A0. 1894, feze (Soarant wordt dagelijks, met uitzondering van (Eon- en feestdagen, uitgegeven. N°. 10405. DiiiNKlag 33 Januari. DAGBLAD. PRIJS DEEER COTOAHT: Voor Leiden per 3 maanden Franco per post Afzondeilyke Nouiniors 1.10. 1.40. 0.05. PRIJS DER ADVERTEHTIEN: Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17^. Qrootore lettors naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Otticïötólo l£otiuii.-*tr«viusr«n- 3 ,UÜ., V-ibooéor. ran Lo.dtn brengen Ier U W'K dn» ïugerolge eri. 1» d«r Wet K la ..i,, An tmne lStil (StaabM im. 7a), vflr, t;r,i juon Apr I 1892 1 Sudna e.i. 16 dier tv er toor a6 io ai II 11: io b-hoofcu ,e TvOidou iDgóachrcv. ii fcij di o, ^uouri hua 19deijur uren U trede- 6 or.-u u 1874), verpl.oht I aiio zich J"- r'..ij J.u. germ o fet-r en Wethoudera aan te irev.ft i" u d lb tea en den 3 laten J&nusri' d l L- istelaheid, afwezigheid of ons- ■tenten» v - lepUrbtqje, zgureder, of, ie deze overiodci) zijne moedor, of, zfia boI»u overleden, ziin vooxd tos het doen vau die aangifte vor^liohs ia on dat o vert: edii.g van het aangehaald art. 18, kraoh- teca ari. 1-8 der meergemelde wet tn art. il der Wet vau 15 vpril I860 (Staatabiad io. 64). gowij- z'gd b\j de Wei vau den I9den Apri. 1886 (Ötaate blad uo. 92), wordt gestraft mot boete van ten hoogste ƒ10 0. Voor heu. die verzuimden zich op de door het Gemoentebeetuur beptalde dagen ter ineohrijving aan te melden, wordt mnedieu daartoe alsnog gelegenheid gogoven èr gerueonte-eecretar e, van do -voormid ia s 10 tot dee namiddags 3 uron, op iedoren werkdag tot. on me Jon 3it-ten Janu .ri aanstaande, op welken dag het register vau iDBchryving, des namiddags te 4 uren, voorloop g wordt gesloten. i3urgoDieoster en Wethouders voornoemd Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 15 Jan. 1894. E. KIST, Secretaris. Leiden, 22 Januari. Hoogst aangenaam is het ons te kunnen berichten dat de leermiddelen, van don zeer eorw. heer L. De Sonnaville, leeraar in de muziek aan het Gymnasium te Katwijk aan den Rijn, op de gehouden tentoonstelling te Batavia in 1893 bekroond zijn geworden voorwaar wel oen bewijs, dat men ook aldaar van do doelmatigheid van dat systeem, om kinderen in den kortst mogelyken tyd noten, sleutels enz. te loeren, ten volle ovortuigd is. Ook hier '.er stede gaf, een groot jaar geleden, de eorw. paler eene conferentie, terwyl ver scheidene ouders, wier kinderen gedurende geruim en tijd in het gebouw der St.-Josephs- gozellenveroenigiDg kosteloos die leermethode volgden, zich verbaasden over de snelle vorde ringen daardoor gemaakt. In den laatstou tijd wordt de zeereerw. heer De Sonnaville in verscheidene plaatsen van ons land uitgenoo- digd by conferentie zyn systeem te verklaren. Te Oegstgeest is in den ouderdom van 82 jaren overleden de oudstryder P. Lagas, drager van het Motalen Kruis. De kohieren der grondbelasting op de gebouwde en ongebouwde eigendommen der kadastrale gemeenten Wou brugge en Hoog- mado, over het dienstjaar 1894, invorderbaar verklaard op den 13/17 Januari 1894, zyn aan den betrokken Ryksontvanger ter invordering ter hand gesteld, en is ieder daarop voor komende belastingschuldige verplicht, zynen aanslag, op den by de wet bepaalden voet te voldoen. Te Woubrugge zal op Woensdag, den 24 Januari a. s., des namiddags te éón uur, de gelegenheid zyn opengesteld tot kostelooze inenting en herinenting van de ingezetenen, die zich daartoe ten Raad huize aldaar zullen aanmelden; terwyi dezelfde kunstbewerking zal verricht worden in het daarvoor gebruike- lyke schoollokaal to Hoogmade, op Donderdag 25 Januari d. a. v., eveneens 's namiddags te 1 uur. By de op 17 Januari jl. te Alfen gehou- don aanbesteding door de gemeente van het maken van eon brandspuithui3 van hout. op steonen voet was de hoogste inschryver de heer W. Niekerk, te Aarlanderveen, voor 207, de laagste de heer Ph. Stapper, te Alfen, ▼oor ƒ168. Zaterdag is t9 's-Gravenhago overleden de gep. luit. kol. van het wapen der cavalerie R. A L. Pelerin. Hy stond verscheidene jaren als voorzittor aan hei hoofd van de Konink lijke Vereeniging van gepensionneerde offi eieren van het Nederlandscho leger en werd by zyn aftreden tot Eere-voorzitter van dat fonds benoemd. Hy was den 21sten Februari 1813 te Maas tricht geboren en trad in 1828 als vrywilli ger in dienst by het toenmalig 2de bataljon veld-artillerie. Tydens den Belgischen opstand maakte de overledene in 1830, als korporaal, deei uit van do bezetting van Maastricht, en nam in '31 ai» sergeant deei aan dén Tieudaagschen Veldtocht, om daarna ingedeeld le worden by hei mobiele leger. Hel. ridderkruis der Luxemburgschs Orde van do Sikekroou, het Motalen Kruis en het onderscheidingsteeken voor langdurigen Neder- laucsehen dienst als officier versierden zyne borst. Do Koningin-Regentes is als bescherm vrouw opgetreden van het 6de internationaal congres voor binnenlandsche scheepvaart, dat van 22 to/. 28 Juli a. s. te 's Gravenhage zal worden gehouden. 2'e ministers van waterstaat, van binnen landsche zakeu en vau buitenlandsche zaken hebben zich bereid verklaard het eerevoorzit- torschap te aanvaarden van het te vormen bescherraingscomité. Ter voorbereiding van do heffing der bedrijfsbelasting moeten dezer dagen door de rykaontvangers opgaven worden verstrekt o. a. betrekkelyk de personen die een beroep, am lit, waardigheid, bediening of betrekking uitoefenen of bekleoden, vry voor het patent recht, maar onderworpen aan de bepalingen der wet op de bedryfs- en andere inkomsten, alsmede de personen die wachtgeld of pen sioen genieten. Tevens zyn gegevens inge zameld nopens commanditaire vennootschappen op aandeelen, coöperatieve of andere vereeni- gingen en onderlinge verzekeringmaatschap pyen, als bedoeld in art. 1, letter 5, van gemelde wet. Eere-voorzitter van de aanstaande Bak- kery tentoonstolling is mr. G. Van Tienhoven, minister van buitenlandsche zaken, die do hem aangeboden waardigheid aanvaard heeft. Aan dr. J. Berlage is op verzoek eervol ontslag verleend als leeraar aan het gymna sium te Delft. De Prins-Hendrik-stichting te Egmond aan Zee, die tot eenig erfgenaam is benoemd van een onlangs te Zandvoort overleden oud- Amsterdammer, heeft de erfenis, wegens daaraan verbonden voorwaarden, slechts onder bentfice van inventaris aanvaard. Het aangekondigde wetsontwerp tot wyzi- ging van enkele artikelen van de wet op de personeele belasting en het daarmede in ver band staande ontwerp tot wyziging van de successiewet, zyn door den minister van finan ciën thans by de Tweede Kamer aanhangig gemaakt. Deze ontwerpen, weike nog niet iu druk zyn rondgedeeld, hebben de strekking, wat het eerste betreft, in hoofdzaak om per sonen, die woningen van betrekkelyk geringe huurwaarde bewonen, vermindering van be lasting toe te kennen naar gelang van het aantal kinderen, welko remissie in sommige gevallen klimt tot 60 pet. Het daaruit voor de schatkist voortvloeiende verlies wenscht de Regeering te dekken (en daartoe strekt het tweede ontwerp) door verhooging van het successierecht by verervingen in de zyiinie. De minister maakt van deze gelegenheid gebruik om do bestaande successiewet nog in enkele opzichten te wyzigen. Naar wy uit goede bron vernemen, wordt het academiegebouw te Utrecht niet vóór de paasch-vacantie ingewyd. Waarschyniyk zal die plechtigheid eerst met den aanvang van den nieuwen cursus plaats hebbeniets zekers moet daaromtrent nog niet bekend zyn. Vad.) Het hoofdbestuur der Hollandsche Maat- schappy van Landbouw heeft benoemd tot tweeden-voorzitter dor Maatschappy den heer P. B. J. Ferf, te 's Gravenhage, en aan den heer T. J. Swierstra, op zyn verzoek, om reden van ongesteldheid, eervol ontslag verleondals zuivelconsulent. De te Groningen tot arts bevorderde cand.-arts H L. Roelfsema is bestemd voor off. van gez. by het Oost-Indisch leger. Volgens de „N. R. Crt." is by het depar tement van financiën een nieuw formulier- aangifte-biljet voor de vermogensbelasting in bewerking. De Staatscourant van 21/22 dezer bevat het plan oer 345ste Nederlandsche Staatslotery. De collecte begint 14 Febr. en wordt gesloten 4 Mei a. s. Do trekking neemt een aanvang op 12 Maart en eindigt 2 Juni a. s. De directeur generaal der posterijen en telegraphie maakt bekend, dat de directie van hot postkantoor te Kampen vacant is. Traktement ƒ2100, benevens vrye woniDg. Sollicitatiën moeten uiteriyk 3 Februari a. 8. zyn ingezonden. Ten einde de wet op het lager onderwys na te gaan en daarop do noodige wyzigingen to formuleeron, is door het hoofdbestuur der „Vereeniging van christelyke onderwyzers in Nederland" eene commiesio benoemd, welke bestaat uit de heeren H. By le veld, directeur der Kweekschool voor christelyke onderwyzers te Amsterdam, R. Husen en W. Jansen, hoofden van byzondere scholen te Utrecht. Daar deze commissie het recht had zich met 2 leden uit üe Vereeniging te versterken, heeft zy nog benoemd de heeren E. Nyland, hoofd der lie Marnlxschool te Utrecht en J. D. De Visser Smits, te 's-Gravenhage. Het stoomschip „Gelderland" arriveerde 18 Januari van Amsterdam te Hamburg; de „Prins Willem II", van Amsterdam naar Suriname, passeerde 19 Jan. Punta del Gade; de „Prins Willem III" van West-Indiö naar Amsterdam, arriveerde 19 Jan. te H&vre; de „Ardjoeno", vaD Batavia naar Rotterdam, pas seerde 18 Jan. Sagresde Deucalion," van Amsterdam via Liverpool naar Java, passeerde 19 Jan. Gibraltar; de „Bromo" vertrok 20 Jan. van Rotterdam naar Batavia; de „Anchises", van Amsterdam naar Java, arriveerde voor 20 Jan. te Singapore; de Kaiser", van Hamburg en Amsterdam naar Oost Afrika, arriveerde 19 Jan. te Napels; de „Kanzier", van Durban naar Hamburg, passeerde 20 Jan. Ouessant. By koninklyk besluit is eene commissie ingesteld tot het houden van een vergelykend onderzoek van candidaten dingende naar het getuigschrift van voldoend afgelegd examen voor opzichter van 's Ryks waterstaat, be staande uit de heeren: I. M F. Wellan, inspecteur van den Ryks- waterstaat, tevens voorzitter; H. E. De Bruyn, hoofdingeneur lste kl. van den Rijkswater staat te 'a-Gravenhage; E. R. Van Nes van Meerkerk, ingenieur lste ki. van den Rijks waterstaat te id.; W. C. Metzelaar,ingenieur architect voor de gevangenissen en rechts- gebouwen te id.; K. E. Van Rysioge, hoofd eener openbare school te id., en jhr. F. L. Ortt, ingenieur 3de kl. van den Ryks waterstaat te Brii-lle. Aan den heer J. Van Nouhuys op verzoek eervol ontslag verleend als ontvanger der registratie van burgerlijke akten te 's-Graven- hage, met behoud van aanspraak op pensioen, onder dankbetuiging voor de gedurende ruim 52 jaren bewezen diensten. Onverklaarbaar. Door den heer D. H. Meyer Jr., gewezen leeraar in de Engelscbe taal en letterkunde en aardrykskunde aan de Koninklyke Mili taire Academie, is aan de Tweede Kamer een adres verzonden, waarin hy zich beklaagt over de behandeling, ondervonden van den minister van oorlog. Na te hebben medegedeeld hoe hy inder tijd werd overgehaald tot het aanvaarden der betrekking vau tydelljk leeraar r.an de K. M. A door de belofte van het toenmalig bestuur der Academie, dat hy na één jaar dienst definitief zou worden benoemd, schetst de heer Meyer hoe hy van jaar tot jaar tydelyk werd herbenoemd, en hoe men hem, wanneer by onder protest die herbenoeming aanvaardde, nieuwe belolten deed, totdat eindeiyk de Cadettenschool in werking trad, tot welk feit men vroeger zyno definitieve benoeming had verschoven. En nu werd tot adressant in December 11. opnieuw de vraag gericht, of hy zich eeno tydelyke herbenoeming zou laten welgevallen! De heer Meyer heeft daarop ontkennend geantwoord, doch hy deed tevens alles wat in zyn vermogen was om den minister zyn goed recht op definitieve benoeming te be- wyzen. Tevergeefs. Aan het slot van zyn adres zegt de heer Meyer „dat hy om deze reden de vryheid neemt aan uw college de vraag voor te leggen of het uw wil is, dat een ambtenaar, die volgens getuigenis van drie achtereenvolgende besturen aer K. M. A. steeds trouw zyn plicht heeft vervuld, op wiens werk nooit de minste aan merking Ï6 gemaakt, die integendeel berhaalde- lyk blyken van tevredenheid heeft ontvangen, op deze wyze wordt behandeld- „of het uw wil is, dat zulk een ambtenaar de dupe wordt van het vertrouwen, dat hy van den beginne af in zyne chefs heeft ge steld en van de onverzettelijkheid van hooger geplaatste ambtenaren, die geen oor schynen te hebben voor de eischen van biilykheid en rechtvaardigheid „en dat hy tot de Tweede Kamer der Staten Generaal het beleefd maar dringend verzoek richt een zoodanig besluit te nemen, dat de handeling van den Minister van Oorlog wordt te niet gedaan. Eet Vaderlandvan dit adres melding makende, deelt mode, dat de heer Meyer sociaal-democratische gevoelens is toegedaaD, maar ook, dat hij by zyn onderwys daarvan volstrekt niets laat merken. Het blad meent, dat er geen enkele reden is, om zoo iemand by het militair onderwys niet werkzaam te laten. Meer licht is zeker gewenscht. Iets over Influenza, voor leeken. De epidemie, die in vroeger eeuwen een zoo schromeiyk groot aantal slachtoffers maakte, is weer, ofschoon in minder hevige mate, tot ons genaderd. Men kan de ziekte nu wel niet moorddadig noemen, maar het aantal aangetasten en doo- den is toch vry groot. Jammer dat men in de kennis der ziekte nog niet ver gevorderd is, en de behandeling zich in de eerste plaats bepaalt tot de hygiëne. En dewyi de hygiëne het grootste aandeel heeft in de behandeling, adresseer ik me juist aan u, damesdie de voorschriften van uwen geneesheer moet uitvoeren. Ik zei zoo even, dat odzo kennis der ziekte nog wel wat te wenschen overlaat, doch er zyn toch enkele feiten, die ons bekeüd zyn en waar we rekeniug mee moeten houden. Vooreerst weten we dat influenza is een infectieziekte, d. i. eene ziekte die door smet stof wordt veroorzaakt, en ten tweede, dat de ziekte zeer besmettelijk is, dus overgaat van mensch op mensch. Als nu de eene zieke den anderen kan be smetten, dan is het de vraag, langs welken weg heeft dit plaats? Mevrouw! ik kan u hier alleen op ant woorden, dat de uitademing, de transpiratie en alle uitwerpselen, b. v. opgehoeste stoffen» in verdenking staan. In weinig woorden zou men dus kunnen zeggen„voert verbruikte luc.ht af, verwydert alle uitwerpselen en voert versche, reine lucht aan in ruime hoeveelheid. En het is juist over de luchtverversching, dat ik met u, mevrouw l een woordje spreken wilde. Maar doctor! men kan toch zyn zieken niet in den tocht leggen? Mevrouw! als ik kiezen moot tusschen tocht en een vergiftigde atmospheer, dan zeg ik: laat de wind er maar doorheen waaien! Maar als men met verstand te werk gaat, dan plaatst men op een meter afstand van het geopend raam een kamerschut, en als de temperatuur te laag is, stookt men tevens frisch op, naar omstandigheden. Hoofdzaak is do smetstof en zy hangt in geconcen- treerden toestand vooral boven het helaas! met gordynen omgeven ledikant te ver dunnen en te verwyderen, eerstens in het belang van den zieke, die hoe langer hoe meer vergiftigd wordt door de smetstof welke by zelf produceert, en ten tweede in 't be lang der huisgenooten en verzorgers, die men noodeloos ik zou haast zeggen geweten loos! aan een groot gevaar blootstelt. Mevrouw I ik zou u kunnen verhalen van twee families, die door eene hevige epidemie bezocht werden. De eene werd tochtvry be handeld van de vjjf lyders stierven er drie de andere lamenteerde over de dag en nacht geopende ramen doch allen bleven behou den. Ik herhaal dus, mevrouw! zorg voor luchtverversching, zooals uw geneesheer het u aanraadt, en bedrieg hem niet, door de ven sters weer te sluiten, zoodra hy de hielen ge keerd heeft, want, waariyk, niet hij is do bedrogenel Utrecht. Dr. J. A. F. KOL OIV IE IV. BATAVIA, 20-22 December 1893. („Deli-Courant" tot 23 Dec.) (Engelscbe Mail.) Aan do „Java-Bode" wordt uit Macasser van 21 December geseind: Gisteren in den namiddag zyn do overste Riesz, de andere officieren en de troepen mot de „Zwaan" van Pangkadjene teruggekomen. De gouverneur is daar gobleven. De kwaad willigen hebben hunne kampongs verlaten en zyn naar eene onioegankeiyke rotsachtige streek gevlucht. Genoemde courant teekent hierby aan: Uit den terugkeer der troepen van Pangkadjene valt op te maken dat de gouverneur van Celebes do kwaadwilligen niet denkt te ver volgen, of dat hy de aanwezige troepen daar toe voldoende acht. In de „Atjehsche Ct." van 9 Dec. leest men: Door de inname van Anagaloëngis onze oude vriend Toekoe Bait, die do VII moekims tegen ons heeft opgeruid, tot andero gedach ten gekomen. Die afvallige heeft eergisteren te Lauibaroe zich by den adsistent resident, die zich aldaar bevond, laten aandienen. Hem werd toen in tegenwoordigheid van Toekoe Djohan, onze Panglima Prang Bozar, aange zegd, dat hij op den volgenden dag (8 dezer) eene borgstelling van 4000 dollars te storten heeft en by gebreke daarvan aan Toekoe Djohan zal worden opgedragen verder in de VII moe kims te trekken. Gisteren verschoen hy met zyne Imams te Anagaloeng voor den adsistent- resident van Groot Atjeh en daar hy do be dongen som niet by zich had gaf by een grooten diamant, die hy altyd op zyn hoofd doek droeg, als pand voor die som. Die borg stelling zal hem worden teruggegeven wan neer gedurende één jaar do VII moekims zich rustig houdt en de kwaadwilligen in zyn gebied zich niet meer vertoonen. Door den genomen politieken maatregel is het tnans in Groot-At jeh ruatig. Hoeloe balangs en Panglima's bey verden zich om de kwaad willigen overal le weren; zelfs het beruchte bendehoofd Nja Makam, die zich te Lamga ophoudt, doet stappen om zich in genade te doen aannemen om daarna eene aanstelling te verzoeken als Panglima Prang van de compagnie. Wy gaan goed vooruit tn de rich ting der pacificatie. Uit A jeh. Aan eene particuliere correspondentie der „Deli Courant" uit Kotta-Radja van 10 Decem ber 1893 is het volgende ontleend De oorlog tegen de kwaadwilligen in de XXII moekims is thans gestaakt. Van uit Anagaloeng wappert thans weder Neerlands driekleur. By de inneming of verovering van deze sterke stolling hebben èn de vyand èn Oemar's benden vele verliezen geleden; de vyand na- tuuriyk moer, daar onze granaten daar is men niet zuinig mode geweest in en om Anagaloeng dood en verderf hebben verspreid. Oemar heeft als Panglima Prang Besaar wel zyn best gedaan en is thans ziek. De vermoeienissen van de laatste dagen hebben hem duchtig aangepakt; de man ligt met de koorts te Lampisang. Van eenige oude invloedryke Atjehers ver nam ik, dat de genomen politieke maatregel, om Oemar in genade aan te nemen, niet alleen zeer goed is voor dit gewest, maar ook voor de Oostkust. Volgens die invloedryke vrienden zou T. Oemar, als hy niet in genade was aangenomen, zich hebben aangesloten by Nja Makam, om èn Tamiang èn Langkat af to loopen. Door zyne begenadiging en indienststelling als onze Panglima Prang Besaar is hy in onmin ge raakt mot Nja Makam en is dus het gevaar voor Sumatra's Oostkust geheel geweken. Een vriend van Toekoe Oemar, die laatst hier van Kwala Ongah (Atjesch Westkust) aankwam, Toekoe Moeda Selimoen genaamd, en die van hier naar Kroong Raya is ver trokken om den Badal van Panglima Polim, Toekoe Moeda Soleiman, over politieke aan gelegenheden te spreken, heeft van daar be richt gezonden dat de jeugdige Polim eerst daags de reis naar Kotta Radja zal onder nemen, over Kroong Raya, om zyno opwach ting te maken by den gouverneur alhior. Heden zal een bevolkingspatrouille, sterk 100 man, uit L an gaar en Madjapahit, onder de bevelen van Habib Rayoet van laatstgo noemde plaats on T. Tjihik, van Langsar, waarby onze zendeling Mat Said en een spion uit Edi zich hebben aangesloten, naar Boekit Mesdjid, de verblyfplaats van Kedjooroean Karang en zyn zoon, uitrukken, ten einde die belhamels dood of levend in handen te krygen. Om na te gaan dat doze onderneming goed wordt geleid, zal een controleur zich te Langsar vestigen in het paleis van den vorst aldaar, T. Tjihik. Op de Noordkust is het rustig. In het landschap Tjoendah heeft het vorstje Toekoe Tjihik geabdiceerd, ten behoevo van zyn zoon Toekoe Djohan. De nieuwe Radja zal eerstdaags zyne opwachting maken ten hove alhier. Door het overiydon van Potjoet Maligoi, de moeder van Toekoe Tjihik van Samalangan, heeft de Toekoe, die destyds als bondgenoot van Toekoe Neq veel heeft bygedragen om de kwaadwilligen uit de XXVI moekims te verjagen, vergunning gevraagd aan het bestuur alhier om met Toekoe Neq naar zyn land terug to keeron, om don boedel zyner over leden moeder te aanvaarden. Hy is thans van het oorlogeterrein derwaarts vertrokken, doch zal spoedig hier terugkeoren. Het verdryven van kwaadwilligen schynt aanstekeiyk te zyn; zelfs aan de Noordkust laat men die lui niet met rust. De hoofden van de Hl moekims Gigien, Aer Leboe on Pedir hebben zich nu verbonden om die roovers uit Pakan Baroe en Pakan Soth te verdryven en hebben hiervan aan het bestuur kennis gegeven en verzocht die landstreken na verdry- ving der kwaadwilligen, te mogen annexoeren. De hoofden aldaar schynen in onmin televen met Bintara Kembangaü, een der onderworpen, hoofden van de federatie Gigien, want zooals ik van den Sjahbander van Gigien vernam, hebben die hoofden verzocht om Bintara Kern bangan geen licentie te geven tot vryen in- en uitvoer. Door de tochten van T. Oemar en het edole driemanschap T. Neq, T. Tjoet Toenkoep en T. Nja Banta in de* XXV en XXVI moa- kiras zyn slechts weinig sawahs in die moe kims bebouwd, waardoor de oogst zeer schraal zal zijn. Het bestuur acht zich dan ook ver plicht om de bevolking hierin tegern te komen en in hun levensonderhoud te voor zien. Er zullen door die moekimsbewoners aldaar goede wegen worden aangelegd, waar voor zy ryst in natura zullen ontvangen, als betaling voor hun arbeid aan de wegen. De bevolking van de XIII moekims is teruggekeerd in hare gehavende kampongs en

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 1