is b. v. ook bekend in Noorwegen, en het
Engeteche van „Humpty-dumpty sate on a
wall" komt geheel overeen met ons:
Hummoltje-turameltje zat op den bank,
Hummeltje-tummeltje viel van den bank.
Daar is in Holland geen timmerman,
Die Hummeltje-tummoltje weêr maken kan.
{antw een ei.)
Dit wyst dus op een oud verband tusschen
de r\jmen der verschillende streken. En wer
kelijk zijn vele dier lijmen zeer oud en hadden
L\j vroeger een diepe betcekenis. Zoo schuilen
er in de rijmen, die bandelen over „Anna
mot de lappen", allerlei herinneringen aan de
beidenscbe begrippen onzer Germaansche voor
ouders.
Een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven,
Anna met de lappen kwam mij tegen.
Anna met de lappen had een kind,
Dat was geboren midden in den wind.
Zy zette het op een paaltje,
Toen leek het wel een aaltje,
en wat er verder volgt, berust op mythologi-
8Chen grondslag, evengoed als:
Hier heb je den sleutel van de monniken-
Breng hem zonder lachen voort. [poort,
Daar leit een schuitje,
Dat ie beladen met iespele, kriespele, kras-
[pele, krul.
Weèr andere rijmen geven ons een voor
stelling van oude gebruiken of wijzen op his-
torisohe feiten en leeren ons wat omtrent
kleeding en levenswijze van vroeger.
Om op het belang onzer rijmen te wijzen
verhaalde ik een en ander over hun oorsprong
en boteekenis in een opstel in De Gids van
October en November jl., dat thans ook als
afzonderlijk boekje „Onze Rijmen" uitgegeven
is oi) Sythoff, te Leiden, en waarnaar ik belang
stellenden dus verwijs. Het dient tot toelichting
van mijn voornemen om onze rijmen te ver
zamelen on in een Nederlandsch rtymcnboek
te vereenigen, om ze zoodoende voor den on
dergang te bewaren. Dit plan kan echter
alleen slagen door de vriendelijke medewer
king van zeer velen, en daarom doe ik een
beroep op do bereidwilligheid van ieder, die
zich nog rijmen, spelen en sprookjes berin
nen, of die in de gelegenheid is, ze in zijne
omgeving to verzamelen. Het is hoog tijd,
dat ze opgoteekend wordenover enkele jaren
is wfcllicht veol verloren van wat nu nog
lekend is. Ieder kan mij echter behulpzaam
zijn by mijne poging, om dat te voorkomen;
on li ut zou my zeer verheugen als er velen
waren, dio mij daarbij wilden helpen. Men
denku niet: „ik zal het mijne maar niet op
teekenen, want een ander zal het wel reeds
hebbon opgegeven", want als ieder zoo dacht
dan gebeurde er niets, en hoe meerderen
aan het opschrijven gaan, hoe beter. Vooral
in do Zuidelijke en Oostelijke provinciën van
ons land moet nog veel schuilen, dat mij
onbekend is gebloven en waarvan mode-
deeling dus zeer gewenscht is. Ook de kleinste
bijdrage is natuurlijk zeer wolkom.
Wat ik verlang te weten is niet weinig.
Vooreerst verzoek ik mededeeling van wiege
liedjes en kinderdeuntjes, van kinderspelen
met de daarbij behoorende versjes, van rijmpjes
by het schommelen (touteren) en wippen,
van de verschillende manieren van knikkeren,
tollen, krygertje spelen, enz. met de plaatse-
ïyko benamingon daarvan, van scheldrymen
op plaatsen en personen, als:
Molenaar, korendief,
Groote zakken heb je lief,
en
To Langendyk,
Daar zyn ze ryk,
Daar eten ze gort met krenten.
En waarom zouden ze dat niet doen?
Ze leven or van hun renten.
Verder raadsels en leugonrymen, versjes
op den ooievaar, op den koekoek, op het
Lievonheershaantje, op den vlinder en andere
dieren. Wat voor rymon gebruikt men by
het weg laten springen van appelpitjes, by
het maken van Meifluitjes en andere spel
letjes met planten? De wielewaal zingt:
De wie wouw, de wie wouw,
Die trouwt een arme weduwvrouw.
Hoe verklaart men de andere dierengeluiden,
als het gezang van de zwaluw, het roepen
van de kerkuil, het geblaf van den hond?
Welke Sinter-Maarten- en Driekoningenliedjes
kent men? Hoe luiden de liederen, die by den
rommelpot (foekepot) worden gezongen, en
wolke gebruiken heeft men omtrent Pink
steren? Wie kent bezweringsformulieren als:
Moeder Maria ging over den berg.
Ze nam een tak van den Heiligen boom,
Ze wierp 'era over haar hoofd in den stroom.
Kwik door dit, kwik door dat,
Vlieg door aderen, zenuwen, pezen.
Ik hoop, dat met Gods hulp dit beest zal
[genezen.
of
Koorts, koorts, lk ben niet thui6,
Oa maar naar een ander huis?
Wat zingt men by het heien, het weven,
het karnen, het spinnen? En wie deelt my
een en ander mode over gebruiken by het
inhalen van den oogst, by het maaien en
dorschen van hot koren, bij het binnenbrengen
van het laatsto voer hooi, enz.? Vooral die
landbouwgebruiken zyn vaak overoud en zeer
belangryk, en er is in ons land nog veel te
woinig van opgeteekend.
Eindeiyk zou ik ook gaarne sprookjes en
spookhistories ontvangen. Ik bedoel natuuriyk
niet die, welke uit boeken komen, maar de
oude volksverhalen, die van mond tot mond
ayn overgeleverd en aldus tot ons zyn ge
komen. Er moeten er zoo nog vele voortleven,
al is er nog maar weinig van geboekt. Zeer
verspreidt is b. v. het verhaal van Jan en
Mietje, die van vader voor „welkomthuis" een
goud horloge en een roosje violet (of het
kruisje fiblion) krygen. Jan vermoordt uit
jaloersheid zyn ausje en begraaft haar in het
bosch, maar een stem, die uit het graf komt,
verraadt het gebeurde aan vader en moeder.
Ook is in ons land zeer bekend het sprookje
van Jan, die by het mosterd halen tegen het
verbod zyner moedor over het glazen bruggetje
gaat, en tot straf door haar op het blok ge
legd en in de soep gekookt wordt. Hy vliegt
dan als een vogel den schoorsteen uit, maar
koert terug met geschonken voor vader en
zusje, en een molensteen voor zyn booze
moeder. Natuuriyk zyn vele onzer sprookjes
varianten van die, welke de Grimm's in
Duitschland verzamelden. Al wat men my
van zulke sprookjes kan mededeolen zal zeer
wolkom zyn, ook al zyn ze niet volledig. Het
een kan wellicht het andere aanvullen.
Men ziet dus, dat alles van myne gading
is en dat ieder in staat is my iets mede te
deelen. Zeer zou het my nu verheugen, indien
velen zoo vriendeiyk wilden zyn, my door
het zenden van by dragen by myn omvangryk
werk te steunen. G. J. Boekenoogkn.
Leiden. litt. docts.
Gemengd Nieuws.
Men verzoekt ons mede te deelen
dat de commissie voor de werkloosheid te
dezer stede heden een begin heeft doen maken
met het ophalen der biljetten.
Ten einde spoedig hot resultaat te weten,
verzoekt de commissie de biljetten zooveel
mogelyk klaar te leggen, ten einde het ophalen
te bespoedigen.
Was het Zaterdagavond daar-
buiten guur en onpleizierig, in het Schouw
burglokaal „Vondelhoven" was het daarentegen
warm en recht gezellig.
De werklieden-vereeniging „Eendracht zy
ons Doel" vierde daar haar 14de jaarfeest.
Nadat vooraf door de musici een feestraarsch
was ten gehoore gebracht, opende de president,
de heer P. J. Van der Zanden, deze feest-
vergadering met een harteiyk woord van
welkom.
In korte trekken schetsto hy den toestand
der Vereeniging. Drie leden waren in het afge-
loopen jaar aan de Vereeniging door den dood
ontvallen. Veel geld was er tevens aan zieken
uitgekeerd, eene reden, waarom by deze jaar-
feestviering niet zooveel geld ter'vertering kon
worden aangeboden, als dit in de laatste jaren
steeds 't geval was geweest. De kassen der Ver
eeniging waren echter dezelfJe gebleven, wat
aangaat de verschillende saldo's. Spr. hoopto
echter dat bovengenoemde reden de feest-
vrougde van dezen avond niet zou bederven.
Hy eindigde zyne toespraak aldus: „Viert
allen vrooiyk feest, doch biyft de zinspreuk
der Vereeniging getrouw, viert het eendrachtig;
dan zal het bestuur voor zyne moeite dubbel
beloond zyn!"
Hierop was het de beurt van den lsten
secretaris, van den penningmeester, van den
secretaris van het weduwenfonds en dien van
het ondersteuningsfonds om verslag uit te
brengen van hun gehouden beheer, waarna
door de leden het welkomstlied werd ge
zongen.
Alvorens tot do tooneelvoorstelling werd
overgegaan, werd door de werkende leden ook
nog een welkomstlied voorgedragen, waarna
opgevoerd werd: „Het Testament van den
Kapitein, of een woelige Maandagmorgen",
kluchtspel met zang in twee bedryven, door
J. A. Holtrop, een stuk, dat de lachspieren
der aanwezigen danig in beweging bracht
en hield.
De daarin optredendon kweten zich, de een
in meerdere, de ander in mindere mate, zeer
goed van hunne taak.
Na de pauze werd door drie leden eene
voordracht gedaan, die daarmede zeer veel
by val inoogstten, waarna werd opgevoerd: „De
Neef uit Oost Indië," biyspel met zang in één
bedryf door J. M. Sinderman. Ook dit stukje
viel zeer in don smaak.
Dat op dit alles het gebruikeiyke bal, of
schoon kort, volgde, behoeft zeker geen betoog,
waarna men, wel voldaan, huiswaarts keerde.
De circus Oscar Robinson heeft
thans voorgoed afscheid van ons genomen
en zal a. s. Donderdag zyne voorstellingen te
Utrecht aanvangen. Al was de opkomst ge
durende de beide laatste avonden, dat het
gezelschap hier optrad, nl. Zaterdag- en Zondag
avond, in lange na zoo talryk niet meer als
in het begin der vorige week, toch amuseerde
het opgekomen publiek zich opperbest, ge
tuige het applaus, dat den rydors, ryderessen
en anderen vertooners voortdurend ten deel
viel. Beide avonden werd de pantomime „het
Pensionaat" gegeven.
Aan het eind der laatste voorstelling zeide
de directeur dank voor de ondervonden wel
willendheid van de bewoners van Leiden en
omstreken, en gaf de verzekering dat het
gezelschap van zyn verbiyf alhier de a&nge
naamste herinneringen meeneemt. Weder-
keerig hoopte hy dat hy en zyne artisten
eveneens in gunstige herinnering mogen
biyven. Dat zü zoo
Op de Beestenmarkt alhier had
Zaterdag de aangekondigde hengstenkeuring
plaats.
Zooals bekend is, werd den 12den Juli 1893
door de Provinciale Staten van dit gewest
een „Reglement ter bevordering der paarden-
fokkory in de provincie Zuid Holland" vast
gesteld.
Volgens dat reglement mogen alleen min
stens driejarige hengsten, welke door eene
commissie, door Gedeputeerde Staten te be
noemen, zyn goedgekeurd, ter desking worden
gebezigd. De keuringen worden jaarlyks, vóór
den lsten Maart, gehouden in de gemeenten
Dirksland, Heenvliet, Oud-Beierland, Rotter
dam, Gorkum, Leiden en Gouda.
Voor de eerste keuring hier ter stede
werden acht hengsten aangeboden. Dat de
hoedanigheid van het meerendeel te wenschen
overliet, biykt uit het feit, dat slechts drie
exemplaren werden goedgekeurd, nl. Adolf"
van M. Bos te Zoetermeer, „Dandy" van
H. F. Bultman te Haarlemmermeer en „Hector"
van R. A. T. Mosselman te 's Gravenhage.
Deze werden aan de rechterzijde van den
hals van een brandmerk voorzien, bestaande
uit de letters Z H en daaronder hetcyfer94,
het geheel omgeven door een cirkel.
De vyf niet goedgekeurde hengsten mogen
dus, volgens artikel 1 van het genoemde
reglement, alleen dan ter dekking worden
gebezigd, wanneer hengst en merrie aan den
zelfden eigenaar toebehooren.
Mogen de teleurgestelde eigenaars een vol
gend jaar gelukkiger zyn!
Het terrein, waar de keuring plaats vond,
was voor het doel minder geschikt; niet
alleen door de geringe beschutting tegen weer
en wind, maar ook door het gemis van een
niet bestraat gedeelte. Dit laatst6 leverde voor
een grondig onderzoek der dieren belangryke
bezwaren op, zooals bleek, toen een der heng
sten met het oog op de zoogenaamde „cornage"
nader moest worden onderzocht. Het is te
hopen, dat het volgend jaar een meer geschikt
terrein zal worden aangewezen.
De commissie van beoordeeling bestond uit
de hoeren Fauel, Overbosch, Ramaer, Timmers
en Wynstroom, terwyi de keuring, ondanks
het minder gunstige weder, vele belangstel
lenden had gelokt.
Zaterdagmiddag omstreeks 2 uren
werd door de hevige rukwinden de oliebollen-
kraam aan de Havon alhier omvergeworpen.
De verwoesting was groot. De kraam werd
spoedig door vereende krachten zoo goed en
kwaad mogelyk weer in hare eer hersteld.
In de Noord-Rundersteeg viel een dak in
van een perceel, waarin eene vrouw ziek te
bed lag. Men kon haar nog ongedeerd naar
eene andere woning overbrengen.
Eene ongekende levendigheid
heerschte gisteren, Zondag-middag, in de
Hoerenstraat onder Zoeterwoude, naby Leiden.
Twee gebroeders, Van L., te Warmond
woonachtig, zaten in eene tappery aan den
Witten Singel een borrel te drinken, toen zy
aldaar ruzie zochten met een ander persoon,
die zich mede in die kroeg bevond. De tapper,
die de ruziezoekers vorwyderd wilde hebben,
ging den veldwachter W. van Zoeterwoude
halen, die hen uit de tappery wist te ver
wijderen. Daar zy beiden ook beschonken
waren, achtte de politieman het raadzaam
hun voor eenigen tyd in het zoogenaamde
wachthuisje een verbiyf te bezorgen, hetgoen
onder een grooten toeloop van menschen,
met behulp van dienstvaardige personen,
plaats vond. By hunne visitatie vond hy niets
anders by hen dan portemonnaies met eenig
geld en zakdoeken, welke hy in beslag nam.
De gebroeders v. L. waren echter met
hunne tydeiyke woning niet zeor tevreden en
begonnen, toen zy eenigen tyd daarin ver
bleven hadden, met alle macht tegen de deur
van het wachthuisje te trappen en dreigden
zelfs den boel in brand te steken. De veld
wachter, van meening zynde dat dit slechts
dreigementen waren, stoorde zich aanvankelyk
hieraan niet, daar hy by hen geen lucifers of
andere dergelyke vuurmakende voorwerpen
gevonden had, doch toen er zich werkeiyk
rook uit het wachthuisje vortoonde, ging hy
terstond tot opening daarvan over en vond
het daarin aanwezige stroo, dat op een hoop
wa6 byeengebracht, in brand. Vermoedelyk
zyn er lucifers door een werkman, die onlangs
aan het wachthuisje is werkzaam geweest,
achtergelaten, welke door de gearresteerden
gevonden zyn.
Het brandje werd echter spoedig gebluscht
en de hulp van een paar politie agenten uit
Leiden ingeroepen, waarna de beide gebroeders
in optocht werden gebracht voor den commis
saris van de ryks-politie te Leiden. Deze oor
deelde echter dat de zaak hem niet aanging,
waarna de brandstichters, natuuriyk weder
omringd van eene menigte volks, werden terug
gebracht naar het wachthuisje te Zoeterwoude.
Aan den burgemeester van Zoeterwoude als
hulpofficier van justitie is nu de verdere behan
deling van dit zaakje opgedragen.
Zaterdagavond is trein 7 7, van
Amsterdam naar Haarlem, dicht by het Cen
traalstation ontspoord. De tender en de daarop
volgende bagagewagen liepen even voorby de
Viaduct uit de rails, ten gevolge waarvan do
trein drie kwartier oponthoud had; overigens
veroorzaakte het ongeval geen stoornis in den
dienst. Persoonlyke ongelukken kwamen niet
voor.
In Utrecht, waar de opvoering
van „De geheimen van de Woesinrichting
Meerbosch" verboden werd, zal nu het sensatie-
drama „De Weezen" worden gegeven.
Gistermorgen te ruim drie uren
werd brand ontdekt in het magazyn van den
kleedermaker S. aan de dicht bevolkte Beu-
kerstraat te Zutfen. De bewoners moesten het
perceel langs een achteruitgang verlaten. Het
huis brandde geheel uit, inboedel en winkel
voorraad gingen grootendeuls verloren. Alles
was tegen brandschade verzekerd. De belen
dende huizen leden geene noemenswaardige
sohade.
Vrijdag-avond ontstond brand
in de sohuur op de hofstede, in pacht by den
landbouwer J. R. Brevet, in den polder Groot
Zuiddiep, gemeente IJzendyke. De 6chuur met
alles wat er zich in bevond, is eene prooi der
vlammen geworden; daaronder waren9paarden
en ongeveer een 16-tal koebeesten.
Te Deventer werden in éón arbei
dersgezin in de vorige week drie kinderen
door pokken aangetast. De geneesheer hoorde
van den vader, dat hy voor eenige dagen in
een herberg was geweest, waar, naar het hem
toescheen, een kind aan dezelfde ziekte had
geleden. De geneesheer bracht met den presi
dent der gezondheidscommissie een bezoek
aan het kind van den kastelein, en zy zagen
dat het kind werkeiyk aan pokkon had geleden,
doch dat het nagenoeg hersteld was. De vader
verhaalde nu aan beide heeren, dat kort ge
leden eene juffrouw uit Rotterdam eenigen
tyd by hem vertoefd had. Vermoedelyk is zy
de overbrengster dezer ziekte geweest.
De Geldersche Amateu r photo-
graphen-Vereeniging te Arnhem is voornemens
eene internationale photographie-tentoonstel-
ling te houden te Arnhem van 14 29 Juli
a. 8. in de groote zaal van „Musis sacrum".
De tentoonstelling is verdeeld in zes afdee-
lingen, welke weder in onderafdeelingen ver
deeld zyn. Als pryzen zullen door de jury
worden toegekendeero-diploma's, verguld
zilveren, zilveren en bronzen medailles, bene
vens eervolle vermeldingen.
De jury zal bestaan uit minstens 6 perso
nen, waarvan de namen later bekend zullen
worden gemaakt. Zy wordt geheel vry gelaten
in hare beoordeelingen, ter wyl op haar uitspraak
niet meer valt terug te komen.
De inzenders betalen voor den vierkanten
meter muurvlakte f 3, voor den vierkanten
meter grondvlakte f 2.50 en voor de inzendin
gen, die in doorzicht gezien moeten worden,
(diapositieven, lantaarnplaten enz.) wegens
speciale installatie, f 3.75 per vierkanten meter.
Een gedeelte van een vierkanten meter wordt
voor een heelen berekend.
Te Beek (L.) hoorden een paar
mannen, die een dood paard wilden begraven,
van uit het dennenboschje eenige zwakke
kreten. Daarop afgaande ontdekten zy een
man, met den rug tegen een boomstam ge
bonden, een band om de voeten, een om het
middel, een om het hoofd en een doek voor
den mond. Toen hy uit zyne positie verlost
was, zakte hy bewusteloos inéén, na door
teekens beduid te hebben, dat hy door vier
kerels aangerand was.
Op eene kar werd hy naar de marechaussees
kazerne vervoerd, waar hy bygebracht en
ondervraagd werd. Het bleek een Fransch
matroos te zyn, die den vorigen nacht door
vier kerels aangerand was. Na hem van 19
franken beroofd te hebbon, zouden zy hem
aan den boom in het denneboschje geknoopt
hebben, waar hy zeker omgekomen zou zyn,
indien het toeval zyne bevryding niet mogelyk
gemaakt hadde. Later is hy naar Maastricht
vertrokken.
De geschiedenis is wel wat duister.
Te Opeinde is op 9 3-jarigen leef-
tyd P. Bystra overleden. Tot zyne nalatenschap
behoort eene koe, die 35 jaren oud is.
Te Amsterdam had aan boord
der stoomboot „Vereeniging", kapt. Mager,
van Arnhem naar Amsterdam, een treurig
ongeluk plaats.
De oudste matroos, Jan Lbekend onder
den naam van „oude Jan", werd door zyn
kapitein op dek geroepen. Vóór dezen hem,
op het dek gekomen, iets kon gelasten, zakte
oude Jan ineen en was dood.
Op het eiland Urk heerscht
ny'pend gebrek: een gevolg van de geringe
verdiensten der visschers. Om eenigermate in
de behoefte te voorzien, is door de gegoede
ingezetenen een gebouw ingericht, waar koste
loos warm eten verkrygbaar wordt gesteld;
in de school wordt onder de behoeftige kinderen
brood uitgedeeld.
Te Zevenaarpas8eerdenl4Rus8en,
waarby een kind, om naar hun vaderland
terug te keeren. Te Emmerik zond men ze
weer naar Zevenaar, omdat zy niet voorzien
waren van een bewys dat zy in Rusland konden
terugkeeren. De politie te Zevenaar zond ze
weer naar Emmerik, 't Is voor de ongeluk-
kigen te hopen dat dit spelletje niet aan den
gang blyve.
Een Israëlietisch koopman in
antiquiteiten te Neurenberg, Pichert genaamd,
heeft 170,000 mark gelegateerd ten behoeve
van liefdadigheid, zonder onderscheid van
geloofsbelydenis, en 2000 mark ten behoeve
van restauratie aan de katholieke St.-Sebaldus-
kerk aldaar.
Te Marseille is den anarchist
Faure, op het oogenblik dat hy een kaartje
nam op het spoorwegstation, een portefeuille
ontfutseld met 1200 fr. Hij bejammerde zyn
verlies met luider stem, maar weigerde de
zaak aan te geven, daar zyne beginselen hem
niet veroorloofden, zeide hy, het eigendoms
recht te erkennen.
„Wy zien met genoegen," spot naar aan
leiding van dit geval deDébats, „een gegoeden
socialist, aJ is het onwillekeurig, een deel van
zynen overvloed afstaan en zonder met sma-
keloozen aandrang eene som op te eischen,
welke hy naar alle waarschijnlijkheid toch
niet zou hebben teruggekregen."
De politie te Marseille heeft
de hand gelegd op een gevaariyk anarchist,
Brambilla genaamd.
Ten opzichte van het anarchisme verkeert
Marseille in een eigenaardigen toestand; met
zyn 86,000 Italianen, 12,000 Spanjaarden en
vele andere vreemdelingen, is het als 't ware
voorbestemd om een middelpunt van inter
nationale organisatie te worden. Toen de
politie Brambilla in hechtenis nam, vermoedde
zy nog niet, dat iy zulk eene goede vangst
had gedaan.
Van het parket te Nice vernam men echter,
dat Brambilla als een der gevaarlykste anar
chisten moest beschouwd worden; by is her
haaldelijk veroordeeld, eenmaal wegens het
in voorraad hebben van dynamietbommen. Te
Florence was hy de leider van eene groep
gevaarlyke onruststokers. Tevei s jogde de
Italiaansche justitie er by, dat hy nog beter
bekend was in Spanje.
Ook van de Spaansche justitie ontving men
belangryke mededeelingen. Brambilla was te
Madrid tydens don aanslag op maarschalk
Martinez Campos, to Barcelona tydens den
aanslag in den Liceo-schouwburg aldaar; hy
stond met al de anarchistische groepen in
relatie, en moest uit Spanje vluciuen omniet
gearresteerd te worden. Men beschouwt het
als zeker, dat hy nu met dt eene of andere
opdracht naar Marseille gekomen was. De
man is eene soort van commis-voyageur in
anarchie.
Over het noorden der Vereenigde
Staten heefteen hevige zeer koude sneeuwstorm
gewoed. De thermometer daalde tot 17° F.
onder nul en wees dus 49° vors'. Op ver
schillende plaatsen vroren personen dood, elders
bleven treinen in de sneeuw steken. Te Spring
field ligt de sneeuw hier en daar 20 voet hoog.
Vele steden werden geheel van de buiten
wereld afgesloten, daar de telegraaflijnen braken
en het verkeer byna overal gestaakt is.
Terwyi Zaterdag jl. de FraDsche
socialisten, door voor den ter dood veroor
deelden Vaillant party te trekken, de Kamer
in rep en roer brachten, beraadslaagde de
commissie, welke advies moet uitbrengen in
zake het verleenen van gratie aan veroordeelde
misdadigere, over het adres, dat onlangs door
de socialistische afgevaardigden aan president
Carnot ia gezonden.
Naar men zich zal herinneren, dienden de
socialistische afgovaardigden een adres in,
waarby zy den president verzochten gratie te
verleenen aan Vaillant. Volgens het gebruik
werd dit adres ongeopend verzonden aan den
minister van justitie, die het weer ter hand
stelde aan de gratie-commissie. Nu beweert
de „Echo de Paris" te weten, dat deze com
missie heeft besloten het verzoek om gratie
te verwerpen. De „Autorité" bevestigt dit
bericht.
„De heer Carnot", voegt het blad er by,
„volgt steeds het advies der commissie, zoo
dat de terechtstelling spoedig wordt verwacht.
Aan de prefectuur van politie was men van
meening, dat de terechtstelling reeds Maandag
of Dinsdag zou plaats hebben."
Vaillant kan echter ook nog zelf een adres
richten tot president Carnot, ten einde kwyt-
8cbelding der doodstraf te verzoeken, maar
tot dusver heeft de veroordeelde anarchist,
ook na verwerping van zyn appèl tegen het
vonnis door het hof van cassatie, geweigerd
zich met een dergeiyk verzoek tot president
Carnot te wenden.
Geveilde perceolen.
Gehouden Verkooping aan den Burg alhier,
Zaterdag 27 Januari 1894, ten overstaan van
1. W. F. Kaiser, Notaris te Leiden. Het
huis, Oude Vest 197, hoek Bakkereteeg, kooper
de heer P. M. Van Oerle qq. voor ƒ5100.
2. L. J. C. A. Gordon, Notaris te Leiden.
Tweo huizen, Paradyssteeg 72 en 74, koopei
de heer P. De Vlaam, samen voor ƒ850.
Hot huis, Ceciliastraat 24, kooper de heci
S. G. Van Buuren Jr. qq. voor 704.—
3. J. F. Meiners, Notaris te Leiden. Het
huis met bovenwoning, Haarlemmerstraat 48,
kooper de heer P. H. Spyker qq. voor ƒ7300.
INGEZONDEN.
Geachte Redacteur t
Toen ik gisteravond in het „Leidsch Dagblad"
het verslag las eener lezing, uitgesproken
door prof. Martin, in de vergadering van
Ny verheid, trof de volgende volzin daarin myne
aandacht„een straat van Ambonperson^
„dio daar ze zich Christenen noemen, als
„Europeanen gekleed en dragen een pantalon
„on jasje; om diezelfde qualiteit laten zy liever
„het werken aan anderen over."
Ik vroeg myzelven af, wat is wel de be
doeling van dezen volzin, en ik kon daarin
niets anders zien, dan eene poging om de
Inlandsche Christenen te Ambon bespotteiyk
te maken en hen in een verkeerd daglicht te
plaatsen, tenzy ik aannemen moet, dat prof.
Martin datgene, wat omtrent de luiheid van
den Christen Ambonees verteld wordt,eenvoudig
nog eens weer heeft opgedischt, bywyze van
aardigheid. Dat hy zichzelven, gedurende den
korten tyd, dien hy te Ambon heeft doorge
bracht, voldoende op de hoogte heeft kunnen
stellen van den volksaard in het algemeen,
en in 't byzonder van dien der Christenen, in
onderscheiding van Mahomedanen en Heidenen,
komt my minstens twijfelachtig voor.
Ik zelf ben vier jaren als predikant te
Ambon werkzaam geweest en heb als zoodanig,
niet alleen de bevolking van stad en eiland
Ambon leeren kennen, maar ook die van de
omliggende eilanden. En nu moet ik, op grond
van myne ervaring, zeggen, dat luiheid vol
strekt geen kenmerkende karaktertrek is van
den Chr. Ambonees.
Wanneer men hem heeft} zien werken in
zyne tuinen en bezig gezien met het sago-
kloppen, dan weet men wel, dat hy arbeiden
kan en wil, evengoed als alle andore Inlan
ders. Dat menschen, die meestal een eigen
stuk grond bezitten en aan wie de zee over
vloed van visch oplevert, zich er niet bepaald
op toeleggen, om als koelie of anderszins
voor anderen ta werken, behoefr toch geen
verwondering t« baren, dat hebben zfi met