N°. 10407. Donderdag 25 Januari. A0. 1894, t§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van §pn- en feestdagen, uitgegeven. Tweede Blad. PERSOVERZICHT. Burgerlijke Stand. Feuilleton. HET SLOT ELKRATH. 1EIDSCÏÏ DA&BLAD. PRIJS DETKR COURAxjT Voor Leiden per 3 maandenf 1.10. Franco per poat -1-40. Afzonderlijke Hommers 0.06. PRIJS DER AD VERTEN TIEN Van 1 6 regels f 1.05. Iedore regel moer 0.17Grootere lettors naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Mr. S. Van Houten licht in No. 8 van zftne Staatkundige Brieven nader toe wat zftne bedoeling was met bet opwerpen van de vraag, of feitelftk de wets voordrachten betreffende het kiesrecht in regee- ringskringen beschouwd worden al6 uitsluitend domein van oen minister van binnenlandsche zaken. Hft schiftft: „Ik wensch geenszins Tak te isoleereni k wensch veeleer te voorkomen, dat hft zichzelf isoleert of door den invloed zijner radicale vrienden geïsoleerd wordt. Aan 't geen achter ons ligt, hecht ik overigens weinig gewicht, omdp.t de Kamer door haar votum van 16 Augustus gelegenheid heeft gegeven elke fout, die begaan is, to herstellen. Door het besluit der Kamer van dien dag is de zaak een nieuwe phase ingetreden, die overleg in hot Kabinet onvermijdelijk maakt. „In de opening van de mogelijkheid van dit overleg ligt de groote beleekenis van dat besluit, en 't z\jn m. i. onhandige vrienden, dio de Regeering wenschen te bewegen, de geboden gelegenheid niet te benuttigen I „Ik verwacht te eerder goede vrucht van dit nader overleg, wftl ik meen te kunnen aannemen, dat na de eerste inzending van het ontwerp geen overleg meer in het kabinet heeft plaats gevonden. Daarom behoeft men nu het kabinet niet rechtstreeks verantwoor delijk te stellen voor de militante, ja provo- kante houding, die door eten minister van binnenlandsche zaken tegen een groep is aan genomen, zonder wier steun het ministerie geen recht van bestaan heeft. „Bet is natuurlijk voor den betrokken mi nister geen aangename zaak, ter wille van het gemeen overleg, een deel van eigen zienswijze op te offeren. Zijn voorbracht is zulk een aardig mozaïekwerk, waarin men inderdaad een artistiek genoegen kan scheppen. Maar naar de vaste overtuiging van ongeveer de helft der liberalen bederft het voorstel onze staatsinstellingen. Do minister staat tegenover dat feit en by ziet tevens, dat zelfs zijne trouwste aanhangers zijn kunstwerk als een knutselwerk beschouwen, waaraan nog heel wat meer moet worden geknutseld. Getuige do amendementen Tydeman en Borgesius c. s. „Inderdaad staat den minister geen andere weg open dan toe te geven. "Wie bij het parlementair stelsel minister wensch t te zyn, moet tot zulke transactiën bereid wezen. Ook aan Pierson beeft de Kamer niet vergund in alles zyne theoretische overtuiging door te dry ven. Frangi non flecti mag het devies niet wezen van een constitutioneel minister. Onder de vele onaangenaamheden van de ministeri- eele betrekking, is zeker deze een der grootste. „Wanneer de heer Tak geen ander voorstel wil verdedigen dan het door hem gedane, hetzy geheel ODgewyzigd, hetzij onbeduidend gewijzigd, dan ligt dit aarzel ik niet open lijk uit te spreken voor het kabinet de twee sprong vóór de wederopvatting der discussie. Dan wordt over het lot van bet ministerie nu en wel door het kabinet zelf beslist, omdat de regeering nu moet bepalen, wat zy wil. Streeft zii naar een votum, waartoe de libe rale party, behoudens enkele uitzonderingen van half-radicalen, zooals wij er ook by de bedryfsbelasting moesten missen, haar mede werking verleent, of wel naar den steun eener combinatie van ministerieelen quand- möme, half-radicalen, radicaln en kuyperianen, wellicht nog versterkt met een of enkele katholieken." Mr. v. H. verwyt verder den verdedigers van Tak's ontwerp, dat zy tegen beter weten aan hem en zyne medestanders voorstellen al verdedigers van het behoud van het bestaande of van een bekrompen uitbreiding, terwyi ieder erkent, dat de uitbreiding, volgens het amend, v. d. Kaay c. s. niet kleiner, veeleer grooter is dan die van hetregeeriDgs-voorstel en het verschil alleen is, dat v. d. Kaay ons brengt tot een werkeiyk blyvende grens, de regeering daarentegen op een hellend vlak, waarop men noodwendig verder moetglyden, totdat hoofdeiyk stemrecht, zonder eenigen eisch van welstand, in den geest der socia listen is verkregen. Hy karakteriseert het verschil aldus „Er is geen verschil over hen die bewys geven te kunnen scbry ven en tevens hun flnan tiëele plichten jegens den Staat vervullen en zeiven voor hun levensonderhoud z rgen Daarna komt de tweesprong. Tak c. s. willen het kiesrecht onthouden aan velen, die voor hun levensonderhoud zorgen, omdat zy boven dien de schrijfproef nuttig en noodig vinden Alleen door eene overgangsbepaling maken zy eene uitzondering voor de bestaanao kiezers. Den hal ven weg zyn zy dus ro'-ds medegegaah met hen die niet aan do j-chryfpróaf hechten. Aan deze zyde is het verschil niet onover komelijk. Daarentegen willen Tak c. a. op grond van eeno eens afgel-nrde schryfproef kiesrecht laten behouden aan personen, bij wie geen kenmerk van maatschappelftken wel stand te vinden is en dio in hun finantiëete plichten jegens de gemeenschap te kort schieten. Dien weg te bewandelen weigeren wy kort en goed, èn wegens de Grondwet èn wegens het Staatsbelang." De Haarl. Ct. teskent by hot overzicht, dat zy van dezen Staatkundigen Brief geeft, het volgende aan: „Het zal den oplettenden lezer niet ontgaan zyn, dat mr. v. H. in dezen zyn laataten brief niet zoo stellig verzekert, geiyk hy in vroegere brieven deed, dat het regee- ringsvoorstel vallen zal, indien de minister niet toegeeft. Hy bepaalt er zich thans meer toe, te betoogon, dat de minister toch niet wen schen moet, met behulp van eenige anti- revolutionnairen en half-radicalen zyn wet er door te krygen, tegen den zin van een groot deel zyner eigene party." By de behandeling der staatsbegrooting heeft de Tweede Kamer, op initiatief van den heer Gerritsen, de gelden geweigerd die de minister van financiën aanvroeg om de traktementen van de controleurs der directe belastingen, invoerrechten enaiccynzen te verhoogen. De Standaard meent, dat noch de voorsteller, no;h de heer Van Alphen, die hem krachtig steunde, zich een juist denk-.eeld van den werkkring dezer hoofdambtenaren vormden. Immers behalve het nagaan van de ontvangers in zyn district, en het verifiëren van hun beheer, heeft de controleur nog een talryk personeel (verificateurs, komraiezen- verificateur, kommiezen, deurwaarders enz.), aan de grenzen, dikwyls een 70 a 80 personen, onder zyne bevelen. Voorts is de gansche leiding van den dienst aan hem toever trouwd, en is hy voor den goeden en ge- regelden gang der zaken verantwoord lijk. Eindelyk behoort hy van tyd tot tyd de fabrie ken van accyi.sgoederen in zyue divisie te bezoeken, de in en uitklaringen persoonlyk na rM ^aan, terwyi hy daarenboven de hoofd administratie moei dienen van bericht en raad op alle onderwerpen, zyn werkkring betreffende, die in eenig verband staan met zyne contröle. Bedenkt men nu hierby, dat het grootste ge deelte van de regeling der personeele belasting, en de geheele 1 iding der aanslagen voor de bedryfsbelasting berust *y den controleur, dan zal men wel kunnen beseffen, dat deze wil hy werkeiyk zyue betrekking goed waar nemen, zeer hard moet werken, en menigmaal na een ganschen dag „en tournée" te zyn geweest, zyne avonden aan bureauwerk moet besteden. Bovendien, zegt de Standaardis ons geen betrekking bekend, waarvan de goede vervu lling zoo geheel afhangt van den ambtonaar zeiven. Contröle is er by na niet op uit te oefenen. Als alle staatjes en opgaven maar tydig het h->uf joeamur i.tj4o:ken, dan moet men reke iea met eeu good ambtenaar te doen te Ur'oben, - cb w-et volstrekt niet, of hy zyne on ter- w schi:ren w I nagaat, smokkelaiy krachtig te ingaat enz. N i women deze controleurs gekozen uit de jonge, y'verifce ontvangers, maar toch is men daarby in zijne keuzo zeer beperkt. Immers terwyi een ontvanger op zyn 30ste jaar ƒ220 viy geid heeft, krygt men als controleur, na aftrek van alle kosten, op denzelfden leeftyd slech s ƒ1650. Men moet dus eenig fortuin oezittea om zulk eene betrekking te kunnen waarnemen, en derhalve kunnen niet altyd de bekwaamst en. gekozen worden, wat alweer ten gevolge heeft, dat niet alle controleurs voor hunne taak berekend zyn. Hoe men over de belastingwetgeving van minister Pierson moge denken, nu zy eenmaal rot stand ;s geitomen, dient zy richting te worden uitgevoerd. En daarom betreurt de Standaard de aanneming met óén stem meer derheid van het amendement G-etritsen, waarin zy „een treurig bewys van gebrek aan waar deering tegenover een geheel corps hoofdamb tenaren" ziet, vooral ook omdat daardoor de lust en belangstelling der geschikton onder hen zeer moet hebben geloaen en zonder de volle toewyding dier ambtenaren eeno goede uitvoering niet is verzekerd. De opbrengst der ryksmiddelen is in 1893 beneden de rarniDg gebleven. De gebeele raming was ƒ115,715,530; de opbrengst was in 1893 ƒ114,876,829, in 1892 119,473,532. Het totaal bleef dus by het vorige jaar 4.6 millioen ten achter, maar gaf ook byna 81/, ton minder dan de raming. Het Vaderland acht de zaak, de beteekenis van dit verschynsel tot juiste proportiën terug te brengen, en wyst er allereerst op, dat de totaalopbrengst iets meer is dan die van 1890, en dat 1891 en 1892 hun buitengewoon gun stig cyfer ten defrle te danken hadden aan de exceptioneel ruime opbrengst van het succes sierecht. Had dit recht in 1893 even ruim gevloeid als in 1892, de raming zou met meer dan 3 millioen zyn overschreden. Een feit is het intusschen, dat de uitkomst teleurstellend is. In de allereerste plaats is daar voor aansprakeiyk de vermogensbelasting, die by een raming van ƒ5,730,000 over de 8 maanden slechts 4,743,000 opleverde. Het gaat natuuriyk Diet aan, den minister recht streeks of zydelings hiervan een verwyt te maken. De toekomst zal moeten leeren of werkeiyk het nationaal vermogen, of liever de som der vermogens boven de 13,000, is over schat. Zoo het eerste jaar der vermogens belasting teleurstellend is, de toekomst kan 't misschien beter maken, als men, door de ervaring ingelicht, fouten der uitvoering ver mijdt en enkele wettelyke grondslagen der belasting verbetert. De uitkomst der verdere belastinghervorming is uit een fin. r'^ol oogpunt niet teleurstel lend. Yan verschillende der ongewyzigd ge bleven belastingen is de opbrengst niet ongun stig. Een minder verblijdend verschynsel ia de teruggang van het personeel van 11,427,000 tot 11,370,000, welk verschil echter meer het dienstjaar 1892/93 dan wel het dienstjaar 1893/94 raakt. Geen vooruitgang intusschen ook in hot thans loopende dienstjaar, al is het verschil klein. Ook het patontrecht ging niet vooruit. Zyn, alles bijeengenomen, de uitkomsten van het dienstjaar niet zoo ongunstig als het einacyfer zou doen vermoeden, van een ver blijdende toeneming van welvaart spraken de cyfers ons evenmin, besluit het Vaderland. De N. R. Gt. eindigt hare beschouwing over de flnanciëele uitkomsten van het jaar 1893 met deze opmerking: Over het algemeen kan, op grond der boven medegedeelde uitkomsten voor de schatkist, niet gezegd worden dat 1893 een eigenlijk ongunstig jaar is geweest, voor zooveel betreft de opbrengst van die middelen, in welke de beweging vau handel en verkeer zich eenïgermate weerspiegelt. Het ging met die middelen als met den handel en het ver keer zelf; er was wel vooruitgang, doch eenigs- zins onzeker en in ieder geval matig. Hot Hbl. merkt omtrent de werking der belastinghervorming in het vorige jaar op, dat van eerste levensbehoeften, als zout en zeep, de schatkist byna 31/, millioen minder hief, van het onroerend goed ongeveer 4'/4 millioen minder vorderde, en daarentegen 4*/4 mill, vau het vermogen inde en 1 mill, meer van het drankverbruik. Daardoor ontstond een tokort van 2 millioen, waarvan de helft do«>r de meerdere opbrengst van de suiker werd vergoed, althans vergeleken met 1892. Van do verdere middelen verdient nog ge meld te worden dat de invoerrechten, domei nen, posteryen, telegraphie en loodsgelden meer dan in 1892 afwierpen, waardoor het tekort by de raming tot 8'/2 ton daalde. De posteryen bleven by de raming 2l/t ton achter, maar byna hetzelfde bedrag moet nog van het buitenland worden ontvangen. Ten slotte zy nog herinnerd, dat de werking der nieuwe belastingregeling naar de uitkom sten van 1893 niet ten volle kan worden beoor deeld. Eerst op 1 Mei werden de nieuwe regelingen ingevoerd, en eerst met Mei 1894 zal de patentwet door de bedryfsbelasting worden vervangen. Ook 1894 zal dus nog geen volkomen beeld geven van den nieuwen toe stand. en de verlichting die by de personeele belasting verwacht wordt, zal bovendien haren invloed eerst in het volgond jaar toonen. Een spoedige indiening van dit ontwerp wordt door duizenden verwacht ALFEN. Bevallen: J. Uithol geb. v. Dftk, D. L. Ooaterom geb. Veldmaat, 2.oh noemende Van der Bote, Z. M. Hark-imp geb. Van Leenwcn, Z. K. Bauer geb. Smit, D. O ver lo en: O. H. Bahlmann, d. 14 d. BODEGRAVE. Bevallen: G. J. Bekkor geb. Blaazer, D. E. Hogeodooro geb. Boer, Z. J. O. Both geb. Peuler, Z. M. De Jong geb. Wou denberg, Z. Overleden: M. A. Boer, 5 m. J. A. E B. S'ikkel, ©ohtg. va H. Calee, 60 j. A. Beften, wed. van C. Voordouw, 72 J. BOSKüOP. Overleden: O. Veerman geb. Van Oodtrom, 70 j. A. A. Verkado 65 j. H. N Hooge-doorn. 6 m. Gehuwd: A. Van der Wlllik, 86 j. en A. M. Guldemoud 31 J. HAZEUSWOUDE. Bevallen: A. M. Frinoken geb. Krook. L>. A. Van Tol geb. Van der Velden, D. B. Frauoken geb. De Bruin, Z. J. Verheul geb. Walfemau, D. Overleden: P. Van Hemabergon, 8 m. F. Van Saazeii, jd. 46 j. KOUDEKERK. Bevallen: N. Van Vliet geb. Schouten, D. Overleden: M. De Jeu, 8 m. LEIDERDORP. Bevallen: l. Philippo geb. Vft brief, Z. C. Huieman geb. Olie, D. J. O. De Blanken geb. Groe Z. Overleden: J. Van der Waala, wed. van j. O. Gane, 89 j. J. W N. Tienboven, z. 10 m. IJ8SE. Ondorirouwd: Hendrik G&rriteen. wedr. van L. Kolk, 46 ea Johauna v»i» Roaeen, jd. 3G j. Tomas van Son, wedr. vau E. Van Zutphen, 41 j.. wonende te Beverwftk, en Alberta Yan Dieet, Jd. 33 j. Ge o oren: Maria, d, v. W. van Oosten en A. W armerdam. Jan, z. van D. Verguuat en O. L. Knik. Christina, d. van H. Hoogkamer en M. Banen. Coraelie, z. van a. j. Gudeoaond en r. N.igtegaal. Overleden: Helena Snaar, 9 maanden. OEGSTGEF.ST. Geboren: Willem Hendrik Cor nelia Gftabertee, zoon van J. J. K.yzer en W. ..E. J. Beyer. Janaje dochter van J. Heehofen W.Sohong, Goertruida, doohter van B. Hoff on M. Ouwersloot. O v e r 1 e d e n: M. Sparwer, weduwe van V. J. Killen- zway 88 j. W. Alpheaair, 82 j. P. L&g&B, 82 J. Gehuwd: A. F. G. Becker en J. E. v. d. Putren. BEEUWIJK. Bevallen:!'. Heft geb. De Joag Z. M. M. Hooabeek geb. Hoogervorat Z. E. ureedftk geb. Kwakornaak Z. Overleden: B. Eooft 67 j. M. Willem *^n 24 j TER-AAR. Bevallen: T. Den Brave geb. B ;ek b ateft'rj Z. A. Van Vliet geb. Van Leeuwen L). VOORSCHOTEN. Geboren: Lammertje, d. van M. Nederholman en O. de Jong. Overleden: Maria Opdam, eohtg. van G. Rooft- akkers. Oatharina, Johanna Kade, oolii. van H. H. Smittenaar. DOOE GOLO RAIHUND, 74) Toen zt) zag, dat hy hare blikken ontweek, ging zy naar hem toe, koielde zonder een woord te aprekOD aan zyne voeten en kuats zyne handen met zulk eene nede rige hartetochtelykheid, dat hy haar verschrikt Id. zyne armen trok. De macht van het oogenblik, hare dee moedige onderwerping, zoo vreemd aan dit eigenzinnige wezen, had de overwmniug be haald; hy was niet meer de verrade, de ver smade, zy lag vol berouw en smeekend aan zyne voeten. Vergeten waa alles de jaren vol smart en teleurstelling, de verach ting, waarmede hy aau haar gedacht had, do eerbied, dien hy voor haren echtgenoot koesterde. Hy hield haar in zyne armen ge sloten, vast, evsn vast als in de dagen, waarin zy de zyne was, en hy voelde haar hart kloppen tegen het zyne, sneller en storm achtiger dan ooit te voren. Maar de bedwelming giug ras voorby; als beschaamd over zichzelven liet hy haar los en drong hy haar zacht van zich af. Een man als hy, van onverzettelyke grondbegin selen, van strenge begrippen omtrent plicht en eer, sterk ook door de achting voor zich zelven, komt altyd als overwinnaar te voor- schyn uit de verzoeking en de zwakheid van het oogenblik; zulk een man laat zich niet zonder tegenstand onder het juk brengen. „Gy wilt vergiffenis voor de smart, die gy my bereid hebt", zeide hy, teederder dan ge- wooniyk in zyn aard lag. „Dit oogenblik zal voor my niets geweest zyn dan een verzoek van u; zie er dan ook niets anders in, dan dat het u is toegestaan en laat ons daar mede het verleden vergeten. Ik ben onge lukkig geweest, Adelbeid, maar de keus van uw echtgenoot, van een man, die uw vader zou kunnen zyn, doet my zien, dat gy my ten minste in één opzicht niet misleiddet, dat ik wel in de wenschen uws vaders, maar niet in uw hart een medeminnaar had. En die wenschen eens vaders zyn volkomen ge rechtvaardigd, Adelheidl Gy koodt geen braveren man vinden dan de generaal is, onder geene getrouwer hoede komen, dan onder de zyne, ofschoon het onderscheid van jaren de liefde, de vurige, eeuwige liefde moet buitensluiten, waarmede ik u be mind heb." „Waarmede gy my bemind hebt, o, maar dan is zy met eeuwig", zeide zy, terwyi hare stem van ontroermg en opgewonden heid beefde. Hy wendde zich van haar af; hy gevoelde, welk eene gevaarlyke wending zy aan het gesprek gaf en zweeg. Maar zy was niet tevreden met dit zwy- gende antwoord; haar ongeduld scheen toe te nemen, naarmate by, ten minste voor hot uitoriyke, zyne bedaardheid terugkreeg. „Zeg het ronduit", zeide zy zacht, terwyi zy hare hand op zyn schouder legde, „zeg het rond uit, want ik wil myn hart niet by gedeelten laten broken; gy bemmt my niet meer." „Myn Hemel I Op welk eene zware proef stelt gy my, Adelbeid", nep hy uit. „Indien het al ware, dat met uw aanblik oude wen- scben en oudo gevoelens myn hart weder deden klappen, zou ik het u dan mogen zeg gen, zou ik er my aan durven overgeven? Gy zyt voor my verloren daarin ligt alles opgesloten I" „O, Wolfgang", riep zy toornig, terwyi de tranen in hare oogen fonkelden, „ik heb meer moed. „Ja, ik durf het zeggen, ik be min u vurig, grenzenloos, onuitsprekeiykde plicht laat zich wetten voorschry ven, het hart met. Ik zeg u dit, zonder te overwegen, of deze liefde nog eenige waarde voor u heeft, nadat ik n zooveel smart moest bereiden; zonder er naar te vragen of ik door deze bekentenie by u in waarde rys of daal; ik zeg het u, omdat ik zou moeten sterven als ik het vorzweeg. Neen, laat my uitspreken", ging zy sneller en nog opgewondener voort, toen zy zag dat hy haar in de rede wilde vallen; „ook ik moet het eens zeggen, hoe ik geleden heb, met hoeveel wanhoop in het hart ik het jawoord heb uitgesproken, waar door ik aau den benarden toestand myns vaders een einde kon maken, hoe eenzaam daardoor myn leven, hoe moeilyk daardoor myne uiterlyke positie geworden is. O, Wolf gang, er ie een groot onderscheid tusschen snoode trouwbreuk en gestrenge kma'irplicht; zeg my ten minste, dat gy dit erkent." Hy greep de handen, die zy smeekend naar hem uitstrekte en bracht ze aan zyne lippen. Het gloeide als vuur in zyn hoofd en hart; met al zyne kracht bedwong hy den storm, die in hem woedde. De terugkomst vau den generaal, wiens schreden zy op ditoogenblik vernamen, maakte hem den stryd lichter en gaf ook aan Adelbeid ©enigszins hare tegen woordigheid van geest terug. Dit korte onderhoud was toch voldoende geweest om haar hart met vreugde en hoop to vervullen; zy voerde thans het gesprek met eene levendigheid, waarover de generaal zichtbaar verheugd was, en toen Wolfgang een halfuur later afscheid nam, had de gene raal de aangename overtuiging, dat zyn gaat den besten indruk van zyn huiseiyk geluk eu van zyne schoone vrouw had medegenomen. En Wolfgang Hy wist zich geen reken schap te geven van den ontvangen indruk, zyn hoofd was zwaar en beneveld en de koude winterlucht verkoelde zyn gloeiend voorhoofd. Eene vroegere geliefde te ontmoeten als de vrouw eens aDderen, dat kan den be- daardsten man, al is hy zichzelven nóg zoo meester, zyne kalmte doen verliezen en in het eerste oogenblik is hy niet in staat zich rekenschap te geven van de verschillende gewaarwordingen, die zich van hem meester maken; ook Wolfgang was het niet recht duideiyk, of oude herinneringen of opnieuw ontwaakte liefde hem verder had medegealeept dan hy gewild had. Adelheid was hem als vrouw, in zulk eene veranderde positie, ook in een geheel ander licht voorgekomeneene 2C.kere bescheidenheid, gedeelteiyk een gevolg van haren ondergeschikten toestand, gedesl teiyk een natuuriyk sieraad van haren jonk- vrouwolyken ataat, die vroeger hare vermetele stoutmoedigheid temperde, had plaats gemaakt voor eene aristocratische laatdunkendheid, die een sterk contrast vormde met Wolfgangs eigen karakter en hem verder van Adelheid verwyderde. Maar hy gevoelde zich tevens gestreeld door hare eigen tegemoei koming, het offer, waarin zy haar woordbreuk en snoode be rekening had weten te veranderen, de be kentenis harer liefde, zonder eenige terug houding en in het volste vertrouwen op zyne wederliefde. Het eenigste, wat hem tegen de borst stiet, was haar komediespel in tegen woordigheid van den generaal, waarin zy hem tegen zyn zin en wil mede in betrokken had. Hy schaamde z ch daarvoor, als over een begaan verraad, en vroeg zichzelven tever geefs af, waarom Adelheid voor dezen liefde vollen echtgenoot eene betrekking geheim had gehouden, die voor beiden even eervol was geweest. Er was geene begane schuld te verbergen en Wolfgangs rechtschapenheid verzette zich tegen de opvatting, dat Adelheid haren echtgenoot daardoor blind wilde maken voor toekomstige ongerechtigheden. Hy kou, hy wildo dat niet gelooven; zulk eene ge dachte ware de zekerste schutsweer voor hem tegen elke verzoeking geweest, en de generaal maakte haar, door de liefdevolle wyze, waarop hy haar behandelde, door zyne opgeruimde gulheid en vaderiyke goedheid, de vervulling harer plichten niet mooilyk. {Vervolg onunengtU,)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 5