N°. 10398.
Maandag 125 Januari.
A0. 1894.
(§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Kikeriki.
SOUTH DAKOTA.
Leiden, 13 Jannari.
Feuilleton.
HET SLOT ELKRATH.
LEIBSCH
BA&BLAB.
PRIJS DEZER COURANT:
- Voor Leiden pe®« maanden
Franco per posfcj..
Afzonderlijke Nóttiinors
r ï.io.
1.40.
0.05.
PRIJS DER ADVERTENTTËN:
Van 1-6 regels f 1.05. Iodere regol meer f 0.17J. - Grootera
letters naar plaatsruimte,
wordt f 0.05 berekend.
Voor het incasseoron bulten de stad
Eerste Blad.
Aan de Abonné'e daarop, wordt bfl dit
Dommer verzonden No. 17 van Kikeriki.
Naar aanleiding van verschillende vragen,
tot ons gericht, noodigden wy den heer M.
Plemp, land-eigenaar in South Dakota, thans
in Holland zynde, uit, ons mondeling eenige
inlichtingen te verschaffen omtrent de vooruit
zichten van landbouwers in South Dakota.
De vragen, hem gesteld, werden geput uit
verschillende brieven, door Hollandsche land
bouwenden tot ons gericht.
Is het klimaat in overeenstemming met
onze Hollandsche luchtstreek?
De zomer is er veel warmer, de winter
daarentegen veel kouder dan hier: hetiseene
gezonde, droge lucht. In het voorjaar kan
het geducht regenen, de nazomer is echter
veeltijds droog. Zware onweders komen in
den zomer voor, doch daar zelden met hagel
cyclonen zijn onbekend.
Is er voldoende water?
Er zijn kleine moertjes, die in den midden-
zomer droog raken. Welwator is in den grond
t9r diepte van 15 tot 20 voet. Waar echtor
watergebrek was, worden nu op kosten der
county zware artesische putten geboord, die
zooveel water opbrengen, dat er kleine beekjes
ontstaan tot 25 myien lang, die den geheelen
zomer door voldoende water opleveren voor
de behoefte van den landbouw en het vee.
Hoe is de grond?
De streek moet van ouder tot ouder prairie-
land geweest zijn, want zwarten grond vindt
men op enkele punten tot zes voet, doch dit
komt alleen voor in de laagten, daar de regen
dien groDd van de hoogten verplaatst heeft
daardoor vindt men op de lage heuvels onge
veer twee tot vier voet zwarten grond, op
enkele plekken zuivere klei.
Is de grond gemakkelijk te bewerken?
Met twee paarden er voor gaat de ploeg
er goed doorvoor elk gewas wordt de grond
maar eenmaal omgeploegd. De eggen, die ge
bruikt worden om het land te bewerken, zijn
tot 14 voet breed en worden door drie paar
den getrokken. Geëgd wordt ook slechts een
maal. Uit de hand wordt niet gezaaid, uit
sluitend met machines, die echter niet op
rijen zaaien, maar het zaaizaad onregelmatig
over den grond strooien. Gewied behoeft er niet
te worden, daar wel het onkruid in don eersten
tijd opkomt, doch door den krachtigen groei van
het zomergraan spoedig wordt verstikt. De
landbouwer heeft echter in den zomer volop
werk om zijn corn (maïs) schoon te houden met
den corn-ploeg. De maïs toch wordt gezaaid op
vier voet afstand, zoodat tusschen de planten
voldoende ruimte overblijft om daar tusschen
met één paard en één ploeg te werken. De
com ploeg is zeer eigenaardig ingericht om
door twee paarden te worden getrokken, want
het werktuig zelf bestaat uit een dubbelen
ploeg, verbonden door een hoog gebogen as,
zoodat de bocht over ééne rij planten heen
kan gaan. Verder wordt in den zomerdag het
hooi gewonnen voor het vee, daar men voor
den hooibouw geen tjjd meer heeft wanneer htt
graan geoogst wordt; de tweede snede van
het hooi wordt niet genomen. Gras heefc bijna
geen waarde, de prijs van het hooi beloopt
van f 7 tot 10 de 2040 Engelscho ponden
feitelijk slechts de betaling van het arbeids
loon. Het vee kan daardoor met weinig kosten
gehouden worden. De veeteelt veroischt ook
weinig zorg, daar de beesten in den winter
dag wel 's nachts in een schuur gedreven
worden en daar met hooi worden gevoederd,
doch overdag buiten hun eten zoeken en dit
vinden in de maïsvelden, waar de bladeren
van de struiken afge vreten worden.
Is er veel wild?
Ongedierte, dat de gewassen noemens
waardige schade aanbrengt, komt niet voor;
wel vindt men er witte hazen en pralriehoen-
ders. De jacht hierop bezorgt den bewoners in
den ledigen tyd een aangename tydpasseering.
Zijn er honden?
Jacht- en luxehonden heeft men er weinig,
maar ieder heeft zijn veehond, die dienst doet
om '8 winters het vee in en uit do schuur
te drijven. Als trekdieren worden de honden
niet gebruikt, zoodat deze des zomers een lui
leven hebben, want. dan is het vee uitbesteed,
voor 2 50 en 26 cents zout, gedurende het
geheele seizoen. Honderden stuks vee worden
dan geweid onder toezicht van een cowboy
in de onbewoonde prairiën.
Wordt er lang gewerkt?
's Winters wordt er niet hard gewerkt,
slechts het vee opgepast; in het voor- en
najaar en ook des zomers wordt zwaar ge
werkt. Wie geen flinke handen aan het lyf
heeft en die niet weet te gebruiken, daarvoor
is het volstrekt geen land; wie echter werken
wil, vindt werk in het landbouwvak. G-ewone
handwerkslieden vinden een moeilijk bestaan,
kantoorheeren geen eten.
Waar worden de woningen van gebouwd?
Uitsluitend van hout, dat van binnen ge
pleisterd wordt; deze huizen zyn des zomers
koeler en des winters warmer dan steenen
woningen. De landbouwers wonen niet in
dorpen, doch ieder woont op zyn land; de
knechts wonen by den farmer in. Hout of
bosschen zyn er niet in de buurt; het bouw
materiaal wordt gezaagd in Armourcity aan
gevoerd en afgehaald. De kosten van een buis
door timmerlieden opgetrokken, loopen van
300 tot 500 dollars.
Waar is de markt?
Armourcity is de marktplaats voor graan en
vee, dat van daar met grooto treinen naar
Chicago wordt vervoerd. Alles gaat a contant.
Het graan en het vee gaat alles per wicht;
de pryzen regelen zich naar de Chicagomarkt,
die in de bladen bekend gemaakt wordt. De
tarwe wordt verdeeld in de qualiteiten A, B
en C; in de qualiteiten van corn is weinig
verschil.
Wordt er met de hand gedorscht?
Neen, met machines, door paarden of stoom
gedrevende eigenaar der machine reist daar
mede de landbouwers af en wordt betaald
par bushel.
Hoe wordt de maïs verkocht?
De com wordt weinig verkocht, ieder ge
bruikt zyn oogst voor veevoeder, vooraameiyk
tot het mesten van varkeDS.
Is het voor een boerenarbeider aan te raden
er mot een huishouden naar toe te gaan?
Wie niet meer te zijner beschikking heeft
dan de reiskosten en de 75 dollars, die hy
moet kunnen toonen om verlof te erlangen
in Amerika te mogen landen, heeft in den
eersten tyd een zwaar bestaan en doet beter
vrouw en kinderen later na te laten komen;
wie echter in South Dakota met zyn gezin
aangekomen, nog 500 dollars bezit, kan on-
middeliyk een boerdeiy huren, die in bedryf
is en moet daarvoor als pacht afstaan aan
den eigenaar van de woning en den grond
!/j of y4 van de opbrengst, naar gelang van
de productieviteit van het land. De 500 dollars
dienen tot het koopen van zaaigraan, paarden,
vee en kippen.
Is er voordeel by het houden van kippen?
Ja, er zyn gezinnen, die uitsluitend leven
van hetgeen de hoenders opleveren, doorver
koop van eieren en kuikens, die levend in
kisten naar Chicago en andere groote steden
worden verzonden.
Is het leven er duur?
Daar arbeidende kan men zeer goedkoop
levenwie echter voor zyn pleizier wil uitgaan,
dient naar een der groote steden te gaan, wat
minstens een halven dag sporen is en daar kan
men veel geld kwyt raken.
Wordt er boter en kaas gemaakt?
Ieder, tot zelfs de dokter, houdt zich zomer
en winter een paar koeien voor zyn melk en
bo .r; do boter, die over is, wordt voor goeden
prys aan den store winkel verkocht, zoodat
het zich zou rendeeren, boter op ruimer schaal
te maken. De kaas wordt in andere stroken
in groote fabrieken gemaakt en geleverd tot
een prys, waar niet tegen te ooncurreeren valt.
Hoe werd de Hollandsche settlement ge
sticht?
De eerste, die in Douglas County, South
Dakota, kwam met het voornemen daar een
settlement te stichten, was F. Lecocq Jr.,
de zoon van een Hollander, gevestigd by
Orange City. Deze laatste was in Amerika
gekomen met de expeditie Scholten, land
verhuizers, die 47 jaar geleden Holland ver
lieten wegens geloofsgeschillen. Deze Hol
landers stichtten Pella en verplaatsten zich
godeeltelyk naar Orange City, toen al de
gronden op de eerste plaats waren inge
nomen. Toen ook om Orange City geen
voldoende ruimte meer was voor nieuwe
nederzettingen, werd de stichter van de
Harrison Settlement door zyn vader uitge
zonden om nieuwe landen op te sporen,
geschikt voor den landbouw. Hy richtte zich
naar South Dakota, toen in 1881 nog
geheel in het bezit van de Indianen. Hy
bevond den grond van uitstekende qualiteit,
en wist de hooge regeering in Washington
te bewegen, die landstreek van de Indianen
af te koopen. De regeering betaalde het land
met één dollar per acre aan de Indianen en
stelde het per 160 acres gratis disponibel
voor ieder, die zich wilde verbinden daar te
wonen en gedurende vyf jaren hot land te
bebouwen zonder het in andere handen over
te geven.
Na dien tyd verkreeg de settler eigendoms-
bewyzen en was vry het land te verhandelen.
Do landstreek, ongeveer een millioen acres,
is nu reeds geheel particulier eigendom. Groot
grondbezit is uitzondering. Het land is tot
een waarde gestegen van 8 tot 12 dollars
per acre; hypotheek is op het land verkryg-
baar tot de helft van de waarde; eigenaardig
staat echter in de voorwaarden dat aan on-
eeriyke, gewetonlooze menschen of dronkaards,
op geenerlei voorwaarde geld wordt verschaft.
Yoor hen, die in Amerika een onbezorgd
bestaan willen zoeken, schynt South Dakota
dus eene goede provincie te zyn.
Wy vermoeden wel dat de heer Plemp,
die einde Februari wederom naar South Dakota
vertrekt, gaarne nadere inlichtingen aan belang
hebbenden zal willen verschaffen.
Men 8chryft ons uit BodegraveDe heer
George Van der Werf gaf jl. Donderdag eene
„soirée déclamatoire et musicale" in het hotel
Van Haaften alhier. Het publiek was, helaas,
slechts in gering getal opgekomen. Veel by val
ondervond do voordracht van den heer Van
der Werf, met wien we reeds vroeger mochten
kennis maken. Ook nu weder toonde hy een
uitstekend déclamator te zijn. Vooral „De
wedstryd in 't reciteeren" en „Een gewichtige
rol" werden verdiensteiyk weergegeven. Ook
de muzikale voordracht ging hem zeer goed
af. „'n Specialiteit," „De blauwe zee" en vooral
„O die1" werden zeer toegejuicht. Aan
gemoedigd door den luiden by val, gaf hy nog
enkele stukjes ton beste, waaronder vooral de
bekende „Middeleeuwsche ballade" aller goed
keuring wegdroeg.
De bevolking der gemeente Bodegrave
bestond op 31 Dec. 1892 uit 1803 m. en 1988
vr., te zamen 3791 zielen. In 1893 werden
geboren 146 kinderen, als 74 j. en 72 m.
Er vestigden zich 149 m. en 160 vr., te zamon
315 personen. Overleden zyn 39 m. en 43 vr
totaal 82 personen. Naar elders vertrokken
156 m. en 176 vr., totaal 332 personen. De
bevolking bedroeg dus op 31 Dec. 1893, 1831
m. en 2007 vr., te zamen 3838 zielen.
Er werdon 29 huwolyken gesloten. Leven
loos werden aangegeven 5 kinderen 2 m. en 3 vr.
Lotelingen der lichting 1894, te Alfen
en Aarlanderveen, die gaarne by dezeemilitie
zouden ingelijfd worden, kunnen zich gedurende
de maand Januari ter secretarie hun verlangen
daaromtrent te kennen geven.
Uit '8-Gravenhage meldt men aan de
„N. R. Ct.," dat de minister van binnenlandsche
zaken het voornemen heeft, over te gaan tot
herziening der wet op het armbestuur, en
in verband hiermede do gemeentebesturen,
door tu8schenkomst van Ged. Sraten, heeft
uitgenoodigd tot beantwoording van onder
scheiden vragen omtrent de wyze van armen
verzorging in hunne gemeenten.
De gisteren te 's Gravenhage na eene
korte ongesteldheid overleden gep. vice-admi-
raal F. L. Geerling, oud-minister van marine
en gewezen commandant van de zeemacht
van Ned.-Indiö, was te Maastricht op 4 Mei
1815 geboren. Hy ving zyn eervollen loopbaan
aan als adelborst op het Kon. Instituut te
Medemblik. Den 16den Nov. 1872 werd hij
in het corps vlagofficieren opgenomen en 30
Sept. 1873 werd hy als schout-by-nacht bela6t
met de betrekking van commandant der zee
macht en chef van het departement van
marine in Indië. In 1876 bevorderd tot vice-
admiraal, werd hy 22 Juli 1877 op verzoek
gepensionneerd.
Wegens zyne deelnoming aan de krijgsver
richtingen in de Westerafdeeling van Bornea
verwierf Geerling in 1853 de Militaire Wil
lemsorde vierde klasse. Herhaaldeiyk advi
seerde hy in commissiën voor de zeeartillerie
en was hy by martieme inrichtingen geplaatst.
Als minister van marine opgetreden in het
derde ministerie Heemekerk, vervulde hy dit
ambt nog geen jaar, daar hy geen kans zag
by den tegenstand in de Kamers zyne plannen
uit te voeren omtrent het auxilair eskader
en de opleidingsschepen.
In het ambteloos leven teruggekeerd, was
hy een tydlang voorzitter der conservatieve
kiesvereeniging „Vaderland en Koning".
„De geheimen van de woesinrichting
Meerbosch", of „een ontmaskerde weesvader",
geannonceerd als groot sensatiedrama, in de
hoofdstad reeds eenige malen ten tooneele
gebracht, werd Donderdag avond voor de
eerste maal te 's-Gravenhage opgevoerd in „het
Casino" voor een dicht bezette zaal, waarby
ditmaal vele politiebeambten werden opge
merkt onder de toeschouwers.
H. M. de Koningin-Regentes woonde
gisternamiddag te 's-Gravenhage de voor
bereiding in de Groote Kerk, onder gehoor
van da. Van der Flier, by.
De rechtstreeksche intercommunale
telephoondienst voor publiek vorkeer van Nij
megen met Amsterdam, Zaandam, Haarlem,
Zandvoort, 's Gravenhage, Schiedam, Vlaar-
dingen, Maassluis, Rotterdam, Dordrecht, Arn
hem, Baarn, Bussum, Utrecht, Hilversum,
Amersfoort en Groningen wordt mot machti
ging van den minister van w., h. en n. op
16 dezer geopend.
De minister van oorlog brengt in de
Staatscourant van 13 dezer ter kennis van
belanghebbenden, dat dit jaar voor toelating tot
de Hoogero Krygsschool worden opengesteld:
Voor het leger bier te lande: 13 plaatsen,
en voor dat in Noderlandsch Indië 9 plaatsen,
welke plaatsen als volgt worden verdeeld
A. Leger hier te landea. KrygakundJge
studiën: 6 voor officieren van het wapen dor
infanterie; 1 voor id- cavalerie; 2 voor id.
artillerie, en 1 voor ld. genie. b. studiën
intendance dienst3 plaatsen.
B. Loger in Noderlandsch-Indië: a. Krygs-
kundige studiën: 3 voor offlcieron van het
wapen der infanterie; 1 voor id. cavalerie;
1 voor id. artillerie, en 1 voor id. genie,
b. Studiën voor den intendance-dionst: 3
plaatsen.
GOLO RAIMUND.
57)
Hy keek niet zoo vriendeiyk, als zy wel
verwachtte, by hare schertsende woorden, die
hom weder voorstelden als degene, die onte
vreden was, maar hy zweeg.
„Is de generaal tegenwoordig to Beriyn?"
vroeg zy na eene poos.
„Neen, by zyne dochter; op de terugreis
zou by my bezoeken; hy kan eiken dag
komeD."
Het was of de zon was opgegaan, ofschoon
het daarbuiten nog regende en stormde; ten
minste de kleine kamer kwam Adelheid geheel
anders voor. Zy ging zelfs aan het werk om
ze op te ruimen en nog behaaglyker te maken
zij legde de boeken by elkander, die hier en
daar verstrooid lagenzy rangschikte zelfs de
pypon in het pypenrek en besloot vrywillig
eens te gaan zien of zy de oude Salome by
de toebereidselen voor den eenvoudigen avond-
maa'.tyd behulpzaam kon zyn.
Maar de oude vrouw bedankte haar en bet
jonge meisje begaf zich naar baar eigen
kamertje, om den ongunstigen indruk van
hare kwade luim by baren vader te laten
overwaaien.
Zy was nu reeds vier weken in dit kleine
sombere nest en zy bad er meer dan eens
berouw over gehad, dat zy niet wat meer
inschikkelykheid jegens mevrouw Randorf
aan den dag had gelegd. Een hevig tooneel,
veroorzaakt door do bereidwilligheid, waar
mede zy zich de hulde van een voornamen
Rus deed welgevallen had haar hare betrek
king op eene tambiyk in het oog vallende
wyzo doen verlaten, misschien wel met zonder
die geheime hoop, dat deze schrede, waaraan
haar nieuwe vriend wel eenigszins schuld
had, door hem op eeDe schitterende wys zou
beloond wordeD. In die verwachting werd zy
oven wel teleurgesteld; men belette haar
geenszins om te vertrekken en beklaagde
zich slechts in een vlued van woorden, dat
men de kennismaking zoo spoedig moest
af breken.
De gedachte aan Wolfgangs liefde en trouw
kon haar geene vergoeding schenken voorde
ongeduldige gewaarwordingen, waarmede zy
naar hare bescheiden woning terugkeerde:
zy was een kind van het oogenblik en vond
slechts behagen m betgeen het oogenblik
bracht. Wolfgangs beeld was wel is waar in
hare ziel niet uitgewischt en zy vond zelfs,
wanneer zy werkeiyk tot rust was gekomen
en bedaard genoeg om zich aan de herinne
ring te wyden, in plaats van zich in eene
onzekere toekomst te verliezen, iets terug
van het geluk, waarmede zy naar zyne woor
den geluisterd en in zyne eerlyke oogen zyne
liefde gelezen had, maar dit geluk ondervond
zy steeds zeldzamer en zyne brieven brachten
er veel toe by om zyn beeld, in plaats van
het levendiger voor haren geest te stellen,
den stralenkrans te ontnemen, die het omgaf.
Sprak hy al het vertrouwen uit, dat hy in
staat zou zyn de onaangenaamheden uit den
weg te ruimen, die hunne vereeniging nog
vertraagden, hy ontkende geenszins, dat deze
bestonden, on de ernst, die, naast zyne tee-
dere liefdesbetuigingen, uit deze bekentenissen
zyner ziel sprak, verleende aan zyn beeld
eene zonderlinge uitdrukking, die Adelheid
niets beviel. Hy veroorloofde haar een, hoe
wel vluchtigen, tlik in zyno zaken, in zyne
oogenblikkeiyke zorgen, de noodige voor
zorgsmaatregelen en hun mogelyken goeden
uitslag en opende daardoor voor hare oogen
eene vreemde wereld, die voor haren hoog
moed niets verleideiyks had. Myt liefde en
innigheid schetste hy haar hun toekomstig
huiseiyk geluk; hy sprak de overtuiging uit,
dat zy ook een bescheiden lot met hem zou
willen deelen, dat bet haar zeker gelukkig
zou maken zich eene nieuwe toekomst te
verzekeren, en etolde het, zooals de zaken
nu stonden, als een geluk voor, dat hy met
een matig aandeel als jongste vennoot in
eene handelszaak te Nleuw-York zou worden
opgenomen.
Dit alles werkte als eeD stortbad op hare
hooggespannen verwachtingen: Graaf Wolf
gang Van Elkrath in een muffig kantoor als
jongste vennoot voor een misschien zeer be
scheiden inkomen hard te moeten zien wer
ken, was meer dan baar trots kon verdragen.
En wat zou haar eigen lot zyn? Zonder voor
uitzicht om ooit naar Europa terug te keeren,
onder omstandigheden, onder welke Wolf
gangs rang en naam alle waarde en invloed
verloren hadden, zou zy zich verplaatst zien
in een levensstand, die haar nooit moer in
aanraking zou brengen met die kringen der
wereld, waarin zy zoo gaarne zou schitteren
en zou haar omgang alleen tot kramers en
kooplieden beperkt zyn.
Zy gevoeldo dat haar dit onverdraagiyk zou
wezen: dan wilde zy liever in schitterende
dienstbaarheid biyven dan hare onaf hankeiyk-
heid voor zulke opofferingen te koopeD. Nooit
of nimmer zou zy den moed hebben to be
kennen, dat zy de vrouw was van een man,
die zulk eene ondergoschikte betrekking be
kleedde.
Zoo duideiyk bare eigen aanschouwingen
en gevoelens haar in dit opzicht voor oogen
stonden, even weinig wist zy, wat haar vader
wel zeggen zou, en menigmaal, wanneer zy
in de zonderlinge meeningon en levensop
vattingen, die hy ontwikkelde, eene zekere
verwantschap met die van Wolfgang meende
te onderscheiden, viel haar het donkbeeld in,
dat hare liefde, of zooals by het in zyne
manier van spreken zou noemen, deze „ver
zorging," voor een geluk zou aanzien. Zoo
veel wist zy ten minste zeker, dat hy geeno
woordbreuk zou kunnen dulden zonder zeer
gewichtige redenen en om daarom alle onaan
gename verklaringen, welke dan ook, to vor-
myden, nam zy omtrent hare betrekking tot
Wolfgang het diepste stilzwygen in acht.
Zooals de zaken nu stonden, kon van een
huwoiyk, zelfs van eene openiyke verloving,
geen sprake zyn, maar bestond er ook van
den anderen kant nog geene reden om deze
betrekking, die haar verder in geene ongelegen
heid bracht te verbreken. Hier, te midden der
verveling en eentonigheid van haar tegen
woordig leven, was er zelfs iets bekooriyks
voor haar in gelegen, to meer, daar zy de
mogelykheid kon vooronderstellen, dat de voor
waarden hunner vereenigmg, die zy met
vrymoedigheid zou stellen, voor hem een
spoorslag zouden zyn, om te wagen en te
winnen. Zy wist dat het recht zyner go-
boorte hem niet kon bestreden worden, maar
haar toexomstige echtgenoot moest ook in de
maatschappy die positie innemen, die zyn voor-
vadeien hadden ingenomen, en het beste en
eenig8to middel om hom deze positie te ver
schaffen, bleef volgens haar nog altyd eene
verzoening met graaf Stephan, die, nu byna
tachtig jaar oud, ondanks zyne stevige gezond
heid, toch niet eeuwig zou biyven leven.
De pogingen van den graaf om eeno
gezelschapsjuffrouw voor zyne achternicht te
verkrygen, schenen haar een welkom uitgangs
punt toe, om de bemiddelaarster tusschen
hem en zyn kleinzoon te worden, en zy schreef
daarom aan Elizabeth met al die beminneiyk-
heid en innemendheid, die haar, wanneer zy
dit wilde, ten dienste stonden. Maar graaf
Stephan had haar doorzien en zy bad niets
gewonnen dan zyn afkeer tegen Wolfgang,
die hy meende dat in vereeniging met haar
het komplot gesmeed had, dog te doen toe
nemen. Hy had namens Elizabeth haar aan
bod van de hand gewezen en sedert dien tyd had
de slechte luim van Adelheid eene bedenke-
lyke hoogte bereikt, waardoor de wensch van
haren vader, om haar spoedig eene betrekking
te zien verkrygen, zeer verklaarbaar was.
{Wordt vervoigd.)