morgen vroeg; wy moeten de
zaak tot helderheid brengen en overleggen
wat er met Elizabeth gebeuren moet."
Toen WolfgaDg in zyne woning terug
keerde, waohtte Frans hem ondanks de koude
voor de deur op de angst omtrent hetgeen
er van zyn heer geworden was, liet hem
geen rust. Zonder dat hem Iets gevraagd
werd, ontsloot hy zyn schuldig geweten, legde
eene volledige bekentenis af, hoe hy waar-
schyniyk zelf, op den dwaalweg geleid door
Adelheids voorspiegelingen, de politie op het
Bpoor had gebracht. Elndelyk kwam er licht
in Wolfgangs vermoedons. Het was duideiyk
dat Elizabeth kennis had gekregen van Adel
heide verraad; duldeiyk tevens, dat zy voor
zyne redding en voor die van zoovole anderen
baren goeden naam had prys gegeven, maar
waarom? Was het werkeiyk liefde, of was
het, zooals Adelheid zelde, koele, lage bero-
kenlDg? O, dat Adelheid gezwegen had! Wie
nam nu dien vergiftenden twyfel weg, die
eerst door hare trouwbreuk en nu weder
door haro verdachtmaking in zyn hart was
geworpen; wie gaf hem het gelukkige, zalige
vertrouwen zyner jeugd, het geloof aan de
menschheid en aan de reinheid en kracht der
ware liefde terug l
YXT
De Aprildag, welke don volgenden morgen
aanbrak, beloofde een ware voorjaarsdag te
zyn; de zon wierp hare heldere stralen als
ten vroolyken morgengroot in de kamer van
Elizabeth, om haar uit de korte en onrustige
sluimering te wekken, die op de gebeurtenissen
van den vorigen nacht gevolgd was. Een
oogenbllk keek zy, als om zich te herinneren
wat er was voorgevallen, in de haar vreemde
omgeving lond, maar weldra stond alles weder
duidelyk voor hare ziel.
Wat had zy gedaan? Niemand op aarde
had zy rekenschap te geven; zy behoorde
niemand toe en terwyi zy daaraan dacht,
vulden hare oogen zich met tranen. Maar in
dien de dierbaren, die deze aarde verlaten
hadden, baar tot verantwoording riepen, zou
zy die dan kuunen geven?
De snelle beweging, waarmede zy het haar
van haar voorhoofd streek en de tranon uit
hare oogen wischte, gaf het stomme ant
woord op deze vraag haar hart sprak haar
vry. Wat de menschen ook mochten zeggen,
welk oordeel zy mochten vellen, wat Wolfgang
zelf er van mocht denken, haar doel was
bereikt. Zy beminde hem zoo onuitsprekeiyk
vurig, dat zy er niet naar vroog, op welken
prys hy hare opoffering stelde; zy wub er
eenvoudig dankbaar voor, dat zy het had
mogen zyn, die hare hand beschermend over
zyn dierbaar hoofd had mogen uitstrekken.
Ook tot de anderen, wier leven of vryheid
zy waarschynlyk bad gerod, bepaaldon zich
hare gedachten en een stille, lieflyke glimlach
vloog over haar schoon gelaat, toen zy zich
voorstelde, hoeveel tranen, hoeveel berouw
wellicht zy had voorkomen. Zy had de scha
duwen weggevaagd, die boven den naam van
het oude grafelyko geslacht gezweefd hadden;
de voorspelling van graaf Stephan, dat zulk
een loot op den ouden stam moest ontaarden,
was te-niet-gedaan. Was die prys niet dui
zendmaal het offer waard, zou dat haar niet
tot trooBt blyven verstrekken, indien het reeds
lang vergeten ware, ook door dengene, voor
wien zy het gebracht had en de bespotting
der wereld haar slechts overbleef?
Zy had haar toilet nauweiyks gemaakt,
toen zy bij den generaal ontboden werd, en
tot hare groote vreugde vond zy hem alleen,
zonder Adelheid.
hebben schuldig gemaakt, en legde vooi.il Juni
nadruk op de omstandigheid, dat hy do ergstm
beschuldigingen tegen den heer V. 't L. hed-
geuit, zonder dat deze hem voor den rechter
had gedaagd. Voorts beweerde spr. dat de
officier van justitie te Arnhem al zyne aan
klachten in de papiermand had gestopt, zoodat
hy wel genoodzaakt was geweest zyne tweed'
brochure uit te geven. Nu was hy tegen hodr
met zyne kinderen te Arnhem gedagvaard
echter niet om verklaringen af te leggen
tegen den heer V. 't L., maar tegen tweo
ondergeschikten
Het debat, dat hierop volgdo, was soms
nogal rumoerig. Dit was nl. het geval toen
de heer De Vries trachtte den heer Van 't
Lindenhout te verdedigen, maar door den
Voorzitter tot de orde werd geroepen, omdat
hy niet het door d"n heer Van Deth mode-
gedeelde weerlegde. De debater weigerde
echter den katheder te verlaten, waarop de
heer Van Deth, onder het gejuich der ver
gadering, hem er af trok en zelf in zyne plaats
ging staan. Daar echter de heer De Vries
telkens in de rode bleef vallen, werd hy ten
slotte door de politie uit do zaal gezet.
Voorts namen enkele personen het voor
den heer Van Deth op, o. a. een oui-wees,
omtrent wien de heer Van Deth verklaarde^
dat hy merkwaardig geleek op den heer,
Van 't Lindenhout, naar aanleiding waarvan'
spr. eene ernstige insinuatie uitte. Ook spraken
o. a. nog do lieeren Bouriclus en Jan De Booy,
het voormalige Bredasche raadslid.
Eindelyk verklaarde nog de heer Van Dotb
zelf dat hy de kosten van zyne vergaderingen
niet eens kon bestrydenzoo moest hy gister
avond meer dan 300 betalen, terwyl or slechts
63 was ingekomen. De Apeldoornsche finan-
ti'.elo commissie weigerde deze onkosten te
bestryden, hetgeen spr. dezer commissie
vorweet.
Da vergadering werd daarna gesloten. Hbl
Gemengd. Nieuws.
Wo"ènsdag a. s. heeft in do Stads-
zaal alhier de zevende Volksbyeenkomst plaats.
De bezoekers zullen alsdan vergast worden
op eene gymnastiek- en scherrauitvoeriiig,
welwillend aangeboden door de Loidsche
gymnastiek- en schermvereenlging „Sparta"
De schutterij-muziok zal dezo uitvoering op
luisteren.
Hot bericht in zake de nieuwe
loting is in zooverre juist, dat op Maandag
19 Februari a. s. des voorm. te 10 uren te
Kztwyk aan den Ryn eeno gedeeltelyke
nieuwe loting zal plaats hebben, niet te be-j
ginnen met D., maar met Johannos Van Duin,
den jongeling, aan wien de overloting te i
wyten is. Twee D's loten niet over, 71 zullen
andermaal hun geluk moeten beproeven.
Te Kaag, onder de gemeente Alke-1
mado, had dezer dagen een drietal stoom'1
booten eenige uren oponthoud, doordat de
bemanning van de vaartuigen het niet durfde
wagen het Kagermeer te passoeren, om zoo
doende Leiden te bereiken, wegens den hevigen
storm, welko aldaar woedde.
Zy snelde schloiyk, vol ontroering op hen
toe, bracht zyne handen aan hare lippen ea
zelde met aandrang:
„Gy houdt my toch voor onschuldig, Excel
lentie, ik smeek u, zeg het my."
Een oogenblik zag hy haar ernstig in hst
bleeke gelaat; duldelyker dan ooit trof hem
die zonderlinge vereeniglng van trots en des-
moed, van zachtaardigheid en geestkracht, die
daarin lag uitgedrukt.
„Aan hoogverraad acht ik u onschuldig",
zeide hy met een goedaardigen glimlach,
„maar niet aan groote onbezonnenheid. Eene
vrouw mag de grenzen niet overecbryden,
die de zeden, de wetten en de welvoeglykbeid
om haar getrokken hebben, en wanneer zy
dit toch doet, indien zy den schyn, het oor-
deel der wereld, zelfs van degenen, die haar
liefhebben en vertrouwen in haar zouden
willen stellen, vermetel trotseert, mag er
slechs eene zeer gewichtige drangreden be
staan, die haar doet handelen. Was dat hot
geval, Elizabeth?"
„Ja," antwoordde xy, terwyl zy hare oogen
tot hem opsloeg; „het was de hoogBte drang
reden."
Hy glimlachte even; hy raadde wat zy
bedoelde. „Was het geen zelfzucht, geene
ydelheid, geene berekening?"
„Niets van dat allee," zeide zy met den
innlgsten toon der waarheid; ,ik dacht vol
strekt niet aan myselva."
{W*rit xtrv^fi.