Do vergadering van don Centralen raad van den „Ned. R.-K. Volksbond", welke dit jaar te Delft wordt gehouden, zal in de maand April a. s. plaats hebben. Voor do benoeming van directeur, tevens leeraar in de geschiedenis, aan de H. B.-S. met 5-jarigen cursus te Hoorn, zyn door Burg. en Weths., na overleg met den inspecteur, op het drietal goplaatst, de heeren dr. J. J. Doesburg, te Dordrecht, dr. A. Smit te Deutin- chem, en dr. G. J. Dozy te 's-Gravenhage. Do heer P J. van Staden, te Amsterdam is benoemd tot secrotaris voor Holland van de „Cruft's Graet Dog Show", welke in de maand Februari to Londen zal worden gehouden. De inschrijvingen voor doze tentoonstelling sluiten 22 dezor. Evenals gewoonlijk zal de heer van Staden de honden onder zijne leiding naar Londen medenemen. Deze week zal hij de tentoonstelling te Brussel bezoeken. Het stoomschip „Kaiser," van Hamburg en Amsterdam naar Oost-Afrika, vertrok 14 Jan. van Lissabon; de „Pnns Alexander," van Batavia naar Amsterdam, arriveerde 16 Jan. te Suez; de „Reichstag," van Hamburg en Amsterdam naar Oost-Afrika, arriveerde 18 Jan. te Dares Salaam; de „Glaucus" arriveerde 13 Januari van Amsterdam en Liverpool te Batavia. Bij koninklijk besluit is aan V. V. R. C. R. baron Van Heemstra, met 1 Februari, op zyn verzoek, eervol ontslag verleend als burge meester van Brielle. Aan F. Allan, met ingang van 1 Maart a. 8., op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als onderwijzer by de Rijkskweekschool voor onderwijzers te Haarlem. De dirigeerende offic. van gezondh. 2de kl. J. K. Stakman Bosse, van het personeel van den geneeskundigen dienst der landmacht, op zijne aanvrage op pensioen gesteld en het bedrag van het pensioen vastgesteld op 1876 'sjaare. Benoemd bij het personeel van den genees kundigen dienst der landmachttot dirigee- rend off. van gez. 2de kl. de dirigeerende off. van goz 3de kl. C. W. W. VanWalsum; tot dirigeerend off. van gez. 3de kl. de off. van gez. 1ste kl. K. Hennesbeiden van gemeld personeel. G. J. Vos Azn., thans leeraar >.an de Rijke landbouwschool te Wageningen, *u-; ;omd tot directeur van en leeraar aan deRyisH. B. S. to Bergen-op-Zoom, met toekenning van eer vol ontslag uit eerstgemelde betrekking. Pensioen verleend aan de weduwen van: B. S. Beyl, directeur van het burgerlijk en militair huis van verzekering te Leeuwarden f 280; E. A. Yan Tonderen, ontv. der directe bel., GOOdr. O. Leemans, directeur van het Rijks-Museum van Oudheden te Leiden, /"600. Helling van Havengeld te Leiden. Roads meermalen is or sprake geweest van de invoering van oen zoogenaamd Havengeld in deze gemeente en bi) de behandeling van de bogrooting voor 1894 werd dan ook mede gedeeld dat een daartoe strekkend ontwerp in bewerking was. Het komt B. en Ws. voor dat er inderdaad alleszins termen bestaan om door do heffiDg van een havengeld van do schipperij oenige bijdrage te vorderen ter tegemoetkoming in de belangrijke kosten, welke door de gemeente in het belang van de sci^oepvaart worden gemaakt. In andore gemeenten, als o. a. in Rotterdam, Delft en Haarlem bestaat zoodanige heffing en geeft zfi tot geone moeilijkheden aanlei ding. Ook met de Kamer van Koophandel on Fabrieken is hieromtrent dezerzijds in overleg getreden en het meerendeel der leden van dat College heeft zich met de door B. en Ws. opgemaakte ontwerpen kunnen vereenigen. De Kamer heeft daarbij echter verklaard dat zy zich met de heffing vereenigde onder de uitdrukkelijke „mits" dat daarmede gepaard gaat ooue afschaffing van alle te Leiden be staande bruggelden, als compensatie van het nadeel dat de scheepvaart ten gevolge van de uitvoering van het nieuwe ontwerp zal ondervinden. Slechts enkele leden daarentegen verklaarden zich tegen het ontwerp op grond dab 4J, zich plaatsende op het standpunt van te zijn lid der Kamer van Koophandel alleen de belangen van de scheepvaart hadden in het oog to houden en zij de invoering van het ontwerp in strijd met de belangen achten, al erkocdon zy ook dat wellicht in de toekomst aan do uitvoering voor den finantiëelen toe stand der gemeente voordeelen verbonden zouden zijn. Ten slotte wees de Kamer van Koophandel er op, dat van afschaffing der bruggelden geen sprake mag zijn, zoo niet tegelijkertijd het nieuwe ontwerp Havengeld wordt aan genomen. Hoezeer B. en Ws. zich in beginsel met het stelsel van de Kamer van Koophandel wel zouden kunnen vereenigen, zoo meenen zi) echter vooralsnog geen daartoe strekkend voorstel te moeten indienen, o. a. op grond dat de opbrengst van het oventuëel in te voeren havengeld hoogst onzeker is. Het komt B. en Ws. voor, dat de brng- geldhoffiug voorloopig moet behouden blijven voor de bruggon niet gelegen in do richting Sohry versbrug, Haven, Oude Vost, GaJgewater, terwijl do intrekking van de heffing van bruggeld voor het openen van de in genoemde richting gelegen bruggen bij de nu door B. en Ws. ingediende voordracht wordt vast gesteld, in verband met de overeenkomst met het Provinciaal Bestuur ter zake van de vaartvorbetering. Wat nu de invoering van een Havengeld betreft, deze strekt tot goedmaking van de kosten, in de eerste plaats voor de walmuren, burriën, schoeiingen, diepwerk enz., welke in de laatste vijfjaren hebben bedragen gemiddeld ongeveer 9000 'sjaars, terwijl het te voor zien is dat, met het oog op eene vermeerdering van de scheepvaart, die uitgaven in het ver volg belangrijk zullen toenemen. Voor de invordering by dag en bij nacht zullen acht personen benoodigd wezen, en wel twee voor eiken toegang te water naar de stad, al6 aan het Galgewater, alwaar een afsluitboom zal moeten gelegd worden, aan de Mare, aan den Nieuwen Rijn en aan den Vliet, torwfil aan de Schrijversbrug de inning kan worden opgedragen aan de aldaar gesta- tionneerde brugwachtors. De uitgaven voor traktementen en kleeding dezer beambten en van den Havenmeester worden geraamd op ongeveer ƒ6000 per jaar. Van de vermoedelijke opbrengst van het Havengeld is bezwaarlijk eene raming te maken. Te Delft heeft hot haven- en liggeld te zamen over de laatste vijf jaren opgebracht ongeveer 30,000, te Haarlem het havengeld ongeveer ƒ8700. De liggelden hebben alhier in de jaren 1883 tot en met 1892 gemiddeld ƒ611 por jaar opgebracht. In aanmerking nemende het groot aantal schepen, waarvoor de bruggen alhier worden geopend, en het vermoedelijk aantal schepen, welke de bruggen ongeopend passeeren, zal het havengeld volgens B. en Ws. eene niet onbelangrijke bijdrage opleveren in de kosten door de gemeente in het belang van de scheep vaart gemaakt, welke kosten ten gevolge van de vaartverbetering aanzienlijk zallen vermeer deren, ook met het oog op de geregelde be diening van de bruggen bij nacht. De Ontwerp-Verordenïng voor het heffen van Havengelden bevat o. a. do volgende be palingen: Art. 1. Er wordt naar hunne netto inhouds- grootte voor vaartuigen en voor houtvlotten, die de gemeentewateren in Leiden binnen komen, eene belasting geheven naar het vol gende tarief: A. Havengeld 1°. Voor een stoomboot per M3, elke reis 0.02 2°. Voor een vaartuig beneden de 40 M3, geen stoomboot zijnde, per reis 0.10 3°. Voor een vaartuig van 10 M3 en daarboven, per M3, elke reis 0.02 4°. Voor houtvlotten, per vlot 0.25 Art. 2. Als netto inhoudsgroote van een vaartuig wordt aangenomen die volgens den Rijks meetbrief. Bfi gemis van een meotbriefkran ook worden aangenomen de inhoud volgens het patent of ander document, ten genoege van den ambte naar, voor de ontvangst der belasting aange wezen. Bfi gebreke daarvan of bij weigering om hot stuk te vertoonen, wordt do inhoud van het vaartuig door den ambtenaar of diens ge machtigde geschat en is de belasting naar de schatting verschuldigd, tenzy de schipper of eigenaar verkiest dat het vaartuig op zijne kosten door een deskundige, door Burg. en Welh. aan te wijzen, worde gemeten, volgens de regelen daarvoor by het Rijk vastgesteld of nog vast te stellen. Wanneer het havengeld naar schatting is geheven en binnen twee maanden na de be taling daarvan een Rijksmeetbrief wordt aan geboden, wordt, tenzij de schatting het gevolg was van weigering om het stuk te vertoonen, het te veel berekende teruggegeven. Art. 3. De belasting is verschuldigd door den schipper of eigenaar van het vaartuig, hetwolk het gemeentewater te Leiden bin nenkomt. Art. 4. De belasting voor houtvlotten is verschuldigd door den schipper of eigenaar van het houtvlot. Art. 5. Aan deze belasting zijn niet onder worpen a. De roeiboot bij een vaartuig behoorende, waarvoor havengeld verschuldigd is. b. Nieuw gebouwde vaartuigen, die voor de eerste maal vaarklaar zijn gemaakt en geen lading in hebben. c. Houtvlotten geborgen in gemeentewater, daartoe door Burg. en Weths. aangewezen. d. Vaartuigen die eene vaste ligplaats hebben (zio art. 5, Raadsbesluit 20 April 1876). Art. 6. De invordering geschiedt door de daartoe door den gemeenteraad aangestelde ambtenaren. Art 7. Dit besluit treedt in werking op den dag, waarop van de verleende koninklijke goedkeuring afkondiging is geschied. Influenza. Deze ziekte, die eenige jaren geleden zoo vele slachtoffers hooft gemaakt, heeft zich in de laatste maanden in een deel van Europa weder met hevigheid vertoond en nu ook in ons land weder velen aangetast, in menig geval in zeer kwaadaardigan vorm. Een geneeskundige, wien wij vroegen of er ook voorbehoedmiddelen zijn, antwoordde ons ongeveer het volgende: „Influenza is een infectie-ziekte. De ziekte kiemen verspreiden zich zóó snel, dat het hoogst moeilijk is, zich daarvoor in acht te nemen. Bovendien gaat menigeen, die in lichte mate is aangetast, toch uit, en kan iemand die de ziekte reeds „onder de leden" heeft, anderen aansteken nog voordat hy zich ziek gevoelt, evenals dat by mazelen het geval is. Dit belet intusschen niet dat men zooveel mogelijk op zyne hoede zyn kan, zoo o. a. door het bezoeken en in aanraking komen metin- fluenzaiyders te vermyden. De beste raad zal verder wel zyn, dat wie zich onwel ge voelt niet draalt met het inroepen van genees kundige hulp en dat men zich in elk geval meer ontzie dan men gewooniyk pleegt te doen. Het uitkoken en ontsmetten van ge bruikte zakdoeken is mede aan te bevelen." Wy meenon wel te doen met deze opmer kingen openbaar te maken. (A. H.) Gemengd Nieuws. De tweede uitvoering met bal der Leidsche Wielrydors-vereeniging „All Right" zal plaats hebben op Zaterdag 31 Maart. In een bericht van verleden week over den uitslag eener hardrydery op schaatsen was abusieveiyk als terrein van den strijd Roelof-Arends veen opgegeven. Dit moest zijn: Oude Wetering. Tegen één uur hedennacht brak te Rotterdam een geweldige brand uit in pand No. 20 in de Oost-Molenstraat, in ge bruik bij den brood- en bescbuitbakker A. P. Versiuys Wz. De brand ontstond op een pak- zolder, gelegen op de 1ste verdieping boven do bakkery in het achtergedeelte van het dubbele pand, by dien bakker in gebruik. Boven dezen zolder bevinden zich nog twee verdiepingen, tot bergplaatsen van meel die nendo, welke kort daarop in lichterlaaie stonden. Dit was het brandpunt van waar de brand zich voortdureud naar alle zyden uitbreidde, de lucht rood kleurde, een regen van vonken verspreidde en schrik bracht ODder de omwonenden. De bakkery komt aan de achtorzyde uit in de Kapitein Imansteeg, loopende van de Nieuwehaven NZ. naar den Groenandaal. In die steeg stonden ook eenige pakhuizen, o. a. van den heer v. Rossem en anderen, in volle vlam. Uit de verdiepingen boven de bakkery gelegen, sloegen de vlammen naar de pak huizen over. Ook het aangrenzende pand No. 18 in de Oost-Molenstraat, in het benedenhuis waarin de barbier Th. A. Balk zyn bedryf uitoefent, stond aan de achtorzyde in lichterlaaie. De brand breidde zich voortdurend uit, ondanks de werking van acht spuiten en de stoomspuiten van het oostelyk en westeiyk stoomgemaal. Van verschillende zyden rukten nog hand- brandspuiten aan, terwyl ook de stoombootjes van den havendienst in de Nieuwehaven waren verschenen om de brandweer kracht dadig ter zyde te staan. Verschillende bewoners van de Nieuwehaven brachten hunne kostbaarheden in veiligheid. In het geheel stonden in volle vlam twee panden in de Oost-Molenstraat en twee of drie pakhuizen in de Kapitein Imansteeg, waarin verschillende goederen aanwezig zyn en in de onmiddeliyke nabyheid waarvan zich de petroleumbergplaats van Gebroeders Jansen bevindt (N. R. C) Een zonderlinge zeevondst. - Volgens de „Central News" kwam to Galve ston, Texas, een Noorsch zeilschip binnen met het wrak van oen voor vyftig jaar ver brand schip van Engolschen bouw op sleep touw. Dit destyds na den brand gezonken schip is ten gevolge van onderzeesche stoornis ter hoogte van Fearo-Eiland weder boven gekomen. Het schip was geheel aangegroeid met zeepokken, enz. In de hut van den kapi tein worden eenige kisten met yzeren beslag aangetroffen, waarvan de inhoud was orgaan met uitzondering van een lederen zak, welko het jaartal 1809 droeg en waarin zich 1000 guineas bevonden. Voorts eenige horloges en een met paarien bezette borstlap, welke door het zeewater geheel bedorven waren. Ook werden aan boord drie geraamten gevonden, waaronder een van byoa zeven voet lengte. Het schip, aat de vondst deed, wordt in het bericht „Elsa Anderson" genoemd. Te Brussel heeft het gerech- teiyk onderzoek tegen een dief, die de vorige maand door de politie te Schaerbeek werd gpa«esteerd, wonderlijke dingen aan het licht gebracht. Sedert by na twintig jaren heeft de arrestant zich schuldig gemaakt aan dief stallen tot eeD bedrag van 800,000 fr. De meeste der hem ten laste gelegde zaken zyn echter reeds verjaard; toch blyven er nog genoeg oneerlykhedeD over, die hy in den laatsten tyd beging, waarover hy zich zal moeten verantwoorden. Onder andere ont vreemdde hy baron B. eene waarde van 18,000 fr. in handelspapieren met eene som van 15,000 fr., die hem graaf V. had toevertrouwd. Een linnen ban del aar uit Kortryk, die na uit muntende berichten over den schelm ont vangen te hebben, handelsbetrekkingen met hem aanknoopte, schoot er 20,000 fr. by in. Voor eenige maanden w erd uit de villa van den heer Hóbert te Vincennes voor meer dan f 100,000 aan effecten gestolen. De heer Hébert werd ziek van den schrik en overleed eenigen tyd later. Thans is teParys een man gearresteerd, die een der gestolen effecten te koop aanbood en op zyne aan- wyzing een Griek, in wiens bezit 34 der ge stolen effocten werden gevonden. Voor eenige dagen ontving mevrouw H. uit Milaan een brief, waarin haar werd aangeboden alle effecten tegen de helft der waarde terug te bezorgen, 't Schynt dat te Milaan een soort van inter nationaal bureel om gestolen effecten te ver- koopen bestaat Het onderzoek wordt te Parys en Milaan voortgezet. Toen Vrydag jl. een trein naby Istein (by Bazel) door eene timnel reed, werd een reiziger met revolverschoten door zyn reisgezel vermoord. De knal werd door den conducteur gehoord, die toesnelde en den trein deed stilhouden. De moordenaar dreigde den beambte eveneens met de revolver, maar werd ontwapend en geboeid. Het was waarschynlyk zyn doel het ongelukkige slachtofferte berooven Het testament van iemand, die te Breslau wegens moord in het tuchthuis zat en daar onlangs, geheel onvermogend naar men meende, overleed, is dezer dagen geopend. Daarby bleek, dat de overledene een groot vermogen bezeten had, waarvan hy o. a. aan alle gevangenisbeambten legaten tot 5000 Mark, en zynen advocaat een legaat van 3000 Mark vermaakte. Te Newtown (Long Island) stortte Vrydag-avond een gedeelte van de brug over de Newtown Creek in. Op de brug bevonden zich een groot aantal naar huis gaande ar beiders. Gelukkig lagen twee sleepbootjes in de nabyheid, die een groot aantal drenkelingen redden. Anderen werd hulp geboden met touwen, hun van den kant en van de brug toegeworpen. Velen bekwamen door den val kwetsuren, andere schrikten door den plotse- lingon schok zóó hevig, dat hun zenuwgestel aangedaan werdin het geheel werden vyftien personen in het ziekenhuis opgenomen en vyf vermist, die wel verdronken zullen zijn. INGEZONDEN. Naar aanleiding van eene beschouwing door de Nederlandsche Katholieke Couranten in October 1885 verspreid, aangaande het Liefde werk van den H. Augustinus en de H. Monica, en de Annalen der Afrikaansche Missie van Z. Em. Kardinaal Lavigerie, heb ik een abon nement genomen op deze maandelijksche uitgave. Ter bevordering van de goede zaak verzoek ik u beleefd om het volgende door uw ver dienstelijk blad meer en meer bekend te maken. Met innige voldoening breng ik hulde aan genoemde beschouwing, waarin ook een abon- nent zyne moening over het uitmuntende werk heeft ten beste gegeven; niets over drevens, maar werkelijke waarheid is daarin vervat; na nadere kennismaking onderschryf ik gaarne al het goede, dat hy er van vermeldt. Daar nu de 12de en laatste aflevering van den lOden jaargang is verschenen, wenschte ik met eenige woorden in uw invloedrijke courant te trachten genoemde Annalen ook by anderen in te leiden. Wat taal, styi en redactie aangaat, moet ik opmerken dat het werk wordt geschreven om ook voor den minder ontwikkelden lezer verstaanbaar te zyn, en hierin is men tot nu toe uitmuntend geslaagd, de redactie levert voed zamen, gezonden, en voor ieder verteer baren kost. Waren de vroeger verschenen jaargangen schoon en treffend van inhoud, deze, nl. de 10de, doet niet onder in degelykheid en de volgende beloven nog xyker aan inhoud te worden. De bloedige geschiedenis van Ouganda; de moed en standvastigheid der nieuwe chris tenen hun groot geloof, hetwelk zy ten koste van hun leven hebben behouden; het voorval te Tanganika, de moord van Oukouanyana— met do overige berichten zyn allen zeer merk waardig. Hoe treffend en schoon is de geschiedenis der drie Afrikaansche maagden, wat en hoe hebben z\) geleden en gestreden voor hun geloof en hoe luisterryk was hare overwinning 1" Het reisverhaal van den Eerw. Pater J. Van dor Burgt is en biyft eene keurige beschry- ving, die zonder weerga is, en ten volle den moedigen Missionaris waardig. In de Correspondenties ziet men de innige vereeniging der Missionarissen met hunnen Alge meen en Overste, hunne medebroeders en familiebetrekkingen. Uit elke bladzyde biykt met welken moed de Missionarissen bezield zynhoe menigmaal zy in gevaar zyn hun leven te veriiezen, welke opofferingen zy zich getroosten om eene ziol voor den Hemel te winnen; watzy van tijd tot tyd moeten verduren om hun doel te bereiken, namelQk het zielenheil te bevorderen, een arbeid, die schijnbaar de monecheiyke krachten te boven gaat. \$j lezen hier ook wat zy moeten in het werk stellen om met de opperhoofden van stammen of zoogenaamde Koningen in aan raking en onderhandeling te komen en hoe van een onderhoud of onderhandeling met zulk een Hoofd afhangt of zy in hunne onderneming zullen slagen om heidenen tot de ware Kerk van Christus te brengen. Men ziet, dat de taak van hunne Apostoli sche zending hoogst verdienstelyk, maar niet minder zwaar is, en groote opoffering vordert daarby komt nog de verandering van lucht gesteldheid, waaraan ze zich langzamerhand moet gewennen, en waartegen sommigen lang te kampen hebben. Onmogelyk in één artikel al het belangryke der Annalen samen te vatten, ik zou van uwe plaatsruimte misbruik makenelke aflevering levert nieuwe merkwaardigheden op. Overtuigd van de belangstelling myner Katholieke Landgenooten in de verspreiding en den vooruitgang van onzen H. Godsdienst, raad ik ieder aan om lid te worden van het schoone Liefdewerk en zich te abonneeren op de Annalen der Afrikaansche Missie. lo. Men doet daardoor een goed werk, waaraan zeer vele geesteiyke voordeelen ver bonden zyn. 2o. Men vergadert een schat van verdien sten voor den Hemel. 3o. Men wordt in zekeren zin hulpmissionaris, en dus deelachtig aan al de verdiensten der Missie. Dat het bovenstaande zal strekken tot bloei en vooruitgang van het groote Missiewerk weDscht een trouw lezer der Annalen. F. X. Pr BUITENLAJND. Frankrijk. De inhoud van het wetsontwerp tot con versie der 4 '/2 pCts. buitenlandsche schuld in een 3'/$ pCts.-fonds, dat de Fransche minister van financiën Burdeau by de Kamer heeft ingediend, is reeds medegedeeld. Het ontwerp werd onmiddellyk verzonden naar de finantiéele commissie, welke ondei voorzitterschap van den heer Rouvier het terstond in behandeling nam. Met algomeene stemmen werd besloten het voorstel der regeering onveranderd goed te keuren. Alleen werden door de heeren Delombre en Sarrien eenige opmerkingen gemaakt betreffende de rente van het te vormen fonds. De heer Delombre achtte eene rente van 2Vs pCt. voldoende en do heer Sarrien sloot zich daarby aan," maar niettemin werd bet ontwerp aangenomen en de heer Poincaré, de oud-minister, tot rapporteur benoemd. De heer Poincaré bracht reeds gisteren zyn rap port uit en onmiddellyk werd toen het ontwerp aan de goedkeuring der Kamer onderworpen. De Kamer nam het conversie-ontwerp terstond in behandeling, zoodat men moet erkennen dat met deze hervorming inderdaad niet wordt getalmd. Al de artikelen werden door de Kamer aangenomen. De socialist Jaurès stelde een additioneel artikel voor, bepalende dat de winst, uit deze conversie voortvloeiende (68 miliioen franken per jaar), zou besteed worden tot verlichting van de belasting op ongebouwde eigendommen. De rapporteur der commissie, de oud-minister Poincaré, verklaarde zich daar sterk tegen. Niettemin werd het artikel aangenomen. Het tweede lid van het artikel, bepalende dat de winst der conversie gereserveerd wordt voor de landeigenaars en de landbouwers, die zelf hun eigendom bebouwon, werd met 408 tegen 70 stemmen aangenomen. De minister van financiën stelde de kabinets- quaestie. De minister-president, Casimir Périer, verlangde, dat de Kamer alle additioneele voorstellen zon afwyzen en waarschuwde dat, als de Kamer anders handelde, de regeering de verantwoordeiykheid niet kon aanvaarden. De heer Jaurès protesteerde tegen deze verklaring der regeering. Onder de afgevaardigden beerschte groote beweging en vele Kamerleden onderhielden zich met de ministers over hun besluit. Toen het amendement-Jaurès in zijn geheel in stemming werd gebTacht, werd dit verwor pen met 306 tegen 206 stemmen. Een nieuw additioneel artikel, door den socialist Groussier voorgesteld, werd met 495 tegen 1 stem verworpen. Vervolgens werd het conversie-ontwerp in zyn geheel aange nomen. De vergadering, welke precies vyf uren geduurd heeft, gaf tot vorschillende bykomende quaesties aanleiding, welke wy hier niet be hoeven te vermelden. Het resultaat is aat het ministerie Casimir Perier gespaard is ge bleven, maar èn het ministerie èn de Kamer hebben beide niet in aanzien er door gewonnen. De sterke positie van de regeering is ge broken en voor de Kamer zullen de eerst uitgebrachte vota eene moeiiykheid blijven, welke by de begrooting voor 95, zoo met eerder, zich stellig zal laten gevoelen. D ut cschland. In plaats van het anders gebruikeiyk applaus, werd de Pruisische troonrede gisteren met zeer opmerkeiyk stilzwijgen door de af gevaardigden ontvangen. In politieke kringen wordt dit beschouwd als eene uiting van de stemming der conservatieven en agrariërs, die zich niet laten paaien door de aankondiging van het voornomen tot oprichting van land- bouwkamers en van maatregelen tot ver betering van het landbouw-krediet. De conser vatieven uit het Hoerenhuis hébben reeds verlof gevraag! om de regeering te inter- pelleeren, of zy nog niet andere stappen tot voorziening in den steeds wassenden nood van den landbouw wil doen. De bladen zyn zeer terughoudend in hun oordeel over de l&ndbouwkamers en in ver band daarmede over het aangekondigde voor nemen tot hervorming der rechtstoestanden van'de landbezitters, omdat nog niets naders bekend is omtrent deze ontwerpen. De be doeling moet zyn, de landbouwhypotheken door de oprichting van kredietinstellingen te veranderen in onopzegbare amortisatielee- ningen. De vrijzinnige bladen zeggen dat de finan- tiëele toestand in de troonrede met opzet pessimistisch is voorgesteld, om propaganda te maken voor de ryksbelastingen. De troonrede eindigt met de verklaring, dat by de toenemende hevigheid van den stryd van meeningen en belangen, uitsluitend het doel moet zyn, een tegenwicht te vinden in een oprecht streven naar het bevorderen van het heil des vaderlands. „Daartoe geve God zynen zegen." Men vindt het bedenkelyk, dat de regeering in de troonrede openiyk heeft erkend, dat het groote grondbezit bovenmate met schulden is bezwaard. Italië. In Italië wordt beweerd dat Crispi voor nemens is, zoodra de Kamers weder zyn ver gaderd, van haar eene aigemeene volmacht voor zes maanden te verlangen, om in dien tyd zonder medewerking van het Parlement de noodige hervormingen in te voeren. Zoo de Kamers weigerden, zou Crispi haar ont binden en een beroep op het land doen. De ministers, zoo zeggen de Italïaansche bladen, v* rnorpwnde melden, hebben zich reeds

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 2