Do vergadering van don Centralen raad
van den „Ned. R.-K. Volksbond", welke dit
jaar te Delft wordt gehouden, zal in de maand
April a. s. plaats hebben.
Voor do benoeming van directeur, tevens
leeraar in de geschiedenis, aan de H. B.-S.
met 5-jarigen cursus te Hoorn, zyn door
Burg. en Weths., na overleg met den inspecteur,
op het drietal goplaatst, de heeren dr. J. J.
Doesburg, te Dordrecht, dr. A. Smit te Deutin-
chem, en dr. G. J. Dozy te 's-Gravenhage.
Do heer P J. van Staden, te Amsterdam
is benoemd tot secrotaris voor Holland van de
„Cruft's Graet Dog Show", welke in de maand
Februari to Londen zal worden gehouden. De
inschrijvingen voor doze tentoonstelling sluiten
22 dezor. Evenals gewoonlijk zal de heer van
Staden de honden onder zijne leiding naar
Londen medenemen. Deze week zal hij de
tentoonstelling te Brussel bezoeken.
Het stoomschip „Kaiser," van Hamburg
en Amsterdam naar Oost-Afrika, vertrok 14
Jan. van Lissabon; de „Pnns Alexander,"
van Batavia naar Amsterdam, arriveerde 16
Jan. te Suez; de „Reichstag," van Hamburg
en Amsterdam naar Oost-Afrika, arriveerde
18 Jan. te Dares Salaam; de „Glaucus"
arriveerde 13 Januari van Amsterdam en
Liverpool te Batavia.
Bij koninklijk besluit is aan V. V. R. C. R.
baron Van Heemstra, met 1 Februari, op zyn
verzoek, eervol ontslag verleend als burge
meester van Brielle.
Aan F. Allan, met ingang van 1 Maart a. 8.,
op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als
onderwijzer by de Rijkskweekschool voor
onderwijzers te Haarlem.
De dirigeerende offic. van gezondh. 2de kl.
J. K. Stakman Bosse, van het personeel van
den geneeskundigen dienst der landmacht, op
zijne aanvrage op pensioen gesteld en het
bedrag van het pensioen vastgesteld op
1876 'sjaare.
Benoemd bij het personeel van den genees
kundigen dienst der landmachttot dirigee-
rend off. van gez. 2de kl. de dirigeerende
off. van goz 3de kl. C. W. W. VanWalsum;
tot dirigeerend off. van gez. 3de kl. de off.
van gez. 1ste kl. K. Hennesbeiden van
gemeld personeel.
G. J. Vos Azn., thans leeraar >.an de Rijke
landbouwschool te Wageningen, *u-; ;omd tot
directeur van en leeraar aan deRyisH. B. S.
to Bergen-op-Zoom, met toekenning van eer
vol ontslag uit eerstgemelde betrekking.
Pensioen verleend aan de weduwen van:
B. S. Beyl, directeur van het burgerlijk en
militair huis van verzekering te Leeuwarden
f 280; E. A. Yan Tonderen, ontv. der directe
bel., GOOdr. O. Leemans, directeur van het
Rijks-Museum van Oudheden te Leiden, /"600.
Helling van Havengeld te Leiden.
Roads meermalen is or sprake geweest van
de invoering van oen zoogenaamd Havengeld
in deze gemeente en bi) de behandeling van
de bogrooting voor 1894 werd dan ook mede
gedeeld dat een daartoe strekkend ontwerp
in bewerking was.
Het komt B. en Ws. voor dat er inderdaad
alleszins termen bestaan om door do heffiDg
van een havengeld van do schipperij oenige
bijdrage te vorderen ter tegemoetkoming in
de belangrijke kosten, welke door de gemeente
in het belang van de sci^oepvaart worden
gemaakt.
In andore gemeenten, als o. a. in Rotterdam,
Delft en Haarlem bestaat zoodanige heffing
en geeft zfi tot geone moeilijkheden aanlei
ding. Ook met de Kamer van Koophandel on
Fabrieken is hieromtrent dezerzijds in overleg
getreden en het meerendeel der leden van dat
College heeft zich met de door B. en Ws.
opgemaakte ontwerpen kunnen vereenigen.
De Kamer heeft daarbij echter verklaard
dat zy zich met de heffing vereenigde onder de
uitdrukkelijke „mits" dat daarmede gepaard
gaat ooue afschaffing van alle te Leiden be
staande bruggelden, als compensatie van het
nadeel dat de scheepvaart ten gevolge van
de uitvoering van het nieuwe ontwerp zal
ondervinden. Slechts enkele leden daarentegen
verklaarden zich tegen het ontwerp op grond
dab 4J, zich plaatsende op het standpunt van
te zijn lid der Kamer van Koophandel alleen
de belangen van de scheepvaart hadden in
het oog to houden en zij de invoering van
het ontwerp in strijd met de belangen achten,
al erkocdon zy ook dat wellicht in de toekomst
aan do uitvoering voor den finantiëelen toe
stand der gemeente voordeelen verbonden
zouden zijn.
Ten slotte wees de Kamer van Koophandel
er op, dat van afschaffing der bruggelden
geen sprake mag zijn, zoo niet tegelijkertijd
het nieuwe ontwerp Havengeld wordt aan
genomen.
Hoezeer B. en Ws. zich in beginsel met
het stelsel van de Kamer van Koophandel
wel zouden kunnen vereenigen, zoo meenen
zi) echter vooralsnog geen daartoe strekkend
voorstel te moeten indienen, o. a. op grond
dat de opbrengst van het oventuëel in te
voeren havengeld hoogst onzeker is.
Het komt B. en Ws. voor, dat de brng-
geldhoffiug voorloopig moet behouden blijven
voor de bruggon niet gelegen in do richting
Sohry versbrug, Haven, Oude Vost, GaJgewater,
terwijl do intrekking van de heffing van
bruggeld voor het openen van de in genoemde
richting gelegen bruggen bij de nu door B.
en Ws. ingediende voordracht wordt vast
gesteld, in verband met de overeenkomst met
het Provinciaal Bestuur ter zake van de
vaartvorbetering.
Wat nu de invoering van een Havengeld
betreft, deze strekt tot goedmaking van de
kosten, in de eerste plaats voor de walmuren,
burriën, schoeiingen, diepwerk enz., welke in
de laatste vijfjaren hebben bedragen gemiddeld
ongeveer 9000 'sjaars, terwijl het te voor
zien is dat, met het oog op eene vermeerdering
van de scheepvaart, die uitgaven in het ver
volg belangrijk zullen toenemen.
Voor de invordering by dag en bij nacht
zullen acht personen benoodigd wezen, en wel
twee voor eiken toegang te water naar de
stad, al6 aan het Galgewater, alwaar een
afsluitboom zal moeten gelegd worden, aan
de Mare, aan den Nieuwen Rijn en aan den
Vliet, torwfil aan de Schrijversbrug de inning
kan worden opgedragen aan de aldaar gesta-
tionneerde brugwachtors.
De uitgaven voor traktementen en kleeding
dezer beambten en van den Havenmeester
worden geraamd op ongeveer ƒ6000 per jaar.
Van de vermoedelijke opbrengst van het
Havengeld is bezwaarlijk eene raming te maken.
Te Delft heeft hot haven- en liggeld te
zamen over de laatste vijf jaren opgebracht
ongeveer 30,000, te Haarlem het havengeld
ongeveer ƒ8700. De liggelden hebben alhier
in de jaren 1883 tot en met 1892 gemiddeld
ƒ611 por jaar opgebracht.
In aanmerking nemende het groot aantal
schepen, waarvoor de bruggen alhier worden
geopend, en het vermoedelijk aantal schepen,
welke de bruggen ongeopend passeeren, zal
het havengeld volgens B. en Ws. eene niet
onbelangrijke bijdrage opleveren in de kosten
door de gemeente in het belang van de scheep
vaart gemaakt, welke kosten ten gevolge van
de vaartverbetering aanzienlijk zallen vermeer
deren, ook met het oog op de geregelde be
diening van de bruggen bij nacht.
De Ontwerp-Verordenïng voor het heffen
van Havengelden bevat o. a. do volgende be
palingen:
Art. 1. Er wordt naar hunne netto inhouds-
grootte voor vaartuigen en voor houtvlotten,
die de gemeentewateren in Leiden binnen
komen, eene belasting geheven naar het vol
gende tarief:
A. Havengeld
1°. Voor een stoomboot per M3, elke
reis 0.02
2°. Voor een vaartuig beneden de 40
M3, geen stoomboot zijnde, per reis 0.10
3°. Voor een vaartuig van 10 M3 en
daarboven, per M3, elke reis 0.02
4°. Voor houtvlotten, per vlot 0.25
Art. 2. Als netto inhoudsgroote van een
vaartuig wordt aangenomen die volgens den
Rijks meetbrief.
Bfi gemis van een meotbriefkran ook worden
aangenomen de inhoud volgens het patent of
ander document, ten genoege van den ambte
naar, voor de ontvangst der belasting aange
wezen.
Bfi gebreke daarvan of bij weigering om hot
stuk te vertoonen, wordt do inhoud van het
vaartuig door den ambtenaar of diens ge
machtigde geschat en is de belasting naar de
schatting verschuldigd, tenzy de schipper of
eigenaar verkiest dat het vaartuig op zijne
kosten door een deskundige, door Burg. en
Welh. aan te wijzen, worde gemeten, volgens
de regelen daarvoor by het Rijk vastgesteld
of nog vast te stellen.
Wanneer het havengeld naar schatting is
geheven en binnen twee maanden na de be
taling daarvan een Rijksmeetbrief wordt aan
geboden, wordt, tenzij de schatting het gevolg
was van weigering om het stuk te vertoonen,
het te veel berekende teruggegeven.
Art. 3. De belasting is verschuldigd door
den schipper of eigenaar van het vaartuig,
hetwolk het gemeentewater te Leiden bin
nenkomt.
Art. 4. De belasting voor houtvlotten is
verschuldigd door den schipper of eigenaar
van het houtvlot.
Art. 5. Aan deze belasting zijn niet onder
worpen
a. De roeiboot bij een vaartuig behoorende,
waarvoor havengeld verschuldigd is.
b. Nieuw gebouwde vaartuigen, die voor
de eerste maal vaarklaar zijn gemaakt en
geen lading in hebben.
c. Houtvlotten geborgen in gemeentewater,
daartoe door Burg. en Weths. aangewezen.
d. Vaartuigen die eene vaste ligplaats hebben
(zio art. 5, Raadsbesluit 20 April 1876).
Art. 6. De invordering geschiedt door de
daartoe door den gemeenteraad aangestelde
ambtenaren.
Art 7. Dit besluit treedt in werking op den
dag, waarop van de verleende koninklijke
goedkeuring afkondiging is geschied.
Influenza.
Deze ziekte, die eenige jaren geleden zoo
vele slachtoffers hooft gemaakt, heeft zich in
de laatste maanden in een deel van Europa
weder met hevigheid vertoond en nu ook in
ons land weder velen aangetast, in menig
geval in zeer kwaadaardigan vorm.
Een geneeskundige, wien wij vroegen of
er ook voorbehoedmiddelen zijn, antwoordde
ons ongeveer het volgende:
„Influenza is een infectie-ziekte. De ziekte
kiemen verspreiden zich zóó snel, dat het hoogst
moeilijk is, zich daarvoor in acht te nemen.
Bovendien gaat menigeen, die in lichte mate
is aangetast, toch uit, en kan iemand die de
ziekte reeds „onder de leden" heeft, anderen
aansteken nog voordat hy zich ziek gevoelt,
evenals dat by mazelen het geval is.
Dit belet intusschen niet dat men zooveel
mogelijk op zyne hoede zyn kan, zoo o. a. door
het bezoeken en in aanraking komen metin-
fluenzaiyders te vermyden. De beste raad
zal verder wel zyn, dat wie zich onwel ge
voelt niet draalt met het inroepen van genees
kundige hulp en dat men zich in elk geval
meer ontzie dan men gewooniyk pleegt te
doen. Het uitkoken en ontsmetten van ge
bruikte zakdoeken is mede aan te bevelen."
Wy meenon wel te doen met deze opmer
kingen openbaar te maken. (A. H.)
Gemengd Nieuws.
De tweede uitvoering met bal
der Leidsche Wielrydors-vereeniging „All
Right" zal plaats hebben op Zaterdag 31 Maart.
In een bericht van verleden week
over den uitslag eener hardrydery op schaatsen
was abusieveiyk als terrein van den strijd
Roelof-Arends veen opgegeven. Dit moest zijn:
Oude Wetering.
Tegen één uur hedennacht brak
te Rotterdam een geweldige brand uit in
pand No. 20 in de Oost-Molenstraat, in ge
bruik bij den brood- en bescbuitbakker A. P.
Versiuys Wz. De brand ontstond op een pak-
zolder, gelegen op de 1ste verdieping boven
do bakkery in het achtergedeelte van het
dubbele pand, by dien bakker in gebruik.
Boven dezen zolder bevinden zich nog twee
verdiepingen, tot bergplaatsen van meel die
nendo, welke kort daarop in lichterlaaie
stonden. Dit was het brandpunt van waar
de brand zich voortdureud naar alle zyden
uitbreidde, de lucht rood kleurde, een regen
van vonken verspreidde en schrik bracht
ODder de omwonenden.
De bakkery komt aan de achtorzyde uit
in de Kapitein Imansteeg, loopende van de
Nieuwehaven NZ. naar den Groenandaal. In
die steeg stonden ook eenige pakhuizen, o. a.
van den heer v. Rossem en anderen, in volle
vlam. Uit de verdiepingen boven de bakkery
gelegen, sloegen de vlammen naar de pak
huizen over.
Ook het aangrenzende pand No. 18 in de
Oost-Molenstraat, in het benedenhuis waarin
de barbier Th. A. Balk zyn bedryf uitoefent,
stond aan de achtorzyde in lichterlaaie.
De brand breidde zich voortdurend uit,
ondanks de werking van acht spuiten en de
stoomspuiten van het oostelyk en westeiyk
stoomgemaal.
Van verschillende zyden rukten nog hand-
brandspuiten aan, terwyl ook de stoombootjes
van den havendienst in de Nieuwehaven
waren verschenen om de brandweer kracht
dadig ter zyde te staan.
Verschillende bewoners van de Nieuwehaven
brachten hunne kostbaarheden in veiligheid.
In het geheel stonden in volle vlam twee
panden in de Oost-Molenstraat en twee of
drie pakhuizen in de Kapitein Imansteeg,
waarin verschillende goederen aanwezig zyn
en in de onmiddeliyke nabyheid waarvan
zich de petroleumbergplaats van Gebroeders
Jansen bevindt (N. R. C)
Een zonderlinge zeevondst. -
Volgens de „Central News" kwam to Galve
ston, Texas, een Noorsch zeilschip binnen
met het wrak van oen voor vyftig jaar ver
brand schip van Engolschen bouw op sleep
touw. Dit destyds na den brand gezonken
schip is ten gevolge van onderzeesche stoornis
ter hoogte van Fearo-Eiland weder boven
gekomen. Het schip was geheel aangegroeid
met zeepokken, enz. In de hut van den kapi
tein worden eenige kisten met yzeren beslag
aangetroffen, waarvan de inhoud was orgaan
met uitzondering van een lederen zak, welko
het jaartal 1809 droeg en waarin zich 1000
guineas bevonden. Voorts eenige horloges en
een met paarien bezette borstlap, welke door
het zeewater geheel bedorven waren. Ook
werden aan boord drie geraamten gevonden,
waaronder een van byoa zeven voet lengte.
Het schip, aat de vondst deed, wordt in het
bericht „Elsa Anderson" genoemd.
Te Brussel heeft het gerech-
teiyk onderzoek tegen een dief, die de vorige
maand door de politie te Schaerbeek werd
gpa«esteerd, wonderlijke dingen aan het licht
gebracht. Sedert by na twintig jaren heeft de
arrestant zich schuldig gemaakt aan dief
stallen tot eeD bedrag van 800,000 fr. De
meeste der hem ten laste gelegde zaken zyn
echter reeds verjaard; toch blyven er nog
genoeg oneerlykhedeD over, die hy in den
laatsten tyd beging, waarover hy zich zal
moeten verantwoorden. Onder andere ont
vreemdde hy baron B. eene waarde van 18,000
fr. in handelspapieren met eene som van
15,000 fr., die hem graaf V. had toevertrouwd.
Een linnen ban del aar uit Kortryk, die na uit
muntende berichten over den schelm ont
vangen te hebben, handelsbetrekkingen met
hem aanknoopte, schoot er 20,000 fr. by in.
Voor eenige maanden w erd uit
de villa van den heer Hóbert te Vincennes
voor meer dan f 100,000 aan effecten gestolen.
De heer Hébert werd ziek van den schrik en
overleed eenigen tyd later. Thans is teParys
een man gearresteerd, die een der gestolen
effecten te koop aanbood en op zyne aan-
wyzing een Griek, in wiens bezit 34 der ge
stolen effocten werden gevonden. Voor eenige
dagen ontving mevrouw H. uit Milaan een
brief, waarin haar werd aangeboden alle effecten
tegen de helft der waarde terug te bezorgen,
't Schynt dat te Milaan een soort van inter
nationaal bureel om gestolen effecten te ver-
koopen bestaat Het onderzoek wordt te Parys
en Milaan voortgezet.
Toen Vrydag jl. een trein naby
Istein (by Bazel) door eene timnel reed, werd
een reiziger met revolverschoten door zyn
reisgezel vermoord. De knal werd door den
conducteur gehoord, die toesnelde en den trein
deed stilhouden. De moordenaar dreigde den
beambte eveneens met de revolver, maar werd
ontwapend en geboeid. Het was waarschynlyk
zyn doel het ongelukkige slachtofferte berooven
Het testament van iemand, die te
Breslau wegens moord in het tuchthuis zat
en daar onlangs, geheel onvermogend naar
men meende, overleed, is dezer dagen geopend.
Daarby bleek, dat de overledene een groot
vermogen bezeten had, waarvan hy o. a. aan
alle gevangenisbeambten legaten tot 5000
Mark, en zynen advocaat een legaat van 3000
Mark vermaakte.
Te Newtown (Long Island) stortte
Vrydag-avond een gedeelte van de brug over
de Newtown Creek in. Op de brug bevonden
zich een groot aantal naar huis gaande ar
beiders.
Gelukkig lagen twee sleepbootjes in de
nabyheid, die een groot aantal drenkelingen
redden. Anderen werd hulp geboden met
touwen, hun van den kant en van de brug
toegeworpen. Velen bekwamen door den val
kwetsuren, andere schrikten door den plotse-
lingon schok zóó hevig, dat hun zenuwgestel
aangedaan werdin het geheel werden vyftien
personen in het ziekenhuis opgenomen en
vyf vermist, die wel verdronken zullen zijn.
INGEZONDEN.
Naar aanleiding van eene beschouwing door
de Nederlandsche Katholieke Couranten in
October 1885 verspreid, aangaande het Liefde
werk van den H. Augustinus en de H. Monica,
en de Annalen der Afrikaansche Missie van
Z. Em. Kardinaal Lavigerie, heb ik een abon
nement genomen op deze maandelijksche
uitgave.
Ter bevordering van de goede zaak verzoek
ik u beleefd om het volgende door uw ver
dienstelijk blad meer en meer bekend te maken.
Met innige voldoening breng ik hulde aan
genoemde beschouwing, waarin ook een abon-
nent zyne moening over het uitmuntende
werk heeft ten beste gegeven; niets over
drevens, maar werkelijke waarheid is daarin
vervat; na nadere kennismaking onderschryf
ik gaarne al het goede, dat hy er van vermeldt.
Daar nu de 12de en laatste aflevering van
den lOden jaargang is verschenen, wenschte
ik met eenige woorden in uw invloedrijke
courant te trachten genoemde Annalen ook
by anderen in te leiden.
Wat taal, styi en redactie aangaat, moet
ik opmerken dat het werk wordt geschreven
om ook voor den minder ontwikkelden lezer
verstaanbaar te zyn, en hierin is men tot nu
toe uitmuntend geslaagd, de redactie levert
voed zamen, gezonden, en voor ieder verteer
baren kost.
Waren de vroeger verschenen jaargangen
schoon en treffend van inhoud, deze, nl. de
10de, doet niet onder in degelykheid en de
volgende beloven nog xyker aan inhoud te
worden.
De bloedige geschiedenis van Ouganda; de
moed en standvastigheid der nieuwe chris
tenen hun groot geloof, hetwelk zy ten koste
van hun leven hebben behouden; het voorval
te Tanganika, de moord van Oukouanyana—
met do overige berichten zyn allen zeer merk
waardig.
Hoe treffend en schoon is de geschiedenis
der drie Afrikaansche maagden, wat en hoe
hebben z\) geleden en gestreden voor hun geloof
en hoe luisterryk was hare overwinning 1"
Het reisverhaal van den Eerw. Pater J. Van
dor Burgt is en biyft eene keurige beschry-
ving, die zonder weerga is, en ten volle den
moedigen Missionaris waardig.
In de Correspondenties ziet men de innige
vereeniging der Missionarissen met hunnen
Alge meen en Overste, hunne medebroeders en
familiebetrekkingen.
Uit elke bladzyde biykt met welken moed
de Missionarissen bezield zynhoe menigmaal
zy in gevaar zyn hun leven te veriiezen,
welke opofferingen zy zich getroosten om
eene ziol voor den Hemel te winnen; watzy
van tijd tot tyd moeten verduren om hun
doel te bereiken, namelQk het zielenheil te
bevorderen, een arbeid, die schijnbaar de
monecheiyke krachten te boven gaat.
\$j lezen hier ook wat zy moeten in het
werk stellen om met de opperhoofden van
stammen of zoogenaamde Koningen in aan
raking en onderhandeling te komen en hoe
van een onderhoud of onderhandeling met
zulk een Hoofd afhangt of zy in hunne
onderneming zullen slagen om heidenen tot
de ware Kerk van Christus te brengen.
Men ziet, dat de taak van hunne Apostoli
sche zending hoogst verdienstelyk, maar niet
minder zwaar is, en groote opoffering vordert
daarby komt nog de verandering van lucht
gesteldheid, waaraan ze zich langzamerhand
moet gewennen, en waartegen sommigen lang
te kampen hebben.
Onmogelyk in één artikel al het belangryke
der Annalen samen te vatten, ik zou van uwe
plaatsruimte misbruik makenelke aflevering
levert nieuwe merkwaardigheden op.
Overtuigd van de belangstelling myner
Katholieke Landgenooten in de verspreiding
en den vooruitgang van onzen H. Godsdienst,
raad ik ieder aan om lid te worden van het
schoone Liefdewerk en zich te abonneeren op
de Annalen der Afrikaansche Missie.
lo. Men doet daardoor een goed werk,
waaraan zeer vele geesteiyke voordeelen ver
bonden zyn.
2o. Men vergadert een schat van verdien
sten voor den Hemel.
3o. Men wordt in zekeren zin hulpmissionaris,
en dus deelachtig aan al de verdiensten der
Missie.
Dat het bovenstaande zal strekken tot bloei
en vooruitgang van het groote Missiewerk
weDscht een trouw lezer der Annalen.
F. X. Pr
BUITENLAJND.
Frankrijk.
De inhoud van het wetsontwerp tot con
versie der 4 '/2 pCts. buitenlandsche schuld
in een 3'/$ pCts.-fonds, dat de Fransche
minister van financiën Burdeau by de Kamer
heeft ingediend, is reeds medegedeeld.
Het ontwerp werd onmiddellyk verzonden
naar de finantiéele commissie, welke ondei
voorzitterschap van den heer Rouvier het
terstond in behandeling nam. Met algomeene
stemmen werd besloten het voorstel der
regeering onveranderd goed te keuren. Alleen
werden door de heeren Delombre en Sarrien
eenige opmerkingen gemaakt betreffende
de rente van het te vormen fonds. De
heer Delombre achtte eene rente van
2Vs pCt. voldoende en do heer Sarrien sloot
zich daarby aan," maar niettemin werd bet
ontwerp aangenomen en de heer Poincaré,
de oud-minister, tot rapporteur benoemd. De
heer Poincaré bracht reeds gisteren zyn rap
port uit en onmiddellyk werd toen het ontwerp
aan de goedkeuring der Kamer onderworpen.
De Kamer nam het conversie-ontwerp terstond
in behandeling, zoodat men moet erkennen
dat met deze hervorming inderdaad niet
wordt getalmd.
Al de artikelen werden door de Kamer
aangenomen.
De socialist Jaurès stelde een additioneel
artikel voor, bepalende dat de winst, uit deze
conversie voortvloeiende (68 miliioen franken
per jaar), zou besteed worden tot verlichting
van de belasting op ongebouwde eigendommen.
De rapporteur der commissie, de oud-minister
Poincaré, verklaarde zich daar sterk tegen.
Niettemin werd het artikel aangenomen.
Het tweede lid van het artikel, bepalende
dat de winst der conversie gereserveerd wordt
voor de landeigenaars en de landbouwers, die
zelf hun eigendom bebouwon, werd met 408
tegen 70 stemmen aangenomen.
De minister van financiën stelde de kabinets-
quaestie. De minister-president, Casimir Périer,
verlangde, dat de Kamer alle additioneele
voorstellen zon afwyzen en waarschuwde dat,
als de Kamer anders handelde, de regeering
de verantwoordeiykheid niet kon aanvaarden.
De heer Jaurès protesteerde tegen deze
verklaring der regeering.
Onder de afgevaardigden beerschte groote
beweging en vele Kamerleden onderhielden
zich met de ministers over hun besluit.
Toen het amendement-Jaurès in zijn geheel
in stemming werd gebTacht, werd dit verwor
pen met 306 tegen 206 stemmen.
Een nieuw additioneel artikel, door den
socialist Groussier voorgesteld, werd met 495
tegen 1 stem verworpen. Vervolgens werd
het conversie-ontwerp in zyn geheel aange
nomen.
De vergadering, welke precies vyf uren
geduurd heeft, gaf tot vorschillende bykomende
quaesties aanleiding, welke wy hier niet be
hoeven te vermelden. Het resultaat is aat
het ministerie Casimir Perier gespaard is ge
bleven, maar èn het ministerie èn de Kamer
hebben beide niet in aanzien er door gewonnen.
De sterke positie van de regeering is ge
broken en voor de Kamer zullen de eerst
uitgebrachte vota eene moeiiykheid blijven,
welke by de begrooting voor 95, zoo met
eerder, zich stellig zal laten gevoelen.
D ut cschland.
In plaats van het anders gebruikeiyk
applaus, werd de Pruisische troonrede gisteren
met zeer opmerkeiyk stilzwijgen door de af
gevaardigden ontvangen. In politieke kringen
wordt dit beschouwd als eene uiting van de
stemming der conservatieven en agrariërs, die
zich niet laten paaien door de aankondiging
van het voornomen tot oprichting van land-
bouwkamers en van maatregelen tot ver
betering van het landbouw-krediet. De conser
vatieven uit het Hoerenhuis hébben reeds
verlof gevraag! om de regeering te inter-
pelleeren, of zy nog niet andere stappen tot
voorziening in den steeds wassenden nood
van den landbouw wil doen.
De bladen zyn zeer terughoudend in hun
oordeel over de l&ndbouwkamers en in ver
band daarmede over het aangekondigde voor
nemen tot hervorming der rechtstoestanden
van'de landbezitters, omdat nog niets naders
bekend is omtrent deze ontwerpen. De be
doeling moet zyn, de landbouwhypotheken
door de oprichting van kredietinstellingen te
veranderen in onopzegbare amortisatielee-
ningen.
De vrijzinnige bladen zeggen dat de finan-
tiëele toestand in de troonrede met opzet
pessimistisch is voorgesteld, om propaganda
te maken voor de ryksbelastingen.
De troonrede eindigt met de verklaring, dat
by de toenemende hevigheid van den stryd
van meeningen en belangen, uitsluitend het
doel moet zyn, een tegenwicht te vinden in
een oprecht streven naar het bevorderen van
het heil des vaderlands. „Daartoe geve God
zynen zegen."
Men vindt het bedenkelyk, dat de regeering
in de troonrede openiyk heeft erkend, dat het
groote grondbezit bovenmate met schulden
is bezwaard.
Italië.
In Italië wordt beweerd dat Crispi voor
nemens is, zoodra de Kamers weder zyn ver
gaderd, van haar eene aigemeene volmacht
voor zes maanden te verlangen, om in dien
tyd zonder medewerking van het Parlement
de noodige hervormingen in te voeren. Zoo
de Kamers weigerden, zou Crispi haar ont
binden en een beroep op het land doen. De
ministers, zoo zeggen de Italïaansche bladen,
v* rnorpwnde melden, hebben zich reeds