N°. 10422.
Maaadag 12 Februari.
A". 1894.
feze 'Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van <§pn- en feestdagen, uitgegeven.
Kikeriki.
Belasting op do scheepvaart to Loidou.
Leiden, 10 Februari.
Feuilleton.
KET SLOT ELKRATH.
PRIJS DEZER COURAÏTVi
Voor Lorden per 3 maandenf 1.10.
Franco por post1.40.
Afzondorlyke Nommers0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIE!?:
Van 1 6 regels f 1.05.
letters naar plaatsruimte,
wordt f 0.05 berekend.
Iedere regel meer f 0.17 J. Grootore
Voor het incasseeren buiten de stad
Eerste Blad.
Aan de Abonné's daarop, wordt by dit
tommer veraonden No. 21 van Kikeriki.
Onder dit opschrift bevat „Rhenania", orgaan
voor Rfln- en binnenscheepvaart, het volgend
artikel
„Wy zijn niet genoegzaam op de hoogte
van den toestand, waarin de gemeente-flnanciën
\n i LeideD en het draagvermogen zyner
inwoners verkeeren, doch dat B. en Ws.
overgingen tot het indienen van eene voor
dracht, ten doel hebbende invoering eener
belasting op de scheepvaart, is geen bijster
gunstig toeken. Doch dit daargelaten, moest
eone zekere belasting niet rusten op de be
hoefte de algemeene gemeentelijke inkom
sten te stijven, althans aio degenen, van wie
zy geheven zal worden, geen inwoners z\jn,
zoo ja, alsdan dient te biyken of zi) ten
dienste van den belastingbetalende besteed
worde. Indien Leiden eene hawnstad ware,
bijzondere werken daarstelde, tea einde de
scheepvaart binnen hare muren te lokken,
een nieuwen tak van nijverheid en handel
vestigde, die de welvaart der stad bevorderlijk
zoude kunnen zjjn, dan is eene bijdrage in
de kosten wel te verdedigen, doch waar en
wanneer die voorwaarde niet aanwezig is,
is die belasting even ongerijmd als eene ge
meentelijke belasting op het berijden der
stadsstraten door vrachtwagens en rijtuigen.
Voor Leidens inwoners echter is hor goed-
kooper scheepsvervoer eene verlichting, door-
dion het het veel duurdere landtransport
vervangt, dat het niet belast, terwijl het
scheepsvervoer aan andere takken van nijver
heid meüudinging mogelijk maakt
„Het schynt niet aannemelijk toe, dat de
schetpvaart aan Leiden zooveel onkosten voor
onderhoud van grachten en wallen veroorzaakt
om eene betrekkelijk zoo zware belasting van
deze te heffen; want, had de stad geheel
geen scheepvaart, dan zouden die onkosten
met uitzondering van het loon voor brug- en
sluiswachters toch voort bleven bestaan of
door nog veel grootere, als demping, rioleering
en waterlooziug vervangen moeten worden.
Noemt men hierby in aanmerking, dat de
pcbeepvaart op Leiden zich beeft kunnen ont
wikkelen, juist door vrijdom of zeer geringe
belasting, dan komt het ons voor een minder
gelukkig denkbeeld te zijn, ze thans te be
lasten on haar in de verdere ontwikkeling te
stuiten. Want ontegenzeglijk heeft Leiden tot
nog toe meer van do schtepvaart dan deze
van de stad genoten. Provinciale Staten heb
bon bijgevolg een niet genoegzaam te waar-
doeren besluit genomen om aan deze gemeente
de verplichting op te leggen de bruggen
kosteloos te bedienen, die zullen blyken ten
gevolge van de Rijnverbetering aanwezig te
moeten z\jn, om de zeer eenvoudige reden,
dat de welvaart van eene stad, en speciaal
Lu-aen, hec meest gediend is met aan handel
en verkeer de minst mogelijke lasten op te
.^ggen.
„Dit zijn principiéele bedenkingen.
„Doch hoe komen B. en Ws. aan het
tarief der belasting op de plaatselijke scheep
vaart?
„Ze hebben zich in het priëeltje neder-
geviyd en uitgerekend zoo en zoo veel scheeps-
ton zockon jaarlijks de stad op; tweemaal
twee is vier; we hebben plus minus zestig
duizend gulden of wat minder per jaar
noodig - boml we zullen op iedere ton zoo
en zoo veel belasting opleggen en we zijn er!
Dit is zoo eenvoudig mogelijk. Maar wordt
door soortgelijke rekenkunst de ontwikkeling
der gemeente niet tegengehouden eD bestaat
er geen waarschijnlijkheid, dat juist ten ge
volge dezer belasting het scheepvaartverkeer,
dat direct zoowel als indirect aan de indivi-
dueele inwoners voordeel aanbrengt, hun
draagvermogen verhoogt, achteruit zal gaan?
Het verkeer van Leiden is nog lang niet in
verhouding tot het getal van de inwoners
geklommen, derhalve ligt de vraag voor de
hand: kan de schipperij die belasting dragen?
Men moet niet licht er over denken een stoom
bootje, dageiykachen dienst tusschen Leiden
en naburige gemeenten verrichtende, plus
minus een gulden per dag en aan een beurt
man of trekschuit iets minder belastiüg op
te leggen I
„De gevolgen zullen niet kunneD uitblijven
de verkeersmiddelen zullen afnemen, óf hetgeen
wat ze moeten opbrengen wordt door de
bestaanblyvenden gewenteld op die handel-
drijvenden, welke juist op het goedkoopste
vervoermiddel zjjn aangewezen.
„Hoegenaamd niets spreekt vóór, alles
tegen eene plaatselijke belasting op de scheep
vaart van Leiden, tenzjj de onmogelijkheid
biykt het tekort der gemeente op doelmatiger
wijze te dekken."
Blijkens in dit nummer voorkomend*
advertentie zal de Leidsche afdeeluig van het
Noderlandsch Werkliedenverbond „Patrimo
nium" op Maandag-avond 12 Februari in de
zaal Noordeinde hare elfde jaarvergadering,
tevens uitvoering van de zangvereemging der
afdeeling, houden.
Beroepen is bij de Ned.-Herv. gem. te
's-Gravenpolder de heer A. W. Voors, cand.
te Leiden.
Door den Raad der gemeente Zoetor-
woude is besloten op voorstel van den voor
zitter geene beslissing te nemen, welken tyd
in te voeren, doch dat het wel wenscholyk
is eenheid van tijd te hebben, b.v. door den
Midden Europeeschen.
De bevolking der gemeente Koudekerk
bedroeg op 31 December 1892: 742 m. en
744 vr., totaal 1486 zielen. Zy vermeerderde
gedurende het jaar 1893 door geboorte met
28 j. en 28 m., door vestiging met 51 m.
en 69 vr. Zy minderde door sterfte met 19
m. en 18 vr., door vertrek met 68 m. en 86
vr., geheele vermindering 87 m. en 104 vr.,
zoodat het bevolkingscyfer daalde tot 734 m.
en 737 vr., totaal 1471.
Er werden 9 huwelijken gesloten.
Te Alfon worden pogingen aangewend
tot oprichting eener afdeeling Alfon en Om
streken van do Nederlandsche Yereeniging
tot afschaffing van sterkon drank.
Inlichtingen betreffende don aard en het
streven der Veroeniging kan men bekomen
by de hoeren C. Bykerk, te Oudshoorn,
E. J. Keizer en Adr. P. Tolk, to Alfen.
Gedurende het jaar 1893 werden te
Aarlanderveengeboren 56 j. en 49 m., te zamen
104, waaronder één tweeling, en overleden
over datzelfde tydvak 29 m. en 39. vr., te zamen
68, terwyi door inscbry ving in het bevolkings
register de gemeente vermeerderde met 128
m. en 153 vr., totaal 281, en door afschry ving
verminderde met 135 m. en 165 vr., totaal
300, zoodat de gemeente vermeerderde met
17 zielen.
Het getal ingeschrevenen aldaar voor de
nationale militie voor de lichting 1895 be
draagt 22.
Op 1 Januari jl. gingen in die gemeente ter
school 199 j. en 174 m., terwyi er zich be
vonden 224 j. en 205 meisjes van boven de
zes en beneden de twaalf jaren, zoodat er
25 j. en 31 m. geen onderwys genoten.
Men schryft ons uit Bodegrave: Onder
voorzitterschap van den heer C. Dekker, arts
alhier, had jl. Donderdag-avond in 't hotel
„Van Haaften" eene vergadering plaats van
leden van het in de vorige week opgerichto
werkliedenfonds. By de opening der vergade
ring bleken tegenwoordig te zijn 39 ledon,
welk getal met nog enkele werd vermeerderd.
Doel dezer vergadering was het vaststellen van
een reglement en het kiezen van een bestuur.
Vooraf deelde de voorzitter nog mede dat de
vereeniging 50 leden telt en dat uit vry willige
bydragen een reservefonds van f 200 is
byeengebracht.
Alanu overgaande tot de behandeling van
het reglement, werd in de eerste plaats aan
de veroeniging de naam gogeven van „Een
dracht maakt macht." Het doel der ver
eeniging is het verstrekken van onderstand
in geld aan de ledon, die door ziekte ver
hinderd zyn hun werk te verrichten. Op voor
stel van een der leden werd bepaald, dat, be
halve de gewone leden, zullen worden toe
gelaten begunstigers, die eone jaariyksche
bydrago wenschen te geven.
Aan het reglement wordt voorts nog het
volgende ontleendAls leden worden niet
toegelaten erkende dronkaards; do leden
kunnen van hot lidmaatschap vervallen worden
verklaard wegbiis: a. wanbetaling, b. wegens
het zonder noodzaak zich blootstellen aan
gevaar; do inkomsten bestaan uit: lo. de
conlribuiiën; 2o. giften en legaten; 3o. by
dragen van begunsligers; er zyn 3 categorieën
van leden, als: a. manneiyke personen tus
schen 13 en 18 jaren; b. mannen tusschen
18 en 40 j. on c. ongehuwde vrouwen of
weduwen tusschen 18 en 40 j.de contributie
bedraagt 5 cents en 10 cents; de uitkeering
wordt verstrekt als do ongesteldheid langer
dMi 3 dagen geduurd hoeft; elk lid heeft
slechts aanspraak op 13 wekelyksche uitkee-
ringen per jaar; de uitkeering b 3d raagt voor
de leden, die 5 cents betalen, f 1.75 en voor
hen, die 10 cents betalen, f 3.50 per week.
De werkkring der vereeniging bepaalt zich
tot de burgerlijke gemeenten Bodegrave en
Zwammerdam en het gedeelte van Aarlander-
voon, onmiddellijk daaraan grenzende.
Na de artilcelsgewjjze behandeling kwam
het geheole reglement in stemming en werd
dit aangenomen met algemeene stemmen op
één na.
Tot leden van het bestuur werden gekozen,
by de eerste stemming, de heeren C. Dekker
en J. L. F. De Meyere met 41 stemmen;
I. Van Dam 40, K. Douwes Dekker 29,
J. Heemskerk 27, J. A. Van Ghesel Grothe
met 22 stemmen. Behalve de heer I. Van
Dam, die zich wegens zyne vele bemoeiingen
op ander gebied verontschuldigde, namen de
benoemden, voor zoover ze aanwezig waren,
de hen toegedachte taak op zich. By de tweede
stemming (voor nog 2 leden) werden gekozen
de heeren A. Van der Harg met 24 en J. Scheer
met 21 stemmen. Ook deze heeren namen de
benoeming aan.
Nadat de heer Dekker had medegedeeld,
dat by voorloopig op zich genomen had de
tot toelating als lid benoodlgdo geneeskundige
attesten kosteloos af te geven, bedankte by
de aanwezigen voor de betoonde belangstelling
en medewerking by het tot stand brengen
eener zoo nuttige instelling. Vooral den heer
I. Van Dam, die, daar de werkzaamheden van
de voorloopige commissio als geëindigd kunnen
worden beschouwd, geen werkzaam aandeel
meer heefc in de Vereeniging, bedankte hy,
namens haar, voor zyne yverige medowerking
in deze. Hierna ging do vergadering uiteen.
In de hierop gehouden bestuursvergadering
heeft het bestuur zich samengesteld als volgt
C. Dekker, president; J. A. Van Ghesel Grothe,
vice-president; K. Douwes Dekker, penning
meester; J. Scheer, 2de penningmeester; J.
L. F. De Meyere, secretaris; A. Van der Harg,
2de secretaris, en J. Heemskerk.
Voor het geval de gouverneur van Suri
name mocht volharden by zyne ontslagaan
vrage, wordt als zyn opvolger genoemd de
gouvernement8 secretaris in die kolonie, mr.
W. Tonckens J.Lz., het vorig jaar van verlof
naar West Indië teruggekeerd.
Gisteren kwamen te 's-Gravenhage in
het „Hotel den Ouden Doelen" 12 leden der
Fransche Kamer van Afgevaardigden, die een
bezoek hadden gebracht aan de Ned. Spiritus
fabriek van den heer Van Marken te Delft.
Uit Delft schryft men aangaande dit be
zoek het volgende: Do Nedorlandsche oliefa-
briek alhier ontving een bezoek van een
zestiental Fransche Kamerleden en eenige
Nederlandsche industriëelen, vergezeld door
den heer Tbubé, oprichter van de fabriek,
thans eigenaar van eene groote kunstboter-
fabriek te Nantos.
Het bezoek stond in verband met belangen
van den kunstboterhandel. Nadat de gasten
in rytuigen van het station waren afgehaald,
werd een lunch gebruikt in het gebouw „De
Gemeenschap". Daarna werd oen ry toer onder
nomen, waarop o. a. de kunstboterfabriek van
den heer Mouton bezichtigd werd. Na een
diner ten huize van den direct ur Van Mar
ken zou het bezoek besloten worden met het
by wonen van een fakkeloptocht, het blusschen
van een nageoootsten brand, e z. in het
Agneta Park.
Men schryft aan de „Haarl. Crt.w;
Ondanks de vele pensionneeringen in de
hoogere rangen, is het met de promotie by
het wapen der infanterie toch nog wanhopig
gesteld. Negen en twintig jaar officiersdienst
hebben zy, die thans in de termen vallen om
tot majoor te worden bevorderd. Dat men
daardoor veel te oude hoofdofficieren krygt,
behoeft geen betoog; dat de bruikbaarheid
van het leger er onder lydt, tvenmin.
In de naaste toekomst is daarin goene ver
betering te verwachten en menig officier vreost,
dat zyn lot ook eenmaal zal wezen geiyk dat
van een paar zeer verdienste!yke en yverige
kapiteins, die weldra hoofdofficier moesten
worden, doch aan wie, naar men ons mede
deelde, is bericht, dat zy, hoe geschikt ove
rigens, door te hoogen leeftyd niet meer voor
dien rang in aanmerking konden komen.
Treurig einde van eene verdiensteiyke mili
taire loopbaanOntmoedigend, lust- en energie-
doodend schrikbeeld voor velen, wieu wellicht
hetzelfde boven het hoofd hangt.
Nu het gebrek aan hulppersoneel by
het onderwys in Friesland zich meer en meer
doet gevoelen, maken do gemeentebesturen
met de schoolhoofden regelingen, om toch
alle klassen van het onderwys zooveel moge-
ïyk te laten proflteeren. De hoofden geven
per dag meerdere lesuren. De schoolhoofden
te Aalzum, Lioeasens en Morra waren do
laatste helft van het vorige jaar geheel van
hulp verstoken. Zy wisten, door het geven
van onderwys gedurende meer uren dan het
leerplan aangeeft, de zaken gaande te houden,
tot groote vreugde der ouders. De gemeente
raad heeft thans op voorstel van B. en Ws.
besloten, aan die hoofden gratificaties te ver-
leenen ad 90, 100 en f 95, berekend naar
de helft van het salaris van onderwyeer of
onderwijzeres.
Do directeur-generaal van de posteryen
en telegraphie heeft een beroep gedaan op de
medewerking der dagbladpers, om do opneming
te voorkomen van mededeelingen den inwen-
digen dienst der bedoelde takken van bestuur
betreffende, ontleend aan de Verzameling van
voorschriften of van de dienstorders enz.,
niei bestemd voor het publiek, welker openï aar-
making meermalen óf tot misverstand kan lelden
of maatregelen door de administratie m het be
lang van den dienst verordend, kan tegenwer
ken of verzwakken. Alles wat betrekking heelt
op den post en telegraafdienst en van eenig nut
of belang kan zyn voor het publiek, wordt in
de „Staatscourant" opgenomen, terwyi de direc
teur-generaal bereid is om al die mededeelingen
betreffende de bedoelde diensten, die niet van
genoegzaam belang voor het algemeen geacht
worden voor eene opneming in de Staatscourant
dooh niettemin in byzondere gevallen van
eenig nut kunnen zyn voor het publiek, gratis
en rechtstreeks te verstrekken
DOOR
GOLO RA.IEUND.
97)
De oude heer was eenvoudig verbaasd,
maar Adelheid beefde zoodanig, dat zy zich
moeliyk staande kon houden Hare intrige,
di9 haar slechts de correspondentie van Wolf
gang in handen moest spelen, had, dit zag
zij luideiyk, eene geheel andere wending ge
nomen.
In weinige woorden verklaarde de politie
beambte, wat er van de zaak was, en hoe
onvolledig dit ook geschiedde, de generaal
was te zeer een man van de daad en van
zyn plicht, om zich lang met woorden bezig
te houden, waar gehandeld moest worden.
Hy verzocht, in overleg met den luitenant,
dat zyne vrouw en hare kamenier Elizabeth
in eene zjjkamer zouden onderzoeken en trok
zich intus8chen met Wolfgang in eene venster-
nis terug.
„Weet gy wel, dat ik dat jonge meisje
met vaderlyke liefde heb liefgehad?" zeide
hö op een strengen toon.
„Zeker, Excellentie; het is niet mogelijk,
haar niet lief te hebben."
Het gelaat van den generaal werd nóg
•weberder. „Weet gj), dat zy noch vador,
»och moeder, noch broeder heeft, die haar
m bescherming kunnen nemen, dat zy alléén
staat op de wereld en dat zy alléén haren
weg moet bewandelen?"
„Ik weet dat."
„Ook dat dit jonge, kinderlijk onervaren
schepsel onder m|jne bescherming staat?"
vroeg de generaal nog driftiger.
„Ook dat; dat is m|j geen borg voor hare
waarde, want die heeft zy niet noodig; het
is slechts de erkenning daarvan."
„En g|j durfdet het wagen, dit kind te
verleiden, hare reinheid in verdenking te
brengen; g|j hebt geen medelijden met haren
huiploozen toestand, geene achting voor don
moed, waarmede z|j alleen haar pad door de
wereld bewandelt, geene achting voor do
rechten der gastvrijheid
„Excellentie, ga niet verder," riep Wolf
gang, bevende van verontwaardiging, „doe het
niet, wat ik u bidden mag, want gy beleedigt
my zonder reden. Ik geef u myn woord van
eer, dat or niet de minste betrekking tus
schen my en het joDge meisjo bestaat, dat
ik de rust van haar hart noch de reinheid
van haar gemoed door woord noch blik ver
stoord heb, dat ik Dooit de achting jegens
haar uit het oog heb verloren en dat hare
tegenwoordigheid in myn huis my nog een
raadsel is. Het is mogelyk dat zy, door dezelfde
dwaling bevangen als die heeren, geloofd heeft,
dat ik ln gevaar verkeerde; ik zeg, het is
mogelyk, want zy heeft zich nooit verklaard,
en de angst, die haar aandreef, om my te
reddeD, heeft haar doen vergeten, wat zyzeive
kon verliezen. Zoo stel ik my de zaak voor
en niet anders kan ik ze u voorstellen, myn
vaderlyke vriend 1"
De generaal klopto hem op den schouder;
hy was zichtbaar aangedaan. „Nu, het ver
heugt my dit to hooren, Elkratb; het
zou jammer zyn voor u beiden, indien het
anders ware. Wat my minder bevalt, is dat
gy u met die staatkundige woelingen inlaat.
Ik heb het u reeds honderd- en duizendmaal
gezegd: laat u met Gradlowski niet anders
In dan voor zooverre het de kantoorzaken
betreft of onttrek hom aan zyn gevaariykon
omgang."
„En indien ik nu juist daarop uit was," zeide
Wolfgang met een glimlach, „en als myn
bekeeringswerk zoo slecht beloond werd."
Erchsdorf maakte een afwerend gebaar met
zyne hand. „Ik heb daar eigenlyk niet naar
te vragen en wil ook, daar de zaak goed is
afgeloopen, liever niets weten. Gy zyt niet
minderjarig, ais de kleine Elizabeth, gy zyt
uw eigen hoer en meester. Bedenk dat wel,
myn beste, jonge vriend, gy zyt het aan uw
naam wel met verschuldigd de waanzinnige
boogmoedstheorieèn van graaf Stepban in eere
te houdeDmaar wel zyne loyauteit, die zich van
geslacht tot geslacht heeft overgeërfd, en die
zoo oud is als de naam en zyn beste goed. Dat
is een erfdeel, dat de oude Worlitz zelf zou
waardeeren - acht gy het dus niet gering. En
indien gy het ooit deedt, geloof my, de ver
gelding, die er voor graaf Stephan in opge
sloten zou liggen, zou eene schande zyn voor
uzelven. Een Elkrath mag geen rebel zyni"
Wolfgang stak hem de hand toe. „Ik ben
dat ook niet en ben het nooit geweest; het
zaad myDS grootvaders heeft zulke slechte
vruchten niet gedragen."
Hun gesprek werd hier gestoord door do
komst van Adelheid. „Wy hebbon by juffrouw
Graun gcenerlei papieren gevonden", zeide
zy, zonder Wolfgang met een enkelen blik te
verwaardigen. „Zy wonscht te weten, of hare
tegenwoordigheid nog vereischt wordt; zy
beweert zoo aangedaan te zyn, dat zy zich
niet meer staande kan houden."
Wolfgang richtte een blik vol ontsteltenis
op den generaal; Adelheid mot hare liofde-
looze hardvochtigheid scheen voor bem in het
geheel niet te bestaan.
„Dat is eene misselyke, eene vervloekte
geschiedenis", mompelde de oude heer, „voor
my en myn huis is zy onaangenaam en de
kleine heelt er de vingers aan gebrand."
„En baren goeden naam verspeeld", zeide
Adelheid langzaam. „Zy mag dezen nacht
nog in huis blyven, maar morgen, Eichsdorf,
dat zult gyzelf wel inzien, morgen moet zy
een ander onderkomen zooken. Een jong
meisje, in politieke samenzweringen gewik
keld en des nachts do deur uit ik geloof
dat uwe dochter onmiddeliyk terugkwam,
iodien zy wist in welke handen Hedwlg
zich bevindt."
„Nu, nu, dat komt morgen wel terecht",
zeide de generaal verdrietig, „dat zyn huise-
lyke zaken, met welker bespreking wy die
heeren niet mogen ophouden. Wordt de tegen
woordigheid der dame nog vereischt?" aldus
wendde hy zich tot den luitenant van politie.
„Neen, üwe Excellentie, maar hare kamer
en verdere zaken moeten onderzocht worden,
want daar de jonge dame waarschyniyk in
overleg met anderen handelt, ie het volstrekt
niet onwaarschyniyk, dat zy aanteekeningen
of stukken in haar bezit heeft, die voor ons
belangrijk kunnen zyn. Dat hoeft echter, als
de dame werkelyk ongesteld is en er by
tegenwoordig wenacht to zyn, tyd tot morgen,
indien Uwe Excellentie eoor haar wilt
instaan."
„O, voorzeker", zeide de generaal, „de
jonge dame zal hedennacht in eene andere
kamer slapen en de hare morgen eerst in
uws tegenwoordigheid betreden."
De beambten verwyderden zich en Wolfgang
bloef met het echtpaar alleen.
„Wolk eene beleedigmgl" riop Adolheid,
terwyi zy hare handen inéénsloeg en het
woord tot haren echtgenoot richtte. „En
dat was uw lieveling, Eichsdorfl Daartoe
leidt dus de voreeniging van klnderlyko
onschuld en mannelyke energie! Het is een
schandaal voor de wereld, dat Hedwig zoo
laog was toevertrouwd aan de handen vsn
een meisje, dat 's nachts het huis uitloopt."
„Kind, kind, weos bedaard", zeide de
generaal; „met de weield zal ik wel klaor
komen."
„En juffrouw Graun mogelyk nog wel be
houden", stoof Adelheid op.
„Dat niet, ofschoon ik moet bekennon dat
het my leed doet. Zy heeft do greezen over
schreden van het betamelyke en dat vergeeft -
de wereld niet, welke ook de bcweogredenen
geweest mogen zyn. Zy kan de opvoedster
niet meer zyn van de kinderen van andoren,
maar kan eene eene voortreffoiyke moeder
voor hare eigen kinderen wezen."
t Wordt eereoipd).