N°. 10416. Maandag 5 Februari. A0. 1894. feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van t§pn- en feestdagen, uitgegeven. Eerste Blad. F emileton. HET SLOT ELKRATH. LEIDSCH BAG-BLAB. PRUS DEZER COURAUT: Voor Leiden per 3 maanden. f 1.10. IVanco per post1-10. Afzonderlijke Nommors0.0B. PRIJS DER ADVERTENTEËIT: Van 1 6 regels f 1.06. Iedere regel moer f 0.17$. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseoren bulten de stad wordt ƒ0.05 berokend. Officieel© Koaaistfovinffen. Burgemeester an WethoaderB dor gemeootn LeideD Brengen bft deze ter algememe kennis dat door ben z\jn benoemd: tot opperbrandmet fter aan de Btadsapoit No. 6 de hO'-r J. P. l'E KONING, in de plfcate van den beer 8. VAN LEEUWEN, aan ïvion eon eervol on icing is verleendtot brandmeester aan do stoombrandepuit No. 2 de beer A. VER HOOG Jz. ttr vervu.liDg eener bestaande vacature, on dat is b-B oten om de opperlolding aan de stade- epmt No 3 tudelrjic op te dragen aan den boer J. G. RIETBERGEN, tb&ue brandmeoater aan dieB^uit, Burgemeester eu Wetboadors voornoemd, Leden, H. O. JUTA, Weth., lo.-Bargemeester. 3 Pebr. 1394. 2. KI8T, Secretarie. Amsterdamsche- of zoiietyd? Ingezonden. II. „Is hat mot het oog op het verkeerswezen noodzakelijk, dat alle plaatsen binnen een zone den gordeltyd aannemen desnoods met terzijde stelling van den localen Aldus luidt het vraag stuk van welks oplossing de invoering van het nieuwe stelsel afhangt. En om met de conclusie het betoog vooruit te ioopeo, kunnen wij ter stond antwoordenvoor vele landen w 1, Voor andere, waaronder Nederland, zeer zeker niet. Waarom nu voor de invoering van een zonetydrekening onder zekere omstandigheden veel te zeggen valt en waarom hier niet toe passelijk is de stelling, dat wat voor een zone als zoodanig geldt ook geldt voor elk barer gedeelten, move hinken uit de volgende beschouwing. Ieder, die in landen van longitudinale ligging gereisd heeft, zal het ongerief erkennen, dat het verschil tusschen den plaatselijken tijd en dien der spoorwegen, welke genomen is naar den meridiaan oer hoofdstad, oplevert. In de Yereenigde Siaten van Noord-Amerika, een gebied, dat zich over bijna 60 lengtegraden of 7g v»n den omtrek der 40sto parallel uit strekt, deed zich het allermeest de behoefte aan meur dan een nationalen tyd gevoelen. Te dien einde heeft men in 1883 de reuzen republiek verdeeld in 4 secties, elk van 15° lengte of 1 uur; de eerste zone werd gevormd door de Atlantische kust en een lyn, loopende over Detroit on Charleston (eastern time), de tweede liep tot de lyn van Bismarck (North- Dacota) naar den mond der Rio Grande (central time), de derdo tot aan de grenzen van Idaho, Utah en Arizona (mountain-time), de vierde tot aan de kust van den Grooten Oceaan (pacific time). 12 uur te New-York komt dus overeen met 11 uur te Chicago, 10 te Denver on 9 te San Francisco. De plaatselijke tyd wy kt mitsdien overal van 1 tot 30 minuten af van don standaardtyd en is daarbij vóór of achter, naarmate de plaats ligt beoosten of bewesten den meridiaan, die midden door elke sectie loopt. Hot groote aantal tijdrekeningen en daarmee onvermijdelijk samengaande verwarringen in een zelfde land maakten het noodzakelijk om de aan het hoofd van dit artikel bedoelde stelling (no. 2) toe te passen; niet op zich zelf dus was de uniforme tijd wenscheiyk, niet om hier en daar aan de bevolking eenige z.g.n. huishoudelijke voordeelen te bezorgen (hier en daar, omdat van de steden, die op of nabij d© 3 meridianen liggen, de beide tyd- soorten samenvallen, en deze meridianen zóó danig gekozen zijn, dat zij de belangrijkste bevolkingscentra in dat voordeel doen deelen) evenmin om tot een vervroegde en betere dagindeeling te nopen, geenszins dus, in 't al gemeen om voordeelen te scheppen, maar uitsluitend om n a d e e 1 e n, door ver warring etc. ontstaan, te voorkomen. Gaandeweg verzetten dan ook alle plaatsen, die tot dusver den zonne tyd handhaafden, nare klok, de bezwaren, die het wennen aan een veranderden tyd en het blijven volharden bij den ouden medebrengen, tegenover elkaar stellende. Gaan wij nu vergelijkenderwijze onze aan dacht verplaatsen naar Europa, dan ligt opper vlakkig niets meer voor de hand dan de gevolg trekking, dat al hetgeen met het oog op de Nieuwe-Wereld gezegd is, woord voor woorct geldt voor ons eigen werelddeel, ja nog eerder, want het is grooter en strekt zich uit over nog aanzieiyker lengte. Toch schuilt er een groote fout in deze argumentatie; zy is on logisch omdat ze zich schuldig maakt aan het vergulyken van twee ongelijksoortige groot heden, en het is wellicht door dit nader toe te lichten, dat het voor ons land onhoudbare der stelling no. 2 duideiyk wordt. De Republiek der Yereenigde Staten verkeert in geheel andere omstandigheden als Europa, zoowel staatkuncig als oeconomisch. Het eerste omdat ze óén staat vormt, óón centraal gezag heeft en op elk deel van haar gebied dezelfde gemeenschappeiyke belangen kan aantoonen; het: „óén voor allen en allen voor óón" geldt geiyk haar devies: „E pluribus unum" het uitdrukt, voor de ganscho unie. Een maatregel met zyne consequenties als waartoe men in 1883 moest overgaan, heeft er bqgovolg een reden van bestaan, meer kans van slagen en vindt in de óónheid van wil een betere waar borg tegen nadeelige gevolgen. Oeconomisch, omdat de aard van het ver keer verschilt met dien van hetEuropeesche. In Amerika is het verkeer over groote afstanden hoofdzaak, het locale slechts accessoir; hier is hot juist andersomin Europa is een drie* daag8Che reis betrekkeiyk zeldzaam, de ge middelde lengte der trajecten wisselt af tus- schen 6 en 16 uren, wat verklaard wordt door de byna 5-maal grootere bevolkingsdichtheid. De storende invloed van het tydsverschil tusschen twee verkeerspunten is derhalve in de zelfde evenredigheid geringer als de afstand tusschen hen zich verhoudt tot een overeenkom stige in het Amerikaansche verkeer. Het traject Amsterdam Beriyn b. v. (13 uur) beteekent hier hetzelfde als New-York St.-Louis g i n d 8 en toch bedragen de tydsverschillen resp. 30 en 85 minuten. Biyven wy by hetzelfde voorbeeld, dan biykt dat da bewoners van St.-Louis voordeel heboen by een geregeld tydstelsel, die van Nederland daarentegen weinig of niet; bedenken wy verder, dat de eerstgenoemden krachtens de bovenbesproken éénheid van belangen een reden kunnen opgeven tot invoering van den 8poortyd ook in het dagelyksche leven, welke reden voor Nederland Diet bestaat omdat de belangen der Europeesche staten niet ge meenschappeiyk zyn, veeleer scherp afge scheiden, dan is daaruit reeds de te volgen gedragsiyn van ons land af te leiden. Ware onze oude wereld een republiek, wy zouden als deel daarvan onze byzondere be langen aan de algemeene ten offer brengen, den zone tyd erkennen en zyne gevolgen aan vaarden. Nu bestaat er geen algemeen belang, elke staat is zichzelf het naast in den siryd om het bestaan. In deze leer is Pruisen ons voorgegaan door ten gunste zyner spoorwegen een veranderde tydregeling onder mooie theore tische voorwendsels door te dry ven. Als daar te lande het spoorwegwezen zulk een over wegende plaats inneemt in het geheel der publieke belangen, dat het alles aan zich onder geschikt maakt, is dit Pruisen's zaak. By ons is dat echter niet het gevalmet een goede verkeersregeling is Nederland ontegenzeggeiyk gebaat, reden waarom zy voor den wetgever een voorwerp van zorg is, maar tot dusver is het belang nog niet in- grypend genoeg om er alles voor te doen wyken. Het verkeer is er voor het publiek, niet omgekeerd. Meenen de spoorwegonder nemers zich te moeten regelen naar hunne buitonlandsche collega's, hetzy in hun eigen gemak, hetzy in dat der laatsten, dan is dit hun zaak, en de wetgever staat op een onzinnig standpunt als hy het publiek dwingt zich daarnaar te voegen. Het gaat niet aan om de autocratie van particuliere ondernemers openiyk te erkennen, alleen omdat zy in een be staande behoefte voorzien. Dit stelsel is ten onzent toch reeds onbegrypelykerwyze in zwang, maar het zóódanig ten top te voeren dat het een geheele wyziging in de leefwyze van een volk te weeg brengt, ligt nog verder buiten do grenzen van het gezond verstand, temeer omdat by analyse biykt, dat uitslui tend het belang van den buitenlander er aan ten grondslag ligt. In grooto landon brengt de ligging, vooral wanneer deze longitudinaal ia, mede dat op volo plaatsen de locale- en de spoorwegtyd afwyken, en dit is een nadeel voor het publiek, hoewel de ondervinding loert, dat het zoo danig aan deze omstandigheid gewend is sedert het bestaan van spoorwegen, dat er slechts in hoogst enkele gevallen van ver warring sprake ia. Maar om het in landen, welke door hunno ligging en afmetingen van dit natuurlyke nadeel verschoond bleven, opzetteiyk te gaan invoeren, alleen omdat de spoorwegondernomers daarvoor een byzondere reden meenen to hebben, is niet met een gezond oordeel overeen te brengen. Toch begingen wy deze dwaasheid den lsten Mei 1892 en nu wy gezien hebben dat het publiek zich zeer moeilyk en langzaam ge went aan een kunstmatig tydsdualisme, nu overal verwarring het gevolg is, behooren wy een einde te maken aan dien toestand. De wegen daartoe zyn: óf de spoorwegen moeten terugkeeron tot den meridiaan van Amsterdam óf algemeene aansluiting by den tyd van Görlitz, zyndo dit de beide eenige methoden om in Nederland éénheid van tyd te bekomen. Wy hebben aangetoond dat er voor ons publiek geen voldoende reden is on een afzondeilyken tyd voor het verkeers wezen te erkennen, of liever: om er zich de lasten van te getroosten. Gaan do spoorweg ondernemers toch tot dien maatregel over: men dwinge ze dien in te trekken; waartoe heeft de regeering het oppertoezicht ovor hunno handelingen, als het niet is om het publiek tegen de nadeelige gevolgen te vry- waren? Een ministerieel© goedkeuring, als destyda aan het voorstel werd gegeven, is zeer goed te herroepen, te meer als het alge meen belang die herroeping eischt. De termyn, welke den maatschappyen tot uitvoering daar van gesteld moet worden, kan zooveel mogelyk in harmonie worden gebracht met hare ver houding tot de „Verein", waarvan zy lid zyn De andere weg, algemeene aansluiting by Görlitz, kan, daargelaten de reeds voorafgegane botoogen, nimmer wenscheiyk zyn, indien niet duideiyk en afdoend de voordeelen, de positieve, tastbare voordeelen zyn aange toond; zoolang dit bewys ontbreekt, ont breekt tegeiykertyd elke prikkel om tot een geheel nieuwen en ingrypenden staat van zaken allerwege mede te werken. Zelfs een wettelyke regeling, gesteld dat een eventueel ontwerp wet werd, zou niet verder kunnen reiken dan tot ryks- of gemeenteiyke instel lingen; voegt het grooto publiek zich niet naar de veranderde klok of naar de toestanden, dio men met die verandering voorheeft, dan zal het dualisme evengoed, en in bedenkelyker verhoudingen, blyven bestaan als gedurende de Greenwich-periode. En hoe gaat men met de bewysvoering te werk? Er wordt gewezen op landen als Tyrol, Beieren etc., waar de nieuwe tyd in het dage ïyksche leven tot geen enkel bezwaar blykt aanleiding te geven; hot veranderde régime werkt er uitmuntend, etc., maar men vergeet er by te voegen, dat voor deze argumentatie by voorkeur die landen gekozen zyn, welke op of by den meridiaan van Görlitz liggen, waar dus midden-Europeesche- en locaio tyd sameuvallen. En bovendien, waar men zich op plaatsen buitenslands beroept, wordt niet in acht genomen, dat de ongunstigst gelegene hoogstens 80 minuten verschil hebben, terwyi Nederland er 40 zou tellen of l/t meer Men beyvert zich voor het opsommen van een reeks voordeelen, die alle hun plaats hebben in den logischen keten van oorzaak tot gevolg, doch tegeiykertyd voor weerlegging vatbaar zyn, en by slot van rekening niet veel meer waarde hebben dan hypotheses, die in praktyk evengoed kunnen blyken als droog zand samen te bangen. En wie kan zeggen of er niet tal van nadeelen aan het liebt zullen komen, waaraan men nu, by eene oppervlakkige studie, niet gedacht heeft, of die zich niet konden laten voorzien Mag men die risico loopen zonder oen onke len waarborg dat de toestand zooals men dien denkt of wenscht, geheel dezelfde zal zyn als de werkelyke? Mag men zich aan een maatregel wagen, waarvan het initiatief niut in eigen boezem schuilt en welks strek king een fictie is? Mag men met Nederlandsche belangen gaan spelen en ze op losse schroeven zetten zonder een ander aequivalent dan een mogelyk, niet eens waarschyniyk voordeel? Mag men in koelen bloede aan een begooche ling toegeven, die geen anderen grond heeft dan de aantrekkelykheid van het nieuwe? Ziodaar eenige vragen, die men zich ver plicht is te stellen alvorens eene richting in te slaan, waar terugkeer niet meer mogelyk is. Wy hebben tameiyk voel kans door het geheele buitenland, onze oostelyke naburen in de eerste plaats, te worden uitgelachen. Het is misschien nog tyd om een stortbad te nemen en de moties door te halen, waarmee de algemeene Midden-Europeesche tydsquaos- tie tot den rang van panlomine kan worden verheven. De aangewezen weg daarna is een kalm, bezadigd overleg met de spoorwegdirecties om nu of mottertyd, zoo spoedig het mogelyk is, tot den Amsterdamschen meridiaan terug te keeren. Doen wy dit niet, gaan wy de zon op haar baan vooruitloopon, dan wacht ons een roman, die zelfs de fantaisie van een Jules Yerae waardig zal zyn. Leiden, 3 Februari. De heer Vallentgoed alhier is benoemd tot onderwyzor aan de Chr. school te Kat- wyk aan den Ryn. By de Leidsche Spaarbank werd in de maand Jan. ingelegd ƒ59,130.831/, en terug betaald ƒ75,967.84, terwyi zyn afgegeven 127 nieuwe en geheel afgelost 78 boekjes. Het gezameniyk tegoed der 9832 deelhebbers bedroeg einde Jan. f 1,779,080.01, behoudens de nog te kapitaliseeren rente. De bevolkingsstatistiek der gemeente Yoorhout is aldus: De bevolking op 31 December 1892 bedroeg: 783 m. en 556 v., to zamen 1339. Vermeer dering gedurende het jaar door geboorte: 27 m. en 29 v., te zamen 56; door vestiging met 97 m. en 56 v., te zamen 153. Geheele vermeerdering: 124 m. en 85 v., te zamen 209. Vermindering gedurende het Jaar door sterfte 7 m. en 8 v., te zamen 16; door vertrek81 m. en 49 v., to zamen 130. Geheele vermindering: 88 m. en 67 v., te zamen 145. Verschil tusschen de geheele vermeerdering en vermindering 36 m. en 28 v., te zamen 64. Zoodat de bevolking op 81 December 1893 bodroog 819 m. en 584 v., te zamen 1403 pers. Getal levenloos aangegeven kinderon 6, waarvan 3 m. en 8 v. Aangezien de tyden niet te rooskleurig zyn en binnen de gemeente Voorhout met hare betrekkeiyk weinige bevolking 18 huweiykoa werden gesloten, zullen zeker de huwbare jongedochters niet bevreesd behoeven te zyn dat de jongelingen aldaar niet een warm en liefderyk hart voor hen ronddragen. De graaf Von Schwerin, militair attaché by het Duitsche gezantschap te 'e Gravenhage, is van buitenlandsch verlof aldaar teruggekeerd. GOLO KAIMÜND. 80) "Was het zyne schuld, dat hare verbeol dingskracht zoo levondig werd beziggehouden, wanneer zy eenige beteekenis legde in den toon nor stem of in den blik, die zoo vaak op haar rustte? Wat had zy gedroomd of gewild, zy, de arme gouvernante, zoo ver verwyderd van de schitterende kringen, waarin hy zich bewoog; wat kon zy meer verwach ten dan de achtiDg en de goedheid, die hy tegenover haar aan den dag legde, wanneer zy elkander ontmoetten, of do vriendschap, die hy haar op dien Kerstavond beloofd had Hy had haar in den beginne nog enkele malen van haar verbiyf op Elkrath laten verhalen, maar later war9n de gelegenheden om elkander te ontmoeten steeds zeldzamer geworden, zonder dat zy dit verhinderen kon of eenige reden kon opgeven, waaraaD dit lag. De onderscheiding, waarmede hy haar behandelde, wanneer hy haar in den familie kring of elders aantrof, was van zulk een kieschen aard, zoo weinig in het oog loopend en zoo geheel verschillend van de hulde, die Adelheid zich liet bowyzen, dat de y verzucht dezer laatste daardoor niet kon worden op gewekt. Het innige, dat daarin gelegen was en dat haar zoo gelukkig maakte, gevoelde zy alleen en wanneer Adelheid haar desniet tegenstaande toch op een afstand hield, dan geschiedde dit, omdat zy over het algemeen geeno andere schoonheid naast zich duldde en haar hoogmoed baar eene nadere aanra king met de gouvernante als onvoegzaam deed beschouwen. Maar al zag zy hem zelden, zyn beeld bleef toch levendig in haar hart, zy hing hem aan mot al do verrukking, waartoe een jeugdig kinderiyk gemoed in staat is, en de groeten, die Hedwig haar nu en dan van hem over bracht, hielden dit gevoel levendig. Al de ernst, de zelfstandigheid en de vryheid, die sieraden van den man en die hem het hart der vrouwen doen winnen, werden by hom in gelyke mate aangetroffen, door hem in woord en daad aan den dag gelogd en moes ten natuuriyk het vertrouwen van zulk een jeugdig hart winnen. En met zulk een vertrouwen had zy ook tot nog toe tot hem opgezien, als tot het hoogste, dat de aarde kon geven, en had er nooit aan gedacht, of hare hoop ooit verwe zen iy kt kon worden. Nu was die ster plotseling van den hemel nedergeatortsombere duisternis heersebte om haar heen en zy bedekte haar gelaat met hare handen en zag hare gevallen ster weenend na. Zy echter, aan wie het leven groote eischen stelt en die gewoon zyn deze trouw te vervullen, hebben gewooniyk niet veel tyd om nutteloos te weenen. Toen de kleine Hedwig wakker werd, moest zy hare genees middelen gebruiken en verbed worden; het ontbyt moest gereed gemaakt worden en daarenboven wilde ook het kind die zorg vuldig vrlendelyko toespraak, waaraan het geWoon was. Met het ontbyt, dat heden veel later dan gewooniyk gebracht werd, kwam er een aller fraaiste bouquet van viooltjes voor juffrouw Elizabeth, zooals graaf Elkratbs knecht de verbaasde kamenier zeide. Viooltjes in Februari I Dat was eene opmerkzaamheid, wel geschikt voor eene dame, maar ook voor eene gou vernante? Het meisje meonde die verant- woordeiykhoid niet op zich te mogen nemen zy ging het ongehoorde feit onmiddeliyk aan hare meesteres mededeelen, die den knecht daarop by zich liet komen. Het was geene dwaling; Frans kon geene andere verklaring geven dan dat de graaf zich verkleed en naar het kantoor was ge gaan en dat hy een halfuur geleden by zyne terugkomst bevel had gegeven een door hem- zelvea bestelden bouquet by den tuinman af te halen en hem tegejyk met de vraag naar den toestand van het kind aan juffrouw Graun uit zyn naam te geven. Voor Adelheid geen woord, noch groet, Doch vraag; niet eens de boodschap of en wanneer hy zou komen. Hoe verbaasd en teleurgesteld zy ook was, toch meende zy eene verklaring voor deze handelwyze te kunnen vinden, en de liefde, die zoo gaarne vergeeft, is vindingryk in ver ontschuldigingen. Het was misschien eene kleine beleefdheid voor den angst, dien het jonge meisje had uitgestaan, toen zy die lange uren met het zieke kind alleen was gelaten, een wenk voor do bedienden, welke plaats de gouvernante eigeniyk in het gezin innam, en aan welke men zich zoo weinig liet gelegen liggen, dat men haar den gebeelen nacht alleen had ge laten. Wellicht was het om haar gekwetst gevoel tot zwygen te brengen, een stil ver zoek om bescheidenheid, alles, maar geene beleefdheid, die haren oorsprong vond in eenig teederder gevoel. Nadat Adelheid zichzelve in zooverre had weten gerust te stellen, gaf zy verlof, dat de bouquet met het ontbyt boven werd ge bracht en liet zy tevens haar bezoek voor hot volgende uur aankondigen. Met verrassing, maar toch niet met het reine gevoel van onvermengde vreugde, ont ving Elizabeth deze geurige groete; het spooksel der twyfelzucht, eons opgewekt, vertoont zich by elke gelukzalige gewaarwor ding en al was zy ook minder ervaren in het combineeren dan Adelheid, zocht ook zy naar eene andere beteekenis dan de meest voor de hand liggende, die van roine en innige vereering. De ontmoeting tusschen de gouvernante en Adelheid was koel en gedwongen; het joDge meisje veroordeelde haar in meer dan óón opzicht, en ofschoon zy haar met de ver schuldigde beleefdheid behandelde, sprak toch uit blik en toon eene zekere zedolyko minachting. De kleine Hedwig was te afgemat om te spreken, vooral met Adelheid, voor wie zy toch geene byzondere voorliefde had, en zy zag zich dan ook, opdat de pauzen niet al te groot werden, genoodzaakt het woord tot de gouvernante te ricuten. „Gy hebt daar een fraaien bouquet", zeide zy onverschillig, alsof zy dien voor het eerst zag; „mag ik vragen van wien gy dien ontvangen hebt?" „Van graaf Elkrath", antwoordde hot jonge meisje, „ik ontving hem zeer onverwacht." „Waarom? Graaf Elkrath bewyst dagelyka aan zoo velen zulke beleefdheden, dat hy er ook weieens eene kan bewyzen aan eene gouvernante, die aan eene familie, waarmede hy bevriend is, een dienst heeft bewezen. In dien myn man hier was, zou hy u deze be leefdheid bewezen hebben, en nu heeft graaf Elkrath de taak op zich genomen om u onze tevredenheid te betuigen." Elizabeth zag vreemd op; een oogenblik namen hare trekken eene trotsche uitdruk king aan en trotsche woorden schenen op hare lippen te zweven, maar zy bedacht zich en zweeg. „Ik zou evenwel gaarne wenschen, daar uwe zorgen in den doorwaakten nacht ten volle erkend en beloond zyn", ging Adelheid voort, „dat het verbaal van het voorgevallene myn echtgenoot bespaard werd, tenzy er u veel aan gelegen mocht zyn het hem mede te deelen. Gy weet dat myn man met be trekking tot het kind nog angstiger is dan eene vrouw en het geheele huis zou voortaan onder zyne veiligheidsmaatregelen te ïyden hebben." Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 1