r >r' de b. v. vroeger om vier uren aten, doen het nu om halfzeven. Colleges werden eertyds op een veel vroeger uur bezocht dan tegen woordig, enz. enz. Eene verdere verlating moet mat kracht worden tegengegaan en daarom heeft spr. met genoegen kennis genomen van hot amendement des heeren Fockema Andre®. Deze bleef er by dat wy onze nationaliteit voeten behouden ook wat den tyd betreft, ny is tegen den voorgestelden tyd evenals hy er tegen zou zyn als in ons land de Duit- <wbe taal als de taal werd ingevoerd. De heer Pera is niet tegen aansluiting by den Midden-Europeeschen tyd, omdat het hem onmogeiyk is te begrypen dat er verwarring uit zou kunnen ontstaan. De belangen van het steeds snellere verkeer moeten niet uit hot oog worden verloren. Daarom noemt hy aansluiting aan de Midden Europeesche tyd- regeling practisch. De heer Drucker, repliceerende, zeide o. a. niet in te zien wat onze nationale eer met de in/oering van den Midden-Europeeschen tyd te maken heeft. "Wy hebben immers reeds gsUJk andere landen het metrieke stelsel wat cnze maten, gewichten enz. betreft, en toch ia by invoering daarvan door niemand onze nationale zelfstandigheid in twyfel getrokken welk bezwaar bestaat er dan om een anderen Ujd in te voeren? De heer Fockema Andre® gaf niet toe dat maten, gewichten en tyd hetzelfde zyn. Men wil ons nu in een gordeltyd brengen, waarin wy niet behooren. Dkt is geheel iets anders en daartegen komt hy op. Met het oog op het gevorderd uur (halfzes) clcot de Voorzitter het zeer geanimeerde, soms toe opgewektheid en geestigheid aanleiding gevende debat, op beperking waarvan reeds vroeger door den Voorzitter was aangedron gen, waarna het voorstel van B. en Ws. werd aangenomen met 16 tegen 6 stemmen. Tegen stemden de heeren Fockema Andre®, Siegenbeek Van Heukelom, Kaiser, Du Rieu, Zaayer en Van Lidt deh Jeude. Daarna werd de vergadering gesloten, zoodat de punten 9, 11 en 12 onbehandeld bleven. In deze zitting waren nog ingekomen: Een verzoek van L. T. Van Zoest, om -rrystelling van schoolgeld voor het bezoeken van de gemeentelyke kweekschool voor onder- wyzers en onderwyzeressen. Een verzoek van mejuffr. E. Hofkes, om eervol ontslag uit hare betrekking van onder- vyzere8 in de handwerken aan de scholen Cde en 4de klasse No. 2 tegen 1 Maart a. s. Verzoeken van N. Pont, V. Sommers, J. H. 31ommendaal, S. Van Wieringen en A. Opprel, om vrijstelling van de betaling van plaatse- ïyke directe belasting. Een verzoek van mej. W. M. Gebhardt, om restitutio of vrystelling van de betaling van schoolgeld Middelbaar Onderwys over het lste .kwartaal cursus 1898/94 voor haar nichtje Anna Cramer. Een verzoek van dr. D. De Loos, om vry stelling of terugbetaling van schoolgeld Hooger en Middelbaar Onderwys. Nog werd medegedeeld dat de conclusie van antwoord in zake de Leidsche Duinwater- maatGchappy tegen de gemeente in de Lees kamer ter inzage van de leden is nedergelegd. N. B. De lezer zal uit het verband van den gedachtengang wel hebben opgemerkt, dat in het overzicht van gisteren omtrent de 8tadszaal by de bespreking door de heeren Zilleeen en Driesson, de twee aan het eind van regels staande woordjes „wel" en „niet" mot elkaar moeten verwisseld worden. F* alj as. Wy kunnen en mogen, uit den Schouwburg teruggekeerd, niet anders doen dan dankbaar erkennen dat we genoten, ten volle genoten hebben. Ik zou durven beweren, dat van het zeer talryke publiek niet óón ontevreden of onvoldaan is heengegaan. „Paljas" is een werk uit de jongste Italiaansche school, waarvan de naam reeds vooruit was gegaanmen wist dat er wat schoons te hooren zou vallen; overal waar het toonwerk is ten tooneele gebracht, is het met lof en warme toejuichingen ontvangenin Italië is de indruk zóó groot goweest, dat het een zekeren stryd heeft in het leven geroepen tusschen vereerders van Leoncavallo en Ma6cagni. Ik voor my aarzel niet den eerepalm gaarne toe te kennen aan Leoncavallo. Het geheele werk, de muzikale gedachte, de instrumenteering, de muzikale schildering, alles is oorspronkeiyk, is frisch on welluidendhier en daar doet de bewerking denken aan Wagner. Op schoonheden van onderdeelen wijzen valt samen met de bespre king van de uitvoering dier deelen, het is my opgevallen, dat waar de muziek het schoonst was, ook de artisten hot meest werden mee- gosleept en hunne beste, warmste oogenblikken hadden. Eerst nog even eenige algemeenheden. Over het geheel was het orkest inderdaad uitstekendhet spoelde goed zuiver, beschaafd en ondanks de kleine ruimte, waarin het op gesloten zat, vry en ongedwongen. De cello's waren hier en daar zeer goed, ook de eigen aardige en vaak zeer belangryke fagotparty was in goede handen. Mise-en-scène en actie waren voortreffeiyk omtrent het laatste zou ik in détails af dalende werkeiyk9 schoonheden kunnen aan geven, doch waartoe dit gedaan? Eene opera Is nu eenmaal eene opera, het is muziek en geen comedie! Goed spel kan het effect ver- hoogen. maar slecht spel by schoonen zang niet den indruk wegnemen. Voor ditmaal kunnen wy dus mot de opmerking volstaan; dat zoowe'. artisten als koor in dit opzicht te lovon vielen, dat overal eene ernstige studie, dogeiyke voorbereiding viel waar te nemen, waardoor een goed en passend geheel werd verkregen. Alles sloot en volgde geleideiyk; geen gapingen; met gloed en flinken gang werden alle opeenvolgende tooneelen afge speeld. De kostumes waren goed. En nu de artisten? Vooreerst Nedda, Mej. Vermeeren. Een mooie, omvangryke stem, vooral in de hooge tonen, een geestige, intelligente voordracht, een piquant gezichtje, wat wil men voor deze rol meer? Waariyk, deze Nedda zal by velen bewondering gewekt hebben. Haar „Vogellied" was prachtig, en weinig minder het tooneel tusschen haar en Silvio, terwyi in de 2de acte haar lied: „Komaan, zoo slim is niet 't geval" tot de glanspunten van haar optreden mag gerekend worden. Pauwels gaf don Paljas. Een zware taak, inspannend zoowel wat muziek als actie betreft. Onberispeiyk heeft hy zich er van gekweten; 't is waar, zyn stem was soms een beetje gevoileerd, maar toch was het ensemble mooi, alles aan hem was en bleef sympathiek. Bewonderenswaardig was hy in de finale van de eerste acte, en in de 2de acte zoodra hy uit zyn rol gevallen is en zingt: „Neen, 'k ben Paljasso niet meerl" Onze vaderlandsche kunst bezit in hem een groote, zeer te waardeeren kracht. De rol van Orello was niet zoo erg belangrijk, in zyn muziek party echter had hy heeriyke passages. Hy zong alles, zooals men dat van hem gewend is, met zyn mooi, krachtig, helder geluid, die sympathieke stem, die zoo mee- sleepend kan wezen, die zoo heeriyk forsch, zoo zacht doordringend kan zyn. Al zyn tooneelen waren goed, alleen zou ik apart willen melding maken van de serenade in de 2de acte: „Colombine, hoor uw trouwen Harlekyn 1" Boven alles stond evenwel zyne voordracht van den proloog. Die was meesteriyk! Orelio ontwikkelde zyn volle kracht, die dan ook niet naliet een diepen indruk te maken. De muziek van den proloog was erg nieuw, erg belangryk, erg mooi; met zulk ©en voordracht werd het tot een van de indrukwekkendste oogenblikken van den avond. Men kwam er door in de stemming, het was aangrypend in zyn realistischen eenvoud. Ook Silvio, de heer v. d. Hoeck, had zeer goede oogenblikken. In de lste acte, in het lied „En wilt ge morgen my dan volgen?" ontwikkelde hy een schoon, helder geluid. Zyn stem is vol en echt zangerig, alleen een weinig meer nuance zou geen kwaad doen. En einde- lyk het koorl Nu, dat was inderdaad ver- diensteiyk in zyn zang, fatsoeniyk in zyn optreden, beide eigenschappen die lang niet gering te achten zyn. Hoe goed was b. v. niet het „Klokkenkoor" en hoe aardig en natuuriyk werd het dorpspubliek by de comedie- voorstolling weergegeven. Men ziet, veel valt er naar myn bescheiden oordeel, te pryzen, groot is de indruk, dien dit werk by my beeft achtergelaten. En zoo zal het wel met de meeste schouw burgbezoekers geweest zyn. Zou dan ook de wensch (het is alweer zoo laat!) zoo mis plaatst zyn om te verlangen, dat deHolland- sche opera ons nog eens op Paljas kwam vergasten? Zóó velen hebben er nog niet van genoten, die toch zeker wel zullen hooren hoe mooi deze opvoering geweest is, en daar door de hoop koesteren, ook eens dit nieuwe werk te mogen bewonderen! We willen het beste hopen, ik heb dringend om een reprise gebedeld, brutaalweg verzekerend, dat eene herhaling zeker voor een even groot publiek zou plaats hebben. We zullen zien! Omtrent De Regimentsdochter kan ik kort zyn. Deze goede opera uit de oude doos is overbekend, en naast het nieuwe werk is het onnoodig er over uit te weiden. Wat de vertolking betreft, nu, die was middel matig, meer nietl Mevr. Orelio wordt wat bedaagd voor die rol, maar was toch altyd nog eene aardige Marie. vHaar stem evenwel is sterk aan het dalen. De overige artisten waron goed.... nu ja, maar het was zooveel minder mooi dan Paljas, zooveel minder be langwekkend, ik had haast gezegdeen beetje afgezaagdoch, hoe komt hot? Paljas, dat volgde, heeft eiken indruk van deze toch zoo lieve en mooie opera weggenomen, daar zit de schuld 1 Het is als met voor- of nastukjes in de comediehet zyn ongewilde, overbodige, onnoodige dingen, effectbedervers I Daarom wil ik er niet meer over praten I En nu moge het waar zyn, dat men ten slotte bezwaren zou kunnen te berde brengen van onderge schikten aard, als b. v. over het Vlaarasch praten in een Holl. opera in plaats van Hol landsch, (de „heeriyke man" b. v. was heer iyk!), maar dat went wel, en bovendion dat wist men vooruit; voorloopig valt daar niets aan te veranderen. Het eindoordeel is: Wy hebben genoten, en brengen hulde, van ganscher harte, aan onze vaderlandsche opera, aan allen, die mede werkten en roepen hun een welgemeend: „Tot weerziens 1" toe. v. B. Gemengd Nieuws. Aan de telephoon alhier zyn nog aangesloten met de volgende nommers: 219: H. Hünnekens, Beestenmarkt 39. 222: J. I. Planjer, Mare 81. Dezer dagen geraakte de stoomboot „Nieuwe Rotterdammer I", varende Am- sterdam Rotterdam, vast op één der in het Brasemermeer aanwezige zoogenaamde zand banken. Door groote krachtsinspanning van nog eenige sleepbooten, gelukte het eindeiyk den stoomer los te maken. De passagiers kwamen geheel met den schrik vry. Onbe kendheid met de vaartlinie aldaar, zou de oorzaak moeten zyn geweest Voor de ar r o n d i s s e m e n t s-recht- bank te Haarlem werden gistermorgen een paar hoogst treurige zaken behandeld. De eerste betrof eene 57 jarige vrouw uit Haar lemmermeer Adriana De Rooi, die tot nog toe in hare woonplaats te goeder naam en faam bekend stond. Deze had den 4den December jl. uit den winkel van Nonhebei te Leimuiden, waar ze eenig vet had ingekocht, een busje koffiestroop ter waarde van vyftien cent hei- meiyk weggenomen en in haar voorschoot ver borgen. Toen Nonhebei baar hierop opmerk zaam maakte en het busje later tevoorscbyn kwam, had zy beloofd zoo iets nooit meer te zullen doen en had daarna het busje koffie stroop gekocht. Ofschoon Nonhebei dus in het geheel geen schade geleden had en de belofte van de vrouw had, dat ze zoo iets niet meer zou doen, kon deze man het toch niet over zich verkrygen om genade voor recht te laten gelden en gaf de zaak by de justitie aan. Het O. M., de vraag, of Nonhebei misschien niet beter gedaan had deze aanklacht niet in te dienen, daarlatende en opmerkzaam ma kende op de geringe waarde van het ont vreemde, vroeg 1 dag gevangenisstraf. Vervolgens stond terecht de 31-jarige Cor nells Velthuis, van Zaandam, voor twee feiten. In de eerste plaats had hy, terwyl hy den 6den December jl. voor de firma Dekker te Zaandam, by wie hy in dienst was, twee vaten petroleum bracht aan het adres van W. Molenaar aldaar, en daarvoor f 14.36 inde, dat geld niet aan den rechthebbende gebracht, maar wa3 er mee naar Amsterdam gegaan en had daar het grootste deel ver teerd. Nog treuriger was echter het feit, dat hy in den nacht van oud- op nieuwjaar door het stukslaan Yan een ruit ingebroken was in de woning zyner moeder en daar een koralen halsketting met gouden slot had ont vreemd. Dezen ketting had hy voor f 2.50 verkocht en van dit geld goede sier gemaakt. Bedroevend was het te zien hoe de 61- jarige weduwe Velthuis onder tranen kwam getuigen, dat zy sedert zyn 16de jaar voort durend niets dan verdriet van haren zoon had gehad. Het O. M. deelde mede, dat na ontvangst van het bericht van het eerste misdryf en ook nog na het tweede, de beklaagde op vrye voeten was gebleven, doch toen er een derde bericht kwam, dat hy ook opzetteiyk brand had gesticht te Zaandam, was Cornelis Velthuis in verzekerde bewaring gebracht. Voor dit laatste feit zou by, daar de getuigen in de andore strafzaken al waren opgeroepen, nu nog afzonderiyk moeten terechtstaan. ZEA. verhaalde verder, welk een ongunstig verleden deze persoon achter zich had, hoe hy uit den militairen dienst was weggejaagd, hoe hy nog kort geleden uit de gevangenis te Leeuwarden was ontslagen en misdryf op misdryf pleegde. Van dit alles was de sterke drank de oorzaak. Spreker eindigde met don eisch: schuldig vorklariDg aan diefstal en verduistering en het ondergaan van eene gevangenisstraf van 15 maanden. De rechtbank deed tevens uitspraak in de zaak van de vyf beklaagden, die de vorige week deels van schoenendiefstal en heling, deels van duivendiefstal waren beklaagd. H. Van Dorssen en J. Drogtrop werden wegens diefstal van schoenen, gepleegd m veroeniging, veroordeeld tot gevangenisstraf van 1 jaar en 3 maanden elk, waarby evenwel de tyd in voorloopige hechtenis doorgebracht, in mindering komt; A. Gieger werd viyge- sproken zoowel van het mededaderschap van den diefstal als van de heling, en R. J. Van der Tooien en C. W. Klaver werden wegens diefstal van duiven veroordeeld tot elk 14 dagen gevangenisstraf en vrygesproken van de heling van schoenen. Naar u i t S c h e v e n i n g e n g e m e 1 d wordt, zyn de gronden van wyien den notaris v. d. Bergh, liggend© tegenover het Kurhaus en waarop gedeelteiyk de gebouwen der Sport- tentoonstelling zyn geplaatst geweest, aan een consortium te Rotterdam voor een aanzieniyk bedrag verkocht. Aan het politiebureau in de Lange Torensiraat te Rotterdam heeft zich om hulp vervoegd een gezin, bestaande uit zes jeugdige kinderen, van alles ontbloot, waarvan de moeder overleden is en de vader zich in do gevangenis bevindt. De politie heeft zich voorloopig hun lot aangetrokken. Door het springen van ruiten op de tweede verdieping van pand 229 aan de Leuvehaven, Westzyde, te Rotterdam, waarin het vlaspakhuis van de firma Wm. Renton Co. gevestigd is, werd men gisteren ombalf- twaalf opmerkzaam op gemaakt, dat daar iets byzonders voorviel. By onderzoek bleek dan ook, dat er een hevige brand woedde in de aldaar opgeslagen hoeveelheid vlas. Fluks was de brandweer gearlarmeerd en met de be kende vlugheid ter plaatse. Van bekamping van het vuur kon echter weinig sprake zyn door de hoogte van de verdieping, waar het vuur met snelheid om zich heen greep. Dit ging beter toen de stoombootjes van den haven dienst voor den kant aanlegden en eene kolossale hoeveelheid water in het perceel begonnen te werpen. Om één uur kon ge zegd worden, dat men het vuur meester was, Door de spoedige hulp van de brandweer is echter veel onheil voorkomen, daar het brandende pand vlak naast de pakhuizen van het Blauwhoedenveem stond. Deze hebben nu niets geleden. Het vlas is natuuriyk door vuur en water geheel bedorven. De verbrande hoeveelheid vlas was ver zekerd voor f 60.000. Eerst den vorigen dag werd de polis geteekend. Byna het geheele bedrag zal vergoed moeten worden. In het Algemeen Politieblad is gesignaleerd A. Van Emmenes, redacteur van „de Voorwaarts", laatst wonende te Arnhem, door het gerechtshof te Amsterdam in hooger beroep veroordeeld tot 9 maanden gevangenis straf, wegens het in het openbaar opruien tot eenig strafbaar feit. Hy heeft zich vermoedelijk naar Antwerpen begeven. By 't ophyschen van eene piano viel op de Keizersgracht by den Amstel te Amsterdam een man uit een zolderraam op straat. Hy was onmiddeliyk dood. In de Jonkerstraat aldaar bleef een oud vrouwtje, terwyl zy aan 't lezen was, plotse ling dood. Daar zy alleen woonde, merkte men het eerst na twee dagen op. Woensdag-avond omstreeks half- acht werd van den hemel eene plotselinge, tamelyk sterke verlichting waargenomen. Uit nader ontvangen berichten biykt dit verschynsel zyn oorsprong te hebben gevonden in een meteoor, welke op sommige plaatsen van het platteland zeer duidelyk is waar genomen. Een roode vuurbol nl., die eensklaps het luchtruim verlichtte, bewoog zich van het Zuid-Westen naar het Noord-Oosten en spatte daarna in roode, groene en blauwe stralen uiteen, hetgeen een treffend schoon gezicht opleverde. Voor de Amsterdamsche rechtbank verscheen gisteren de 19 jarige Judith Silas, beklaagd in den namiddag van den 2den Kerstdag (na de bekende botsiDg op het Spui) eenige agenten, die een arrestant overbrachten, te hebben beleedigd, door hun toe te voegen „ze moeten zeker weer wat verdienen, eerst hebben ze dien man geslagen, en nu brengen ze hem naar het bureau, dat dieventuig, die moordenaars, dat uitvaagsel." Beklaagde nam reeds by het doen der gewone vragen eene zeer brutale houding aan, o. a. weigerde zy haren naam te noemen, want de deurwaarder had dat reeds gedaan. De beleedigde agenten traden als getuigen a charge op, en bevestigden de bedoelde woorden te hebben gehoord. Bekl. ontkende echter, en had alleen in het algemeen gezegd „dat uitvaagsel." Een getuige k décharge bevestigde dit, maai do tweede getuige k décharge had de andere woorden wel gehoord, zoodat het O. M. ook op grond van de verklaring van dezen getuige de beleediging van bedienende beambten in de rechtmatige uitoefening hunner functies bewezen achtte, en een boete van 25 vorderde. Beklaagde bleef by haar eerste opgave volharden, en vroeg den voorzitter of de politie-agenten het recht hadden haar te be- leedigen, gelyk, naar zy beweerde, was ge schied, toen zy aangehouden en naar het bureau gebracht was. Uitspraak over 8 dagen. Op de aangekondigde wfize (vergezeld door de gewono straatbetoogers) was het meisje, met eene omwandeling door Amsterdam naar het Paleis van Justitie gebracht, waar zy alleen binnen ging. Na afloop der zitting werd de beklaagde met gejuich ontvangen door een tweehonderdtal personen, die buiten wachtten. Te zamen maakte men eene wandeling door de stad. De leeuwen gevangen. Gister morgen ongeveer halfnegen stonden voor den circus Carré te Amsterdam hier en daar groepjes menschen, die het gebouw aangaapten en tevens diepzinnige bespiegelingen hielden over het gevaar dat de leeuwen wel hadden kunnen aanrichten als ze op straat waren gekomen en elkaar vroegen „of ze ze nu al zouden hebben". De een was daar zeker van, de ander geloofde „dat een leeuw zich maar niet zoo liet pakken als i er uit geweest was", en eene juffrouw was er zelfs zeker van dat „ze ze daar binnen hoorde brullen en rilde er van, als ze er aan dacht dat ze zoo'n gedierte had kunnen tegen komen". Daarbinnen hoorde men, als men in de corridors stond, de leeuwen, die nog in de ruimto voor de stoomverwarming zaten, aardig te keer gaan en brullen dat een mensch er kippenvel van kreeg. De heer Casten was met een aantal oppas sers van „Artis" reeds vroeg bezig de beesten uit de ruimte te krfigen en in zware yzeren kisten te lokken, wat eindelyk, niet zonder moeite gelukte, waarop ze naar de groote kooi werden gebracht. Daar werd de yzeren kist voor de deur van de kooi gezet en konden de leeuwen weer binnen gaan. Toen deze drie deserteurs veilig achter slot zaten, ging men de derde leeuwin halen, die den nacht weinig poëtisch voor een koningin der woestyn op het „dames-kabinet" had doorgebracht. Zy werd als de anderen ook om een hoekje der deur in de yzeren kist gelokt en daarin naar beneden gesjouwd, om weer in de kooi te worden gelaten, waar z'y door den leeuw en de twee andere leeuwinnen met vreugdekreten, dat wil zeggen met veel gebrul, werd verwelkomd. De dieren kunnen elkaar nu op hun manier vertellen van hun kortstondige vryheid en omzwervingen door den circus-Carré. De „temmer" heeft niet veel hulpverleend om de leeuwen weer te vangenop de mannen van „Artis" kwam feitelyk alles neer, en deze, die geen dieren temmers zyn, doch dieren* verzorgersverdienen niets dan lof voor hun degelyk en kordaat optreden onder leiding des heeren Casten. Heden vertrekt do temmer met zyne beesten naar elders, waarheen wist de administrateur van den circus niet. Dadeiyk nadat de leeuwen weder achter de tralies zaten, begon in den circus derepetitie van het ballet „Mazefrpa". De Noerboschcommissie is nog niet gereed gekomen, en zal nu Teldag Februari opnieuw te Utrecht byoonkomen; daarna zal spoedig het verslag der commissie kunnen worden te gemoet gezien. Het optreden van den heer Yan Deth te Rotterdam zal nog een stairtje hebben. Naar de „Nederl." verneemt, is door den commissaris van politie, den heer J. "W. C. Strang, by het uitgaan der vergadering proces-verbaal opge maakt tegen zekeren Yan Schaik, ter zake van de uitdrukking „klassen-justitie." Een werkman van eene handels firma te Leeuwarden zou gisteren in den vroegen morgen op het spoorweg-emplacement aldaar een wagen voortduwen, om dien door den ladingmeester te doen wegen, zonder dat hiervan machtiging van den chef was beko men, terwyl ook de ladingmeester er niets van af wist. De man liep vóór den wagen uit, toen de gereedstaande goederentrein van Groningen langzaam werd achteruitgezet op het spoor, waarop zich de ledige wagen be vond zonder dat dit, waarschyniyk wegens de nog heerschende duisternis, door het volk werd bemerkt. De gevolgen bleven niet uit. De achterste wagen van den trein liep tegen den ledigen wagen aan, waarby de genoemde werkman, die vóór den wagen uitliep, werd omvergeworpen en onder den trein geraakte. Hy werd zóó zwaar verwond, dat hy kort daarna, onder do overbrenging naar het stads ziekenhuis, stierf. De andere twee arbeiders kwamen er met een paar lichte schrammen aan den schouder af. Het proces-Yaillan t. Het Hof van Cassatie te Parys heeft gisteren het beroep van den anarchist Yaillant tegen het doodvonnis der jury verworpen. De verdedigers verzochten vernietiging van het vonnis op grond dat de jury niet had uitgemaakt of Yaillant'6 aanslag als een politieke misdaad moest beschouwd worden; Immers, daarvoor was het noodig geweest, dat der jury niet eene enkele vraag ter beant woording ware gesteld, maar dat elk geval afzonderiyk behandeld ware. Derhalve had de jury de gestelde vraag even dikwyis moeten beantwoorden als het aantal der personen bedraagt, die door den aanslag zyn gewond. De advocaat-generaal eischte echter verwer ping van het appèl, op grond dat by het proces geen enkel vergryp tegen den vorm was begaan. De strafkamer van het hof van cassatie bevestigde dezen eisch en beschouwde de misdaad, door Vaillant begaan, als „een en ondeelbaar." BUITENLAND. Frankrijk. In de Kamer was gisteren aan de orde de interpellatie van den republikeinschen afge? vaardigde Graux, over de maatregelen, welke de regeering denkt te nemen, om het verbruik van Fransche steenkolen te bevorderen. De afgevaardigde wenschte dat de regeering maatregelen zou nemen om de productie van Fransche steenkolen te vermeerderen en hqfc verbruik van buitenlandsche kolen, met nam© door de spoorwegmaatschappyen en andere takken van openbaren dienst, te verminde* ren. Hy wees daarby op de concurrentie van Engelsche en Belgische kolen, en haalde alfc voorbeeld aan, dat de „Compagnie du Nord* 19 pet. Belgische en 1 pet. Engelsche kolêfci verbruikt. De radicale afgevaardigde Camillo Pelletan stelde voor over te gaan tot de orde van den dag, dooh het ministerie weigerde zich met de motie-Pelletan te vereenigen, wegena den bevelenden toon, waarin de motie wéS' gesteld. Dientengevolge werd het voorstel* Pelletan door de meerderheid verworpen. Daarentegen vereenigde de Kamer zich met eene andere motie, welke door de regeering werd aangenomen en waarin de wensch werd uitgesproken, dat de regeering overeenkomstig de door haar afgelegde verklaring, haar besfcf zou doen om van de spoorweg-maatschappyen gunstiger tarieven voor het vervoer van steen kolen te verkrygen. Yoorts verklaarde de Kamer zich voor hefc voorstel der regeering om de bestaande rego* ling der internationale rechtspraak in Egypte onveranderd te handhaven. Voor den aanvang der beraadslagingen deelde de onder-secretaris van koloniën mede, dat hy een telegram had ontvangen van den gouverneur van Soedan, waarin de tydingj werd bevestigd betreffende de bezetting van Tombouctoe (Sahara) door kolonel Bonnier. Tomboctoe is eene belangryke handelstad aan den Niger in het land der Tuaregs, ten zuiden van de Sahara en ten oosten van Fransch Soedan. De stad telt 20,000 inwo ners, byna uitsluitend negers en Mahomedanen en is de voornaamste handelsplaats in heft Niger gebied. De bezetting van deze stad door de Franschen is daarom van groot belang, vooral met het oog op het streven der Fran sche regeering om haar bezittingen in dit deel van Afrika steeds uit te breideD. -■ De commissie voor in- en uitvoerrechten heeft onderzocht, in hoever graan nog meer kan worden belast. De meerderheid schynt ten gunste van een recht van 8 francs. Men gelooft te Parys dat de onderhandelin gen, welke aangeknoopt zyn met Italië door eene voorname Parysche bank over het sluiten eener leening, gegrond op een tabaksmonopolie, zullen mislukken. Italië. De universiteit te Pavia is gisteren gesloten ten gevolge van de ongeregeldheden, welke de studenten hebben gepleegd. Wegens een geschil met de professoren over het afnemen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 2