N°. 10398.
Maandag 15 Januari.
A0. 1894.
feze fëourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en (feestdagen, uitgegeven.
Derde Blad.
Feuilleton.
HET SLOT ELKRATH.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Loiden per 3 maanden.
Franco por post
Afzonderlijke Nommors
f 1.10.
i 1.40.
0.05.
PRIJS DER ADVERTENTEËN:
Van 1-6 regels 1.05. Iodero regel meer f 0.17{. Grootere
letters naar plaateruimte. Voor het incasseeren bruten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Dit nommer bestaat uit DRIE
Bladen.
Leiden, 13 Januari.
jMykens eene in dit blad voorkomende
advertentie zal de „Dubbol-Quartet-Vereeni-
ging" alhier een concert geven ten voordeele
vsn de Vereeniging: „Kindervoeding". Naar
w\) uit goede bron vernemen, zal by die ge
legenheid door een jonge dames- en kinder
koor do kindercautate„De Rattenvanger van
Hameln" worden ten gehoore gebracht.
Door den Raad der gemeente Zegwaard
Is aan den heer C. J. Veldhuizen vergunning
verleend tot het plaatsen van een petroleum-
motor van 15 paardenkrachten.
In hot jaar 1893 werden in de gemeente
Zegwaard 13 huwelijken gesloten, 50 kinderen
geboren, waarvan 23 meisjes en 27 jongens,
overleden 43 personen, waarvan 23 mannen
en 18 vrouwen en 2 levenloos aangegeven.
Vertrokken uit de gemeente zijn 106 per
sonen, ingekomen 95.
In verschillende dagbladen is gemeld,
dat prof. J. Spanjaard op 24 dezer den dag
hoopt to herdenken, waarop hy vóór 25 jaren
zijne werkzaamheden aan de Indische Instel-
lug te Delft begon. Deze datum is niet juist.
De bedoelde herd-nking valt op 20 Jan. a. s.
To IIa; rl'.-m is op 81-jarigen leeftyd
Overleden de heer H. Figee Sr., stichter der
welbekend flima Gebroeders Figee, fabrikan
ten van stoomwerktuigen, baggermachines, enz.
De goedkeuring der Staten-Generaal is
gevraagd op den afstand aan de gemeente
's-Gravtnhnge van oen gedeelte van den tuin
van hot koi.inklijk paleis aldaar en van de
sloot tusschen dien tuin en den Prinsessewal.
Blijkens de Memorie van Toelichting ver
wacht do minister van financiën van de uit
voering rir.r vor< intonis van de gemeente eene
belan.-.vijho verbetering in den toestand van
hut. terrein, niet alleen omdat de sloot, waarin
gcene goede doorstrooming was te brengen,
eal worden gedempt, maar vooral ook omdat
fle afgestane strook grond aan den Prinsesse
wal toegevooad zal worden en derhalve ten
goedo zal komen aan het openbaar verkeer.
Bij den secretaris der Algomeene Synode
is vanwege H. M. de Koningin Regentes inge-
komon ocne som van 2000 en oen bodrag
van ƒ750, namens H. M. de Koningin ge-
cchonken ton behoeve van het fonds voor
noodljjdendo kerken en personen en het fonds
&or voorziening in de geestelijke behoeften van
gemeenten, waar eigen middelen ontbreken.
(Kerkel. Cl.)
Aanvangende met het lste kwartaal
Ö9zes jaars zullen de pensioenen ten laste
van hot rijks pensioenfonds voor weduwen
oo weezen van burgerlijke ambtenaren in
etodo van den 20sten der maand, volgende
op het kwartaal, reeds betaalbaar gesteld
worden in de tweede maand van het kwar
taal waarover de betaling loopt.
Hot pensioen over het lste kwartaal 1894
zal derhalve ongeveer den löden Februari
GOLO RAIHÜN'D.
69)
De eenvoudig gemeubileerde koele kamer
heeft het uitzicht op eene stille straat en
ziet or in de vroege schemering van den
herfstavond nog stiller en ongezelliger uit
dan dit overdag het geval is, als do zon
hare stralen door de vensters werpt. Nu
öehter wordt de schemering noch door het
schijnsel der lamp noch door dat van het
vuur verdreven. Zulk eene omgeving was
dus wemlg geschikt om Wolfgang tot opge
ruimdheid te stemmen.
Er was veel, veel anders geworden, sedert
Wij hom don laatsten keer gezien hebben,
eu hijzelf otaat nog, als ontwaakt uit een
benauwenden droom, besluiteloos in eene
vreemde wereld.
Zijn erg9te vrees wa3 verwezenlijkt; het
huls Flinders Co. had zijne betalingen ge-
Staakt en het verlies, dat Worlitz had getroffen,
zóó aanzienlijk, dat hy zich aan het einde
zflne moeiiyke loopbaan weder op dezelfde
Loogt* bevond al? toen by vóór vyftien jaren
aan wal zecte. De hoeve, waarin hy dec
bescheiden canvaog had gemaakt van zyn
fortuin, was hem overgebleven, maar dat was
Ovi alles. In de eeret* Jaren van zflnverbiyf
Ui .Amerika was het een genot voor hem
a. 8. reeds ontvangen kunnen worden en
vervolgens het pensioen over het 2de kwar
taal den löden Mei, over het 3de kwartaal
den löden Augustus, over het 4de kwartaal
den löden November, enz.
De nieuwe Senaatkamer in het univer
siteitsgebouw te Amsterdam, welke reeds in
gebruik is genomen, is hoogst eenvoudig
ingericht. Aan drie wanden hangen de por
tretten van bekende geleerden, terwyi er
boven den schoorsteen een doek is aangebracht,
voorstellende de Amsterdamscho Stedemaagd
met Mercurius en Minerva. Het vertrek is
veel kleiner dan de oude Senaatkamer, en
het licht Is ook niet zoo goed als vroeger.
De oude Senaatkamer zal als klein auditorium
ingericht worden.
By koninkiyk besluit van 12 dezer is,
met ingang van 16 dezer, aan den heer A. E.
Rahusen, die op zyn verzoek, eervol ontslag
verleend als hoogleeraar aan de Polytech
nische School, en zyn aan genoemde school
benoemd: tot hoogleeraar, de heer J. Car-
dinaal, thans leeraar aan die inrichting, en tot
leeraar, dr. J. De Vries, thans leeraar aan de
hoogere burgerschool met 6 jarigen cursus
te Haarlem.
Jhr. mr. J. Loudon, gezantschapsattachó in
algemoenen dienst, bevorderd tot gezantschaps
secretaris der tweede klasse by het departe
ment van buitenlandsche zaken.
Benoemd tot notaris binnen het arr. Arnhem,
ter standplaats Diedam, H. JG. N. Van Ro-
mondt, candidaat-notaris te Gendringon.
Met ingang van 16 dezer aan mr. Th. J.
A. Duynstee, op zyn verzoek eervol ontslag ver
leend als schoolopziener in 't arr. Zaltbommel.
Pensioen verleend aan: M. Van Rooyen,
weduwe van den besteller aan het Rykstele-
graaf kantoor te Utrecht, W. Hatzmann, 400;
M. Koops, wed. van den brievenbesteller G.
J. Meilink, ƒ160; R. Morres, eerder weduwe
A. A. Bucker, thans weduwe B. Verhelst,
kommies 2de kl. by 'sRyks bel., ƒ112; C. C.
Stapelkamp, wed. H. T. Weehuizen, hoofd
opzichter by 's Ryks waterstaat, f 250; A.
Sluis, wed. A. Westerman, postbode, 60
'e jaars.
Benoemd by het personeel van den genees
kundigen dienst der landmacht, tot militair
apothekor 2de kl., de militaire apothekers
bediende (apotheker) J. S. Surie, van dat
personeel.
Praatjes over Kunst.
Vlokken.
XIX.
In verband met hetgeen ik hier onlangs
opschreef betreffende de opvoering van
Maeterlinck's Pelléas et Mélisande, door
„l'Oeuvre" (in den Foyer van het Gebouw
voor Kunsten en Wetenschappen te 's-Graven-
hage), acht ik het vermeldena waard mede te
doelen wat het eer3te nummer van de nu
14-jarige „Art Moderne" (thans roet een
by zonder mooi titelblad van George Lemrcen
verschynend) hierover bevat, naar aanleiding
van een paar voorstellingen te Luik.
De my van bevriende zyde welwillond
verstrekte vrye vertaling er van luidt aldus:
„Twee In de hoogste mate artistieke voor
stellingen zyn met enkele dagen tusschen-
ruimte door den heer Lugnó-Poé en den troep
van het theater „l'Oeuvre" te Luik gegeven:
„Ro8mereholm" In de „Socióté d' Emulation",
„Pellóas et Mélisande" in het „Théatre du
Gymnase."
Het ietwat spotlustig Luiksch publiek, dat
op het punt van kunstzin meestal in een
staat van dommelige onverschilligheid ver
keert, is ditmaal eens flink wakker ge
schud. Beide malen was de opkomst talryk.
Het publiek bestond niet alleen uit letter
kundigen en voorstanders der niouwere kunst,
maar ook, en vooral uit leden der eerste
kringen, die die lieden wier maatschappe*
ïyke positie geheel meebrengt dat zy in alle
opzichten de behoudende richting zyn toege
daan, gewend en gewoon minachtend neer
te zien op elke nieuwe kunstuiting, die vyandig
staat tegenover ieder kunstwerk, of artistieke
onderneming, zoolang die nog niet gestempeld
is tot iets, waarin elk beschaafd mensch belang
behoort te stellen. Aan hem natuuriyk
om uit te maken wat dien stempel verdient I
Yoor het grootate deel van het publiek
waren „Rosmersholm" en „Pellóas et Méli
sande" onbekenden. Maar de namen van Ibsen
en Maeterlinck luid genoeg verkondigd door
de uitgelezen minderheid, prikkelden tot
gaan en men ging op, nieuwsgierig, wan
trouwend, sommigen zelfs met dien smalenden
glimlach om do lippen, die het kenteeken is
der zelfgenoegzame ydele middelmatigheid.
Zaterdag ontstond er in het „Thé&tre du
Gymnase" eenig rumoer tydens de opvuering
van „Pelléas et Mélisande". Maar het fluiten
en lachen werd overstemd door levendige
toejuichingen.
Hot zou onjuist zyn te beweren dat het
drama van Maeterlinck door de groote menigte
begrepen en gewaardeerd 1b gewordon. Men
moet van te voren in hot werk ingewyd zyn,
om die symbolistische tooneelen to bogrypen,
om den diepen zin te vatten der in zulke
eenvoudige woorden gekleede gedachten. Maar
de dramatische tooneelen van het werk hebben
algomeen grooten indruk gemaakt.
De mise en scène was zeer gebrekkig. De
vertolking bewees, dat de artisten geheel
doordrongen waren van de diepe beteekenls
van het werk."
Op de 4de „Groep en "-ten toonstelling in
„Pulchri Studio" exposeeren thans:
Dekker, Henkes, M. Ten Kate, Van der Laan,
Taco Mesdag, Ter Moulen, Nakken, Odé Jzn.
(beeldhouwwerk), Roermeester, mej. Geslne
Schenk, Thórèse Schwartzo en Witkamp.
Eene zéér belangryke llthographie van
Mouiyn kwam my dezer dagen onder de oogen.
Ik verwacht dat een afdruk binnenkort by
den heer IJtama zal worden geëxposeerd, en
ik daarna dan gelegenheid zal vinden om op
dezen steendruk, „Geloof" getiteld, nader terug
te komen in myn „Vlokken".
Voor „Loffelt" contra „Veth".
De „Fliegende Blatter" bevat een aardig
gedichtje: „Auf einen kritiker":
Sein Grundsatz ist das Hassen, nicht das
(Lieben,
Kein Buch vermag ihn jemals zu ergötzen;
Hat er an einen Sonst nichts aus zusetzen
So argert's ihm, dase er'a nicht Selbst ge-
[schrieben.
In de „Vossische Zeitung" worden een
aantal inzendingen van Jan Toorop besproken,
die thans by Fr. Gurlitt te Beriyn ter bezich
tiging zyn gesteld.
Nu binnenkort een achttal werken van
Toorop ook hier in de kunstzaal van 't Stede-
lyk Museum zal worden geëxposeerd, beperk
ik my tot bovengemelde mededeeling.
Op het artikel van den heer L. P. („Die
Symbolisten-Ausstellung") hoop ik nader terug
te komen. 0. V.
Werkloosheid te Amsterdam.
Op den N. Z. Voorburgwal waren gister
morgen weder een 300-tal werkloozen byeen-
gekomen.
Het comité was niet aanwezig. Een jong-
mensch deelde mede, dat de politie order had
ontvangen om Sameon te arrestoeren.
Men trok naar „Constantie", waar Luitjes,
uit Sappemeer, zou spreken. Spoedig waren
zaal en gaandery geheel gevuld.
Terwyi de vergadering op den spreker
wachtte, drong de tyding tot haar door, dat
Samson dien morgen om tien uren in den
slagerswinkel van zyn vader in de Gorard-
Dou straat, door de politie was gearresteerd,
om vier dagen gevangenisstraf te ondergaan,
welke by ten gevolge der werkloozenbeweging
van het vorig jaar nog te goed had.
Tot tydkorting Luitjes zou eerst om half-
twaalf komen sprak een zekere Rustenburg
op een o wyze, die soms tot groote hilariteit
aanleiding gaf.
Ook zekore Raatsing wilde een woordjo
zeggen. Deze kon zich zeor goed indenken
iu de positie der verschillende bladen als het
„Nieuwsblad voor Nederland" eu „Hot Han
delsblad". In den regol waren do verslag
gevers humane monschen, doch dat gesohryf
was voomameiyk het werk hunner redacteurs.
Door rumoer werd deze spreker belet verder
voort te gaan, om plaats te maken voor een
ander, dte do houding van het „Nieuwsblad
voor Nederland" in zooverre goed vond, dat
het ruiteriyk schreef hetgeen het daoht en
dus niet loog.
Van „Het Handelsblad" was het echter niet
te verwonderen dat het op die wyze schreef,
daar het nu eenmaal oen blad was voor de
bourgeoisie. Wanneer zulke bladen logen, dan
was het maar beter dat zy weggingen.
Toen Luitjes gearriveord was, deelde Woll-
ring de arrestatie van Samson mede en gaf
het woord eerst aan Geel om te antwoorden
op eenige vragen van „Het Handelsblad". Geol
zeide niet aan de uitnoodiging van de redactie
van „Het Handelsblad" om by haar te komen
gevolg te hebben gegeven omdat eenige zyner
vrienden het hem hadden afgeraden, daar by
hen de vrees bestond dat, wanneer by in eene
kamer zat te praten, er in een aangrenzend
vertrek iemand zou zitten, die een stenogra
phist verslag van het door hem gesprokene
zou maken en wanneer hy zich dan do eene
of andere strafbare uitdrukking zou laten ont
vallen, dan zou hy nog voor den strafrechter
moeten verschijnen. Hy had echter aan de
redactie van „Het Handelsblad" schriftelijk
medegedeeld dat hy geen ruggespraak met
haar wilde voeren.
Verder deed Geel amende honorable, wat be
trof het door hem jl. Maandag in drift ten
aanzien der verslaggevers gesprokene. Hij wist
te goed dat er ondor de verslaggevers nog
vertrouwbare personen waren.
Luitjes sprak daarna in den breede over de
werkloosheid, waarna zekere Johan Visser nog
eenige woorden daaraan toevoegde.
Geel verzocht nog hen, die eerstdaags
wegens wanbetaling van verschuldigde huis
huur, op straat zouden gezet worden, zich
by hem te vervoegen, om de namen van die
huisheeren op te geven. Die namen zullen
dan in de stooibiljetten vermeld worden.
De oolporteur Bos deelde daarna mede, dat
hy Donderdag-avond eon bevel had gekregen
van den officier van justitie om zich gister
morgen te 10 uren in arrest te begeven, ten
einde negen maanden gevangenisstraf te onder
gaan wegens verzet tegen de politie. Hy was
geheel daarop voorbereid; hy bad afscheid
genomen van zyne vrouw on zyne 5 kindoren,
waarvan twee ziek waren. Hy verzocht de
vergadering om hem thans naar het Paleis
van Justitie te vergezellen, doch vooral goen
verzet tegen de politie te plegen byaldien hy
op straat zou gearresteerd wordon.
Wollring raadde echter af om Bos naar het
Paleis van Justitie te vergezellen, daar hy
vreesde dat men zich niet zou kunnen be
dwingen, wanneer Bos medegevoerd zou wor
den. Verder zeide Wollring dat hy niot by do
redactie van het „Nieuwsblad voor Nederland"
was geweest omdat Ly ban? was, dat hy
den hoofdredacteur in plaats van woorden oen.
paar oorvygen zou toedienendaarom had hy
zich er toe bepaald dien heer een brief te
achryven.
Bos wen8chte nu alleen de zaal te ver
laten en niet achtervolgd te worden. De
voorzitter daarentegen wilde dat Bob zou
wachten tot de vergadering uiteon zou zyn,
daar anders toch de meesten zouden mede
loop en.
Door middel van handen opsteken word
besloten Bos niet weg te brengen, waarna
Boe onder luid hoezee de zaal verliet. Toen
de vergadering op straat kwam onder het
geroep van „Leve Bos l" was Bos reeds in een
kroegje op de Prinsengracht verdwenen.
Een troep van een 500 man trok langs do
Keizersgracht, waarna hot comité zich op het
Koningsplein ontbond.
Een restantjo wandelde toen nog door de
Kalverstraat en giDg 's namiddags omstreeks
halfvier op den Dam uiteen.
geweest, nieuwo gronden aan te koopen, als
de gelegenheid zich daartoe aanbood, maar
toen hy eenmaal had ondervonden, hoeveel
sneller men met spoorwegaandoelen en effecten
geld kon verdienen, dan met de bewerking
van den grond, was het uit met de vermeerde
ring van zyne grondbezittingen. Zyne specu
laties gelukten allo en dit maakte hem ver
metel; hy werd spoedig een ryk man en
daar Wolfgang geen „farmer" was en de be
zittingen na den dood van den houtvester
toch verkocht hadden moeten worden, kon
Wolfgang zelf het niet wenscheiyk vinden,
dat zyn erfdeel juist op die wyze belegd werd.
Zoo verzekerde het bezit van de hoeve wel is
waar aan den houtvester zyn onderhoud, maar
dat was toch maar een bescheiden be
staan, waaraan meer werk dan rust ver
bonden was.
Hoe moedig nu ook Wolfgang zich in het
onvormydelyke schikte, de houtvester werd
door den slag vernietigd; tegen zuik een
tegenspoed was zelfs zyne taaie natuur niet
bestand. Met dat éóne doel voor oogen, had
hy allee verdragen: verdriet, zorg, heimwee,
zelfs den dood van zyne oude vrouw Barbara.
De zekerheid, dat de prys van zulke groote
opofferingen en moeiten aan zyne eerzuchtige
plannen voor lang, zoo niet voor altyd, de
bodem was ingeslagen, zonder moed en zoDder
tyd, om nog eens opnieuw te beginnen, om
het verlorene weder byeen te brengen - dat
alles brak zyn hart.
De poging, om zich door zyne gewone
werkzaamheid te verstrooien, de deelneming
zyner buren en vrienden, Wolfgangs moedige
toespraak, niets was meer in staat hem op
te beuren.
„Ik ben oud," herhaalde hy steeds; „nu
eerst gevoel Ik het Ik kan niet meer begin
nen, want myn tyd ie afgepast, ook kan Magda
lene niet zeggen, dat myn leven en streven
haren zoon datgene hebben geschonken, wat
hem door misdadige willekeur is ontnomen
ik heb tevergeefs geleefd."
Wolfgang had alle moeite om zich te be
dwingen, om zich geene woordon van toorn
te laten ontvallen; hy toch dacht er geheel
anders over. „Gy reikt my door uw woorden
een slecht getuigschrift uit," vergenoegde hy
zich te zeggen„hebt gy dan in het geheel
niet op myno eigen kracht en werkzaamheid
gerekend? Ik wil dat van u gaarne aan
nemen, maar niemand anders zou my zoo
iets moeten zeggen. Ik zal wel in staat zyn
overal myn brood te verdienen en zal, verlaat
u daarop, niet alleen met eer, maar ook met
vreugd door de wereld komen. Het is waar,
gy hebt gezwoegd en gezorgd, zooals slechts
weinigen gedaan zouden hebben, maar het
is toch ook anderen menschen in de wereld
gelukt en ik vertrouw dat ik het even ver
zal kunnen brengen als gy. Myn naam en
de rechten, die ik daardoor kan doen gelden,
kan graaf Stephan my niet ontnemen, of ik
geld heb of niet, en in zyne oogen zal toch
steeds de zoon myner moeder biy ven, al bezat
ik al de schatten van Indië. Tracht u toch
voor goed los te rukken van de hersenschim,
dat hy my zou erkennen, en gy zult met
tevredenheid, zoo al niet uwe, dan toch myne
toekomst, te gemoet kunnen zien. Ik ben een
Amerikaan, hier wil ik leven en niet in Europa,
waaraan zelfs u geen andere band verbindt
dan het diep gekrenkte vaderiyk gevoel. Het
land, dat ons vnendeiyk heeft opgenomen,
dat uw arbeid heeft doen gelukken, zal myn
vaderland biyven, ook al heeft hot ons nu
tegenspoed gebaard. Hier zal ik myn haard
bouwen, eene lieve dochter in uwe armen
voeren en dan zult gy weder jong worden in
uwe kinderen."
Dan glimlachte de oude man wel vooreen
oogenblik, maar om spoedig daarop het hoofd
dieper te doen zinken. Hy gevoelde zich zoo
eenzaam en verlatenoveral miste hy zyne
hove oude vrouw, die nu by haar kind was
en die hem in zyne smart beter, veel beter
had begrepen dan ieder ander. Alléén oDder
al die vreemde menschen, zonder lust voor
bezigheden, die hem geene vruchten meer
beloofden, zonder oen vriendenhart, gevoelde
hy zich hulp- en nutteloos, en het leven in
do stad was voor hem een bepaalde onmoge-
ïykheid.
Wolfgang word door zyne zaken spoedig
in do stad teruggeroepende noodzakeiykheid
om zyne eigen aangelegenheden te regelen en
een nieuwe positie te vinden, trad meer dan
ooit op den voorgrond en Doodzaakte hem
den korten tyd, die hem overbleef om den
ouden Worlitz te troosten, nog te verkortoD
Het eerste wat Wolfgang te Nieuw-York
by de hand nam, was zyne eigen huisoiyke
inrichting, zyn wapenverzameling, zyne schilde
ryen en antiquiteiten te verkoopen, alle over
tollige weelde te verwyderen en, in overeen
stemming met zyn toestand, zoo eenvoudig
en zuinig mogeiyk te gaan wonen. Dit was
spoodig genoeg geschied, en juist was hy naar
zyn genoegen geslaagd in hot vinden van een
nieuw onderkomen, toen hy bericht ontving
van eene ernstige ziekte van den houtvester
en hy dus opnieuw gedwongen was zyne
intrede in een nieuw handelshuis voorloopig
weder uit te stollen.
De yzersterke natuur van den ouden man,
die zooveel stormen het hoofd had geboden,
had dezen laatsten slag niet kunnen weer
staan gebroken naar lichaam en ziel, stortte
hy plotseling inéén. De moed en geestkracht
van zyn kleinzoon verheldordeu wel zyne
laatste oogenblikken, maar zy konden den
levensfakkel niot moor brandende houden, en
toen Wolfgang voor hot laatst op dat vreed
zame, eerwaardige gelaat staarde, toen was
er die opgeruimde uitdrukking weder over
uitgespreid, die gedurende zyn leven zyn
hechtste steun en staf geweest was.
Voor de hoeve was spoedig eon kooper
gevonden en Dadat alle schrifteiyke akten n
stukken daaromtrent geregeld waren, haastte
Wolfgang zich te vertrekken. In die oude
woning, die nu de zyne niet meer was, word
hy door een gevoel van verlatenheid over
vallen, zooals by nooit gekond had. De trouwe
harten, die met zooveel opoffering voor hem
geslagen hadden, stonden stil; zonder eeuigen
band van bloedverwantschap dan die, welken
graaf Stopban door zyne onnatuurlijke ver
loochening ontheiligd had, stond hy geheel
alleen in de wtyde werold.
Wordt vervolg#).