r >r'
de b. v. vroeger om vier uren aten, doen het
nu om halfzeven. Colleges werden eertyds
op een veel vroeger uur bezocht dan tegen
woordig, enz. enz. Eene verdere verlating moet
mat kracht worden tegengegaan en daarom
heeft spr. met genoegen kennis genomen van
hot amendement des heeren Fockema Andre®.
Deze bleef er by dat wy onze nationaliteit
voeten behouden ook wat den tyd betreft,
ny is tegen den voorgestelden tyd evenals
hy er tegen zou zyn als in ons land de Duit-
<wbe taal als de taal werd ingevoerd.
De heer Pera is niet tegen aansluiting by
den Midden-Europeeschen tyd, omdat het hem
onmogeiyk is te begrypen dat er verwarring
uit zou kunnen ontstaan. De belangen van
het steeds snellere verkeer moeten niet uit
hot oog worden verloren. Daarom noemt hy
aansluiting aan de Midden Europeesche tyd-
regeling practisch.
De heer Drucker, repliceerende, zeide o. a.
niet in te zien wat onze nationale eer met de
in/oering van den Midden-Europeeschen tyd
te maken heeft. "Wy hebben immers reeds
gsUJk andere landen het metrieke stelsel wat
cnze maten, gewichten enz. betreft, en toch
ia by invoering daarvan door niemand onze
nationale zelfstandigheid in twyfel getrokken
welk bezwaar bestaat er dan om een anderen
Ujd in te voeren?
De heer Fockema Andre® gaf niet toe dat
maten, gewichten en tyd hetzelfde zyn. Men
wil ons nu in een gordeltyd brengen, waarin
wy niet behooren. Dkt is geheel iets anders
en daartegen komt hy op.
Met het oog op het gevorderd uur (halfzes)
clcot de Voorzitter het zeer geanimeerde, soms
toe opgewektheid en geestigheid aanleiding
gevende debat, op beperking waarvan reeds
vroeger door den Voorzitter was aangedron
gen, waarna het voorstel van B. en Ws.
werd aangenomen met 16 tegen 6 stemmen.
Tegen stemden de heeren Fockema Andre®,
Siegenbeek Van Heukelom, Kaiser, Du Rieu,
Zaayer en Van Lidt deh Jeude.
Daarna werd de vergadering gesloten, zoodat
de punten 9, 11 en 12 onbehandeld bleven.
In deze zitting waren nog ingekomen:
Een verzoek van L. T. Van Zoest, om
-rrystelling van schoolgeld voor het bezoeken
van de gemeentelyke kweekschool voor onder-
wyzers en onderwyzeressen.
Een verzoek van mejuffr. E. Hofkes, om
eervol ontslag uit hare betrekking van onder-
vyzere8 in de handwerken aan de scholen
Cde en 4de klasse No. 2 tegen 1 Maart a. s.
Verzoeken van N. Pont, V. Sommers, J. H.
31ommendaal, S. Van Wieringen en A. Opprel,
om vrijstelling van de betaling van plaatse-
ïyke directe belasting.
Een verzoek van mej. W. M. Gebhardt, om
restitutio of vrystelling van de betaling van
schoolgeld Middelbaar Onderwys over het lste
.kwartaal cursus 1898/94 voor haar nichtje
Anna Cramer.
Een verzoek van dr. D. De Loos, om vry
stelling of terugbetaling van schoolgeld Hooger
en Middelbaar Onderwys.
Nog werd medegedeeld dat de conclusie
van antwoord in zake de Leidsche Duinwater-
maatGchappy tegen de gemeente in de Lees
kamer ter inzage van de leden is nedergelegd.
N. B. De lezer zal uit het verband van
den gedachtengang wel hebben opgemerkt,
dat in het overzicht van gisteren omtrent de
8tadszaal by de bespreking door de heeren
Zilleeen en Driesson, de twee aan het eind
van regels staande woordjes „wel" en „niet"
mot elkaar moeten verwisseld worden.
F* alj as.
Wy kunnen en mogen, uit den Schouwburg
teruggekeerd, niet anders doen dan dankbaar
erkennen dat we genoten, ten volle genoten
hebben. Ik zou durven beweren, dat van het
zeer talryke publiek niet óón ontevreden of
onvoldaan is heengegaan. „Paljas" is een werk
uit de jongste Italiaansche school, waarvan
de naam reeds vooruit was gegaanmen wist
dat er wat schoons te hooren zou vallen;
overal waar het toonwerk is ten tooneele
gebracht, is het met lof en warme toejuichingen
ontvangenin Italië is de indruk zóó groot
goweest, dat het een zekeren stryd heeft in
het leven geroepen tusschen vereerders van
Leoncavallo en Ma6cagni. Ik voor my aarzel
niet den eerepalm gaarne toe te kennen aan
Leoncavallo. Het geheele werk, de muzikale
gedachte, de instrumenteering, de muzikale
schildering, alles is oorspronkeiyk, is frisch
on welluidendhier en daar doet de bewerking
denken aan Wagner. Op schoonheden van
onderdeelen wijzen valt samen met de bespre
king van de uitvoering dier deelen, het is my
opgevallen, dat waar de muziek het schoonst
was, ook de artisten hot meest werden mee-
gosleept en hunne beste, warmste oogenblikken
hadden. Eerst nog even eenige algemeenheden.
Over het geheel was het orkest inderdaad
uitstekendhet spoelde goed zuiver, beschaafd
en ondanks de kleine ruimte, waarin het op
gesloten zat, vry en ongedwongen. De cello's
waren hier en daar zeer goed, ook de eigen
aardige en vaak zeer belangryke fagotparty
was in goede handen.
Mise-en-scène en actie waren voortreffeiyk
omtrent het laatste zou ik in détails af
dalende werkeiyk9 schoonheden kunnen aan
geven, doch waartoe dit gedaan? Eene opera
Is nu eenmaal eene opera, het is muziek en
geen comedie! Goed spel kan het effect ver-
hoogen. maar slecht spel by schoonen zang
niet den indruk wegnemen. Voor ditmaal
kunnen wy dus mot de opmerking volstaan;
dat zoowe'. artisten als koor in dit opzicht
te lovon vielen, dat overal eene ernstige studie,
dogeiyke voorbereiding viel waar te nemen,
waardoor een goed en passend geheel werd
verkregen. Alles sloot en volgde geleideiyk;
geen gapingen; met gloed en flinken gang
werden alle opeenvolgende tooneelen afge
speeld. De kostumes waren goed.
En nu de artisten? Vooreerst Nedda, Mej.
Vermeeren. Een mooie, omvangryke stem,
vooral in de hooge tonen, een geestige,
intelligente voordracht, een piquant gezichtje,
wat wil men voor deze rol meer? Waariyk,
deze Nedda zal by velen bewondering gewekt
hebben. Haar „Vogellied" was prachtig, en
weinig minder het tooneel tusschen haar en
Silvio, terwyi in de 2de acte haar lied:
„Komaan, zoo slim is niet 't geval"
tot de glanspunten van haar optreden mag
gerekend worden. Pauwels gaf don Paljas. Een
zware taak, inspannend zoowel wat muziek
als actie betreft. Onberispeiyk heeft hy zich
er van gekweten; 't is waar, zyn stem was
soms een beetje gevoileerd, maar toch was
het ensemble mooi, alles aan hem was en
bleef sympathiek. Bewonderenswaardig was
hy in de finale van de eerste acte, en in de
2de acte zoodra hy uit zyn rol gevallen is
en zingt:
„Neen, 'k ben Paljasso niet meerl"
Onze vaderlandsche kunst bezit in hem
een groote, zeer te waardeeren kracht. De rol
van Orello was niet zoo erg belangrijk, in
zyn muziek party echter had hy heeriyke
passages. Hy zong alles, zooals men dat van
hem gewend is, met zyn mooi, krachtig, helder
geluid, die sympathieke stem, die zoo mee-
sleepend kan wezen, die zoo heeriyk forsch,
zoo zacht doordringend kan zyn. Al zyn
tooneelen waren goed, alleen zou ik apart
willen melding maken van de serenade in de
2de acte:
„Colombine, hoor uw trouwen Harlekyn 1"
Boven alles stond evenwel zyne voordracht
van den proloog. Die was meesteriyk! Orelio
ontwikkelde zyn volle kracht, die dan ook
niet naliet een diepen indruk te maken. De
muziek van den proloog was erg nieuw, erg
belangryk, erg mooi; met zulk ©en voordracht
werd het tot een van de indrukwekkendste
oogenblikken van den avond. Men kwam er
door in de stemming, het was aangrypend in
zyn realistischen eenvoud.
Ook Silvio, de heer v. d. Hoeck, had zeer
goede oogenblikken. In de lste acte, in het lied
„En wilt ge morgen my dan volgen?"
ontwikkelde hy een schoon, helder geluid. Zyn
stem is vol en echt zangerig, alleen een weinig
meer nuance zou geen kwaad doen. En einde-
lyk het koorl Nu, dat was inderdaad ver-
diensteiyk in zyn zang, fatsoeniyk in zyn
optreden, beide eigenschappen die lang niet
gering te achten zyn. Hoe goed was b. v.
niet het „Klokkenkoor" en hoe aardig en
natuuriyk werd het dorpspubliek by de comedie-
voorstolling weergegeven.
Men ziet, veel valt er naar myn bescheiden
oordeel, te pryzen, groot is de indruk, dien
dit werk by my beeft achtergelaten.
En zoo zal het wel met de meeste schouw
burgbezoekers geweest zyn. Zou dan ook de
wensch (het is alweer zoo laat!) zoo mis
plaatst zyn om te verlangen, dat deHolland-
sche opera ons nog eens op Paljas kwam
vergasten? Zóó velen hebben er nog niet van
genoten, die toch zeker wel zullen hooren
hoe mooi deze opvoering geweest is, en daar
door de hoop koesteren, ook eens dit nieuwe
werk te mogen bewonderen! We willen het
beste hopen, ik heb dringend om een reprise
gebedeld, brutaalweg verzekerend, dat eene
herhaling zeker voor een even groot publiek
zou plaats hebben. We zullen zien!
Omtrent De Regimentsdochter kan ik kort
zyn. Deze goede opera uit de oude doos is
overbekend, en naast het nieuwe werk is
het onnoodig er over uit te weiden. Wat
de vertolking betreft, nu, die was middel
matig, meer nietl Mevr. Orelio wordt wat
bedaagd voor die rol, maar was toch altyd
nog eene aardige Marie. vHaar stem evenwel
is sterk aan het dalen. De overige artisten
waron goed.... nu ja, maar het was zooveel
minder mooi dan Paljas, zooveel minder be
langwekkend, ik had haast gezegdeen beetje
afgezaagdoch, hoe komt hot? Paljas, dat
volgde, heeft eiken indruk van deze toch zoo
lieve en mooie opera weggenomen, daar zit
de schuld 1 Het is als met voor- of nastukjes
in de comediehet zyn ongewilde, overbodige,
onnoodige dingen, effectbedervers I Daarom
wil ik er niet meer over praten I En nu moge
het waar zyn, dat men ten slotte bezwaren
zou kunnen te berde brengen van onderge
schikten aard, als b. v. over het Vlaarasch
praten in een Holl. opera in plaats van Hol
landsch, (de „heeriyke man" b. v. was heer
iyk!), maar dat went wel, en bovendion dat
wist men vooruit; voorloopig valt daar niets
aan te veranderen.
Het eindoordeel is: Wy hebben genoten,
en brengen hulde, van ganscher harte, aan
onze vaderlandsche opera, aan allen, die mede
werkten en roepen hun een welgemeend: „Tot
weerziens 1" toe. v. B.
Gemengd Nieuws.
Aan de telephoon alhier zyn
nog aangesloten met de volgende nommers:
219: H. Hünnekens, Beestenmarkt 39.
222: J. I. Planjer, Mare 81.
Dezer dagen geraakte de stoomboot
„Nieuwe Rotterdammer I", varende Am-
sterdam Rotterdam, vast op één der in het
Brasemermeer aanwezige zoogenaamde zand
banken. Door groote krachtsinspanning van
nog eenige sleepbooten, gelukte het eindeiyk
den stoomer los te maken. De passagiers
kwamen geheel met den schrik vry. Onbe
kendheid met de vaartlinie aldaar, zou de
oorzaak moeten zyn geweest
Voor de ar r o n d i s s e m e n t s-recht-
bank te Haarlem werden gistermorgen een
paar hoogst treurige zaken behandeld. De
eerste betrof eene 57 jarige vrouw uit Haar
lemmermeer Adriana De Rooi, die tot nog toe
in hare woonplaats te goeder naam en faam
bekend stond. Deze had den 4den December
jl. uit den winkel van Nonhebei te Leimuiden,
waar ze eenig vet had ingekocht, een busje
koffiestroop ter waarde van vyftien cent hei-
meiyk weggenomen en in haar voorschoot ver
borgen. Toen Nonhebei baar hierop opmerk
zaam maakte en het busje later tevoorscbyn
kwam, had zy beloofd zoo iets nooit meer te
zullen doen en had daarna het busje koffie
stroop gekocht.
Ofschoon Nonhebei dus in het geheel geen
schade geleden had en de belofte van de
vrouw had, dat ze zoo iets niet meer zou
doen, kon deze man het toch niet over zich
verkrygen om genade voor recht te laten
gelden en gaf de zaak by de justitie aan.
Het O. M., de vraag, of Nonhebei misschien
niet beter gedaan had deze aanklacht niet in
te dienen, daarlatende en opmerkzaam ma
kende op de geringe waarde van het ont
vreemde, vroeg 1 dag gevangenisstraf.
Vervolgens stond terecht de 31-jarige Cor
nells Velthuis, van Zaandam, voor twee feiten.
In de eerste plaats had hy, terwyl hy den
6den December jl. voor de firma Dekker te
Zaandam, by wie hy in dienst was, twee
vaten petroleum bracht aan het adres van
W. Molenaar aldaar, en daarvoor f 14.36
inde, dat geld niet aan den rechthebbende
gebracht, maar wa3 er mee naar Amsterdam
gegaan en had daar het grootste deel ver
teerd.
Nog treuriger was echter het feit, dat hy
in den nacht van oud- op nieuwjaar door
het stukslaan Yan een ruit ingebroken was
in de woning zyner moeder en daar een
koralen halsketting met gouden slot had ont
vreemd. Dezen ketting had hy voor f 2.50
verkocht en van dit geld goede sier gemaakt.
Bedroevend was het te zien hoe de 61-
jarige weduwe Velthuis onder tranen kwam
getuigen, dat zy sedert zyn 16de jaar voort
durend niets dan verdriet van haren zoon had
gehad.
Het O. M. deelde mede, dat na ontvangst
van het bericht van het eerste misdryf en
ook nog na het tweede, de beklaagde op
vrye voeten was gebleven, doch toen er een
derde bericht kwam, dat hy ook opzetteiyk
brand had gesticht te Zaandam, was Cornelis
Velthuis in verzekerde bewaring gebracht.
Voor dit laatste feit zou by, daar de getuigen
in de andore strafzaken al waren opgeroepen,
nu nog afzonderiyk moeten terechtstaan.
ZEA. verhaalde verder, welk een ongunstig
verleden deze persoon achter zich had, hoe
hy uit den militairen dienst was weggejaagd,
hoe hy nog kort geleden uit de gevangenis
te Leeuwarden was ontslagen en misdryf op
misdryf pleegde. Van dit alles was de sterke
drank de oorzaak.
Spreker eindigde met don eisch: schuldig
vorklariDg aan diefstal en verduistering en
het ondergaan van eene gevangenisstraf van
15 maanden.
De rechtbank deed tevens uitspraak in de
zaak van de vyf beklaagden, die de vorige
week deels van schoenendiefstal en heling,
deels van duivendiefstal waren beklaagd.
H. Van Dorssen en J. Drogtrop werden
wegens diefstal van schoenen, gepleegd m
veroeniging, veroordeeld tot gevangenisstraf
van 1 jaar en 3 maanden elk, waarby evenwel
de tyd in voorloopige hechtenis doorgebracht,
in mindering komt; A. Gieger werd viyge-
sproken zoowel van het mededaderschap van
den diefstal als van de heling, en R. J. Van
der Tooien en C. W. Klaver werden wegens
diefstal van duiven veroordeeld tot elk 14
dagen gevangenisstraf en vrygesproken van
de heling van schoenen.
Naar u i t S c h e v e n i n g e n g e m e 1 d
wordt, zyn de gronden van wyien den notaris
v. d. Bergh, liggend© tegenover het Kurhaus
en waarop gedeelteiyk de gebouwen der Sport-
tentoonstelling zyn geplaatst geweest, aan een
consortium te Rotterdam voor een aanzieniyk
bedrag verkocht.
Aan het politiebureau in de
Lange Torensiraat te Rotterdam heeft zich
om hulp vervoegd een gezin, bestaande uit
zes jeugdige kinderen, van alles ontbloot,
waarvan de moeder overleden is en de vader
zich in do gevangenis bevindt. De politie heeft
zich voorloopig hun lot aangetrokken.
Door het springen van ruiten op
de tweede verdieping van pand 229 aan de
Leuvehaven, Westzyde, te Rotterdam, waarin
het vlaspakhuis van de firma Wm. Renton
Co. gevestigd is, werd men gisteren ombalf-
twaalf opmerkzaam op gemaakt, dat daar iets
byzonders voorviel. By onderzoek bleek dan
ook, dat er een hevige brand woedde in de
aldaar opgeslagen hoeveelheid vlas. Fluks was
de brandweer gearlarmeerd en met de be
kende vlugheid ter plaatse. Van bekamping
van het vuur kon echter weinig sprake zyn
door de hoogte van de verdieping, waar het
vuur met snelheid om zich heen greep. Dit
ging beter toen de stoombootjes van den haven
dienst voor den kant aanlegden en eene
kolossale hoeveelheid water in het perceel
begonnen te werpen. Om één uur kon ge
zegd worden, dat men het vuur meester was,
Door de spoedige hulp van de brandweer
is echter veel onheil voorkomen, daar het
brandende pand vlak naast de pakhuizen van
het Blauwhoedenveem stond. Deze hebben
nu niets geleden. Het vlas is natuuriyk door
vuur en water geheel bedorven.
De verbrande hoeveelheid vlas was ver
zekerd voor f 60.000. Eerst den vorigen dag
werd de polis geteekend. Byna het geheele
bedrag zal vergoed moeten worden.
In het Algemeen Politieblad is
gesignaleerd A. Van Emmenes, redacteur van
„de Voorwaarts", laatst wonende te Arnhem,
door het gerechtshof te Amsterdam in hooger
beroep veroordeeld tot 9 maanden gevangenis
straf, wegens het in het openbaar opruien tot
eenig strafbaar feit. Hy heeft zich vermoedelijk
naar Antwerpen begeven.
By 't ophyschen van eene piano
viel op de Keizersgracht by den Amstel te
Amsterdam een man uit een zolderraam op
straat. Hy was onmiddeliyk dood.
In de Jonkerstraat aldaar bleef een oud
vrouwtje, terwyl zy aan 't lezen was, plotse
ling dood. Daar zy alleen woonde, merkte
men het eerst na twee dagen op.
Woensdag-avond omstreeks half-
acht werd van den hemel eene plotselinge,
tamelyk sterke verlichting waargenomen.
Uit nader ontvangen berichten biykt dit
verschynsel zyn oorsprong te hebben gevonden
in een meteoor, welke op sommige plaatsen
van het platteland zeer duidelyk is waar
genomen.
Een roode vuurbol nl., die eensklaps het
luchtruim verlichtte, bewoog zich van het
Zuid-Westen naar het Noord-Oosten en spatte
daarna in roode, groene en blauwe stralen
uiteen, hetgeen een treffend schoon gezicht
opleverde.
Voor de Amsterdamsche rechtbank
verscheen gisteren de 19 jarige Judith Silas,
beklaagd in den namiddag van den 2den
Kerstdag (na de bekende botsiDg op het Spui)
eenige agenten, die een arrestant overbrachten,
te hebben beleedigd, door hun toe te voegen
„ze moeten zeker weer wat verdienen, eerst
hebben ze dien man geslagen, en nu brengen
ze hem naar het bureau, dat dieventuig, die
moordenaars, dat uitvaagsel."
Beklaagde nam reeds by het doen der
gewone vragen eene zeer brutale houding aan,
o. a. weigerde zy haren naam te noemen,
want de deurwaarder had dat reeds gedaan.
De beleedigde agenten traden als getuigen
a charge op, en bevestigden de bedoelde
woorden te hebben gehoord. Bekl. ontkende
echter, en had alleen in het algemeen gezegd
„dat uitvaagsel."
Een getuige k décharge bevestigde dit,
maai do tweede getuige k décharge had de
andere woorden wel gehoord, zoodat het O. M.
ook op grond van de verklaring van dezen
getuige de beleediging van bedienende beambten
in de rechtmatige uitoefening hunner functies
bewezen achtte, en een boete van 25 vorderde.
Beklaagde bleef by haar eerste opgave
volharden, en vroeg den voorzitter of de
politie-agenten het recht hadden haar te be-
leedigen, gelyk, naar zy beweerde, was ge
schied, toen zy aangehouden en naar het
bureau gebracht was.
Uitspraak over 8 dagen.
Op de aangekondigde wfize (vergezeld door
de gewono straatbetoogers) was het meisje,
met eene omwandeling door Amsterdam naar
het Paleis van Justitie gebracht, waar zy
alleen binnen ging. Na afloop der zitting werd
de beklaagde met gejuich ontvangen door een
tweehonderdtal personen, die buiten wachtten.
Te zamen maakte men eene wandeling door
de stad.
De leeuwen gevangen. Gister
morgen ongeveer halfnegen stonden voor den
circus Carré te Amsterdam hier en daar
groepjes menschen, die het gebouw aangaapten
en tevens diepzinnige bespiegelingen hielden
over het gevaar dat de leeuwen wel hadden
kunnen aanrichten als ze op straat waren
gekomen en elkaar vroegen „of ze ze nu al
zouden hebben". De een was daar zeker van,
de ander geloofde „dat een leeuw zich maar niet
zoo liet pakken als i er uit geweest was",
en eene juffrouw was er zelfs zeker van dat
„ze ze daar binnen hoorde brullen en rilde
er van, als ze er aan dacht dat ze zoo'n
gedierte had kunnen tegen komen".
Daarbinnen hoorde men, als men in de
corridors stond, de leeuwen, die nog in de
ruimto voor de stoomverwarming zaten, aardig
te keer gaan en brullen dat een mensch er
kippenvel van kreeg.
De heer Casten was met een aantal oppas
sers van „Artis" reeds vroeg bezig de beesten
uit de ruimte te krfigen en in zware yzeren
kisten te lokken, wat eindelyk, niet zonder
moeite gelukte, waarop ze naar de groote
kooi werden gebracht. Daar werd de yzeren
kist voor de deur van de kooi gezet en konden
de leeuwen weer binnen gaan.
Toen deze drie deserteurs veilig achter slot
zaten, ging men de derde leeuwin halen, die
den nacht weinig poëtisch voor een koningin
der woestyn op het „dames-kabinet" had
doorgebracht. Zy werd als de anderen ook
om een hoekje der deur in de yzeren kist
gelokt en daarin naar beneden gesjouwd, om
weer in de kooi te worden gelaten, waar z'y
door den leeuw en de twee andere leeuwinnen
met vreugdekreten, dat wil zeggen met veel
gebrul, werd verwelkomd. De dieren kunnen
elkaar nu op hun manier vertellen van hun
kortstondige vryheid en omzwervingen door
den circus-Carré.
De „temmer" heeft niet veel hulpverleend
om de leeuwen weer te vangenop de mannen
van „Artis" kwam feitelyk alles neer, en deze,
die geen dieren temmers zyn, doch dieren*
verzorgersverdienen niets dan lof voor hun
degelyk en kordaat optreden onder leiding des
heeren Casten.
Heden vertrekt do temmer met zyne beesten
naar elders, waarheen wist de administrateur
van den circus niet.
Dadeiyk nadat de leeuwen weder achter de
tralies zaten, begon in den circus derepetitie
van het ballet „Mazefrpa".
De Noerboschcommissie is nog
niet gereed gekomen, en zal nu Teldag
Februari opnieuw te Utrecht byoonkomen;
daarna zal spoedig het verslag der commissie
kunnen worden te gemoet gezien.
Het optreden van den heer Yan Deth te
Rotterdam zal nog een stairtje hebben. Naar
de „Nederl." verneemt, is door den commissaris
van politie, den heer J. "W. C. Strang, by het
uitgaan der vergadering proces-verbaal opge
maakt tegen zekeren Yan Schaik, ter zake
van de uitdrukking „klassen-justitie."
Een werkman van eene handels
firma te Leeuwarden zou gisteren in den
vroegen morgen op het spoorweg-emplacement
aldaar een wagen voortduwen, om dien door
den ladingmeester te doen wegen, zonder dat
hiervan machtiging van den chef was beko
men, terwyl ook de ladingmeester er niets
van af wist. De man liep vóór den wagen
uit, toen de gereedstaande goederentrein van
Groningen langzaam werd achteruitgezet op
het spoor, waarop zich de ledige wagen be
vond zonder dat dit, waarschyniyk wegens
de nog heerschende duisternis, door het volk
werd bemerkt. De gevolgen bleven niet uit.
De achterste wagen van den trein liep tegen
den ledigen wagen aan, waarby de genoemde
werkman, die vóór den wagen uitliep, werd
omvergeworpen en onder den trein geraakte.
Hy werd zóó zwaar verwond, dat hy kort
daarna, onder do overbrenging naar het stads
ziekenhuis, stierf. De andere twee arbeiders
kwamen er met een paar lichte schrammen
aan den schouder af.
Het proces-Yaillan t. Het Hof
van Cassatie te Parys heeft gisteren het
beroep van den anarchist Yaillant tegen het
doodvonnis der jury verworpen.
De verdedigers verzochten vernietiging van
het vonnis op grond dat de jury niet had
uitgemaakt of Yaillant'6 aanslag als een
politieke misdaad moest beschouwd worden;
Immers, daarvoor was het noodig geweest,
dat der jury niet eene enkele vraag ter beant
woording ware gesteld, maar dat elk geval
afzonderiyk behandeld ware. Derhalve had
de jury de gestelde vraag even dikwyis
moeten beantwoorden als het aantal der
personen bedraagt, die door den aanslag zyn
gewond.
De advocaat-generaal eischte echter verwer
ping van het appèl, op grond dat by het
proces geen enkel vergryp tegen den vorm
was begaan. De strafkamer van het hof van
cassatie bevestigde dezen eisch en beschouwde
de misdaad, door Vaillant begaan, als „een
en ondeelbaar."
BUITENLAND.
Frankrijk.
In de Kamer was gisteren aan de orde de
interpellatie van den republikeinschen afge?
vaardigde Graux, over de maatregelen, welke
de regeering denkt te nemen, om het verbruik
van Fransche steenkolen te bevorderen.
De afgevaardigde wenschte dat de regeering
maatregelen zou nemen om de productie van
Fransche steenkolen te vermeerderen en hqfc
verbruik van buitenlandsche kolen, met nam©
door de spoorwegmaatschappyen en andere
takken van openbaren dienst, te verminde*
ren. Hy wees daarby op de concurrentie van
Engelsche en Belgische kolen, en haalde alfc
voorbeeld aan, dat de „Compagnie du Nord*
19 pet. Belgische en 1 pet. Engelsche kolêfci
verbruikt.
De radicale afgevaardigde Camillo Pelletan
stelde voor over te gaan tot de orde van
den dag, dooh het ministerie weigerde zich
met de motie-Pelletan te vereenigen, wegena
den bevelenden toon, waarin de motie wéS'
gesteld. Dientengevolge werd het voorstel*
Pelletan door de meerderheid verworpen.
Daarentegen vereenigde de Kamer zich met
eene andere motie, welke door de regeering
werd aangenomen en waarin de wensch werd
uitgesproken, dat de regeering overeenkomstig
de door haar afgelegde verklaring, haar besfcf
zou doen om van de spoorweg-maatschappyen
gunstiger tarieven voor het vervoer van steen
kolen te verkrygen.
Yoorts verklaarde de Kamer zich voor hefc
voorstel der regeering om de bestaande rego*
ling der internationale rechtspraak in Egypte
onveranderd te handhaven.
Voor den aanvang der beraadslagingen
deelde de onder-secretaris van koloniën mede,
dat hy een telegram had ontvangen van den
gouverneur van Soedan, waarin de tydingj
werd bevestigd betreffende de bezetting van
Tombouctoe (Sahara) door kolonel Bonnier.
Tomboctoe is eene belangryke handelstad
aan den Niger in het land der Tuaregs, ten
zuiden van de Sahara en ten oosten van
Fransch Soedan. De stad telt 20,000 inwo
ners, byna uitsluitend negers en Mahomedanen
en is de voornaamste handelsplaats in heft
Niger gebied. De bezetting van deze stad door
de Franschen is daarom van groot belang,
vooral met het oog op het streven der Fran
sche regeering om haar bezittingen in dit deel
van Afrika steeds uit te breideD.
-■ De commissie voor in- en uitvoerrechten
heeft onderzocht, in hoever graan nog meer
kan worden belast. De meerderheid schynt
ten gunste van een recht van 8 francs.
Men gelooft te Parys dat de onderhandelin
gen, welke aangeknoopt zyn met Italië door
eene voorname Parysche bank over het sluiten
eener leening, gegrond op een tabaksmonopolie,
zullen mislukken.
Italië.
De universiteit te Pavia is gisteren gesloten
ten gevolge van de ongeregeldheden, welke
de studenten hebben gepleegd. Wegens een
geschil met de professoren over het afnemen