is b. v. ook bekend in Noorwegen, en het Engeteche van „Humpty-dumpty sate on a wall" komt geheel overeen met ons: Hummoltje-turameltje zat op den bank, Hummeltje-tummeltje viel van den bank. Daar is in Holland geen timmerman, Die Hummeltje-tummoltje weêr maken kan. {antw een ei.) Dit wyst dus op een oud verband tusschen de r\jmen der verschillende streken. En wer kelijk zijn vele dier lijmen zeer oud en hadden L\j vroeger een diepe betcekenis. Zoo schuilen er in de rijmen, die bandelen over „Anna mot de lappen", allerlei herinneringen aan de beidenscbe begrippen onzer Germaansche voor ouders. Een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, Anna met de lappen kwam mij tegen. Anna met de lappen had een kind, Dat was geboren midden in den wind. Zy zette het op een paaltje, Toen leek het wel een aaltje, en wat er verder volgt, berust op mythologi- 8Chen grondslag, evengoed als: Hier heb je den sleutel van de monniken- Breng hem zonder lachen voort. [poort, Daar leit een schuitje, Dat ie beladen met iespele, kriespele, kras- [pele, krul. Weèr andere rijmen geven ons een voor stelling van oude gebruiken of wijzen op his- torisohe feiten en leeren ons wat omtrent kleeding en levenswijze van vroeger. Om op het belang onzer rijmen te wijzen verhaalde ik een en ander over hun oorsprong en boteekenis in een opstel in De Gids van October en November jl., dat thans ook als afzonderlijk boekje „Onze Rijmen" uitgegeven is oi) Sythoff, te Leiden, en waarnaar ik belang stellenden dus verwijs. Het dient tot toelichting van mijn voornemen om onze rijmen te ver zamelen on in een Nederlandsch rtymcnboek te vereenigen, om ze zoodoende voor den on dergang te bewaren. Dit plan kan echter alleen slagen door de vriendelijke medewer king van zeer velen, en daarom doe ik een beroep op do bereidwilligheid van ieder, die zich nog rijmen, spelen en sprookjes berin nen, of die in de gelegenheid is, ze in zijne omgeving to verzamelen. Het is hoog tijd, dat ze opgoteekend wordenover enkele jaren is wfcllicht veol verloren van wat nu nog lekend is. Ieder kan mij echter behulpzaam zijn by mijne poging, om dat te voorkomen; on li ut zou my zeer verheugen als er velen waren, dio mij daarbij wilden helpen. Men denku niet: „ik zal het mijne maar niet op teekenen, want een ander zal het wel reeds hebbon opgegeven", want als ieder zoo dacht dan gebeurde er niets, en hoe meerderen aan het opschrijven gaan, hoe beter. Vooral in do Zuidelijke en Oostelijke provinciën van ons land moet nog veel schuilen, dat mij onbekend is gebloven en waarvan mode- deeling dus zeer gewenscht is. Ook de kleinste bijdrage is natuurlijk zeer wolkom. Wat ik verlang te weten is niet weinig. Vooreerst verzoek ik mededeeling van wiege liedjes en kinderdeuntjes, van kinderspelen met de daarbij behoorende versjes, van rijmpjes by het schommelen (touteren) en wippen, van de verschillende manieren van knikkeren, tollen, krygertje spelen, enz. met de plaatse- ïyko benamingon daarvan, van scheldrymen op plaatsen en personen, als: Molenaar, korendief, Groote zakken heb je lief, en To Langendyk, Daar zyn ze ryk, Daar eten ze gort met krenten. En waarom zouden ze dat niet doen? Ze leven or van hun renten. Verder raadsels en leugonrymen, versjes op den ooievaar, op den koekoek, op het Lievonheershaantje, op den vlinder en andere dieren. Wat voor rymon gebruikt men by het weg laten springen van appelpitjes, by het maken van Meifluitjes en andere spel letjes met planten? De wielewaal zingt: De wie wouw, de wie wouw, Die trouwt een arme weduwvrouw. Hoe verklaart men de andere dierengeluiden, als het gezang van de zwaluw, het roepen van de kerkuil, het geblaf van den hond? Welke Sinter-Maarten- en Driekoningenliedjes kent men? Hoe luiden de liederen, die by den rommelpot (foekepot) worden gezongen, en wolke gebruiken heeft men omtrent Pink steren? Wie kent bezweringsformulieren als: Moeder Maria ging over den berg. Ze nam een tak van den Heiligen boom, Ze wierp 'era over haar hoofd in den stroom. Kwik door dit, kwik door dat, Vlieg door aderen, zenuwen, pezen. Ik hoop, dat met Gods hulp dit beest zal [genezen. of Koorts, koorts, lk ben niet thui6, Oa maar naar een ander huis? Wat zingt men by het heien, het weven, het karnen, het spinnen? En wie deelt my een en ander mode over gebruiken by het inhalen van den oogst, by het maaien en dorschen van hot koren, bij het binnenbrengen van het laatsto voer hooi, enz.? Vooral die landbouwgebruiken zyn vaak overoud en zeer belangryk, en er is in ons land nog veel te woinig van opgeteekend. Eindeiyk zou ik ook gaarne sprookjes en spookhistories ontvangen. Ik bedoel natuuriyk niet die, welke uit boeken komen, maar de oude volksverhalen, die van mond tot mond ayn overgeleverd en aldus tot ons zyn ge komen. Er moeten er zoo nog vele voortleven, al is er nog maar weinig van geboekt. Zeer verspreidt is b. v. het verhaal van Jan en Mietje, die van vader voor „welkomthuis" een goud horloge en een roosje violet (of het kruisje fiblion) krygen. Jan vermoordt uit jaloersheid zyn ausje en begraaft haar in het bosch, maar een stem, die uit het graf komt, verraadt het gebeurde aan vader en moeder. Ook is in ons land zeer bekend het sprookje van Jan, die by het mosterd halen tegen het verbod zyner moedor over het glazen bruggetje gaat, en tot straf door haar op het blok ge legd en in de soep gekookt wordt. Hy vliegt dan als een vogel den schoorsteen uit, maar koert terug met geschonken voor vader en zusje, en een molensteen voor zyn booze moeder. Natuuriyk zyn vele onzer sprookjes varianten van die, welke de Grimm's in Duitschland verzamelden. Al wat men my van zulke sprookjes kan mededeolen zal zeer wolkom zyn, ook al zyn ze niet volledig. Het een kan wellicht het andere aanvullen. Men ziet dus, dat alles van myne gading is en dat ieder in staat is my iets mede te deelen. Zeer zou het my nu verheugen, indien velen zoo vriendeiyk wilden zyn, my door het zenden van by dragen by myn omvangryk werk te steunen. G. J. Boekenoogkn. Leiden. litt. docts. Gemengd Nieuws. Men verzoekt ons mede te deelen dat de commissie voor de werkloosheid te dezer stede heden een begin heeft doen maken met het ophalen der biljetten. Ten einde spoedig hot resultaat te weten, verzoekt de commissie de biljetten zooveel mogelyk klaar te leggen, ten einde het ophalen te bespoedigen. Was het Zaterdagavond daar- buiten guur en onpleizierig, in het Schouw burglokaal „Vondelhoven" was het daarentegen warm en recht gezellig. De werklieden-vereeniging „Eendracht zy ons Doel" vierde daar haar 14de jaarfeest. Nadat vooraf door de musici een feestraarsch was ten gehoore gebracht, opende de president, de heer P. J. Van der Zanden, deze feest- vergadering met een harteiyk woord van welkom. In korte trekken schetsto hy den toestand der Vereeniging. Drie leden waren in het afge- loopen jaar aan de Vereeniging door den dood ontvallen. Veel geld was er tevens aan zieken uitgekeerd, eene reden, waarom by deze jaar- feestviering niet zooveel geld ter'vertering kon worden aangeboden, als dit in de laatste jaren steeds 't geval was geweest. De kassen der Ver eeniging waren echter dezelfJe gebleven, wat aangaat de verschillende saldo's. Spr. hoopto echter dat bovengenoemde reden de feest- vrougde van dezen avond niet zou bederven. Hy eindigde zyne toespraak aldus: „Viert allen vrooiyk feest, doch biyft de zinspreuk der Vereeniging getrouw, viert het eendrachtig; dan zal het bestuur voor zyne moeite dubbel beloond zyn!" Hierop was het de beurt van den lsten secretaris, van den penningmeester, van den secretaris van het weduwenfonds en dien van het ondersteuningsfonds om verslag uit te brengen van hun gehouden beheer, waarna door de leden het welkomstlied werd ge zongen. Alvorens tot do tooneelvoorstelling werd overgegaan, werd door de werkende leden ook nog een welkomstlied voorgedragen, waarna opgevoerd werd: „Het Testament van den Kapitein, of een woelige Maandagmorgen", kluchtspel met zang in twee bedryven, door J. A. Holtrop, een stuk, dat de lachspieren der aanwezigen danig in beweging bracht en hield. De daarin optredendon kweten zich, de een in meerdere, de ander in mindere mate, zeer goed van hunne taak. Na de pauze werd door drie leden eene voordracht gedaan, die daarmede zeer veel by val inoogstten, waarna werd opgevoerd: „De Neef uit Oost Indië," biyspel met zang in één bedryf door J. M. Sinderman. Ook dit stukje viel zeer in don smaak. Dat op dit alles het gebruikeiyke bal, of schoon kort, volgde, behoeft zeker geen betoog, waarna men, wel voldaan, huiswaarts keerde. De circus Oscar Robinson heeft thans voorgoed afscheid van ons genomen en zal a. s. Donderdag zyne voorstellingen te Utrecht aanvangen. Al was de opkomst ge durende de beide laatste avonden, dat het gezelschap hier optrad, nl. Zaterdag- en Zondag avond, in lange na zoo talryk niet meer als in het begin der vorige week, toch amuseerde het opgekomen publiek zich opperbest, ge tuige het applaus, dat den rydors, ryderessen en anderen vertooners voortdurend ten deel viel. Beide avonden werd de pantomime „het Pensionaat" gegeven. Aan het eind der laatste voorstelling zeide de directeur dank voor de ondervonden wel willendheid van de bewoners van Leiden en omstreken, en gaf de verzekering dat het gezelschap van zyn verbiyf alhier de a&nge naamste herinneringen meeneemt. Weder- keerig hoopte hy dat hy en zyne artisten eveneens in gunstige herinnering mogen biyven. Dat zü zoo Op de Beestenmarkt alhier had Zaterdag de aangekondigde hengstenkeuring plaats. Zooals bekend is, werd den 12den Juli 1893 door de Provinciale Staten van dit gewest een „Reglement ter bevordering der paarden- fokkory in de provincie Zuid Holland" vast gesteld. Volgens dat reglement mogen alleen min stens driejarige hengsten, welke door eene commissie, door Gedeputeerde Staten te be noemen, zyn goedgekeurd, ter desking worden gebezigd. De keuringen worden jaarlyks, vóór den lsten Maart, gehouden in de gemeenten Dirksland, Heenvliet, Oud-Beierland, Rotter dam, Gorkum, Leiden en Gouda. Voor de eerste keuring hier ter stede werden acht hengsten aangeboden. Dat de hoedanigheid van het meerendeel te wenschen overliet, biykt uit het feit, dat slechts drie exemplaren werden goedgekeurd, nl. Adolf" van M. Bos te Zoetermeer, „Dandy" van H. F. Bultman te Haarlemmermeer en „Hector" van R. A. T. Mosselman te 's Gravenhage. Deze werden aan de rechterzijde van den hals van een brandmerk voorzien, bestaande uit de letters Z H en daaronder hetcyfer94, het geheel omgeven door een cirkel. De vyf niet goedgekeurde hengsten mogen dus, volgens artikel 1 van het genoemde reglement, alleen dan ter dekking worden gebezigd, wanneer hengst en merrie aan den zelfden eigenaar toebehooren. Mogen de teleurgestelde eigenaars een vol gend jaar gelukkiger zyn! Het terrein, waar de keuring plaats vond, was voor het doel minder geschikt; niet alleen door de geringe beschutting tegen weer en wind, maar ook door het gemis van een niet bestraat gedeelte. Dit laatst6 leverde voor een grondig onderzoek der dieren belangryke bezwaren op, zooals bleek, toen een der heng sten met het oog op de zoogenaamde „cornage" nader moest worden onderzocht. Het is te hopen, dat het volgend jaar een meer geschikt terrein zal worden aangewezen. De commissie van beoordeeling bestond uit de hoeren Fauel, Overbosch, Ramaer, Timmers en Wynstroom, terwyi de keuring, ondanks het minder gunstige weder, vele belangstel lenden had gelokt. Zaterdagmiddag omstreeks 2 uren werd door de hevige rukwinden de oliebollen- kraam aan de Havon alhier omvergeworpen. De verwoesting was groot. De kraam werd spoedig door vereende krachten zoo goed en kwaad mogelyk weer in hare eer hersteld. In de Noord-Rundersteeg viel een dak in van een perceel, waarin eene vrouw ziek te bed lag. Men kon haar nog ongedeerd naar eene andere woning overbrengen. Eene ongekende levendigheid heerschte gisteren, Zondag-middag, in de Hoerenstraat onder Zoeterwoude, naby Leiden. Twee gebroeders, Van L., te Warmond woonachtig, zaten in eene tappery aan den Witten Singel een borrel te drinken, toen zy aldaar ruzie zochten met een ander persoon, die zich mede in die kroeg bevond. De tapper, die de ruziezoekers vorwyderd wilde hebben, ging den veldwachter W. van Zoeterwoude halen, die hen uit de tappery wist te ver wijderen. Daar zy beiden ook beschonken waren, achtte de politieman het raadzaam hun voor eenigen tyd in het zoogenaamde wachthuisje een verbiyf te bezorgen, hetgoen onder een grooten toeloop van menschen, met behulp van dienstvaardige personen, plaats vond. By hunne visitatie vond hy niets anders by hen dan portemonnaies met eenig geld en zakdoeken, welke hy in beslag nam. De gebroeders v. L. waren echter met hunne tydeiyke woning niet zeor tevreden en begonnen, toen zy eenigen tyd daarin ver bleven hadden, met alle macht tegen de deur van het wachthuisje te trappen en dreigden zelfs den boel in brand te steken. De veld wachter, van meening zynde dat dit slechts dreigementen waren, stoorde zich aanvankelyk hieraan niet, daar hy by hen geen lucifers of andere dergelyke vuurmakende voorwerpen gevonden had, doch toen er zich werkeiyk rook uit het wachthuisje vortoonde, ging hy terstond tot opening daarvan over en vond het daarin aanwezige stroo, dat op een hoop wa6 byeengebracht, in brand. Vermoedelyk zyn er lucifers door een werkman, die onlangs aan het wachthuisje is werkzaam geweest, achtergelaten, welke door de gearresteerden gevonden zyn. Het brandje werd echter spoedig gebluscht en de hulp van een paar politie agenten uit Leiden ingeroepen, waarna de beide gebroeders in optocht werden gebracht voor den commis saris van de ryks-politie te Leiden. Deze oor deelde echter dat de zaak hem niet aanging, waarna de brandstichters, natuuriyk weder omringd van eene menigte volks, werden terug gebracht naar het wachthuisje te Zoeterwoude. Aan den burgemeester van Zoeterwoude als hulpofficier van justitie is nu de verdere behan deling van dit zaakje opgedragen. Zaterdagavond is trein 7 7, van Amsterdam naar Haarlem, dicht by het Cen traalstation ontspoord. De tender en de daarop volgende bagagewagen liepen even voorby de Viaduct uit de rails, ten gevolge waarvan do trein drie kwartier oponthoud had; overigens veroorzaakte het ongeval geen stoornis in den dienst. Persoonlyke ongelukken kwamen niet voor. In Utrecht, waar de opvoering van „De geheimen van de Woesinrichting Meerbosch" verboden werd, zal nu het sensatie- drama „De Weezen" worden gegeven. Gistermorgen te ruim drie uren werd brand ontdekt in het magazyn van den kleedermaker S. aan de dicht bevolkte Beu- kerstraat te Zutfen. De bewoners moesten het perceel langs een achteruitgang verlaten. Het huis brandde geheel uit, inboedel en winkel voorraad gingen grootendeuls verloren. Alles was tegen brandschade verzekerd. De belen dende huizen leden geene noemenswaardige sohade. Vrijdag-avond ontstond brand in de sohuur op de hofstede, in pacht by den landbouwer J. R. Brevet, in den polder Groot Zuiddiep, gemeente IJzendyke. De 6chuur met alles wat er zich in bevond, is eene prooi der vlammen geworden; daaronder waren9paarden en ongeveer een 16-tal koebeesten. Te Deventer werden in éón arbei dersgezin in de vorige week drie kinderen door pokken aangetast. De geneesheer hoorde van den vader, dat hy voor eenige dagen in een herberg was geweest, waar, naar het hem toescheen, een kind aan dezelfde ziekte had geleden. De geneesheer bracht met den presi dent der gezondheidscommissie een bezoek aan het kind van den kastelein, en zy zagen dat het kind werkeiyk aan pokkon had geleden, doch dat het nagenoeg hersteld was. De vader verhaalde nu aan beide heeren, dat kort ge leden eene juffrouw uit Rotterdam eenigen tyd by hem vertoefd had. Vermoedelyk is zy de overbrengster dezer ziekte geweest. De Geldersche Amateu r photo- graphen-Vereeniging te Arnhem is voornemens eene internationale photographie-tentoonstel- ling te houden te Arnhem van 14 29 Juli a. 8. in de groote zaal van „Musis sacrum". De tentoonstelling is verdeeld in zes afdee- lingen, welke weder in onderafdeelingen ver deeld zyn. Als pryzen zullen door de jury worden toegekendeero-diploma's, verguld zilveren, zilveren en bronzen medailles, bene vens eervolle vermeldingen. De jury zal bestaan uit minstens 6 perso nen, waarvan de namen later bekend zullen worden gemaakt. Zy wordt geheel vry gelaten in hare beoordeelingen, ter wyl op haar uitspraak niet meer valt terug te komen. De inzenders betalen voor den vierkanten meter muurvlakte f 3, voor den vierkanten meter grondvlakte f 2.50 en voor de inzendin gen, die in doorzicht gezien moeten worden, (diapositieven, lantaarnplaten enz.) wegens speciale installatie, f 3.75 per vierkanten meter. Een gedeelte van een vierkanten meter wordt voor een heelen berekend. Te Beek (L.) hoorden een paar mannen, die een dood paard wilden begraven, van uit het dennenboschje eenige zwakke kreten. Daarop afgaande ontdekten zy een man, met den rug tegen een boomstam ge bonden, een band om de voeten, een om het middel, een om het hoofd en een doek voor den mond. Toen hy uit zyne positie verlost was, zakte hy bewusteloos inéén, na door teekens beduid te hebben, dat hy door vier kerels aangerand was. Op eene kar werd hy naar de marechaussees kazerne vervoerd, waar hy bygebracht en ondervraagd werd. Het bleek een Fransch matroos te zyn, die den vorigen nacht door vier kerels aangerand was. Na hem van 19 franken beroofd te hebbon, zouden zy hem aan den boom in het denneboschje geknoopt hebben, waar hy zeker omgekomen zou zyn, indien het toeval zyne bevryding niet mogelyk gemaakt hadde. Later is hy naar Maastricht vertrokken. De geschiedenis is wel wat duister. Te Opeinde is op 9 3-jarigen leef- tyd P. Bystra overleden. Tot zyne nalatenschap behoort eene koe, die 35 jaren oud is. Te Amsterdam had aan boord der stoomboot „Vereeniging", kapt. Mager, van Arnhem naar Amsterdam, een treurig ongeluk plaats. De oudste matroos, Jan Lbekend onder den naam van „oude Jan", werd door zyn kapitein op dek geroepen. Vóór dezen hem, op het dek gekomen, iets kon gelasten, zakte oude Jan ineen en was dood. Op het eiland Urk heerscht ny'pend gebrek: een gevolg van de geringe verdiensten der visschers. Om eenigermate in de behoefte te voorzien, is door de gegoede ingezetenen een gebouw ingericht, waar koste loos warm eten verkrygbaar wordt gesteld; in de school wordt onder de behoeftige kinderen brood uitgedeeld. Te Zevenaarpas8eerdenl4Rus8en, waarby een kind, om naar hun vaderland terug te keeren. Te Emmerik zond men ze weer naar Zevenaar, omdat zy niet voorzien waren van een bewys dat zy in Rusland konden terugkeeren. De politie te Zevenaar zond ze weer naar Emmerik, 't Is voor de ongeluk- kigen te hopen dat dit spelletje niet aan den gang blyve. Een Israëlietisch koopman in antiquiteiten te Neurenberg, Pichert genaamd, heeft 170,000 mark gelegateerd ten behoeve van liefdadigheid, zonder onderscheid van geloofsbelydenis, en 2000 mark ten behoeve van restauratie aan de katholieke St.-Sebaldus- kerk aldaar. Te Marseille is den anarchist Faure, op het oogenblik dat hy een kaartje nam op het spoorwegstation, een portefeuille ontfutseld met 1200 fr. Hij bejammerde zyn verlies met luider stem, maar weigerde de zaak aan te geven, daar zyne beginselen hem niet veroorloofden, zeide hy, het eigendoms recht te erkennen. „Wy zien met genoegen," spot naar aan leiding van dit geval deDébats, „een gegoeden socialist, aJ is het onwillekeurig, een deel van zynen overvloed afstaan en zonder met sma- keloozen aandrang eene som op te eischen, welke hy naar alle waarschijnlijkheid toch niet zou hebben teruggekregen." De politie te Marseille heeft de hand gelegd op een gevaariyk anarchist, Brambilla genaamd. Ten opzichte van het anarchisme verkeert Marseille in een eigenaardigen toestand; met zyn 86,000 Italianen, 12,000 Spanjaarden en vele andere vreemdelingen, is het als 't ware voorbestemd om een middelpunt van inter nationale organisatie te worden. Toen de politie Brambilla in hechtenis nam, vermoedde zy nog niet, dat iy zulk eene goede vangst had gedaan. Van het parket te Nice vernam men echter, dat Brambilla als een der gevaarlykste anar chisten moest beschouwd worden; by is her haaldelijk veroordeeld, eenmaal wegens het in voorraad hebben van dynamietbommen. Te Florence was hy de leider van eene groep gevaarlyke onruststokers. Tevei s jogde de Italiaansche justitie er by, dat hy nog beter bekend was in Spanje. Ook van de Spaansche justitie ontving men belangryke mededeelingen. Brambilla was te Madrid tydens don aanslag op maarschalk Martinez Campos, to Barcelona tydens den aanslag in den Liceo-schouwburg aldaar; hy stond met al de anarchistische groepen in relatie, en moest uit Spanje vluciuen omniet gearresteerd te worden. Men beschouwt het als zeker, dat hy nu met dt eene of andere opdracht naar Marseille gekomen was. De man is eene soort van commis-voyageur in anarchie. Over het noorden der Vereenigde Staten heefteen hevige zeer koude sneeuwstorm gewoed. De thermometer daalde tot 17° F. onder nul en wees dus 49° vors'. Op ver schillende plaatsen vroren personen dood, elders bleven treinen in de sneeuw steken. Te Spring field ligt de sneeuw hier en daar 20 voet hoog. Vele steden werden geheel van de buiten wereld afgesloten, daar de telegraaflijnen braken en het verkeer byna overal gestaakt is. Terwyi Zaterdag jl. de FraDsche socialisten, door voor den ter dood veroor deelden Vaillant party te trekken, de Kamer in rep en roer brachten, beraadslaagde de commissie, welke advies moet uitbrengen in zake het verleenen van gratie aan veroordeelde misdadigere, over het adres, dat onlangs door de socialistische afgevaardigden aan president Carnot ia gezonden. Naar men zich zal herinneren, dienden de socialistische afgovaardigden een adres in, waarby zy den president verzochten gratie te verleenen aan Vaillant. Volgens het gebruik werd dit adres ongeopend verzonden aan den minister van justitie, die het weer ter hand stelde aan de gratie-commissie. Nu beweert de „Echo de Paris" te weten, dat deze com missie heeft besloten het verzoek om gratie te verwerpen. De „Autorité" bevestigt dit bericht. „De heer Carnot", voegt het blad er by, „volgt steeds het advies der commissie, zoo dat de terechtstelling spoedig wordt verwacht. Aan de prefectuur van politie was men van meening, dat de terechtstelling reeds Maandag of Dinsdag zou plaats hebben." Vaillant kan echter ook nog zelf een adres richten tot president Carnot, ten einde kwyt- 8cbelding der doodstraf te verzoeken, maar tot dusver heeft de veroordeelde anarchist, ook na verwerping van zyn appèl tegen het vonnis door het hof van cassatie, geweigerd zich met een dergeiyk verzoek tot president Carnot te wenden. Geveilde perceolen. Gehouden Verkooping aan den Burg alhier, Zaterdag 27 Januari 1894, ten overstaan van 1. W. F. Kaiser, Notaris te Leiden. Het huis, Oude Vest 197, hoek Bakkereteeg, kooper de heer P. M. Van Oerle qq. voor ƒ5100. 2. L. J. C. A. Gordon, Notaris te Leiden. Tweo huizen, Paradyssteeg 72 en 74, koopei de heer P. De Vlaam, samen voor ƒ850. Hot huis, Ceciliastraat 24, kooper de heci S. G. Van Buuren Jr. qq. voor 704.— 3. J. F. Meiners, Notaris te Leiden. Het huis met bovenwoning, Haarlemmerstraat 48, kooper de heer P. H. Spyker qq. voor ƒ7300. INGEZONDEN. Geachte Redacteur t Toen ik gisteravond in het „Leidsch Dagblad" het verslag las eener lezing, uitgesproken door prof. Martin, in de vergadering van Ny verheid, trof de volgende volzin daarin myne aandacht„een straat van Ambonperson^ „dio daar ze zich Christenen noemen, als „Europeanen gekleed en dragen een pantalon „on jasje; om diezelfde qualiteit laten zy liever „het werken aan anderen over." Ik vroeg myzelven af, wat is wel de be doeling van dezen volzin, en ik kon daarin niets anders zien, dan eene poging om de Inlandsche Christenen te Ambon bespotteiyk te maken en hen in een verkeerd daglicht te plaatsen, tenzy ik aannemen moet, dat prof. Martin datgene, wat omtrent de luiheid van den Christen Ambonees verteld wordt,eenvoudig nog eens weer heeft opgedischt, bywyze van aardigheid. Dat hy zichzelven, gedurende den korten tyd, dien hy te Ambon heeft doorge bracht, voldoende op de hoogte heeft kunnen stellen van den volksaard in het algemeen, en in 't byzonder van dien der Christenen, in onderscheiding van Mahomedanen en Heidenen, komt my minstens twijfelachtig voor. Ik zelf ben vier jaren als predikant te Ambon werkzaam geweest en heb als zoodanig, niet alleen de bevolking van stad en eiland Ambon leeren kennen, maar ook die van de omliggende eilanden. En nu moet ik, op grond van myne ervaring, zeggen, dat luiheid vol strekt geen kenmerkende karaktertrek is van den Chr. Ambonees. Wanneer men hem heeft} zien werken in zyne tuinen en bezig gezien met het sago- kloppen, dan weet men wel, dat hy arbeiden kan en wil, evengoed als alle andore Inlan ders. Dat menschen, die meestal een eigen stuk grond bezitten en aan wie de zee over vloed van visch oplevert, zich er niet bepaald op toeleggen, om als koelie of anderszins voor anderen ta werken, behoefr toch geen verwondering t« baren, dat hebben zfi met

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 2